Slingerpracticum natuurkunde

Door Dan Heo en Emil Richert

Inhoud:

1. Onderzoeksvraag
2. Hypothese
3. Experimentele aspecten
4. Onderzoeksresultaten
5. Conclusie en discussie
6. bronnenlijst
7. Appendix

1) Onderzoeksvraag
Wat is het kwantitatieve verband tussen de slingerlengte en de trillingstijd?

2) Hypothese
Wij verwachten dat het verband tussen de slingerlengte en de trillingstijd afhankelijk is van
de slingerlengte. Dit wil zeggen dat hoe langer de slingerlengte, hoe langer de trillingstijd.
Hierin is de slingerlengte, de lengte vanaf het ophangpunt tot het massamiddelpunt. De
trillingstijd hierin is hoelang het slingertje erover doet om een volledige zwaai van links naar
rechts te maken.

3) Experimentele aspecten
Wij hebben gebruik gemaakt van bepaalde schoolspullen, waaronder: statief, gewichtje van
50 gram, post-it (voor het programma), en een slinger.
We hebben voor de metingen gebruik gemaakt van deze systemen: telefoon, computer, en
de tracker-app.
Zie afbeelding 1 voor de meetopstel

Afb. 1 meetopstellingen
4) Onderzoeksresultaten
Grafiek 1(zonder
slingerlengte trillingstijd 1,25 coördinatentransformatie)
37,5 1,224421
1,2
36 1,1794

trillingstijd in s
34,5 1,1532 1,15
33 1,13856
31,5 1,095804 1,1
30 1,0532
28,5 1,0502439 1,05

1
0 10 20 30 40
slingerlengte in cm

5) Conclusie en discussie
Conclusie:
Onze hypothese klopte eigenlijk wel. Je kan in de tabel waarin de slingerlengte niet
geworteld is, zien, dat naarmate de lengte afneemt, de trillingstijd ook afneemt. Zoals je ziet
is het kwantitatieve verband tussen de slingerlengte en de trillingstijd een wortel verband.
Dat is heel makkelijk uit te leggen. Zoals je kan zien, is 6,123724/1,224421 ongeveer gelijk is
aan 6/1.794 en 5,87367/1,1532.Zie tabel 2 in appendix. Hieruit kun je dus concluderen dat
het een wortelverband is. Het is overigens niet helemaal gelijk aan elkaar, aangezien onze
metingen niet perfect zijn. Ook kan je zien dat het een wortelfunctie is, aangezien grafiek 2
een lineaire grafiek is.
 Discussie:

Wat we beter hadden hunnen doen is dat we de metingen wat nauwkeuriger hadden
gemeten. Op de grafieken zie je best vaak dat er sprake is van een afwijking. Dit ging zo,
omdat we erg veel moeilijkheden hadden in het begin met het programma. Hierdoor duurde
het heel lang voordat we konden beginnen met meten en kwamen we in tijdsnood. We
wouden het toen na school nog afmaken, maar doordat we ook een filmpje moesten maken
hadden we na school ook weinig tijd.

Ook hadden we veel moeite met de onderzoeksresultaten in een grafiek te stoppen. Het
ging steeds fout, omdat we de tabel niet goed hadden gemaakt. We hadden al alles gedaan
en kwamen er toen pas achter dat we komma's moesten gebruiken in plaats van punten.
Ook toen we de grafiek eenmaal hadden gemaakt zagen we dat de punten er niet goed
instonden. Gelukkig hebben we dit uiteindelijk allemaal opgelost en staat het er nu correct
in.

Het was ook erg lastig om uit onszelf uit te vogelen hoe dat programma nou precies werkt.
Er liep hierdoor dus ook wat vertraging op.

6) Bronnenlijst:
Het natuurkunde boek

Dat uitgedeelde blad met die oefeningen

:)
Appendix

37.5 cm slingerlengte 36 cm slingerlengte

34.5 cm slingerlengte 33 cm slingerlengte

31.5 cm slingerlengte 30 cm slingerlengte

 28.5 cm slingerlengte

√slingerlengte trillingstijd
6,123724 1,224421 grafiek 2(met
6 1,1794 coördinatentransformatie)
5,87367 1,1532 1,25
5,74456 1,135856
5,61248 1,095804 1,2
√slingerlengte in s

5,4227755 1,0532
1,15
5,338539 1,0502439
1,1
Tabel 2
1,05

1
5,2 5,4 5,6 5,8 6 6,2
trillingstijd in cm