Professional Documents
Culture Documents
Hoofdstuk 1
Veilig bromfietsrijden 8
1.1 Algemeen 8
1.2 Zintuigen 9
1.3 Lichamelijke en geestelijke gesteldheid 10
1.4 Aangepast en besluitvaardig gedrag 13
Hoofdstuk 2
Wettelijke bepalingen 15
2.1 Rijbewijs en kentekenbewijs 15
2.2 Begrippen verkeersdeelnemers 18
2.3 Begrippen voertuigen 19
2.4 Begrippen wegen en weggedeelten 23
2.5 Overige begrippen en bepalingen 27
2.6 Boetes, straffen en educatieve maatregelen 29
2.7 Aansprakelijkheid en bevoegdheid 32
2.8 Gedrag van de bestuurder van een brommobiel 33
Hoofdstuk 3
Verkeerstekens 34
3.1 Verkeersborden 34
3.2 Verkeerstekens op het wegdek 37
3.3 Verkeerslichten 39
3.4 Aanwijzingen 41
3.5 Samenvatting 42
3.6 Verkeerstekens en -regels voor brommobielen 42
Hoofdstuk 4
Wegen 44
4.1 Tegemoetkomend verkeer 44
4.2 Weggedeelten voor (snor)fietsers en bromfietsers 45
4.3 Rijden op enkelbaanswegen 51
4.4 Bochten 55
4.5 Rijden op dijken 56
4.6 Duurzaam veilig 57
Hoofdstuk 5
Bijzondere weggedeelten 59
5.1 Minirotonde 59
5.2 Inrit en uitrit 62
5.3 Erf 63
5.4 30 Km-zone 63
5.5 Voetgangersoversteekplaats 64
5.6 Bushalte en tramhalte 65
5.7 Overweg 66
5.8 Brug en viaduct 67
Hoofdstuk 6
Gedrag bij kruispunten, voorrang, voor laten gaan 68
6.1 Gedrag bij kruispunten 68
6.2 Voorrang verlenen 70
6.3 Afslaan 72
6.4 Bijzondere regels voor trams 74
6.5 Bijzondere regels voor militaire colonne en uitvaartstoet 75
6.6 Extra voorbeelden 76
6.7 Voorrangsvoertuig 80
1
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 7
Snelheid en afstand houden 81
7.1 Maximumsnelheden 81
7.2 Afstand houden 83
7.3 Reactieseconde, remweg, stopafstand 85
Hoofdstuk 8
Andere weggebruikers 87
8.1 Niet-gemotoriseerde kwetsbare weggebruikers 87
8.2 Overige weggebruikers 89
Hoofdstuk 9
Rijmanoeuvres 91
9.1 Op- en afstappen 91
9.2 Wegrijden 92
9.3 Voorsorteren 93
9.4 Afslaan 95
9.5 Voorbijgaan en inhalen 97
Hoofdstuk 10
Stilstaan, plaatsen, parkeren en gedrag bij ongevallen 100
10.1 Stilstaan, plaatsen en parkeren 100
10.2 Gedrag bij ongevallen 105
10.3 Hulp bij voertuig te water 112
Hoofdstuk 11
Communicatie, rijden met licht en in moeilijke weersomstandigheden 113
11.1 Communicatie 113
11.2 Rijden met licht 114
11.3 Dode hoek 116
11.4 Rijden in regen en wind 118
11.5 Rijden in mist 119
11.6 Rijden tijdens winterse omstandigheden 120
Hoofdstuk 12
Milieuaspecten 122
12.1 Brandstofverbruik 122
12.2 Uitlaatgassen, katalysator en CO2 123
12.3 Milieuzones 124
Hoofdstuk 13
Technische aspecten 125
13.1 De juiste remtechniek 125
13.2 Rijden met een passagier 127
13.3 Uitrusting 128
13.4 Voertuigeisen 129
13.5 Controlehandelingen 132
13.6 Technische aspecten brommobiel 135
13.7 Lengte vrachtauto(combinatie)’s 136
Hoofdstuk 14
Verkeersborden en aanwijzingen 140
2
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 7
Snelheid en afstand houden 140
Hoofdstuk
7.1 7
Maximumsnelheden 140
7.2 Snelheidhouden
Afstand en afstand houden 140
143
7.1
7.3 Maximumsnelheden
Stopafstand 140
145
7.2
7.4 Afstand houden
Snelheid brommobiel 143
148
7.3 Stopafstand 145
7.4 Snelheid
Hoofdstuk 8 brommobiel 148
Andere weggebruikers 149
Hoofdstuk
8.1 8
Verschillende verkeersdeelnemers 149
8.2 Andere weggebruikers
Kwetsbare weggebruikers 149
149
8.1
8.3 Verschillende
Overige verkeersdeelnemers
weggebruikers 149
155
8.2 Kwetsbare weggebruikers 149
8.3 Overige
Hoofdstuk 9 weggebruikers 155
Rijmanoeuvres 157
Hoofdstuk
9.1 9
Wegrijden 157
9.2 Rijmanoeuvres
Voorsorteren 157
158
9.1
9.3 Wegrijden
Rechts afslaan 157
160
9.2
9.4 Voorsorteren
Links afslaan 158
161
9.3
9.5 Rechts afslaan
Inhalen 160
163
9.4 Links afslaan 161
9.5 Inhalen10
Hoofdstuk 163
Stilstaan, parkeren, plaatsen en gedrag bij ongevallen 168
Hoofdstuk
10.1 10
Stilstaan 168
10.2 Stilstaan,
Plaatsen parkeren, plaatsen en gedrag bij ongevallen 168
170
10.1
10.3 Stilstaan brommobielen
Parkeren 168
173
10.2
10.4 Plaatsen
Gedrag bij ongevallen 170
175
10.3
10.5 Parkeren
Hulp brommobielen
bij voertuig te water 173
184
10.4 Gedrag bij ongevallen 175
10.5 Hulp bij
Hoofdstuk 11voertuig te water 184
Communicatie, rijden met licht en in moeilijke weersomstandigheden 186
Hoofdstuk
11.1 11
Communicatie 186
11.2 Communicatie,
Rijden met licht rijden met licht en in moeilijke weersomstandigheden 186
187
11.1
11.3 Communicatie
Kijken en je laten zien 186
190
11.2
11.4 Rijden
Rijden met licht en wind
in regen 187
195
11.3
11.5 Kijken en
Rijden je laten zien
in mist 190
197
11.4
11.6 Rijden
Rijden in
opregen en wind
besneeuwd of beijzeld wegdek 195
198
11.5 Rijden in mist 197
11.6 Rijden12
Hoofdstuk op besneeuwd of beijzeld wegdek 198
Milieuaspecten 199
HOOFDSTUK
Hoofdstuk
12.1 12
Brandstofverbruik 199
12.2 Milieuaspecten
Uitlaatgassen, katalysator en CO2 199
200
1
12.1
12.3 Brandstofverbruik
Milieuzones 199
201
12.2 Uitlaatgassen, katalysator en CO2 200
12.3 Milieuzones
Hoofdstuk 13 201
Technische aspecten 202
Hoofdstuk
13.1 13
Voertuigbeheersing 202
13.2 Technische
De aspecten
juiste remtechniek 202
206
13.1
13.3 Voertuigbeheersing
Rijden met passagier 202
209
13.2
13.4 De juiste remtechniek
Uitrusting van de bestuurder 206
209
13.3
13.5 Rijden met passagier
Voertuigeisen 209
212
13.4
13.6 Uitrusting van de bestuurder
Controlehandelingen 209
216
13.5
13.7 Voertuigeisen
Technische aspecten brommobiel 212
219
13.6
13.8 Controlehandelingen
Lengte vrachtauto 216
222
13.7 Technische aspecten brommobiel 219
13.8 Lengte14
Hoofdstuk vrachtauto 222
Verkeersborden en verkeersregels 224
Hoofdstuk 14
Verkeersborden en verkeersregels 224
2
2
Hoofdstuk 1
1
Veilig bromfietsrijden
Om die regel goed te kunnen toepassen, moet je veel meer kunnen dan
alleen je voertuig goed bedienen.
1.1 Algemeen
Besef ook:
En tenslotte is het belangrijk dat je rustig blijft, ook als een andere
weggebruiker irritant of agressief verkeersgedrag vertoont. Laat je
beslissingen niet beïnvloeden door emoties.
8
1 Veilig bromfietsrijden
Rekening houden
met de kenmerken
en de sterke en
zwakke punten
van anderen is
onontbeerlijk als je
veilig aan het verkeer
wilt deelnemen.
1.2 Zintuigen
Vooral je ogen en oren moeten goed functioneren, anders ben je een gevaar
op de weg. Maar ook je gevoel is belangrijk, want dat geeft je bijvoorbeeld
informatie over de centrifugaalkracht in bochten en de toestand van het
wegdek. Je neus, tenslotte, kan letterlijk ‘onraad’ ruiken, bijvoorbeeld bij
een technisch mankement aan je bromfiets.
Zorg dat je waarneming niet gehinderd wordt door bijvoorbeeld het lawaai
van een (verboden!) ‘sportuitlaat’ of het luisteren naar harde muziek.
