Professional Documents
Culture Documents
geschreven door
pharaah
www.stuvia.nl
WERKGROEPOPDRACHTEN NOTARISWET
Deze samenvatting bestaat uit alle uitwerkingen van de opdrachten per week. Tevens aangevuld met
opmerkingen van de docent en passages uit het boek/het hoorcollege. Onderaan de samenvatting is
een uitgebreid overzicht van de jurisprudentie opgenomen.
Inzicht in onderwerpen: De organisatie van het notariskantoor; bedrijfsvoering in het algemeen; het
repertorium; het protocol; de wettelijke omschrijving van het ambt; de notaris in de Wet op het
notarisambt; de taak van de notaris; het werkterrein van de notaris; bevoegdheidsbeperkingen van
de notaris naar plaats en tijd; doel en taken KNB
Vraag 1 KNB
De KNB vervult tevens een rol zoals een vakbond: de KNB behartigt het gemeenschappelijk
belang van haar leden. ’ Klopt deze bewering?
In art. 61 Wna is de taak van de KNB omschreven: de bevordering van een goede beroepsuitoefening
door de leden en van hun vakbekwaamheid. Haar taak omvat mede de zorg voor de eer en het
aanzien van het notarisambt. Het moet gaan om onderwerpen waarmee een publiek of openbaar
belang is gediend. (nr. 26.4.1)
Bij amendement van het wetsvoorstel is uit de taakomschrijving geschrapt de behartiging van het
gemeenschappelijke belang van de leden. De achtergrond daarvan was de opvatting dat met die
belangenbehartiging (waar ook onder zou vallen de behartiging van economische belangen) geen
openbaar of publiek belang was gediend. De bewering klopt dus niet.
Het gegeven dat de behartiging van de gemeenschappelijke belangen van de leden niet langer tot de
taak van de KNB wordt gerekend, heeft ertoe geleid dat ruimte ontstond voor specifieke
belangenorganisaties.
Iedere notaris is verplicht lid. Vakbond behartigd de belangen van hun leden. In artikel 61 Wna gaat
het om de bevordering van een goede beroepsuitoefening, en is hiermee niet een vakbond die niet
opkomt voor de belangen. Goede beroepsuitoefening is een maatschappelijk en algemeen belang.
Dit moet de notaris dus ook voor ogen houden. De maatschappij stelt vertrouwen in je wat niet
geschaad mag worden.
Dus: klopt niet. Art 61 Wna draait om goede beroepsuitoefening, het draait om de eer en aanzien
van het ambt, dus een openbaar en publiek belang en dus niet alleen het belang van de notarissen.
Ondernemer: De notaris krijgt een opdracht van een opdrachtgever die hem betaalt voor zijn
diensten. Als opdrachtnemer moet hij het belang van zijn opdrachtgever behartigen. Hij wordt niet
betaald door de overheid, notaris moet zelf zijn omzet genereren door bijvoorbeeld reclame te
maken en bekendheid te krijgen. Eigen tarieven vaststellen. Hij kan failliet gaan doordat hij
ondernemer is. Dit is slecht voor vertrouwen in het notariaat omdat de notaris geld van zijn klanten
op zijn rekening kan hebben en die dan last van dit faillissement kunnen hebben.
Bepaalde rechtshandelingen moet voor geldigheid via een notariële akten zijn opgesteld. Een
voorbeeld hiervan is te vinden in artikel 1:115.
Vaak moeten mensen naar de notaris, maar vaak gaan ze ook vrijwillig vanwege het bewijsrecht. Dat
de notariële akte een sterkere positie heeft.
De notaris heeft een ministerieplicht: hij is verplicht klanten te helpen op gebied van
rechtshandelingen verrichten die onder het domeinmonopolie vallen, artikel 21 Wna. Lid 3 hij kan de
opdracht doorverwijzen naar een andere notaris. Volgens lid 2 niet verplicht te handelen als er
sprake is van strijd met recht op openbare orde of een andere gegronde reden voor weigering. Zoals
bijvoorbeeld helpen met witwassen (strijd met wet), of als er een dronken/onder invloed van drugs
gast binnen komt (gegronde reden), of een vereniging oprichten voor nazi’s/Isis of iemand die
dement is.
NB: stappenplan van de KNB, handleiding voor handelen bij twijfelen of iemand zijn wil kan
verklaren.
Notarissen mogen in algemene zin authentieke akten maken tenzij iemand anders exclusief wettelijk
bevoegd is. Huurovereenkomst is authentieke vorm mag, dit hangt samen met het bewijsrecht.
2) Klacht ziet op passages in hypotheekakten, client verklaart dat hij zich niet negatief uit zal laten
over de notaris op een website. Je hebt een domeinmonopolie, deze personen moeten naar jou toe
voor het leveren.
Eenieder met een redelijk belang mag klagen over een notaris, artikel 99 lid 1 Wna. Heeft te maken
met het vertrouwen in het notariaat, dus heb jij een redelijk belang dat de rest het goed doet.
Aanzien van het ambt wordt geraakt. Comparitie opsomming van wie is verschenen.
Hypotheekgever (persoon), hypotheeknemer (bank), zij zijn partij bij de akte. De notaris is niet partij
bij de hypotheek, maar gaat toch in die akte aan het woord komen om te zeggen dat zij niet over
hem mogen klagen. Dit is dus in strijd met eer en aanzien van het ambt dat hij voor zichzelf aan het
bedingen is.
Als de rechtsgevolgen niet duidelijk zijn zelfs naar het beleheren dan mag je weigeren: artikel 21 lid 2
Wna.
vrijwel geheel bleek te zijn aangewend voor de betaling van de schulden van Z, waardoor zij naar
voorzichtige schatting een schade heeft geleden van ƒ 350 000. De notaris heeft immers nagelaten
om haar te wijzen op de consequenties van de omzetting van het huwelijksgoederenregime.
Vraag 8 IDS
Een notaris en een advocaat die samenwerken binnen een interdisciplinair samenwerkingsverband,
hebben een declaratiegeschil met een cliënt. Ze starten een incassoprocedure tegen die cliënt. In die
incassoprocedure voegt de notaris een afschrift van een notariële verklaring van die cliënt toe. Kan
de notaris dat zonder meer doen? Waar kunt u daarover regels vinden?
IDS: interdisciplinaire samenwerking. Notarissen samen met belastingadviseurs en advocaten
bijvoorbeeld.
De notaris mag niet zonder meer een afschrift van een notariële verklaring van een client delen met
de advocaat. Alle andere collega-advocaten kunnen het dossier van advocatenpraktijk en kunnen alle
andere advocaten dit dossier inzien. Dit valt onder de geheimhoudingsplicht. Je moet hiervoor even
toestemming en instemming vragen van de cliënten.
Lid 2 luidt: Bij verordening worden ter waarborging van die onafhankelijkheid en onpartijdigheid
regels vastgesteld over de wijze waarop samenwerkingsverbanden kunnen worden aangegaan.
Geduid wordt op de Interdisciplinaire samenwerking 2015 waarin een principle based regelgeving is
vastgesteld. De verordening is van toepassing op een samenwerkingsverband van beoefenaren van
verschillende beroepen indien daarin de praktijk wordt uitgeoefend voor gezamenlijke rekening en
risico van de deelnemers. Het kernartikel is artikel 7:
1. Het is de notaris niet toegestaan zijn praktijk op zodanige wijze uit te oefenen, dat de
onafhankelijkheid in de praktijkuitoefening - met inbegrip van het op onpartijdige wijze en met de
grootst mogelijke zorgvuldigheid behartigen van de belangen van alle bij de rechtshandeling
betrokken partijen - in gevaar wordt of kan worden gebracht of afbreuk wordt gedaan aan de zorg
die hij als notaris behoort te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve hij optreedt.
2. De notaris treft maatregelen die ervoor zorgen dat er door kantoorgenoten geen inbreuk kan
worden gemaakt op zijn geheimhoudingsplicht.
3. De notaris houdt ook binnen het samenwerkingsverband de volle verantwoordelijkheid voor de
eigen praktijkuitoefening.’
Vraag 9 IDS
Interdisciplinaire samenwerkingsverbanden tussen notarissen met beoefenaren van andere
beroepen kan op gespannen voet staan met drie belangrijke normen die het notariaat schragen:
Onafhankelijkheid, onpartijdigheid en de geheimhoudingsverplichting. Werk met behulp van drie
concrete voorbeelden uit hoe zo’n interdisciplinair samenwerkingsverband tot schending van ieder
van die drie verschillende normen kan leiden.
Onafhankelijkheid: Het is dus de advocaat die op zijn beurt de notaris weer inschakelt bij dergelijke
opdrachten. Niet uitgesloten kan worden dat daarvan onder omstandigheden in meer of mindere
mate onwenselijke afhankelijkheid voor de notaris het gevolg is. Zoals bijvoorbeeld als een notaris
weinig werk heeft en door een kantoorgenoot gevraagd wordt om een lucratieve opdracht te
verrichten. Handelt de notaris dan nog wel in het belang van de client? Belangrijke klant waar het
kantoor veel aan heeft, de advocaat heeft een ander belang dan de notaris. Advocaat werkt in het
belang van de klant terwijl de notaris onafhankelijk is en niet partijdig mag zijn. Je kan onder druk
gezet worden door de je collega’s waardoor je anders handelt dan dat je vanuit je ambt zou moeten
doen.
Onpartijdigheid: Het kan voorkomen dat een notaris gevraagd wordt zijn diensten te verlenen in een
zaak waarin ook een van zijn kantoorgenoten, denk aan een advocaat, een rol wenst te spelen of
heeft gespeeld. Dan moet worden bezien of de notaris kan optreden. Zo kan de eis van
onpartijdigheid de notaris onder omstandigheden nopen zich te onthouden van dienstverlening, of
daartoe uitsluitend over te gaan na uitdrukkelijke instemming van alle betrokken partijen.
Geheimhoudingsverplichting: Als een notaris samen werkt met een belastingadviseur mag hij niet
Notariële akten, administratie, bankrekeningen en archieven met hem delen. Deze zullen uitsluitend
voor het notariaat binnen kantoor toegankelijk mogen zijn. Eenieder zal ervan doordrongen moeten
zijn dat notariële dossiers voor andere dan notariële medewerkers verboden terrein zijn. Dossiers
zijn gescheiden op kantoor, gescheiden boekhouding en die worden niet door andere disciplines
ingezien.
Literatuur:
- Melis/Waaijer, De Notariswet, Kluwer, Deventer; negende druk, 2019, hoofdstukken: 8, 11, 15 en
22
- Pitlo/Rutgers & Krans 2014, Bewijs, deel 7, 9e druk, 2014,
- hoofdstuk III, Schriftelijk bewijs, paragrafen 1, 2 en 3
- hoofdstuk IV, paragraaf 3 Getuigplicht en verschoningsrecht.
Aantekeningen vooraf:
Artikel 149 Rv e.v.: artikelen over bewijs.
Onderhands: alleen bewijskracht tussen partijen 157 lid 2 Rv. Ze zitten er in beginsel aan vast. Is het
waar wat partijen hebben verklaard, materiele bewijskracht is dus hetzelfde bij zowel een
onderhandse als een authentieke akte. Maar bij notariële akte zal de rechter wel strenger zijn,
omdat de notaris zorgplicht heeft. Moeilijker om tegenbewijs te leveren wat voldoende is.
(Schenking op een lening).
Artikel 159 gaat over de uitwendige bewijskracht, is er überhaupt een akte zoals omschreven in
artikel 156 lid 1 Rv? Dan kom je helemaal niet toe aan de materiele bewijskracht. Wat er is helemaal
geen akte. Voordeel notariële akte geldt 156 lid 2. Hierbij is artikel 159 lid 1 van toepassing,
authentieke akte heeft dus uitwendige bewijskracht, de onderhandse niet. De handtekening van
partijen staat bij een authentieke akte vast. Authentieke geldleningsakte staat vast dat er een
geldlening in, maar de inhoudt staat niet vast, omdat tegenbewijs dus vrij staat.
Artikel 157 lid 1: formele bewijskracht. Is er waar dat er is verklaard? Het gaat niet om wat er is
verklaard, maar is het waar dat er is verklaard. Leeg blaadje met handtekeningen en dan later een
verklaring boven zetten. Wat de notaris heeft opgesteld in een authentieke akte is het waar wat de
notaris heeft verklaard. In het begin en aan het eind van de akte is de notaris aan het woord (partij
akte, in het midden zijn de partijen aan het woord). Hetgeen de notaris zegt heeft formele
bewijskracht, we weten dat er is verklaard want de notaris zegt dat, hangt samen met legitimeren.
Partijen aan het woord is artikel 157 lid 2.
Hoort het tot de bevoegdheid van de notaris: valt het binnen de kring van zijn bevoegdheid. Iets
zeggen over de mentale staat van iemand valt hier niet onder, en als dit er in staat heeft dit dus geen
dwingende bewijskracht.
Vraag 3 Bewijs
Notaris Groen passeert op 16 januari 2014 een akte van levering waarin is opgenomen:
I. De notaris constateert dat op 16 januari 2014 voor hem zijn verschenen: de heer X (verkoper) en
mevrouw Y (koper); Artikel 157 lid 1: ambtelijke bewijskracht.
II. Partijen verklaren dat zij op 11 december 2013 een koopovereenkomst betreffende een woning
gelegen aan de Amstelveenseweg te Amsterdam met elkaar hebben gesloten, op basis waarvan zij bij
de onderhavige notariële akte de levering willen bewerkstelligen; Artikel 157 lid 2 materiele
bewijskracht.
