You are on page 1of 12

SAMENVATTING

In dit document vind je


alle aanwijzingen die je
nodig hebt om je
opdrachten voor het
portfolio van Inlac 1 te
maken.

TOETSOPDRACHTEN
INLAC 1
Institute for Finance & Accounting, Accountancy, 2023-2024

Toetsopdrachten Inlac 1
Inhoud
Inleiding ................................................................................................................................................... 1
1. E-mailopdracht ................................................................................................................................ 2
1.1 Opdracht e-mail....................................................................................................................... 2
1.2 Beoordelingscriteria e-mail ..................................................................................................... 2
Vormvereisten ................................................................................................................................. 2
Duidelijke boodschap ...................................................................................................................... 2
Structuur .......................................................................................................................................... 2
Taalvereisten ................................................................................................................................... 3
1.3 Inleveren e-mail....................................................................................................................... 3
2. Jouw student journey ...................................................................................................................... 4
1.1 Opdracht student journey ....................................................................................................... 4
Doel ................................................................................................................................................. 4
Doelgroep ........................................................................................................................................ 4
2.2 Beoordelingscriteria student journey........................................................................................... 4
Persoonlijk ....................................................................................................................................... 4
Uniek................................................................................................................................................ 5
APA .................................................................................................................................................. 5
Taalvereisten ................................................................................................................................... 5
Structuur .......................................................................................................................................... 6
Overige eisen ................................................................................................................................... 6
2.3 Inleveren student journey ....................................................................................................... 6
3 Reflectie op presentatie .................................................................................................................. 7
3.1 Voorbereiding voor reflectie op presentatie........................................................................... 7
Presentatie in de klas ...................................................................................................................... 7
Eisen aan de presentatie ................................................................................................................. 7
3.2 Opdracht reflectie op presentatie ........................................................................................... 8
3.3 Beoordelingscriteria reflectie .................................................................................................. 9
Taalvereisten.................................................................................................................................... 9
Structuur .......................................................................................................................................... 9
Overige eisen ................................................................................................................................. 10
3.4 Inleveren reflectie ................................................................................................................. 10
Inleiding

Voor Inlac 1 kun je 5 studiepunten behalen. Je levert voor de toetsing een portfolio in op Gradework
dat uit de hieronder beschreven onderdelen bestaat. De beoordeling vindt plaats aan de hand van de
Rubric Inlac 1. De deadline voor het inleveren in Gradework vind je op Canvas onder Toetsing.

Individueel

Het portfolio is individueel werk. Volg dus de aanwijzingen van de docent op aangaande
samenwerking, zodat je niet in de verleiding komt om plagiaat te plegen. Als er een plagiaatscore van
meer dan 9% verschijnt op Ouriginal, dan is je examinator (de docent die jou beoordeelt) gehouden
om de beoordeling op te schorten en deze onregelmatigheid bij de examencommissie te melden.

Vooraan in het portfolio staat een standaard tekst waarin je verklaart dat je hetgeen je inlevert zelf
geschreven hebt. Je verklaart dat je geen gebruik hebt gemaakt van de diensten van een levende
persoon of van een tekstgenerator (Bijvoorbeeld ChatGPT).

Verplicht format

Let op: voor het portfolio gebruik je het verplichte format. De titel is Format portfolio Inlac1, en je
vindt dit als Word-document onder de kop Toets op de modulepagina Toetsing van Inlac 1. Dit
format gebruik je om alle opdrachten in te plakken.

Proces en product

Je zult zien dat je niet alleen het uiteindelijke stuk inlevert waarop je beoordeeld wordt Je levert ook
versie 1 in, en de daarop ontvangen feedback. De reden is dat bij schrijven het proces minstens net
zo belangrijk is als het product. Met het inleveren van de eerste versies en de feedback toon je aan
dat je ook het proces doorlopen hebt.

Het feedbackformulier laat ook ruimte voor jouw eigen reflectie op de feedback. Feedback hoef je
namelijk niet klakkeloos over te nemen. Je gebruikt wat je denkt dat goed is, en je neemt voor
kennisgeving waar je je niet zo in kunt vinden. In de definitieve versie toon je aan dat je in staat bent
om de feedback te verwerken.