9
INKIJKEXEMPLAAR
de rest van dit hoofdstuk is
niet beschikbaar in het inkijkexemplaar
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 7
Snelheid en afstand houden 140
Hoofdstuk
7.1 7
Maximumsnelheden 140
7.2 Snelheidhouden
Afstand en afstand houden 140
143
7.1
7.3 Maximumsnelheden
Stopafstand 140
145
7.2
7.4 Afstand houden
Snelheid brommobiel 143
148
7.3 Stopafstand 145
7.4 Snelheid
Hoofdstuk 8 brommobiel 148
Andere weggebruikers 149
Hoofdstuk
8.1 8
Verschillende verkeersdeelnemers 149
8.2 Andere weggebruikers
Kwetsbare weggebruikers 149
149
8.1
8.3 Verschillende
Overige verkeersdeelnemers
weggebruikers 149
155
8.2 Kwetsbare weggebruikers 149
8.3 Overige
Hoofdstuk 9 weggebruikers 155
Rijmanoeuvres 157
Hoofdstuk
9.1 9
Wegrijden 157
9.2 Rijmanoeuvres
Voorsorteren 157
158
9.1
9.3 Wegrijden
Rechts afslaan 157
160
9.2
9.4 Voorsorteren
Links afslaan 158
161
9.3
9.5 Rechts afslaan
Inhalen 160
163
9.4 Links afslaan 161
9.5 Inhalen10
Hoofdstuk 163
Stilstaan, parkeren, plaatsen en gedrag bij ongevallen 168
Hoofdstuk
10.1 10
Stilstaan 168
10.2 Stilstaan,
Plaatsen parkeren, plaatsen en gedrag bij ongevallen 168
170
10.1
10.3 Stilstaan brommobielen
Parkeren 168
173
10.2
10.4 Plaatsen
Gedrag bij ongevallen 170
175
10.3
10.5 Parkeren
Hulp brommobielen
bij voertuig te water 173
184
10.4 Gedrag bij ongevallen 175
10.5 Hulp bij
Hoofdstuk 11voertuig te water 184
Communicatie, rijden met licht en in moeilijke weersomstandigheden 186
Hoofdstuk
11.1 11
Communicatie 186
11.2 Communicatie,
Rijden met licht rijden met licht en in moeilijke weersomstandigheden 186
187
11.1
11.3 Communicatie
Kijken en je laten zien 186
190
11.2
11.4 Rijden
Rijden met licht en wind
in regen 187
195
11.3
11.5 Kijken en
Rijden je laten zien
in mist 190
197
11.4
11.6 Rijden
Rijden in
opregen en wind
besneeuwd of beijzeld wegdek 195
198
11.5 Rijden in mist 197
11.6 Rijden12
Hoofdstuk op besneeuwd of beijzeld wegdek 198
Milieuaspecten 199
HOOFDSTUK
Hoofdstuk
12.1 12
Brandstofverbruik 199
12.2 Milieuaspecten
Uitlaatgassen, katalysator en CO2 199
200
2
12.1
12.3 Brandstofverbruik
Milieuzones 199
201
12.2 Uitlaatgassen, katalysator en CO2 200
12.3 Milieuzones
Hoofdstuk 13 201
Technische aspecten 202
Hoofdstuk
13.1 13
Voertuigbeheersing 202
13.2 Technische
De aspecten
juiste remtechniek 202
206
13.1
13.3 Voertuigbeheersing
Rijden met passagier 202
209
13.2
13.4 De juiste remtechniek
Uitrusting van de bestuurder 206
209
13.3
13.5 Rijden met passagier
Voertuigeisen 209
212
13.4
13.6 Uitrusting van de bestuurder
Controlehandelingen 209
216
13.5
13.7 Voertuigeisen
Technische aspecten brommobiel 212
219
13.6
13.8 Controlehandelingen
Lengte vrachtauto 216
222
13.7 Technische aspecten brommobiel 219
13.8 Lengte14
Hoofdstuk vrachtauto 222
Verkeersborden en verkeersregels 224
Hoofdstuk 14
Verkeersborden en verkeersregels 224
2
2
2 Hoofdstuk 2
Wettelijke bepalingen
Je rijbewijs moet geldig zijn en goed leesbaar. Anders mag je niet rijden en
moet je een nieuw rijbewijs aanvragen. Je mag niet rijden met een kopie
van je rijbewijs.
Rijbewijs AM
Dit rijbewijs is er in twee varianten, zoals je eerder las:
< AM2. Als je dit hebt, mag je rijden met een bromfiets, snorfiets,
brommobiel, speed-pedelec, bromscooter, brombakfiets en nog
enkele voertuigen die onder de categorie ‘bromfiets’ vallen,
< AM4. Als je dit hebt, mag je alleen met een brommobiel rijden.
Als je al een A of
B rijbewijs hebt,
hoef je geen
bromfietsexamen
af te leggen; bij
het aanvragen of
verlengen van je A
of B rijbewijs krijg je
de categorie AM er
automatisch bij.
15
Wettelijke bepalingen
2
Rijbewijs A
Dit rijbewijs heb je nodig voor het besturen van een motorfiets (al dan niet
met zijspan of aanhangwagen). Er zijn drie varianten van dit rijbewijs:
Rijbewijs B
Met dit rijbewijs mag je een personenauto en een lichte bestelauto besturen,
die:
Rijbewijs C
Om een vrachtauto te mogen besturen, heb je een C1-rijbewijs (kleine
vrachtauto) of C-rijbewijs (grote vrachtauto) nodig. Je mag dan ook een
lichte aanhangwagen trekken.
Rijbewijs D
Om een autobus te mogen besturen, heb je een D1-rijbewijs (kleine
autobus) of D-rijbewijs (grote autobus) nodig. Je mag dan ook een lichte
aanhangwagen trekken.
Rijbewijs E
Als je een zwaardere aanhangwagen wilt trekken, heb je rijbewijs E nodig.
Je moet hiervoor een apart praktijkexamen afleggen.
Rijbewijs T
Voor het rijden met een landbouw- of bosbouwtrekker of een mobiele
machine heb je rijbewijs T nodig, behalve in een paar uitzonderingsgevallen
die je voor het bromfiets theorie-examen niet hoeft te kennen.
* De toegestane maximummassa is ‘hoe zwaar’ de auto maximaal mag zijn, inclusief bestuurder, passagiers
en lading.
** Bestuurders met een B-rijbewijs mogen een zero-emissie bestelauto voor goederenvervoer besturen tot
een maximum gewicht van 4.250 kg (omdat deze extra zwaar zijn vanwege het accupakket).
16
INKIJKEXEMPLAAR
de rest van dit hoofdstuk is
niet beschikbaar in het inkijkexemplaar
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 7
Snelheid en afstand houden 140
Hoofdstuk
7.1 7
Maximumsnelheden 140
7.2 Snelheidhouden
Afstand en afstand houden 140
143
7.1
7.3 Maximumsnelheden
Stopafstand 140
145
7.2
7.4 Afstand houden
Snelheid brommobiel 143
148
7.3 Stopafstand 145
7.4 Snelheid
Hoofdstuk 8 brommobiel 148
Andere weggebruikers 149
Hoofdstuk
8.1 8
Verschillende verkeersdeelnemers 149
8.2 Andere weggebruikers
Kwetsbare weggebruikers 149
149
8.1
8.3 Verschillende
Overige verkeersdeelnemers
weggebruikers 149
155
8.2 Kwetsbare weggebruikers 149
8.3 Overige
Hoofdstuk 9 weggebruikers 155
Rijmanoeuvres 157
Hoofdstuk
9.1 9
Wegrijden 157
9.2 Rijmanoeuvres
Voorsorteren 157
158
9.1
9.3 Wegrijden
Rechts afslaan 157
160
9.2
9.4 Voorsorteren
Links afslaan 158
161
9.3
9.5 Rechts afslaan
Inhalen 160
163
9.4 Links afslaan 161
9.5 Inhalen10
Hoofdstuk 163
Stilstaan, parkeren, plaatsen en gedrag bij ongevallen 168
Hoofdstuk
10.1 10
Stilstaan 168
10.2 Stilstaan,
Plaatsen parkeren, plaatsen en gedrag bij ongevallen 168
170
10.1
10.3 Stilstaan brommobielen
Parkeren 168
173
10.2
10.4 Plaatsen
Gedrag bij ongevallen 170
175
10.3
10.5 Parkeren
Hulp brommobielen
bij voertuig te water 173
184
10.4 Gedrag bij ongevallen 175
10.5 Hulp bij
Hoofdstuk 11voertuig te water 184
Communicatie, rijden met licht en in moeilijke weersomstandigheden 186
Hoofdstuk
11.1 11
Communicatie 186
11.2 Communicatie,
Rijden met licht rijden met licht en in moeilijke weersomstandigheden 186
187
11.1
11.3 Communicatie
Kijken en je laten zien 186
190
11.2
11.4 Rijden
Rijden met licht en wind
in regen 187
195
11.3
11.5 Kijken en
Rijden je laten zien
in mist 190
197
11.4
11.6 Rijden
Rijden in
opregen en wind
besneeuwd of beijzeld wegdek 195
198
11.5 Rijden in mist 197
11.6 Rijden12
Hoofdstuk op besneeuwd of beijzeld wegdek 198
Milieuaspecten 199
HOOFDSTUK
Hoofdstuk
12.1 12
Brandstofverbruik 199
12.2 Milieuaspecten
Uitlaatgassen, katalysator en CO2 199
200
3
12.1
12.3 Brandstofverbruik
Milieuzones 199
201
12.2 Uitlaatgassen, katalysator en CO2 200
12.3 Milieuzones
Hoofdstuk 13 201
Technische aspecten 202
Hoofdstuk
13.1 13
Voertuigbeheersing 202
13.2 Technische
De aspecten
juiste remtechniek 202
206
13.1
13.3 Voertuigbeheersing
Rijden met passagier 202
209
13.2
13.4 De juiste remtechniek
Uitrusting van de bestuurder 206
209
13.3
13.5 Rijden met passagier
Voertuigeisen 209
212
13.4
13.6 Uitrusting van de bestuurder
Controlehandelingen 209
216
13.5
13.7 Voertuigeisen
Technische aspecten brommobiel 212
219
13.6
13.8 Controlehandelingen
Lengte vrachtauto 216
222
13.7 Technische aspecten brommobiel 219
13.8 Lengte14
Hoofdstuk vrachtauto 222
Verkeersborden en verkeersregels 224
Hoofdstuk 14
Verkeersborden en verkeersregels 224
2
2
Hoofdstuk 3
3
Verkeerstekens
3.1 Verkeersborden
Verkeersborden gelden:
< borden met een verbod tot stilstaan of parkeren gelden alleen voor de
kant van de weg waar ze zijn geplaatst,
< borden met het woord ‘zone’ gelden voor een heel gebied (tot je een
34
3 Verkeerstekens
Verkeersbordenkennis
Als bestuurder moet je goed weten wat alle verkeersborden betekenen. De
belangrijkste borden vind je in hoofdstuk 14 van dit boek. Bestudeer ze goed
voordat je op examen gaat.
