Professional Documents
Culture Documents
29/10/2020
E-les
1) Het openleercentrum
= Een speciaal uitgeruste ruimte in een centrum (CVO, CBE) waar cursisten al dan
niet onder begeleiding zelfstandig leren.
2) Het betaald educatief verlof
= Het is het recht toegekend aan werknemers uit de privé-sector om erkende
opleidingen te volgen en om op het werk afwezig te zijn met behoud van hun loon.
De werkgever kan niet weigeren maar moet wel akkoord gaan met de planning van
het verlof. Als cursist word je gewoon doorbetaald en de werkgever krijgt een vast
bedrag terugbetaald per gevolgd lesuur.
3) De Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling (VDAB)
= Deze overheidsdienst brengt vraag en aanbod op de arbeidsmarkt samen en heeft
vooral als taak te bemiddelen en werkzoekenden te begeleiden naar werk. Zo nodig
worden de competenties van de werkzoekenden verhoogd in de competentiecentra
deze organisatie.
4) De loopbaanbegeleiding
= Ben je al enkele jaren aan het werk en wil je je loopbaan wat nader onder de loep
nemen? Dan kun je hiervoor aankloppen bij één van de erkende centra. Als
werknemer kun je er terecht voor een onafhankelijk advies over je (levens)loopbaan
door een deskundige.
5) Het knelpuntberoep
= Door de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding wordt deze
term gehanteerd om een beroep aan te duiden waarvoor het moeilijk is vacatures in
te vullen.
6) Het Huis van het Nederlands
= Deze organisatie helpt anderstaligen die Nederlandse taalles willen volgen op weg.
Concreet betekent dit dat een consulent een gesprek voert met de kandidaat-cursist
en eventueel enkele testen afneemt. Samen met de anderstalige wordt er dan gezocht
naar de meest geschikte cursus. Er wordt niet doorverwezen naar één specifieke
school, maar de kandidaat-cursist wordt geïnformeerd over alle mogelijkheden die
aansluiten bij zijn/haar profiel.
7) Het Centrum voor Basiseducatie (CBE)
= Hier kunnen volwassenen met een beperkte of onafgewerkte schoolloopbaan hun
basisvaardigheden opfrissen en versterken. Wanneer volwassenen in hun dagelijkse
leven, in hun werksituatie of tijdens het volgen van een (beroeps)opleiding moeite
ondervinden met basisvaardigheden op vlak van taal, rekenen, computer of
algemene vorming, dan kan het opleidingsaanbod van deze centra kansen bieden.
8) Het Centrum voor Volwassenenonderwijs (CVO)
= Binnen het brede veld van de volwasseneneducatie bestaan er verschillende
opleidingsmogelijkheden voor volwassenen. Een van deze mogelijkheden wordt
geboden door het volwassenenonderwijs. Het secundair volwassenenonderwijs en
het hoger beroepsonderwijs van het volwassenenonderwijs worden door deze
centra georganiseerd.
9) Het ervaringsbewijs
= Een beroep kun je op verschillende manieren leren: op school bijvoorbeeld of door
het uit te oefenen. Ook als je geen diploma’s of attesten hebt, kun je dankzij dit
document je vaardigheden zwart op wit bewijzen. Voor verschillende beroepen
worden alle belangrijke vaardigheden op een rijtje gezet. In een gesprek en een
praktische proef kun je aantonen dat je die vaardigheden wel degelijk onder de knie
hebt.
10)De Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA)
= Een Belgische federale openbare instelling die voornamelijk waakt over het recht
op werkloosheidsverzekering in België. De hoofdtaak van de deze instelling is het
toekennen en controleren van werkloosheidsuitkeringen.
11)De opleidingsverstrekker
= Een instantie die opleidingen organiseert. Om door de overheid erkend te worden,
moet men aan een aantal voorwaarden voldoen.
12)Het tijdskrediet / De loopbaanonderbreking
= Het zijn stelsels die werknemers de mogelijkheid geven om hun loopbaan tijdelijk
stop te zetten of te verminderen. De RVA betaalt een onderbrekingspremie uit, de
Vlaamse overheid doet daar in sommige gevallen nog een aanmoedigingspremie
bovenop.