III. Verkoper verleent kwijting aan de koper voor de voldoening van de koopsom groot driehonderd
zestigduizend euro (€ 360.000); Kwijting: verklaring dat je hebt betaald. Artikel 157 lid 2 materiele
bewijskracht.
IV. De notaris constateert dat de akte onmiddellijk na beperkte voorlezing door de comparanten en
de notaris is ondertekend. Artikel 157 lid 1 ambtelijke bewijskracht.
a. Geef aan welke soorten bewijskracht voort kunnen vloeien uit een notariële akte en geeft kort
aan wat de inhoud van iedere soort bewijskracht is.
Uitwendige bewijskracht: De notariële akte die er uit ziet als een notariële akte is een notariële akte
behoudens tegenbewijs. Een notariële akte is een authentieke akte en heeft dus dwingende
bewijskracht, artikel 159 lid 1 Rv.
Formele bewijskracht (ambtelijke bewijskracht): Artikel 157 lid 1. Is er verklaard overeenkomstig wat
er in de akte staat. De verklaring van de notaris in de akte dat partijen op een bepaalde dag hebben
verklaard zoals in de akte is vermeld (‘verkoper heeft een maand geleden aan koper verkocht’), staat
dát feit ook bewijsrechtelijk vast, tot op bewijs van het tegendeel. Dit wordt genoemd: de formele
bewijskracht van de notariële akte. Aan de onderhandse akte komt die formele bewijskracht niet toe.
Materiele bewijskracht: Is het waar wat er in de akte is verklaard. Volgens artikel 157 lid 2 Rv levert
een authentieke akte ten aanzien van de verklaring van een partij omtrent hetgeen de akte bestemd
is ten behoeve van de wederpartij te bewijzen, tussen partijen dwingende bewijskracht op. De
rechter is verplicht de inhoud van een akte als waar aan te nemen (art. 151 lid 1 Rv). De persoon die
ten behoeve van de wederpartij in een akte een verklaring heeft afgelegd met het oogmerk ten laste
van zichzelf bewijs te scheppen, heeft een preuve preconstituée gecreëerd.
b. Geef voor iedere constatering/verklaring I, II, III en IV aan of er sprake is van dwingend bewijs,
en tegenover wie dat dwingende bewijs geldt. Geef de relevante wetsartikelen.
De verklaringen van de notaris leveren niet slechts bewijs op tussen partijen maar tegen eenieder.
Mits die verklaringen zijn gedaan binnen de kring van zijn bevoegdheid, kan daaraan dwingende
bewijskracht tegen eenieder worden toegekend. Ik duid die bewijskracht hierna ook aan als
ambtelijke bewijskracht. Om de ambtelijke bewijskracht van art. 157 lid 1 Rv te kunnen verkrijgen,
moet het gaan om verklaringen van de notaris over eigen waarnemingen of verrichtingen. Alleen dan
komt aan de verklaringen daaromtrent dwingende bewijskracht ten opzichte van eenieder toe.
Verklaringen I en IV zijn ambtsverklaringen met dwingende bewijskracht die tegen een ieder werkt.
Verklaringen II en III zijn partijverklaringen met dwingende bewijskracht ten opzichte van de partijen.
Vraag 4 Bewijs
Gerard heeft een scooter gekocht van Peter. In de onderhandse koopakte gedateerd 1
september 2011 is opgenomen dat de door Gerard te betalen koopprijs € 2.500 bedraagt. Peter
draagt zijn vordering uit hoofde van de koop over aan Tom, op de daarvoor door de wet
voorgeschreven wijze. Daartoe wordt een onderhandse akte opgemaakt waaronder de datum van
1 oktober 2011 is opgenomen. Deze akte wordt op 2 oktober 2011 ter registratie aangeboden
bij de belastingdienst te Rotterdam. Tom vordert betaling van Gerard. Gerard reageert
verontwaardigd. Bekend is dat zijn tweelingbroer Erik ook te maken had met Peter. Gerard stelt dat
zijn tweelingbroer de schuldbekentenis heeft getekend. Tom bitst dat dat het probleem van Gerard
is.
a. Wie moet wat bewijzen?
De datum 1 sep 2011 heeft materiele bewijskracht, er is sprake van een onderhandse akte, gat om de
vraag wat er is verklaard. Tussen partijen en rechtsopvolgers levert dit dus dwingend bewijs op.
Tenzij tegenbewijs. Als je het registreert bij de belastingdienst komt er een stempel met een datum
op van 2 okt 2011, dit doet de ambtenaar binnen de kring van zijn bevoegdheid en zit je in art 157 lid
1, jegens eenieder heb je dus vaststaan dat deze datum erop staat. Dan is het niet aannemelijk dat
de akte na deze datum tot stand is gekomen.
Peter heeft een vordering van de koopsom op Gerard. Peter draagt deze vordering over aan Tom.
Maar nu ontkend Gerard dat hij de schuldbekentenis getekend heeft, zijn broer Erik zou dit hebben
gedaan. Stel dat er dan een rechtszaak is waarbij Tom dit bewijsmiddel wil gebruiken. Moet Tom de
echtheid van de handtekening bewijzen. De akte heeft geen uitwendige bewijskracht. Gerard hoeft
alleen de handtekening te ontkennen, dat is voldoende Artikel 159 lid 2. De bewijslast rust op degen
degene die het bewijs wil inroepen. Tom moet bewijzen dat dit de handtekening van Gerard is.
Gerard toont Tom een onderhandse kwitantie. De kwitantie is gedateerd 6 september 2011.
Uit de kwitantie blijkt dat Gerard op die datum de koopsom voor de helft heeft voldaan aan
Peter. Tom betwist de datum van de kwitantie. Volgens Tom is het stuk geantedateerd om
zodoende hem op te lichten. Peter heeft immers de gehele vordering aan hem overgedragen. b.
Heeft de datum op de kwitantie bewijskracht? Zo ja, is die bewijskracht dwingend of vrij?
Licht uw antwoord toe.
De vermeende betaling is op 6 september en de cessie is op 1 oktober. Nu komen we in artikel 157
lid 2. Wat is er verklaard, dwingende bewijskracht tussen partijen en rechtsverkrijgers. Onder
algemene titel bijvoorbeeld de erfgenamen. In dit geval is Tom verkrijger onder bijzondere titel
(koper en cessie) van Peter. Tom zit dus vast aan hetgeen gebeurd is tussen Peter en Gerard. Als die
datum klopt en plaatsvindt na 1 oktober heeft Gerard dus een deel afgelost. Tom is dan gebonden.
Maar als dit gelogen is en het later gebeurd is, is Tom niet gebonden maar een derde. Wat er na de
overdracht gebeurd is Tom niet aangebonden omdat dat afspeelt tussen Gerard en Peter.
Parlementaire geschiedenis laat blijken dat Gerard moet bewijzen dat dit klopt. Hij komt met de
kwitantie aanzetten en moet de geldigheid van de datum bewijzen.
(118 of 187 van Pitlo).
Bij deze vraag van belang: is Tom een derde? Of opvolger onder bijzondere titel 157 lid 2? Hiervoor
moet je weten op de datum dus klopt. Wie moet bewijzen dat de datum klopt, dat is Gerard omdat
hij het bewijs wil gebruiken.
Extra: Als je een akte ondertekend geef je daarmee te kennen dat de inhoud voor waar geldt, een
andere bedoeling kan je niet hebben gehad. Bij voorbaat schep je bewijs tegen jezelf (preuve
preconstitue). Door een ondertekende verklaring af te geven, verschaft men de wederpartij bij
voorbaat een bewijsmiddel met dwingende bewijskracht, waardoor de rechtszekerheid gediend is.
Maar alleen tegen de ondertekenaar.
Vraag 5 Geldverkeer
Notaris Van Olfen passeert een akte van levering van een perceel grond met daarop een
bedrijfswoning, waarvoor door koper een bestemmingswijziging (woning) bij de gemeente was
aangevraagd. Verkoper en koper hebben afgesproken dat slechts indien de bestemmingswijziging
wordt toegestaan door de gemeente de totale koopsom van € 200.000 door koper verschuldigd is.
Komt de bestemmingswijziging er niet door dan zal de koopsom € 150.000 bedragen. Het verschil
van € 50.000 wordt bij de notaris in depot gehouden en uitbetaald aan koper of verkoper naar gelang
de uitkomst van de procedure bij de gemeente. De gemeente staat na enige tijd de
bestemmingswijziging toe. Verkoper verzoekt om uitbetaling van de € 50.000 restant koopsom. De
notaris keert slechts € 25.000 uit omdat de koper aan hem heeft meegedeeld, dat er gebreken aan
het verkochte zijn – hetgeen ook zo is - en dat het depot niet helemaal kan worden uitgekeerd.
Verkoper is het daarmee helemaal niet eens en sommeert de notaris ook de overige € 25.000 aan
hem uit te keren. Het depot was immers uitsluitend gesteld in verband met de
bestemmingswijziging.
Geef uw mening over de handelswijze van de notaris.
Koper stort geld op de derdengeldrekening. Meerdere mensen storten geld. Dit geld vormt een
gemeenschap (boek 3) tussen alle mensen die gestort hebben. Het geld is voorwaardelijk van de
verkoper, onder opschortende voorwaarden dat is voldaan aan vereisten van overdracht. Onder
ontbonden voorwaarde van de koper totdat overgedragen is. Depot is geld dat bij de notaris zit. De
laatste 50k gaat niet helemaal naar de verkoper bij de overdracht. Dit geld is weer van de koper en
verkoper samen. Het is afhankelijk van de procedure omtrent het bestemmingsplan. Dit is een
nieuwe voorwaarden die zij samen hebben afgesproken.
Het ligt er nu aan over in de depot-overeenkomt ook bepalingen zijn opgenomen over overige
gebreken. De koper stelt nu nadere voorwaarden aan het geld. Er is voldaan aan de afspraak en de
50.000 moet worden uitgekeerd. Je kan niet zomaar eenzijdig de voorwaarden wijzigen. De notaris is
niet gerechtigd tot het geld, het is voorwaardelijk van de koper en de verkoper.
De notaris voert niet de opdracht uit die de partijen voor ogen hadden. Hij keert slechts 25.000 euro
uit. Volgens mij is het niet de plek van de notaris om te korten in het te uit te keren bedrag. Hij moet
de het geld uitkeren zoals partijen bij het ondertekenen van de akte voor ogen hadden. Omdat het er
nu iets mis is met het huis veranderd hier niets aan. De notaris handelt hierdoor partijdig, wat niet
mag volgens artikel 17 Wna.
Depot: hoogte bedrag, voorwaarden wanneer uitgekeerd wordt en een uiterste uitbetaal datum
zodat je niet oneindig met het geld op de rekening zit.
Vraag 6 Geldverkeer
De notaris behandelt een nalatenschap. In de nalatenschap is een onroerend goed aanwezig dat
tenslotte wordt verkocht. De opbrengst komt op de derdenrekening van de notaris, die daarvan
alvast een van de erfgenamen – op diens verzoek - een voorschot uitkeert. Er zijn in totaal drie
erfgenamen die allen hetzelfde erfdeel hebben gekregen. De beide andere erfgenamen dienen een
klacht in tegen de notaris.
Wat zal de basis van de klacht zijn? Op welke artikelen kunnen de klagers een beroep doen?
Het geld uit de nalatenschap is van alle erfgenamen. Je mag niet vrij uitbetalen uit een gebonden
gemeenschap. Artikel 25 lid 2. Ten laste van de rekening mag hij slechts betalingen doen in opdracht
van alle rechthebbende. Je mag niet verdelen zonder medewerking van alle deelgenoten, er is sprake
van een verdeling.
Vraag 7 Geldverkeer
X heeft een vordering op notaris Y en legt executoriaal beslag op diens derdengeldenrekening bij
de bank. Treft dat beslag doel?
Nee, dat geld op de derdengeldenrekening valt niet in het vermogen van de notaris, maar van zijn
cliënten waardoor verhaal op deze rekening niet mogelijk is. In het derde lid van art. 25 Wna is
bepaald dat het vorderingsrecht voortvloeiende uit de bijzondere rekening toebehoort aan de
gezamenlijke rechthebbenden.
Artikel 25 lid 5: kan geen beslag gelegd worden bij de bank. De bank weet niet van wie al dat geld is,
je legt beslag onder de notaris, die weet namelijk van wie het geld is.
Vraag 8 Geldverkeer
A heeft een woning gekocht van B. Voorafgaande aan de levering stort hij de koopsom op
een zgn. kwaliteitsrekening van de notaris bij de ING. Nog voordat de eigendomsoverdracht
heeft kunnen plaatsvinden, wil een crediteur van A beslag leggen op deze koopsom. Leg uit of
beslag kan worden gelegd, zo ja, onder wie de crediteur beslag dient te leggen en geef daarbij
aan waarom de literatuur in dat geval spreekt van een ‘dogmatische kronkel’.
A stort het geld op de kwaliteitsrekening voor de koop van de woning, nog voor de levering (woning
is dus niet overgedragen) wil een crediteur beslag leggen op de koopsom. Derdenbeslag kan volgens
artikel 25 lid 5 Wna onder de notaris plaatsvinden, hij is rekeninghouder bij de bank en hij weet wie
als rechthebbende van het geld moet worden aangemerkt. Niettemin is derdenbeslag onder de
notaris een merkwaardige figuur. De rechthebbenden hebben immers gezamenlijk een vordering op
de bank, de notaris heeft niets onder zich. In dit verband is niet onterecht gesproken over een
‘dogmatische kronkel’.
