You are on page 1of 15

Werkgroep Plananalyse Grondslagen 2

Handleiding
voorjaar 2023

Inleiding
In de Werkgroep Plananalyse Grondslagen 2 maak je aan de hand van een aantal opdrachten
een architectonische en stedenbouwkundige analyse van een publiek gebouw en een
stadsdeel. De centrale onderzoeksvraag van de plananalyse luidt:

‘In hoeverre zijn het architectonisch ontwerp van het gebouw en het stedenbouwkundig
ontwerp van het stadsdeel op elkaar betrokken?’

De drie bekende basisbegrippen uit Grondslagen 1, situatie, gebruik, en ruimte en twee


nieuwe basisbegrippen uit Grondslagen 2, materiaal, en structuur en compositie vormen de
leidraad voor de opdrachten.

Wat is plananalyse?
Bouwkundige projecten, zoals gebouwen, tuinen, dorpen, steden en landschappen, zijn
complexe ruimtelijke constructies die niet in een vluchtige oogopslag te doorgronden zijn.
Plananalyse is een onderzoeksmethode waarbij deze constructies op een systematische
wijze worden ontleed om de principes te doorgronden die eraan ten grondslag liggen. Wat
zijn de bedoelingen van de opdrachtgever en de ontwerper geweest? Welke middelen zijn
ingezet en met welk effect? Welke, misschien wel tegenstrijdige, praktische eisen en
artistieke intenties zijn in het ontwerp samengebracht en opgelost?
Een uitvoerige uitleg over plananalyse met tal van voorbeelden vind je in de tekst
'Plananalyse; wijzer in ontwerpen', hoofdstuk 10.1 uit het boek Inzicht. Academische
vaardigheden voor bouwkundigen, dat je kunt downloaden via de volgende link:
https://www.webedu.nl/bestellen/tudelft/?action=order&og=3531 (eerst inloggen met je
NetID). De tekst is ook beschikbaar op de Brightspace pagina’s van GR 2 onder het kopje
‘Plananalyse’.

Methode: documenteren, inventariseren, ordenen, verklaren


We maken gebruik van de analysemethode die jullie in Grondslagen 1 al enigszins hebben
leren kennen. In de meeste gevallen bestaat een plananalyse uit de volgende vier stappen:

1. Documenteren:
Uit verschillende bronnen de relevante tekeningen, kaarten, foto's en omschrijvingen
van het te analyseren project verzamelen en ordenen.
2. Inventariseren:
Filteren van bepaalde aspecten van het ontwerp en deze in een tekening weergeven.
3. Ordening herkennen:
Herkennen van de belangrijkste ordeningen in de geïnventariseerde elementen en
deze in een nieuwe tekening weergeven.
4. Verklaren:
Speculeren over logica en betekenis van de gevonden ordeningen, en deze met
behulp van een geschreven toelichting presenteren.

1
In deze werkgroep ligt de nadruk op stap 2, 3 en 4; stap 1 is al gedaan. De documentatie van
de te analyseren projecten (plattegronden, doorsneden, gevels, kaarten, foto's en een korte
omschrijving) staat op Brightspace onder 'Plananalyse' in de map ‘Plandocumentatie’. In
tegenstelling tot bij Grondslagen 1 krijg je deze niet op papier maar moet je deze zelf
downloaden en (op schaal) uitprinten (zie onder Opdrachten).

Opzet: college en filmpjes, zelfstudie en werkgroep


Net als in Grondslagen 1 start het onderdeel Plananalyse in week 1 op maandag met een
introductiecollege. Daarna worden onder leiding van je werkgroepdocent koppels gevormd
en de projecten verdeeld. Ook zijn er weer speciaal gemaakte instructiefilmpjes, die je kunt
kijken ter verduidelijking van de opdrachten. In deze filmpjes wordt niet de hele opdracht
voorgedaan, zoals in Grondslagen 1, maar wordt uitgelegd hoe je het
documentatiemateriaal voor de weekopdrachten kunt gebruiken. Daarnaast zijn er twee
filmpjes beschikbaar (1A en 1B) waarin de methode met de stappen wordt voorgedaan, aan
de hand van twee gekoppelde projecten, een architectonisch en een stedenbouwkundig
ontwerp:

Apollohal, Amsterdam Plan Zuid, Amsterdam


Albert Boeken, 1933-1934 Hein Berlage, 1915

Vervolgens begin je tijdens de ingeroosterde zelfstudie op maandag met de opdrachten. Op


woensdag of donderdag bespreek je tijdens de werkgroepbijeenkomst met je
medestudenten en je docent je gemaakte tekeningen. Deze zijn je 'entreebewijs' voor de
werkgroep (je kunt dus niet met niks aankomen). Het is handig om al je tekeningen te
bewaren in een A3-map. Op maandagmiddag in week 5 presenteer je je resultaten in de
groep. Vervolgens scan je alles in en lever je je complete A3-portfolio in via Brightspace.

Opdrachten
Je werkt in principe in tweetallen aan de analyse van twee gekoppelde projecten (een
gebouw en een stadsdeel). Voor elke student afzonderlijk is er per week een opdracht
geformuleerd. Jullie kunnen onderling uitmaken wie welke opdracht doet, maar het is wel
de bedoeling dat jullie overleggen over de aanpak en elkaar indien nodig helpen. De
instructiefilmpjes 1A en 1B geven je een indruk welke tekentechnieken je kunt toepassen. Je
tekent met de hand, met fineliner, (kleur)potlood en/of markers.

De projecten die jullie gaan analyseren verschillen in omvang en complexiteit. Het kan
daarom zijn dat je docent om een extra tekening of bewerking vraagt, toegesneden op jullie
analyseproject. De laatste opdracht van elke week, die betrekking heeft op de samenhang
tussen architectuur en stedenbouw, wordt telkens gezamenlijk gemaakt.
Omdat de groep in sommige gevallen uit een oneven aantal studenten zal bestaan, zijn er in
de onderstaande lijst twee kleinere projecten opgenomen, de Stadshal in Gent en de
Bibliotheek in Bodø. Deze projecten worden geanalyseerd door studenten die individueel
werken. In dat geval wordt in overleg met de docent bepaald welke weekopdrachten
worden gemaakt.

2
Projecten

- Felix Meritis Grachtengordel, Amsterdam


Jacob Otten Husly, 1788 Daniël Stalpaert, 1613-1662

- Bibliothèque Nationale Travaux Haussmanniens, Parijs


Henri Labrouste, 1868 Georges-Eugène Hausmann, 1848-1870

- Pniëlkerk Bos en Lommer, Amsterdam


Berend Tobia Boeyinga, 1954 Cornelis van Eesteren, 1933

- Basisschool De Ringloop Plan Nagele


Aldo van Eyck, 1956 De 8, 1947-1957

- Guggenheim Museum Commissioners' Plan, New York


Frank Lloyd Wright, 1959 Gouverneur Morris e.a., 1811

- Biblioteca Joan Miró Eixample, Barcelona


Beth Galí, 1990 Ildefons Cerdà, 1859

- McCormick Tribune Campus Center Campus IIT, Chicago


OMA, 2003 Ludwig Mies van der Rohe, 1945-1970

- De Kamers Vathorst, Amersfoort


Korteknie Stuhlmacher, 2006 West 8 en Kuiper Compagnons, 1996-2000

- Stadshal KoBra, Gent


Robbrecht & Daem en Van Hee, 2007 Robbrecht & Daem en Van Hee, 2007

- Bibliotheek Cultureel kwartier Stormen, Bodø


DRDH Architects, 2015 DRDH Architects, 2008

- Rechtbank Zuidas, Amsterdam


KAAN Architecten, 2020 De Architekten Cie., 1998

- Depot Boijmans Van Beuningen Museumpark, Rotterdam


MVRDV, 2021 OMA, 1989

De documentatie van de projecten is te vinden in losse mappen op Brightspace onder


Plananalyse en Plandocumentatie.