Elektronische verkeersborden
Deze borden worden ook wel
matrixborden genoemd en hebben
dezelfde betekenis als gewone
verkeersborden.
35
INKIJKEXEMPLAAR
de rest van dit hoofdstuk is
niet beschikbaar in het inkijkexemplaar
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 7
Snelheid en afstand houden 140
Hoofdstuk
7.1 7
Maximumsnelheden 140
7.2 Snelheidhouden
Afstand en afstand houden 140
143
7.1
7.3 Maximumsnelheden
Stopafstand 140
145
7.2
7.4 Afstand houden
Snelheid brommobiel 143
148
7.3 Stopafstand 145
7.4 Snelheid
Hoofdstuk 8 brommobiel 148
Andere weggebruikers 149
Hoofdstuk
8.1 8
Verschillende verkeersdeelnemers 149
8.2 Andere weggebruikers
Kwetsbare weggebruikers 149
149
8.1
8.3 Verschillende
Overige verkeersdeelnemers
weggebruikers 149
155
8.2 Kwetsbare weggebruikers 149
8.3 Overige
Hoofdstuk 9 weggebruikers 155
Rijmanoeuvres 157
Hoofdstuk
9.1 9
Wegrijden 157
9.2 Rijmanoeuvres
Voorsorteren 157
158
9.1
9.3 Wegrijden
Rechts afslaan 157
160
9.2
9.4 Voorsorteren
Links afslaan 158
161
9.3
9.5 Rechts afslaan
Inhalen 160
163
9.4 Links afslaan 161
9.5 Inhalen10
Hoofdstuk 163
Stilstaan, parkeren, plaatsen en gedrag bij ongevallen 168
Hoofdstuk
10.1 10
Stilstaan 168
10.2 Stilstaan,
Plaatsen parkeren, plaatsen en gedrag bij ongevallen 168
170
10.1
10.3 Stilstaan brommobielen
Parkeren 168
173
10.2
10.4 Plaatsen
Gedrag bij ongevallen 170
175
10.3
10.5 Parkeren
Hulp brommobielen
bij voertuig te water 173
184
10.4 Gedrag bij ongevallen 175
10.5 Hulp bij
Hoofdstuk 11voertuig te water 184
Communicatie, rijden met licht en in moeilijke weersomstandigheden 186
Hoofdstuk
11.1 11
Communicatie 186
11.2 Communicatie,
Rijden met licht rijden met licht en in moeilijke weersomstandigheden 186
187
11.1
11.3 Communicatie
Kijken en je laten zien 186
190
11.2
11.4 Rijden
Rijden met licht en wind
in regen 187
195
11.3
11.5 Kijken en
Rijden je laten zien
in mist 190
197
11.4
11.6 Rijden
Rijden in
opregen en wind
besneeuwd of beijzeld wegdek 195
198
11.5 Rijden in mist 197
11.6 Rijden12
Hoofdstuk op besneeuwd of beijzeld wegdek 198
Milieuaspecten 199
HOOFDSTUK
Hoofdstuk
12.1 12
Brandstofverbruik 199
12.2 Milieuaspecten
Uitlaatgassen, katalysator en CO2 199
200
4
12.1
12.3 Brandstofverbruik
Milieuzones 199
201
12.2 Uitlaatgassen, katalysator en CO2 200
12.3 Milieuzones
Hoofdstuk 13 201
Technische aspecten 202
Hoofdstuk
13.1 13
Voertuigbeheersing 202
13.2 Technische
De aspecten
juiste remtechniek 202
206
13.1
13.3 Voertuigbeheersing
Rijden met passagier 202
209
13.2
13.4 De juiste remtechniek
Uitrusting van de bestuurder 206
209
13.3
13.5 Rijden met passagier
Voertuigeisen 209
212
13.4
13.6 Uitrusting van de bestuurder
Controlehandelingen 209
216
13.5
13.7 Voertuigeisen
Technische aspecten brommobiel 212
219
13.6
13.8 Controlehandelingen
Lengte vrachtauto 216
222
13.7 Technische aspecten brommobiel 219
13.8 Lengte14
Hoofdstuk vrachtauto 222
Verkeersborden en verkeersregels 224
Hoofdstuk 14
Verkeersborden en verkeersregels 224
2
2
Hoofdstuk 4
4
Wegen
< je moet zo veel mogelijk rechts houden (maar blijf op veilige afstand
van het trottoir, de berm, geparkeerde auto’s en obstakels),
< op smalle wegen moeten tegenliggers uitwijken voor elkaar (maar
Rijbaanversmalling
Als de rijbaan te smal is om elkaar te kunnen passeren, geven borden vaak
aan wie er eerst mag.
44
4 Wegen
Obstakels
Bij obstakels geldt hetzelfde als bij rijbaanversmallingen.
Eenrichtingsweg
Een eenrichtingsweg mag maar van één kant worden ingereden. Maar
op veel eenrichtingswegen geldt een uitzondering voor (snor)fietsers en
bromfietsers. Je mag zo’n weg dan ‘tegen het verkeer in’ inrijden.
Aandachtspunt
Als je ‘tegen het verkeer in’ op een beperkte eenrichtingsweg rijdt, moet
je erop bedacht zijn dat tegenliggers misschien niet verwachten dat een
snorfietser of bromfietser hen tegemoetkomt.
* Fietsers en snorfietsers mogen in dat geval rechts inhalen. Bromfietsers mogen dat niet.
45
INKIJKEXEMPLAAR
de rest van dit hoofdstuk is
niet beschikbaar in het inkijkexemplaar
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 7
Snelheid en afstand houden 140
Hoofdstuk
7.1 7
Maximumsnelheden 140
7.2 Snelheidhouden
Afstand en afstand houden 140
143
7.1
7.3 Maximumsnelheden
Stopafstand 140
145
7.2
7.4 Afstand houden
Snelheid brommobiel 143
148
7.3 Stopafstand 145
7.4 Snelheid
Hoofdstuk 8 brommobiel 148
Andere weggebruikers 149
Hoofdstuk
8.1 8
Verschillende verkeersdeelnemers 149
8.2 Andere weggebruikers
Kwetsbare weggebruikers 149
149
8.1
8.3 Verschillende
Overige verkeersdeelnemers
weggebruikers 149
155
8.2 Kwetsbare weggebruikers 149
8.3 Overige
Hoofdstuk 9 weggebruikers 155
Rijmanoeuvres 157
Hoofdstuk
9.1 9
Wegrijden 157
9.2 Rijmanoeuvres
Voorsorteren 157
158
9.1
9.3 Wegrijden
Rechts afslaan 157
160
9.2
9.4 Voorsorteren
Links afslaan 158
161
9.3
9.5 Rechts afslaan
Inhalen 160
163
9.4 Links afslaan 161
9.5 Inhalen10
Hoofdstuk 163
Stilstaan, parkeren, plaatsen en gedrag bij ongevallen 168
Hoofdstuk
10.1 10
Stilstaan 168
10.2 Stilstaan,
Plaatsen parkeren, plaatsen en gedrag bij ongevallen 168
170
10.1
10.3 Stilstaan brommobielen
Parkeren 168
173
10.2
10.4 Plaatsen
Gedrag bij ongevallen 170
175
10.3
10.5 Parkeren
Hulp brommobielen
bij voertuig te water 173
184
10.4 Gedrag bij ongevallen 175
10.5 Hulp bij
Hoofdstuk 11voertuig te water 184
Communicatie, rijden met licht en in moeilijke weersomstandigheden 186
Hoofdstuk
11.1 11
Communicatie 186
11.2 Communicatie,
Rijden met licht rijden met licht en in moeilijke weersomstandigheden 186
187
11.1
11.3 Communicatie
Kijken en je laten zien 186
190
11.2
11.4 Rijden
Rijden met licht en wind
in regen 187
195
11.3
11.5 Kijken en
Rijden je laten zien
in mist 190
197
11.4
11.6 Rijden
Rijden in
opregen en wind
besneeuwd of beijzeld wegdek 195
198
11.5 Rijden in mist 197
11.6 Rijden12
Hoofdstuk op besneeuwd of beijzeld wegdek 198
Milieuaspecten 199
HOOFDSTUK
Hoofdstuk
12.1 12
Brandstofverbruik 199
12.2 Milieuaspecten
Uitlaatgassen, katalysator en CO2 199
200
5
12.1
12.3 Brandstofverbruik
Milieuzones 199
201
12.2 Uitlaatgassen, katalysator en CO2 200
12.3 Milieuzones
Hoofdstuk 13 201
Technische aspecten 202
Hoofdstuk
13.1 13
Voertuigbeheersing 202
13.2 Technische
De aspecten
juiste remtechniek 202
206
13.1
13.3 Voertuigbeheersing
Rijden met passagier 202
209
13.2
13.4 De juiste remtechniek
Uitrusting van de bestuurder 206
209
13.3
13.5 Rijden met passagier
Voertuigeisen 209
212
13.4
13.6 Uitrusting van de bestuurder
Controlehandelingen 209
216
13.5
13.7 Voertuigeisen
Technische aspecten brommobiel 212
219
13.6
13.8 Controlehandelingen
Lengte vrachtauto 216
222
13.7 Technische aspecten brommobiel 219
13.8 Lengte14
Hoofdstuk vrachtauto 222
Verkeersborden en verkeersregels 224
Hoofdstuk 14
Verkeersborden en verkeersregels 224
2
2
5 Hoofdstuk 5
Bijzondere weggedeelten
5.1 Minirotonde
Borden
Vlak voor een rotonde staat ‘als vooraankondiging’ vaak bord J9. Op het
middeneiland staat bord D1, om aan te geven dat bestuurders ‘rechtsom’ de
rotonde moeten volgen. Bij de rotonde staat meestal bord B6, dat aangeeft
dat bestuurders die de rotonde naderen voorrang moeten verlenen aan
bestuurders op de rotonde.
