Professional Documents
Culture Documents
EN
VRAAGSTUKKEN
1 Vergelijkingen
2 Vergelijkingen herleiden naar de vorm ax = b
3 Vraagstukken oplossen met een vergelijking
WAT KUN JE AL?
1 Bereken.
_
1 | (104 − 14) · 4 − 1 + 18 2 | 5 2 : (5 · √36 − 5) + 1
‾
= 90 · 4 − 1 + 18 = 5 2 : (5 · 6 − 5) + 1
‾
‾ ‾
= 360 − 1 + 18 = 5 2 : (30 − 5) + 1
= 359 + 18 _2 : 25 + 1
=5
‾
= 377 = 25 : 25 + 1
=1+1
=2
1 | voor a = 1 2 | voor a = − 7
= 3 · 1 − (1 − 3) + 5 = 3 · (− 7) − (− 7 − 3) + 5
= 3 · 1 − (−2) + 5 = 3 · (− 7) − (− 10) + 5
= 3 − (− 2) + 5 = −21 − (−10) + 5
=3+2+5 = − 21 + 10 + 5
= 10 = −6
3 Herleid.
1
1 | 3x + 5 + 4x − 1 2 | 3a + 3b − 5a + _
2b
= 7x + 4 = − 2a + 3,5b
1 | − (2b − 3) 2 | − (− 4f + 4)
= − 2b + 3 = 4f − 4
5 Werk uit.
2(
1 | − 3(3x + 1) 2 | −_
3 − 1 + 3x
)
= − 9x − 3 = _2_ − 2x
3
6 Werk uit.
1 | 5x − (3x + 2) 2 | 1 − 6t + 3(8 − t)
= 5x − 3x − 2 = 1 − 6t + 24 − 3t
= 2x − 2 = 25 − 9t
55
INBREKER
Een insectenhotel is onderverdeeld in aparte ruimtes.
Elke ruimte is speciaal ingericht zodat er verschillende
soorten insecten in komen wonen. In het bovenste
gedeelte met de ronde gaatjes zitten metselbijen.
Het vak met de dennenappels is ideaal voor spinnen.
Anna heeft enkele insectenhotels in de tuin staan.
• Vink aan.
1| 1 000 spinnen en 120 bijen
1 | In totaal zijn er dan 1 120 dieren en dat zijn meer dan 152 koppen.
2 | In totaal zijn er dan 152 dieren. De berekening van de poten: 100 · 8 + 52 · 6 = 1 112 ≠ 1 120
3 | In totaal zijn er dan 152 dieren. De berekening van de poten: 104 · 8 + 48 · 6 = 1 120
4 | In totaal zijn er dan 152 dieren. De berekening van de poten: 48 · 8 + 104 · 6 = 1 008 ≠ 1 120
WAT GA JE LEREN?
✔ Controleren of een getal een oplossing van een vergelijking is.
✔ Vergelijkingen die herleidbaar zijn tot de vorm ax = b oplossen.
✔ De waarde van een grootheid uit een formule berekenen.
✔ Formules omvormen. V
✔ Vraagstukken oplossen met een vergelijking.
ONTDEK
• Noteer bij elke balans de vergelijking.
Kies uit:
x + 500 = 700 3x = 900 150 + x = 300 100 = x + 50
x − 500 = 700 − 3x = 400 8x = 400 2x + 500 = 100
1_
_
250 + x = 400 4 x = 300 250 + x = 400
1| 500 g
3|
100 g 100 g
3x = 900 100 = x + 50
x = 300 x = 50
x = 150 x = 50
1 Vergelijkingen 57
Vergelijking
• Een uitdrukking zoals 2x + 3 = 5x − 9 is een vergelijking met x als onbekende.
vergelijking
(LL) linkerlid
2x + 3 = 5x − 9
rechterlid (RL)
onbekende gelijkheidsteken
Voorbeeld
2 | 3x + 0,5 = 50 − 39x
x+3=5
x+3−3=5−3
x=2
Voorbeeld
1 | t − 12 = 24 2 | − 15 = p − 11
t = 24 + 12 − 15 + 11 = p
t = 36 −4 = p
5x = 20
5x : 5 = 20 : 5
x=4
1 Vergelijkingen 59
• Je kunt de vergelijking x : 3 = 12 ook oplossen met de balansmethode.
x : 3 = 12
x : 3 · 3 = 12 · 3
x = 36
x _ 1
x : 3 kun je ook schrijven als _
3 of 3 x.
1
_
3 x = 12
1
_
3 x · 3 = 12 · 3
x = 36
Voorbeeld
36 : 4 = p x = _1_ : _5_
2 4
x = _2_
5
ONDERZOEK
1 Controleer of het getal 15 een oplossing van de vergelijking is.
1 | 45 + 3x = 0
LL: 45 + 3 · 15 RL: 0
≠
= 90
LL: 2 · 15 − 45 RL: 30 − 3 · 15
=
= − 15 = − 15
g = _3_ : 3 101 + 8 = x
2
g = _3_ · __
1 109 = x
2 3
g = _1_
2
5 1
4 _
2| _
8 t = 25 4| q−_
5=2
t = 25 : _5_ 4
q = _1_ + __
8 2 5
t = 25 · _8_ 5 + ___
q = ___ 8
5 10 10
t = 40 13
q = ___
10
Heb je fouten bij deze oefeningen, begin dan het best bij de oefeningen van de driehoek.