Toetsopdrachten Inlac 1
1. E-mailopdracht
Je schrijft een zakelijke e-mail naar een accountantskantoor. Deze opdracht bereidt je voor op
andere zakelijke mails die je gaat schrijven, nu en in je professionele toekomst.

Het leerdoel van deze opdracht is dat je aantoont dat je weet hoe je een zakelijke mail moet
schrijven.

1.1 Opdracht e-mail


De casus waarvoor je deze opdracht schrijft is dat je voor je leerteam een rondleiding organiseert bij
een accountantskantoor.

De opdracht die je uitvoert is dat je een email schrijft naar een accountantskantoor om dit verzoek te
doen. Je hoeft de mail niet daadwerkelijk te verzenden – tenzij je dit wilt doorzetten met je leerteam.
Richt de mail aan de juiste persoon, en zorg ervoor dat de informatie volledig is en juist is ingedeeld,
zoals hieronder en in de les is uitgelegd, en in de kennisclip die op Canvas staat

1.2 Beoordelingscriteria e-mail


Voor een voldoende beoordeling moet je aan de bovenstaande opdracht voldoen. De e-mail wordt
daarnaast ook op de onderstaande criteria beoordeeld.

Vormvereisten
- De email is voorzien van een correcte aanhef en een correcte groet.
- De email is voorzien van een betekenisvolle onderwerpsregel.
- De tekst van de email past op een scherm.
- Alinea’s zijn gescheiden door witregels.
- De opmaak is als voor een email, niet als voor een brief. Hij bevat dus geen briefhoofd.
- Onder de naam is een duidelijke ‘handtekening’ gezet, d.w.z. dat naam, functie,
telefoonnummer en emailadres zijn vermeld.
o Let op: maak geen afbeelding van je handgeschreven handtekening. Dat is niet
raadzaam en dus ook niet gebruikelijk.
- Je gebruikt Calibri 11-punts of Arial 10-punts als lettertype, met een regelafstand van 1,50
voor de definitieve versie. Het maakt niet uit of je die regelafstand mooi vindt of niet, maar
hij is nodig voor je docent om handig na te kunnen kijken in Gradework.

Duidelijke boodschap
- Je beschrijft wat de aanleiding is voor de email.
- Je zegt wat het doel is van de mail.
o In dit geval betekent dat dus ook dat je bondig duidelijk maakt welk
conceptprogramma je voor ogen hebt.
- Je zegt waarom je voor dit bedrijf hebt gekozen.
- Je schrijft vanuit het perspectief van de ontvanger. Het is dus duidelijk voor de lezer wat het
bedrijf eraan heeft om jouw verzoek te honoreren.
- Je geeft aan welke vervolgactie je van de ontvanger verwacht. Dit doe je zo duidelijk en
aantrekkelijk mogelijk.

Structuur
Een goede structuur maakt je tekst goed leesbaar. Let dus op de volgende punten:

- Je deelt je alinea’s per onderwerp in. Zorg ervoor dat je alles netjes groepeert, en dat je geen
informatie herhaalt.

2
Toetsopdrachten Inlac 1
- Je maakt duidelijk hoe de zinnen onderling verbonden zijn door voegwoorden te gebruiken
en verbindende taal.

Taalvereisten
Taalfouten leiden er in de praktijk toe dat je mail niet in behandeling wordt genomen. Verzorgd
taalgebruik is dus van groot belang.

Spelling

- Zorg ervoor dat je fouten in de werkwoordspelling vermijdt. Ze vormen namelijk taalergernis


no. 1 voor velen.
- Let ook goed op de spelling van de andere woorden. Met name de fouten in het
aaneenschrijven halen de vaart uit de tekst, omdat de lezer moet uitpuzzelen wat je bedoelt.

Formulering

- Zorg voor goed lopende zinnen. Fouten in de zinsbouw halen de vaart eruit voor de lezer.

- Wissel de zinslengte af. Gebruik je alleen lange zinnen is de tekst langdradig. Te korte zinnen
leveren jip-en-janneketaal op.

