You are on page 1of 27

lOMoARcPSD|239055

Privatissimum en Notariële wetgeving - college 1-10

Privatissimum en Notariële wetgeving (Universiteit Leiden)

StudeerSnel wordt niet gesponsord of ondersteund door een hogeschool of universiteit


Gedownload door Danique Westerbeek (danique.westerbeek@casema.nl)
lOMoARcPSD|239055

Hoorcollege I

Wanneer is de notaris ontstaan? Rond de 9e eeuw na Christus. We moeten dan naar Italië, hij komt af
van de rechterlijke macht. Het hart van het notariaat ligt in Bologna. De notaris trok rond met een
griffier, die maakte de akte. De griffier heette de notarius. Gelijke kracht met rechterlijke uitspraak, hij
kon zelfstandig de aktes gaan opstellen. Als jij een akte had, dan kon hij niet tegengeworpen worden.
Er moest eerst vervalsing blijken voor hij zijn rechtskracht verloor. Dit was vooral handig voor
kooplieden. Notarius maakte akte met versterkte bewijskracht. Hij werd door de koning benoemd, hij
werd betaald door zijn clienten. In Bologna was de eerste hoogleraar notarieel recht. De kerken gingen
notarissen aanstellen in zijn bisdommen. Zo is de notaris ook in Nederland gekomen.

Tussen de 16e en 18e eeuw kwam de notaris echt tot bloei, mede door de Gouden eeuw en de VOC. Per
provincie had je andere regelgeving. De notaris kon zelfstandig akte opmaken met versterkte
bewijskracht en werd benoemd door de koning. Met de Franse overheersing kwam daar verandering
in. De Code Civil werd ingevoerd en daar stonden rechtshandelingen in die voor de notaris moesten
gebeuren, zoals hypotheek en testamenten. De ventosewet: landelijk gelijk notariaat werd geschapen.
Daar is nog een wijziging in geweest in 1838 met de invoering van het Burgerlijk Wetboek. Tot deze
tijd lag de nadruk op het geven van advies en het schrijverschap. Vanaf de jaren ’80 vonden er op
basis van jurisprudentie hier veranderingen in plaats. Het ontstaan van zorgplichten. De notaris moet
zijn clienten informeren en waarschuwen. De inhoudelijke taak van de notaris is hier mee gewijzigd.
Hierna is in 1999 de nieuwe Wet op het Notarisambt ingevoerd. Het ondernemerschap werd hiermee
gestimuleerd en kon je niet pas notaris worden als er een overleed of met pensioen ging. De vaste
tarieven zijn hiermee ook afgeschaft.

Art. 2 lid 1 WNA. Het woord ambt geeft aan dat we nog steeds bij de overheid zijn, notarissen zijn
ambtenaar. Maar niet betaald door de overheid. Zijn bevoegdheid is het verlijden van authentieke
akten. In art. 3 lid 1 WNA wordt de koninklijke benoeming genoemd, hieruit blijkt ook de band met
de overheid. Om te benadrukken dat je onpartijdig en onafhankelijk handelt. In art. 2 lid 2 WNA wordt
de notaris een beschermde titel benoemd. De notaris is een ondernemer, want hij wordt niet door de
overheid betaald en moet zelf zorgen voor zijn klanten. Art. 54 t/m 56 WNA bepaalt dat de Kamer van
het Notariaat kan bepalen dat de notaris voor een bepaald tarief moeten verlijden.

Er zit een spanning tussen de ambt en ondernemer. Je moet soms als een notaris dienst weigeren, maar
je wilt toch je geld verdienen. Bijvoorbeeld in het erfrecht door het informeren van de legitimaris. Als
de kosten te hoog zouden worden, kan de regering de vormvoorschriften voor bijvoorbeeld een
testament uit het Burgerlijk Wetboek halen.

Een notaris is bevoegd tot het verlijden van authentieke akten. Art. 156 lid 1 Rv zegt wat een akte is.
In civiele procedures speelt het bewijs een rol. De notariële akte heeft een bepaalde bewijskracht,
eerste moet de vervalsing worden aangeduid. In lid 2 staat wat een authentieke akte is. Deze moet zijn
in de vereiste vorm en bevoegdelijk. De vereiste vorm en bevoegdelijk wordt in de notariswet
uitgewerkt. Door art. 2 lid 1 WNA wordt art. 156 lid 2 Rv ingevuld. Naast de notaris kunnen rechters,
gerechtsdeurwaarders en ambtenaren van de burgerlijke stand ook authentieke akten afgeven.

De gevolgen van een authentieke akte:


- Art. 157 en art. 159 Rv: de authentieke akte geniet een bepaalde bewijskracht.
- Art. 430 Rv: executoriale kracht, als iets is vast gelegd in een notariële akte, dan kunt u direct
naar het incassobureau. Zonder rechterlijke tussenkomst is het uit te voeren. Bij een
onderhandse akte moet je eerst naar de rechter om de executoriale titel te krijgen.
Rechtszekerheid staat hierbij centraal.
Als de authentieke akte niet voldoet aan art. 156 lid 2 Rv, dan is er geen bewijskracht en ook geen
executoriale kracht.

Het verschil tussen een authentieke akte en een notariële akte. De wet spreekt door elkaar van
authentieke en notariële akte. Wanneer de wet spreekt van een notariële akte, dan is slechts de notaris

Gedownload door Danique Westerbeek (danique.westerbeek@casema.nl)


lOMoARcPSD|239055

bevoegd tot het opstellen van de akte. Wanneer er gesproken wordt van een authentieke akte, dan zijn
andere ambtenaren ook bevoegd. Zie bijvoorbeeld art. 3:260 lid 1 en lid 2 BW. We spreken van een
domeinmonopolie als de notaris slechts bevoegd is. De reden voor de monopolie is de rechtszekerheid
door de bewijskracht en executoriale titel en de bescherming van de zwakkere.

Het tweede deel van art. 2 lid 1 WNA zegt in de gevallen waarin de wet dit aan hem opdraagt. Dit zijn
dus de gevallen waar gesproken wordt over een notariële akte. Of een partij zulks van hem verlangt,
dat betekent dat als het nergens in de wet staat dat het een notariële akte moet betreffen, maar dat
partijen dit graag willen. Het samenlevingscontract is hier een belangrijk voorbeeld van. Er staat
nergens in de wet dat je bij het samenwonen een notarieel samenlevingscontract moet hebben. Maar
om in aanmerking te komen voor bijvoorbeeld partnerpensioen is dit wel noodzakelijk. De laatste
zinsnede andere in de wet aan hem opgedragen werkzaamheden. Dit staat in art. 47 en verder WNA.
Maar ook in Boek 2 staan bevoegdheden, bijvoorbeeld art. 2:203a BW of art. 2:318 BW.

Art. 37 WNA. Een notariële akte kan een partij-akte of een proces-verbaal akte zijn. In een partij-akte
zijn partijen ook aan het woord. In een proces-verbaal akte staan alleen de eigen waarnemingen van de
notaris. Er zit een verschil in bewijsrecht.

Art. 38 WNA. Daarin wordt gesproken over het protocol, minuutakte en orginali. Er is een
protocolplicht, wat een protocol inhoudt staat in art. 1 lid 1 sub f WNA. Het repertorium is een lijst
met akte en data. De verleden akte moeten in het eigen kantoor blijven. Het protocol is
staatseigendom, zodat dit bij faillissement niet verloren gaat. De minuutakten staan gedefinieerd in art.
1 lid 1 sub d WNA. Deze wordt opgeborgen in de kluis. Minuta scriptura, klein geschreven, kladje
ging in het protocol. Art. 160 Rv zegt dat de minuten in de kluis bewaard moeten worden. De
uitzondering hierop in art. 38 lid 2 WNA is de volmachtverlening. Hierbij wordt de minuut
meegegeven en een afschrift bewaard in de kluis. De orginali geeft de notaris mee aan de client.

Art. 156 lid 2 Rv zegt dat de akte in de vereiste vorm moet worden opgemaakt. Dit is uitgewerkt in art.
40 t/m 42 Wet op het Notarisambt. Art. 40 WNA gaat over de comparitie en comparanten. Lid 1 en 2
ziet op het begin van de akte, lid 3 ziet op het slot van de akte. Art. 41 WNA bevat de
vormvoorschriften voor de akte. Art. 42 WNA gaat over de taal van de akte. Art. 42 lid 2 WNA
beslaat twee aparte akten die achter elkaar worden geplakt.

Art. 20a WNA notariële akten die uiterste wilsbeschikkingen inhouden, bevatten geen andere
rechtshandelingen. Dit heeft te maken met de mogelijkheid tot het herroepen van de akte. Art. 46
WNA bepaalt dat de koopprijs van onroerend goed moet worden opgenomen in de akte.

Wat als er niet aan de vormvoorschriften wordt voldaan? Art. 40 lid 4 WNA geeft het gevolg als je de
datum of plaats vergeet, de akte verliest dan zijn authenticiteit en daarmee zijn bewijskracht en
executoriale titel op grond van art. 156 lid 2 Rv. De akte voldoet daarmee niet aan vormvoorschrift,
overal waar notariële akte staat in de wet, is geen geldige akte gepasseerd, art. 3:39 BW dit wil zeggen
een nietige notariële akte. Op een aantal punten wordt dit weer afgezwakt in de wet. In twee gevallen
is dit van toepassing, namelijk art. 4:109 lid 4 BW (alleen bij ontbreken handtekening notaris is er een
nietige akte) en art. 2:4 BW (als de handtekening van de notaris eronder staat, dan is de akte niet
nietig, maar vernietigbaar). Als de sanctie niet in de wet is bepaald, dan wordt dit overgelaten aan de
rechter. De notaris kan worden berispt door de tuchtrechter en de notaris is aansprakelijk voor de
ontstane schade. De vormvoorschriften zijn niet nodig bij een noodtestamenten.

Herstelmogelijkheden voor vormvoorschriften. Op grond van art. 45 lid 1 geeft het renvooi en lid 2 is
een proces-verbaal akte. Renvooi komt niet meer voor, omdat de akte opnieuw uitgedraaid kan
worden. Een proces-verbaal akte kan alleen bij kennelijke schrijffouten en misslagen. De procedure is
ambtshalve een proces-verbaal maken, zonder toestemming van de partijen. Een afschrift moet
toegezonden worden aan partijen.

Gedownload door Danique Westerbeek (danique.westerbeek@casema.nl)


lOMoARcPSD|239055

HR 5 oktober 2001, NJ 2002/410 (Notaris Solkema arrest). Testament zou vernietigbaar zijn, door het
vergeten van het jaartal. Bij de rechter werd de geldigheid van het testament betwist. De HR heeft
gezegd dat dit gelezen werd als kennelijke misslag. De notaris mocht de datum nog toevoegen.
Daarmee is de akte authentiek en is er een rechtsgeldig testament. Een nietige akte, kan dus weer
rechtsgeldig worden gemaakt. Geen enorme schade voor de rechtssfeer, dan wordt al snel een
kennelijk misslag aangenomen. Nietige rechtshandelingen kunnen worden gerepareerd.

Hoorcollege II

Vandaag gaan we het hebben over rechtszekerheid en rechtsbescherming. Daarna nog volmachten en
getuigen.

De akte mag geen vormfouten bevatten. Op een levering te complementeren moet er over gedragen
zijn door een beschikkingsbevoegde zijn overgedragen, anders is het alsnog geen geldige overdracht.
De WNA bevat hieromtrent niet zoveel, we moeten ons vooral baseren op de jurisprudentie.

Nr. 12. De heer CL en verkoopt aan CZ 5 panden. CZ gaat de panden betalen door de schulden van
CL te voldoen aan de bank. Geen cashgeld, maar een nieuwe schuldeiser. Art. 6:155 BW zegt dat de
bank moet instemmen met deze constructie. De notaris maakt niet alleen een akte, maar gaat deze
transactie bewerkstelligen. De heer Beekhuis is werkzaam bij de bank en geeft toestemming. Maar
gaat de heer Beekhuis wel over dit soort zaken? De notaris belt naar de kvk om te vragen of de heer
Beekhuis bevoegd is. De heer Beekhuis stuurt een telex naar de notaris met dat hij bevoegd is. Maar
het blijkt dat hij niet bevoegd is om toestemming te geven. De panden zijn wel overgedragen, maar de
schuldovername is niet geldig. De notaris wordt naast Beekhuis aangesproken. De bank weigert
daarna ook toestemming. De rechtbank zegt dat de notaris het risico op zich genomen dat de
informatie incorrect was. Hij had schriftelijk dit moeten opvragen. Het hof zegt dat de notaris zich
onzorgvuldigheid heeft gedragen, maar de fout ligt bij Beekhuis. De Hoge Raad zegt dat op de notaris
die een akte verlijdt, waarbij namens een partij wordt opgetreden door een vertegenwoordiger, rust de
verplichting zich zo volledig en nauwkeurig mogelijk ervan te vergewissen dat die vertegenwoordiger
bevoegd is tot het namens de vertegenwoordigde verrichten van de in die akte opgenomen
rechtshandelingen. Deze verplichting vloeit voort uit de op de notaris rustende zwaarwegende
zorgplicht ter zake van hetgeen nodig is voor het intreden van de rechtsgevolgen welke zijn
beoogd met de in die akte opgenomen rechtshandelingen. Mede gelet op het vertrouwen dat de
deelnemers aan het rechtsverkeer moeten kunnen stellen in een notariële akte, geldt de meerbedoelde
verplichting jegens alle belanghebbenden, waaronder geledene die als vertegenwoordigde in de akte is
vermeld.

 Controleren van de beschikkingsbevoegdheid


 Kadaster
 Geldige titel: koopovereenkomst
 Art. 1:88 BW: toestemming van de echtgenoot
 Art. 3:45 BW: Actio Pauliana

Nr. 5. Notaris was gehuwd met een vrouw in een gemeenschap van vruchten en inkomsten. Notaris
raakt in de financiële problemen. De kantoorsituatie is zorgelijk en wordt in de ringvergadering
besproken. Ze zijn bang dat hij aan derdengelden gaat zitten. Er wordt voorgesteld om het huwelijk te
veranderen in gemeenschap van goederen, omdat zijn vrouw vermogend was. Toen moest er nog
toestemming zijn van de rechtbank. Hij een collega notaris, de ringvoorzitter, passeerde de akte. Tien
jaar later volgt een scheiding, toen bleek dat bijna het gehele vermogen naar de man was gegaan om
de schulden af te betalen. De vrouw beroept zich op financiële onkunde, zij stelde de passerende
notaris aansprakelijk omdat hij haar niet had gewaarschuwd. De rechtbank zei dat er geen
informatieplicht was en ze was op de hoogte gesteld van de gevolgen. Het hof zei hetzelfde, de notaris
hoefde slechts de rechtsgevolgen te vertellen. De Hoge Raad stelde echter dat het onjuist is vooreerst
dat een notaris bij het verlijden van een akte nummer tot meer is gehouden dan tot vorenbedoelde
zakelijke toelichting op de inhoud van de akte: de omstandigheden van het geval kunnen meebrengen

Gedownload door Danique Westerbeek (danique.westerbeek@casema.nl)


lOMoARcPSD|239055

dat de notaris beroepshalve is gehouden tot het geven van verdergaande informatie, en met name tot
het wijzen op specifieke aan de voorgenomen rechtshandeling verbonden risico’s. Immers: de functie
van de notaris in het rechtsverkeer brengt immers (en bracht ook destijds) mee dat hij beroepshalve
gehouden is naar vermogen te voorkomen dat misbruik wordt gemaakt van juridische onkunde en
feitelijk overwicht. Slechts het vertellen van de gevolgen is te weinig, de informatie moet
geconcretiseerd worden en duidelijk maken wat de rechtshandeling tot gevolgen heeft voor partijen.
Dit wordt wel de actieve zorgplicht genoemd van de notaris. Actief opstellen om misbruik te
voorkomen. Feitelijk overwicht is er als een deskundige partij tegenover een leek zit, de notaris moet
de leek inlichten. Degene in bescherming nemen om tot een volledige wil te komen. Als mensen geen
idee hebben wat ze aanvaarden, dan moet de notaris wijzen op bepaalde risico’s die daaruit
voortvloeien.