Heb je geen fouten bij deze oefeningen, begin dan bij de oefeningen van de vierhoek.
OEFEN
1 Controleer of het getal een oplossing van de vergelijking is.
• Vervang in elk lid de onbekende door het getal.
• Werk beide leden uit.
• Krijg je een gelijkheid, dan is het getal een oplossing van de vergelijking.
1 | Getal: 4 Vergelijking: − 3x + 7 = x − 9
LL: − 3 · 4 +7 RL: 4 −9
=
= −5 = −5
1 Vergelijkingen 61
2 | Getal: -4 Vergelijking: 24 + 3t = − 2t + 1
3 | Getal: 5 Vergelijking: 45 − 2x = 7x
LL: 45 − 2 · 5 RL: 7· 5
=
= 35 = 35
1 5
4 | Getal: −1 Vergelijking: _ _
4 x + 13 = 4 x + 14
1 ( ) 5 ( )
LL: _
4 · −1 + 13 RL: _
4 · −1 + 14
=
= ___
51 51
= ___
4 4
1 5
− 1 is een oplossing van de vergelijking _ _
4 x + 13 = 4 x + 14.
1| b + 10 = 14 3| 147 = 7t
b + 10 − 10 = 14 − 10 147 : 7 = 7t : 7
b=4 21 = t
2| _8_ x = 64 4| − 27 = y − 14
9
_8_ x
9 : _8_ = 64 : _8_ − 27 + 14 = y − 14 + 14
9 9
x = 64 · _9_ − 13 = y
8
x = 72
✔ 2(3x + 4) = x + 38 ✔ 6x − 36 = 5x − 30
= 44 = 44 =0 =0
✔ − 2x + 3(_
3 x + 1) = − 3
1 1(
_
2 3x + 5) = 5x − 1
LL: − 2 · 6 + 3(_ )
1 · 6 + 1 RL: − 3 1 (3 · 6 + 5)
LL: _ RL: 5 · 6 − 1
3 2
= −3 = 11,5 = 29
1 | 99 + k = − 110 4 | 0,4 = z + 11
k = − 110 − 99 0,4 − 11 = z
k = − 209 − 10,6 = z
1
2 | − 0,7 = − 28y 5 | _8_ h = 0,4
c = _1_ : (− 8) b = − 8 − 0,25
4
1 Vergelijkingen 63
3
7 | 9x = − _
5 9 | x − 15 = 7
x = − _3_ : 9 x = 7 + 15
5
x = − _3_ · _1_ x = 22
5 9
1
x = − ___
15
1 1
8 | 10k = _
4 10 | 0,25 + x = _
4
2 | Noteer met een formule het verband tussen het nummer n en het aantal knikkers k.
k = 5n
255 = 5n
255 : 5 = n
51 = n
1 | 2x + (− 1) = x + 4 2 | − 3x + 21 = 1 + x 3 | 2,4x + 3 = 3x
2·5+g=5+4 −3 · 5 + g = 1 + 5 2,4 · 5 + g = 3 · 5
10 + g = 9 − 15 + g = 6 12 + g = 15
g = 9 − 10 g = 6 + 15 g = 15 − 12
g = −1 g = 21 g=3
1 Vergelijkingen 65
2 VERGELIJKINGEN HERLEIDEN NAAR DE VORM
ax = b
ONTDEK
1 | Bij deze balans hoort de vergelijking 2x + 3 = 9.
x=3
6x = 2x + 8
x=2
4x + 2 = 2x + 6
x=2
6x − 10 = 4x + 6
6x − 10 − 4x + 10 = 4x + 6 − 4x + 10 Om de term met de onbekende x weg te krijgen uit
het rechterlid, verminder je beide leden met 4x.
Om de term −10 weg te krijgen uit het linkerlid,
vermeerder je beide leden met 10.
6x − 4x = 6 + 10
2x = 16 De vergelijking 2x = 16 is van de vorm ax = b.
x = 16 : 2
x=8
Controle:
LL: 6 · 8 − 10 RL: 4·8+6
=
= 38 = 38
Controle:
LL: 5 · [2 · (− 6)− 4] RL: 15 · (− 6)+ 10
=
= − 80 = − 80
4 Bereken x.
x = 8 : (− 2)
x = −4
5 Controleer je oplossing. LL: 3 · [ 2 · (− 4)+ 1]= − 21 RL: 11 + 8· (− 4) = − 21
3p + 4p − 10 = 5p + 2 4x + 4 + 2 = 6x − 8
3p + 4p − 5p = 2 + 10 4x − 6x = − 8 − 4 − 2
2p = 12 − 2x = − 14
p = 12 : 2 x = − 14 : (− 2)
p=6 x=7
RL: 5 · 6 + 2 = 32 RL: 6 · 7 − 8 = 34
ONTDEK
Elke stof heeft een eigen massadichtheid, uitgedrukt in g/cm³. Zo heeft
1 cm3
ijzer een massadichtheid van 8 g/cm³. Dat wil zeggen dat elke cm³ ijzer
juist acht gram weegt.
