You are on page 1of 5

 

 le listing de beijer  


Aller à la page : 1, 2  
Auteur Message
EVE Sujet: le listing de beijer    Mer 18 Avr 2007 - 12:35

bonjour à tous le fameux listing de beijer dont on a parlé au procès B.B a


t il un intéret quelconque ? quelqu un peut il m éclairer ? merci
Nombre de messages : 566
Age : 99
Localisation : BANDANEIRA
Date
d'inscription : 12/03/2007

 
undercover Sujet: Re: le listing de beijer    Mer 18 Avr 2007 - 17:11

Peut etre l'intéressé, lui meme?


Mais il est peut etre dans l'avion?

Nombre de
messages : 2183
Date
d'inscription : 24/03/2007

 
Anonymou Sujet: Re: le listing de beijer    Sam 28 Avr 2007 - 12:05
Invité

Eve a écrit:
bonjour à tous le fameux listing de beijer dont on a parlé au procès
B.B a t il un intéret quelconque ? quelqu un peut il m éclairer ? merci
Drole de question pour quelqu'un qui se dit proche d'un jure du proces !!!
Et l'interet depend toujours de la facon dont on considere les choses!

 
auliffe Sujet: Re: le listing de beijer    Sam 28 Avr 2007 - 13:28
Invité

Voici l'interprétation que donne le Morgen du fameux listing, peu après


l'annonce de la mort de Bouhouche...

Geplaatst: Za Mrt 10, 2007 7:36 pm Onderwerp: DE MORGEN 07 01 2006

--------------------------------------------------------------------------------

Hoe louche was het speurwerk van Bouhouche? Zijn dossiers gekraakt
GEORGES TIMMERMAN STEF JANSSENS

De speurders van de Cel Waals-Brabant kwamen deze week terug uit


Fougax-et-Barrineuf in de Pyreneeën met dertig beveiligde en dus
voorlopig nog onleesbare diskettes. Gevonden in het krot van wijlen
Madani Bouhouche. De Morgen heeft alvast één diskette gekraakt, al is er
geen enkele zekerheid dat die tot de recente vondsten behoort. Daarop
staat de database van ARI, het detectivebureau van Bouhouche en Beijer.
Ze bevat soms verrassende namen van opdrachtgevers, klanten, targets.
Na een zoektocht van twintig jaar die geen enkel tastbaar resultaat heeft
opgeleverd, pruttelde het onderzoek naar de Bende van Nijvel op een
ultralaag pitje. Het overlijden van Bouhouche heeft het vuurtje echter
onverhoopt doen opflakkeren. Er groeit opnieuw de hoop dat het raadsel
van de Bende en de vele aanverwante onopgehelderde misdaaddossiers
uit de jaren tachtig misschien toch nog zullen kunnen worden opgelost.