Nr. 10. Uitwerking van arrest Nr. 5. Franken heeft een mooie boerderij en wordt vertegenwoordigd
door Wille. Hij zegt dat hij advocaat is en F vertrouwt hem volledig. Franken wil emigreren naar
Canada. W stelt voor om eerst de boerderij aan de BV van W over te dragen voor een bedrag van €
490.000. Dan draagt de BV over aan Griffioen voor € 1.150.000. Het verschil zou W over maken aan
F. Het verschil krijgt F nooit gestort en W is ervandoor gegaan. Er zat twee keer een notaris tussen,
had die het niet moeten zien? F had beschermd mogen worden tegen W. De rechtbank zegt dat de
notaris had moeten informeren, maar hij had niet in hoeven zien dat de tweede transactie niet betaald
zou worden. Het hof gaat daarin mee, maar zegt wel gelet op de vertrouwensband tussen F en W, had
de notaris niet hoeven verwachten dat F schade zou lijden. De Hoge Raad zegt gezien de norm in de
Groningse huwelijksvoorwaarden, had de notaris moeten informeren naar het significante prijsverschil
en hij had F moeten waarschuwen voor het verhaalsrisico. Voor de zekerheid had hij niet moeten
doen, daar had de notaris voor moeten waarschuwen. De juridisch onkunde speelt een grote rol.
Verschil in prijs kan belastingfraude zijn, er moet een melding gemaakt worden en je moet vragen
waar het grote verschil in prijs vandaan komt. In het hele rechtssysteem komt hij maar een persoon
tegen die hem hiertegen kan beschermen, dat is de notaris. Daarom is het belangrijk dat men daar ook
bescherming geniet.

Nr. 7. De heer M en de heer T gaan samen de onroerend goed markt op. Ze nemen een hypotheek bij
een lokale bank. De BV’s zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de hypotheek. Ze stoppen er mee en er
vindt scheiding en deling plaats. T neemt het aandeel M over, hij wenst ontslag uit de hoofdelijkheid.
De directeur van de bank zegt dit toe. De aandelen worden overgedragen van M aan T. M presenteert
zich als onroerend goed specialist en zegt gevrijwaard te zijn voor de hypotheek. Een aantal jaren later
gaat het niet goed en de bank wilt executeren en spreekt M aan, het ontslag uit de hoofdelijk was niet
helemaal goed gegaan. De notaris werd aangesproken dat hij beter had moeten controleren of het
ontslag juist was gegaan. Dat bij de beoordeling van de aansprakelijk van de notaris uit hoofde van
zijn taak bij het verlijden van een akte, uitgangspunt dient te zijn dat op hem in zijn hoedanigheid een
zwaarwegende zorgplicht t.a.v. Hetgeen nodig is voor het intreden van de rechtsgevolgen welke zijn
beoogd met de in die akte opgenomen rechtshandelingen (HR 28 september 1990). Deze zorgplicht
vindt immers haar grens daar waar de notaris goede grond heeft te vertrouwen dat deze betreffende
belanghebbende zichzelf reeds op de hoogte had gesteld of dat deze tevoren reeds voldoende inzicht
had in hetgeen voor die gevolgen vereist was. Het hof heeft kennelijk en niet onbegrijpelijk
aangenomen dat dit geval zich hier voordoet.

Artikel Huijgen in de bundel:


 Dit artikel moet je lezen als een andere grens van de zorgplicht.
 Wat speelt er?
o 1. Naar makelaar voor de koop
o 2. Naar de notaris voor de levering. De koop is al gesloten, dus de notariële
waarschuwing komt te laat. In Amsterdam gaat men naar de notaris voor de koop. In
de literatuur wordt hier al jaren over geschreven om de koopakte te tekenen bij de
notaris. Door de rechter wordt het te laat komen van de waarschuwing erkend.

Gedownload door Danique Westerbeek (danique.westerbeek@casema.nl)


lOMoARcPSD|239055

Een oudere dame gaat op 81 jarige leeftijd een speculatie aan. Zij wil niet op kantoor komen, maar per
volmacht. De notaris waarschuwt haar en stuurt de conceptakte, zodat zij wel op de hoogte is. De
notaris wordt aangesproken, omdat de vrouw al haar geld is kwijt geraakt. De tuchtrechter zei dat de
koopovereenkomst buiten de notaris om is gesloten, en dan is de notaris slechts in beperkte mate
aansprakelijk is. Bij een notariële koopovereenkomst heeft hij dan de mogelijkheid om de koper te
behoeden voor het aangaan van iets waarvan hij de gevolgen niet overziet.

Studente koopt een studio. Zij had het financieringsrisico niet helemaal voorzien, uiteindelijk op haar
ouders verhaald. Zij klaagde de notaris aan. De tuchtrechter stelde dat de notaris hier niks aan kon
doen, omdat het contract al gesloten was.

Notaris had voorzien en sloot zelf de koopovereenkomst. Notaris mag dit doen, zulks partijen dit van
hem verlangen. Toen bleek de woonbestemming niet overeen te komen met kadaster. Zij kocht een
winkel en wilde er in gaan wonen. Koop werd gesloten en de vrouw klaagde de notaris aan. De
zorgplicht geldt ook op de koopovereenkomst. De notaris was hiervoor aansprakelijk, omdat hier ook
de notariële zorgplicht geldt.

Partijen zullen beter op de hoogte gehouden worden van wat de rechtshandeling inhoudt. U heeft
informatie gekregen en gewaarschuwd door de notaris. De wil van de client zal overeenkomen met de
inhoud van de akte, omdat hij informeerde en gewaarschuwd is. Er zitten twee kanten aan, enerzijds
zal er minder sprake zijn van dwaling/misbruik van omstandigheden/discrepantie wil en verklaring, dit
wordt partijen toegerekend. Anderzijds is het mooi dat de notaris de dwaling/misbruik van
omstandigheden voorkomt. Het kan achteraf niet tegengeworpen worden.

Nr. 37. Wever/Aruba bank. Mevrouw Wever gaf een derdenhypotheek, toen de hypotheek was
gevestigd. Achteraf zei ze dat ze alleen de hypotheek had gevestigd als de aannemer de opdracht zou
krijgen. De Hoge Raad was vrijstelling. Gezien de bepaling, die kennelijk beoogt de belangen van de
hypotheekgever afdoende te beschermen, en omdat anders de noodzakelijke zekerheid van het
rechtsverkeer op onaanvaardbare wijze zou worden verzwakt, moet worden aangenomen dat de in de
regel de hypotheeknemer zonder meer ervan mag uitgaan dat de door de hypotheekgever ondertekende
notariële akte diens bedoelingen juist en volledig weergeeft. Slechts onder bijzondere omstandigheden
kan de hypotheeknemer wellicht verplicht zijn tot een ander onderzoek.

Een mengeling van rechtszekerheid en rechtsbescherming. Een notaris moet zorgen dat een
rechtshandeling die voor hem gepasseerd wordt, voldoet aan het civiele recht. Allereerst een
overeenstemmende wil en verklaring, art. 3:33 BW. De verklaring ligt vaak in de akte, maar de notaris
moet goed de wil toetsen. Want als de wil ontbreekt, dan is er geen wilsverklaring, dan is het
vernietigbaar of nietig. Tenzij art. 3:35 BW, gerechtvaardigd vertrouwen. Als de notaris de wil niet
goed verifieert, dan heeft de notaris niet voldoende gedaan om de rechtshandeling tot stand te brengen.
Hoe kom je bij de wil? Vragen, informeren en waarschuwen. Maar wat als iemand wilsonbekwaam is?
Protocol wilsbekwaamheid. De notaris moet voorkomen dat een wil achteraf niet in overeenstemming
is met de verklaring. De notaris moet dienst weigeren als er wilsonbekwaamheid is. Bij twijfel, een
arts raadplegen of de client in staat is om een rechtshandeling aan te gaan. Als er echt indicaties zijn
dat iemand op zijn sterfbed ligt, dan moet de notaris toch een testament opmaken. De rechtbank kan
het testament later nog vernietigen. We bereiken hiermee twee dingen: het is voor de gehele
maatschappij zekerder dat er geen nietige rechtshandeling ontstaat en door te informeren en
waarschuwen kan men achteraf niet gaan zeggen dat men het niet wist, dus de rechtsbescherming
draagt ook bij aan de rechtszekerheid.

De volmacht. In art. 44 WNA staat het formele plaatje. De volmachten moeten aan de akte gehecht
worden (lid 1), betreft het een mondelinge volmacht dan moet het hem genoegelijk zijn gebleken (lid
2). Dit houdt in dat er contact moet zijn geweest met de volmachtgever, dit gebeurt niet telefonisch!
Mocht er geen contact mogelijk zijn, dan moet er een schriftelijke volmacht worden overlegd (lid 3).
Hoe zit het met de volmacht en de waarschuwingsplicht en informatieplicht? De minister heeft hier
iets over gezegd. In het personen- en familierecht moet de notaris terughoudend zijn, er moet contact

Gedownload door Danique Westerbeek (danique.westerbeek@casema.nl)


lOMoARcPSD|239055

worden gezocht met de volmachtgever. Maar er bestaat nog art. 43 lid 1 WNA, de akte moet altijd aan
de client worden gezonden. Het gaat hier om de client en niet om de gevolmachtigde. Hierbij kunnen
de waarschuwingen en informatie in de begeleidende brief worden verstrekt. Als een client geen
concept wenst te ontvangen, dan kan de notaris dienst weigeren.
Nr. 26. Postordernotariaat. Indien samenwonende militairen een samenlevingscontract kunnen
overleggen, kan konden zij bepaalde faciliteiten genieten. Ze geven de militairen een
informatiepakketje, een conceptakte en een volmacht, zodat ze niet op kantoor hoefden te verschijnen.
De vraag was of dit mogelijk is. Het hof heeft hier over gezegd dat de notaris een persoonlijk
onderhoud dient te hebben met de samenwoners. Er worden bepaalde rechten tegenover elkaar
geschept, dan alleen de militaire faciliteiten. De notaris moet kijken of de personen de gevolgen
kunnen overzien en of het passend is. De notaris heeft niet aan zijn zorgplicht en informatieplicht
voldaan, het verstrekken van de informatie vooraf is niet voldoende. Persoonlijk onderhoud is een
vereiste.

Hoorcollege III

De ministerieplicht staat in art. 21 WNA. De ministerieplicht is de plicht om dienst te verlenen. Het is


het spiegelbeeld van het domeinmonopolie. Het domeinmonopolie iedereen moet naar de notaris voor
testament e.d., daarom moet een notaris ook zijn diensten verlenen. Waarvoor geen monopolie is, kan
de notaris dan wel weigeren? Nee, dan kan hij ook niet weigeren (samenlevingscontract of
schuldbekentenis). Tot 1991 bestond de doorverwijzingsplicht niet, er werd verwacht dat de notaris
alle rechtsgebieden beheerste. Lid 3 bevat de interne doorverwijzing en lid 4 bevat de externe
doorverwijzing. De andere notaris moet het verzoek aanvaarden en bij externe doorverwijzing de
werkzaamheden niet algemeen gebruikelijk en van een zodanige aard zijn dat het belang van de
verzoekende partij met de doorverwijzing worden gediend. In art. 7 verordening beroeps- en
gedragsregels 2011 kan nog invulling gegeven worden aan de dienstverlening en doorverwijzing. Bij
doorverwijzing naar een andere dure notaris, staat de mogelijkheid open tot een tuchtklacht.

Uitgangspunt is u moet dienst verlenen, maar je moet weigeren als het in strijd is met openbare orde of
het recht, art. 21 lid 2 WNA. Onder strijd met het recht worden nietige en vernietigbare
rechtshandelingen verstaan, onder andere art. 3:32 BW, art. 3:33 BW en 3:34 BW. Als de client niet
wilsbekwaam is, dan moet de notaris dienst weigeren. Art. 3:45 BW wordt al moeilijker, of er sprake
is van Actio Pauliana. Onder valt er onder bedreiging, bedrog of misbruik van omstandigheden, dan
weet u dat het vernietigbaar is en dat moet een notaris zien te voorkomen. Art. 1:88 BW toestemming
van de echtgenoot, als hij geen schriftelijk toestemming geeft, dan moet u dienst weigeren. Pas bij een
schriftelijke toestemming en een volmacht is de rechtszekerheid gewaarborgd. Een wanprestatie of
onrechtmatige daad jegens een derde. Als er wordt gevraagd aan de notaris om de regels te omzeilen,
moet hij weigeren, omdat de rechtszekerheid van een groot aantal mensen in het geding is. Art. 3:40
BW strijd met openbare orde, dan moet de notaris weigeren. Een voorbeeld hiervan is
pedofielenvereniging Martijn, de activiteiten werden in strijd geacht met de openbare orde. Een
shariatestament is een ander lastig punt. De dochters mogen maar de helft erven van wat de zoons
erven. De notaris moet dienstweigeren omdat de gelijkheid tussen man en vrouw in het geding komt.
Maar als er alleen wordt gezegd hoe er verdeeld moet worden, dan blijkt niet dat er discriminatie is.
Daarnaast is er ook geloofsvrijheid. Een ander voorbeeld is het samenlevingscontract met als doel het
over laten gaan van goederen. Andere gegronde redenen wordt als laatste genoemd, wanneer elk
maatschappelijk belang ontbreekt. Dienstweigeren kan ook wanneer ’s nachts een beroep wordt
gedaan op de diensten van de notaris, maar dit niet noodzakelijk is. Wanneer het geen meerwaarde
heeft om de dienst uit te voeren. Witwassen en financiering van terrorisme voorkomen behoort ook tot
taken van de notaris. Art. 15 verordening beroeps- en gedragsregels bevat de verzekeringsplicht. Als u
onverzekerd bent voor een groot bedrag, dan is het ook een dienstweigeringsgrond. Als de waarde van
de transactie de 25 miljoen euro te boven gaat.