De formule m = 8V geeft het verband tussen de massa en het volume van
8g
een ijzeren voorwerp.
120 g 72 g 160 g
1 | 120 = 8 · V 2 | 72 = 8 · V 3 | 160 = 8 · V
120 : 8 = V 72 : 8 = V 160 : 8 = V
15 = V 9=V 20 = V
tijd t (s) 1 2 3 4 5
Bij voetballer Cristiano Ronaldo is er ooit tijdens een match een topsnelheid van 9,5 m/s
gemeten.
Na hoeveel seconden haalt Loïc een snelheid van 9,5 m/s?
• Om de tijd t te berekenen, kun je de snelheid v invullen en de vergelijking oplossen.
v = 2,3 + 0,6t
9,5 = 2,3 + 0,6t
9,5 − 2,3 = 0,6t
7,2 = 0,6t
7,2 : 0,6 = t
12 = t
2,3 + 0,6t = v ▶ wissel beide leden van plaats zodat 2,3 + 0,6t in het linkerlid staat
• Om een formule om te vormen, gebruik je dezelfde techniek als bij het oplossen van een
vergelijking.
basis 15 cm is.
• Los op met een vergelijking.
a
27 = 2a + 15
b
27 − 15 = 2a
12 = 2a
12 : 2 = a
6=a
2a + b = p
2a = p − b
a = (p − b) : 2
a = (30 − 15) : 2
= 15 : 2
= 7,5
1 | 4x + 11 = 35 2 | − 3x − 58 = 92
4x = 35 − 11 − 3x = 92 + 58
4x = 24 − 3x = 150
x = 24 : 4 x = 150 : (− 3)
x=6 x = − 50
RL: 35 RL: 92
1 | 5x = − 11x + 64 2 | − 4x = − 7x + 27
5x + 11x = 64 − 4x + 7x = 27
16x = 64 3x = 27
x = 64 : 16 x = 27 : 3
x=4 x=9
LL: 5 · 4 = 20 LL: − 4 · 9 = − 36
RL: − 11 · 4 + 64 = 20 RL: − 7 · 9 + 27 = − 36
1 | 2x + 29 = − 5x + 1 2 | − 4x − x − 7 = − 7x + 4
2x + 5x = 1 − 29 − 4x − x + 7x = 4 + 7
7x = − 28 2x = 11
x = − 28 : 7 x = 11 : 2
x = −4 x = 5,5
= 21 = 21 = − 34,5 = − 34,5
4 De formule voor de oppervlakte van een balk met een vierkant als
grondvlak is A = 2 z 2 + 4zh.
• Bereken de hoogte als de zijde 4 cm en de oppervlakte 152 cm² is.
• Los op met een vergelijking. h
152 = 2 · 4 2 + 4 · 4h z
152 = 2 · 16 + 4 · 4h
152 = 32 + 16h
152 − 32 = 16h
120 = 16h
120 : 16 = h
7,5 = h
Heb je fouten bij deze oefeningen, begin dan het best bij de oefeningen van de driehoek.
16k + 4 = 15 − 6k 5 − 2x − 1 = 8x − 14
16k + 6k = 15 − 4 − 2x − 8x = − 14 − 5 + 1
22k = 11 − 10x = − 18
k = 11 : 22 x = − 18 : (− 10)
k = 0,5 x = 1,8
LL: 4(4 · 0,5 + 1) RL: 2(7,5 − 3 · 0,5) LL: 5 − (2 · 1,8 + 1) RL: − 2(− 4 · 1,8 + 7)
= 12 = 12 = 0,4 = 0,4
z=2+r−h
2 | naar de spanning U
(stroomsterkte = weerstand )
U spanning
I=_
R
_
_U_ = I
R
U=I·R
Heb je fouten bij deze oefeningen, begin dan het best bij de oefeningen van de vierhoek.
Heb je geen fouten bij deze oefeningen, begin dan bij de oefeningen van de zeshoek.
2 | − 2x + 11 = − 3 3 | 10x − 10 = 20
− 2x = − 3 − 11 10x = 20 + 10
− 2x = − 14 10x = 30
x = − 14 : (− 2) x = 30 : 10
x=7 x=3
2 | − 3x = 7x + 21 3 | 9x = 42 + 2x
− 3x − 7x = 21 9x − 2x = 42
− 10x = 21 7x = 42
x = 21 : (− 10) x = 42 : 7
x = − 2,1 x=6
2 | 5 + 2x = − 14x + 1 3 | 7x − 2x − 18 = 84 − x
2x + 14x = 1 − 5 7x − 2x + x = 84 + 18
16x = − 4 6x = 102
x = − 4 : 16 x = 102 : 6
x = − _1_ x = 17
4
240 : 48 = h
5=h
De balk is 5 cm hoog.