Woordkeuze

Allereerst gaat het erom dat je het juiste woord op de juiste plaats gebruikt. Let hierbij ook op je
voorzetsels! Verder moet je zakelijk en aantrekkelijk schrijven om te zorgen dat je mail het gewenst
effect bereikt.

Als je kijkt naar de rubric voor dit onderdeel verbaast het je misschien dat fouten in de woordkeuze
minder hard worden afgestraft dan ongepast taalgebruik. De reden hiervoor is dat een fout
voorzetsel je misschien nog wel vergeven wordt. Een formulering die ongepast is, bijvoorbeeld
omdat hij aanmatigend is, wordt je veel meer kwalijk genomen door de lezer.

1.3 Inleveren e-mail


Je neemt de volgende onderdelen op in je portfolio:

- E-mail versie 1 (Word-format)


o Deze versie neem je mee naar de les om hem van feedback te laten voorzien.
- Peerfeedbackformulier, volledig ingevuld door een studiegenoot. (Afbeelding)
o Dit peerfeedbackformulier vind je op Canvas onder Toetsing/Toets
o Let op: je maakt er een afbeelding van, dus geen Word-tekst invoegen!
- E-mail definitieve versie (Word-format)
o In deze versie heb je de feedback die je wilt gebruiken toegepast.

3
Toetsopdrachten Inlac 1
verwachting ,bij (geen idee))-)) welke elementen zijn bepalend voor je studie
toekomst

2. Jouw student journey


Het leerdoel van deze opdracht is dat je aantoont dat je aan dat je in staat bent om een iets langer
stuk te schrijven in heldere, zakelijke taal en voorzien van een goede indeling.

1.1 Opdracht student journey


Je bent net begonnen aan je studie hier. Je beschrijft je eigen student journey door te kijken naar
verleden, heden en toekomst. Eerst bespreek je het verleden door duidelijk te maken hoe je ertoe
bent gekomen om Accountancy te gaan studeren. Vervolgens moet je voor de beschrijving van het
heden nadenken over je eigen kennis en competenties. Je maakt hierbij een afweging waarom je
denkt dat het beroep van accountant bij jou past. Tot slot beschrijf je hoe je verwacht dat jouw
student journey er in de toekomst uit zal zien.

Je moet hiervoor de feiten onderzoeken: wat het accountantsberoep inhoudt en welke kennis,
vaardigheden en eigenschappen (ofwel: competenties) een accountant moet bezitten. Je hebt voor
alle feiten en cijfers die je gebruikt bronnen nodig die jou hierin ondersteunen.

Doel
Het doel van het schrijven van dit stuk is om jou te laten nadenken over je eigen talenten en
vaardigheden, en je evaluatie hiervan helder te omschrijven, zodat je op basis hiervan je
toekomstverwachting kunt beschrijven.

Je kunt je voorstellen dat dit je van dienst zal zijn, bij voorbeeld bij sollicitaties. Je gaat in periode C
van jaar 2 al stage lopen, en je gaat deze kennis dus binnen een jaar toepassen bij je sollicitaties
hiervoor.

Doelgroep
Je schrijft dit in eerste instantie als schoolopdracht, omdat je daardoor wordt gedwongen om het
soort taal te gebruiken dat je niet alleen aan je docent kunt voorleggen, maar wat je ook linea recta
kunt inzetten voor sollicitaties en functioneringsgesprekken.

2.2 Beoordelingscriteria student journey


Voor een voldoende beoordeling moet je aan de bovenstaande opdracht voldoen. Daarnaast moet je
op de volgende punten letten.

Persoonlijk
Het stuk dat je schrijft is in de aard van de zaak een persoonlijk stuk. Het gaat over jou, en is dus geen
betoog. In tegenstelling tot een betoog, waarin een neutrale schrijfstijl wordt gehanteerd, wordt dit
stuk in de ik-vorm geschreven. Verder hebben betogen over het algemeen een structuur waarbij
argumenten voor en tegen worden afgewogen, met als doel om op een zo neutraal mogelijke manier
een mening weer te geven. Bij dit stuk mag je recht op je doel afgaan, hoewel enige nuance in je
behandeling van je competentie wel bijdraagt aan de kwaliteit van het stuk. Het gaat je later tijdens
je sollicitaties ook helpen als je hebt geleerd om helder, waarheidsgetrouw en genuanceerd over je
competenties te kunnen spreken.