Art. 6 lid 1 verordening beroeps- en gedragsregels. Dit ziet op het arrest Groningse huwelijke
voorwaarden. Dienstweigeren bij misbruik juridische onkunde of feitelijk overwicht. Wanneer een

Gedownload door Danique Westerbeek (danique.westerbeek@casema.nl)


lOMoARcPSD|239055

oudere dame niet zonder haar familie een testament wilt passeren, dan mag de notaris dienst weigeren
als hij vermoedt dat het testament niet haar eigen volledige wil is.
Art. 6 lid 2 verordening beroeps- en gedragsregels. Indien de inhoud van de akte in strijd is met de
waarheid dan dienstweigeren.
Art. 6 lid 3 verordening beroeps- en gedragsregels. Hoeveel overzicht heeft u over een elektronische
rechtshandeling (computertrekking)? Dit kan een niet controleerbaar feit zijn. Tuchtzaak: akte van
proces verbaal van een geld terug akte, maar notaris kon niet zien of het geld ook daadwerkelijk terug
werd overgemaakt. Rechter: u had dienst moeten weigeren.

Het vertrouwen in het notariaat moet hoog blijven. De rechtszekerheid moet gediend worden.
Rechtsbescherming door informatieplicht, waarschuwingsplicht en dienstweigering.

De afweging tussen de ministerieplicht en de dienstweigering is heel zwart wit. Als u onterecht dienst
weigert, dan bent u aansprakelijk, maar u bent ook aansprakelijk als onterecht een akte passeert.

Moet de notaris dienst weigeren als de rechten van derden worden geschaad? Een voorbeeld hiervan is
een Paulianeuze rechtshandeling. Nr. 18, de Tilburgse hypotheekbankarresten. In hoeverre heeft
notaris een zorgplicht voor derden? De bank ging failliet en de curatoren klaagden een aantal
notarissen aan. Het verwijt was dat de notarissen dienst hadden moeten weigeren om de rechten van
schuldeisers en de bank te beschermen. Er werd 75% meer geleend dan de waarde van de hypotheek.
Deze leningen werden gesloten door een beperkte groep vastgoedhandelaren. Er vond prijsopdrijving
plaats volgens de curatoren, die los stond van de marktwaarde. De notarissen hadden moeten zien dat
het ging om paulianeuze rechtshandelingen. Het gebeurde terwijl de onroerend goed markt daalde.
Hof: nam een zorgplicht voor derden bij notaris I aan. Kennelijk en terecht is aangenomen dat de
functie ... en onder bijzondere omstandigheden heeft de notaris ook ook voor derden. Bij deze notaris
werd niet vastgesteld dat hij zijn zorgplicht had geschonden en werd vrijgesproken.
Notaris III had zijn zorgplicht wel overschreden. Had niet goed geven naar bepaalde omstandigheden.
Hof: discrepantie koopsom en de versterkte lening, op de eerdere prijzen en in de krant had gestaan dat
zijn collega was opgepakt door de FIOD, dat er sprake was van fraude etc. Kortom door lezen van de
krant had notaris kunnen opmerken dat er iets aan de hand was. In de krant stonden de clienten van de
notaris met naam en toenaam genoemd. Hof: als je zo niet oplet, dan voldoen je niet aan je zorgplicht.
De maatstaf van het Hof is niet miskend door de Hoge Raad. De zorgplicht gaat niet alleen over
degene die op kantoor zitten, maar ook die van derden.

Het novitaris arrest. Een vader draagt in 1988 een pand over aan zijn zoons. Daarbij bedong hij een
aanbiedingsplicht om het terug te kunnen kopen als de zoons het pand wilden verkopen. Er werd ook
een boeteclausule opgezet. Later zetten de zoons het pand in de verkoop. Dan zegt vader in een email
op 5 september dat er een aanbiedingsplicht is. Op 7 september antwoordden zij dat vader het kan
kopen voor 395.000 euro, dat zou een eerlijke prijs zijn wegens verbouwing. Op 15 september stuurt
vader een herinnering dat het op een nette manier moet worden aangeboden. Op 10 oktober stellen de
zoons zich op het standpunt dat zij hebben voldaan aan de aanbiedingsplicht. Daarop gaan de partijen
naar de notaris. Een medewerker vraagt aan de accountant of de aanbiedingsplicht is voldaan, deze
weet het niet echt. Op 19 juni komt er een advies van de notaris om schriftelijk vast te stellen dat er
voldaan is aan de aanbiedingsplicht. Op 20 juni willen de zoons niet meer met de vader aan tafel en
nemen het boetebeding voor lief. De notaris is niet betrokken bij het opstellen van de
koopovereenkomst, hoewel hij hem wel inschrijft. Ze komen bij de notaris om de akte te passeren, wat
moet de notaris doen? Want de zoons plegen sowieso wanprestatie, dan wel niet nakoming van de
aanbiedingsplicht dan wel het breken van de koopovereenkomst. De notaris heeft de wanprestatie van
de aanbiedingsplicht nog proberen te voorkomen. Is hier grond voor dienstweigering? De notaris heeft
uiteindelijk gepasseerd op 30 juni 2008. De notaris heeft een zorgplicht voor de zoons en voor de
koper, maar door de Tilburgse hypotheekbank arresten ook voor de vader. De rekkelijken zeiden: niet
meewerken aan wanprestatie en contractbreuk, dus dienstweigeren.
De tuchtrechter zei dat de notaris geen genoegen had moeten nemen met de mededeling dat ze de
boete op de koop toe zouden nemen. Waarschuwing voor de notaris.

Gedownload door Danique Westerbeek (danique.westerbeek@casema.nl)


lOMoARcPSD|239055

Wanprestatie gaat de ministerieplicht voor, bij een onrechtmatige daad moet de notaris dienst
weigeren.
Als sterker recht kan worden aangemerkt art. 3:298 BW en art. 7:3 BW.

De preciezen zijn het met de tuchtrechter eens. Notaris mag niet aan wanprestatie of onrechtmatige
daad meewerken. We mogen niet zomaar contractbreuk plegen. Vertrouwen in het ambt wordt dan
geschaad. Ook geen instrumentarium om te bepalen of er wanprestatie of onrechtmatige daad is. Je
gaat ook op de stoel van de rechter zitten. Centraal idee van de preciezen, doordat ik op de rem ga
staan, kunnen artikel naar de rechter om het uit te laten zoeken.
De rekkelijken zeggen jullie gaan dan wel op de stoel van de rechter zitten want jullie beoordelen
blijkbaar dat er sprake is van wanprestatie. Door zo je dienst te weigeren geef je al een oordeel.
Belangrijkste argument: wanprestatie krijgt goederenrechtelijke werking. Wanprestatie moet
gepasseerd worden en onrechtmatige daad niet. Zij hebben dus gelijk gekregen van de Hoge Raad.

Oplossingen:
- Notariële koopovereenkomst, dan zou het hele probleem niet voorkomen. Je kan dan geen 2
kopen sluiten, of koop en aanbiedingsplicht.
- Bij een redelijk vermoeden van een onrechtmatige daad moet u dienstweigeren.
- Soms wordt gezegd laat het oordelen over aan de kantonrechter, maar dat is niet helemaal
juist. Omdat dit niet altijd wordt gehonoreerd.
- Naar de Kamer van toezicht om te vragen wat de notaris moet doen. Dit is afgeketst, omdat de
notaris deskundig moet zijn en civiel rechterlijk goed moet kunnen denken.

Hoorcollege IV

Het passeren van een partijakte, art. 39 en 43 WNA. Art. 39 lid 1 WNA identificatieplicht van
verschijnende personen en getuigen, wie zijn dat? Verschijnende personen, is niet verschijnende
partijen. Een tolk en getuigen kunnen hier ook onder vallen. Een gevolmachtigde is ook een
verschijnende persoon. Partijen zijn de in akte neergelegde handelende partijen. Op grond van art.
1:88 BW kan een echtgenoot een partij zijn, maar die hoeft niet te verschijnen. Een geldig
legitimatiebewijs moet getoond worden, het mag geen kopie zijn. Comparant is mij notaris, bekend,
daarom heeft die geen legitimatieplicht. Een volmacht moet worden opgenomen in de comparitie. De
rechtshandeling wordt toegewezen aan de partijen die in de akte staan vermeldt, daarom is het van
belang dat de juiste personen voor de notaris verschijnen. Lid 2 geeft de mogelijkheid om gebruik te
maken van getuigen. Wanneer partijen niet in de mogelijkheid is om de akte te ondertekenen, door
bijv. handicap of blindheid. Daarnaast kan het ook bij een opmerkelijke rechtshandeling, om zeker te
constateren dat het de wil is van die persoon. Ten derde is het de mogelijkheid bij twijfel over
wilsbekwaamheid. Getuigen vastleggen in de akte. De taak van een getuige is het afleggen van
getuigenis dat de akte aan alle formele vereisten voldoet. De getuige dient tijdens de gehele passering
van de akte aanwezig te zijn. Bij een proces-verbaal akte dient de getuige al vanaf het begin aanwezig
te zijn, bij bijvoorbeeld een veiling dient de getuige vanaf het begin van de veiling aanwezig te zijn. In
lid 3 en 4 zeggen wie een getuige kan zijn, namelijk een meerjarige met een woonplaats in Nederland.
Zij moeten de taal begrijpen waarin de akte is opgesteld. Uw metgezel, bij
samenlevingsovereenkomst, valt ook onder lid 4 volgens Waaijer. Als partijen geen getuigen willen,
dan moet de notaris dienst weigeren. De getuige kan niet doof of blind zijn. De notaris moet de
identiteit van de getuigen vast stellen, art. 39 lid 1 WNA, de naam, voornamen, geboortedatum- en
plaats van iedere getuige moet worden opgenomen, art. 40 lid 2 sub d WNA, de akte moet volledig
worden voorgelezen, art. 43 lid 2 WNA, en de akte moet worden ondertekend door de getuigen, art. 43
lid 4 WNA. Lid 5 stelt dat de authenticiteit mist als aan art. 39 WNA niet wordt voldaan, met
uitzondering van lid 1 2e en 4e volzin. Een ongeldig legitimatiebewijs roept geen nietigheid in, omdat
in het geval van een noodtestament er gepasseerd moet worden.

Art. 43 lid 1 WNA, wat is tijdig? Tuchtrechter heeft ooit gezegd dat een weekend te kort is. Geen
vaste termijn, het hangt af van de moeilijkheid en gevolgen van de rechtshandeling. Om aan te tonen
dat het concept tijdig is verstuurd, wordt er vaak aangetekend verstuurd. Alle verschijnende partijen

Gedownload door Danique Westerbeek (danique.westerbeek@casema.nl)


lOMoARcPSD|239055

moeten de akte hebben gezien voor het passeren. De informatie en waarschuwingsplicht staat in 2 e
volzin, het geven van zakelijke toelichting en wijzen op de gevolgen van de akte. Wijzen op gevolgen
is breder dan waarschuwen. In praktijk is de beperkte voorlezing ook toegelaten. Dan leest hij de
comparitie en het slot. Dit is alleen niet mogelijk als het een akte betreft met getuigen. In lid 3 staat het
van iedere pagina voorzien van een paraaf van de notaris. Lid 4 stelt dat de akte onmiddellijk na
voorlezing moet worden ondertekend door verschijnende personen. Onmiddellijk daarna ondertekend
de notaris. Betreft het een akte met inschrijving in de openbare registers, dan moet het tijdstip worden
vermeld onder aan de akte. Er wordt ook vermeldt of er beperkt wordt voorgelezen, lid 5. In geval van
niet-naleving mist er authenticiteit en voldoet de akte niet aan de voorschriften waarin de vorm van
een notariële akte wordt geeist. Art. 4:109 lid 4 BW zegt dat een akte niet vernietigbaar is, als er
beperkt is voorgelezen in bijzijn van de getuigen. De HR (25 maart 2016) heeft gezegd dat de
volledige voorlezing is afgeschaft, behalve bij het aanwezig zijn van getuigen. Eigenlijk niet
vertrouwd bij de wil van de client, dat miskent dat je de wil niet goed hebt opgenomen.

Art. 17 lid 1 WNA. Onpartijdigheid, onafhankelijkheid en zorgvuldigheid. De zorgvuldigheid wijst op


de grote zorgplicht, hoewel vaak wordt teruggegrepen op het arrest. Voor de onpartijdigheid behartigt
de notaris de belangen van alle bij de rechtshandeling betrokken partijen. Het beginsel van hoor en
wederhoor is hier ook van toepassing. U mag niet afgaan op slechts een partij. Door de tuchtrechter is
besloten dat schijn van partijdigheid ook niet mag, door bijvoorbeeld amicale houding. Het uitleggen
van akte is vaak in het voordeel van een der partijen, hierbij wordt de partijdigheid geraakt. Het goed
informeren en waarschuwen van de andere partij duidt op onpartijdigheid. Het informeren en
waarschuwen staat soms haaks op de onpartijdigheid. Een partij beschermen zou dat tot partijdigheid
kunnen leiden. Hiervoor is de compenserende (on)partijdigheid uitgevonden. U wordt dus niet
partijdig, een partij staat achter ten opzichte van die andere partij. U trekt ze op gelijk juridisch niveau,
waardoor u onpartijdig kunt zijn, omdat u twee gelijke partijen heeft gecreëerd.
Voluntaire jurisdictie: vrijwillig laten rechtspreken over hun. Het is niet zomaar een overeenkomt, het
heeft authenticiteit en bewijskracht.

De partij-notaris. Als u eerst heeft opgetreden als adviseur van een der partijen, kunt u toch passeren
als onpartijdige notaris. Art. 18 verordening beroeps- en gedragsregels. U moet van alle twee de
partijen de belangen behartigen. U moet jegens belanghebbenden tijdig kenbaar maken dat hij in die
hoedanigheid optreedt. De partijen moeten daarmee instemmen.

De onafhankelijkheid is een vereiste voor onpartijdigheid. Dat betekent dat u niet teveel betrokken
mag zijn bij bepaalde banken. U moet zorgen dat u financieel in de problemen raakt. Art. 9
verordening beroeps- en gedragsregels geeft het provisieverbod, omdat u dan niet meer onafhankelijk
bent.
Art. 3 WNA geeft de aflegging van de eed en de sanctie voor het verbreken van de eed. Art. 9 WNA
stelt welke functies niet verenigbaar zijn met de notaris, kandidaat-notaris en toegevoegd notaris. De
sanctie hierop staat in art. 14 lid 4 sub b WNA.
Art. 11 WNA zegt dat nevenbetrekking en de beëindiging gemeld moeten worden bij de kamer voor
het notariaat en de KNB. De sanctie hierop staat in art. 14 lid 3 sub a WNA. Art. 17 lid 2 WNA stelt
dat een notaris zijn ambt niet mag uitoefenen in dienstbetrekking of in enig ander verband. De
toegevoegd notaris is hiervoor bedacht en is dus de uitzondering op dit artikel. Als notaris zult gij niet
beleggen, staat in art. 17 lid 3 WNA. De ratio is dat u kunt handelen met voorkennis, bijvoorbeeld
door een gepasseerde fusie. Ook via een tussenpersoon is dit niet mogelijk, omdat dit middellijk is.
Art. 18 WNA geeft de mogelijkheid tot samenwerkingsverbanden met beoefenaren van een andere
beroep, mits de onafhankelijkheid of onpartijdigheid niet wordt of kan worden beïnvloedt. De notaris
moet een doorslaggevende stem hebben en naar buiten toe moet er ook blijken dat er notarissen
aanwezig zijn. Dusdanige bedrijfsuitoefening dat er financiële onafhankelijkheid is. Slechts
samenwerken met partijen die ook een geheimhoudingsplicht hebben. Chinese Walls, een eigen
systeem hebben waar alleen notariëlen in kunnen. Jaarlijks controleert de BFT waaruit blijkt dat
voldaan is aan de voorschriften, art. 18 lid 3 WNA.

