Professional Documents
Culture Documents
• Voorstellen en werkwijze
• Voorkennis
• Zelfstandig werken:
Hoofdstuk 1: opgave 2, 3, 5, 6, 7, 9, 11, 13, 14 en 15 – blz. 15 t/m 20
VWO 4 wis B
Werkwijze: planning
VWO 4 wis B
Werkwijze: Nederlandse examenstand
VWO 4 wis B
Werkwijze: Nederlandse examenstand
VWO 4 wis B
Werkwijze: lesrooster en lessen
Het lesrooster is:
Di 4e en 5e uur
VWO 4 wis B
Werkwijze: lesrooster en lessen
In de lessen is er aandacht voor:
• Klassikale instructie
• Samen oefenen
• Verlengde instructie
• Herhaling
• Leerdoelen die je moet behalen
• Gemaakt huiswerk
• Zelfstandig werken
VWO 4 wis B
Werkwijze: Leerdoelen
VWO 4 wis B
Werkwijze: Leerdoelen
VWO 4 wis B
Werkwijze: toetsen in V4
VWO 4 wis B
Werkwijze: regels
• Algemene schoolregels en algemeen geldende normen en waarden.
• Je werkt aan wiskunde in de les, tenzij uitdrukkelijk toestemming gegeven door mij om iets
anders te doen.
• Uitleg volgen is facultatief, oefenopdrachten zijn dat niet.
• Ben je afwezig geweest? Dan zorg je zelf dat je de stof inhaal.
• Je loopt nooit meer dan een week achter met het huiswerk.
Let op: huiswerk nakijken en invullen van je leerdoelen hoort hier ook bij.
• Ben je afwezig tijdens een toets: dan zorg je er zelf voor dat je de toets inhaal voor het einde
van de periode, tenzij ik anders aangeef. Niet ingehaald? Dan staat er een 1.
VWO 4 wis B
Lineaire formule
Een lineaire formule heeft de vorm:
𝑦 = 𝑎𝑥 + 𝑏
𝑎 = het hellingsgetal
𝑏 = het startgetal of begingetal (ook wel: snijpunt met de 𝑦 – as)
VWO 4 wis B
Lineaire formule
Als twee punten van de rechte lijn bekend zijn, zeg 𝐴 𝑥1 , 𝑦1 en 𝐵 𝑥2 , 𝑦2 dan kan je het
hellingsgetal berekenen door:
𝑦2 − 𝑦1 Δ𝑦
𝑎= =
𝑥2 − 𝑥1 Δ𝑥
Het startgetal kan je berekenen door het hellingsgetal en punt 𝐴 of 𝐵 in te vullen in de algemene
formule. Er ontstaat dan een lineaire vergelijking.
Een lineaire vergelijking kan je oplossen door gebruik te maken van de balansmethode.
VWO 4 wis B
Lineaire vergelijking
Techniek: balansmethode
Je past links en rechts van het = - teken dezelfde bewerking toe om de vergelijking te
vereenvoudigen.
Soms is het handig eerst haakjes weg te werken of breuken weg te halen.
VWO 4 wis B
Lineaire vergelijking
Voorbeeld:
Gegeven zijn de punten 𝐴 3, 8 en 𝐵 7, −8 . Stel de vergelijking op van een rechte lijn door de
punten 𝐴 en 𝐵.
−8 − 8 −16
𝑎= = = −4
7−3 4
8 = −4 ∙ 3 + 𝑏
8 = −12 + 𝑏
𝑏 = 20
Dus de vergelijking van de lijn is
𝑦 = −4𝑥 + 20
VWO 4 wis B
Lineaire ongelijkheden
Bij ongelijkheden maak je altijd een schets.