Je moet echter wel geschreven taal gebruiken. Het hoeft niet heel erg stijf en formeel te zijn: het
moet jouw stem zijn die wordt gehoord in dit stuk. Het moet echter wel jouw professionele stem zijn.
Je moet het soort taal bezigen dat je ook later als accountant zult gebruiken, en niet de toon die je
normaal gesproken met je vrienden gebruikt.

4
Toetsopdrachten Inlac 1
Uniek
Het persoonlijke element zorgt er ook voor dat jouw stuk uniek is. Je behandelt namelijk niet alleen
jouw persoonlijke achtergrond en je beweegredenen om deze studie te kiezen. Je gaat ook in op wat
jouw competenties zijn die jou geschikt maken voor het vak. Let erop dat je aantoont waarom je
deze competenties al (in enige mate) beheerst. Daarnaast behandel je ook welke competenties
verder van belang zijn voor een accountant, maar waar jij nog aan moet werken.

Tot slot neem je ook je eigen normen en waarden onder de loep, en beredeneer je hoe en waarom
deze al dan niet van dienst zullen zijn als je als accountant gaat werken. voeg literatuurlijst toe !!!

APA een artikel (financieel dagblad) , een website(NBA) , een boek(grondslagen van auditing ,

Hoewel het stuk over jou gaat zul je veel feiten en cijfers nodig hebben om je verhaal op te baseren.
Je moet dus alle feiten en cijfers onderbouwen met betrouwbare bronnen. Omdat je je eigen stuk
schrijft, baseer je je niet op één bron. Je praat namelijk niet één auteur na, maar je gebruikt
minstens drie verschillende bronnen. Let erop welke bronnen je gebruikt. Niet iedere auteur heeft
het gezag om iets over accountancy te beweren.

Minstens een van de bronnen moet een artikel zijn, en minstens een van de bronnen moet een
website zijn. Door aan deze eis te voldoen toon je aan dat je weet hoe de verschillende vermeldingen
in APA werken.

De bronnen moeten helemaal volgens de regels van APA worden ingericht. Dat betekent dat je je
moet houden aan de onderstaande criteria.

- Het moet duidelijk zijn in de tekst waar de informatie uit de bron begint.
- Het moet duidelijk zijn waar de informatie van de bron eindigt.
- Er moet een correct ingedeeld literatuurlijst worden bijgevoegd.

Je mag in dit stuk geen citaten gebruiken en alleen parafrases, omdat het een relatief kort stuk is.
Citaten onderbreken het ritme van de tekst te veel, en leiden vaak tot stijlbreuk. Je tekst is niet lang
genoeg om dat probleem op te vangen.

Taalvereisten
Taalfouten leiden er in de praktijk toe dat je tekst niet gelezen wordt. Verzorgd taalgebruik is dus van
groot belang.

Spelling

- Zorg ervoor dat je fouten in de werkwoordspelling vermijdt.


- Let ook goed op de spelling van de andere woorden. Met name de fouten in het
aaneenschrijven halen de vaart uit de tekst.

Formulering-

- Zorg voor goed lopende zinnen. Fouten in de zinsbouw halen de vaart eruit voor de lezer.

- Wissel de zinslengte af. Gebruik je alleen lange zinnen is de tekst langdradig. Te korte zinnen
leveren jip-en-janneketaal op.

Woordkeuze

Je moet geschreven taal produceren. Let er dus op dat je geen spreektaalwoorden gebruikt. Het
moet echter weliswaar voldoende professioneel zijn, maar wel aantrekkelijk om te lezen. Overdreven
plechtstatig woordgebruik moet je dus vermijden. Let er ook op dat je de juiste toon treft. Dat
5
Toetsopdrachten Inlac 1
betekent dat je niet alleen spreektaal vermijdt, maar ook woorden die arrogant, aanmatigend,
belerend of op andere wijze ongepast zijn.