Menig amateurspeurder en onderzoeksjournalist dook deze week in


kelders, kasten en archieven en haalde beduimelde dossiers van onder
het stof. Zo kreeg de redactie, dankzij de commotie rond de dood van
Bouhouche, inzage in de tot nog toe onbekende database van Agence de
Recherche et d’Information (ARI), het Brusselse detectivebureau dat in de
jaren 1984-’85 werd geleid door Bouhouche en zijn kompaan Robert ‘Bob’
Beijer.
De databank blijkt een goudmijntje te zijn: ze omvat meer dan 825
bestanden en duizenden namen van opdrachtgevers, klanten, targets,
medewerkers, kandidaat-werknemers en andere relaties van de twee
gevaarlijke gangsters. De databank van ARI geeft een goed beeld van het
netwerk waarin Bouhouche en Beijer destijds opereerden. Beide ex-
BOB’ers waren begin jaren tachtig net uit de rijkswacht gezet wegens het
afluisteren van collega’s en hun mogelijke betrokkenheid bij aanslagen op
collega-rijkswachters en de beruchte wapendiefstal bij de Groep Diane.
Onder het mom van hun detectivebureau konden ze hun illegale
praktijken gewoon voortzetten. Uit de gegevens van hun database blijkt
dat het duo aansluiting vond bij een sterk internationaal vertakt netwerk
dat zich bezighield met inlichtingenwerk, wapenhandel en covert
operations.
Behalve routineuze detectiveklusjes voor verzekeringsmaatschappijen,
kredietkaartfirma’s en jaloerse echtgenotes hield ARI zich ook op zeer
professionele manier bezig met het verzamelen van politieke en criminele
inlichtingen. Bouhouche en Beijer konden daarbij steunen op microfiches
van de rijkswacht die ze hadden ontvreemd. In hun database staan vele
verwijzingen naar die microfiches.
Blijkbaar hadden ze ook toegang tot vertrouwelijke gerechtelijke dossiers,
onder meer van de toenmalige onderzoeksrechters Véronique Paulus de
Châtelet en Jean-Michel Schlicker. In bepaalde gevallen bleek ARI in staat
om op zijn beurt de officiële politiediensten in te schakelen. Fiche 37
vermeldt in elk geval: “op onze vraag, interventie BOB Brussel”. Ook
telefoontap en wellicht ook inbraak en chantage behoorden voor ARI tot
de mogelijkheden.

Bekende namen
Klanten of opdrachtgevers van het detectivebureau waren in vele gevallen
ex-collega’s van de BOB of de Gerechtelijke Politie. Heel wat klanten
werden aangebracht door advocaten, in totaal bijna honderd, onder wie
bekende namen zoals Jean-Paul Dumont (raadsman van talrijke extreem
rechtse militanten), Pierre Chomé (zoon van Mobutu-opponent Jules
Chomé en onderzoeksrechter Francine Lyna), Mario Spandre (raadsman
van Moïse Tsjombé), Edouard Jakhian of Thomas Delahaye. Een
rijkswachter die lid was van de Brusselse Infosectie van de BOB en daar
onder meer belast was met onderzoek naar extreem rechtse groepen in
Vlaanderen, vroeg bijvoorbeeld aan ARI informatie over ene Vanhecke.
Bedoeld is waarschijnlijk André Vanhecke, de oprichter van Cosmos, de
inlichtingendienst van het Vlaams Blok (fiche 397). Pikant is wel dat deze
BOB’er door zijn Franstalige collega’s werd verdacht van VMO-
sympathieën. Een majoor van de luchtmacht uit Zaventem, die werkte
voor de militaire inlichtingendienst SGR, deed eveneens een beroep op
ARI, net als een agent van de Staatsveiligheid.
Uit de database blijkt onomstotelijk dat ARI rechtstreekse contacten
onderhield met en opdrachten uitvoerde voor de Amerikaanse ambassade
in Brussel en de Belgische antenne van het Drug Enforcement Agency
(DEA). Ook individuele Amerikaanse prominenten deden een beroep op
ARI. Richard C. Strauss bijvoorbeeld, een Texaanse advocaat en gewezen
minister onder president Nixon, besloot op voorspraak van burggraaf
Etienne Davignon (topman van de toenmalige Generale Maatschappij)
Bouhouche en Beijer in te schakelen.
Strauss vroeg en kreeg inlichtingen over het Belgische vriendje van zijn
dochter Tania, een student uit Schaarbeek. Nog andere klanten van ARI
werden aanbevolen door oud-rijkswachtkolonel René Mayerus, directeur
van het European Institute of Management (EIM), eveneens een privé-
inlichtingendienst, met zetel pal tegenover de Amerikaanse ambassade
aan de Brusselse Kunstlaan. Voorzitter van EIM was de vroegere
Amerikaanse ambassadeur in Brussel, Douglas Mac Arthur II junior, de
zoon van de bekende generaal uit de Tweede Wereldoorlog. Eigenaar van
EIM was wijlen Michel Relecom, zakenman met belangen in Zaïre,
vertrouweling van president Mobutu en voorzitter van de Belgisch-
Afrikaanse Kamer van Koophandel. EIM had destijds in Zaïre verschillende
contracten lopen met de overheid. In België verwierf de zonderlinge
firma, dankzij Mayerus, contracten met onder andere het ministerie van
Buitenlandse Zaken voor de beveiliging van diplomatieke bijeenkomsten
en topconferenties in diverse kasteeldomeinen van het departement, zoals
het Egmontpaleis. Mayerus bracht Bouhouche en Beijer voorts in contact
met het Amerikaanse commerciële inlichtingenbureau International
Intelligence Inc. (Intertel). In opdracht van Intertel, zo leert de database,
onderzocht ARI bijvoorbeeld een firma die kantoren had aan het Brusselse
de Meeusplein, toevallig recht tegenover de toenmalige hoofdzetel van de
Staatsveiligheid. ARI legde ook contacten met de Haïtiaanse ambassade
in Brussel met het oog op eventuele politiek asielaanvraag voor de
Haïtiaanse dictator Jean Duvalier.

