Professional Documents
Culture Documents
Video "En El Presente": Verbos - Werkwoorden
Video "En El Presente": Verbos - Werkwoorden
Verbos - Werkwoorden
Comer (eten)
Bailar (dansen)
Viajar (reizen)
Desayunar (ontbijten)
Comprar (kopen)
Llegar (aankomen)
Mirar (kijken)
Estudiar (studeren)
Descansar (rusten)
Patinar (schatsen)
Hablar (spreken)
Tocar (aanraken of spelen)
Llamar (bellen)
Tomar (nemen)
Trabajar (werken)
Pasear (wandelen)
Montar (rijden of monteren)
Tocar (aanraken of spelen)
Cantar (zingen)
Esperar (wachten)
Bajar (naar beneden gaan)
Correr (rennen of hardlopen)
Beber (drinken)
Leer (lezen)
Vivir (wonen of leven)
Escribir (schrijven)
Abrir (openen)
Subir (naar boven gaan)
*Onregelmatig:
Ir (gaan)
Hacer (doen / maken)