Gedownload door Danique Westerbeek (danique.westerbeek@casema.nl)


lOMoARcPSD|239055

Art. 19 WNA verbod tot het verlijden van bepaalde akten. Geen akte verlijden van familie tot de derde
graad. Een uitzondering is art. 19 lid 2 WNA, dit kan het geval zijn bij een openbare verkoping. Art.
19 lid 3 WNA geen authentieke akte en geen notariële akte.

Hoorcollege V

Beleggen mag wel in de zin van een huis verhuren als het moeilijk verkoopbaar is.

Art. 2 lid 1 WNA de notaris is ook bevoegd tot andere door de wet opgedragen werkzaamheden.
Volgens art. 48 WNA moet de akte in depot worden genomen of in het protocol worden opgenomen.
Een bekend voorbeeld hiervan is art. 4:95 BW een depot-testament. Dit wordt veel gebruikt in het
intellectueel eigendomsrecht, bijv. auteursrecht. Het staat dan vast op welke datum het stuk bestaat.
Alleen akte in de zin van art. 156 lid 1 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kunnen in depot
worden genomen, het moet een geschrift zijn, een usb-stick of harde schijf mag niet in depot worden
genomen. Een foto of een beschrijving is mogelijk als het niet in een akte op te nemen is. De notaris is
verplicht van de inhoud kennis te nemen, geen verzegelde enveloppe aannemen, de uitzondering
hierop is het depot-testament, maar daarbij moet de testateur dingen aan de notaris verklaren. Dit is om
te voorkomen dat er dingen in het protocol bevinden die in strijd zijn met de openbare orde. Er is hier
een extra grond voor opgenomen om dienst te weigeren, namelijk als het aangeboden stuk geen
redelijk belang heeft. Voor een prothese been kan ook een akte van bewaarneming/bewaargeving
worden opgemaakt, maar dan bevindt de prothese zich niet in het protocol van de notaris.

Art. 49 WNA bevat de volgende wettelijke werkzaamheid. Het uitgeven van afschriften, uittreksels en
grossen. De minuut blijft achter bij de notaris, een kopie van een minuut heeft geen bewijskracht. Een
afschrift, uittreksel of grosse heeft wel deze bewijskracht. Een afschrift is een letterlijke weergave van
de gehele akte, een uittreksel is een samenvatting met de relevante bepalingen (akte van verdeling) en
een grosse is een authentieke akte in de executoriale vorm opgemaakt, waarmee een executie gestart
kan worden zonder de tussenkomst van een rechter (art. 1 sub g WNA). Voor het afgeven moet de
notaris terughoudend zijn, omdat dit onder de geheimhoudingsplicht van de notaris valt. Lid 1 sub a
gaat over alle drie de vormen. Partijen kunnen in ieder geval om een afschrift, uittreksel of grosse
vragen. Daarnaast aan degene die aan de akte een recht ontlenen. Sub b gaat over uittreksels. Alleen
degene die aan een deel van de inhoud van de akte een recht ontlenen. Sub c gaat over alle drie de
vormen. Hieronder vallen voornamelijk de erfgenamen van de onder sub a en b genoemde personen.
Lid 2 gaat over een onterfde personen in lid 1 sub a en b. Dit stond eerst niet in de wet, maar na de
uitspraak van de Hoge Raad is dit in de wet opgenomen (HR Erven Ouwendijk, nr. 2). In die zaak
wilden de onterfden inzage in het herroepen testament. Het geheim van de erflater kan doorbroken
worden, maar dan moet er wel een grond zijn waarop zij zich beroepen (bijvoorbeeld
wilsonbekwaamheid). In zulke gevallen kan er inzage worden verleend in een herroepen testament.

Vormvoorschriften voor een afschrift en uittreksel. Hiervoor is titel V en art. 49 lid 1 onder sub c
WNA van toepassing. Het uittreksel moet woordelijk gelijkluidend zijn met de overgenomen
gedeelten van de akte. Het moet het hoofd en het slot van de akte vermelden en tot slot hebben de
woorden: uitgegeven voor woordelijk gelijkluidend uittreksel. Art. 45 WNA renvooien moeten ook in
het uittreksel/afschrift worden opgenomen. Voor de grosse gelden andere voorschriften.

Art. 49 lid 3 WNA bevat het vergeleken afschrift. U maakt een kopie en maakt een proces-verbaal op
dat u het originele stuk heeft gezien. Notaris mag ook uittreksels maken.
Art. 49 lid 4 WNA bevat de bepaling dat een rechthebbende op een afschrift, uittreksel of grosse, ook
inzage mag hebben in de minuut-akte. Dit mag ook een kopie van de minuut zijn, om te voorkomen
dat de akte wordt vernietigd of in plaats van de het uittreksel inzage krijgt in de volledige akte.
Art. 49a WNA biedt de mogelijkheid aan de erflater om in zijn testament op te nemen dat er geen
afschrift, uittreksel of grosse mag worden afgegeven voor zijn begrafenis of crematie.
Art. 49b WNA heeft ook zijn wortels in het erfrecht. Een verklaring van erfrecht is geen authentieke
akte, maar toch mag de notaris de akte verlijden. Art. 49c WNA geeft dezelfde bepaling voor
Europese verklaringen van erfrecht.

10

Gedownload door Danique Westerbeek (danique.westerbeek@casema.nl)


lOMoARcPSD|239055

Art. 51 WNA gaat over de zegel van de notaris. Deze bevat het koninklijke wapen en de eerste letters
van zijn voornamen, naam en vestigingsplaats. Het zegel wordt aangebracht op alle door hem uit te
geven akten en af te geven grosse. Dus dit hoeft niet op de minuut-akte. De stempel is bedoeld om de
authenticiteit van de akte te bevestigen (art. 159 lid 1 Rv: voor waar aangenomen), vervalsing en
namakend voorkomen, hindernis om akte na te gaan maken. Lid 2: geen misbruik (na werktijd moet de
stempel worden opgeborgen in de kluis, vaak wordt de stempel na defungeren van de notaris
vernietigd). Het arrest HR Vriendendienst (Nr. 16) gaat hier over. Van Stipthout ging een
borgtochtovereenkomst aan met O. Een vriend van O namelijk A wilde borg staan. De notaris
stempelde de overeenkomst. O kon niet betalen, dus er werd een beroep gedaan op A. De vrouw van A
zei dat de akte nietig was omdat aan art. 1:88 jo. art. 1:89 BW niet werd voldaan. Maar er stond een
stempel van de notaris op de overeenkomst. Een derde mag er op vertrouwen dat de notaris zijn
zwaarwegende zorgplicht heeft voldaan.

Art. 52 lid 1 WNA bevat de mogelijkheid om de eed af te leggen voor een notaris. De notaris maakt er
dan een proces-verbaal akte van op. Een voorbeeld hiervan is art. 662 Rv en 674 Rv. Bij een
verzegeling van een gebouw of het opmaken van een boedelbeschrijving. De waarde van een eed,
liegen onder ede kan voor strafrechtelijke aansprakelijkheid zorgen, art. 207 Sr.
Art. 52 lid 2 WNA bevat de mogelijkheid tot het legaliseren van een handtekening. De notaris ziet de
client de handtekening zetten. De partij hoeft niet op kantoor te verschijnen als de handtekening de
vergelijken is met de handtekening op een geldig legitimatiebewijs. U verklaart alleen dat de
handtekening geldig is, verder niet over de hoedanigheid van de persoon. Beschikkingsbevoegdheid
moet bij niet controleren duidelijk worden aangegeven in het proces-verbaal. Enerzijds de zorgplicht,
anderzijds alleen het controleren van de handtekening. Je moet wel ongeveer weten wat voor
document er wordt gelegaliseerd.
Art. 52 lid 3 WNA bevat een legalisatie van uw eigen handtekening afgegeven door de president van
de Rechtbank. Dit heet ook wel een apostille. Rechtbanken worden vertrouwd is wereldwijd
afgesproken.

Art. 658 Rv. bevat de mogelijkheid om een boedel of een huis te verzegelen. De notaris maakt twee
maal een proces-verbaal op, bij het verzegelen en wanneer de verzegel is verbroken door binnentreden
van de notaris.

Ook de ministerieplicht van art. 21 WNA geldt voor alle overige werkzaamheden.

De bevoegdheid van de notaris, art. 156 lid 2 Rv bevoegdelijk opgemaakt. De notaris moet bevoegd
zijn om een authentieke akte op te maken. Wanneer bent u notaris? U moet afgestudeerd zijn. Dit
vinden we in art. 6, 7, 8 en 3 WNA. U moet een bachelor notarieel recht hebben en daarna een master
notarieel recht. Een stage heeft doorlopen, zoals in art. 31 WNA. Daarvan moet u kennis geven aan de
KNB, art. 32 WNA. Gedurende 3 jaar doorloopt u nog een beroepsopleiding, art. 33 WNA. Art. 6 lid 2
sub c WNA moet een verklaring omtrent gedrag overleggen. Art. 6 lid 2 sub d WNA de Nederlandse
taal moet goed beheerst worden. Na de 6 jaar stage komt art. 7 WNA, het indienen van een
ondernemingsplan. Dit is pas sinds 1999 in de wet gekomen, met het vrijgeven van het aantal
notarissen. Het BFT houdt toezicht over de derdengelden en privé-omstandigheden. Zij toetsen ook
het ondernemingsplan of dit haalbaar is. Art. 8 WNA bevat de benoemingsprocedure. In lid 6 staat dat
de KNB en BFT advies uitbrengen aan de Minister. In lid 2 staat de Commissie toegang notariaat. Zij
toetsen uw ethisch handelen aan de hand van voorgelegd casussen. Dan komen we bij art. 3 WNA uit.
Lid 2 geeft de eed afleggen door de notaris. Dit wordt gedaan door de griffier van de rechtbank, lid 4.
Lid 5 de notaris is bevoegd met ingang van de dag na de eedsaflegging, tenzij een andere datum is
bepaald. Na de eedsaflegging is de notaris pas bevoegd om authentieke akte op te maken. De
bevoegdheid eindigt bij ontslag, art. 14 WNA. Lid 1 bevat het ontslag van rechtswege bij het behalen
van de leeftijd van zeventig jaar. Dit is eervol ontslag bij koninklijk besluit. Lid 3 wegens het niet
beëindigen van een nevenactiviteit of veroordeling met vrijheidsbeneming tot gevolg. Lid 4 het niet
verliezen van de Nederlandse nationaliteit of een ambt of betrekking die onverenigbaar is met het
notarisambt. Bij overlijden verliest de notaris ook zijn bevoegdheid, het gaat niet over op de

11

Gedownload door Danique Westerbeek (danique.westerbeek@casema.nl)


lOMoARcPSD|239055

erfgenamen. Je kan ook stoppen voor zeventig jaar, dan ben je ook niet meer bevoegd. Bij schorsing,
art. 103 WNA. Art. 15 WNA het protocol is staatseigendom en de staat gaat dus op zoek naar een
nieuwe houder. Bij een zwevend protocol kan de client geen afschrift krijgen.

Waar is de notaris bevoegd? Dat staat in art. 13 WNA. Het moet op het Nederlands grondgebied zijn.
De notaris mag geen bijkantoren houden, ook mag hij geen vaste of onregelmatige zitdagen houden
buiten zijn plaats van vestiging. Art. 12 lid 1 WNA verplicht de notaris kantoor te houden in de plaats
van vestiging. Lid 3 zegt dat de notaris verplicht is zijn protocol op ordelijke wijze te bewaren op een
tegen brand en andere gevaren beveiligde plaats.
Art. 10 WNA geeft de mogelijkheid tot het wijzigen van vestigingsplaats. Deze kan worden gewijzigd
door de Minister.

Art. 28 t/m 29a WNA bevat de waarneming. Bevoegd om tot waarnemer benoemd te worden:
kandidaat-notaris, notaris of toegevoegd notaris (art. 29 lid 1 WNA).
Er bestaan 2 soorten waarneming:
- Lichte (vaste) waarneming
o Art. 28 sub a en b WNA
o Op verzoek van de notaris, art. 29 lid 2 WNA (niet-ambtshalve waarneming)
o Kandidaat is na 3 jaar en opleidingseis waarnemingsbevoegd
o Notaris en zijn niet-ambtshalve waarnemer zijn aansprakelijk, art. 29 lid 9 WNA
o Notaris is onbevoegd om akte te verlijden, art. 29 lid 7 WNA
o Zegel en stempel van de notaris gebruiken, art. 29 lid 10 WNA
o De toegevoegd notaris is van rechtswege de vaste waarnemer van de notaris, art. 30b
lid 3 WNA
- Zware waarneming
o Art. 28 sub c t/m f WNA
o Op voordracht van de Kamer van Toezicht, art. 29 lid 2 WNA (ambtshalve
waarneming)
o Kandidaat is na 6 jaar waarnemingsbevoegd
o De waarnemer is slechts aansprakelijk, art. 29 lid 9 WNA
o Notaris is onbevoegd om akte te verlijden, art. 29 lid 7 WNA
o Benoeming slechts wegens gegronde redenen weigeren, art. 29 lid 5 WNA
o Zegel en stempel van de notaris gebruiken, art. 29 lid 10 WNA

Art. 29 lid 6 WNA bevat de onderwaarneming. Bij lichte waarneming moet de notaris maar terug
komen en bij de zware waarneming wordt een andere waarnemer benoemd.

Art. 29 WNA:
- Lid 1: wie is benoembaar, verschil tussen 3 jaar en 6 jaar.
- Lid 2: verschil ambtshalve en niet-ambtshalve benoeming. Tevens regeling omtrent
honorarium, vaak voor rekening van de ontzette notaris.
- Lid 3: beëindiging waarneming.
- Lid 4: niet langer dan een jaar waarnemen.
- Lid 5: gegronde redenen voor het weigeren van de ambtshalve benoeming.
- Lid 6: waarneming in de gevallen van sub c, d en e kan worden vervangen door een andere
waarnemer.
- Lid 7: de notaris wordt zelf onbevoegd.
- Lid 8: melding maken van de waarneming bij de KNB en bij de financiële instelling, de bank
van de derdengeldenrekening.
- Lid 9: de notaris en de niet-ambtshalve benoemde waarnemer zijn ieder voor het geheel
bevoegd.
- Lid 10: het zegel en protocol worden gebruikt van de notaris.