Is dat derdenbeslag onder de notaris gelegd dan kan de notaris die overeenkomstig de art. 476a (jo.
art. 720) Rv en art. 477 Rv verklaring heeft gedaan, of die is veroordeeld overeenkomstig art. 477a
Rv, dienovereenkomstig betalen aan de executant. De notaris doet dat dan in afwijking van art. 25 lid
2 Wna, dus zonder opdracht van de rechthebbende.
Dogmatische kronkel: je legt beslag bij de notaris, terwijl hij het geld niet onder zich heeft, dit ligt
onder de bank. Normaliter zou je onder de bank beslag leggen. De notaris beheert eigenlijk alleen de
rekening hij is niet zelf bevoegd.
Vraag 9 Geldverkeer
Henry heeft een huis gekocht van Barbara. Henry heeft daarom de koopsom van 1,5 miljoen euro
gestort op een rekening van notariskantoor De Beer. Notaris De Beer heeft daarna de akte van
levering met partijen ondertekend en vervolgens laten inschrijven in de openbare registers.
Door onachtzaamheid is genoemde koopsom niet uitbetaald en staat het nog steeds op de
rekening van genoemd notariskantoor. Dan ontstaan er grote problemen: zowel een
schuldeiser van Henry, als een schuldeiser van Barbara leggen beslag op de 1,5 miljoen op
genoemde rekening. Tot overmaat van ramp legt ook een pas ontslagen secretaresse van notaris De
Beer beslag op dat geld. Zij meent nog salaris van de notaris te goed te hebben. Kunnen de
genoemde beslagen doel treffen? U mag er vanuit gaan dat op genoemde rekening van het
notariskantoor geen andere bedragen staan
De 1,5 miljoen die op de rekening van het notariskantoor staat behoord na de geldige levering toe
aan Barbara.
Na de verkoop onvoorwaardelijk eigenaar is Barbara. Haar schuldeisers kunnen hierop dus beslag
leggen. Het beslag van de schuldeisers van Henry kan geen doel treffen omdat Henry geen
rechthebbende is, Barbara is onvoorwaardelijk gerechtigd. Het beslag van de pas ontslagen
secretaresse kan ook geen doel treffen omdat de notaris ook geen rechthebbende is van het geld op
de rekening, het geld valt niet in zijn vermogen.
Als het loon van de notaris op de derdenrekeningstaat is de notaris ook deelgenoot en kan er op
dat gedeelte wel beslag worden gelegd op de rekening.
Leerdoelen: Aan het einde van deze week heeft u inzicht in de volgende onderwerpen van de Wet op
het notarisambt (Wna):de onpartijdigheid en de onafhankelijkheid van de notaris;
ministerieplicht en dienstweigering; zorgplicht van de notaris jegens partijen; zorgplicht jegens
derden met een bepaald recht; zorgplicht jegens derden zonder bepaald concreet recht;
bevoegdheidsbeperkingen van de notaris in verband met de personen die als partij; Typen
akten; vormvoorschriften; sancties op het veronachtzamen van vormvoorschriften; het uiterlijk
van de akte en het aktemateriaal; ambtelijke verklaringen van de notaris; taal van de akte;
aanhechting van stukken; nieuwe technologie en notariële akte; partij-akte; de notaris als actor bij
de totstandkoming van een partij-akte; het verlijden van een akte; partijen bij een akte;
vertegenwoordiging bij een akte; getuigen bij een akte; belanghebbende of een getuige bij de akte;
De toepasselijke jurisprudentie vinden en gebruiken bij het oplossen van een casus of het schrijven
van een advies.
Literatuur:
Melis/Waaijer, De Notariswet, Kluwer, Deventer; negende druk, 2019, hoofdstukken: 3, 4, 6, 7 en 9
!!!ABC-transacties: a verkoopt voor 100 aan B en B verkoopt voor 150 aan C. Witwassen, spelen
onder een hoedje. Als notaris moet je dus blijven vragen naar een afdoende verklaring (met
bijvoorbeeld een taxatierapport). Waarom is het huis meer waard? Waarom is de prijs
omhooggegaan. Door foute klanten word je op de proef gesteld als notaris doordat je een
domeinmonopolie hebt. In twijfelgevallen moet je met een gegronde reden ministerie weigeren.
Vraag 2 Ministerieplicht
De heer Vroon heeft al een half jaar geen huur betaald voor een bedrijfspand dat hij van de heer Bos
huurt. Hij weigert huur te betalen omdat de heer Bos een aantal ernstige gebreken aan het
bedrijfspand niet wil verhelpen. De heer Vroon kan er nog nauwelijks zijn bedrijf voeren. Het dak lekt
en hij heeft daarom zelf een deel van de voorraad in zijn eigen huis moeten opslaan. De heer Bos
stapt naar de kantonrechter om de betaling van de achterstallige huurpenningen af te dwingen en in
die procedure wordt de heer Vroon inderdaad veroordeeld tot betaling van achterstallige
huurpenningen. Het vonnis van de kantonrechter is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De heer
Vroon is witheet en is in hoger beroep gegaan tegen het vonnis van de kantonrechter. Intussen geeft
de heer Bos notaris Kramer opdracht om het vonnis van de kantonrechter te executeren door het
woonhuis van de heer Vroon in het openbaar te verkopen. De notaris neem de opdracht aan en
begint voorbereidingen te treffen voor de executie. De executie vindt inderdaad plaats ten overstaan
van de notaris. Na die executie wordt het vonnis van de kantonrechter in hoger beroep vernietigd.
De heer Vroon dient een klacht in tegen de notaris omdat hij volgens hem de opdracht niet had
mogen aannemen. Er was immers nog niet in hogere instantie over het vonnis geoordeeld en volgens
de heer Vroon was het zo klaar als een klontje dat hij in het hoger beroep gelijk zou krijgen en dat de
heer Bos ongelijk had! Geef uw oordeel over deze feiten! Krijgt de heer Vroon ook hier gelijk?
Boek p.4.5.4: Het vonnis was uitvoerbaar bij voorbaat verklaard, hierdoor heeft het instellen van
hoger beroep geen schorsende werking en kon er geëxecuteerd worden (executoriale titel). Notaris
Kramer mocht de opdracht aannemen en de heer Vroon heeft niet gelijk. Het probleem zit hem in
het feit dat in hoger beroep de uitslag kan veranderen. Op moment dat notaris handelt bij voorbaat,
dan heeft hij een geldige titel. Als dit verandert in Hoger Beroep vervalt de titel ex nunc. Probleem
kan bestaan als de nieuwe eigenaar te goeder trouw is. Het is niet aan de notaris om het oordeel van
de rechter in twijfel te trekken.
Goederenrechtelijk is B eigenaar maar moet B terug leveren aan A op het moment dat de titel komt
te vervallen (11 feb 1994).
Hof Den Bosch 17 jan 2017: anders dan gebruikelijk. Niet de titel vervalt, maar door de
bodemprocedure is de verkoper onbevoegd geworden. Dan is 3:88 niet mogelijk, geen sprake van
derdenbescherming omdat er een probleem is met de beschikkingsbevoegdheid. Niet in het boek
genoemd! Wijken wel eens vaker af.
Vraag 3 Ministerieplicht
Barteld Bartels heeft zijn huis verkocht aan tuinder Chris Christiaans. Een paar weken later blijkt
buurman Anton Alberts een veel hogere koopsom over te hebben voor het huis. Barteld verkoopt
daarom hetzelfde huis nog een keer, nu aan Anton. Voorafgaand aan de levering aan Anton vertelt
Anton aan de notaris dat Chris wel boos zal worden als hij hoort dat hij het huis misloopt.
Welke problemen signaleert u en geef minimaal twee verschillende wijzen waarop de notaris deze
problemen zou kunnen oplossen, naar de huidige stand van de jurisprudentie. Maakt het voor uw
antwoord op de vraag nog uit of niet Chris Christiaans de eerste koper is, maar de gemeente
Castricum?
B heeft zijn huis twee keer verkocht wat niet mogelijk is. Hij heeft een leveringsplicht jegens C.
De notaris heeft een zorgplicht jegens C omdat hij een concreet bepaald recht heeft jegens partij bij
de tweede akte, B. Novitaris arrest: indien de voor N kenbare feiten het oordeel rechtvaardigen dat
het recht van de derde een beletsel vormt voor de beoogde levering of bezwaring, dan wel
aanleidingvormen tot gerede twijfel daarover, dan dient hij – tenzij de betrokken derde verklaart
geenbezwaar te hebben tegen de levering of bezwaring – zijn ministerie te weigeren. Als de notaris
dus vermoedt dat rechten van derden betrokken zijn, moet hij met partijen overleggen en zo nodig
zelfonderzoek doen naar de vraag of het recht van een derde een beletsel voor de levering
veroorzaakt. Daarnaast moet hij de verkoper waarschuwen voor de gevolgen. In dit geval vormt het
leveringsrecht van C een beletsel om de opdracht aan te nemen (artikel 3:298 jo. 7:3).
Het maakt hierbij niet uit of C de koper is of dat de gemeente de koper is die veel kennis heeft.
Oplossen: Vraag aan B om contact te zoeken met A. Of als je twijfelt is om naar de rechter te gaan en
die dan te laten veroordelen.
De gemeente moet behandeld worden als ieder ander, dus ook als een particulier. Maakt niet uit dat
hij een professionele partij is met meer expertise.
Vraag 4 Ministerieplicht
Notaris De Lieve ontvangt een ongedateerde en ongetekende koopakte waarbij X een bedrijfspand
verkoopt aan Y. Na enige tijd ontvangt hij een gedateerde en ondertekende koopakte waarbij X het
bedrijfspand verkoopt aan Z. X verzoekt de notaris de akte van levering van het bedrijfspand aan Z
voor te bereiden. De notaris maakt inderdaad de akte op die vervolgens op zijn kantoor wordt
gepasseerd. Wat valt u op? Wat zal de notaris in ieder geval hebben moeten doen?
Doordat een datum op de eerste koopakte ontbreekt kan niet vastgesteld worden welke akte ouder
is. Dienstweigering is hier de standaard, maar een levering aan Y zou ook nog kunnen. Hij zou ook
kunnen passeren, waarna later de civiele rechter kan oordelen. Dat X tweemaal een koopakte heeft
gestuurd. Je kan niet vaststellen welke koopakte ouder is. Ik zou dus eerst vragen naar de eerste
koopakte van X aan Y, voordat de tweede gepasseerd wordt. Je vraagt aan Z om je
geheimhoudingsplicht te ontheffen
Als er nog geen ondertekend geschrift is, is er nog geen recht op levering. Je moet dus eerst de status
achterhalen. Vragen aan de partijen of je contact mag opnemen met Y (afzien geheimhoudingslicht).
Vraag 5 Ministerieplicht
Er wordt in de literatuur gediscussieerd over de vraag of een notaris zijn dienst moet verlenen in het
volgende geval. De hypotheekgever heeft een recht van eerste hypotheek gevestigd op een
registergoed ten gunste van de A Bank. In de hypotheekovereenkomst heeft de hypotheekgever zich
verplicht alleen na toestemming van de A Bank een recht van tweede hypotheek te mogen vestigen.
Ondanks dat hij geen toestemming heeft verkregen verlangen hypotheekgever en de B Bank van de
notaris dat hij een hypotheekakte passeert waarin recht van tweede hypotheek wordt gevestigd.
Welke aspecten spelen een rol bij deze discussie? Maakt het volgens u nog uit of de belangen van
de hypotheekgever veel groter zijn dan die van de A bank?
Het recht van de tweede hypotheekhouder tot vestiging van een recht van hypotheek is niet sterker
dan/gelijk aan het recht van de eerste hypotheekhouder om toestemming te verlenen voor een
tweede hypotheek. (Gerechtshof Amsterdam 2017:1120). Zonder toestemming van A wil hij een
hypotheek vestigen. Dit was een contractuele verplichting, sprake van wanprestatie.
Novitaris niet van toepassing omdat het hypotheekrecht geen sterker recht tot levering heeft. Er is
sprake van een obligatoire verplichting. De eerste hypotheekbank heeft geen sterker recht op
levering. Er is niet automatisch sprake van een OD van hypotheekbank A.
Perrcik: notaris moet dus nu meewerken omdat je niet voldoet aan de Novitaris-criteria
Heijmans en Verstappen: bij geen ouder recht op levering heb je een grotere toegevoegde waarde
als notaris en mag je niet gelijk passeren en duidelijk maken wat er aan de hand is. Als A misbruik
maakt van zijn recht of B (hypotheekgever) heel veel belang heeft bij het recht dan moet je passeren.
Ook bij een koopoptie heb je geen recht op levering, het moet je vanwege voorkeursrecht alleen
eerst worden aangeboden. Het gaat dus bij Novitaris over een recht op levering behoudens de tenzij
van artikel 3:289 BW.
Vraag 6 Ministerieplicht
Klaas Vermeer verkoopt een bedrijfspand aan Stefan Hoogvliet. Het bedrijfspand is verhuurd aan
Joris Duinkerk (hierna genoemd: de huurder). Notaris Middelkoop ontvangt op 24 oktober 2012 het
verzoek de levering te verzorgen. In de huurovereenkomst tussen Klaas Vermeer en de huurder is
een eerste recht van koop voor de huurder opgenomen. Op grond van dat eerste recht van koop
moet Klaas Vermeer de huurder schriftelijk op de hoogte stellen van een voorgenomen verkoop. De
huurder kan vervolgens binnen twee weken schriftelijk zijn eerste recht van koop uitoefenen. Notaris
Middelkoop informeert bij Klaas Vermeer of de huurder al in de gelegenheid is gesteld om zijn eerste
recht van koop uit te oefenen. Dat is niet het geval. Klaas Vermeer geeft desgevraagd te kennen dat
hij niet van plan is de huurder op de hoogte te stellen van zijn voorgenomen verkoop. Partijen vragen
aan de notaris om de akte zo spoedig mogelijk te passeren, in ieder geval vóór 1 november 2012 (dus
één week na ontvangst van de opdracht). Stefan Hoogvliet, de koper, is op de hoogte van het eerste
recht van koop van de huurder.
a. Noem drie verplichtingen (normen) die de notaris in acht moet nemen op grond van de Wna die
in het beschreven geval een grote rol spelen. Motiveer uw antwoord.