J9 D1 B6
Richting aangeven
Als je op de rotonde rechtsaf wilt (één kwart rond), geef je voor het oprijden
van de rotonde richting aan naar rechts totdat je de rotonde hebt verlaten.
Als je op de rotonde rechtdoor wilt (half rond), geef je geen richting aan
als je de rotonde nadert en oprijdt. Je geeft pas richting aan naar rechts
wanneer je de eerste zijweg bent gepasseerd.
59
Bijzondere weggedeelten
5
Je moet hier
voorrang verlenen
aan de fietser op de
rotonde.
Rotonde verlaten
Als je als bromfietser een rotonde verlaat, moet je:
voor laten gaan. Dit is op basis van de ‘rechtdoor gaat voor’-regel die we
verderop in dit boek behandelen.
Je moet hier
voetgangers en (snor)
fietsers die de rotonde
blijven volgen, voor
laten gaan.
De haaientanden
op het wegdek
staan hier als ‘extra
waarschuwing’, maar
op veel plekken staan
die er niet.
Hoofdstuk 7
Snelheid en afstand houden 140
Hoofdstuk
7.1 7
Maximumsnelheden 140
7.2 Snelheidhouden
Afstand en afstand houden 140
143
7.1
7.3 Maximumsnelheden
Stopafstand 140
145
7.2
7.4 Afstand houden
Snelheid brommobiel 143
148
7.3 Stopafstand 145
7.4 Snelheid
Hoofdstuk 8 brommobiel 148
Andere weggebruikers 149
Hoofdstuk
8.1 8
Verschillende verkeersdeelnemers 149
8.2 Andere weggebruikers
Kwetsbare weggebruikers 149
149
8.1
8.3 Verschillende
Overige verkeersdeelnemers
weggebruikers 149
155
8.2 Kwetsbare weggebruikers 149
8.3 Overige
Hoofdstuk 9 weggebruikers 155
Rijmanoeuvres 157
Hoofdstuk
9.1 9
Wegrijden 157
9.2 Rijmanoeuvres
Voorsorteren 157
158
9.1
9.3 Wegrijden
Rechts afslaan 157
160
9.2
9.4 Voorsorteren
Links afslaan 158
161
9.3
9.5 Rechts afslaan
Inhalen 160
163
9.4 Links afslaan 161
9.5 Inhalen10
Hoofdstuk 163
Stilstaan, parkeren, plaatsen en gedrag bij ongevallen 168
Hoofdstuk
10.1 10
Stilstaan 168
10.2 Stilstaan,
Plaatsen parkeren, plaatsen en gedrag bij ongevallen 168
170
10.1
10.3 Stilstaan brommobielen
Parkeren 168
173
10.2
10.4 Plaatsen
Gedrag bij ongevallen 170
175
10.3
10.5 Parkeren
Hulp brommobielen
bij voertuig te water 173
184
10.4 Gedrag bij ongevallen 175
10.5 Hulp bij
Hoofdstuk 11voertuig te water 184
Communicatie, rijden met licht en in moeilijke weersomstandigheden 186
Hoofdstuk
11.1 11
Communicatie 186
11.2 Communicatie,
Rijden met licht rijden met licht en in moeilijke weersomstandigheden 186
187
11.1
11.3 Communicatie
Kijken en je laten zien 186
190
11.2
11.4 Rijden
Rijden met licht en wind
in regen 187
195
11.3
11.5 Kijken en
Rijden je laten zien
in mist 190
197
11.4
11.6 Rijden
Rijden in
opregen en wind
besneeuwd of beijzeld wegdek 195
198
11.5 Rijden in mist 197
11.6 Rijden12
Hoofdstuk op besneeuwd of beijzeld wegdek 198
Milieuaspecten 199
HOOFDSTUK
Hoofdstuk
12.1 12
Brandstofverbruik 199
12.2 Milieuaspecten
Uitlaatgassen, katalysator en CO2 199
200
6
12.1
12.3 Brandstofverbruik
Milieuzones 199
201
12.2 Uitlaatgassen, katalysator en CO2 200
12.3 Milieuzones
Hoofdstuk 13 201
Technische aspecten 202
Hoofdstuk
13.1 13
Voertuigbeheersing 202
13.2 Technische
De aspecten
juiste remtechniek 202
206
13.1
13.3 Voertuigbeheersing
Rijden met passagier 202
209
13.2
13.4 De juiste remtechniek
Uitrusting van de bestuurder 206
209
13.3
13.5 Rijden met passagier
Voertuigeisen 209
212
13.4
13.6 Uitrusting van de bestuurder
Controlehandelingen 209
216
13.5
13.7 Voertuigeisen
Technische aspecten brommobiel 212
219
13.6
13.8 Controlehandelingen
Lengte vrachtauto 216
222
13.7 Technische aspecten brommobiel 219
13.8 Lengte14
Hoofdstuk vrachtauto 222
Verkeersborden en verkeersregels 224
Hoofdstuk 14
Verkeersborden en verkeersregels 224
2
2
Hoofdstuk 6
6
Gedrag bij kruispunten,
voorrang, voor laten gaan
Maar ook andere weggebruikers moet je soms voor laten gaan (of zij moeten
jou juist voor laten gaan). De regels die daarvoor gelden, behandelen we in
dit hoofdstuk.
< waar je je moet opstellen als je moet stoppen om ander verkeer voor
te laten gaan.
Kruispunten kun je
vaak herkennen aan
de plaatsing van
verkeersborden, een
straatnaambordje of
een lantaarnpaal.
68
6 Gedrag bij kruispunten,
voorrang, voor laten gaan
toch niet kan doorrijden omdat hij op zijn beurt aan een rij andere
bestuurders voorrang moet verlenen (gelegenheidsvoorrang).
Op dit kruispunt kun je in het midden Op dit kruispunt kun je ook na het fietspad
stoppen als het nodig is. nog stoppen als het nodig is.
Je rijdt op een voorrangsweg en mag dus Een voorrangsvoertuig moet je voor laten
op het kruispunt stoppen en wachten tot gaan, ook als het van links komt.
de vrachtauto gepasseerd is.
69
INKIJKEXEMPLAAR
de rest van dit hoofdstuk is
niet beschikbaar in het inkijkexemplaar
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 7
Snelheid en afstand houden 140
Hoofdstuk
7.1 7
Maximumsnelheden 140
7.2 Snelheidhouden
Afstand en afstand houden 140
143
7.1
7.3 Maximumsnelheden
Stopafstand 140
145
7.2
7.4 Afstand houden
Snelheid brommobiel 143
148
7.3 Stopafstand 145
7.4 Snelheid
Hoofdstuk 8 brommobiel 148
Andere weggebruikers 149
Hoofdstuk
8.1 8
Verschillende verkeersdeelnemers 149
8.2 Andere weggebruikers
Kwetsbare weggebruikers 149
149
8.1
8.3 Verschillende
Overige verkeersdeelnemers
weggebruikers 149
155
8.2 Kwetsbare weggebruikers 149
8.3 Overige
Hoofdstuk 9 weggebruikers 155
Rijmanoeuvres 157
Hoofdstuk
9.1 9
Wegrijden 157
9.2 Rijmanoeuvres
Voorsorteren 157
158
9.1
9.3 Wegrijden
Rechts afslaan 157
160
9.2
9.4 Voorsorteren
Links afslaan 158
161
9.3
9.5 Rechts afslaan
Inhalen 160
163
9.4 Links afslaan 161
9.5 Inhalen10
Hoofdstuk 163
Stilstaan, parkeren, plaatsen en gedrag bij ongevallen 168
Hoofdstuk
10.1 10
Stilstaan 168
10.2 Stilstaan,
Plaatsen parkeren, plaatsen en gedrag bij ongevallen 168
170
10.1
10.3 Stilstaan brommobielen
Parkeren 168
173
10.2
10.4 Plaatsen
Gedrag bij ongevallen 170
175
10.3
10.5 Parkeren
Hulp brommobielen
bij voertuig te water 173
184
10.4 Gedrag bij ongevallen 175
10.5 Hulp bij
Hoofdstuk 11voertuig te water 184
Communicatie, rijden met licht en in moeilijke weersomstandigheden 186
Hoofdstuk
11.1 11
Communicatie 186
11.2 Communicatie,
Rijden met licht rijden met licht en in moeilijke weersomstandigheden 186
187
11.1
11.3 Communicatie
Kijken en je laten zien 186
190
11.2
11.4 Rijden
Rijden met licht en wind
in regen 187
195
11.3
11.5 Kijken en
Rijden je laten zien
in mist 190
197
11.4
11.6 Rijden
Rijden in
opregen en wind
besneeuwd of beijzeld wegdek 195
198
11.5 Rijden in mist 197
11.6 Rijden12
Hoofdstuk op besneeuwd of beijzeld wegdek 198
Milieuaspecten 199
HOOFDSTUK
Hoofdstuk
12.1 12
Brandstofverbruik 199
12.2 Milieuaspecten
Uitlaatgassen, katalysator en CO2 199
200
7
12.1
12.3 Brandstofverbruik
Milieuzones 199
201
12.2 Uitlaatgassen, katalysator en CO2 200
12.3 Milieuzones
Hoofdstuk 13 201
Technische aspecten 202
Hoofdstuk
13.1 13
Voertuigbeheersing 202
13.2 Technische
De aspecten
juiste remtechniek 202
206
13.1
13.3 Voertuigbeheersing
Rijden met passagier 202
209
13.2
13.4 De juiste remtechniek
Uitrusting van de bestuurder 206
209
13.3
13.5 Rijden met passagier
Voertuigeisen 209
212
13.4
13.6 Uitrusting van de bestuurder
Controlehandelingen 209
216
13.5
13.7 Voertuigeisen
Technische aspecten brommobiel 212
219
13.6
13.8 Controlehandelingen
Lengte vrachtauto 216
222
13.7 Technische aspecten brommobiel 219
13.8 Lengte14
Hoofdstuk vrachtauto 222
Verkeersborden en verkeersregels 224
Hoofdstuk 14
Verkeersborden en verkeersregels 224
2
2
7 Hoofdstuk 7
Snelheid en afstand
houden
Wees je bewust van die extra risico’s, zorg dat je fit en nuchter achter het
stuur zit en pas je rijgedrag en snelheid aan.
