You are on page 1of 7

LESVOORBEREIDING

Student Marwa Amhaouach

Mentoren Juf Mien

Gegevens WPL      

Lager ☐ Kleuter* ☒

WPL - traject 1-2 ☒ 3-4 ☐ 5-6 ☐ Klas K2A

Les nr. 24 Versie 1☒ 2☐ 3☐

Datum 28/04/2023 Lesuur


6de lesuur
Eigen focus Rijmen

Leergebieden/domeinen Nederlands – taalbeschouwing – Muzische vorming – beweging

Onderwerp Rijmrun

Specifieke beginsituatie

De kleuters hebben rond het thema dino’s geoefend met rijmen.


Dit lukte niet goed voor alle kleuters.

Doelen

Leerplan GO!

1. OD/ET Taalbeschouwing

5.5: stellen zich vragen bij en het reflecteren over taal en taalgebruik in concrete situaties:

- discrimineren van klanken, woorden;


LPD
- ritmische aspecten van taal, rijmen;

- intonatie en mimiek in relatie tot gevoelens of boodschap.

Lesdoel Beseffen dat er verschillen zijn in taalgebruik. Bijvoorbeeld rijmpjes

Evaluatie
     
2. OD/ET Beweging

LPD 4.1: kunnen spontaan meebewegen

Herkennen van en reageren op muziek en klanksignalen. Afstemmen op een natuurlijk bewegingsritme (stappen,
Lesdoel
huppelen, lopen op muziek)

Evaluatie      

*Kleuter

Werkvorm Aantal kleuters Hoek

☐ Geleide klassikale activiteit 15      

1|
☐ Geleide activiteit in hoekenwerk            

☐ Zelfstandig hoekenwerk            

Bijlagen

     

Overzicht fases

Fase 1 Spel uitleg 5min.

Fase 2 Rijm run 15min.

Fase 3 Afsluiter 5min.

Fase 4       min.

Fase 5       min.

2|
LESVERLOOP

FASE 1
Fasetitel Spel uitleg
Didactische werkvorm Klassiek
Klasschikking Klassiekaal
- Rijmkaarten
Media - Krijt
- fluitje

Doel Kunnen benoemen van verschillende afbeeldingen


Leerinhoud (voor kleuter ook Ik leg in de kring een aantal rijmkaarten rond het thema.
streefwoorden) Lk: wat zien jullie allemaal op deze kaarten? Wie kan er iets benoemen?
Kl: grond, gras, bloem, bol….

Lk: goed zo, maar hier zitten ook foto’s bij die niet in ons thema horen, zoals de jas, de mol…
Lk: we kunnen met deze woorden rijmen.
Laten we eens proberen.
De eerste afbeelding is gras, (we benoemen telkens het woord gras en daar achter een
rijmwoord.) gras – mol? Gras- mond? Gras- maaien? Gras- jas?
Lk: gras rijmt op jas. (gras- jas)

Lk: straks gaan we allemaal naar de speelplaats. Buiten hangen er verschillende afbeeldingen.
Ik heb een groot vak met krijt op de speelplaats getekend, jullie mogen straks allemaal in het
groot vak gaan staan. Ik noem een woord bv jas dan moeten jullie lopen naar de afbeelding dat
rijmt op jas (dan lopen jullie naar de afbeelding met gras op) als iedereen bij het juiste rijm woord

3|
staat kom iedereen weer terug in het grote vak staan.

     
Bemerkingen
     

FASE 2
Fasetitel Rijm run
Didactische werkvorm Klassikaal
Klasschikking Klassiek
- Krijt
Media - Rijmkaarten

Doel Luisteren en benoemen van de juiste rijmwoorden


Leerinhoud (voor kleuter ook Ik neem de kleuters mee naar buiten en vertel ze dat ze in het grote vak mogen gaan staan.
streefwoorden) Ik herhaal met hun het spel nog eens en maak een aantal afspraken.

Lk: ik leg het spel nog eens uit voor jullie en tijdens mijn uitleg mag er iemand het voor tonen ( ik
duid een kleuter aan)
Lk: iedereen mag in het getekende vak gaan staan, Ik noem een woord “bloeien” dan moeten kl
X lopen naar de afbeelding dat rijmt op bloeien als je het fluitje hoort mag je pas lopen.
(Sproeien) als het juist is mag je teruglopen naar het vak. Als je niet weet op wat het woord rijmt

4|
blijf je staan in het grote vak.
( ik zorg voor variatie als ik merk dat het te makkelijk is)

Afspraken:
- Je mag niet zomaar rondlopen
- Je laat de afbeeldingen hangen
- Je gaat niet duwen (het is geen wedstrijd)
- Je begint pas met lopen als je het fluitje hoort

     
Bemerkingen
     

FASE 3
Fasetitel Afsluiter
Didactische werkvorm Klassikaal
Klasschikking Twee groepen
- Krijt
Media - Rijmkaarten
- fluitje

Doel Duo kunnen spelen


Leerinhoud (voor kleuter ook We spelen een duo spel (enkel als het rijmen goed lukt)

5|
Lk: ik verdeel de klas in twee groepen, ik teken een extra vak bij, elke groep mag in een vakje
gaan staan. Ik noem een woord “bloeien” en ik fluit er gaat telkens een iemand van elk groepje
streefwoorden)
lopen naar het juiste rijmwoord “sproeien” wie er als eerste het juiste rijmwoord heeft geraden
wint. Zo doen we even verder tot iedereen is geweest.
     
Bemerkingen
     

Bronnen

https://kleuteridee.nl/tuincentrum/#heading-rijmrun-bewegend-leren

GROEIEN DOOR ZELFREFLECTIE EN IN DIALOOG

STAP 1: praktijkervaring opdoen


 Wat wilde je bereiken met de kinderen
 Wat was jouw focus/doel?

STAP 2: terugblikken op de praktijk


 Wat liep er zoals je had verwacht?

6|
 Wat liep er niet zoals je had verwacht?
 Waarop wil je je focussen? Wat wil je diepgaander analyseren?

STAP 3: analyseren, inzicht krijgen, samenhang zoeken


 Wat is volgens jou de oorzaak van het feit dat het zo gelopen is? (leeromgeving, doelen, beginsituatie, didactische
handvaten, …):

STAP 4: vooruitblikken, alternatieve formuleren


 Welke alternatieven zie je? Hoe ga je in de toekomst hiermee verder werken?

STAP 5: nieuwe praktijkervaring opdoen


 Waar zie je concrete kansen om hieraan opnieuw aan te werken?

7|

You might also like