13)De opleidingscheques
= Alle werknemers die in Vlaanderen of het Brussels gewest wonen, kunnen er
gebruik van maken. Je kan er een opleiding, een loopbaanadvies of een
competentiemeting mee betalen bij een erkende opleidingsverstrekker. Het aantal
per kalenderjaar waarop je recht hebt, is beperkt. De helft van het cursusgeld betaal
je zelf, de andere helft wordt bijgepast door de Vlaamse Gemeenschap. De opleiding
moet wel verstrekt worden door een erkend vormingscentrum.
1) Het deelcertificaat
= Een van rechtswege erkend studiebewijs, door het cenrumbestuur uitgereikt aan
een cursist die een module met goed gevolg beëindigd heeft.
2) Het certificaat
= Een van rechtswege erkend studiebewijs, door het cenrumbestuur uitgereikt aan
een cursist die met goed gevolg de opleiding beëindigd heeft.
3) De bacheloropleiding
= Een opleiding in het academische onderwijs of het hoger professioneel onderwijs,
die aansluit bij het secundair onderwijs en waarvan de studieomvang ten minste 180
studiepunten bedraagt.
4) De masteropleiding
= Een opleiding van ten minste 60 studiepunten die door een universiteit of
hogeschool aangeboden wordt in het academisch onderwijs. Deze opleiding wordt
afgesloten met een masterproef.
5) Het afstandsonderwijs
= Onderwijs dat via e-learning of andere media wordt verstrekt, waardoor de cursist
niet aan een bepaald tijdstip of een bepaalde plaats van onderwijsverstrekking is
gebonden.
6) Het contactonderwijs
= Onderwijs in een rechtstreeks contact tussen de leraar of begeleider van een
onderwijsactiviteit en de cursist, gebonden aan een bepaald tijstip en een bepaalde
plaats.
7) Het gecombineerd onderwijs
= Een combinatie van contactonderwijs en afstandsonderwijs.
8) De lestijd
= Een periode van 50 minuten als eenheid voor de duur van een onderwijsactiviteit
georganiseerd door een CBE of een periode van 60 minuten in een CVO.
9) De cursist
= Een deelnemer aan het volwassenenonderwijs die voldoet aan de
toelatingsvoorwaarden en ingeschreven is.
10)De vrijstelling
= Je moet voor een bepaald opleidingsonderdeel geen examen meer afleggen.
11)De richtgraad
= Een niveau-indeling binnnen het volwassenenonderwijs voor opleidingen van
bepaalde studiegebieden.
12)De module
= Het kleinste te certificeren deel van een opleiding, dat overeenstemt met een
bepaalde inhoud, omvang en een bepaald niveau.
Arbeider X
Arbeidsmarkt V
Beroep V
Capaciteiten V
Ervaring V
Ervaringsbewijs V
Opleidingen V
Portfolio V
Proef V
Testcentrum V
Vaardigheden V
Vrijwilliger X
Vrijwilligerswerk V
Werkgever V
Werknemer V
Werkvloer V
Het ervaringsbewijs is een officieel bewijs dat aantoont dat je over voldoende ervaring
beschikt om een bepaald beroep uit te oefenen. Mensen die geen diploma hebben maar
wel de capaciteiten om een bepaald beroep uit te oefenen, kunnen met het
ervaringsbewijs zwart op wit aantonen dat ze over een bepaalde ervaring beschikken.
Het gaat hier niet enkel om ervaring opgedaan op de werkvloer maar ook over kennis
uit opleidingen of ervaring in het verenigingsleven of vrijwilligerswerk.
1) Werkvloer
2) Ervaringsbewijs
3) Arbeidsmarkt
4) Testcentrum
5) Portfolio
6) Vrijwilligerswerk
7) Proef
8) Vaardigheden
9) Capaciteiten
10)Werkgever
2. Word bio-ingenieur of zorgkundige
2.1. Mannenjob 1
Luisterronde 1: Kijk en luister een eerste keer naar het fragment.
Luisterronde 2: Zijn de zinnen juist of fout?
2.2. Mannenjob 2
Klik op een woord. Klik daarna op de plaats in de zin waar het woord moet komen.
