Professional Documents
Culture Documents
Kennisclip 1
II. Formeel belastingrecht -> doel: waarborg dat belastingbedragen die uit materiele wetten
voortvloeien, geheven en betaald (geïnd -> invordering) worden.
Materieel recht: Wetten die grondslag bieden voor belastingheffing (Wet LB 1964/Wet IB 2001)
Formeel recht: Wetten die zien op procedures, boetes etc. (AWR/IW)
III. Awb is van toepassing tenzij de AWR (Lex specialis) een specifiekere toepassing geeft.
Belastingrecht = bestuursrecht -> relatie burger-overheid (bestuur). In casu: belastingplichtige-
bestuursorgaan (inspecteur)
Verkeer burger en bestuursorgaan -> hoofdstuk 2 Awb.
Centraal in Awb:
- Besluit, beschikking, aanvraag (art. 1:3 Awb/hoofdstuk 3 en 4 Awb)
- Handhaving (hoofdstuk 5 Awb)
- Algemene bepalingen bezwaar en beroep (hoofdstuk 6 Awb)
- Bijzondere bepalingen bezwaar (hoofdstuk 7 Awb)
- Bijzondere bepalingen procederen bij bestuursrechter (hoofdstuk 8 Awb).
Centraal in AWR:
- Aangifte (hoofdstuk 2 AWR)
- Aanslag (hoofdstuk 3 AWR)
- Voldoeningen afdracht op aangifte (hoofdstuk 4 AWR)
- Bezwaar en beroep (hoofdstuk 5 AWR)
- Bestuurlijke boeten (hoofdstuk 8a AWR)
- Fiscaal strafrecht (hoofdstuk 9 AWR)
AWR – heffen van belasting -> vaststelling omvang belastingschuld -> inspecteur
IW 1990 – Invordering -> betaling en inningbelastingschuld -> ontvanger
IV. Vertegenwoordiging
Art. 2:1 Awb -> de belastingplichtige mag gebruik maken van bijstand of een vertegenwoordiging
(belastingadviseur). Bij vertegenwoordiging heb je een machtiging nodig. Dit leerstuk gaat over art.
41-46 AWR.
Bestuurlijk boeten:
1. Verzuimboete (art. 67a-67cb AWR/hoofdstuk 2 BBBB); of
2. Vergrijpboete (art. 67cc-67f AWR/hoofdstuk 3 BBBB)
VII. Invordering
Na heffing volgt inning belastingschuld. Ontvanger is bevoegd.
Aspecten invordering:
- Uitreiking aanslagbiljet aan belastingschuldige (art. 8 IW 1990)
- Betaling en betalingstermijn (art. 9 IW 1990)
- Versnelde invordering (art. 10 IW 1990)
- Dwanginvordering (afdeling 4.4.4 Awb en art. 11-20 IW 1990)
- Voorrecht en bodemrecht van de fiscus (art. 21 en 22 IW 1990)
- Kwijtschelding (art. 26 IW 1990)
- Verjaring (afdeling 4.4.3 Awb en art. 27 IW. 1990)
Aansprakelijkheid belastingschulden (hoofdstuk 6 IW 1990) Wordt kort benoemd maar vooral in de
master.
Kennisclip 2
Functies ABBB
1. Secundaire toetsing van bestuurshandelingen aan de ABBB.
Bestuurshandelingen worden eerst getoetst aan de wet en daarna aan de beginselen.
2. Uitleg onduidelijke wetsbepaling aan de hand van de ABBB.
Het bestuursorgaan moet een standpunt innemen met betrekking tot de vraag hoe de
wetsbepaling uitgevoerd gaat worden. De ABBB kunnen in dit geval een leidraad vormen bij
de interpretatie van een wetsbepaling.
3. Anvullende werking van de ABBB
De wet aanvullen als deze beslisruimte biedt,
4. Derogerende werking van de ABBB
Strijd met een wettelijke bepaling? Kan ABBB de wet aan de kant zetten? Ja. -> De
toepassing contra-legem.