12

Gedownload door Danique Westerbeek (danique.westerbeek@casema.nl)


lOMoARcPSD|239055

De notaris is zowel ondernemer als ambtenaar. Maar er zijn ook notarissen, die niks hebben met het
ondernemerschap. Daarvoor is de toegevoegd notaris in het leven geroepen. Het is eigenlijk een
notaris in dienstbetrekking. Hij werkt onder het mandaat van een notaris, hij heeft geen eigen stempel
en zegel, maar wel bevoegd tot het verlijden van authentieke akte. Hij is altijd de vaste lichte
waarnemer van de notaris, dit kan van meerdere notarissen zijn. Dit staat in art. 30b t/m 30d WNA.
Het aantal toegevoegd notarissen per notaris bedraagt drie, art. 30b lid 1 WNA. In lid 2 staat dat de
toegevoegd notaris bevoegd is tot het verlijden van akte, maar er staat niet dat de notaris onbevoegd
wordt. Lid 5 bevat de stempel met zijn eigen naam en hoedanigheid naast die van de notaris. De akten
behoren tot het protocol van de notaris, maar niet onder zijn naam verleden. Art. 30c WNA bevat de
voorwaarden voor toegevoegd notaris. U moet benoembaar zijn tot notaris, maar zonder het maken
van een ondernemingsplan. Niet benoemd bij koninklijk besluit. Als de notaris er mee stopt, dan stopt
de toegevoegd notaris er ook mee. Omdat de toezicht en verantwoording van de notaris stopt. Als er
een fout zit in de benoeming van toegevoegd notaris, dan nemen we wel aan dat het authentieke akte
zijn, omdat er een notaris boven zit.
U kunt niet gedwongen worden om overige wettelijke werkzaamheden tegen een lager tarief te doen,
omdat de notaris daarop geen monopolie heeft, art. 54 WNA. Ook in privé kan de notaris
aansprakelijk zijn met een tuchtklacht tot gevolg.

Werkgroep I

Bij notariskantoor Heimstede & Metselaer is mevrouw Metselaer notaris. Haar vader doet al jaren de
boekhouding voor het notariskantoor. ‘s Ochtends komt een oudere dame bij notaris Metselaer voor de
levering van haar woning. Omdat de oudere dame een slecht gehoor blijkt te hebben besluit notaris
Metselaer op het laatste moment de leveringsakte in het bijzijn van getuigen te verlijden. De vader van
notaris Metselaer en haar klerk Hendriks treden op als getuigen.

Vraag: 1. Staan bovenstaande gegevens in de weg aan de totstandkoming van een authentieke
akte?
De vormvereisten voor een akte met getuigen staan in art. 39 lid 4 WNA. Bepaalde personen mogen
geen getuigen zijn. De vader van de notaris is een bloedverwant, dus mag geen getuige zijn. Het
gevolg hiervan staat in lid 5. De akte mist authenticiteit en is niet verleden in de vereiste vorm. Art.
156 lid 2 Rv, geen juiste vorm.

Later op de middag staat een afspraak gepland voor de overdracht van een aantal landbouwpercelen
door investeringsmaatschappij Agricults. Op kantoor verschijnt Pieter Arends als gevolmachtigde om
namens Agricults de landbouwpercelen over te dragen.

Vraag: 2. Dient mevrouw Metselaer de bevoegdheid van de Pieter Arends te controleren?


Arrest Credit Lyonnais bank, nr. 12 r.o. 3.3. daar wordt opgemerkt dat de notaris moet kijken of de
vertegenwoordiger ook daadwerkelijk mag vertegenwoordigen.

Vraag: 3 Op welke manier wordt voldaan aan de informatieplicht richting Agricults?


Art. 43 lid 1 WNA, de partijen krijgen tijdig tevoren de gelegenheid om van de inhoud van de akte
kennis te nemen. Daarbij stuurt de notaris de informatie en waarschuwingen.

Notaris Metselaer neemt een middag vrij voor het KNB-congres. Op het KNB-congres komen
verschillende thema’s aan de orde, waaronder het gewezen Novitaris-arrest (HR 3 april 2015). In de
conclusie van advocaat-generaal Rank-Berenschot wordt de discussie tussen de zogenoemde
‘rekkelijken’ en ‘preciezen’ over dienstweigering door de notaris uitgewerkt. Daarbij zijn de
‘rekkelijken’ van mening dat met dienstweigering door de notaris obligatoire bedingen ten aanzien van
registergoederen de facto een goederenrechtelijke werking krijgen.

Vraag: 4. Leg uit hoe obligatoire bedingen ten aanzien van registergoederen de facto een
goederenrechtelijke werking krijgen door de dienstweigering van de notaris.

13

Gedownload door Danique Westerbeek (danique.westerbeek@casema.nl)


lOMoARcPSD|239055

De overeenkomst krijgt goederenrechtelijke werking door het niet passeren van de akte, als gevolg van
de domeinmonopolie. Als alle notarissen zouden weigeren, dan krijgt het goederenrechtelijke werking,
omdat de overeenkomst gewoon niet door kan gaan. R.o. 2.13 conclusie A-G. 2.12 t/m 2.14 zijn
belangrijk voor het tentamen.

Op het KNB-congres wordt door een spreker gesteld dat de notariële tussenkomst zorgt voor een
grotere waarborg dat wil en verklaring van de partij bij de akte met elkaar overeenstemmen.

Vraag: 5. Noem twee verplichtingen voor de notaris die zorgen voor een grotere waarborg dat
wil en verklaring van de partij bij de akte met elkaar overeenstemmen.
Informatieplicht en waarschuwingsplicht. Partijen overzien de gevolgen van de rechtshandeling. Door
de akte komt de verklaring naar voren en door de het informeren en waarschuwen kan de wil daar ook
in worden gelezen, art. 3:33 BW. HR Wever/Aruba Bank.
Protocol wilsbekwaamheid. Dienst weigeren als de notaris twijfelt aan de wilsbekwaamheid, art. 3:34
BW. Daardoor komen de wil en verklaring dichter bij elkaar te liggen. Dit zorgt voor meer
rechtszekerheid.

Hoorcollege VI

Geheimhoudingsplicht en verschoningsrecht van de notaris. Daaraan vast zullen we ook


vastgoedfraude tegenkomen. Art. 22 WNA bevat de geheimhoudingsplicht. Art. 49 WNA ligt in het
verlengde van dit artikel. Afschriften zijn een afspiegeling van wat er bij de notaris besproken is, dus
deze mogen niet zomaar aan iedereen verstrekt worden. Mag een notaris aan een andere notaris een
afschrift verstrekken? Voorheen werden de afschriften zo verstrekt, omdat de geheimhouding niet zou
gelden tegenover een andere notaris. De andere notaris liet het testament inzien aan iemand die daar
geen recht op had. Hof Amsterdam heeft geoordeeld dat het delen met een andere notaris schending is
van de geheimhoudingsplicht. In de verordening beroeps- en gedragsregels is daarom nieuwe
wetgeving opgenomen, in art. 4 lid 2 mag er wel een afschrift aan een andere notaris worden
afgegeven, maar hij is dan verantwoordelijk dat het afschrift alleen wordt ingezien door iemand die
daar recht op heeft, zoals in art. 49 WNA. De verantwoordelijkheid wordt in dit artikel verschoven.

Wat als je als getuige voor de rechter wordt oproepen? Art. 165 Rv is een verplichting om een
getuigenis af te leggen. In lid 2 is een uitzondering voor beroepen met een geheimhoudingsplicht, zij
mogen zich verschonen (professioneel). Zonder verschoningsrecht zou de geheimhoudingsplicht niets
inhouden. Het verschoningsrecht is complementair aan de geheimhoudingsplicht.
Waarom is er een geheimhoudingsplicht? De ratio is dat de geheimhoudingsplicht het mogelijk maakt
om het meest op maat gesneden advies te geven. Het beste advies kan alleen tot stand komen als er een
vertrouwensrelatie is tussen de notaris en zijn client. De client zal dan zijn hele ziel en zaligheid op
tafel leggen. Maar een rechter wil ook volledige informatie, dat is ook van maatschappelijk belang. Dit
zijn twee maatschappelijke belangen die met elkaar botsen.

Ogem/notaris Maas-arrest (HR 1 maart 1985): het maatschappelijk belang dat de waarheid in rechte
aan het licht komt, moet wijken voor het maatschappelijk belang dat een ieder zich vrijelijk en zonder
vrees voor openbaarmaking van het besprokene om bijstand en advies tot hen <de
verschoningsgerechtigden> moet kunnen wenden. Het verschoningsrecht van de notaris is in zoverre
niet absoluut dat zich zeer uitzonderlijke omstandigheden laten denken waarin het belang dat de
waarheid aan het licht komt (..) moet prevaleren boven het verschoningsrecht.

Huiszoeking bij geheimhoudingsplichtige in zijn kantoor. Het is een recht als er verdenkingen zijn.
Art. 98 lid 1 Sv: bij personen met bevoegdheid tot verschoning, als bedoeld bij art. 218, worden, tenzij
met hunne toestemming, niet in beslag genomen breven of andere geschriften, tot welke hun plicht tot
geheimhouding zich uitstrekt.
Art. 98 lid 2 Sv: een doorzoeking vindt bij zodanige personen, tenzij met hun toestemming, alleen
plaats voor zover het zonder schending van het stands-, beroeps- of ambtsgeheim kan geschieden, en

14

Gedownload door Danique Westerbeek (danique.westerbeek@casema.nl)


lOMoARcPSD|239055

strekt zich niet uit tot andere brieven of geschriften dan die welke het voorwerp van het strafbaar feit
uitmaken of tot het begaan daarvan gediend hebben.
Een notaris mag geen toestemming geven voor doorzoeking, want dat is in strijd met de notariswet. In
principe de geheimhouder zelf zegt of iets onder zijn geheimhoudingsplicht valt. Er wordt een andere
notaris bijgeroepen om te oordelen over de geheimhoudingsplicht, omdat een notaris anders alles
onder de geheimhoudingsplicht laat vallen. Marginaal toetsingsrecht voor de rechter-commissaris. Hij
neemt de spullen verzegeld mee en wacht een rechterlijke uitspraak af of het terecht in beslag is
genomen. De notaris moet een klaagschrift indienen bij de rechter om aan te tonen dat zijn
geheimhoudingsplicht is geschonden.

De rechter heeft ooit geoordeeld dat er bij een notaris zeer uitzonderlijke omstandigheden waren. De
30 oktober-arresten: zijn de stukken die in beslag zijn genomen onder de geheimhoudingsplicht? De
verantwoordingen van de vraag welke omstandigheden als zeer uitzonderlijk moeten worden
aangemerkt, laat zich niet in een algemene regel samenvatten. Voor het oordeel dat van zodanige
omstandigheden – en derhalve van een uitzondering op de hoofdregel met betrekking tot het
verschoningsrecht – sprake is, gelden zware motiveringseisen (HR 30 oktober 2007, Surinaamse
ABC-stromannen). De enkele omstandigheid dat een notaris als verdachte wordt aangemerkt, is in
ieder geval niet toereikend maar wel de verdenking van een ernstig strafbaar feit, zoals het vormen van
crimineel samenwerkingsverband van een notaris met bepaalde clienten. Dan zal het belang van die
clienten dat zij ervan moeten kunnen uitgaan dat de notaris geheim houdt hetgeen zij hem in die
criminele aangelegenheid hebben toevertrouwd, moeten wijken voor het balans dat de waarheid aan
licht komt.
Dit is geval 1 van vastgoedfraude, dit is type I (ABC-stromannen). Er was een beleggingsbv, die veel
in onroerend goed deed. Het onroerend goed was in waarde gestegen en meer dan de boekwaarde. Ze
wilden onroerend goed verkopen. Maar het is winst van de bv, dus er moet over de meerwaarde wordt
over afgerekend. Ze dachten als we er een stroman tussen zetten. Eerst onroerend goed verkopen aan
stroman en dan pas aan de beoogde koper. De winst komt dan terecht bij de stroman. De notaris werd
geacht volledig op de hoogte te zijn van deze constructie.

Het zeeslag-arrest heeft een nadere invulling gegeven aan het voorwerp van het strafbaar feit. Het had
iets te maken met een accountantskantoor (KPMG). Ze wilden een nieuw kantoorpand hebben. Ze
waren betrokken bij de bouw van het pand en verkochten het daarna en huurden het terug. Ze
bedachten zich toen het pand af was dat ze veel winst zouden maken door de verkoop. Ze zochten iets
om de winst te drukken. Het pand was meer af dan ze hadden afgesproken. KPMG was voor 70%
belanghebbende bij de bouw, maar ook voor 30% voor andere investeringsmaatschappijen. Zij wilden
niet minder winst. Twee stukken waren opgesteld waar in valsheid in geschrifte werd gepleegd. Valse
factuur en valse realisatie overeenkomst. De stukken konden in beslag genomen worden, want zij
waren voorwerp van het strafbare feit. Maar justitie wilde ook de onderliggende stukken hebben. De
vraag was nog altijd onbeantwoord of concepten ook onder de uitzondering vallen? Stukken met
behulp waarvan de akte tot stand is gekomen. De conceptversies vormen een essentiële voorwaarden
voor het tot standkomen van de finale overeenkomst.

Medewerkers van de notaris hebben een afgeleid verschoningsrecht, omdat zij wel
geheimhoudingsplicht hebben, maar als zodanig geen verschoningsrecht. Maar dan zouden ze nooit
een notaris oproepen maar een medewerker, dus in de jurisprudentie is een afgeleid verschoningsrecht
ontwikkeld.
Ook elektronische stukken vallen onder brieven en andere geschriften.

“Aan de notaris als zodanig toevertrouwd”


- Wanneer handelt de notaris als zodanig?
o Waar is hij de client over aan het adviseren? Soms staan de werkzaamheden ver af van
het notaris zijn. Blz. 240 staat een voorbeeld, de innovatieve notaris. Op trustrecht
gebaseerde leningen. Hij handelde niet als notaris, waardoor de geheimhoudingsplicht
niet meer geldt.