72 = 3 · b · 6
72 = 18b
72 : 18 = b
4=b
De balk is 4 cm breed.
Heb je nog fouten bij , dan kun je ‘Vergelijkingen herleiden naar de vorm ax = b 1’ maken op Scoodle.
2x + 2 = − 6x + 18 − 12 − 4x = 12x + 4
2x + 6x = 18 − 2 − 4x − 12x = 4 + 12
8x = 16 − 16x = 16
x = 16 : 8 x = 16 : (− 16)
x=2 x = −1
2x − 3 = 6x − 4 3x + 2 = − 16 − 6x
2x − 6x = − 4 + 3 3x + 6x = − 16 − 2
− 4x = − 1 9x = − 18
x = − 1 : (− 4) x = − 18 : 9
x = 0,25 x = −2
2 | de formule voor de omtrek van een 3 | de formule voor het aantal graden
rechthoek p = 2 · (l + b) naar de lengte l Fahrenheit t F = 1,8 t C + 32 naar de
temperatuur in graden Celsius
p = 2 · (l + b)
tF = 1,8tC + 32
2 · (l + b) = p
1,8tC + 32 = tF
2l + 2b = p
1,8tC = tF − 32
2l = p − 2b
tC = (tF − 32) : 1,8
l = (p − 2b) : 2
Heb je nog fouten bij , dan kun je ‘Vergelijkingen herleiden naar de vorm ax = b 2’ maken op Scoodle.
1
1 | 3t + 4 = 5t − 10 6 | _5_ (4x + 25) = 2x − 1
3t − 5t = − 10 − 4 0,8x + 5 = 2x − 1
− 2t = − 14 0,8x − 2x = − 1 − 5
t = − 14 : (− 2) − 1,2x = − 6
t=7 x = − 6 : (− 1,2)
LL: 3 · 7 + 4 = 25 x=5
RL: 2 · 5 − 1 = 9
18x − 3 = 12 + 3x 4s − 2s + 1 = 15s − 4
18x − 3x = 12 + 3 4s − 2s − 15s = − 4 − 1
15x = 15 − 13s = − 5
x = 15 : 15 s = − 5 : (− 13)
x=1 5
s = ___
13
13 ( 13 ) 13
LL: 3(6 · 1 − 1) = 15 LL: 4 · ___ 5 − 1 = ___
5 − 2 · ___ 23
x = −1 11
x = 22 : ___
4
x = − 169 : 13 x = 8 : 16
x = − 13 x = _1_
2
5 | 4 − 2(v − 6) = 12 10 | 14 − 4k = 24 + 2k − 10
4 − 2v + 12 = 12 − 4k − 2k = 24 − 10 − 14
− 2v = 12 − 4 − 12 − 6k = 0
− 2v = − 4 k = 0 : (− 6)
v = − 4 : (− 2) k=0
v=2 LL: 14 − 4 · 0 = 14
nummer ruit 1 2 3
oppervlakte A (cm²) 12 21 30
diagonaal d 2 (cm) 4 7 10
12 = 3 · d 2 21 = 3 · d 2 30 = 3 · d 2
12 : 3 = d 2 21 : 3 = d 2 30 : 3 = d 2
4 = d2 7 = d2 10 = d 2
Heb je nog fouten bij , dan kun je ‘Vergelijkingen herleiden naar de vorm ax = b 3’ maken op Scoodle.
V 9 Vier piramides hebben een verschillend volume en als grondvlak een vierkant
met zijde 5 cm.
• Vorm de formule Vpiramide = _31 · Ag · h om naar h.
V = _1_ · Ag · h
3
_1_ · A · h = V
3 g
Ag · h = V · 3
h = V · 3 : Ag
nummer piramide 1 2 3 4
30
hoogte (cm)
25
20
15
10
0 5 10 15 20 25 30
tijd (uur)
h = 24 − 1,25t
0 = 24 − 1,25t
0 − 24 = − 1,25t
− 24 = − 1,25t
− 24 : (− 1,25) = t
19,2 = t
3 x − ___
___ 8 x − ___
30 x = − ___
54 − ___
3 − ___
28
12 12 12 12 12 12
− 35 x = ____
____ − 85
12 12
12 ( 12 )
− 85 : ____
x = ____ − 35
85 · ___
x = ___ 12
12 35
17
x = ___
7
17 + 1
___ 17 − 7
2 · ___
LL: 7
______ − 7
_________ 11
= ___
4 3 7
17 − 9
5 · ___
RL: 7
_________ 11
= ___
2 7
−x + 1 _
x−1 _ 1 7x − 8
3x + 1 _
2| 1−_2 = 2 + 2x 3 | 4x + _ 2 = 4
x=2 x = − _2_
3
3(− _
3)
2 +1
2−1=_
LL: 1 − _ 1 LL: 4 · (− ) +
2
_ _ 19
= −_
2 2 3 2 6
7 · (− _
3)
2 −8
−2 + 1 + _
RL: _ 1·2=_
1 RL: ___________ 19
= −_
2 2 2 4 6
28
x = − ___
15
15 ) [ ( 15 ) + 4 ] + 15 = 60
LL: 4 · (− _
28 − − 3 · − _
28 1
_ 101
_
4 [ 3 ( 15 ) ] 60
−3 _
RL: _ 28 − 1 = _
2 · −_ 101
V 12 Aan de kust kun je een gocart huren. De grafiek geeft het verband weer tussen
de huurprijs p in functie van de huurtijd t.
