You are on page 1of 2

Geschiedeniswerkplaats 2e editie

1hv - hoofdstuktoets H1 - antwoorden

Geschiedeniswerkplaats 2e editie 1 havo/vwo


Antwoorden hoofdstuktoets H1: Jagers en boeren

Normering
punten cijfer punten cijfer punten cijfer
0 1 11 4,3 22 7,6
1 1,3 12 4,6 23 7,9
2 1,6 13 4,9 24 8,2
3 1,9 14 5,2 25 8,5
4 2,2 15 5,5 26 8,8
5 2,5 16 5,8 27 9,1
6 2,8 17 6,1 28 9,4
7 3,1 18 6,4 29 9,7
8 3,4 19 6,7 30 10
9 3,7 20 7
10 4 21 7,3

[G/R] [c] 1 A, C, F
(1 punt)

[G/R] 2 A2, B3, C4, D1


(1 punt)

[O/R] 3 Bijvoorbeeld: De evolutietheorie is kennis die is ontstaan uit systematisch onderzoek.


Scheppingsverhalen zijn doorverteld (en niet ontstaan uit systematisch onderzoek).
(1 punt)

[O/P] [v] 4 Bijvoorbeeld: 1 Hoe mensen met hun doden omgingen. 2 De gedachtewereld van
de mensen vroeger.
(2 punten)
Deze opdracht gaat over informatie uit bronnen (vakvaardigheid 3).

[O/R] 5 Bijvoorbeeld: Mensen leefden eerst van jagen en voedsel verzamelen in de natuur.
In het Midden-Oosten gingen mensen vanaf 10 000 v.C. leven van de landbouw (akkerbouw
en veeteelt).
(2 punten)

[O/P] [v] 6 Bijvoorbeeld: 1 Het boerenbestaan geeft meer zekerheid. 2 Boeren kunnen een
voedselvoorraad aanleggen.
(2 punten)
Deze opdracht gaat over oorzaken en gevolgen (vakvaardigheid 9).

[G/P] [v] 7 B, D
(2 punten)
Deze opdracht gaat over informatie uit bronnen (vakvaardigheid 3).

[O/R] 8 Bijvoorbeeld: 1 Door de landbouwrevolutie moesten mensen met meer mensen


rekening houden, bijvoorbeeld afspraken maken over samen huizen bouwen. 2 Er

© Noordhoff Uitgevers bv, 2013 1

1
Geschiedeniswerkplaats 2e editie
1hv - hoofdstuktoets H1 - antwoorden

ontstonden grotere verschillen in bezit wat je kunt zien aan grafgiften. 3 Aan de grafgiften
kun je ook zien dat er grotere verschillen in aanzien tussen mensen ontstonden.
(3 punten)

[G/P] [v] 9 E, B, F, D, A, C
(2 punten)
Deze opdracht gaat over historische indelingen (vakvaardigheid 5).

[O/P] [v] 10 Bijvoorbeeld: De zin klopt gedeeltelijk met bron 4. Volgens de bron gebruikte
men hefbomen en trekossen. Niet duidelijk is of men boomstammen als rollers of slede
gebruikte.
(3 punten)
Deze opdracht gaat over informatie uit bronnen (vakvaardigheid 3).

[G/P] [v] 11 A waarderend, B verklarend, C, verklarend, D beschrijvend


(2 punten)
Deze opdracht gaat over onderzoeksvragen (vakvaardigheid 1).

[G/R] 12 A, C
(2 punten)

[O/R] 13 Bijvoorbeeld: Mensen maakten veel onbegrijpelijke dingen mee en geloofden dat
deze het werk waren van een boze god of geest.
(1 punt)

[G/R] 14 A 1, 4, 5 en B 2, 3, 6
(1 punt)

[O/P] [v] 15 Bijvoorbeeld: Geen gelijk. Jager-verzamelaars hadden niet zulke zware spullen
omdat ze nomaden waren. Het is waarschijnlijk een maalsteen voor graan die door boeren
werd gebruikt, niet door jager-verzamelaars.
(2 punten)
Deze opdracht gaat over informatie uit bronnen (vakvaardigheid 3).

© Noordhoff Uitgevers bv, 2013 2

You might also like