1) geheimhoudingsplicht.
2) ministerieplicht en onder omstandigheden de dienstweigering.
3) zwaarwegende zorgplicht jegens partijen en derden die een concreet recht hebben en daarbij
horende onderzoeksplicht naar beletsels.
De notaris deelt vervolgens aan Klaas Vermeer mee dat hij de akte niet passeert tenzij Klaas
Vermeer de huurder in de gelegenheid stelt zijn eerste recht van koop uit te oefenen. Klaas Vermeer
gaat daarmee morrend akkoord. Klaas Vermeer belt een paar dagen later naar de notaris en deelt
mondeling mee dat de huurder afziet van zijn voorkeursrecht. De notaris neemt genoegen met die
mondelinge mededeling en passeert vervolgens de akte. Na een maand krijgt de notaris bezoek van
de huurder die meedeelt niet van de verkoop en de levering op de hoogte te zijn geweest en zeer
ontstemd te zijn omdat hij zijn recht niet heeft kunnen uitoefenen. Hij dient een klacht in tegen de
notaris bij de bevoegde Kamer voor het Notariaat.
b. Geef gemotiveerd aan of de notaris de tuchtnorm van artikel 93 Wna ten opzichte van de
huurder heeft overschreden.
De huurder heeft een belang. De notaris mocht geen genoegen nemen met de mondelinge
mededeling van Klaas Vermeer. Het afzien van de koopoptie had schriftelijk gemoeten, of de huurder
persoonlijk gezien hebben en dan een akte ondertekenen met z’n allen. De notaris heeft een
onderzoeksplicht naar een beletsel voor het uitvoeren van de opdracht (Novitaris arrest).
Stel dat de notaris – net als hiervoor – heeft meegedeeld dat hij de akte niet passeert als de huurder
niet in de gelegenheid wordt gesteld zijn eerste recht van koop uit te oefenen. Stel vervolgens dat
Klaas Vermeer er niet mee akkoord gaat om de huurder op de hoogte te stellen en zich op het
standpunt stelt dat de notaris niets te maken heeft met het belang van de huurder. Die is immers
geen partij bij de akte. Daarna dringen Klaas Vermeer en Stefan Hoogvliet er bij de notaris op aan dat
hij de akte vóór 1 november 2012 passeert en dreigen met een klacht als hij dat niet doet. Bovendien
delen ze mee dat ze de schade die zij lijden door het uitstel volledig op de notaris zullen verhalen.
c. Wat raadt u de notaris aan? Geef gemotiveerd uw antwoord.
Voorkeursrecht van koop is geen recht van levering, 3:289 is niet van toepassing er is geen ouder
recht. Dus kan je de akte gewoon passeren, met het notaris arrest in het achter hoofd.
Kettingbeding:
Moet je wel of niet passeren? Kettingbeding is niet goederenrechtelijk van aard maar
verbintenisrechtelijk en gaat dus niet automatisch mee naar de verkrijger, het moet opnieuw
opgelegd worden. Als je dienst zou weigeren zou je kettingbeding een goederenrechtelijke status
geven. Grote discussie.
Preciezen:
Re….:
Met Novitaris arrest duidelijkheid geschept. Als er geen recht op levering is en C geen
onrechtmatige daad pleegt: mag je gewoon meewerken aan het passeren. Er zal altijd een
boetebeding worden opgenomen voor het doorbreken.
De kwestie die hier speelt is die van de wilscontrolerende taak van de notaris en het behoeden dat
de testateur wordt beïnvloed in zijn keuzes. Of de notaris beide testamenten tegelijkertijd kan
passeren hangt af van wat erin staat. Als zij dezelfde wensen hebben voor hun testament dan kan dit
tegelijkertijd. Als de een er veel gunstiger uitkomt dan moet de notaris kritischer zijn en komt
indringender de vraag op of diens aanwezigheid werkelijk schade kan opleveren bij de vrije
wilsvorming
Wordt dat langjarig in de echt verbonden, harmonieuze echtpaar, dat volstrekt voor de hand
liggende uiterste beschikkingen wil maken, zo niet opgezadeld met een al te krampachtige,
kostenverhogende werkwijze van de notaris wanneer deze een strikt gescheiden afhandeling oplegt?
De omstandigheden van het geval zullen de notaris moeten leiden. Niet kan worden uitgesloten dat
een strikt gescheiden dossierbehandeling voor de notaris aangewezen is
Oude tante van 80, gebracht door haar neef die testament moet maken. Bespreking moet zonder de
neef plaatsvinden. Alleen de testateur mag binnen komen. Er is namelijk te veel mogelijkheid tot
beïnvloeding.
De notaris moet onpartijdig handelen (artikel 17 Wna). Hij mag dus niet partijdig optreden door eerst
een concept akte ter goedkeuring te sturen naar een van de partijen. De notaris moet de partijen
gelijk behandelen. De notaris kan dus niet aan dit verzoek voldoen.
Artikel 45 lid 1: renvooi. Voor het passeren want de wijzigingen worden onderdeel van de akte. Het
afschrift van de akte ziet er dan netjes uit met alle wijzigingen in verwerkt, de minuut blijft op
kantoor.
Artikel 45 lid 2: proces-verbaal van rectificatie en clinical error, kennelijke schrijffouten en misslagen.
Na verlijden van de akte. Op de oorspronkelijke akte moet een aantekening gemaakt worden van het
proces-verbaal. Afschrift is dan weer inachtneming met proces-verbaal en zal dat er weel netjes
uitzien.
Een akte van bekrachtiging van een nietige akte kan alleen als partijen al die tijd in de
veronderstelling waren dat de akte geldig is. Nadeel van bekrachtiging is dan iedereen moet
meewerken, voordeel is dat de akte nu wel geldig is.
Je veronderstelt hier iets, notaris had een gesprek moeten volgen en daaruit kunnen opmaken ik
snap het, of ik heb een tolk nodig. De man staat wel zwak. Geen opmerkingen dat het niet begrepen
is. Notaris heeft niet gesproken met de client? Maar is hij ervan uitgegaan dat hij de Nederlandse taal
machtig is? De client heeft een akte ondertekend zonder te weten wat de inhoud daarvan is. De
notaris heeft een wilscontrolerende taak.
Vraag 12 Hypotheekakte
De notaris moet een akte van hypotheek passeren, waarbij de hypotheekgevers – die thans in India
wonen – bij volmacht worden vertegenwoordigd. De hypotheekvolmacht zal in India worden
ondertekend. Welke vormvoorschriften gelden voor een hypotheekvolmacht? Welke
jurisprudentie is op deze situatie van toepassing? Wat moet de notaris ondernemen om voor een
geldige volmacht te zorgen? Stel dat er geen hypotheekakte per volmacht wordt gepasseerd, maar
een akte van levering. Wat verandert er dan aan het antwoord?
Volgens artikel 3:260 lid 3 BW: de hypotheekvolmacht verleend worden krachtens authentieke akte.
De notaris moet deze dus verlenen.
Zowel volmachtgever als gevolmachtigde moeten aanwezig zijn bij de notaris om de authentieke akte
te ondertekenen voor een geldig hypotheekvolmacht. Als het niet in Nederland lukt kan het in het
buitenland bij een vergelijkbare notaris. Streven naar en volmacht die zoveel mogelijk lijkt op een
notaris naar Nederlands recht.
Als het zou gaan om een akte van levering, is een normale volmacht voldoende. Deze heeft geen
vormvereiste en hoeft niet verleend te worden krachtens hypotheekvolmacht. 3:31 BW: slechts
Nederlandse notaris
Extra opmerking:
Oudere rechten van A: kettingbeding, voorkeursrecht, koopoptie, niet ondertekend. Geen rechten
op levering en die mag je aan voorbij gaan en kan je passeren.
Novitaris 3.4.3: niet expliciet gesproken van een recht van levering, maar heeft A een wettelijke
recht die als sterker recht wordt gezien dan die van C. Een voorbeeld hiervan is een recht op
levering.
Wet voorkeursrecht gemeenten is een wettelijk sterker recht, ook een recht op levering en
vormerkung.
Leerdoelen: Aan het einde van deze week heeft u inzicht in de volgende onderwerpen van de Wet op
het notarisambt (Wna):Het wettelijk kader van het ambtsgeheim; de ratio van het ambtsgeheim;
recht op inzage in het notarieel dossier; geheimhouding van de inhoud van de akten; de
uitzonderingen op de geheimhoudingsplicht; inzage recht BFT en KNB; het verschoningsrecht; de
nadere afbakening van het verschoningsrecht; grenzen aan het verschoningsrecht; het afgeleid
verschoningsrecht; afschriften, uittreksels en grossen van akte; De toepasselijke jurisprudentie
vinden en gebruiken bij het oplossen van een casus of het schrijven van een advies.
Literatuur: Melis/Waaijer, De Notariswet, Kluwer, Deventer; negende druk, 2019, hoofdstukken: 10,
12 en 13
Rabobank/Visser: h 11.2. Vordering moet bestaan ten tijde van het passeren van de akte. Of
toekomstige vordering met grondslag ten tijde passeren uit een bestaande rechtsverhouding.
De boekenclausule hoort hierbij: in de akte moet aangegeven worden hoe je de hoogte van de
vordering gaat bepalen.
Als je via de rechter een executoriale titel kan halen mag het ook via een notariële grosse. Zoals
ontruiming van een woning. Niet alleen geldvorderingen.
Verplichting tot het betalen van een geldsom, verplichting tot het geven van een goed of genot van
een zaak, maar ook verplichtingen om te doen of niet te doen 3:296 BW.
In art. 430 Rv wordt geen onderscheid gemaakt tussen de werking van grossen van enerzijds in
Nederland verleden authentieke akten en anderzijds andere grossen. Daaruit zou men kunnen
concluderen dat als met de grosse van een rechterlijk vonnis andere verplichtingen dan die tot
betaling van een geldsom kunnen worden afgedwongen, reële executie in beginsel ook mogelijk
moet zijn met de grosse van de authentieke akte.
Als met de grosse van een rechterlijk vonnis andere verplichtingen dan die tot betaling van een
geldsom kunnen worden afgedwongen, reële executie in beginsel ook mogelijk moet zijn met de
grosse van de authentieke akte. Daarbij speelt een rol dat de bescherming van de debiteur door de in
art. 3:299 BW genoemde tussenkomst van de rechter, er een is van regelend recht.
De conclusie dat op basis van de grosse van de notariële akte reële executie op gelijke wijze mogelijk
is als op basis van de grosse van een vonnis, ziet zoals gezegd op de gevallen genoemd in art. 3:296
jo. art. 299 BW. Dus op de verplichting tot een geven, tot een feitelijk doen (verrichten) of een
nalaten. Een andere categorie wordt geregeld in art. 3:300 BW, namelijk de reële executie van
verplichtingen tot het verrichten van een rechtshandeling. Gedacht kan worden aan de verplichting
een onroerende zaak te leveren, dus aan een zakelijke overeenkomst. Betwijfeld moet worden of in
dergelijke gevallen van reële executie de grosse van de notariële akte dezelfde rol kan spelen als de
rechter met een vonnis als bedoeld in art. 3:300 BW. In die laatstbedoelde gevallen wordt een op
rechtsgevolg gerichte wil die zich door een verklaring openbaart (art. 3:33 BW), vervangen door een
vonnis
3) Notaris vs de partij, de notaris heeft een fout gemaakt. Als je geheimhoudingsplicht hebt kan je
fouten verbergen.
Onder het verschoningsrecht moet worden verstaan het recht om zich in een gerechtelijke procedure
ten overstaan van de rechter te onthouden van het doen van getuigenis. Het verschoningsrecht is
gegeven omdat het – zwaarwegende – maatschappelijk belang dat de waarheid in rechte aan het
licht komt, moet wijken voor het maatschappelijk belang dat eenieder zich vrijelijk en zonder vrees
voor openbaarmaking van het besprokene om advies en bijstand tot de verschoningsgerechtigden
moet kunnen wenden.
Ogem/notaris Maas (HR 1 maart 1985, NJ 1986/173): In het arrest gaf de Hoge Raad aan dat het
professionele verschoningsrecht toekomt aan de beperkte groep van personen die uit hoofde van de
aard van hun maatschappelijke functie verplicht zijn tot geheimhouding van al hetgeen hun in hun
hoedanigheid wordt toevertrouwd. Voorwaarde voor het professioneel verschoningsrecht is dus een
geheimhoudingsplicht (men vergelijke art. 165 Rv). Voldoende is een enkele geheimhoudingsplicht
evenwel niet. Voor een verschoningsrecht is voorts nodig dat die personen een zodanige functie
hebben dat zij tot geheimhouding verplicht zijn. De notaris zal dus geen gebruik kunnen maken van
zijn verschoningsrecht. De overeenkomst is al gesloten en de koopakte is ten overstaande van de
notaris ondertekend.
Verschoningsrecht alleen voor toevertrouwde informatie in zijn hoedanigheid als notaris. Dit bepaalt
te notaris zelf en is bepaald in Ogem/Notaris Maas.