15

Gedownload door Danique Westerbeek (danique.westerbeek@casema.nl)


lOMoARcPSD|239055

o Nr. 44. Notaris handelt niet als notaris, maar als vriend. Hij was bevriend met een
echtpaar en die gingen scheiden. Hij bleef met beide bevriend en de ex-partners
konden onderling nog prima door een deur. De ex-man liet een valse volmacht
opmaken, waarmee het huis van de vrouw werd verkocht. De notaris werd
gevolmachtigde. De notaris deed aangifte van valsheid in geschrifte. Het was geen
schendig van de geheimhoudingsplicht, omdat hij gevolmachtigd werd op basis van
het vriend zijn en niet omdat hij notaris is.
o HR 10 april 2009: advocaat die als mediator optreedt in beginsel niet in hoedanigheid
van beroepsbeoefenaar, maar ‘Dat kan onder bijzondere omstandigheden anders zijn,
met name indien voor alle bij de mediation betrokkenen, met inbegrip van de
mediator, duidelijk is dat de betrokkenen informatie aan de mediator uitsluitend in
diens hoedanigheid van beroepsbeoefenaar ter kennis is gebracht of gekomen’, r.o.
3.6.2.3..
- Wanneer geldt iets als toevertrouwd?
o Onderdeel 1 van het middel betoogt dat bij de vraag wat als aan de notaris
toevertrouwd heeft te gelden, - in afwijking van het voorgaande – een algemeen
onderscheid moet worden gemaakt tussen vertrouwelijke en minder vertrouwelijke
gegevens en dat zijn verschoningsrecht alleen de eerste categorie zou betreffen. Dit
betoog moet worden verworpen. Het miskent dat het verschoningsrecht ten doel heeft
clienten en andere belanghebbenden zekerheid te geven dat zij vrijelijk met de notaris
kunnen spreken. Die zekerheid zou door het maken van zulk een onderscheid op
onaanvaardbare wijze worden aangetast. (HR 1 maart 1985, Ogem/notaris Maas, r.o.
3.4.)
o Een gesloten envelop is niet toevertrouwd, maar op grond van art. 48 lid 2 WNA mag
een notaris niks aannemen waarvan hij de inhoud niet kent.
o Notaris in de cc in de mail, valt dit onder de geheimhoudingsplicht? Correspondentie
tussen anderen dan de verschoningsgerechtigde en degene die zich tot hem heeft
gewend, i niet een brief of geschrift als bedoeld in art. 98, eerste lid Sv. Indien van die
correspondentie een afschrift wordt toegezonden aan de notaris kan – anders dan het
middel betoogt – niet gezegd kan worden dat reeds daarom de inhoud daarvan kan
worden aangemerkt als wetenschap die aan de notaris in het kader van zijn juridische
dienstverlening is toevertrouwd. (Uitzondering als de notaris onderhandelingen
coördineert) Zeeslag-arrest, HR 26 januari 2016.

Wettelijke begrenzingen kunnen onbeperkt zijn. Art. 22 WNA voorzover niet bij of krachtens de wet
anders is bepaald.
- De BFT is een uitzondering, deze houdt toezicht op notarissen en mogen alles inzien.
- Op grond van de WWFT moet de notaris ongebruikelijke transacties melden. Dit hangt samen
met de identificatieplicht, omdat er anders niet duidelijk is wie de ongebruikelijke transactie
doet. In contanten meer dan € 15.000 is een ongebruikelijke transactie. Je mag je client niet
melden dat je melding hebt gemaakt. Art. 19 lid 2 WWFT teveel meldingen maken, schending
van je geheimhoudingsplicht? Vrijwaard de notaris van strafrechtelijke vervolging in gevolge
art. 272 Sr.

Nadere regels uit de jurisprudentie:


- Tomol/van Eijck (HR 25 september 1992)
o Het gaat over de geheimhoudingsplicht van de notaris als hij betrokken is bij het tot
standkomen van een overeenkomst tussen partijen. De partijen krijgen later ruzie over
en de inhoud va de overeenkomst en de vraag of er een overeenkomst tot stand was
gekomen.
Ze onderhandelen over een tourwagenbedrijf onder leiding van de notaris. Er ligt een
concept-overeenkomst en Tomol weigert te ondertekenen. EVAG wilde aantonen dat
er al een overeenkomst was. Ze riepen de notaris op als getuige en die beriep zich op
zijn verschoningsrecht. De HR onderscheidde 3 fasen:

16

Gedownload door Danique Westerbeek (danique.westerbeek@casema.nl)


lOMoARcPSD|239055

 Fase 1: overeenkomst tot stand gekomen en ondertekend door partijen. Geen


verschoningsrecht voor de notaris. Het zal vooral gaan over de inhoud van de
overeenkomst.
 Fase 2: er is wel een overeenkomst, maar deze is nog niet vastgelegd. In
principe moet de notaris getuigen, maar er geldt een uitzondering voor
mededelingen, die in vertrouwen zijn gedaan, dat ze geheim zouden blijven
totdat de overeenkomst behoorlijk is vastgelegd. Mondelinge overeenkomst is
ook een overeenkomst. In principe moet de notaris getuigen, tenzij partijen
ervan uitgingen dat er niks gelekt werd tot de overeenkomst was vastgelegd.
 Fase 3: nog geen overeenkomst, alleen verkennende gesprekken hebben
plaatsgevonden. De notaris mag niks zeggen.
- Kilbarr Corporation (HR 11 maart 1994)
o Gaat over iemand die een notaris wil horen over een overeenkomst waar de derde
geen partij bij was. Uitzondering gemaakt: in bijzondere omstandigheden heeft een
derde het recht om te horen wat er besproken wordt. Bedrijf werd via activa-passiva
transactie verkocht. De verkoper maakte in zijn bedrijf gebruik van technologie dat
onder recht stond van Kilbarr. Toen zag Kilbarr dat dat bedrijf werd overgenomen. In
overeenkomst tussen Kilbarr en bedrijf was opgenomen dat het onvervreemdbaar was.
Kilbarr was nieuwsgierig aan wie het bedrijf was verkocht en wat er met die rechten
was gebeurd. Notaris had geen verschoningsrecht. 2 voorwaarden:
 Transactie inroepen tegen de derde om werking te hebben: iets wat
uiteindelijk in openbaarheid treedt.
 De derde moet aannemelijk maken dat hij in zijn belangen is geschaad.

Hoorcollege VII

- Herengrachtparkeerders/Notaris Schulte (HR 9 augustus 2002)


o Verschoningsrecht van notaris als hij als partijgenote wordt opgeroepen. Dit is een
zaak tegen hemzelf, moet hij dan getuigen of niet?
o Twee panden werden verbouwd. Uitkomst bouwproject: een van de panden werd met
een parkeerplaats te weinig opgeleverd. Partijen gingen iedereen erop aanspreken,
inclusief de notaris. De notaris werd opgeroepen om te getuigen. Hij kan er baat bij
hebben om niet te hoeven getuigen.
o HR: het Hof heeft naar juistheid geoordeeld dat de notaris zich als partijgetuige kan
beroepen op het verschoningsrecht. Het heeft zowel positieve als negatieve gevolgen
voor de notaris.
- Kandidaat-notaris Feikema (HR 13 januari 2006)
o Beperking van de geheimhoudingsplicht.
o Een notaris heeft geen verschoningsrecht, omdat hij niet functioneert als
vertrouwenspersoon, maar als doorgeefluik. De Wit heeft aandelen gekocht van
Kuiper in het bedrijf van Kuiper. Wanneer het op tekenen aankomt, komt de Wit er
achter dat Kuiper een ander bedrijf heeft overgenomen vlakbij hem. Er was een
overeenkomst zonder non-concurrentiebeding en de Wit wilde dit er wel in hebben.
o Art. 6:83 sub c BW: is de Wit zonder in gebreke stelling in verzuim? De kandidaat-
notaris beriep zich op zijn verschoningsrecht, maar de Hoge Raad oordeelde dat er
niet werd gehandeld in de functie van vertrouwenspersoon, dus hij moest gewoon
getuigen.

Nr. 16. De brandstichtende hypotheekgever (Hof Amsterdam, 25 juli 1996) . De hypotheekgever had
zijn vorige huis in brand gestoken. Hij vond toch een hypotheekgever voor zijn nieuwe woning. De
notaris voelde een zorgplicht jegens de bank, omdat hij wist wat hij had gedaan met zijn vorige huis.
De notaris vroeg de toestemming aan client om dit te melden bij de bank. Client ging naar een andere
notaris. Notaris 2 kwam er achter dat notaris 1 had geweigerd en belde hem daarom op wat er aan de
hand was. ‘Bij een conflict van concurrerende notariële beroepsplichten waarbij de

17

Gedownload door Danique Westerbeek (danique.westerbeek@casema.nl)


lOMoARcPSD|239055

geheimhoudingsplicht staat tegenover de plicht zorgvuldigheid te betrachten, wordt voorrang van de


ene plicht boven de andere telkens in concreto bepaald door van de omstandigheden van het geval
afhankelijke afweging van op het spel staande, met het nakomen van die onderscheiden plichten
gemoeide afzonderlijke belangen’. Tuchtrechter: als er een ander belang is, mag geheimhoudingsplicht
geschonden worden.

Nr. 35. Hof Amsterdam, 23 februari 2006: expliciete waarschuwingsplicht jegens hypotheeknemer bij
snel opvolgende prijsstijging. Misbruik maken van het gemak om een hypotheek te krijgen. Onroerend
goed wordt verkocht aan meneer B. B is de boef en heeft een plan met het huis. Hij vindt een
katvanger, die bereid is overal zijn handtekening onder te zetten. Hij mag het huis kopen voor 200.000
euro en zegt dat de financiering geregeld wordt. Er wordt hem voorgehouden dat hij na 10 jaar het
huis met winst kan verkopen. Het huis werd op naam van C gezet en een hypotheek met een valse
werkgeversverklaring en taxatierapport. Er wordt geen cent aflossing betaald en wordt executoriaal
verkocht. De bank gaat het schip in voor 120.000 euro. B heeft het geld opgestreken. Had de notaris
niet beter moeten opletten, dan er een snelle prijsstijging in zat? Moet hij daar de hypotheekbank niet
voor waarschuwen? De bank heeft niets te maken met de voorgaande transactie, dat valt onder de
geheimhoudingsplicht. De tuchtrechter heeft geoordeeld dat de waarschuwingsplicht voor de bank
voor de geheimhoudingsplicht moet gaan.

Nr 43. Is de civiele zaak. Notaris heeft onjuist gehandeld, maar de bank is ook niet zorgvuldig heeft.
Bank wil verlies van 120.000 euro o.g.v. Onrechtmatige daad vorderen van de notaris. Maar notaris
heeft onrechtmatig gehandeld, maar leerstuk van eigen schuld wordt hier ook toegepast.
Schadevergoeding wordt tot 50% van de schade teruggebracht, omdat de bank zo nonchalant was.

Formeel tuchtrecht:
Art. 93 lid 1 WNA is de kapstokbepaling. Als je niet handelt zoals een goed notaris betaamt, dan ben
je ook aansprakelijk.

In 2013 is het tuchtrecht herzien. Voor 2013 was de situatie zo dat er 19 kamers van toezicht waren.
Ze hielden toezicht op de notarissen en deden tuchtrechtelijke uitspraken. Toezicht en rechtspraak in
een organisatie is niet gewenst. Stond onder toezicht van de president van de rechtbank, maar dat werd
niet actief nageleefd.
Toezicht wordt nu gedaan door de BFT, art. 110 WNA. Recht gesproken wordt door de Kamer van het
Notariaat, daar zijn er 4 van, deze zijn verbonden aan de gerechtshoven. Pas op het moment dat er een
klacht is ingediend bij de Kamer van het Notariaat, mogen zij een onderzoek verrichten, art. 111b
WNA.
Op grond van art. 99a lid 5 WNA heeft de notaris geen verschoningsrecht als onderzoekers dit
verlangen. Er is dan geen geheimhoudingsplicht meer van toepassing.

Art. 99 lid 1 WNA geeft aan wie een klacht kan indienen. De BFT, KNB, Belastingdienst, clienten,
zolang er maar enig redelijk belang is.
Is een collega-notaris een belanghebbende in de zin van art. 99 lid 1 WNA?
Hof Amsterdam, 16 november 2010: Naar het oordeel van het hof maakt de enkele omstandigheid dat
een notaris belang heeft bij een goed functioneren van het notariaat in het algemeen, hem niet tot
belanghebbende bij het handelen of nalaten van iedere individuele notaris. Daartoe is vereist dat die de
notaris een eigen belang heeft bij een tuchtrechtelijke uitspraak over het handelen en/of nalaten van
die (andere) notaris.
Hof Amsterdam, 27 november 2012: Wettekst beoogt sinds 1-1-2013 een ruimer belanghebbende
begrip te introduceren: “enige redelijk belang”.
Hof Amsterdam, 4 februari 2014: ‘.....aangezien immers iedere notaris belang heef bij de bescherming
van de goede naam van het notariaat in het algemeen.’

Er geldt een termijn van 3 jaar na het bekend worden van het handelen of nalaten, art. 99 lid 15 WNA.
Na deze periode is er nog wel een kleine kans dat de klager ontvankelijk wordt verklaard.
De samenstelling van de Kamer van het Notariaat staat in art. 94 lid 4 tot en met 7 WNA.

18

Gedownload door Danique Westerbeek (danique.westerbeek@casema.nl)


lOMoARcPSD|239055

Art. 99 lid 4 WNA: doorverwijzen naar de geschillencommissie van art. 55 WNA.


Art. 99 lid 5 WNA: filterfunctie
- Kennelijk niet-ontvankelijk
- Kennelijk ongegrond
- Van onvoldoende gewicht
Art. 99 lid 6 WNA: minnelijke schikking
Art. 99 lid 7 WNA: klacht ter kennis van Kamer brengen

Art. 94 lid 2 WNA: geen geheimhoudingsplicht en verschoningsrecht voor de notaris en de onder zijn
verantwoordelijkheid werkzame personen tegenover de kamer voor het notariaat en het gerechtshof
Amsterdam.

Strafmaatregelen staan in art. 103 WNA. De lichtste maatregel staat in lid 2, een gegrond verklaring
zonder oplegging van een maatregel. Een geldboete komt niet ten goede van de klager, daarvoor is een
civiele procedure nodig. Voor kandidaat-notarissen en toegevoegd notarissen staan de
strafmaatregelen in lid 3, omdat zij geen ambt bekleden en niet geschorst of ontzet kunnen worden.
Art. 106 WNA schorsing gedurende het geding, dit is een orde-maatregel. Tijdens faillissement of
geestelijke stoornis, art. 26 en 27 WNA, wordt de notaris ook tijdelijk geschorst. Art. 107 WNA is
hoger beroep, het Hof Amsterdam is de hoogste rechtsprekende instantie. Art. 109 WNA het verlenen
van gratie aan ontzette notarissen bij koninklijk besluit. Als de normen en zeden veranderen, zou het
het geval kunnen zijn, maar het is nog nooit voorgekomen. Bijvoorbeeld het opstellen van een
samenlevingscontract.
Het toezicht ligt bij de BFT, art. 110 WNA. Ze begonnen met alleen toezicht houden op de financiële
kanten van het notariaat (derdengeldenrekening en de boekhouding van het kantoor en privé). Ook
hier heen geheimhoudingsplicht en verschoningsrecht, art. 111a lid 3 WNA.

