You are on page 1of 7

Listening

a) Omdat veel kleren zijn gemaakt van stoffen die niet kapot gemaakt kunnen worden. Ook
laten kleren verf, chemicaliën en olie achter in rivieren.
b) Maar 1% wordt ook echt daadwerkelijk gerecycled. Als je katoen en wol recyclet vermindert
dat de kwaliteit van het materiaal waardoor je een minder goed product krijgt.
c) H&M focust zich op recyclen omdat het een makkelijke duurzame win is voor ze. Ze hoeven
hun product niet te veranderen om kleding te verzamelen zodat ze een tweede leven
hebben. ook kost het 12 jaar om iets te recyclen dat ze verkopen in 48 uur. Het gaat meer om
marketing dan om de duurzaamheid. Ze maken teveel en verkopen het voor te weinig.
d) Het idee dat als wij kleding aan het goede doel geven het gaat naar mensen die het nodig
hebben maar er is veel meer kleding dan mensen die het nodig hebben
e) Al het textiel is geld waard. In Afrika wordt het ook allemaal verkocht door mensen die het
gratis hebben overgekocht waardoor ze geld verdienen
f) De producent van de kleding is verantwoordelijk. Als ze iets maken en het komt terug
moeten zij dat recyclen en niet in een ander land dumpen
g) Ze kijken naar dingen die er goed uitzien maar niet perse naar goede kwaliteit. Er wordt veel
meer verkocht en meer aangeboden.
h) Omdat dit wordt gemaakt met heel veel water

Reading 1

a. 1. We moeten minder vlees, melk, kaas en boter in huis halen.


2. We moeten meer lokaal seizoens eten halen en minder hiervan weggooien
3. We moeten vaker met de trein of bus gaan in plaats van met het vliegtuig.
4. We moeten videogesprekken gebruiken in plaats van op zakenreis gaan.
b. Een pub produceert grote hoeveelheden bier. Dit kost per liter minder energie. Ook zorgt
een normaal biertje voor minder CO2 uitstoot dan een speciaal biertje die ze in de
supermarkt verkopen.
c. Het gemiddelde rundvlees uit Zuid-Amerika zorgt voor drie keer zoveel broeikasgassen als
rundvlees dat in Europa wordt geproduceerd. Ook gebruikt Argentinië 10 keer zoveel land.
Daarbij gebruiken ze veel meer water. Ook maken ze geen gebruik van elektrische auto’s
zoals in Europa.
d. Omdat dit plantaardige eiwitten zijn. Het bevat dezelfde voedingsstoffen maar de productie
kost minder grondstoffen en zorgt voor minder CO2 uitstoot.
e. Kip en varkensvlees zorgt voor minder broeikasgassen dan koeien. Ook hebben ze minder
voer nodig waardoor er minder land, water en energie nodig is.
f. De vangst en kweek van vis heeft impact op het milieu. Netten komen in de zee terecht.
Sommige soorten worden hierdoor met uitsterven bedreigd door de manier waarop en hoe
de vis gevangen is. Ook is de kans op verspilling groter, omdat de vis maar kort houdbaar is.
Reading 2

1. door de productie van katoen zijn 2 rivieren gebruikt die eigenlijk de Aral Sea van water
voorzag. Nu het water van die rivieren de Aral Sea niet meer bereikte, krimpte het meer.
2. door de omvang en zoutgehalte van t meer
3. luchtkwaliteit, tast oogst aan, winters kouder en zomers warmer
4. door irrigatie lost een deel van het opgeslagen zout in de bodem op in het water waardoor
het zout in het wateroppervlak terecht komt
5. door toeristenbezoek of het geld dat de jongere generaties verdienen in de grote steden
6. a false
b true
c false
7. een cross-country methode moet tot stand worden gebracht door collectieve
verantwoordelijkheid te dragen
8. paragraaf 14
9. dit blijkt niet goed te zijn om te hergebruiken

Language proficiency A

1. 1) put up
2) set up
3) bring down
4) break up
5) turn down

2. 1) broke down
2) put him down
3) turn up
4) brought up

3. 1) broke down
2) set up
3) put some up
4) brought up
5) put someone down
6) mentioned
7) break up

4. 1) cutback  3
2) downfall  1
3) upbringing  2
4) input  4
5) outburst  5

5. 1) handover  2
2) make of  6
3) passed away  4
4) stand in  1
5) turned down  5
6) knocked down  3

6. 1) b
2) a
3) f
4) e
5) d
6) c

7. 1) hand out
2) stand out
3) passes out
4) make out
5) knocked out
6) turns out

Language proficiency B

1. 1) b
2) d
3) g
4) h
5) e
6) c
7) f
8) a

2. 1) getting
2) heart
3) feel
4) shoulders
5) better
6) look
7) hills

3. 1) fish
2) donkey
3) whale
4) dog’s
5) cat

4. 1) time
2) dinner
3) bag
4) the water
5) grass
6) work
5. 1) hen party
2) had butterflies
3) in the doghouse
4) who rabbit on
5) like a horse

6. 1) don’t like it
2) Have a date
3) but now he eats slow
4) always late
5) she is getting married

7. 1) c
2) a
3) e
4) b
5) d

8. 1) just around the corner


2) on the pipeline
3) in the long run
4) in store for
5) in the cards

9. 1) come
2) have
3) lack
4) make
5) beat
6) make
7) put
8) make
9) lack
10) give

10. 1) à a, b, d, e
2) à c, i
3) à f, g, h

11. 1) giving it everything we’ve got


2) beat the competition
3) make your mark
4) lacked the talent
5) making it to the top
6) make one’s mark
7) make the sacrifices
8) come up with something original
Language Proficiency C

1. 1) A
2) D
3) A
4) C
5) A
6) C
7) C
8) D
9) B
10) A
11) A
12) A

2. 1) A
2) C
3) C
4) B
5) A
6) D
7) D
8) B
9) D
10) C
11) D
12) B

3. 1) of
2) under
3) for
4) through
5) by
6) into
7) at
8) with
9) out
10) for

4. 1) snowstalker
2) the toraton
3) megasquid
4) the ocean flish

5. 1) has
2) according
3) If
4) completely
5) with
6) of
7) looking
8) out
9) more
10) like
11) at
12) where
13) what
14) is
15) no

6. 1) out
2) with
3) off
4) of
5) at
6) for
7) to
8) by

Reading Exam Vwo 2018

1. B
2. Het moest licht doorlaten en tegen veel gebruik kunnen
3. F
4. a–b–c–d
5. B
6. C
7. A
8. D
9. D
10. ‘how reprehensible’
11. C
12. A
13. Niet
niet
wel
niet
14. Het verlangen om echte mannendingen te kunnen doen
15. C
16. C
17. D
18. A
19. 9,3 en 13
20. C
21. A
22. D
23. B
24. D
25. Niet
wel
niet
wel
26. D
27. A
28. Alinea 2
29. D
30. C
31. C
32. A
33. C
34. ‘some fear’
35. Niet
wel
niet
niet
niet
wel
36. Nee
37. A
38. B
39. C
40. C
41. A

You might also like