Contra-legem
WIARDA: “Als werkelijk contra-legem gewezen zou ik slechts die beslissingen willen beschouwen, die
nog met de tekst, noch met de geschiedenis, noch met het systeem of de strekking van de wet in
overeenstemming zijn en dus duidelijk ingaan tegen hetgeen de wetgever heeft tot uitdrukking
gebracht en heeft gewild, of vermoedelijk zou hebben gewild, indien het gegeven geval hem voor
ogen had gestaan”.
Onderscheid ABBB
- Gecodificeerd/niet gecodificeerd
- Formeel/materieel
Formele beginselen -> zien op hoe besluiten tot stand behoren te worden gebracht
Materiele beginselen -> zien op de inhoud van een besluit.
Formele beginselen
- Het formele zorgvuldigheidsbeginsel (onderzoeksplicht) -> art. 3:2 Awb
- Het fairplay beginsel -> art. 2:4 Awb deels
- Het verbod van détournement de procédure -> niet in de wet opgenomen
- Het gebod van belangenafweging -> art. 3:4 lid 1 Awb
- Het gebod van een draagkrachtige en kenbare motivering. -> art. 3:46-3:50 Awb
- Het formele rechtszekerheidsbeginsel -> niet in de wet opgenomen
Materiële beginselen
- Het verbod van détournement de pouvoir -> art. 3:3 Awb (kan ook onder formeel vallen)
- Het materiële zorgvuldigheidsbeginsel -> art. 3:4 lid 2 Awb. Er moet een zorgvuldig besluit
worden genomen en er moet zoveel mogelijk schade worden vermeden. Gebeurt dit wel dan
moet er nadeelcompensatie volgen.
- Het evenredigheidsbeginsel -> art. 3:4 lid 2 Awb. Het proportionaliteitsbeginsel.
- Het materiële rechtszekerheidsbeginsel -> niet in de wet opgenomen. Legaliteitsbeginsel.
- Het vertrouwensbeginsel -> niet in de wet opgenomen
- Het gelijkheidsbeginsel -> niet in de wet opgenomen
Materiele zorgvuldigheid
1. Zorgvuldige besluitvorming
2. Overheidsmaatregelen moeten zo weinig mogelijk schade veroorzaken/gevolgen mogen niet
onevenredig zijn (art. 3:4 lid. 2 Awb) anders nadeelcompensatie.
Niet onevenredig
- Het beginsel van de minste pijn
- Het proportionaliteitsbeginsel
- Egalité devant les charges publiques (gelijkheid voor openbare lasten)
Materiële Rechtszekerheidsbeginsel
Het materiële rechtszekerheidsbeginsel omvat de volgende onderdelen:
- Het legaliteitsbeginsel;
- Bestaande regels moeten worden toegepast;
- Het (niet volstrekt absolute) verbod van terugwerkende kracht ten nadele van de burger en
- Het vertrouwensbeginsel.
Legaliteitsbeginsel
Legaliteitsbeginsel fiscaliteit: art. 104 GW.
‘Dat de belastingen van het Rijk geheven worden uit. Kracht van een wet’
Doel: de burger kan erop vertrouwen dat belastingheffing overeenkomstig de wet geschied.
Kennisclip 3
Geschiedenis vertrouwensbeginsel
- Tot 1970: Het vertrouwensbeginsel kon de wet niet aan de kant zetten.
- In 1970 (Voorburgse ziekenhuisarrest) Er wordt dan slecht rekening gehouden met de ABBB als er
sprake is van beleidsvrijheid.
- 1978 (Doorbraakarresten) Het is mogelijk het vertrouwensbeginsel te laten prevaleren op het
legaliteitsbeginsel. Acceptatie contra-legem toepassing.
Onderzoeksvragen vertrouwensbeginsel
A. Wat is de aard van de handeling waaraan gerechtvaardigd vertrouwen kan worden
ontleend?
B. Welke personen kunnen gerechtvaardigd vertrouwen wekken?
C. Wat is de rol van heet dispositievereiste?
D. Wanneer is er sprake van contra-indicatie?
Onderzoeksvraag B – Wie?
- Een willekeurige ambtenaar
- De bevoegde inspecteur
- De staatssecretaris van Financiën (als uitvoerder van belastingwet)
Onderzoeksvraag C - Dispositievereiste
Heeft degene die schade lijdt meer recht op bescherming van gewekt vertrouwen dan degene die
wel teleurgesteld is, maar geen schade heeft geleden?
