Hoofdstuk 1

1. Wat moet er in een functieomschrijving staan, noem 4 zaken en leg deze uit
- Eigenschappen van sollicitant. Het is van belang dat er een klik en goede sfeer
ontstaat tussen alle werknemers, dat bevordert de samenwerking.
- Vaste taken. De sollicitant baseert op basis van takenpakket of de functie relevant
is om op te reageren en zelf gekwalificeerd is voor de rol.
- Vereist niveau. Voor veel functies is een bepaald niveau vereist om taken te
kunnen uitvoeren. Bijvoorbeeld goed met computersystemen om kunnen gaan
voor een IT-functie.
- Het beheersen van vaardigheden. Voor een Engelse krant is het van belang dat de
sollicitant de Engelse taal goed beheerst.
2. Waar mag je niet naar vragen in een vacaturetekst, noem 5 zaken
- Kinderwens
- Gezondheid/ ziekteverzuim
- Religie
- Politieke voorkeur
- Geslacht
3. Wat is het verschil tussen missie en visie?
- Visie is een ideaalbeeld voor de gehele levensduur van het bedrijf in de toekomst.
- Missie is waar het bedrijf voor staat en hoe ze de visie concreet willen behalen
4. Welke 4 bedrijfstypes kan je onderscheiden in de horeca? Geef van elke van deze 4
een voorbeeld?
- Restaurant = Helling 7
- Cafe= cafe Thijssen
- Hotel= Amstel hotel
- Catering= De dreef
5. Hoe kan je het omspanningsvermogen van een manager vergroten?
- Door extra leidinggevende onder de manager toe te wijzen die vervolgens
verantwoording afleggen aan de manager zelf.
6. Een groot hotel heeft vaak drie managementniveaus. Geef deze drie niveaus aan en
leg elk niveau uit met een voorbeeldfunctie
- Strategisch (Het managen van de hoofdstructuur van de organisatie en aspecten
van het voortbestaan van het bedrijf): Financieel manager of HRM manager
- Tactisch (Het structureel besturen van het systeem bedacht door strategisch
management): Administratief manager
- Operationeel (Het geheel van besturende taken dat strategisch en tactisch
management hebben opgegeven): Bedrijfsleider