huurprijs (euro)
70
60
50
40
30
20
10
0 1 2 3 4 5 6
huurtijd (uur)
tijd t (uur) 0 1 2 3 4
prijs p (euro) 10 25 40 55 70
p = 15t + 10
15t + 10 = p
15t = p − 10
t = (p − 10) : 15
• Teken de grafiek die het verband weergeeft tussen de huurtijd t in uren in functie van de
huurprijs p in euro.
prijs p (euro) 10 25 40 55 70
tijd t (uur) 0 1 2 3 4
5
huurtijd (uur)
0 10 20 30 40 50 60 70
huurprijs (euro)
10,4 m/s
20 m/s 13 m/s
De drone heeft 29,5 seconden nodig om een snelheid van 20 m/s te halen,
x² = 27 : 3 x² = 100 : 4
x² = 9 x² = 25
x = 3 of x = − 3 x = 5 of x = − 5
15 Kristof heeft een vergelijking opgelost. Bij de controle blijkt dat hij een fout gemaakt heeft.
• Duid de fout aan.
• Los de vergelijking op.
3(5x + 1 ) − 3x = x − 3x + 11
15x + 3 − 3x = x − 3x + 11 15x + 3 − 3x = x − 3x + 11
15x − 3x − x − 3x = 11 − 3 15x − 3x − x + 3x = 11 − 3
8x = 8 14x = 8
x=1 8
x = ___
14
= 15 LL: 3(5 · _ 4
4 + 1) − 3 · _
7 7
RL: 1 − 3 · 1 + 11 69
=_
7
=9 4−3·_
RL: _ 4 + 11
7 7
69
=_
7
Wil je meer uitdaging, dan kun je ‘Vergelijkingen herleiden naar de vorm ax = b 4’ maken op Scoodle.
ONTDEK
1 Een jeugdbeweging heeft extra geld nodig om op kamp te gaan. Ze organiseert een
klusjesdienst voor de inwoners van de gemeente. Als je je auto laat wassen, betaal je 12 euro.
Voor karweien in de tuin betaal je 8 euro per uur.
Kamiel werkt bij een gezin in de tuin en wast er één auto. Hij verdient 60 euro.
• Hoelang werkt Kamiel in de tuin?
60 − 12 = 48
48 : 8 = 6
Je kunt dit vraagstuk ook oplossen met de vergelijking 12 + 8t = 60, waarbij t het aantal uren
klussen in de tuin voorstelt.
• Los de vergelijking op.
12 + 8t = 60
8t = 60 − 12
8t = 48
t = 48 : 8
t=6
x + x + 3x = 164 − 24
5x = 140
x = 140 : 5
x = 28
Axel: 28
Kalani: 28 + 24 = 52
Donia: 3 · 28 = 84
mogelijkheid 2: mogelijkheid 3:
x
= bedrag Kalani x
= bedrag Donia
bedrag van Kalani x
x : 3 + 24
2
• Vergelijking oplossen: _
3 x = 362
2
x = 362 : __
3
x = 543 C
Wanneer je een vijfde van een getal vermeerdert met twee, krijg je zeven.
Over welk getal gaat het?
g = 5 : _1_
5
g=5·5
C
g = 25
C
• Antwoord: Het getal is 25.
Ilias heeft 17 euro meer dan Sigi. Samen hebben ze 60 euro. Hoeveel heeft elk van hen?
• Keuze onbekende: bedrag Sigi = x
bedrag Ilias = x + 17
• Vergelijking: x + x + 17 = 60 C
• Vergelijking oplossen: x + x = 60 − 17
2x = 43
x = 43 : 2
x = 21,5 C
Tip! Het is handig als je voor de onbekende x de kleinste of minste waarde kiest. Zo vermijd je
te veel breuken en aftrekkingen.
YuYuYin, Kai-Mook en Qiyo zijn olifanten uit de olifantenkudde van dierenpark Planckendael.
YuYuYin is 10 keer zo oud als Qiyo en Kai-Mook is 28 jaar jonger dan haar pleegmoeder YuYuYin.
Samen zijn ze 56 jaar oud. Hoe oud is elke olifant?