Onderzoeksvraag D – Contra-indicatie
- Belastingplichtige verstrekt onjuiste informatie
- Verandering van omstandigheden of beleid
- Kennelijke vergissing van de fiscus
Gelijkheidsbeginsel
Er moet sprake zijn van rechtens en feitelijk gelijke gevallen.
De ongelijke behandeling komt voortuit een van de in de jurisprudentie genoemde oorzaken:
- Begunstigend beleid;
- Oogmerk van begunstiging;
- Begunstiging in een meerderheid van de gevallen (meerderheidsregel)
Unierechtelijk verdedigingsbeginsel
- Eerbiedigen rechten van de verdediging
- Recht te worden gehoord voorafgaand aan een te nemen bezwarende beschikking die onder het
EU recht valt.
- Recht om inzage te krijgen in het hem betreffende dossier
- Sopropé en Kamino en Datema arresten
- Prequ Italia arrest
Kennisclip 4
Contra-legem
WIARDA: “Als werkelijk contra-legem gewezen zou ik slechts die beslissingen willen beschouwen, die
nog met de tekst, noch met de geschiedenis, noch met het systeem of de strekking van de wet in
overeenstemming zijn en dus duidelijk ingaan tegen hetgeen de wetgever heeft tot uitdrukking
gebracht en heeft gewild, of vermoedelijk zou hebben gewild, indien het gegeven geval hem voor
ogen had gestaan”.
Fiscaal compromis
Fiscaalcompromis is een vaststellingsovereenkomst (art. 7:900 BW). Het is een instrument bij
horizontaal toezicht.
Art 7:902 BW
Een vaststelling ter beindiging van onzekerheid of geschil op vermogensrechterlijk gebied is ook
geldig als zij in stirijd mocht blijken met dwingend recht, tenzij zij tevens naar inhoud of strekking in
strijd is met de openbare orde (art.7:902 BW)
Contra-legem afspraken
Contra legem afsrpaken niet aanvaardbaar? -> Vinkenslagaffaire
Advies gevraagd aan Geppaart en Scheltema inzake contra-legem. Ze keken naar de definitie van
contra-legem van WIARDA.
Het gelijkheidsbeginsel werd een beroep op gedaan omdat anderen ook hetzelfde wilden als de
Vinkenslagaffaire. Dit werd afgewezen omdat ze het geval in de vinkenslagaffaire wilden afschaffen.
Doelmatigheidsbepaling I
N.a.v affaire Vinkenslag en Bos en Lommer.
-> Art. 64 AWR
Doel: de inspecteur een wettelijke grondslag te geven om in overleg met de belastingplichtige voor
de doelmatige formalisering van de belastingschuld af te kunnen wijken van de wettelijke regeling.
Doelmatigheidsbepaling II
Kritiek -> soepele wetstoepassing wordt ondermijn en verstarring mogelijkheid om afspraken te
maken.
Echter is de doelmatigheidsbepaling voor de administratie een gemak voor de fiscus.
Kennisclip 5
Kennisclip 11
Kennisclip 12:
Belastingschuldige is degene die de belasting moet gaan afdragen door een verkregen aanslag door
een beschikking.
Je kunt gemandateerd worden als inspecteur of als ontvanger. Niet beide. De belastingdeurwaarder
wordt op pad gestuurd door de ontvanger.
Kennisclip 13:
Onderwerpen:
- Voorrecht
- Bodemrecht
- Verzet tegen de tenuitvoerlegging
- Enkele bijzondere invorderingsmogelijkheden
- Aansprakelijkheid
- Afboeken van betalingen
- Rente
- Invorderen over de grens
- VSO en invordering
Meubelzaak heeft de executoriale titel gekregen via een vonnis via de rechter.
Ontvanger heeft geen beslag via de rechter.
In geval van stil pandrecht door de meubelzaak gaat het pandrecht voor. Wanneer er getoetst is aan
art. 21 IW en er blijkt dat er geen sprake is van art. 22 lid 3 IW, dan gaat het pandrecht voor.