We veranderen de casus. Stel nu dat partijen hebben onderhandeld en dat de notaris al een concept
van de koopovereenkomst heeft opgesteld. Partijen hebben een vervolgafspraak gemaakt bij de
notaris om over de laatste punten te onderhandelen en daarna de koopakte te ondertekenen. Nog
vóór die afspraak daar is, belt de heer Blanken de notaris en deelt hem in vertrouwen mee dat hij van
de verkoop afziet. Hem is bekend geworden dat de heer Zomers overal schulden maakt. Een bedrijf
dat de heer Zomers een aantal jaren geleden heeft gerund, is volgens de heer Blanken failliet gegaan
door wanbeleid waardoor 5 werknemers hun baan verloren. De heer Blanken wil dat zijn eigen
personeel niet aandoen. De heer Blanken deelt vervolgens schriftelijk – zonder opgaaf van redenen -
aan de heer Zomers mee dat hij van de verkoop van de aandelen afziet (met een kopie aan de
notaris). De heer Zomer meent echter dat er op hoofdlijnen een overeenkomst tot stand is gekomen
en dagvaardt de heer Blanken om zijn verplichtingen na te komen. De heer Blanken vindt dat er nog
geen overeenstemming was. Ook nu wordt de notaris in het geding geroepen om te getuigen. De
notaris wordt in het geding gevraagd of er een overeenkomst tot stand is gekomen en zo ja, wat
daarvan de inhoud is.
b. Geef gemotiveerd aan of de notaris op die vragen moet antwoorden. Vermeld daarbij een
relevant arrest.
In dit geval hoeft de notaris niet de vragen te beantwoorden. De heer Blanken heeft de notaris
bepaalde informatie toevertrouwd.
4e categorie Tomol/van Eijck: Partijen oneens over wel of niet overeenstemming. 13.2.1. De notaris
mag alleen antwoorden of er een rechtshandeling tot stand is gekomen en welke dat dan is. Of er
dus overeenstemming is.
c. Wie bepaalt of de notaris überhaupt op een vraag antwoord moet geven? Noem een arrest
waarin de Hoge Raad die rechtsvraag heeft beantwoord.
NJ 1993/467 (Tomol/notaris Van Eijck): De Hoge Raad leert in het arrest dat uitgangspunt moet zijn
dat ‘het verschoningsrecht van de notaris zich uitsluitend uitstrekt tot datgene waarvan de
wetenschap hem als notaris is toevertrouwd en dat hetgeen hem als notaris is medegedeeld, in
beginsel ook als hem toevertrouwd heeft te gelden.
De notaris die bepaalt het zelf, wat hem is toevertrouwd of niet. Ogem/Maas Arrest.
Ratio achter de verschoningsplicht: dat klanten vrijuit kunnen spreken tegen de notaris. De
geheimhoudingsplicht weegt zwaarder dan de waarheidsvinding bij een conflict voor de rechter. De
waarheidsvinding lijdt onder deze verschoningsrecht. Als de geheimhoudingsplicht zomaar
weggeveegd kan worden bij de rechter dan gaan niemand meet vrijuit spreken.
- Voldoende concrete aanwijzingen zijn dat er een zwaarwegend belang zou kunnen zijn. Bijv
handelingsonbekwaamheid. Wordt lastiger als de arts en notaris al zeggen dat zij geen problemen
zagen met de handelingsbekwaamheid.
Een ander zwaarwegend belang kan het verschoningsrecht verbreken, maar dit is geen makkelijke
zaak.
Vraag 4 Geheimhoudingsplicht
Notaris Van Vleuten vraagt voor zijn cliënt, de heer Born, verre neef van erflater, een afschrift van
het testament van erflater bij een collega notaris De Bruin op. Mag De Bruin het afschrift zonder
meer afgeven?
Artikel 49 lid 1 sub c Wna: erfgenamen.
Artikel 49 lid 2 Wna: erfelijke aanspraak heeft verloren.
De mensen in 49 vragen om een afschrift. Als die mensen zich bij jou melden, mag de notaris dit dus
vragen aan de andere notaris. Verordening collectief ambtsgeheim: als de heer Born onder 49 Wna
valt mag hij dit vragen aan De Bruin. Van Vleuten checkt of hij erfgenaam is. Overlijdensakte, CTR
kijken wat het laatste testament is, en dan als notaris bekijken of Born erin staat. Aan de Bruin
vragen of een afschrift van testament en die alleen geven als Born in het testament staat, of voldoet
aan de vereisten van artikel 49.
Met enige regelmaat wordt na het overlijden van de testateur door nabestaanden gevraagd om
inzage van het dossier, bijvoorbeeld omdat zij menen dat de testateur bij het opstellen van de
uiterste wil wilsonbekwaam was. Daarbij wordt (ook) een beroep gedaan op art. 843a Rv. Bij
dergelijke verzoeken past de notaris meer terughoudendheid: zo’n opdracht heeft bij uitstek een
vertrouwelijk karakter, waarbij inzage pas als laatste optie in beeld komt.
Vraag 5 Geheimhoudingsplicht
Martijn is gehuwd met Agnes. Voor hun huwelijk hebben ze huwelijksvoorwaarden gemaakt bij akte
voor notaris Onderwel verleden. Partijen hebben een geschil over de uitleg van een artikel uit die
akte. Martijn vraagt bij notaris Onderwel inzage in het dossier van de huwelijksvoorwaarden. De
notaris weigert op grond van zijn geheimhoudingsplicht. Heeft de notaris gelijk? Geef een
nauwkeurige afweging van de betrokken argumenten.
Nee, de notaris heeft geen gelijk. Martijn vraagt inzage in zijn eigen huwelijkse voorwaarden. De
geheimhoudingsplicht is hier niet van toepassing omdat het om Martijn zijn eigen huwelijkse
voorwaarden gaat. Daarbij vraagt hij om inzage omdat er een geschil is tussen beide partijen.
Gespreksverslagen met de vrouw mogen niet gezien worden. De stukken die over Martijn gaan en
over hen samen die mogen wel gezien worden. In een dossier kunnen stukken zitten die alleen op de
vrouw zien, die mag hij niet inzien. Het is de notaris toevertrouwd en dus geheimhoudingsplicht.
Niet in 49 voor, hij mag niets inzien. De neef zegt ik loop de erfenis mis en beroept zich od, notaris
zegt geheimhoudingsplicht (26 maar 2014 hof Leeuwarden BZ660). Onder omstandigheden inzien,
maar moet je een zwaarwegend belang hebben. Het Hof heeft geen derde er bij gehaald die gaat
inzien. Maar gezegd stel je voor (veronderstellen) dat jij gelijk hebt, zou je dan schade hebben door
een OD, die een inbreuk rechtvaardigt op de geheimhoudingsplicht. Als dit namelijk niet zo is dan is
er geen zwaarwegend belang en verschoningsrecht. Als dit wel zo is dan geheimhoudingsplicht
doorbroken en dus geen verschoningsrecht.
Hebben versterferfgenamen recht op een afschrift van een herroepen testament? HR in NJ 1982/423
(notaris Pons/Erven Ouwendijk)
Sprake van twee strijdige normen. De testateur heeft recht op geheimhouding, ook na zijn overlijden.
Dat wordt niet anders doordat zijn erfgenamen, of degenen die dat geweest zouden zijn indien het
beoogde testament zou zijn gepasseerd, geen prijs stellen op geheimhouding. Anderzijds is er de
norm dat een cliënt recht heeft op een correcte dienstverlening, die voortvarend ter hand genomen
wordt. Een norm die ook strekt ter bescherming van degenen die bij het opmaken van het testament
erfgenamen zouden zijn geweest. Het bijzondere aan de casus is dat degene die recht heeft op
geheimhouding (de testateur), niet dezelfde is als degenen die ageren wegens mogelijke
wanprestatie uit hoofde van de overeenkomst van opdracht, die de testateur met de notaris aanging.
Het mag niet zo zijn dat de notaris straffeloos zijn plichten verwaarloost, dit moet getoetst kunnen
worden. Is dat laatste belang het waard om de geheimhoudingsplicht in casu te doorbreken? Ik meen
dat de notaris in ieder geval openheid zal moeten geven over de vraag of hij contact heeft gehad met
de erflater. Dit lijkt mij geen vertrouwelijke kwestie. Verstrekkender is of hij mededelingen moet
doen naar aanleiding van de vraag of hij een opdracht tot het opmaken van het testament heeft
gekregen en wat de gewenste inhoud van het testament was.
A fortiori dient de notaris zich te onthouden van mededelingen over de vraag of het erflaters
bedoeling was die familieleden in het testament te bedenken. Maar wordt het dan niet onmogelijk te
bezien of de notaris zich voldoende van zijn taak heeft gekweten door het ontwerpen van het
testament met voortvarendheid ter hand te nemen? Moet het belang om wanprestatie van de
notaris aan het licht te brengen dus wijken? Blijkens jurisprudentie is door de tuchtrechter een
uitweg gezocht doordat deze de notaris in kwestie opdraagt om het dossier ter inzage te geven aan
een deskundige derde (bijvoorbeeld een ringvoorzitter). Die derde dient dan te bezien of de notaris
met de vereiste zorgvuldigheid heeft gehandeld zonder dat deze daarbij meer openbaart dan
noodzakelijk in het kader van de geheimhouding.6 Deze oplossing staat echter op gespannen voet
met het procesrechtelijke beginsel van hoor en wederhoor in de tuchtrechtprocedure
Vraag 8 Geheimhoudingsplicht
De cliënt heeft voor notaris Zwart al enkele malen zijn testament herzien. In januari 2012 tekent hij
opnieuw een testament. Niet lang daarna overlijdt hij. Zijn zusters heeft hij onterfd. De zusters
menen dat er duidelijke aanwijzingen bestaan dat hun broer ten tijde van het maken van het
testament niet wilsbekwaam was. De notaris heeft na het overlijden een van de zusters
geïnformeerd over het vorige testament van erflater, hetgeen de notaris, vinden de zusters, wegens
haar geheimhoudingsplicht niet had mogen doen. De notaris verweert zich. Zij zegt dat de erflater bij
de bespreking van de testamentwijziging de indruk van ‘capabel en vastberaden’ had gemaakt. Zij
had daarom geen enkele twijfel gehad omtrent de wilsbekwaamheid van de testateur en zij heeft
geen aanleiding gevonden om verder het Stappenplan beoordeling wilsbekwaamheid toe te passen.
Zij heeft na het overlijden een gesprek met een van de zusters gehad. In dit gesprek heeft zij gepoogd
duidelijk te maken hoe de situatie zou zijn geweest als het omstreden testament niet tot stand zou
zijn gekomen. In dit verband heeft zij de zuster ingelicht over het vorige, dus herroepen, testament
van haar broer. Zij verklaarde tegenover de kamer dat zij vond dat zij de familie moest inlichten over
de mogelijkheden die er open stonden en verder dat zij met de erfgenaam hierover overleg had
gepleegd. Mocht de notaris mededelingen doen over het herroepen testament?
Aan hem toevertrouwd valt onder geheimhoudingsplicht. Een herroepen testament valt hieronder.
Die mag je niet zomaar prijsgeven, tenzij er een gedeeltelijke herroepping bestaat. Over een
herroepen testament mag je niet zomaar wat vertellen, er moet een zwaarwegend belang zijn.
Variatie Erven/ouwendijk. Boek 12.5.4: tuchtrechter geeft waarschuwing omdat hij vrijwillig
informatie geeft en zijn geheimhoudingsplicht doorbreekt. De testateur heeft recht op
geheimhouding, ook na zijn overlijden.
Artikel 49 lid 1 sub c afschrift. Saisine: zij zet de partij bij de akte voort en mag dus hierdoor een akte
opvragen van de akte. Als hij het zelf bij leven had mogen aanvragen dan mag zij het nu ook. Als
erfgenaam mag je alle afschriften vragen die erflater tijdens leven ook had kunnen aanvragen.
b. Moet de notaris zwijgen als hij door Gert wordt gevraagd of Hermien om het afschrift heeft
gevraagd? Gebruik voor uw beantwoording een arrest.
In hoedanigheid van de notaris toevertrouwd. Zij vraagt of hij dat niet verteld aan Gert. Dus valt
onder zijn geheimhoudingsplicht. Als zij het niet had vermeld, moet je het zelf als notaris aanmerken
als toevertrouwd. (Ogem/Maas).
Vraag 10 Geheimhoudingsplicht
De tante van klaagster (hierna: de erflaatster) is op 20 maart 2013 overleden. Haar testament is in
maart 2007 voor de notaris verleden. Op 6 februari 2007 schreef erflaatster aan de notaris dat zij al
haar sieraden aan klaagster wenst na te laten. Zij vroeg de notaris of haar brief als codicil kon worden
aangemerkt en of deze brief bij haar testament kon worden gevoegd. Volgens de notaris heeft hij
deze brief beantwoord en heeft hij haar meegedeeld dat de brief geen geldig codicil is. Erflaatster
onderneemt verder geen actie met betrekking tot het opstellen van een geldig codicil. Klaagster en
haar advocaat hebben de notaris sinds het overlijden van erflaatster meermalen verzocht inzage te
verschaffen in de brief alsmede in het testamentair dossier van de erflaatster. De notaris heeft
geweigerd aan dit verzoek te voldoen, met een beroep op zijn geheimhoudingsverplichting en onder
verwijzing naar artikel 49 van de Wna. Klaagster verwijt de notaris dat hij haar in strijd met zijn
informatieplicht geen inzage in het testamentair dossier van erflaatster verschaft. Heeft de notaris
gelijk? Hoe kan er duidelijkheid komen of de notaris juist heeft gehandeld in het dossier?
Spanning tussen notaris die al dan niet een fout heeft gemaakt en met zijn geheimhoudingsplicht kan
beschermen door geen inzage te geven. Door de fout zichtbaar te laten maken schendt hij zijn
geheimhoudingsplicht. Artikel 49 lid 2: stukje van het testament alleen zien, in beginsel geen inzage.