21x = 84
x = 84 : 21
x=4
C
ONDERZOEK
1 Noteer de uitspraken in symbolen, waarbij x het onbekende getal voorstelt.
x = 44 : _1_
4
x = 44 · 4
C
x = 176
C
• Antwoord: Harriet is 176 jaar oud geworden.
Heb je fouten bij deze oefeningen, begin dan het best bij de oefeningen van de driehoek.
3 De haven van Antwerpen verhandelde vorig jaar 29 miljoen ton minder dan het tweevoud van
de haven van New York. De haven van Rotterdam verhandelde 12 miljoen ton minder dan het
viervoud van de haven van New York. Samen verhandelden ze 757 miljoen ton.
Hoeveel miljoen ton verhandelde elk van de drie havens vorig jaar?
7x = 798
x = 798 : 7
C
x = 114
Heb je fouten bij deze oefening, begin dan het best bij de oefeningen van de vierhoek.
Heb je geen fouten bij deze oefening, begin dan bij de oefeningen van de zeshoek.
OEFEN
1 Vul de tabel aan.
de som van het het dubbele van een vierde van het getal,
het getal
getal en 4 het getal vermeerderd met 1
4 | een derde van het verschil van een getal en 10 _1_ (x − 10)
3
2 | Als je moeder de inhoud van je spaarpot verdubbelt en je vader steekt er 5 euro bij, dan heb
je 30 euro.
2x + 5 = 30
2
3 | De breuk _
5 is gelijk aan de helft van het getal, vermeerderd met 4.
• Vergelijking: _1_ x + 11 = 13
5
x = 2 : _1_
5
x=2·5
C
x = 10
C
• Antwoord: Jommeke is 10 jaar.
Heb je nog fouten bij , dan kun je ‘Vraagstukken oplossen met een vergelijking 1’ maken op Scoodle.
leeftijd Boas = x + 12
tweede getal = 20 − x
leeftijd Marcel = x + 25
tweede getal = x + 1
1 | Nea heeft een kooi met 64 distelvinken en appelvinken. Er zijn 3 keer zoveel appelvinken als
distelvinken. Hoeveel vinken van elke soort heeft Nea?
aantal appelvinken = 3x OF 64 − x
• Vergelijking: x + 3x = 64 OF 3x = 64 − x
2 | Op een bus zitten 72 mensen. Er zitten vijf keer zoveel vrouwen als mannen op de bus.
Hoeveel mannen zitten er op de bus?
aantal vrouwen = 5x OF 72 − x
• Vergelijking: x + 5x = 72 OF 72 − x = 5x
3 | De omtrek van een rechthoek is 32 cm. De breedte is de helft van de lengte. Hoe lang zijn de
lengte en breedte?
lengte = 2b OF 16 − b
Heb je nog fouten bij , dan kun je ‘Vraagstukken oplossen met een vergelijking 2’ maken op Scoodle.
2 | Fien koopt een boek van 20,99 euro, twee dezelfde schriften en een balpen van 2,99 euro.
Ze moet 30,96 euro betalen.
Hoeveel kost één schrift?
2x = 6,98
x = 6,98 : 2
C
x = 3,49
• Vergelijking oplossen: − 4x = 16 − 50
− 4x = − 34
x = − 34 : (− 4)
C
x = 8,5
4 | Een rechthoek heeft een breedte van 12 cm en een omtrek van 84 cm.
Wat is de lengte van de rechthoek?
• Vergelijking oplossen: 24 + 2x = 84
2x = 84 − 24
2x = 60
x = 60 : 2
C
x = 30
1 | Janina is 5 jaar jonger dan haar broer Marcin. Samen zijn ze 31 jaar.
Hoe oud zijn Janina en Marcin?
leeftijd Janina = x − 5
• Vergelijking: x + x − 5 = 31
C
• Vergelijking oplossen: x + x = 31 + 5
2x = 36
x = 36 : 2
C
x = 18
C
• Antwoord: Janina is 13 jaar en Marcin is 18 jaar.
2 | In de drankautomaat op school zitten 69 flesjes water. Er zijn dubbel zoveel flesjes gewoon
water als flesjes water met een fruitsmaak.
Hoeveel flesjes gewoon water en hoeveel met een fruitsmaak zitten er in de drankautomaat?
x = 69 : 3
C
x = 23
3 | Het hoogste gebouw ter wereld, de Burj Khalifa, is 72 m minder hoog dan het zesvoud van de
hoogte van het hoogste gebouw van België, de Zuidertoren. Samen zijn ze 978 m hoog.
Hoe hoog zijn beide gebouwen?
7x = 1 050
x = 1 050 : 7
C
x = 150
13x = 1 040
x = 1 040 : 13
C
x = 80
1 | Ludwig koopt 37 sandwiches en pistolets. Eén sandwich kost 0,65 euro en één pistolet kost
0,75 euro. Hij betaalt 26,15 euro.