Een oude bekende op de klantenlijst van ARI is de Saoedische


geheimagent Faez El Ajjaz, die zich voor journalist uitgaf. In
hun databank brengen Bouhouche en Beijer hem in verband met de
affaire- Vernaillen (de moordaanslag op
rijkswachtmajoor Herman Vernaillen), WNP en European Institute of
Management. Minder voor de hand liggend was dat het
detectivebureau regelmatig informatie inwon op vraag van het weekblad
Pourquoi Pas?Intensieve relaties bestonden er ook
tussen ARI en baron Jean de Barsy, een berucht financier die later in de
criminaliteit verzeilde. Als oplichter en witwasser
bleek de Barsy samen te werken met figuren die gelieerd zijn met de
bende- Haemers (de ontvoerders van VdB) zoals
Maurice Lammers, vader van WNP’er Erik Lammers.

Target met imperméable

Tientallen Europese ambtenaren in Brussel, maar ook leden van de


Europese interne veiligheidsdienst en een enkel
Europarlementslid werden door ARI bespied. Hun fiches bevatten
gedetailleerde informatie over hun adres, familiale
toestand, kinderen, telefoonnummers, auto’s, tijdsgebruik en gewoontes
(“frequenteert Chinese restaurants”), talenkennis
(“praat met een zwaar Duits accent”), gezondheidstoestand, kleding
(“target draagt vaak een imperméable”), het bestaan
van alarmsystemen in hun woning en hoe die kunnen worden
uitgeschakeld, de eventuele aanwezigheid van gevaarlijke
honden, seksuele voorkeur en namen van maîtresses. Die grote
belangstelling voor de Europese instellingen kan te maken
hebben met de doelbewuste pogingen die in de jaren zeventig en tachtig
vanuit extreem rechtse hoek ondernomen werden
om de interne veiligheidsdienst van de Europese Commissie te infiltreren.
Opvallend veel politiemannen, militairen, agenten van inlichtingendiensten
en zelfs magistraten worden bespioneerd door
ARI. Een commissaris van de toenmalige Gerechtelijke Politie uit
Zottegem bleek een target omdat hij verdacht werd van
een autodiefstal. Er bestond ook een fiche over Gustave Keteleer,
spilfiguur van de Ecooviesekte (“gezocht voor oplichting,
bevindt zich mogelijk in de buurt van Wilrijk”). Zelfs Juliaan Van
Hoeylandt, toenmalig procureur des Konings in Antwerpen,
zat in de database. “Corruptie”, zo luidt de commentaar bij deze
magistraat. “Target zou geld krijgen van casino’s.”
Bedrijfsleiders, wapenhandelaars, prostituees, diamantairs, journalisten,
vakbondsleiders, communisten: niemand was
veilig voor het speurwerk van Bouhouche en Beijer. In hun databank
vinden we Jean-Pierre Dutry terug, een schoonzoon
van PSC-politicus Paul Vanden Boeynants. Dutry werd door ARI in de
gaten gehouden in opdracht van zijn echtgenote,
Anne Vanden Boeynants, die op zoek was naar belastende feiten met het
oog op een echtscheiding. De fiche van een
Brusselse accountant vermeldt dan weer als commentaar dat “target
hooggeplaatste relaties zou hebben, meer bepaald
met VdB”. Andere targets waren belangrijke bedrijfsleiders, zoals
