You are on page 1of 2

De sociale wereld anno 2019

In dit verslag beschrijven wij het begrip sociale ontologie en karakteriseren wij die op het
artikel van Epstein. Verder beschrijven wij de twee dominante benaderingen van de
sociale ontologie en analyseren wij een artikel uit The Economist.
1. Het begrip sociale ontologie houdt zich vooral bezig met de aard en de eigenschappen van de
sociale wereld en hoe dat de realiteit ontstaat door sociale interacties. Hoe men naar de
wereld kijkt speelt een belangrijke rol. De stroming analyseert verschillende sociale groepen
en entiteiten. Het artikel gaf aan dat sociale ontologie op een heel breed vlak
geïnterpreteerd kan worden, maar enkele voorbeelden van de entiteiten waar het zich
vooral ook mee bezig houdt, zijn: geld, instituten, eigendommen, geslachten en rassen. Het
kan ook verder gekarakteriseerd worden door standaardvragen over sociale categorieën,
attitudes of causale patronen.
2. Er zijn twee verschillende dominante benaderingen. Het objectivisme en het constructivisme.
Het objectivisme vindt dat sociale fenomenen ons confronteren met gebeurtenissen die niet
in onze macht liggen. Met deductief onderzoek kan men onderzoeken waarom fenomenen
plaatsvinden. Er komt geen invloed van sociale actoren bij kijken. Het constructivisme is het
juist het tegenovergestelde van objectivisme en gaat er dus van uit dat sociale actoren wel
een rol spelen in de fenomenen. Sociale fenomenen en sociale categorieën worden dus wel
geproduceerd door sociale interactie.
3. Binnen een bedrijf heb je belanghebbenden als aandeelhouders. Deze willen graag hun eigen
mening er doorheen krijgen, omdat zij betaald moeten krijgen. Bij het constructivisme is er
sprake van sociale actoren zoals deze aandeelhouders. Bij het constructivisme gaat het ook
om gebeurtenissen buiten onze macht van deze sociale actoren, deze sociale actoren willen
namelijk geld en zij beslissen. Wij hebben geen invloed op wat zij willen. Dus als deze
aandeelhouders graag zoveel mogelijk winst willen behalen maar hier komt milieuvervuiling
bij kijken, is dit niet goed voor de maatschappelijke verantwoordelijkheid van een bedrijf. Bij
het objectivisme liggen de gebeurtenissen ook buiten onze macht, maar hier komt geen
invloed van sociale actoren bij kijken. Het sociale fenomeen dat ons confronteert kan
bijvoorbeeld zijn dat er iemand rookt, waardoor de rest ook wil roken omdat iedereen tegen
diegene opkijkt, dit gebeurt ook binnen bedrijven en dat ligt buiten de macht van de
bedrijven. Voor de maatschappelijke verantwoordelijkheid van het bedrijf betekent dit weer
dat dit negatieve gevolgen heeft, omdat door het roken andere mensen hierdoor ook ziek
kunnen raken, waardoor het bedrijf niet maatschappelijk verantwoord is.
4. De strekking van het artikel uit The Economist genaamd ‘What are companies for?’ is als
volgt. In het artikel geeft de schrijver aan dat het voor bedrijven niet meer alleen draait om
de aandeelhouders en wat zij willen, maar ook om de sociale verantwoordelijkheid die
bedrijven in acht moeten nemen. Veel meer bedrijven zijn daar actief mee bezig, maar
volgens dit artikel kan er nog meer gebeuren dan er nu daadwerkelijk gebeurt. De schrijver
noemt als voorbeeld dat bedrijven hun doel moeten bijstellen en gaan performen voor de
consumenten op een wijze die goed is voor het milieu en die sociaal en ethisch verantwoord
is.
5. In het artikel van The Economist wordt er door middel van sociale ontologie gekeken naar
bedrijven en hoe die handelen in de sociale wereld. Het artikel kaart aan dat bedrijven te
negatief bezig zijn op sociale, ethische en op het gebied van milieu. In onze vorige punten
kwam naar voren dat wanneer we de bedrijven analyseren die in het artikel werden
genoemd, die gebruik maken van de dominante benadering op basis van constructivisme.

Bronvermelding
The Economist. (2019, 22 augustus). What companies are for. Geraadpleegd op 15
november 2019, van https://www.economist.com/leaders/2019/08/22/what-companies-
are-for

You might also like