7.1 Maximumsnelheden
Bromfietsers
De maximumsnelheden voor bromfietsers (en speed-pedelecs) zijn:
7
Snorfietsers
Voor snorfietsers is de maximumsnelheid:
Snorfietsen mogen binnen en buiten de bebouwde kom maximaal 25 km/u rijden. In een
erf geldt (voor alle bestuurders) een lager maximum van 15 km/u.
* Deze snelheid geldt ook voor bijzondere bromfietsen (bijvoorbeeld een Segway). Als het toegestaan is
op het trottoir te rijden, is de maximumsnelheid 6 km/u.
82
INKIJKEXEMPLAAR
de rest van dit hoofdstuk is
niet beschikbaar in het inkijkexemplaar
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 7
Snelheid en afstand houden 140
Hoofdstuk
7.1 7
Maximumsnelheden 140
7.2 Snelheidhouden
Afstand en afstand houden 140
143
7.1
7.3 Maximumsnelheden
Stopafstand 140
145
7.2
7.4 Afstand houden
Snelheid brommobiel 143
148
7.3 Stopafstand 145
7.4 Snelheid
Hoofdstuk 8 brommobiel 148
Andere weggebruikers 149
Hoofdstuk
8.1 8
Verschillende verkeersdeelnemers 149
8.2 Andere weggebruikers
Kwetsbare weggebruikers 149
149
8.1
8.3 Verschillende
Overige verkeersdeelnemers
weggebruikers 149
155
8.2 Kwetsbare weggebruikers 149
8.3 Overige
Hoofdstuk 9 weggebruikers 155
Rijmanoeuvres 157
Hoofdstuk
9.1 9
Wegrijden 157
9.2 Rijmanoeuvres
Voorsorteren 157
158
9.1
9.3 Wegrijden
Rechts afslaan 157
160
9.2
9.4 Voorsorteren
Links afslaan 158
161
9.3
9.5 Rechts afslaan
Inhalen 160
163
9.4 Links afslaan 161
9.5 Inhalen10
Hoofdstuk 163
Stilstaan, parkeren, plaatsen en gedrag bij ongevallen 168
Hoofdstuk
10.1 10
Stilstaan 168
10.2 Stilstaan,
Plaatsen parkeren, plaatsen en gedrag bij ongevallen 168
170
10.1
10.3 Stilstaan brommobielen
Parkeren 168
173
10.2
10.4 Plaatsen
Gedrag bij ongevallen 170
175
10.3
10.5 Parkeren
Hulp brommobielen
bij voertuig te water 173
184
10.4 Gedrag bij ongevallen 175
10.5 Hulp bij
Hoofdstuk 11voertuig te water 184
Communicatie, rijden met licht en in moeilijke weersomstandigheden 186
Hoofdstuk
11.1 11
Communicatie 186
11.2 Communicatie,
Rijden met licht rijden met licht en in moeilijke weersomstandigheden 186
187
11.1
11.3 Communicatie
Kijken en je laten zien 186
190
11.2
11.4 Rijden
Rijden met licht en wind
in regen 187
195
11.3
11.5 Kijken en
Rijden je laten zien
in mist 190
197
11.4
11.6 Rijden
Rijden in
opregen en wind
besneeuwd of beijzeld wegdek 195
198
11.5 Rijden in mist 197
11.6 Rijden12
Hoofdstuk op besneeuwd of beijzeld wegdek 198
Milieuaspecten 199
HOOFDSTUK
Hoofdstuk
12.1 12
Brandstofverbruik 199
12.2 Milieuaspecten
Uitlaatgassen, katalysator en CO2 199
200
8
12.1
12.3 Brandstofverbruik
Milieuzones 199
201
12.2 Uitlaatgassen, katalysator en CO2 200
12.3 Milieuzones
Hoofdstuk 13 201
Technische aspecten 202
Hoofdstuk
13.1 13
Voertuigbeheersing 202
13.2 Technische
De aspecten
juiste remtechniek 202
206
13.1
13.3 Voertuigbeheersing
Rijden met passagier 202
209
13.2
13.4 De juiste remtechniek
Uitrusting van de bestuurder 206
209
13.3
13.5 Rijden met passagier
Voertuigeisen 209
212
13.4
13.6 Uitrusting van de bestuurder
Controlehandelingen 209
216
13.5
13.7 Voertuigeisen
Technische aspecten brommobiel 212
219
13.6
13.8 Controlehandelingen
Lengte vrachtauto 216
222
13.7 Technische aspecten brommobiel 219
13.8 Lengte14
Hoofdstuk vrachtauto 222
Verkeersborden en verkeersregels 224
Hoofdstuk 14
Verkeersborden en verkeersregels 224
2
2
8 Hoofdstuk 8
Andere weggebruikers
Hoewel je altijd alert moet zijn om direct te kunnen reageren als er iets
onverwachts gebeurt, kun je door:
Voetgangers
Voetgangers nemen vaak onbewust deel aan het verkeer. Ze zijn met hun
hoofd bij andere dingen of afgeleid door hun telefoon. Het gevolg is dat
ze zich niet aan de verkeersregels houden en onverwacht gedrag kunnen
vertonen, bijvoorbeeld plotseling oversteken.
Fietsers
Voor fietsers geldt hetzelfde als voor voetgangers. Maar er zijn meer risico’s,
bijvoorbeeld:
87
Andere weggebruikers
8
Elektrische fietsers rijden vaak sneller dan je misschien verwacht.
Het mag niet... maar veel fietsers doen Kinderen gaan op in hun spel en letten
het tóch. niet op het verkeer.
Hoofdstuk 7
Snelheid en afstand houden 140
Hoofdstuk
7.1 7
Maximumsnelheden 140
7.2 Snelheidhouden
Afstand en afstand houden 140
143
7.1
7.3 Maximumsnelheden
Stopafstand 140
145
7.2
7.4 Afstand houden
Snelheid brommobiel 143
148
7.3 Stopafstand 145
7.4 Snelheid
Hoofdstuk 8 brommobiel 148
Andere weggebruikers 149
Hoofdstuk
8.1 8
Verschillende verkeersdeelnemers 149
8.2 Andere weggebruikers
Kwetsbare weggebruikers 149
149
8.1
8.3 Verschillende
Overige verkeersdeelnemers
weggebruikers 149
155
8.2 Kwetsbare weggebruikers 149
8.3 Overige
Hoofdstuk 9 weggebruikers 155
Rijmanoeuvres 157
Hoofdstuk
9.1 9
Wegrijden 157
9.2 Rijmanoeuvres
Voorsorteren 157
158
9.1
9.3 Wegrijden
Rechts afslaan 157
160
9.2
9.4 Voorsorteren
Links afslaan 158
161
9.3
9.5 Rechts afslaan
Inhalen 160
163
9.4 Links afslaan 161
9.5 Inhalen10
Hoofdstuk 163
Stilstaan, parkeren, plaatsen en gedrag bij ongevallen 168
Hoofdstuk
10.1 10
Stilstaan 168
10.2 Stilstaan,
Plaatsen parkeren, plaatsen en gedrag bij ongevallen 168
170
10.1
10.3 Stilstaan brommobielen
Parkeren 168
173
10.2
10.4 Plaatsen
Gedrag bij ongevallen 170
175
10.3
10.5 Parkeren
Hulp brommobielen
bij voertuig te water 173
184
10.4 Gedrag bij ongevallen 175
10.5 Hulp bij
Hoofdstuk 11voertuig te water 184
Communicatie, rijden met licht en in moeilijke weersomstandigheden 186
Hoofdstuk
11.1 11
Communicatie 186
11.2 Communicatie,
Rijden met licht rijden met licht en in moeilijke weersomstandigheden 186
187
11.1
11.3 Communicatie
Kijken en je laten zien 186
190
11.2
11.4 Rijden
Rijden met licht en wind
in regen 187
195
11.3
11.5 Kijken en
Rijden je laten zien
in mist 190
197
11.4
11.6 Rijden
Rijden in
opregen en wind
besneeuwd of beijzeld wegdek 195
198
11.5 Rijden in mist 197
11.6 Rijden12
Hoofdstuk op besneeuwd of beijzeld wegdek 198
Milieuaspecten 199
HOOFDSTUK
Hoofdstuk
12.1 12
Brandstofverbruik 199
12.2 Milieuaspecten
Uitlaatgassen, katalysator en CO2 199
200
9
12.1
12.3 Brandstofverbruik
Milieuzones 199
201
12.2 Uitlaatgassen, katalysator en CO2 200
12.3 Milieuzones
Hoofdstuk 13 201
Technische aspecten 202
Hoofdstuk
13.1 13
Voertuigbeheersing 202
13.2 Technische
De aspecten
juiste remtechniek 202
206
13.1
13.3 Voertuigbeheersing
Rijden met passagier 202
209
13.2
13.4 De juiste remtechniek
Uitrusting van de bestuurder 206
209
13.3
13.5 Rijden met passagier
Voertuigeisen 209
212
13.4
13.6 Uitrusting van de bestuurder
Controlehandelingen 209
216
13.5
13.7 Voertuigeisen
Technische aspecten brommobiel 212
219
13.6
13.8 Controlehandelingen
Lengte vrachtauto 216
222
13.7 Technische aspecten brommobiel 219
13.8 Lengte14
Hoofdstuk vrachtauto 222
Verkeersborden en verkeersregels 224
Hoofdstuk 14
Verkeersborden en verkeersregels 224
2
2
9 Hoofdstuk 9
Rijmanoeuvres
Voor je gaat rijden, moet je opstappen. Als je klaar bent met rijden moet je
afstappen. Hoe je dat veilig doet, leer je tijdens je praktijkopleiding.