TK 2009/10. 32250, nr. 3 (MvT): de bescherming die het ambtsgeheim aan de vertrouwelijkheid van
tussen notaris en client biedt, wordt zoveel mogelijk gewaarborgd. Dit doordat deze uitzonderingen
doelgebonden zijn en alleen gelden ten opzichte van degenen die belast zijn met de uitoefening van het
toezicht. De doorbreking van de geheimhoudingsplicht zijn doelgebonden, alleen gericht op het
effectief en efficiënt toezicht houden op de notaris. Alles wat de clienten zelf betreft, moeten zij
geheim houden en kunnen zij geen strafzaak van maken.

De BFT kan in een paar gevallen zelfstandig boetes opleggen, dit is vooral in de gevallen waarvoor de
BFT voorheen was. Art. 111b lid 2 WNA zegt dat het gaat om overtreding van art. 24 lid 1 tot en met
4 en 25a WNA.
De collegiale toetsing bestaat ook, art. 61a WNA. Ten aanzien daarvan is de notaris niet gebonden aan
zijn geheimhoudingsplicht en verschoningsrecht.

De originele functie van de BFT staat in de art. 23, 24 en 25 WNA. De notaris moet verplicht zijn
kantoor en privé administratie bij houden. Art. 25a WNA stelt dat veranderingen in privé of zakelijke
sfeer gemeld moeten worden. Art. 23 WNA zegt dat een notaris geen risicovolle transacties aan mag
gaan.

Hoorcollege VIII

Derdengeldenrekening, hier ziet de BFT ook op toe. Er was een tijd dat de notaris een normale
rekening gebruikte, maar de notaris ontvangt de koopsom op zijn rekening. De koopsom gaat niet
direct naar de verkoper, om te zorgen dat koper en verkoper gelijk kunnen oversteken. Vroeger maakte
men zich er niet zo druk om op welke rekening het geld stond.

Nr. 3, Arrest Slis-Stroom. Een collega deed de overdracht. Het ging om de koop van een restaurant ter
waarde van ongeveer 3 miljoen. Op vrijdag werd de overdracht verzorgd, in 1984 kon je niet zo
eenvoudig geld overboeken. Maandag om 9 uur beloofde ze het geld uit te betalen. Mevrouw Slis-

19

Gedownload door Danique Westerbeek (danique.westerbeek@casema.nl)


lOMoARcPSD|239055

Stroom haalde maandag 3 miljoen euro in cheques van de rekening af en vertrok naar Parijs. Ze werd
die maandag ook failliet verklaard. 2 miljoen aan cheques werd teruggevonden. Er stond nog 125.000
euro op de rekening. Heeft de koper een bevoorrechte positie ten opzichte van de 125.000 euro en de
teruggevonden cheques? De Hoge Raad oordeelde dat beide bedragen in de boedel vielen, omdat de
rekening op naam van mevrouw Slis-Stroom stond. Hierop werd door het notariaat de 3 miljoen euro
bijeengebracht.

Het geld mocht niet meer op een gewone rekening terecht komen. Een aparte stichting wordt
opgericht, waar het geld door heen loopt. Bij de nieuwe notariswet wilde ze dit gaan veranderen, art.
25 WNA. Hij houdt de rekening in kwaliteit van notaris. De kern van de bepaling zit in lid 2 en lid 3.
Lid 3 bepaalt dat het saldo komt toe aan de gezamenlijke rechthebbenden. Dit zijn voorwaardelijk
rechthebbenden. De koper is rechthebbende onder de ontbindende voorwaarde van een geslaagde
levering. De verkoper is rechthebbende onder opschortende voorwaarde van een geslaagde levering.
Geslaagde levering is een levering zonder hypotheekrechten en beslagen. Lid 2 bepaalt wie er mag
beschikken over de rekening. Dit zorgt ervoor dat een notaris nog steeds kan frauderen.
Nr. ,Notaris te Wolvega. Hij gebruikte het geld van de derdengeldenrekening om te gokken op
paarden.

Lid 8 (Belastingdienst) en lid 9 (opsporingsambtenaren) bevat uitzonderingen op de


geheimhoudingsplicht.

Nr. 19, Ontvanger notaris van Olst (1998): de fiscus had iemand die nog een forse belastingschuld
had. Ze kwamen er achter dat hij nog een huis had en wilden beslag leggen. Het huis bleek net te zijn
verkocht en geleverd. Ze wilden beslag leggen op de koopsom en wilde weten op welke rekening het
geld is gestort. Ze richtten zich tot de notaris om daar achter te komen. De notaris beriep zich op zijn
geheimhoudingsplicht. De fiscus vond dit geen vertrouwelijke informatie. Voor dit arrest gaf de ene
notaris wel deze informatie, na dit arrest gaf geen enkele notaris meer informatie.

Aansprakelijkheid van de notaris.


Grondslagen van civiele aansprakelijkheid notaris:
- Jegens client: wanprestatie (toerekenbare tekortkoming in het nakomen van een
overeenkomst, art. 6:74 BW)
o Art. 16 WNA: het verrichten van wettelijke werkzaamheden en werkzaamheden die
de notaris in samenhang daarmee pleegt te verrichten, berust op een overeenkomst
tussen de notaris en de client. Als het geen wettelijke werkzaamheden zijn, dan is het
ook een overeenkomst. Bij een overeenkomst kan je tekort schieten.
o HR 15 maart 2013 (Biek Holding/Maatschap A c.s.): opdracht is vaak gericht aan de
maatschap en niet aan de notaris (in arrest advocaat) persoonlijk. Een maatschap heeft
geen rechtspersoonlijkheid en kan als zodanig geen opdracht aanvaarden. Een
opdracht aan een maatschap moet gezien worden als opdracht aan alle maten tezamen.
Maten zijn aansprakelijk voor gelijke delen, art. 7A:1679-1681 BW. Maar bij een
overeenkomst van opdracht geldt een aansprakelijkheid voor het geheel op grond van
art. 7:407 lid 2 BW.
o Bij beroepsbeoefenaren ben je niet in persoon gevrijwaard als je het in een BV
onderbrengt, art. 7:404 BW. De achterliggende persoon is aansprakelijk.
o Aansprakelijkheid uitgetreden maat: ook al treedt je uit, je blijft aansprakelijk.
o Aansprakelijkheid toegetreden maat: als je nog niet bij het aannemen van de opdracht
in de maatschap zat, maar wel op het moment van het indienen van de
schadevergoeding. Dan zitten we wel in art. 7A:1679-1681 BW. Aansprakelijkheid
voor gelijke delen voor de toegetreden maat, de andere maten zijn wel voor het geheel
aansprakelijk.
o Vaak speelt art. 6:89 BW een rol. Tijdig te kennen geven dat er niet goed is
nagekomen..
- Jegens derden: onrechtmatige daad (art. 6:162 BW)

20

Gedownload door Danique Westerbeek (danique.westerbeek@casema.nl)


lOMoARcPSD|239055

o Onzorgvuldig handelen jegens een derden.


o Als je een wanprestatie pleegt, word je geacht dat je ook een onrechtmatige daad te
plegen.
o HR 23 november 2008, Ploum/Meets: een vordering instellen op grond van een
onrechtmatige daad, terwijl je ook een vordering in kan stellen op grond van een
wanprestatie, dan geldt de klachtplicht van art. 6:89 BW ook voor de onrechtmatige
daad.
o Een notaris weigert soms dienst, daarvan kunnen derden schade lijden. Er is dan geen
sprake van een overeenkomst, dus dan moet er een beroep worden gedaan op de
onrechtmatige daad.
o HR Tilburgse hypotheekbank: Derden (schuldeisers van de bank) die heel ver af
stonden van de handeling van de notaris, de notaris toch met succes hebben
aangesproken.

Bewijslast
Bijv. in een testament was art. 4:82 BW (uitstellen opeisbaarheid legitieme portie) vergeten op te
nemen. Hoofdregel: wie stelt moet bewijzen. Er is wel eens geopperd dat er een omgekeerde
bewijslast zou moeten gelden. Maar de Hoge Raad houdt de hoofdregel aan in
aansprakelijkheidszaken, maar komt de steller tegemoet door de verzwaarde stel- en motiveringsplicht
van de gedaagde. De notaris moet meer dan in andere zaken aantonen dat hij wel goed heeft
gehandeld. Deze verzwaarde plicht maakt het mogelijk voor de eiser om verder bewijs te leveren.

Er moet ook aangetoond worden dat er een verband is tussen de gemaakte fout en de geleden schade.
Arrest Dickey Trading II: in arrest I was aangetoond dat de notaris een fout had gemaakt, door het
ontbreken van voorlichting. Toch wilde de advocaat van de notaris de schade niet betalen, want er was
geen verband tussen de fout en de schade. Advocaat: als de notaris wel goed had voorgelicht, dan had
Franken toch gezegd: bedankt voor het goede advies, maar ik ga er toch mee door.
HR: ‘Indien door een als onrechtmatige daad of wanprestatie aan te merken gedraging een risico ter
zake van het ontstaan van schade in het leven is geroepen en dit risico zich vervolgens verwezenlijkt,
is daarmee het causaal verband tussen die gedraging en de aldus ontstane schade in beginsel gegeven’.
Er geldt dus een omgekeerde bewijslast ten aanzien van het causaal verband tussen de fout en schade.

Tuchtrechtelijk: niet handelen zoals een notaris betaamt.


Civielrechtelijk: redelijk handelend vakgenoot.
Ze lijken erg veel op elkaar, maar de Hoge Raad heeft geoordeeld dat de normen zijn niet met elkaar
gelijk. Als je tuchtrechtelijk onrechtmatig handelt, dan wil dat niet zeggen dat je civielrechtelijk ook
aansprakelijk bent.

HR 10 januari 2003: ‘In dit verband is van belang dat bij de beoordeling van de vraag of een
tuchtklacht gegrond is, andere maatstaven worden gehanteerd dan bij de beoordeling van de civiele
aansprakelijkheid...’

Verschillen tuchtrecht en civiel recht:


- In tuchtzaken waar het niet om schade gaat, kunnen niet tot een succesvolle civiele zaak
leiden.
- In tuchtzaken zijn de bewijsregels veel minder streng dan in het civiele recht.
- Het relativiteitsvereiste: of de overtreden norm de strekking heeft om de eiser te beschermen
tegen de schade die hij heeft geleden. Dus kijken wat beoogd wordt met de normen in het
civiele recht.
- Eigen schuld, art. 6:101 BW: eigen schuld speelt niet zo zeer in tuchtzaken.

Aan tuchtrecht zijn minder formaliteiten verbonden: je hebt bijvoorbeeld geen advocaat nodig.

Verzekering

21

Gedownload door Danique Westerbeek (danique.westerbeek@casema.nl)


lOMoARcPSD|239055

Is de exoneratie-clausule een oplossing voor de aansprakelijkheid? Nee, art. 6:234 sub a BW, ze staan
op de grijze lijst. Ze worden vermoed onredelijk bezwarend te zijn. De notaris zal moeten bewijzen dat
het niet onredelijk bezwarend is.
Er is nog een veel belangrijkere voorvraag: kan een ambtenaar zich überhaupt nog wel exonereren? In
de parlementaire geschiedenis is besproken dat exonereren wel mogelijk is, maar niet voor minder dan
het te verzekeren bedrag.

Art. 15 WNA stelt dat een notaris verzekerd moet zijn. Verzekering schade tot 1 miljoen euro moet de
notaris zelf regelen, bedragen tot 25 miljoen euro zijn ondergebracht bij een
verzekeringsmaatschappij. Een verzekering ziet op een protocol, dus ziet ook op de schade door zijn
voorganger gemaakt. Er is een uitzondering, namelijk art. 3:270 lid 6 BW. Bij een fout bij een
executieveiling is de Staat ook aansprakelijk.

Fiscale aansprakelijkheid
Art. 42 lid 1 Invorderingwet: ‘Indien krachtens art. 18 Wbr overdrachtsbelasting ter zake van een
verkrijging moet worden voldaan (...) is de notaris hoofdelijk aansprakelijk voor die belasting tot het
bedrag dat ingevolge de inhoud van de akte is verschuldigd.’

Strafrechtelijke aansprakelijkheid
Meneer X en meneer Y zijn er over eens dat er een onroerend goed verkocht gaat worden van X aan
Y. Ze hebben een hekel aan belasting betalen. De koopprijs is € 500.000, maar laten € 400.000
opnemen in de akte. De overige € 100.000 regelen ze onderling om de overdrachtsbelasting te
drukken.
- Maken partijen zich nu schuldig aan valsheid in geschrifte? Nee, omdat ze het niet zelf
opmaken op grond van art. 225 Sv, maar art. 227 Sv is wel van toepassing.
- Maakt de notaris zich schuldig aan valsheid in geschrifte?
o In het geval dat hij het wel wist: in een notariële partij-akte verklaart een notaris dat
de hij heeft opgeschreven wat partijen verklaarden. Er zit geen valse verklaring in, pas
als hij iets anders zou opschrijven, dan dat partijen verklaarden, is er een valse
verklaring. De notaris maakt geen valse verklaring op. Hij kon wel worden
opgehangen aan medeplichtigheid (art. 48 Sv) aan art. 227 Sv. De strafrechter is het
hier niet meer eens.
o In het geval dat hij het niet wist:

Hoorcollege IX

HR 26 juni 1984: Partij 1 wil aan partij 2 onroerend goed verkopen. De notaris doet titelrecherche en
wil weten hoe partij 1 het onroerend goed heeft verkregen. Dit bleek te zijn onder titel van schenking,
het huis is dan onvervreemdbaar. Geen enkele hypotheekgever wil daarop een hypotheek vestigen,
omdat de schenking makkelijk te niet gedaan kon worden door de opeisbaarheid van de legitieme
portie. De notaris stelde voor om in de akte op te nemen dat de verkoper het onroerend goed had
verkregen door koop en levering. ‘Dat, ofschoon in een akte van overdracht van onroerend goed de
vermelding van de titel van aankomst formeel pleegt te worden opgenomen als deel uitmakend van de
verklaring van degene die overdraagt, het hier, naar van algemene bekendheid is, in materiële zin gaat
om een gegeven dat de notaris met het oog op de eisen van het rechtsverkeer, in het bijzonder in
verband met de belangen van de verkrijger en diens rechtsopvolgers, zelfstandig naar aanleiding van
een eigen onderzoek dienaangaande in de akte opneemt, hetgeen betekent dat hij voor de juistheid
daarvan bij uitstek zelf de verantwoordelijkheid draagt.’

Klimop-arrest, 27 januari 2015: notaris werkte mee aan een A-B-C-D-E transactie. In de
partijverklaring van A naar B werd opgenomen dat het onroerend goed werd gehouden als belegging.
De notaris wist dat hetzelfde onroerend goed van B naar C zou gaan. Het Hof achtte het onroerend
goed geen belegging, omdat het direct werd doorverkocht. ‘Door desondanks in de koopovereenkomst
de passage op te nemen dat (koper) voornemens is het pakket te gebruiken als beleggingsobject
bestemd voor verhuur en uitponden, heeft de verdachte willens en wetens deze overeenkomst (op dit

22

Gedownload door Danique Westerbeek (danique.westerbeek@casema.nl)


lOMoARcPSD|239055

onderdeel) valselijk opgemaakt. Immers, de verdacht wist dat (koper) het pakket onmiddellijk daarna
zou doorverkopen en derhalve dit voornemen onmogelijk kon hebben.’