Als het codicil wel was gemaakt dan had zij een concreet belang. Zonder deze papieren kan zij niet
aantonen dat hij een fout heeft gemaakt.
Blijkens jurisprudentie is door de tuchtrechter een uitweg gezocht doordat deze de notaris in kwestie
opdraagt om het dossier ter inzage te geven aan een deskundige derde (bijvoorbeeld een
ringvoorzitter, notaris: expertise en geheimhoudingsplicht). Die derde dient dan te bezien of de
notaris met de vereiste zorgvuldigheid heeft gehandeld zonder dat deze daarbij meer openbaart dan
noodzakelijk in het kader van de geheimhouding. Fout gemaakt? Komt dan aan het licht, geen fout
gemaakt dan is de geheimhoudingsplicht niet geschonden! Deze oplossing staat echter op gespannen
voet met het procesrechtelijke beginsel van hoor en wederhoor in de tuchtrechtprocedure
Andere route zie vraag 7.
Leerdoelen: Aan het einde van deze week heeft u inzicht in de volgende onderwerpen: De
verplichte notariële tussenkomst met het oog op criminaliteitsbestrijding; criminaliteit en
dienstweigering van de notaris; strijd tegen het witwassen (en financieren van terrorisme)
(WWFT); criminaliteitsbestrijding en geheimhouding; justitiële opsporingsbevoegdheden en het
verschoningsrecht; De toepasselijke jurisprudentie vinden en gebruiken bij het oplossen van
een casus of het schrijven van een advies.
Vraag 1 Criminaliteit
Ten overstaan van notaris N heeft op in december 2010 een transactie plaatsgehad waarbij aandelen
in een BV voor € 1 werden overgedragen aan een vennootschap gevestigd in Liechtenstein (fiscaal
voordeel). Tegelijkertijd werd een vordering die de BV had ter waarde van ruim € 75.000, voor €
10.000 verkocht en gecedeerd aan een andere BV van de koper waarna de koopsom van de
vordering werd kwijtgescholden. Wat had of zal notaris N in dit geval moeten doen?
Melding doen van een ongebruikelijke transactie artikel 16 Wwft aan het FIU (Financial intelligence
Unit). En zijn dienst moeten weigeren artikel 21 lid 2 Wna.
Schuldeisers te benadelen, zoals de bank of belastingdienst. Vragen naar het doel van de transactie?
Waarom de vordering voor zo goedkoop wordt verkocht. Sprake van witwassen.
Hoofdzaak = UBO
De UBO: uiteindelijke belanghebbende, je moet als notaris je best doen om te achterhalen wie de
uiteindelijke UBO is. (Inspanningsverplichting).
PEP: Political exposed person: Zoals ministers, regeringsleiders, kijken of iemand hierachter zit. Via
de Pep kan de crimineel geld naar boven gebracht worden. Daar moet je naar op zoek gaan
Wat moet de notaris doen: Nader onderzoek doen (stappenplan Wwft), voldoende tijd nemen om
gegevens te achterhalen. Vragen naar legitieme redenen. En een heel goed gespreksverslag maken.
Als er geen bevredigend antwoord is dan moet je dienstweigeren artikel 21 lid 2 Wna. Je mag niet de
klant vertellen dat je melding hebt gedaan.
Bij bank eerst onderzoek doen WWFT voor het aannemen. Bij de notaris mag je eerst een gesprek
aangaan en dan onderzoek doen, artikel 39 WWFT.
Vraag 2 Criminaliteit
Mevrouw De Haan die 91 jaar oud is, verkoopt en levert haar woning voor een bedrag van € 100.000
in september 2004. De koper, de heer W verkoopt en levert de woning door in december 2004 voor
een koopsom van € 125.000 aan X die vervolgens in januari 2005 de woning doorverkoopt en levert
voor een bedrag van € 250.000 aan Y, die in februari 2005 de woning tenslotte voor € 325.000
verkoopt en levert aan Z. Alle leveringen vinden plaats op kantoor van notaris N. De makelaar die bij
de laatste transactie betrokken is, biedt de notaris een deel van de winst uit de laatste verkoop. De
notaris neemt het geld niet aan. Later is het geld dat aan de notaris geboden is, overgemaakt aan de
zwager van de notaris. Wat zal de notaris in een dergelijk geval moeten doen?
ABCD-transactie. De prijsverhoging ik korte tijd is een subjectieve indicator. Vragen stellen,
schriftelijke verklaringen krijgen van partijen. Waarom is er sprake van een prijsverhoging?
Bestemmingsplanwijziging, opgeknapt, veranderen van standsdeel, een wijk die hip wordt. Een koper
die onnozel is, of wanhopig om een huis te verkrijgen. De haan wil snel verkopen? IN dit geval de
eigen gereedheid van de verkoper. Die wilde dit zelf snel verkopen en dit bedrag ervoor krijgen.
Kan de Haan wel haar wil verklaren met 91 jaar? Stappenplan wilsbekwaamheid uitvoeren.
Vraag 3 Criminaliteit
Erflaatster geeft een gesloten enveloppe aan de notaris in bewaring met de mededeling dat de
enveloppe pas mag worden geopend na haar overlijden. De notaris opent de enveloppe niet en
bewaart de enveloppe in een dossier. Na het overlijden van erflaatster opent hij de enveloppe.
Daarin heeft erflaatster beschreven dat zij een van haar kinderen wil onterven. De andere kinderen
dienen een klacht in tegen de notaris. Wat zal de klacht inhouden? Heeft u advies aan de notaris
hoe hij deze zaken in het vervolg moet behandelen?
De notaris hadden moeten vragen of de brief informatie bevat over erfstellingen. En uitleggen dat
deze in de vorm van testament opgemaakt moeten worden. In het vervolg moet hij dus doorvragen
naar de wil van erflaatster, nu kan die namelijk niet meer gevolgd worden.
Je mag niet zomaar gesloten enveloppen aannemen. Je moet weten wat er wordt opgenomen.
Artikel 48 ld 1 Wna. Hij is verplicht hiervan kennis te nemen. Hij had dienst moeten weigeren en
zeggen ik neem hem niet aan. De enveloppe moet opengemaakt worden, dan is er sprake van een
depot-akte. De datum heeft dan ambtelijke bewijskracht.
Lid 2: redelijk belang? Erfstelling is geen belang omdat dit niet geldig is. Dus moet er gewoon een
testament gemaakt worden.
Vraag 4 Criminaliteit
Peter heeft een algehele volmacht van zijn moeder Griet gekregen die in een notariële akte verleden
voor notaris De Lange is opgenomen. Peter overlegt een afschrift van de volmacht aan notaris
Vandewegge en verzoekt hem een hypotheekakte te verlijden, waarin hij namens zijn moeder €
100.000 leent en waarbij op het huis van zijn moeder Griet een hypotheek wordt gevestigd. De
notaris voldoet aan het verzoek en hij maakt bovendien het geleende bedrag op verzoek van Peter
gedeeltelijk over aan Peter en voor het overige aan een schuldeiser van Peter. Als Griet erachter
komt wat Peter met de volmacht heeft gedaan is ze woedend, en ze spreekt Peter maar ook de
notaris aan over zijn handelen. Notaris Vandewegge verdedigt zich met de stelling: de volmacht was
in een notariële akte opgenomen, dus ik hoefde aan de geldigheid van de volmacht en de
bevoegdheid van Peter niet te twijfelen. Wat zijn uw bedenkingen over de stelling van de notaris?
Het gaat hier ook niet om de geldigheid van de volmacht, je moet af kunnen gaan op het werk van de
notaris. Moeder Griet uitnodigen en vragen wat zij zou willen. Maar of Peter met de Volmacht van
zijn moeder wel in het belang van zijn moeder handelt. In dit geval gaat Peter een lening aan in zijn
belang waarbij het recht van hypotheek op het huis van zijn moeder rust. Het geld is niet voor de
hypotheekgever maar komt toe aan Peter en de schuldeisers van Peter. Dus het is goed om even te
achterhalen of Griet het goed vindt dat dit geld Peter ten goede komt.
Concept-akte stuur je naar de partijen en dus ook naar Griet. Er bij zetten dat geld naar Peter gaat en
niet naar Griet. Dan heb je haar geïnformeerd en kijken of ze reageert. Anders achteraan bellen of
mailen. Ze mag niet afzien van het concept, dit moet zij ontvangen, hoort bij je informatieplicht.
Mag je geld uitboeken naar een schuldeiser? Niet zomaar naar schuldeisers!
Bijdrage aan rechtszekerheid: vaststellen dat degene die voor jouw zitten bevoegd zijn.
3:62 lid 1 BW: Een algemene volmacht strekt zich slechts uit tot daden van beschikking (vervreemden
en bezwaren), indien schriftelijk en ondubbelzinnig is bepaald dat zij zich ook tot die daden uitstrekt.
Onder algemene volmacht wordt verstaan de volmacht die alle zaken van de volmachtgever en alle
rechtshandelingen omvat, met uitzondering van hetgeen ondubbelzinnig is uitgesloten.
Vraag 5 Criminaliteit
De zevenentachtigjarige heer A koopt een woning. Voordat de notaris de akte van levering op 12
oktober 2007 passeert, meldt zijn boekhouder hem dat de koopsom door het kantoor is ontvangen.
Bij het passeren van de akte wordt A vergezeld door mevrouw B, vier- of vijfentachtig jaar oud. In
november 2007 wordt B opgenomen in een verpleeginrichting voor demente patiënten en in januari
2008 komt zij te overlijden. Haar erfgenaam, de heer E, vordert van A de som van 187.000 euro,
zijnde het bedrag dat B op de rekening van de notaris had gestort ter gedeeltelijke betaling van de
koopsom. A werpt tegen dat dit bedrag door B aan hem is geschonken. Hij weigert het terug te
betalen. In de hierop volgende rechtbank-procedure wordt A in het ongelijk gesteld. Korte tijd nadat
de rechtbankvonnis heeft gewezen, overlijdt ook A. Zijn erfgenamen aanvaarden de nalatenschap
beneficiair en zijn niet bereid om overeenkomstig het vonnis te handelen. Hierop dient E een klacht
in tegen de notaris, stellende dat:
a. de notaris de herkomst van de gestorte koopsom niet heeft gecontroleerd en daarom
onvoldoende zorgvuldigheid heeft betracht;
b. de notaris ten onrechte niet met betrekking tot B het stappenplan Wilsbekwaamheid heeft
toegepast; en dat hij door deze handelwijze schade heeft geleden. De kamer vraagt de notaris
schriftelijk om een reactie. De notaris laat dit verzoek onbeantwoord. Hij wordt opgeroepen voor de
zitting van 23 juni 2011, waarop hij laat weten dat hij dan met vakantie zal zijn. Om het beginsel van
hoor en wederhoor recht te doen, geeft de kamer hem alsnog gelegenheid tot reageren, hetgeen hij
op 15 juni 2011 doet. Wat vindt u van deze gang van zaken?
De notaris had na moeten gaan waarom B een gedeelte van de koopsom zou willen betalen. Wat
heeft hij eraan? Wordt hij mede-eigenaar? Zijn zij familieleden? Goede vrienden? Een schenking van
deze hoogte is zeer ongebruikelijk, vooral op oude leeftijd. Wat ook opvalt is dat zij precies een
maand later wordt opgenomen als demente patiënte. Is de notaris helemaal niets opgevallen? Dat zij
dement was?
Nagaan wat de herkomst van de gelden zijn. Als zij al dement was, dan dienstweigeren omdat zij haar
wil niet kan bepalen. Stel ze is heel helder, vragen onder welke titel het geld gegeven is. Schenking?
Eerst een akte van schenking verlijden en belastingaangifte doen en heeft A haar financiering niet
rond. Of geldlening? Dan ook een geldleningsovereenkomst sluiten, rente afspraken? Recht van
hypotheek op het huis vesteigen voor zekerheid van A.
1) wilsbekwaam? Ja mooi, nee dienstweigering artikel 21 lid 2!
2) onder welke titel? Schenking, geldlening, natuurlijke verbintenis, aflossen van een
schuldvordering, fout in de koopakte dat B ook mede-eigenaar wordt. Dan kan de koop ook niet
doorgaan omdat de akte niet klopt.
De notaris wist niet dat het geld van iemand anders afkomstig was. Vroeg aan de boekhouder of het
geld aanwezig was en dat was ook zo. Maar had niet de aard van de geldverstrekking achterhaald.
Vraag 6. Criminaliteit
Op een dag heeft u als notaris een bespreking met de heer X en mevrouw Y. Ze vertellen u dat ze
sinds enige jaren ongehuwd samenwonen. De vrouw is destijds zonder enige eigen roerende zaken
mee te brengen bij de man ingetrokken. Er zijn veel antieke meubelen en schilderijen aanwezig in de
gezamenlijke woning, die een behoorlijke waarde vertegenwoordigen. Aangezien de man
ondernemer is, en het op het ogenblik niet heel goed gaat in zijn onderneming, willen partijen
voorkomen dat schuldeisers van de man zich op de inboedelgoederen en kunstvoorwerpen kunnen
verhalen. Partijen willen daarom dat u voor hen een zogenaamde vaststellingsovereenkomst maakt
waarin zij over en weer verklaren dat alle inboedelgoederen en kunstvoorwerpen eigendom van de
vrouw zijn. U vermoedt dat alle inboedelgoederen en kunstvoorwerpen die thans in de gezamenlijke
woning aanwezig zijn, oorspronkelijk door de man zijn ingebracht. De vrouw heeft bij uw weten nooit
enig eigen inkomen of vermogen gehad. Partijen dringen zeer aan op het passeren van de akte en
dreigen met een klacht en een vordering voor geleden schade als u dat niet spoedig doet.