Zithouding
Zorg dat je een veilige en comfortabele zithouding hebt. Laat je hierbij
assisteren door de leverancier van je bromfiets. Die kan je ook helpen bij
het doen van aanpassingen, bijvoorbeeld het verstellen van je stuur.
Het uitvoeren
van een slalom-
oefening is één van
de manieren om je
voertuigbeheersing
te verbeteren.
91
Rijmanoeuvres
9
9.2 Wegrijden
Zorg ervoor dat je andere bestuurders niet dwingt tot remmen of uitwijken
als je wegrijdt.
Accelereer ‘vlot’ nadat je bent weggereden, zodat je snel even hard rijdt als
het overige verkeer.
Bij het wegrijden mag je geen gevaar of Trek niet meteen op zodra het licht
hinder veroorzaken. Wacht dus tot de groen wordt. Laat eerst de fietsers veilig
fietser voorbij is. vertrekken.
92
INKIJKEXEMPLAAR
de rest van dit hoofdstuk is
niet beschikbaar in het inkijkexemplaar
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 7
Snelheid en afstand houden 140
Hoofdstuk
7.1 7
Maximumsnelheden 140
7.2 Snelheidhouden
Afstand en afstand houden 140
143
7.1
7.3 Maximumsnelheden
Stopafstand 140
145
7.2
7.4 Afstand houden
Snelheid brommobiel 143
148
7.3 Stopafstand 145
7.4 Snelheid
Hoofdstuk 8 brommobiel 148
Andere weggebruikers 149
Hoofdstuk
8.1 8
Verschillende verkeersdeelnemers 149
8.2 Andere weggebruikers
Kwetsbare weggebruikers 149
149
8.1
8.3 Verschillende
Overige verkeersdeelnemers
weggebruikers 149
155
8.2 Kwetsbare weggebruikers 149
8.3 Overige
Hoofdstuk 9 weggebruikers 155
Rijmanoeuvres 157
Hoofdstuk
9.1 9
Wegrijden 157
9.2 Rijmanoeuvres
Voorsorteren 157
158
9.1
9.3 Wegrijden
Rechts afslaan 157
160
9.2
9.4 Voorsorteren
Links afslaan 158
161
9.3
9.5 Rechts afslaan
Inhalen 160
163
9.4 Links afslaan 161
9.5 Inhalen10
Hoofdstuk 163
Stilstaan, parkeren, plaatsen en gedrag bij ongevallen 168
Hoofdstuk
10.1 10
Stilstaan 168
10.2 Stilstaan,
Plaatsen parkeren, plaatsen en gedrag bij ongevallen 168
170
10.1
10.3 Stilstaan brommobielen
Parkeren 168
173
10.2
10.4 Plaatsen
Gedrag bij ongevallen 170
175
10.3
10.5 Parkeren
Hulp brommobielen
bij voertuig te water 173
184
10.4 Gedrag bij ongevallen 175
10.5 Hulp bij
Hoofdstuk 11voertuig te water 184
Communicatie, rijden met licht en in moeilijke weersomstandigheden 186
Hoofdstuk
11.1 11
Communicatie 186
11.2 Communicatie,
Rijden met licht rijden met licht en in moeilijke weersomstandigheden 186
187
11.1
11.3 Communicatie
Kijken en je laten zien 186
190
11.2
11.4 Rijden
Rijden met licht en wind
in regen 187
195
11.3
11.5 Kijken en
Rijden je laten zien
in mist 190
197
11.4
11.6 Rijden
Rijden in
opregen en wind
besneeuwd of beijzeld wegdek 195
198
11.5 Rijden in mist 197
11.6 Rijden12
Hoofdstuk op besneeuwd of beijzeld wegdek 198
Milieuaspecten 199
HOOFDSTUK
Hoofdstuk
12.1 12
Brandstofverbruik 199
12.2 Milieuaspecten
Uitlaatgassen, katalysator en CO2 199
200
10
12.1
12.3 Brandstofverbruik
Milieuzones 199
201
12.2 Uitlaatgassen, katalysator en CO2 200
12.3 Milieuzones
Hoofdstuk 13 201
Technische aspecten 202
Hoofdstuk
13.1 13
Voertuigbeheersing 202
13.2 Technische
De aspecten
juiste remtechniek 202
206
13.1
13.3 Voertuigbeheersing
Rijden met passagier 202
209
13.2
13.4 De juiste remtechniek
Uitrusting van de bestuurder 206
209
13.3
13.5 Rijden met passagier
Voertuigeisen 209
212
13.4
13.6 Uitrusting van de bestuurder
Controlehandelingen 209
216
13.5
13.7 Voertuigeisen
Technische aspecten brommobiel 212
219
13.6
13.8 Controlehandelingen
Lengte vrachtauto 216
222
13.7 Technische aspecten brommobiel 219
13.8 Lengte14
Hoofdstuk vrachtauto 222
Verkeersborden en verkeersregels 224
Hoofdstuk 14
Verkeersborden en verkeersregels 224
2
2
Hoofdstuk 10
10
Stilstaan, plaatsen,
parkeren en gedrag bij
ongevallen
Stilstaan is het kort, vrijwillig tot stilstand brengen van je snorfiets, bromfiets
of brommobiel, om:
Plaatsen is het (vaak voor langere tijd en onbeheerd) vrijwillig tot stilstand
brengen van je snorfiets of bromfiets om ándere redenen dan hierboven
genoemd.
Parkeren is het (vaak voor langere tijd en onbeheerd) vrijwillig tot stilstand
brengen van je brommobiel om ándere redenen dan hierboven genoemd.
Stilstaanverboden
Je mag niet stilstaan:
< aan de kant van de weg waar een bord dat verbiedt,
< op een kruispunt of een overweg,
< op een fietsstrook of op de rijbaan naast een fietsstrook,
< binnen 12 meter van het bord als er geen blokmarkering is,
Bij een bushalte mag je wel even passagiers laten op- of afstappen mits je
de bus niet hindert.
100
10 Stilstaan, parkeren, plaatsen
en gedrag bij ongevallen
Je mag niet stilstaan op een voetgangers- Een bromfiets mag net als alle andere
oversteekplaats of binnen een afstand van voertuigen niet stilstaan in een tunnel.
5 meter daarvan.