VWO 4 wis B
Lineaire ongelijkheden
Techniek: balansmethode
Voorbeeld:
1
2 𝑥+4 ≥𝑥+6
3
2
𝑥+8=𝑥+6
3
2𝑥 + 24 = 3𝑥 + 18
2𝑥 = 3𝑥 − 6
−𝑥 = −6
𝑥=6
VWO 4 wis B
Lineaire ongelijkheden
Als hulpmiddel kan je de ongelijkheid met behulp van grafieken controleren:
1
2 𝑥+4 ≥𝑥+6
3
𝑥=6
Dus:
𝑥≤6
VWO 4 wis B
Kwadratische vergelijking
Kwadratische vergelijkingen oplossen doe je d.m.v.:
• Ontbinden in factoren
• 𝑎𝑏𝑐 formule
• Bijzondere gevallen (𝐴2 = 𝐵2 en 𝐴𝐵 = 𝐴𝐶)
VWO 4 wis B
Ontbinden in factoren
Het oplossen van kwadratische vergelijkingen
Maak het rechterlid nul. Je krijgt dan 𝒂𝒙𝟐 + 𝒃𝒙 + 𝒄 = 𝟎
Twee termen
𝒄 = 𝟎 geeft 𝒂𝒙𝟐 + 𝒃𝒙 = 𝟎 𝒃 = 𝟎 geeft 𝒂𝒙𝟐 + 𝒄 = 𝟎
3𝑥 + 9𝑥 2 = 0 4𝑥 2 + 48 = 0
3𝑥 1 + 3𝑥 = 0 4𝑥 2 = −48
1 𝑥 2 = −12
𝑥 =0v𝑥 =−
3 Geen oplossingen
VWO 4 wis B
Ontbinden in factoren
Maak het rechterlid nul. Je krijgt dan 𝒂𝒙𝟐 + 𝒃𝒙 + 𝒄 = 𝟎
Drie termen
𝒂𝒙𝟐 + 𝒃𝒙 + 𝒄 = 𝟎 𝒂𝒙𝟐 + 𝒃𝒙 + 𝒄 = 𝟎
Het linkerlid is te ontbinden in Het linkerlid is niet te ontbinden in
factoren. factoren.
𝑎=1
Gebruik de 𝑎𝑏𝑐 – formule.
Ontbind het linkerlid in factoren d.m.v.
𝑥 2 + 𝑏𝑥 + 𝑐 = 𝑥 + 𝑝 𝑥 + 𝑞
𝐴 ∙ 𝐵 = 0 geeft
𝐴=0v𝐵 =0
Voorbeeld:
𝑥 2 − 6𝑥 − 7 = 0
𝑥+1 𝑥−7 =0
𝑥 = −1 v 𝑥 = 7
VWO 4 wis B
Kwadratische vergelijking
De 𝑎𝑏𝑐 – formule:
Als de vergelijking is geschreven in de vorm 𝑎𝑥 2 + 𝑏𝑥 + 𝑐 = 0
2𝑥 2 + 𝑥 − 3 = 0
𝑎 = 2 , 𝑏 = 1 , 𝑐 = −3
𝐷 = 𝑏 2 − 4𝑎𝑐 = 1 2
− 4 2 −3 = 25
VWO 4 wis B
Kwadratische vergelijking
De 𝑎𝑏𝑐 – formule
Voorbeeld:
2𝑥 2 + 𝑥 − 3 = 0
𝑎 = 2 , 𝑏 = 1 , 𝑐 = −3
𝐷 = 𝑏 2 − 4𝑎𝑐 = 1 2
− 4 2 −3 = 25
−𝑏 ± 𝐷 − 1 ± 25
𝑥= =
2𝑎 2 2
−1 − 5 −1 + 5
𝑥= v𝑥 =
4 4
Voorbeeld:
3𝑥 + 4 2 = 𝑥−2 2
3𝑥 + 4 = 𝑥 − 2 v 3𝑥 − 4 = − 𝑥 − 2
3𝑥 + 4 = 𝑥 − 2 3𝑥 + 4 = −𝑥 + 2
2𝑥 = −6 4𝑥 = −2
1
𝑥 = −3 𝑥= −
2
VWO 4 wis B
Kwadratische vergelijking
Speciaal geval:
Vergelijkingen in de vorm 𝐴𝐵 = 𝐴𝐶 los je op door gebruik te maken van de regel
Uit 𝐴𝐵 = 𝐴𝐶 volgt 𝐴 = 0 of 𝐵 = 𝐶.