Geef goed gemotiveerd aan hoe u met de situatie omgaat en of u uiteindelijk wel of niet de
gevraagde akte passeert.
Door de eigendommen in een vaststellingsovereenkomst te bepalen dat deze van Y zijn wilt X zijn
goederen onthouden van mogelijk verhaal van schuldeisers. Schuldeisersbenadeling? De schuldeisers
of zelfs erfgenamen kunnen later voor moeilijkheden zorgen. Niet passeren.
Mag je als notaris iets vastleggen wat niet overeenkomstig de juridische werkelijkheid is. NEE. En
mag je niet meewerken aan het creëren van bewijs, door de spullen op de naam van de vrouw te
zetten. De cliënten zullen naar een andere notaris gaan en het verhaal wijzigen. En zo toch aan hun
akte komen.
Leerdoelen: Aan het einde van deze heeft u inzicht in de volgende onderwerpen van de Wet op het
notarisambt (Wna):de notaris in internationaal perspectief; klachten over de notaris;
beroepsaansprakelijkheid; tuchtrecht; extern preventief toezicht. De toepasselijke jurisprudentie
vinden en gebruiken bij het oplossen van een casus of het schrijven van een advies.
Literatuur: Melis/Waaijer, De Notariswet, Kluwer, Deventer; negende druk, 2019, hoofdstuk: 27- 33
Jurisprudentie: zie weekschema
Hoofdzaken: 2, 3,4, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 18, 21, 22, 23, 24, 28, 29, 30, 31, 33
Bijzaken: 1 (wel begrip Latijns notariaat), 5, 15, 16, 17, 19, 20, 25, 26, 27, 32,
Voor bepaalde werkzaamheden is er voor de cliënt geen andere keus dan het inroepen van de
bijstand van de notaris. Hij heeft het domeinmonopolie voor het verrichten van bepaalde diensten.
Dat schept vanzelfsprekend verantwoordelijkheid voor de notaris. Voor fouten die de notaris maakt,
zal hij aangesproken moeten kunnen worden.
Naar ik meen is exoneratie door de notaris niet per definitie uitgesloten, ook niet voor de wettelijke
werkzaamheden en daarmee samenhangende werkzaamheden. Naast ambtenaar is de notaris
ondernemer. Als ondernemer is hij zelf, en uitzonderingsgevallen daargelaten niet de overheid,
verantwoordelijk voor zijn bedrijfsvoering. In dat verband is risicobeperking in de vorm van beperking
van aansprakelijkheid aanvaardbaar, net zoals die risicobeperking bij andere vrije
beroepsbeoefenaars wordt aanvaard. Bedacht zal moeten worden dat ook een categorische
uitsluiting van de mogelijkheid tot vrijtekening belangrijke schaduwkanten zou hebben, zoals een
zodanig risicomijdend gedrag dat daardoor het voortvarend rechtsverkeer wordt belemmerd
Hoofdstuk 28.2.4
Geen exoneratie voor niet uitvoeren titelrecherche. Dus zelf moedwillig wettelijke taken niet doen.
Als een klant iets wil op grond van wettelijke taken, dan kan je je wel exonereren, maar wel op het
randje van dienstweigering. Alleen exonereren voor bedragen boven het bedrag van de
aansprakelijkheidsverzekering.
a. Welk zelfstandig bestuursorgaan houdt met ingang van 1 januari 2013 het extern preventief
toezicht op de naleving door (toegevoegd) notarissen en kandidaat-notarissen van het bepaalde bij
of krachtens de Wet op het notarisambt?
Hoofdstuk 31
De belangrijkste wijziging in dit kader is dat met ingang van 2013 het algemene toezicht is
overgedragen van de kamer van toezicht naar het BFT. Het toezicht van de ambtenaren van de
Belastingdienst zou ik gezien art. 111c Wna niet langer als zelfstandig toezicht beschouwen. De
ombudsman is door middel van art. 16a Wna buiten spel gezet. De taak van de ringvoorzitter is
overgegaan naar de geschillencommissie.
De taak van het BFT wordt in art. 110 Wna omschreven: het BFT is verantwoordelijk voor het toezicht
op de naleving door (toegevoegd) notarissen en kandidaat-notarissen van het bepaalde bij of
krachtens de Wet op het notarisambt.
b. Geef gemotiveerd aan wat de twee belangrijkste redenen zijn om dat preventief toezicht vanaf 1
januari 2013 door dat bestuursorgaan te laten uitoefenen.
- Kritiek op de tuchtrechter als enerzijds rechtsspreken college en anderzijds algemeen
toezichthouder. Degenen die vanwege de kamer betrokken waren bij het toezicht, mochten vanwege
de eisen van onpartijdigheid en onafhankelijkheid niet ook betrokken zijn als tuchtrechter bij de op
het toezicht volgende tuchtrechtspraak. Ondanks die maatregelen werd de scheiding als gekunsteld
en onzuiver beschouwd. Kamer voor notariaat was een soort van OM en rechter tegelijkertijd.
- Ook werd toezicht uitgeoefend door de KNB voortvloeiend uit haar wettelijke opdracht; dat uitte
zich onder andere in de intercollegiale kwaliteitstoetsing. Er was de toetsing door de Minister van
Justitie van onder meer door de KNB opstelde verordeningen. De ringvoorzitter trad mede op bij
declaratiegeschillen. En omdat de notaris als bestuursorgaan kwalificeert, werd ook de toegang tot
de nationale ombudsman mogelijk geacht. Dat alles was wel heel veel van het goede. Er ontstond
een roep tot herijking van de diverse toezichtsmogelijkheden. Onder het oude recht was het toezicht
heel versplinterd.
kantoor. De depotakte wordt uit de kluis gehaald, en inderdaad: het rijbewijs zit tussen de
gedeponeerde papieren. De notaris weigert het rijbewijs terug te geven. Hij deelt mee, dat hij
daartoe niet bevoegd is. Mevrouw Peters is boos op de notaris. Ze raadpleegt een collega-notaris om
zijn oordeel te vragen. Ze zijn het met elkaar eens dat er bij het opmaken van de depotakte
onzorgvuldig is gehandeld. Mevrouw Peters is voornemens een klacht in te dienen tegen de
notaris. Zijn zowel mevrouw Peters als de collega-notaris ontvankelijk als ze elk een klacht indienen
bij de Kamer van het notariaat over het handelen van de bewuste notaris?
Artikel 99 lid 1 Wna: klachten tegen de notaris kunnen door een ieder met enig redelijk belang
worden ingediend bij de kamer voor het notariaat. De heer peters heeft sowieso een belang omdat
hij verzocht heeft de depot-akte op te maken en hij kan klagen. Er kan gesteld worden dat mevrouw
Peters ook een redelijk belang heeft omdat het gaat om haar rijbewijs die zij niet terug krijgt van de
notaris. De college notaris heeft geen enkel belang en mag dus geen klacht indienen.
De notaris kan een klacht indienen wanneer het gaat om de goede naam en eer van het notariaat.
Wel week 1 wanneer het ging om offertes, hier heeft de notaris geen redelijk belang bij de fout van
de notaris.
De notaris is geen partij bij de akte en mag dus geen bedingen over zichzelf in een akte opnemen.
Eer en waardigheid/aanzien van het ambt mag niet worden geschaad door de handelingen van de
notaris. Dit legt beperkingen op. Artikel 1 verordening beroeps en gedragsregels (printen en
meenemen tentamen). Dus de consequentie dat ze de klacht mogen laten vallen is niet toegestaan.
Maar de notaris heeft wel een opschortingsrecht als de nota niet betaald wordt. Dossierstukken,
afschriften etc mogen dan worden gehouden.
Wanneer de klacht is ingediend: Art. 99 lid 21 Wna bepaalt dat een klacht slechts kan worden
ingediend gedurende drie jaren na de dag waarop de klachtgerechtigde van het handelen of nalaten
van een notaris of kandidaat-notaris dat tot tuchtrechtelijke maatregelen aanleiding kan geven,
kennis heeft genomen. Wordt de klacht na verloop van die drie jaar ingediend, dan moet in de regel
een niet-ontvankelijkheid-verklaring volgen. Het is vaste jurisprudentie van de Notariskamer dat voor
het begin van die termijn niet doorslaggevend is het moment dat de klager tot de conclusie is
gekomen dat dit handelen of nalaten onjuist is. Binnen drie jaren na passeren van de akte moet er
geklaagd worden. In dit geval is er na 4 jaar geklaagd en is de klacht dus niet ontvankelijk.
VERPLICHTE JURISPRUDENTIE:
De Hoge Raad benadrukt dat een relevante factor voor het bepalen van de aansprakelijkheid van de
notaris was ‘dat de notaris van doen had met een gespecialiseerde bank onder een directie die –
naar de notaris in beginsel mocht aannemen – met name op het onderhavige terrein over voldoende
deskundigheid en informatie beschikte en de belangen van de bank naar beste weten behartigde,
en die bovendien onder intern en extern toezicht stond.
Mede gezien hetgeen ingevolge art. 25 Wet op het Notarisambt geldt inzake de algemene notariële
kwaliteitsrekening, moet ook bij een bijzondere notariële kwaliteitsrekening worden aangenomen
dat de gezamenlijke rechthebbenden deelgenoot zijn in een gemeenschap als bedoeld in art. 3:166
lid 1 BW die het recht op uitkering van het gedeponeerde bedrag omvat. De deelgenoten hebben
bij de verdeling van deze gemeenschap een voorwaardelijk recht op toedeling van de door de notaris
beheerde vordering op de kredietinstelling; wordt een deelgenoot failliet verklaard, dan valt dat
voorwaardelijk recht in diens faillissement.
9.HR 5 oktober 2001, ECLI:NL:HR:2001:ZC3665 (Testament zonder jaartal van passeren)Vormfout bij
uiterste wil. Clerical error. College 2-3.
HR veegt de sanctie van nietigheid van tafel, van artikel 40 lid 4. ‘Geen beroep op deze
vernietigingsgrond kan worden gedaan, indien op andere wijze dan uit het testament zelf met de in
een geval als dit vereiste hoge mate van zekerheid komt vast te staan in welk jaar het testament is
verleden.’ Nu kennen wij het artikel om kennelijke misslagen en spelfouten te herstellen. Naar huidige
inzichten moet het niet tot nietigheid leiden maar tot vernietigbaarheid, is wenselijk volgens de
literatuur en komt tot uitdrukking in nieuwe boek 4.
Geen beroep op vernietigbaarheid als op andere wijze dan uit het testament zelf het jaartal
achterhaald kan worden. Op dezelfde dag weduwe en erflater testament gemaakt, op een factuur.
Deze omstandigheden meegenomen maakt het dat het met redelijke mate van zekerheid gesteld kan
worden dan de datum klopt. (maand, dag, jaar).
In het arrest NJ 2002/410 gaf de Hoge Raad aan dat ondanks het ontbreken van het jaartal in het
notarieel testament een beroep op vernietigbaarheid niet aanvaard kon worden indien op andere
wijze dan uit het testament zelf met de in een geval als dit vereiste hoge mate van zekerheid toch
komt vast te staan in welk jaar het testament is verleden.
11.HR 13 januari 2006, ECLI:NL:HR:2006:AU3712 (‘Open deurtje’) Vormfout bij uiterste wil.
Verhouding tuchtrecht/civiele recht. College 2-3.
Arrest dat in 1990 buiten de aanwezigheid van getuigen is getekend geldig nietig of vernietigbaar?
Ingevolge art. 985, 986 en 1000 BW (oud) dient een openbaar testament op straffe van nietigheid te
worden verleden ten overstaan van een notaris in het bijzijn van twee getuigen. Bij het
ondertekenen van het testament van erflater in de onderhavige zaak zijn de getuigen niet
daadwerkelijk aanwezig geweest. Er was sprake van een ‘open deurtje’: de getuigen zaten in een
aangrenzende kamer hun werk te doen. De deur tussen beide kamers stond open en bovendien was
de intercom ingeschakeld, aldus de notaris. Is het testament geldig? De Hoge Raad oordeelt dat, in
een geval als het onderhavige, het testament noch nietig, noch vernietigbaar is. Kortom: het
testament is geldig. Reeds in 1971 is de aanwezigheid van getuigen bij alle notariële akten
afgeschaft. Het voorschrift bleek weinig nut te hebben. Het vereiste is destijds slechts gehandhaafd
voor testamenten. In het huidige erfrecht is de getuigplicht vervallen. De wet laat voorts toe dat de
notaris een testament in onderhandse vorm in bewaring neemt. De wilscontrolerende functie wordt
voldoende gewaarborgd geacht door de notariële tussenkomst. Bovendien wordt door het vereiste
van de aanwezigheid van getuigen de wilscontrolerende functie niet op een enigszins zinvolle wijze
behartigd. Chicaneuze procedures zouden het gevolg kunnen zijn van formaliteiten als waarover hier
wordt geprocedeerd.
Uit de arresten blijkt dat volgens de Hoge Raad zuinig met de sanctie van nietigheid dient te worden
omgegaan. Ook werd duidelijk dat een beroep op vernietigbaarheid niet per definitie leidt tot
nietigheid. Onder omstandigheden zal dat beroep door de rechter niet worden gehonoreerd
bewijskracht hechten die hem goeddunkt. Het hof heeft uit het oog verloren dat het te leveren
tegenbewijs geslaagd mag worden geacht als op grond daarvan het door de akte geleverde bewijs is
ontzenuwd.
13.HR 12 juni 2009, ECLI:NL:HR:2009:BH4723 (St. Trustee Ilias) Zwaarwegende zorgplicht van de
notaris jegens degene die aan hem gelden toevertrouwt met een betalingsopdracht. College 1-3.