Hyppolite Haelterman (van de gelijknamige brouwerij),
Patrick De Pauw (zoon van de legendarische Brusselse bouwtycoon
Charlie De Pauw, een trouwe vriend van VdB) of Thierry
de Broqueville, een directeur van de BBL.
Het detectivebureau van Bouhouche had ook veel belangstelling voor
wapenhandelaars, zoals blijkt uit de bestanden van
Maxime de Cassan-Floyral (een Franse wapenhandelaar) en Georges
Drouviotis (een Griek die meewerkte aan Irancontragate).
Een belangrijke relatie van ARI was de Palestijns-Libanese wapentrafikant
Maroum Hage, die tijdens de
Libanese burgeroorlog vanuit België wapens-voor-drugsdeals
organiseerde met de Libanese extreem rechtse Falangisten.
De dochter van Hage, Suzanne, werkte zelfs een tijdje voor ARI.
Jean Gordower, zoon van de Brusselse zakenman Boris Gordower, was
eveneens een target. “Gekend als communist,
kandidaat bij verkiezingen, talrijke reizen naar het Oosten”, zo luidt de
commentaar bij zijn naam. Vader Gordower was een
directe medewerker van gewezen KP-leider Louis Van Geyt. Ook het
bespieden van vakbondsvergaderingen, onder meer op
de luchthaven van Zaventem, behoorde tot de activiteiten van ARI.
In de databank zitten gegevens over een hele reeks prostituees. Eentje
staat vermeld als “concubine van Mobutu”. De
mogelijke reden hiervoor kwam pas in 1997 aan het licht tijdens de
werkzaamheden van de twee parlementaire
onderzoekscommissie naar de Bende van Nijvel. Volgens verklaringen van
speurders zouden Bouhouche en Beijer immers
een deel hebben overgenomen van het callgirlnetwerk van de Brusselse
courtisane Fortunato ‘Tuna’ Israël, de voormalige
vriendin van wapenleverancier en VdB-vriend Roger Boas, en haar
opvolgster Lydia Montaricourt. De bedoeling was om
callgirls op politici af te sturen om op die manier gevoelige informatie in te
winnen of politici te chanteren.
In het kader van het onderzoek naar de moord op FN-wapenhandelaar
Juan Mendez heeft het gerecht kunnen vaststellen
dat Bouchouche en Beijer vanaf december 1985 de telefoon afluisterden
van Marcel Lemmens, chef van de veiligheidsdienst
van Sabena. In de database van ARI zit een fiche over Lemmens,
opgesteld in 1983, met onder andere een lijst van
veertien nummerplaten van auto’s waarover ‘target’ beschikte. Ook
piloten, technici van Sabena en ingenieurs van
Eurocontrol werden in de gaten gehouden. Mogelijk had dat alles verband
met de overval op Francis Zwarts.
Die bewakingsagent werd in 1982 op de luchthaven van Zaventem
beroofd door mannen in rijkswachtuniformen.
Zwarts verdween spoorloos en werd vermoedelijk vermoord. De zaak-
Zwarts is overigens een van de weinige affaires
waarvoor Bouhouche werd veroordeeld.
Talloze EU-ambtenaren en -veiligheidsmensen werden door ARI bespied.
Hun fiches bevatten informatie over
hun familiale toestand, gewoontes, adres en alarmsystemen daar,
seksuele voorkeur en namen van maîtresses

You might also like