• Keuze onbekende
Vul de tabel aan.
aantal sandwiches 12 5 21 x
aantal pistolets 37 – 12 = 25 37 – 5 = 32 37 – 21 = 16 37 − x
totaal 37 37 37 37
totaal 37 26,15
2 | De familie Deveuster gaat met 11 personen naar het theater en betaalt aan de kassa
124 euro. Een volwassene betaalt 14 euro en een kind 8 euro.
Met hoeveel volwassenen en kinderen gaat de familie naar het theater?
aantal kinderen = 11 − x
• Vergelijking
Vul de tabel aan.
volwassenen x 14 14x
kinderen 11 − x 8 8(11 − x)
totaal 11 124
14x − 8x = 124 − 88
6x = 36
x = 36 : 6
C
x=6
C
• Antwoord: De familie gaat met 6 volwassenen en 5 kinderen
3 | Op de parking van een school staan 37 auto’s en fietsen. De leerlingen tellen 98 wielen.
Hoeveel auto’s en fietsen staan er op de parking?
aantal fietsen = 37 − x
• Vergelijking
Vul de tabel aan.
fiets 37 − x 2 2(37 − x)
totaal 37 98
4x − 2x = 98 − 74
2x = 24
x = 24 : 2
C
x = 12
4 | Op een manege zijn er in totaal 104 amazones en paarden. Er lopen 338 benen rond.
Hoeveel amazones en paarden zijn er?
• Vergelijking
Vul de tabel aan.
− 2x = 338 − 416
− 2x = − 78
x = − 78 : (− 2)
C
x = 39
Heb je nog fouten bij , dan kun je ‘Vraagstukken oplossen met een vergelijking 3’ maken op Scoodle.
• Vergelijking
Vul de tabel aan.
moeke 80 80 − x
dochter 59 59 − x
Stel op basis van de laatste kolom de vergelijking op als je weet dat moeke op dat
moment dubbel zo oud is als haar dochter.
C
80 − x = 2(59 − x)
− x + 2x = 118 − 80
C
x = 38
• Antwoord: 38 jaar geleden was moeke dubbel zo oud als haar dochter.
C
• Vergelijking:
leeftijd over
leeftijd nu
x jaar
Birthe 14 14 + x
zus 14 14 + x
broer 8 8+x
C
14 + x + 14 + x + 8 + x = 66
• Vergelijking oplossen: x + x + x = 66 − 14 − 14 − 8
3x = 30
x = 30 : 3
C
x = 10
en Tyric 24.
3 | In Australia Zoo in Beerwah zitten 135 struisvogels en kangoeroes. De bewaker telt in totaal
356 poten.
Hoeveel struisvogels en hoeveel kangoeroes zijn er?
C
• Antwoord: Er zijn 92 struisvogels en 43 kangoeroes.
4 | Roger wil een bedrag onder zijn kleinkinderen verdelen. Geeft hij aan elk kleinkind 5 euro,
dan heeft hij 2 euro over. Geeft hij aan elk kleinkind 6 euro, dan heeft hij 1 euro te kort.
Hoeveel kleinkinderen zijn er?
C
• Antwoord: Er zijn 3 kleinkinderen.
14 De leerlingenraad organiseert een fuif op school. Voor het draaien van muziek moet er
een dj ingehuurd worden. De raad contacteert twee dj’s.
De eerste dj rekent 25 euro per uur en een vaste vergoeding van 76 euro aan.
De tweede dj rekent 19 euro per uur en een vaste vergoeding van 100 euro aan.
Na hoeveel uur muziek zou de leerlingenraad aan beide dj’s evenveel moeten betalen?
aantal
1 2 3 4 5 6
uren
• Na hoeveel uur muziek zou de leerlingenraad aan beide dj’s evenveel moeten betalen?
na 4 uur
220
dj 1
200 dj 2
180
160
140
120
100
80
60
40
20
0 1 2 3 4 5 6
tijd (uur)
• Duid aan waar je het aantal uren terugvindt waarbij je aan beide dj’s evenveel zou
betalen.
6x = 24
x = 24 : 6
C
x=4
C
Antwoord: Bij vier uur is de prijs gelijk.
x
4
x–1
2x + 1
Vergelijking oplossen: 6x = 18
x = 18 : 6
C
x=3
breedte: 3 − 1 = 2
A=2·7
= 14
C
Antwoord: De rechthoek heeft een oppervlakte van 14 cm².
Wil je meer uitdaging, dan kun je ‘Vraagstukken oplossen met een vergelijking 4’ maken op Scoodle.
• onderdelen • oplossing
vergelijking 4 is een oplossing van 2x + 3 = 5x − 9
(LL) linkerlid
want:
LL: 4 ∙ 2 + 3 RL: 5 ∙ 4 − 9
2x + 3 = 5x − 9 = 11 = = 11
rechterlid (RL)
onbekende
gelijkheidsteken
VERGELIJKINGEN EN VRAAGSTUKKEN
VRAAGSTUKKEN
WAT HEB JE GELEERD?