De notaris maakt een bedrag dat aan een stichting toekomt, niet over naar de stichting, maar, op
instructie van een bevoegde bestuurder van de stichting, naar privérekeningen van de bestuurder en
zijn zuster.
Het oordeel van het hof komt erop neer dat de notaris in die omstandigheden rekening had behoren
te houden met de mogelijkheid dat X door de koopsom op bankrekeningen van hem en van zijn
zuster te laten uitkeren, zijn bestuursbevoegdheid misbruikend aan Ilias toekomende gelden zou
verduisteren, en dat de door hem als notaris jegens Ilias in acht te nemen zorgplicht meebracht dat
de notaris bij een andere vertegenwoordiger van Ilias navraag had behoren te doen of het
werkelijk de bedoeling van Ilias was dat de koopsom niet aan haar zou worden uitgekeerd maar
aan X en zijn zuster.
15a.HR 3 april 2015, ECLI:NL:HR:2015:831 (De Novitaris) Zorgplicht jegens derde met bepaald,
concreet recht. Geheimhouding. + Conclusie Mr. E.B. Rank-Berenschot: ECLI:NL:PHR:2015:4. College
2-3.
Vader draagt onroerend goed over aan twee zonen, met een koopoptie het pand terug te kopen voor
hetzelfde bedrag. Inmiddels allerlei investeringen gedaan in onroerend goed, dus niet voor zelfde prijs
willen verkopen. Met hulp notaris overgedragen aan een derde. Had de notaris dit mogen doen?
3.4.6.Indien de voor N kenbare feiten het oordeel rechtvaardigen dat het recht van de derde een
beletsel vormt voor de beoogde levering of bezwaring, dan wel aanleidingvormen tot gerede
twijfel daarover, dan dient hij – tenzij de betrokken derde verklaart geenbezwaar te hebben tegen
de levering of bezwaring – zijn ministerie te weigeren
- kijken of het recht van een derde een beletsel vormt voor de levering of bezwaring
- vermoed dat recht van derden betrokken zijn, moet hij met partijen overleggen (zoon en nieuwe
koper), zo nodig zelf onderzoek doen naar een mogelijk beletsel voor levering of bezwaring.
- Hij moet de verkoper waarschuwen voor een mogelijke gevolgen, zoals de wanprestatie dei
gepleegd wordt.
- De derde mag niet bij dit overleg betrokken worden, zijn geheimhoudingsplicht staat hier aan in de
weg. De notaris mag alleen met zijn partijen overleggen.
- pas als dit is gedaan kan de notaris zien dienstverlening weigeren. Als er een beletsel is moet hij
weigeren.
Wanneer is er een beletsel om mee te werken? Als er een rechtmatig belang ontbreekt in de
rechtsverhouding van de zoon met de koper:
- Er ontbreekt een rechtmatig belang wanneer een recht van derde is door wettelijke regel sterker
Artikel 3:298 jo. 7:3 BW: In beginsel gaat het oude recht voor. Tenzij uit de wet, aard van het recht of
redelijkheid en billijkheid anders voortvloeit. Recht verzekeren tegen faillissement door het in te
schrijven. Recht wordt versterkt. Een aanbiedingsverplichting is niet op een lijn te stellen met een
recht op levering maar een soort voorstadium, en zorgt dus niet voor een beletsel waardoor de
notaris niet mee kan werken
- Als de verkrijger onrechtmatig jegens derde handelt.
Arrest eilandgebied curaçao/ Boye: De grond verkopen, maar als de vruchtbare grond wordt
verkocht daar een gedeelte van ontvangen. Dit hebben zij gedaan bij kettingbeding. De
verkoper moest deze verplichting door geven op straffe van een boete. Het kettingbeding is
niet doorgegeven aan eilandgebied en wordt verbroken. De vraag is of eilandgebied OD
pleegt.
Hangt af van omstandigheden van het geval.
Kende het Eilandgebied bij de aankoop van de plantage in 1974 het beding? Zo ja, Was het
Eilandgebied zich van de strekking van het beding, zoals naderhand door het hof uitgelegd,
bewust? Zo ja, rustte toen op het Eilandgebied een onderzoeksplicht? Wat is de ernst van het
nadeel? Was dit nadeel op moment van aankoop voorzienbaar? Wat is de mate waarin het
eilandgebied de wanprestatie van de verkoper heeft beïnvloed? De rol van de mogelijkheid
van het profiteren daarvan bij de aankoop van het goed voor het Eilandgebied.
Bij gerede twijfel aan de goede bedoelingen van zijn cliënt dient de notaris zijn dienst te weigeren
of zich door nader onderzoek te overtuigen van het geoorloofde karakter ervan. De functie van de
notaris in het rechtsverkeer verplicht hem onder bijzondere omstandigheden ook tot een zekere
zorg voor de belangen van derden
Vader heeft grote bedragen in Zwitserland, nooit opgegeven aan belastingdienst en niet in ouderlijke
boedelverdeling. Wettelijke inkeerrekening: achterstallige belasting + boete betalen. Voordat het
geregeld is met de belastingdienst doet hij papieren schenkingen aan al zijn (schuldige erkenningen)
kinderen. Dit bedrag opeisbaar bij dood. Twee van zijn kinderen zijn bereid een lening te verstrekken
aan vader. Zij willen zekerheid, voor de kosten en voor de vorderingen van papieren schenking en
ouderlijke boedelverdeling. Hiermee gaan twee van de vier kinderen een voorrangspositie krijgen, die
duidelijk is omdat vader er met zijn vermogen niet goed voor staat. De twee andere kinderen zullen
hierdoor niets ontvangen uit de nalatenschap. Testament gemaakt dat C en V enig erfgenaam en
andere twee onterfd, met een recht van Hypotheek. Na overlijden nalp niet toereikend voor alle
erfgenamen. Tuchtrechter neemt notaris kwalijk dat hij gesprekken heeft gevoerd waarbij twee van
de vier kinderen zaten die voordeel hadden aan deze kwestie, vader was oud. HR heeft in civiele zaak
gesteld dat notaris onrechtmatig heeft gehandeld door een voorkeurspositie te bewerkstelligen
wetende dat de nalp waarschijnlijk niet toereikend zal zijn. Novitaris derden zijn van belang en
moet rekening mee gehouden worden en lijn wordt doorgetrokken. In de sleutel van artikel 21 lid 2
Wna.
Paulianeus handelen van C en V door de medewerking van N handelt hij ook onrechtmatig en had hij
zich hiervan moeten onthouden.
HR: klacht faalt omdat in het Novitaris-arrest een algemene normis weergegeven ter zake van de
medewerking van N aan handelingen van zijn cliënten die de belangen van derden schaden. Dit is ee
nuitwerking van art. 21 lid 2 Wna en bouwt voort op eerdere rechtspraak. Het Hof heeft dus niet
blijkgegeven van een onjuiste rechtsopvatting door de in het Novitaris-arrest geformuleerde
maatstaven tot richtsnoer te nemen bij de beoordeling of N onrechtmatig heeft gehandeld door zijn
medewerking te verlenen aan de hypotheekakte die de verhaalsmogelijkheden van de andere
kinderen doorkruiste. Evenmin heeft het Hof de toetsingsmaatstaven van art. 21 Wna miskend.
Zurich/N:
Notaris is niet aansprakelijk voor de risico’s ioe zich ook bij een hoge mare van zorgvuldigheid niet
laten vermijden. De notaris heeft wel een zwaarwegende zorgplicht jegens degene die aan de notaris
geld toevertrouwd, dat het duidelijk is waar het geld voor bestemd is, waar het naar toe gaat, naar
wie en onder welke voorwaarden.
Erven/Ouwendijk:
Inzage van een medisch dossier alleen met instemming patiënt is de hoofdregel. Geheimhouding
werkt ook door na de dood. Bij een zwaarwegend belang kan de geheimhouding doorbroken worden,
wanneer:
- Voldoende concrete aanwijzingen dat er een zwaarwegend belang bestaat zoals
handelingsonbekwaamheid en wilsonbekwaamheid
- Dit is de enige manier om aan de informatie te komen
Zij zullen het bestaan van die geestesstoornis aannemelijk moeten maken alsmede het tijdstip
waarop aannemelijk is dat die geestesstoornis is ontstaan.
Tomol/Van Eijk:
Partijen hebben samen een akte bij de notaris, zij krijgen ruzie en vragen N te getuigen bij de rechter.
Hier kan je 4 situaties onderscheiden bij de vraag of er sprake is van een geheimhoudingsplicht:
- Geen overeenstemming en de afspraken zijn niet vastgelegd in een akte. Geheimhoudingsplicht en
dus een verschoningsrecht
- Wel overeenstemming, de afspraken zijn wel vastgelegd in een akte, Geen geheimhoudingsplicht,
geen verschoning dus vragen beantwoorden
- Wel Overeenstemming, de afspraken zijn niet vastgelegd in een akte
1) Toevertrouwde informatie: Geheimhouding en verschoning
2) Niet toevertrouwde informatie: Geen geheimhouding en verschoning.
-Oneens over de vraag of er sprake is van overeenstemming, dan mag N alleen de vragen
beantwoorden die slaan op het feit of er een rechtshandeling tot stand is gekomen en welke.
Arrest Vriendendienst:
Familielid notaris gaat geldlening aan en borgstelling afgegeven. Het familielid vraagt aan de notaris
wil je dit op akte zetten en ga ik mee naar schuldeisers dan ziet het er professioneel uit. N doet dit en
rekent er geen geld voor. De echtgenote heeft niet meegetekend bij borgstelling, wat wel wettelijk
vereiste is, rechtshandeling is vernietigbaar en nakoming is niet af te dwingen. De notaris heeft ook
een probleem, met ambtstempel een stuk in rechtsverkeer gekomen wat niet geldig is. De notaris
moet de zorg betrachten die hierbij hoort, dat er toestemming gegeven moet worden, anders begaat
de notaris een onrechtmatige daad, dat er niet betaald wordt doet hier niets aan af. De aktes van de
notaris hebben een bepaalde status en derden mogen afgaan op het werk van de notaris. Derden
kunnen de notaris hierop aanspreken, zijn mogen vertrouwen hebben.
Eilandgebied/ Boye:
Er ontbreekt een rechtmatig belang wanneer een recht van derde is door wettelijke regel sterker
Artikel 3:298 jo. 7:3 BW: In beginsel gaat het oude recht voor. Tenzij uit de wet, aard van het recht of
redelijkheid en billijkheid anders voortvloeit. Recht verzekeren tegen faillissement door het in te
schrijven. Recht wordt versterkt. Een aanbiedingsverplichting is niet op een lijn te stellen met een
recht op levering maar een soort voorstadium, en zorgt dus niet voor een beletsel waardoor de
notaris niet mee kan werken
- Als de verkrijger onrechtmatig jegens derde handelt.
Arrest eilandgebied curaçao/ Boye: De grond verkopen, maar als de vruchtbare grond wordt
verkocht daar een gedeelte van ontvangen. Dit hebben zij gedaan bij kettingbeding. De
verkoper moest deze verplichting door geven op straffe van een boete. Het kettingbeding is
niet doorgegeven aan eilandgebied en wordt verbroken. De vraag is of eilandgebied OD pleegt.
Hangt af van omstandigheden van het geval.
Kende het Eilandgebied bij de aankoop van de plantage in 1974 het beding? Zo ja, Was het
Eilandgebied zich van de strekking van het beding, zoals naderhand door het hof uitgelegd,
bewust? Zo ja, rustte toen op het Eilandgebied een onderzoeksplicht? Wat is de ernst van het
nadeel? Was dit nadeel op moment van aankoop voorzienbaar? Wat is de mate waarin het
eilandgebied de wanprestatie van de verkoper heeft beïnvloed? De rol van de mogelijkheid
van het profiteren daarvan bij de aankoop van het goed voor het Eilandgebied.
Baars Beslag:
Uitbetaling dient op het juiste moment plaats te vinden, niet te vroeg en niet te laat. Uitbetaling
vóórdat vast stond dat de koper het registergoed verkreeg vrij van hypotheken en beslagen,
betekende een onrechtmatige daad van de notaris toen dat registergoed toch met een beslag belast
bleek.
Herengrachtparkeerders:
Wordt de notaris gevraagd als partijgetuige te spreken, dan zal hij zich op zijn verschoningsrecht
kunnen beroepen, indien de te openbaren informatie niet slechts betrekking heeft op de notaris en de
opdrachtgever die op openbaarmaking aandringt, maar ook van belang is voor de rechtspositie van
anderen, ongeacht of die anderen procespartij zijn bij het geschil met de notaris. In civiele procedure
heeft de notaris een verschoningsrecht wanneer de informatie de rechtspositie van derden raakt. En
andersom niet.
omstandigheden die het verschoningsrecht van de notaris kunnen doen doorbreken. De rechter kan
enkel vanwege die omstandigheden het verschoningsrecht opzijzetten, zonder kennisneming van de
inhoud van de stukken.
Rabobank/Donselaar:
Verder op Rabobank/Visser. Voor executie met behulp van de grosse van een notariële akte, de
bestaande vorderingen en rechtsverhoudingen in de akte in concreto omschreven dienen te worden,
de boekenclausule allen voldoet hier niet aan. Om tenuitvoerlegging buiten de rechter om door
middel van de grosse van een notariële akte mogelijk te maken, is dus mede noodzakelijk dat
bestaande vorderingen en de bestaande rechtsverhoudingen waaruit in de toekomst eventueel
vorderingen zouden kunnen voortvloeien, in de akte geconcretiseerd worden uitgeschreven.