Het bewijsrecht
De notariële akte verschilt in bewijskracht van de onderhandse akte.
Art. 50 WNA bevat de bepaling dat de notaris een grosse kan afgeven. Afschrift met boven in: in
naam van de Koning. Dit levert een executoriale titel op, dit staat in art. 430 Rv. De stap van de
rechter wordt hierbij overgeslagen. Een grosse heeft alleen zin als in de akte een verplichting is
opgenomen die zich leent voor executie. Tegen de executoriale titel kan een executiegeschil aanhangig
worden gemaakt. Degene die het geld leent wordt geacht naar de rechter te gaan, het is dus
omgekeerd. Je veroordeelt jezelf al bij het ondertekenen van de akte, daarom is het zo van belang dat
partijen weten wat ze tekenen.

Nr. 8, Rabobank/Visser (HR 26 juni 1992): wanneer kan er een grosse worden afgegeven en wanneer
levert dit een executoriale titel op?
I. Reeds bestaande en in de akte ongeschreven vordering; of
II. Toekomstige vordering die zijn grondslag vindt in een bestaande en in de akte
omschreven rechtsverhouding;
III. Waarbij in beide gevallen de akte de weg moet aangeven langs welke op voor de
schuldeiser bindende wijze de grote van het verschuldigde bedrag kan worden vastgesteld.
In dit geval ging het om een bankhypotheek. Een partij verleent een recht van hypotheek op zijn huis
op alles wat hij in de toekomst aan de bank verschuldigd was. Er was geen grosse mogelijk, omdat er
alleen in de akte omschreven stond dat alles wat in de toekomst verschuldigd zou zijn. Er behoefde op
het moment van ondertekenen geen enkele schuld te zijn. Er hoeft nog geen rechtsverhouding te
bestaan, er is alleen een zekerheid gevestigd. De bank kon niet met de bankhypotheek executeren.

Dit gaat over gewone hypotheken, daarvoor is een notariële akte voor verplicht. Zowel geldlening als
hypotheek in de akte opgenomen.
HR 8 februari 2013: De Rabobank deed het anders, zij maakten de geldleningsovereenkomsten
onderhands op. In de notariële akte werd verwezen naar een onderhandse akte. Deurwaarders
twijfelden of de grosse wel geldig was, omdat de geldleningsovereenkomst niet in de akte was
opgenomen. ‘Uit onderhavige akte zelf blijkt niet van het bestaan van enige concrete vordering of
enige concrete rechtsverhouding waaruit een vordering kan voortvloeien. De akte voldoet aldus niet
aan eis dat de te executeren vordering daarin met voldoende bepaaldheid is omschreven.’ Geen
executoriale titel, omdat niet voldaan is aan de eisen van Rabobank/Visser.

3 type van bewijskracht van een akte:


- Uitwendige bewijskracht
- Formele bewijskracht
- Materiële bewijskracht

Art. 156 lid 1 Rv: wat is een akte?


- Geschrift: dragers van leestekens die een gedachteninhoud vertolken;
o Papier is geen vereiste.
- Ondertekend: lettertekens gesteld in het handschrift van de ondertekenaar die de
ondertekenaar beogen te individualiseren;
o Maar een stempel met zijn handtekening kan hier ook aan voldoen.
- Bestemd om tot bewijs te dienen.

Rb. Utrecht (LJN AZ:1680): iemand kocht een huis in de tijd dat een akte verplicht was voor de koop
van een huis. De koper had het stuk niet ondertekend, maar met een zegelring de akte ondertekend.
Het huis moest geleverd worden, de koper beriep zich toen op het feit dat hij het huis niet kon betalen.
Hij beriep zich erop dat de koopovereenkomst niet ondertekend was. De rechtbank oordeelde dat hij
wel degelijk had beoogd zich te individualiseren door de ondertekening met de zegelring, dus de
koopovereenkomst was ondertekend.

23

Gedownload door Danique Westerbeek (danique.westerbeek@casema.nl)


lOMoARcPSD|239055

Art. 156 lid 3 Rv bepaald dat alles dat geen authentieke akte is, een onderhandse akte is.

Hoe zit het met de digitalisering? Art. 3:15a BW bevat een regeling ten aanzien van een elektronische
handtekening. Maar hoe zit het met een geschrift? Art. 156a Rv ziet daarop, de mogelijkheid tot het
opmaken van elektronische onderhandse akte. Deze bevatten dezelfde kracht als een fysieke
onderhandse akte.

Authentieke akte: art. 156 lid 2 Rv.


- In vereiste vorm
- Bevoegdelijk opgemaakt
- Door ambtenaar aan wie de wet dat opdraagt

Voorbeeld onderhandse akte: het is een geschrift, het is ondertekend en bestemd om als bewijs te
dienen. Er is dus sprake van een akte als in art. 156 Rv. Als een van de partijen niet heeft ondertekend,
komen we niet toe aan art. 156 Rv. Als een van de partijen stellig beweert dat het niet zijn
handtekening is, dan is er sprake van de uitwendige bewijskracht. Een onderhandse akte levert geen
bewijs op zolang niet duidelijk is wie de handtekening heeft gezet. De akte kan niet tegen hem worden
ingeroepen, zolang niet bewezen is dat het wel zijn handtekening is. Een onderhandse akte heeft geen
uitwendige bewijskracht, geen vermoeden van echtheid. Als iemand zijn handtekening ontkend, dan
kan je er niks mee, tot dat bewezen is dat het toch echt zijn handtekening is. De zekerheid van een
onderhandse akte is dus beperkt. Wanneer de ondertekenaar opgevolgd is onder algemene titel, dan
kunnen de erfgenamen de handtekening niet erkennen.
Bij de authentieke akte is dat anders, deze heeft wel uitwendige bewijskracht, deze wordt vermoed
echt te zijn. Als hij roept dat de handtekening niet van hem is, dan zal hij dat moeten bewijzen. Dit is
af te leiden uit art. 159 lid 1 Rv. Het wordt geacht een authentieke akte te zijn, tenzij het tegendeel
wordt bewezen.
Het is ook te baseren op de materiële bewijskracht van notarisverklaring.
Uitwendige bewijskracht is ook te definiëren als dwingend bewijs dat de handtekening onder de akte
echt is.
Art. 152 Rv: vrije bewijsleer.
1. Bewijs kan worden geleverd door alle middelen, tenzij de wet anders bepaalt.
2. De waardering van het bewijs is aan het oordeel van de rechter overgelaten, tenzij de wet
anders bepaalt.

Art. 151 Rv: dwingende bewijskracht


1. Dwingend bewijs houdt in dat de rechter verplicht is de inhoud van bepaalde bewijsmiddelen
als waar aan te nemen dan wel verplicht is de bewijskracht te erkennen die de wet aan
bepaalde gegevens verbindt. Het beperkt de rechter in de waardering van bewijs.
2. Het betekent niet dat het onomstotelijk vast staat, want tegenbewijs door partijen is wel
mogelijk.

Formele bewijskracht: met dwingende bewijskracht vaststaat dat partijen hebben verklaard dat boven
hun handtekening staat? Het gaat er niet om of die verklaring juist is. Onderhandse akte heeft in
beginsel geen formele bewijskracht. Bij de formele bewijskracht gaat het om knoeien in de akte. Als
het zo is dat een onderhandse akte formele bewijskracht heeft, als iemand roept: er is geknoeid in de
akte, dan moet degene dat ook bewijzen. Wie stelt, moet bewijzen.

Nr. 11, Visser/Maho: meneer Visser werkte bij de firma Maho. Visser had geld geleend van zijn
werkgever en moest nog een bedrag overmaken. Hij werd aangesproken om het geld te betalen. Visser
toverde een akte tevoorschijn dat hij werd vrijgesteld voor het betalen van het bedrag. Ze hadden
brieven met de handtekening van de directeur en daar had Visser gebruik van gemaakt. Als een
onderhandse akte formele bewijskracht zou hebben zou de werkgever moeten bewijzen. ‘Dit brengt
mee dat als hoofdregel op degene die stelt dat de akte vals of vervalst is, de bewijslast daarvan zal
rusten... De rechter kan op grond van feiten die reeds vaststaan zoals onverklaard gebleven

24

Gedownload door Danique Westerbeek (danique.westerbeek@casema.nl)


lOMoARcPSD|239055

onregelmatigheden in de tekst, of op grond van de onwaarschijnlijkheid van de stellingen van degene


die de akte inroept, met betrekking tot de totstandkoming van de tekst tot het oordeel komen dat,
behoudens tegenbewijs, moet worden aangenomen dat die tekst geheel of ten deel later boven de
handtekening is geplaatst.’ De rechter kan de bewijslast omdraaien. Het staat niet met dwingend
bewijs vast dat partijen hebben verklaard wat boven de handtekening staat. Het is niet mits
tegenbewijs.

Hoe zit dat dan met de authentieke akte? Deze heeft formele bewijskracht. Onderscheid maken tussen
de notarisverklaring en de partij-verklaringen. In beide gevallen geldt dat ze formele bewijskracht
hebben. Ze hebben dus afgelegd wat in de akte staat, er is niet in de akte geknoeid. Er kan een partij
zijn die zegt dat er wel in de akte is geknoeid. Degene moet dan ook bewijzen, wie stelt, moet
bewijzen. De notarisverklaring is gebaseerd op art. 159 lid 1 Rv. Hij geldt als echt en onvervalst als hij
eruit ziet als een authentieke akte. Ten aanzien van de formele bewijskracht van de partijverklaring,
kan die ook gebaseerd worden op de materiële bewijskracht van de notarisverklaring.

De materiële bewijskracht gaat over het feit of iets waar is. Art. 157 lid 2 Rv: dwingend bewijs van de
waarheid van de verklaring van een partij:
- Tussen partijen (en rechtverkrijgenden van partijen);
- Omtrent hetgeen de akte bestemd is te bewijzen.
De rechter moet het voor waar aannemen, behoudens tegenbewijs. Jegens derden levert de akte geen
dwingend bewijs op. Het enige bijzondere aan de authentieke akte is de notarisverklaring.

Hoorcollege X

Geen verschil tussen onderhandse en notariële akte met betrekking tot de bewijskracht tussen partijen.
In de notarisverklaring is wel een verschil met de onderhandse akte, want deze geldt tegen iedereen,
behoudens tegenbewijs. Het moet dan wel om waarnemingen of verrichtingen gaan. Typische
verklaringen, die jegens iedereen gelden: de datum, identiteit partijen, de verschenen personen
verklaren en dat partijen de akte hebben ondertekend.
De formele bewijskracht ziet ook op de materiële bewijskracht van de notarisverklaring: het staat met
dwingend bewijs vast dat partijen die verklaringen hebben afgelegd, zoals dat boven de handtekening
staat.
De uitwendige bewijskracht van een akte is ook te baseren op de materiële bewijskracht van de
notarisverklaring: jegens iedereen staat vast dat de partijen de akte hebben ondertekend. Bij een
onderhandse akte staat juist niet vast dat het jouw handtekening is. Als je dit ontkent, dan moet de
ander bewijzen dat het wel jouw handtekening is.

Arrest HR 30 juni 2000: in deze zaak speelde de rol hoe ver de verklaring van de notaris gaat? Hij
verklaarde dat Pietje en Jan de enige erfgenamen zijn in de nalatenschap van Marie. Toen riep de partij
ten gunste van wie de vve was opgemaakt: bewijs het maar. Een vve is een juridisch oordeel van de
notaris. De vve valt niet onder art. 157 lid 1 Rv, omdat het geen waarneming is. Vve levert geen
dwingend bewijs op.

Werkcollege II

Vraagstuk I
1. Identificeren en achterliggende belanghebbenden identificeren bij de ondernemingen.
Dienst weigeren, want het kan in strijd zijn met het recht. Daarnaast moet er een melding
gemaakt worden.

2. De opdrachtgevers: lid 1 is sowieso niet van toepassing, omdat partijen niet zelf de akte
opmaken. Lid 2 zou wel mogelijk zijn, omdat zij gebruik maken van de akte. Maar het ziet
vooral op art. 227 Sr.
De notaris: op grond van art. 48 Sr jo. art. 227 Sr is hij wel aansprakelijk op grond van
medeplichtigheid. De verklaring kan aan de notaris worden toegerekend, ook al is het een

25

Gedownload door Danique Westerbeek (danique.westerbeek@casema.nl)


lOMoARcPSD|239055

partijverklaring, art. 225 Sr. Elke foutieve verklaring in een akte, die de notaris kon of
behoorde te weten, is de notaris voor aansprakelijk.

3. Het gaat hier om een partij-verklaring, dus alleen tegen partijen heeft het dwingend rechterlijk
bewijs. Daarnaast is het mogelijk om tegenbewijs te leveren, daarom staat het niet
omonstotelijk vast.

4. Art. 111a lid 3 Wna: niet gehouden aan de geheimhoudingsplicht.

5. De stukken waar de valsheid in staat, mag sowieso in beslag genomen worden. Er zijn stukken
die onder de geheimhoudingsplicht vallen. In principe heeft het openbaar ministerie geen
mogelijkheid om spullen in beslag te nemen. Als de notaris zelf verdachte is van een ernstig
strafbaar feit of spullen onder zich houdt, waarvan hij niet weet wat het is. Arrest notaris Maas
en Arrest ABC stromannen.

Vraagstuk II
1. Art. 15 Wna protocol valt open. Art. 14 Wna geeft de mogelijkheden voor een ontslag.

2. Dit wordt ook wel een vaste waarnemer genoemd, een kandidaat-notaris die bevoegd is. Art.
28 sub a en sub b Wna. Alleen bevoegd in de gevallen van de lichte waarneming.
Goedkeuring heeft al eenmalig plaatsvinden, alleen aanmelding geschiedt nog te gebeuren.

Vraagstuk III
1. Art. 39 Wna. Het is een vormvoorschrift dat niet is nagekomen, maar in lid 5 wordt gesteld dat
het niet hebben van een geldig legitimatiebewijs niet lijdt tot het ontbreken van authenticiteit.

2. Art. 157 lid 2 Rv. Het levert dwingend bewijs tussen partijen.

3. De notaris verklaart dat de partijen de akte hebben ondertekend.


Vraagstuk IV
1. Arrest Tomol/van Eijck. De akte is al ondertekend, dan heeft de notaris geen
verschoningsrecht.

2. Art. 43 Wna: Belehrungspflicht. Risico’s, die partijen zich moeten realiseren.

3. Schadevergoeding.

4. Wie stelt, moet bewijzen, op grond van de hoofdregel. Maar in dit geval een omgekeerde
bewijsregel. Dicky Trading I. Het niet waarschuwen en het voltrekken van schade, dan is er
een omkering van de bewijslast.

26

Gedownload door Danique Westerbeek (danique.westerbeek@casema.nl)

You might also like