Omdat het jouw eigen mening weergeeft, mag het wel in de eerste persoon enkelvoud worden
geschreven (de ik-vorm).

Structuur
Een goede structuur maakt je tekst goed leesbaar en dus aantrekkelijk. Alleen als je iets voor jezelf
schrijft is dat niet belangrijk. Alles wat door een ander gelezen moet kunnen worden moet je dus van
een goede structuur voorzien. Let daarvoor op de onderstaande punten.

- Je zorgt voor een informatieve titel.


o Dit betekent dat de titel duidelijk maakt waar het stuk over gaat.
- Je begint met een duidelijke inleiding, waardoor de lezer weet wat het lezen van het stuk zal
brengen. Dit noemen we ook wel de beloftes die je aan de lezer doet.
- Je deelt je alinea’s per onderwerp in. Zorg ervoor dat je alles netjes groepeert, en dat je geen
informatie herhaalt.
- Je voorziet je alinea’s van informatieve tussenkoppen, zodat je lezer in één oogopslag ziet
hoe de tekst is ingedeeld.
- Je maakt duidelijk aan je lezer hoe de zinnen onderling verbonden zijn door voegwoorden te
gebruiken en verbindende taal.
o Let erop dat je maar zelden te veel voegwoorden gebruikt, en dat het veel vaker
voorkomt dat een schrijver te weinig voegwoorden gebruikt.
- Je sluit af met aan afrondende alinea, waarin je terugkomt op de beloftes die je de lezer in
de inleiding hebt gedaan. Hierdoor verbind je het einde van het stuk met het begin.
- Logica is alles. Kijk dus kritisch of alles wat je schrijft met elkaar overeenstemt, en dat je
geen lossen eindjes laat bungelen.

Overige eisen
Het stuk moet verder aan de volgende eisen voldoen.

- Het is individueel werk: je hebt het dus zelf geschreven.


o Let erop dat je hiervoor tekent met het inleveren van het portfolio.
- Het moet tussen de 750-850 woorden zijn, exclusief de bronnenlijst.
- Je gebruikt Calibri 11-punts of Arial 10-punts als lettertype, met een regelafstand van 1,50
voor de definitieve versie. Het maakt niet uit of je die regelafstand mooi vindt of niet, maar
hij is nodig voor je docent om handig na te kunnen kijken in Gradework.

2.3 Inleveren student journey


- Je levert het volgende in:
1 o het bouwplan volgens het format op Canvas;
2 o de kladversie;
3 o de zelfevaluatie (zie Canvas) (afbeelding);
4 o versie 1 (Word-format);
5 o het ingevulde (peer)feedbackformulier (zie Canvas) (afbeelding);
6 o de definitieve versie waarin je de feedback verwerkt hebt ((Word-format);
7 o een correcte literatuurlijst (Word-format).

6
Toetsopdrachten Inlac 1
3 Reflectie op presentatie
Je gaat met je groep een presentatie geven voor Inlac 3 waarop je door de docent van dat vak wordt
beoordeeld. Om je daar technisch zo goed mogelijk op voor te bereiden zijn presentatievaardigheden
onderdeel van het vaardighedenvak Inlac 1.

3.1 Voorbereiding voor reflectie op presentatie


In de klas geef je een korte oefenpresentatie, waarop je feedback krijgt. Je vormt een groep met de
studenten met wie je ook de groepspresentatie voor Inlac 3 gaat geven, zodat je alvast leert om
binnen deze groep op elkaar in te spelen.

Voorafgaand aan de oefenpresentatie heb je de onderstaande stappen genomen.

- Je hebt voorafgaand aan de presentatie onderzocht wat volgens jou je sterke en zwakke
punten zijn. Je hebt dit duidelijk opgeschreven en opgeslagen.
- Je hebt deze zelfanalyse aan je docent laten zien.
- Je hebt een presentatie voorbereid met je Inlac3-projectgroep.
- Je hebt kennisgenomen van de beoordelingsrubric voor Inlac 3, zodat je weet op welke
criteria je wordt getoetst.