1 Controleer of 7 een oplossing van de vergelijking is.
1 | 2x − 14 = 0
LL: 2 · 7 − 14 RL: 0
=
=0
2 | 3x + 31 = 4(2x − 1)
1
3 | 26 = _
7 s + 19
LL: 26 1 · 7 + 19
RL: _
7
≠
= 20
4 | p + 6p = 42
LL: 7 + 6 · 7 RL: 42
≠
= 49
113
2 Los de vergelijkingen op.
1 | 18x − 3 = − 33 + 3x 3 | 3x + 5 = 2x − 3
18x − 3x = − 33 + 3 3x − 2x = −3 − 5
15x = − 30 x = −8
LL: 18 · (− 2) − 3 = − 39
RL: − 33 + 3 · (− 2) = − 39
2 | 6 − 2(x − 7) = 13 4 | x + 10 + 3x = −2(10x − 1)
6 − 2x + 14 = 13 x + 10 + 3x = −20x + 2
− 2x = 13 − 6 − 14 x + 3x + 20x = 2 − 10
− 2x = − 7 24x = −8
x = − 7 : (− 2) x = −8 : 24
x = 3,5 x = − _1_
3
120 = 24 · h
120 : 24 = h
5=h
De cilinder is 5 cm hoog.
2(l + b) = p
2l + 2b = p
2b = p − 2l
b = (p − 2l) : 2
Formules omvormen. V
115
5 Los op met een vergelijking.
1 | Bij een taxibedrijf betaal je 12 euro vaste instapkosten en een prijs per kilometer. Voor een
taxirit van 28 km betaal je 66,60 euro.
Wat is de prijs per kilometer?
28x = 54,6
x = 54,6 : 28
C
x = 1,95
C
• Antwoord: Je betaalt 1,95 euro per kilometer.
1
2 | De oppervlakte van Zimbabwe is 38 743 km² minder dan _ 4 van de oppervlakte van Alaska.
De totale oppervlakte van Alaska en Zimbabwe is 2 108 757 km².
Hoe groot is de oppervlakte van beide plaatsen?
1
oppervlakte Zimbabwe = _
4 x − 38 743
C
• Vergelijking: 1 x − 38 743 = 2 108 757
x+_
4
Heb je nog fouten gemaakt? Op Scoodle vind je extra oefeningen bij deze module.
spinnen x 8 8x
C
• Vergelijking: 8x + 6(152 − x) = 1 120
8x − 6x = 1 120 − 912
2x = 208
x = 208 : 2
C
x = 104
117
HERHALING
1 Controleer of het getal − 2 een oplossing van de vergelijking is.
1 | 4x + 8 = 0
2 | 2(x + 1)= 3x
1 | Het drievoud van de som van mijn leeftijd en die van mijn tweelingbroer is 78 jaar.
Hoe oud ben ik?
Antwoord: Ik ben 13 jaar oud.
2 | De som van een getal en het dubbele van dat getal is 27.
Wat is het getal?
Antwoord: Het getal is 9.
b·h
Tip! Adriehoek
= _
2 Aparallellogram = b · h pgelijkbenige driehoek= basis + 2 · been pcirkel = 2rπ
2 | Aparallellogram
= b · h naar h
3 | pgelijkbenige
driehoek
= a + 2 · b naar het been b
4 | pcirkel
= 2rπ naar r
1 | 2(2x − 1 ) + 1 = 4
3 | 3 − (4g − 1)+ 8 = 2g
4 | 14 + 2s = 2 − 2(3s − 1)
1 | Twee getallen waarvan het ene dubbel zo groot is als het andere.
De som van de twee getallen is 39.
Wat zijn de getallen?
2 | Twee getallen waarvan de som 35 is.
Het ene getal is 2 meer dan het andere getal.
Wat zijn de getallen?
3 | Arthur is 4 jaar ouder dan Emma.
Samen zijn ze 36 jaar.
Hoe oud zijn Arthur en Emma?
4 | Op een sportkamp zijn er 10 jongens minder dan meisjes.
Op het sportkamp zijn er 146 jongens en meisjes.
Hoeveel jongens en hoeveel meisjes zijn er?
5 | Gabriël heeft dit seizoen 5 goals meer gemaakt dan Noa en Lucas heeft 2 keer zoveel goals
gemaakt als Noa.
De jongens hebben samen 45 goals gemaakt.
Hoeveel goals heeft elke jongen gemaakt?
6 | Een breuk waarvan de teller 4 meer is dan de noemer.
De teller is het drievoud van de noemer.
Wat is de teller en wat is de noemer van de breuk?
119
8 Los de vraagstukken op met een vergelijking.
balken
piramides
totaal
2 | Er kopen 3 564 mensen een toegangsticket voor een veldrit. Voor een toegangsticket betalen
volwassen 15 euro en kinderen 5 euro. De opbrengst van de toegangstickets is 40 410 euro.
Hoeveel volwassenen en hoeveel kinderen hebben een ticket gekocht?
aantal inkomsten
volwassenen
kinderen
totaal