Plaatsen verboden
Je mag een bromfiets niet plaatsen:
101
INKIJKEXEMPLAAR
de rest van dit hoofdstuk is
niet beschikbaar in het inkijkexemplaar
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 7
Snelheid en afstand houden 140
Hoofdstuk
7.1 7
Maximumsnelheden 140
7.2 Snelheidhouden
Afstand en afstand houden 140
143
7.1
7.3 Maximumsnelheden
Stopafstand 140
145
7.2
7.4 Afstand houden
Snelheid brommobiel 143
148
7.3 Stopafstand 145
7.4 Snelheid
Hoofdstuk 8 brommobiel 148
Andere weggebruikers 149
Hoofdstuk
8.1 8
Verschillende verkeersdeelnemers 149
8.2 Andere weggebruikers
Kwetsbare weggebruikers 149
149
8.1
8.3 Verschillende
Overige verkeersdeelnemers
weggebruikers 149
155
8.2 Kwetsbare weggebruikers 149
8.3 Overige
Hoofdstuk 9 weggebruikers 155
Rijmanoeuvres 157
Hoofdstuk
9.1 9
Wegrijden 157
9.2 Rijmanoeuvres
Voorsorteren 157
158
9.1
9.3 Wegrijden
Rechts afslaan 157
160
9.2
9.4 Voorsorteren
Links afslaan 158
161
9.3
9.5 Rechts afslaan
Inhalen 160
163
9.4 Links afslaan 161
9.5 Inhalen10
Hoofdstuk 163
Stilstaan, parkeren, plaatsen en gedrag bij ongevallen 168
Hoofdstuk
10.1 10
Stilstaan 168
10.2 Stilstaan,
Plaatsen parkeren, plaatsen en gedrag bij ongevallen 168
170
10.1
10.3 Stilstaan brommobielen
Parkeren 168
173
10.2
10.4 Plaatsen
Gedrag bij ongevallen 170
175
10.3
10.5 Parkeren
Hulp brommobielen
bij voertuig te water 173
184
10.4 Gedrag bij ongevallen 175
10.5 Hulp bij
Hoofdstuk 11voertuig te water 184
Communicatie, rijden met licht en in moeilijke weersomstandigheden 186
Hoofdstuk
11.1 11
Communicatie 186
11.2 Communicatie,
Rijden met licht rijden met licht en in moeilijke weersomstandigheden 186
187
11.1
11.3 Communicatie
Kijken en je laten zien 186
190
11.2
11.4 Rijden
Rijden met licht en wind
in regen 187
195
11.3
11.5 Kijken en
Rijden je laten zien
in mist 190
197
11.4
11.6 Rijden
Rijden in
opregen en wind
besneeuwd of beijzeld wegdek 195
198
11.5 Rijden in mist 197
11.6 Rijden12
Hoofdstuk op besneeuwd of beijzeld wegdek 198
Milieuaspecten 199
HOOFDSTUK
Hoofdstuk
12.1 12
Brandstofverbruik 199
12.2 Milieuaspecten
Uitlaatgassen, katalysator en CO2 199
200
11
12.1
12.3 Brandstofverbruik
Milieuzones 199
201
12.2 Uitlaatgassen, katalysator en CO2 200
12.3 Milieuzones
Hoofdstuk 13 201
Technische aspecten 202
Hoofdstuk
13.1 13
Voertuigbeheersing 202
13.2 Technische
De aspecten
juiste remtechniek 202
206
13.1
13.3 Voertuigbeheersing
Rijden met passagier 202
209
13.2
13.4 De juiste remtechniek
Uitrusting van de bestuurder 206
209
13.3
13.5 Rijden met passagier
Voertuigeisen 209
212
13.4
13.6 Uitrusting van de bestuurder
Controlehandelingen 209
216
13.5
13.7 Voertuigeisen
Technische aspecten brommobiel 212
219
13.6
13.8 Controlehandelingen
Lengte vrachtauto 216
222
13.7 Technische aspecten brommobiel 219
13.8 Lengte14
Hoofdstuk vrachtauto 222
Verkeersborden en verkeersregels 224
Hoofdstuk 14
Verkeersborden en verkeersregels 224
2
2
11 Hoofdstuk 11
Communicatie, rijden
met licht en in moeilijke
weersomstandigheden
11.1 Communicatie
< je richtingaanwijzer,
< je remlicht,
< je claxon,
< je koplamp,
Richting aangeven
Bij elke ‘belangrijke zijdelingse verplaatsing’, zoals:
< wegrijden,
< inhalen van een motorvoertuig,
< voorbijrijden van een obstakel,
geldt:
113
Communicatie, rijden met licht en
in moeilijke weersomstandigheden
11
Geluids- of lichtsignaal
Alleen als er gevaar dreigt, mag je je claxon gebruiken en/of knipperen met
je koplampen.
De spelende
kinderen hebben
alleen maar oog voor
de bal. Nu mag je
een geluidssignaal
geven.
Geel waarschuwingslicht
Deze voertuigen mogen met een geel zwaai-, flits- of knipperlicht rijden om
het overige verkeer te waarschuwen:
Dimlicht
Je moet het dimlicht inschakelen:
114
INKIJKEXEMPLAAR
de rest van dit hoofdstuk is
niet beschikbaar in het inkijkexemplaar
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 7
Snelheid en afstand houden 140
Hoofdstuk
7.1 7
Maximumsnelheden 140
7.2 Snelheidhouden
Afstand en afstand houden 140
143
7.1
7.3 Maximumsnelheden
Stopafstand 140
145
7.2
7.4 Afstand houden
Snelheid brommobiel 143
148
7.3 Stopafstand 145
7.4 Snelheid
Hoofdstuk 8 brommobiel 148
Andere weggebruikers 149
Hoofdstuk
8.1 8
Verschillende verkeersdeelnemers 149
8.2 Andere weggebruikers
Kwetsbare weggebruikers 149
149
8.1
8.3 Verschillende
Overige verkeersdeelnemers
weggebruikers 149
155
8.2 Kwetsbare weggebruikers 149
8.3 Overige
Hoofdstuk 9 weggebruikers 155
Rijmanoeuvres 157
Hoofdstuk
9.1 9
Wegrijden 157
9.2 Rijmanoeuvres
Voorsorteren 157
158
9.1
9.3 Wegrijden
Rechts afslaan 157
160
9.2
9.4 Voorsorteren
Links afslaan 158
161
9.3
9.5 Rechts afslaan
Inhalen 160
163
9.4 Links afslaan 161
9.5 Inhalen10
Hoofdstuk 163
Stilstaan, parkeren, plaatsen en gedrag bij ongevallen 168
Hoofdstuk
10.1 10
Stilstaan 168
10.2 Stilstaan,
Plaatsen parkeren, plaatsen en gedrag bij ongevallen 168
170
10.1
10.3 Stilstaan brommobielen
Parkeren 168
173
10.2
10.4 Plaatsen
Gedrag bij ongevallen 170
175
10.3
10.5 Parkeren
Hulp brommobielen
bij voertuig te water 173
184
10.4 Gedrag bij ongevallen 175
10.5 Hulp bij
Hoofdstuk 11voertuig te water 184
Communicatie, rijden met licht en in moeilijke weersomstandigheden 186
Hoofdstuk
11.1 11
Communicatie 186
11.2 Communicatie,
Rijden met licht rijden met licht en in moeilijke weersomstandigheden 186
187
11.1
11.3 Communicatie
Kijken en je laten zien 186
190
11.2
11.4 Rijden
Rijden met licht en wind
in regen 187
195
11.3
11.5 Kijken en
Rijden je laten zien
in mist 190
197
11.4
11.6 Rijden
Rijden in
opregen en wind
besneeuwd of beijzeld wegdek 195
198
11.5 Rijden in mist 197
11.6 Rijden12
Hoofdstuk op besneeuwd of beijzeld wegdek 198
Milieuaspecten 199
HOOFDSTUK
Hoofdstuk
12.1 12
Brandstofverbruik 199
12.2 Milieuaspecten
Uitlaatgassen, katalysator en CO2 199
200
12
12.1
12.3 Brandstofverbruik
Milieuzones 199
201
12.2 Uitlaatgassen, katalysator en CO2 200
12.3 Milieuzones
Hoofdstuk 13 201
Technische aspecten 202
Hoofdstuk
13.1 13
Voertuigbeheersing 202
13.2 Technische
De aspecten
juiste remtechniek 202
206
13.1
13.3 Voertuigbeheersing
Rijden met passagier 202
209
13.2
13.4 De juiste remtechniek
Uitrusting van de bestuurder 206
209
13.3
13.5 Rijden met passagier
Voertuigeisen 209
212
13.4
13.6 Uitrusting van de bestuurder
Controlehandelingen 209
216
13.5
13.7 Voertuigeisen
Technische aspecten brommobiel 212
219
13.6
13.8 Controlehandelingen
Lengte vrachtauto 216
222
13.7 Technische aspecten brommobiel 219
13.8 Lengte14
Hoofdstuk vrachtauto 222
Verkeersborden en verkeersregels 224
Hoofdstuk 14
Verkeersborden en verkeersregels 224
2
2
Hoofdstuk 12
12
Milieuaspecten
12.1 Brandstofverbruik
onnodig inhalen,
< houd de banden op spanning
(lagere rolweerstand).
Hoe minder toeren je motor maakt, des te zuiniger (en schoner) je rijdt.
Geluidshinder
Voorkom onnodige geluidshinder door:
Let op: de katalysator werkt pas goed als de motor op temperatuur is, na
zo’n 10 tot 15 minuten rijden (dus niet tijdens korte ritjes).
CO2
CO2 (koolstofdioxide) is één van de stoffen die vrijkomt bij de verbranding
van fossiele brandstoffen.
Op korte termijn is het niet schadelijk. Het zit bijvoorbeeld ook in frisdranken
met prik. Maar CO2 is ook een zogenaamd broeikasgas en draagt bij aan
de opwarming van de aarde. Hierdoor verandert ons klimaat en stijgt de
zeespiegel.