Voorbeeld:
2𝑥 − 1 𝑥 + 3 = 𝑥 + 3 𝑥 + 4
𝑥 + 3 = 0 v 2𝑥 − 1 = 𝑥 + 4
𝑥+3=0 2𝑥 − 1 = 𝑥 + 4
𝑥 = −3 𝑥=5
VWO 4 wis B
Oefenopgave
Los op. Geef exacte antwoorden.
a. 8𝑥 − 4 = 3𝑥 + 7 e. 𝑥 2 − 𝑥 − 16 = −4
b. −12𝑥 + 6 = 3 − 5𝑥 f. 𝑥 𝑥 − 1 = 4𝑥
c. 15 − 2𝑥 − 6 = 7𝑥 + 4 g. 2𝑡 2 − 10𝑡 + 12 = 0
d. 9𝑥 = 6𝑥 − 5 2 − 3𝑥 h. 𝑎 + 7 𝑎 − 1 = 20
VWO 4 wis B
Oefenopgave
Los op. Geef exacte antwoorden.
a. 8𝑥 − 4 = 3𝑥 + 7
5𝑥 = 11
11 1
𝑥= =2
5 5
VWO 4 wis B
Oefenopgave
Los op. Geef exacte antwoorden.
b. −12𝑥 + 6 = 3 − 5𝑥
−7𝑥 = −3
3
𝑥=
7
VWO 4 wis B
Oefenopgave
Los op. Geef exacte antwoorden.
c. 15 − 2𝑥 − 6 = 7𝑥 + 4
15 − 2𝑥 + 6 = 7𝑥 + 4
17 = 9𝑥
17 8
𝑥= =1
9 9
VWO 4 wis B
Oefenopgave
Los op. Geef exacte antwoorden.
d. 9𝑥 = 6𝑥 − 5 2 − 3𝑥
9𝑥 = 6𝑥 − 10 + 15𝑥
10 = 12𝑥
5
𝑥=
6
VWO 4 wis B
Oefenopgave
Los op. Geef exacte antwoorden.
e. 𝑥 2 − 𝑥 − 16 = −4
𝑥 2 − 𝑥 − 12 = 0
𝑥−4 𝑥+3 =0
𝑥 = 4 v 𝑥 = −3
VWO 4 wis B
Oefenopgave
Los op. Geef exacte antwoorden.
f. 𝑥 𝑥 − 1 = 4𝑥
𝑥 2 − 𝑥 = 4𝑥
𝑥 2 − 5𝑥 = 0
𝑥 𝑥−5 =0
𝑥=0 v 𝑥=5
VWO 4 wis B
Oefenopgave
Los op. Geef exacte antwoorden.
g. 2𝑡 2 − 10𝑡 + 12 = 0
𝑡 2 − 5𝑡 + 6 = 0
𝑡−2 𝑡−3 =0
𝑡=2 v 𝑡=3
VWO 4 wis B
Oefenopgave
Los op. Geef exacte antwoorden.
h. 𝑎 + 7 𝑎 − 1 = 20
𝑎2 + 6𝑎 − 7 = 20
𝑎2 + 6𝑎 − 27 = 0
𝑎+9 𝑎−3 =0
𝑎 = −9 v 𝑎 = 3
VWO 4 wis B
Oefenopgave
Hoe ging de oefenopgave?
Beoordeel jezelf:
VWO 4 wis B
Zelfstandig werken
Zacht praten
VWO 4 wis B