2.3. Zorgkundige 1
Kijk en luister naar het fragment. Vul de juiste woorden in.
Gisteren mochten de eerste laureaten van de cursus zorgkundige in het Centrum voor
Volwassenenonderwijs Meise-Jette hun certificaat in ontvangst nemen. De opleiding
ging in februari 2010 van start en is de eerste die in onze regio georganiseerd wordt. De
cursus biedt niet alleen antwoord op de steeds groter wordende vraag naar
zorgkundigen maar geeft daarnaast ook taalondersteuning. Recente cijfers tonen
immers aan dat de meerderheid van de werkzoekenden in Halle-Vilvoorde niet
Nederlandstalig is.
2.4. Zorgkundige 2
Kijk en luister naar het fragment. Vul de juiste preposities in.
Gisteren mochten de eerste laureaten van de cursus zorgkundige in het Centrum voor
Volwassenenonderwijs Meise-Jette hun certificaat in ontvangst nemen. De opleiding
ging in februari 2010 van start en is de eerste die in onze regio georganiseerd wordt. De
cursus biedt niet alleen antwoord op de steeds groter wordende vraag naar
zorgkundigen maar geeft daarnaast ook taalondersteuning. Recente cijfers tonen
immers aan dat de meerderheid van de werkzoekenden in Halle-Vilvoorde niet
Nederlandstalig is.
1) Een boom(pje) opzetten over iets = een lang gesprek beginnen over iets
2) Ergens geboren en getogen zijn = ergens geboren zijn en daar in je jeugd gewoond
hebben
3) Een babbeltje slaan = een praatje maken; een kort gesprekje hebben
4) Binnenspringen = een kort bezoekje brengen; binnenwippen
5) De sfeer (op)snuiven = meeproeven van de sfeer
6) Het is een gezellige boel = het is een fijne drukte; het is er leuk
7) Iets tot leven brengen = zorgen dat er leven, actie is
8) Kort/snel op de bal spelen = snel reageren op iets; snel inspelen op de situatie
Bijna elk dorp heeft zijn schoolstraat. Staat daar nog een school? En hoe is de verhouding
met de buurt? Klasse snuift de sfeer: veertien leraren wonen in de Schoolstraat in
Schoonbroek.
Een leerkracht staat ervoor bekend dat hij wel eens graag een boompje opzet over het
onderwijs. De leerkrachten van de Schoolstraat vinden het leuk om hun ervaringen te
toetsen aan elkaar. Ze worden wel eens aangesproken op het feit dat ze veel vakantie
hebben.
De school van Schoonbroek is een echte dorpsschool. 95 procent van de kinderen die
er wonen, gaat er ook effectief naar school. Een paar kinderen komen van buiten het
dorp. De meeste inwoners van Schoonbroek zijn er geboren en getogen.
Gemeenschappelijke interesses brengen de buurt tot leven. Het is er een gezellige boel.
Het dorpsleven heeft zijn voordelen voor de school: meester Geert kan bijvoorbeeld aan
de schoolpoort een informele babbel doen, hij kan heel snel op de bal spelen als er een
probleem is. Het gebeurt ook regelmatig dat hij bij mensen binnenspringt als hij op
weg naar huis is. De geborgenheid van zo een kleine school is heel positief.
5. Uitdrukkingen en spreekwoorden
1) De tijd zal het leren = na verloop van tijd is het bekend hoe het gegaan is
2) Iets onder de knie hebben/krijgen = iets kunnen of leren kunnen
3) Bij de les blijven = oplettend blijven
4) Kennis is macht = wie veel weet, kan veel invloed uitoefenen
5) Iemand de les lezen/spellen = boos tegen iemand praten; berispen
6) Iets met vallen en opstaan leren = door mislukkingen leren
7) Iets met de paplepel ingeven = al heel jong iets leren
8) Met een schone lei beginnen = de fouten van vroeger vergeten en opnieuw beginnen
9) Weten hoe de vork in de steel zit = weten hoe iets in elkaar zit
10)Ergens geknipt voor zijn = geschikt voor iets zijn
11)Leergeld betalen = fouten maken tijdens het leren
12)Men is nooit te oud om te leren = men kan altijd nog bijleren