Hoofdstuk 7
Snelheid en afstand houden 140
Hoofdstuk
7.1 7
Maximumsnelheden 140
7.2 Snelheidhouden
Afstand en afstand houden 140
143
7.1
7.3 Maximumsnelheden
Stopafstand 140
145
7.2
7.4 Afstand houden
Snelheid brommobiel 143
148
7.3 Stopafstand 145
7.4 Snelheid
Hoofdstuk 8 brommobiel 148
Andere weggebruikers 149
Hoofdstuk
8.1 8
Verschillende verkeersdeelnemers 149
8.2 Andere weggebruikers
Kwetsbare weggebruikers 149
149
8.1
8.3 Verschillende
Overige verkeersdeelnemers
weggebruikers 149
155
8.2 Kwetsbare weggebruikers 149
8.3 Overige
Hoofdstuk 9 weggebruikers 155
Rijmanoeuvres 157
Hoofdstuk
9.1 9
Wegrijden 157
9.2 Rijmanoeuvres
Voorsorteren 157
158
9.1
9.3 Wegrijden
Rechts afslaan 157
160
9.2
9.4 Voorsorteren
Links afslaan 158
161
9.3
9.5 Rechts afslaan
Inhalen 160
163
9.4 Links afslaan 161
9.5 Inhalen10
Hoofdstuk 163
Stilstaan, parkeren, plaatsen en gedrag bij ongevallen 168
Hoofdstuk
10.1 10
Stilstaan 168
10.2 Stilstaan,
Plaatsen parkeren, plaatsen en gedrag bij ongevallen 168
170
10.1
10.3 Stilstaan brommobielen
Parkeren 168
173
10.2
10.4 Plaatsen
Gedrag bij ongevallen 170
175
10.3
10.5 Parkeren
Hulp brommobielen
bij voertuig te water 173
184
10.4 Gedrag bij ongevallen 175
10.5 Hulp bij
Hoofdstuk 11voertuig te water 184
Communicatie, rijden met licht en in moeilijke weersomstandigheden 186
Hoofdstuk
11.1 11
Communicatie 186
11.2 Communicatie,
Rijden met licht rijden met licht en in moeilijke weersomstandigheden 186
187
11.1
11.3 Communicatie
Kijken en je laten zien 186
190
11.2
11.4 Rijden
Rijden met licht en wind
in regen 187
195
11.3
11.5 Kijken en
Rijden je laten zien
in mist 190
197
11.4
11.6 Rijden
Rijden in
opregen en wind
besneeuwd of beijzeld wegdek 195
198
11.5 Rijden in mist 197
11.6 Rijden12
Hoofdstuk op besneeuwd of beijzeld wegdek 198
Milieuaspecten 199
HOOFDSTUK
Hoofdstuk
12.1 12
Brandstofverbruik 199
12.2 Milieuaspecten
Uitlaatgassen, katalysator en CO2 199
200
13
12.1
12.3 Brandstofverbruik
Milieuzones 199
201
12.2 Uitlaatgassen, katalysator en CO2 200
12.3 Milieuzones
Hoofdstuk 13 201
Technische aspecten 202
Hoofdstuk
13.1 13
Voertuigbeheersing 202
13.2 Technische
De aspecten
juiste remtechniek 202
206
13.1
13.3 Voertuigbeheersing
Rijden met passagier 202
209
13.2
13.4 De juiste remtechniek
Uitrusting van de bestuurder 206
209
13.3
13.5 Rijden met passagier
Voertuigeisen 209
212
13.4
13.6 Uitrusting van de bestuurder
Controlehandelingen 209
216
13.5
13.7 Voertuigeisen
Technische aspecten brommobiel 212
219
13.6
13.8 Controlehandelingen
Lengte vrachtauto 216
222
13.7 Technische aspecten brommobiel 219
13.8 Lengte14
Hoofdstuk vrachtauto 222
Verkeersborden en verkeersregels 224
Hoofdstuk 14
Verkeersborden en verkeersregels 224
2
2
13 Hoofdstuk 13
Technische aspecten
Maar dit klinkt eenvoudiger dan het is. Je moet namelijk voorkomen dat
je voor- en/of achterwiel blokkeert tijdens het remmen. Je zult dus moeten
leren hoe hard je kunt remmen, zonder de wielen te blokkeren.
Als je de voorrem wel vol gebruikt, loop je snel het risico dat je voorwiel
blokkeert en dat je een flinke schuiver maakt.
125
Technische aspecten
13
Je moet afremmen
om veilig links af te
kunnen slaan.
Omdat er grind op
de weg ligt, rem
je nu vooral met je
achterrem.
Voorrem gebruiken
De voorrem bedien je met de hand, met een hendel aan het stuur. Probeer
gelijkmatig te remmen, over de hele afstand die je beschikbaar hebt. Nét
voor je tot stilstand komt, moet je de remdruk zodanig verminderen dat er
geen eindschok optreedt.
Achterrem gebruiken
De achterrem bedien je met de hand (met een hendel aan het stuur) of met
je voet (met een rempedaal). Hoe hard je remt met de achterrem moet je
aanpassen aan de remvertraging die je met de voorrem bereikt. Als je te
hard remt, blokkeert je achterwiel. Je moet dan de achterrem snel loslaten
om in het juiste spoor te blijven.
Remmen kun
je stellen. Als je
een remhendel
of rempedaal tot
de aanslag kunt
inknijpen of -trappen,
moet je de rem
(laten) bijstellen.
126
INKIJKEXEMPLAAR
de rest van dit hoofdstuk is
niet beschikbaar in het inkijkexemplaar
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 7
Snelheid en afstand houden 140
Hoofdstuk
7.1 7
Maximumsnelheden 140
7.2 Snelheidhouden
Afstand en afstand houden 140
143
7.1
7.3 Maximumsnelheden
Stopafstand 140
145
7.2
7.4 Afstand houden
Snelheid brommobiel 143
148
7.3 Stopafstand 145
7.4 Snelheid
Hoofdstuk 8 brommobiel 148
Andere weggebruikers 149
Hoofdstuk
8.1 8
Verschillende verkeersdeelnemers 149
8.2 Andere weggebruikers
Kwetsbare weggebruikers 149
149
8.1
8.3 Verschillende
Overige verkeersdeelnemers
weggebruikers 149
155
8.2 Kwetsbare weggebruikers 149
8.3 Overige
Hoofdstuk 9 weggebruikers 155
Rijmanoeuvres 157
Hoofdstuk
9.1 9
Wegrijden 157
9.2 Rijmanoeuvres
Voorsorteren 157
158
9.1
9.3 Wegrijden
Rechts afslaan 157
160
9.2
9.4 Voorsorteren
Links afslaan 158
161
9.3
9.5 Rechts afslaan
Inhalen 160
163
9.4 Links afslaan 161
9.5 Inhalen10
Hoofdstuk 163
Stilstaan, parkeren, plaatsen en gedrag bij ongevallen 168
Hoofdstuk
10.1 10
Stilstaan 168
10.2 Stilstaan,
Plaatsen parkeren, plaatsen en gedrag bij ongevallen 168
170
10.1
10.3 Stilstaan brommobielen
Parkeren 168
173
10.2
10.4 Plaatsen
Gedrag bij ongevallen 170
175
10.3
10.5 Parkeren
Hulp brommobielen
bij voertuig te water 173
184
10.4 Gedrag bij ongevallen 175
10.5 Hulp bij
Hoofdstuk 11voertuig te water 184
Communicatie, rijden met licht en in moeilijke weersomstandigheden 186
Hoofdstuk
11.1 11
Communicatie 186
11.2 Communicatie,
Rijden met licht rijden met licht en in moeilijke weersomstandigheden 186
187
11.1
11.3 Communicatie
Kijken en je laten zien 186
190
11.2
11.4 Rijden
Rijden met licht en wind
in regen 187
195
11.3
11.5 Kijken en
Rijden je laten zien
in mist 190
197
11.4
11.6 Rijden
Rijden in
opregen en wind
besneeuwd of beijzeld wegdek 195
198
11.5 Rijden in mist 197
11.6 Rijden12
Hoofdstuk op besneeuwd of beijzeld wegdek 198
Milieuaspecten 199
HOOFDSTUK
Hoofdstuk
12.1 12
Brandstofverbruik 199
12.2 Milieuaspecten
Uitlaatgassen, katalysator en CO2 199
200
14
12.1
12.3 Brandstofverbruik
Milieuzones 199
201
12.2 Uitlaatgassen, katalysator en CO2 200
12.3 Milieuzones
Hoofdstuk 13 201
Technische aspecten 202
Hoofdstuk
13.1 13
Voertuigbeheersing 202
13.2 Technische
De aspecten
juiste remtechniek 202
206
13.1
13.3 Voertuigbeheersing
Rijden met passagier 202
209
13.2
13.4 De juiste remtechniek
Uitrusting van de bestuurder 206
209
13.3
13.5 Rijden met passagier
Voertuigeisen 209
212
13.4
13.6 Uitrusting van de bestuurder
Controlehandelingen 209
216
13.5
13.7 Voertuigeisen
Technische aspecten brommobiel 212
219
13.6
13.8 Controlehandelingen
Lengte vrachtauto 216
222
13.7 Technische aspecten brommobiel 219
13.8 Lengte14
Hoofdstuk vrachtauto 222
Verkeersborden en verkeersregels 224
Hoofdstuk 14
Verkeersborden en verkeersregels 224
2
2
Hoofdstuk 14
14
Verkeersborden en
aanwijzingen
A Snelheid
A1 A2 A3
Maximumsnelheid. Einde Maximumsnelheid Einde van alle op Maximumsnelheid
maximumsnelheid. op een elektronisch een elektronisch 80 km/u op een
signaleringsbord. signaleringsbord elektronisch
aangegeven verboden. signaleringsbord.
A4 A5
Einde van alle op Startbord: Adviessnelheid. Einde
een elektronisch de zwarte achtergrond adviessnelheid.
signaleringsbord geeft het begin aan
aangegeven verboden. van een nieuwe
maximumsnelheid.
B Voorrang
B1 B2 B3 B4 B5
Voorrangsweg. Einde Voorrangskruispunt. Voorrangskruispunt Voorrangskruispunt
voorrangsweg. zijweg links. zijweg rechts.
B6 B7
Verleen voorrang aan Stop; verleen
de bestuurders op de voorrang aan
kruisende weg. bestuurders op de
kruisende weg.
140
14 Verkeersborden en
aanwijzingen
C Geslotenverklaring
C1 C2 C3 C4 C5
Gesloten in beide Eenrichtingsweg, Eenrichtingsweg. Eenrichtingsweg. Inrijden toegestaan.
richtingen voor in deze richting
voertuigen, ruiters en gesloten voor
geleiders van rij- of voertuigen, ruiters
trekdieren of vee. en geleiders van rij-
of trekdieren of vee.
C6 C7 C7a C7b C8
Gesloten voor Gesloten voor Gesloten voor Gesloten voor Gesloten voor
motorvoertuigen op vrachtauto’s. autobussen. autobussen landbouw- en
meer dan twee wielen. en vrachtauto’s. bosbouwtrekkers,
motorrijtuigen met
beperkte snelheid en
mobiele machines.
141
INKIJKEXEMPLAAR
de rest van dit hoofdstuk is
niet beschikbaar in het inkijkexemplaar