Professional Documents
Culture Documents
1 2 3 4 5
1x1= 1 1x2= 2 1x3= 3 1x4= 4 1x5= 5
2x1= 2 2x2= 4 2x3= 6 2x4= 8 2x5=10
3x1= 3 3x2= 6 3x3= 9 3x4=12 3x5=15
4x1= 4 4x2= 8 4x3=12 4x4=16 4x5=20
5x1= 5 5x2=10 5x3=15 5x4=20 5x5=25
6x1= 6 6x2=12 6x3=18 6x4=24 6x5=30
7x1= 7 7x2=14 7x3=21 7x4=28 7x5=35
8x1= 8 8x2=16 8x3=24 8x4=32 8x5=40
9x1= 9 9x2=18 9x3=27 9x4=36 9x5=45
10x1=10 10x2=20 10x3=30 10x4=40 10x5=50
6 7 8 9 10
1x6= 6 1x7= 7 1x8= 8 1x9= 9 1x10=10
2x6=12 2x7=14 2x8=16 2x9=18 2x10=20
3x6=18 3x7=21 3x8=24 3x9=27 3x10=30
4x6=24 4x7=28 4x8=32 4x9=36 4x10=40
5x6=30 5x7=35 5x8=40 5x9=45 5x10=50
6x6=36 6x7=42 6x8=48 6x9=54 6x10=60
7x6=42 7x7=49 7x8=56 7x9=63 7x10=70
8x6=48 8x7=56 8x8=64 8x9=72 8x10=80
9x6=54 9x7=63 9x8=72 9x9=81 9x10=90
10x6=60 10x7=70 10x8=80 10x9=90 10x10=100
Som: 5 x 16= 5 x 10 + 5 x 6
10 6
1. 16 kun je splitsen in 10 en 6
2. Je rekent eerst 5 x 10=50 uit
3. Daarna 5 x 6=30
4. De antwoorden tel je bij elkaar op;
50+30=80
Som: 10 x 26
Denk even de nul weg, dan krijg je 1 x 26
Dat is 26.
NIET VERGETEN! De nul die je in het begin hebt
weggelaten er weer achter zetten.
Dus het antwoord wordt: 260
1: 1= 1 2: 2= 1 3: 3= 1 4: 4= 1 5: 5= 1 6:6= 1
2: 1= 2 4: 2= 2 6: 3= 2 8: 4= 2 10:5= 2 12:6= 2
3: 1= 3 6: 2= 3 9: 3= 3 12:4= 3 15:5= 3 18:6= 3
4: 1= 4 8: 2= 4 12:3= 4 16:4= 4 20:5= 4 24:6= 4
5: 1= 5 10:2= 5 15:3= 5 20:4= 5 25:5= 5 30:6= 5
6: 1= 6 12:2= 6 18:3= 6 24:4= 6 30:5= 6 36:6= 6
7: 1= 7 14:2= 7 21:3= 7 28:4= 7 35:5= 7 42:6= 7
8: 1= 8 16:2= 8 24:3= 8 32:4= 8 40:5= 8 48:6= 8
9: 1= 9 18:2= 9 27:3= 9 36:4= 9 45:5= 9 54:6= 9
10:1=10 20:2=10 30:3=10 40:4=10 50:5=10 60:6=10
7: 7= 1 8: 8= 1 9: 9= 1 10:10= 1
14:7= 2 16:8= 2 18:9= 2 20:10= 2
21:7= 3 24:8= 3 27:9= 3 30:10= 3
28:7= 4 32:8= 4 36:9= 4 40:10= 4
35:7= 5 40:8= 5 45:9= 5 50:10= 5
42:7= 6 48:8= 6 54:9= 6 60:10= 6
49:7= 7 56:8= 7 63:9= 7 70:10= 7
56:7= 8 64:8= 8 72:9= 8 80:10= 8
63:7= 9 72:8= 9 81:9= 9 90:10= 9
70:7=10 80:8=10 90:9=10 100:10=10
Als je twee cijfers ziet, dan weet je dat het middag of avond is en
moet je er 12 uur van de ochtend aftrekken.
1. Het eerste cijfer geeft het uur aan, dus het is 1 uur.
2. Na de dubbele punt komen de minuten.
3. Dus 35 minuten na 1 uur.
4. Het is dus vijf over half twee.
70 70 75 80
71 70 76 80
72 70 77 80
73 70 78 80
74 70 79 80
In €1 passen:
100 munten van €0,01
50 munten van €0,02
In €2 passen: In €2 passen:
200 munten van €0,01 2 munten van €1,00
1. Hoe vul je een tabel in? Hiervoor moet je de tafels goed kennen.
2. Let op: je moet boven en onder altijd met hetzelfde getal vermenigvuldigen.
3. 1 kilo appels kost €2
4. Wat kost 3 kilo?
5. Je ziet dat het stapje van 1 naar 3, 3x zoveel is.
6. Als je boven in het tabel x3 doet, dan moet je ook onder x3 doen. Dat wordt
dan 2x3=6
7. Wat kost 6 kilo?
8. Dat is 2x zoveel, dus doe je 3x2=6.
9. En onder is dat 6x2=12.
1. Let op: een getal boven de honderd bestaat uit een honderdtal (H), tiental (T)
en een eenheid (E).
2. Reken uit: 236+315
3. Tel eerst de honderdtallen bij elkaar: 200+300=500 H T E
4. Dan de tientallen: 30+10=40 2 3 6
5. En dan alle eenheden: 6+5=11 3 1 5
6. Je krijgt dan een nieuwe optelsom: 500+40+11=551 5 0 0
4 0
1 1
5 5 1
1. Let op: een getal boven de honderd bestaat uit een honderdtal (H), tiental (T)
en een eenheid (E).
2. Reken uit: 652-433
3. Trek eerst de honderdtallen van elkaar af (600-400)
652
4. Daarna trek je de tientallen van elkaar af (50-30)
433
5. Als laatste trek je de eenheden van elkaar af, dan zie je dat
200
in deze som 1 tekort komt (2-3, kan eigenlijk niet)
6. Je telt dan 200 en 20 bij elkaar; die 1 die tekort is haal 20
-1
je van de 20 af
219