Presentatie in de klas
De presentatie behandelt één van de volgende vraagstukken:

- Wat houdt het beroep van accountant in, en wat verwacht je daarom te leren op deze
opleiding?
- Op wat voor manier is duurzaamheid van belang voor de toekomst van het beroep van
accountant, en wat betekent dit voor jullie?
- Een onderwerp naar eigen keuze. Voorwaardes:
o Het moet gerelateerd zijn aan accountancy.
o Je hebt schriftelijke toestemming van je docent voor dit onderwerp.

Let erop dat er misschien onderdelen zijn die ook in je student journey voorkomen. In dat geval moet
je erg oppassen voor kruisbestuiving in het woordgebruik. Gesproken taal is namelijk beduidend
anders dan geschreven taal.

Eisen aan de presentatie


De presentatie moet aan de onderstaande eisen voldoen.

1. Jullie gebruiken visuele ondersteuning zoals een PowerPoint of een moodboard.


• Er mag in ieder geval niet te veel tekst op staan.
2. Jullie presentatie duurt 7-9 minuten.
3. Iedereen krijgt ongeveer evenveel spreektijd.
4. De presentatie wordt in gesproken taal gegeven.
5. De presentatie mag niet worden voorgelezen.
6. Ondersteuning op inhoud is toegestaan, maar alleen als de notities in aandachtspunten en
telegramstijl zijn weergegeven. Hele zinnen zijn niet toegestaan. Het maakt niet uit of de
notities van een PowerPoint worden gebruikt of dat ze worden meegenomen op een
papiertje.
7. Jullie zorgen ervoor dat je de feedback van je medestudenten en van je docent ophaalt.
• Let op: omdat iedereen zelf een reflectie schrijft, moet iedereen dus persoonlijk
feedback ophalen.

7
Toetsopdrachten Inlac 1
8. Jullie voldoen zoveel mogelijk aan de vereisten die in de eindpresentatie van Inlac 3 aan jullie
gesteld worden, zodat je feedback betekenisvol voor je is.

3.2 Opdracht reflectie op presentatie


De feedback die je hebt opgehaald en de zelfanalyse die je vooraf hebt geschreven verwerk je in een
reflectie op deze presentatie. Deze reflectie voeg je toe aan je portfolio voor Inlac 1. De kennis en
inzichten die je hierdoor opdoet pas je vervolgens toe op je presentatie voor Inlac 3.

Je gebruikt het STARR-model

Situatie

Voor de S van Situatie bespreek je de zelfanalyse die je voorafgaand aan de presentatie hebt
gemaakt. Noem puntsgewijs je sterke punten en je verbeterpunten op. Je ondersteunt je zelfanalyse
met uitleg waarom je dit vindt.

Zorg ervoor dat je in ieder geval bespreekt:

1. Houding en stemgebruik
2. Contact met het publiek
3. Structuur en inhoud

Je mag dit visueel ondersteunen met een afbeelding.

Taak

Bij de T van Taak bespreek je wat je jezelf tot taak had gesteld per besproken onderdeel van je
zelfanalyse. Taak is in deze context een synoniem voor ‘doel’: wat wilde je bereiken?

Actie

Bij de A van Actie beschrijf je hoe je het bereiken van je doel hebt aangepakt. Welke actie heb je
ondernomen, dus wat heb je eraan gedaan?

Resultaat

Bij de R van Resultaat bespreek je allereerst je eigen terugblik op het verloop van je presentatie.
Hebben je acties goed uitgepakt?

Daarna bespreek je de feedback die je hebt gekregen. Is de feedback die je hebt gekregen uniform, of
waren er opmerkelijke verschillen tussen de verschillende feedbackgevers? Zie je verschillen met je
eigen indrukken, of komt de feedback in grote lijnen overeen met wat je zelf hebt gemerkt?

Reflectie

Vervolgens schrijf je de reflectie, ofwel de conclusie. Wat heb je geleerd van je ervaring? Wat ging
goed en neem je mee naar de volgende keer? Wat ga je anders aanpakken?

Formuleer minstens twee concrete actiepunten die duidelijk aangeven welke stappen je gaat nemen
de volgende keer. Met concreet bedoelen we dat het een haalbaar punt is en dat duidelijk is
wanneer het succesvol is bereikt.

Diepgang en logica

Voor de gehele reflectie geldt dat hoe meer je onder de oppervlakte weet te graven, en hoe beter je
alles met elkaar kunt verbinden, hoe meer diepgang je in je reflectie aanbrengt.

8
Toetsopdrachten Inlac 1
Bovendien is er ook nog zoiets als de kwaliteit van je argumenten. Let er dus op dat je redenering en
uitleg kloppen. Vermijd bekende redeneringsfouten zoals:

- De cirkelredenering: “Ik kan dit goed, dus ben ik er goed in.”


o Dit is het bekende hondje dat in zijn eigen staart bijt.
- Feiten vs meningen: “Dit is een mooi schilderij.”
o Terwijl je bedoelt dat jij het mooi vindt, breng je het alsof het een feit is.
- De inhoudsloze bewering: “Ik ga dit beter doen.”
o Je verzuimt om te zeggen hoe je het beter gaat doen, waarom je het beter gaat doen
en vooral wat het resultaat is als je het ‘beter’ hebt gedaan.
- De ongefundeerde aanname: “Het is algemeen bekend dat dit zo is.”
o Je staat veel sterker in je schoenen als je bewijst waarom iets zo is. Gelukkig heb jij
inmiddels het APA-instrumentarium tot je beschikking.

3.3 Beoordelingscriteria reflectie


Voor een voldoende beoordeling moet je aan de bovenstaande opdracht voldoen. Er zijn nog een
aantal punten waar je op moet letten.

Taalvereisten
Taalfouten leiden er in de praktijk toe dat je tekst niet gelezen wordt. Verzorgd taalgebruik is dus van
groot belang.

Spelling

- Zorg ervoor dat je fouten in de werkwoordspelling vermijdt.


- Let ook goed op de spelling van de andere woorden. Met name de fouten in het
aaneenschrijven halen de vaart uit de tekst.
Formulering-

- Zorg voor goed lopende zinnen. Fouten in de zinsbouw halen de vaart eruit voor de lezer.

- Wissel de zinslengte af. Gebruik je alleen lange zinnen is de tekst langdradig. Te korte zinnen
leveren jip-en-janneketaal op.

Woordkeuze

Je moet geschreven taal produceren. Let er dus op dat je geen spreektaalwoorden gebruikt. Het
moet bovendien voldoende professioneel zijn.

Daarnaast is ook hier de toon van belang. Zowel overdreven joviaal als formeel taalgebruik verstoort
de relatie met je lezer. Daarnaast zijn nuance en gepastheid van belang.

Omdat het over jou gaat, mag het wel in de eerste persoon enkelvoud worden geschreven (de ik-
vorm).

Structuur
Door de opdracht te volgen heb je al een leidraad voor je structuur. Let er echter wel op dat je de
informatie goed groepeert, zodat er geen storende herhalingen ontstaan.

Het volstaat niet om beweringen te doen, zoals “Ik spreek duidelijk.” Je onderbouwt je oordeel met
argumenten, door het gebruik van voegwoorden als omdat, doordat, vanwege, etc. Kortom, je toont
aan waarom iets zo is.

Bovendien heb je rekening gehouden met de diepgang en logica (zie de opdracht hierboven).
9
Toetsopdrachten Inlac 1
Overige eisen
- Je gebruikt tussen de 650-750 woorden.
- Je gebruikt Calibri 11-punts of Arial 10-punts als lettertype, met een regelafstand van 1,50.
Het maakt niet uit of je die regelafstand mooi vindt of niet, maar hij is nodig voor je docent
om handig na te kunnen kijken in Gradework.

3.4 Inleveren reflectie


Je voegt het volgende toe aan je portfolio.

- Je zelfanalyse (Word-format)
- Versie 1 van de reflectie (Word-format)
- Definitieve versie van je reflectie (Word-format)
- De feedbackformulieren van de presentatie neem je op in de bijlage van je portfolio als
afbeelding.
o Let erop dat je deze als afbeelding toevoegt, niet in een Word-format

10
Toetsopdrachten Inlac 1

You might also like