3
Beoordeling
Je houdt als tweetal een presentatie in week 5 en levert één gezamenlijk portfolio in, met
daarin al jullie opdrachten. Zorg wel dat bij elke tekening duidelijk wordt vermeld wie deze
gemaakt heeft, want je wordt individueel beoordeeld. De criteria zijn volledigheid,
leesbaarheid en het ruimtelijk begrip/inzicht dat blijkt uit de analysetekeningen en
geschreven toelichtingen. Voor de beoordeling dient de zogeheten rubric uit bijlage 1 als
richtsnoer. De beoordeling voor het complete portfolio Plananalyse maakt 30% uit van het
eindcijfer van Grondslagen 2.

4
Week 1. Inleiding en situatie

Focus: situatie
- Doel: uit kaarten, tekeningen en foto's afleiden hoe er in het stedenbouwkundig en
architectonisch ontwerp is omgegaan met de situatie.

Introductiecollege (maandag week 1)


- Plenair wordt de opzet van de Werkgroep Plananalyse toegelicht.
- In samenspraak met je werkgroepdocent worden de plannen verdeeld

Zelfstudie (maandag, 2 uur)


- Bekijk:
- Film 1A over de methode voor het stedenbouwkundige project.
- Film 1B over de methode voor het architectonische project.
- Film 1C over het documentatiemateriaal voor de opdrachten van week 1.
- Print de documentatie van jullie projecten. Let op: zorg dat je de tekeningen, zeker die
op schaal, op ware grootte afdrukt ('Actual size' of '100%' in Acrobat).
- Bestudeer de zelf uitgeprinte tekeningen van jouw projecten en lees de plantoelichting
van Brightspace.
- Maak afhankelijk van welke opdracht jou is toebedeeld een begin met opdracht A of B
(zie hieronder).

Opdracht A: situatie van het stedenbouwkundig ontwerp (student 1)


- Analyseer hoe er in het stedenbouwkundig ontwerp is omgegaan met de situatie
(ondergrond en omgeving).
- Bestudeer de historische kaart(en) en kijk naar stedelijke en landschappelijke
structuren.
- Bestudeer de plankaart, de topografische kaart op schaal 1:10.000 en Google Earth
en kijk naar stedelijke en landschappelijke structuren die je herkent uit de historische
kaart(en).
- Inventariseer op basis van de plankaart of de topografische kaart op schaal 1:10.000
in verschillende inventarisatietekeningen ruimtelijke elementen in en om het
plangebied, toen en nu. Let op herhalende structuren en patronen, en op
uitzonderingen. Voorzie de tekeningen van een legenda, een maatbalk en noordpijl.
- Probeer vervolgens een of meerdere ordeningen te herkennen en geef deze
kernachtig weer in schematische ordeningstekeningen.
- Schrijf verklarende toelichtingen bij je tekeningen. In hoeverre is er sprake van
'overnemen' of juist 'negeren' van stedelijke en/of landschappelijke structuren, of van al
dan niet aansluiten bij de omgeving?1 Beargumenteer je antwoord.

1 Zie de literatuur van het perspectief stedenbouwkunde van de Werkgroep Basisbegrippen Grondslagen 1.

5
Opdracht B: situatie van het architectonisch ontwerp (student 2)
- Analyseer hoe er in het architectonisch ontwerp is omgegaan met de situatie (positie en
massaopbouw).
- Bestudeer de kaart van de directe omgeving van het gebouw op schaal 1:2.000, de
plantekeningen van het gebouw en Google Street View, en bekijk hoe de massa van
het architectonisch ontwerp gepositioneerd is op de kavel en in het stedelijk weefsel
(in plattegrond en doorsnede).
- Inventariseer op basis van de kaart van de directe omgeving van het gebouw op
schaal 1:2.000 in een of meerdere inventarisatietekeningen de aspecten die
betrekking hebben op de situering van het gebouw. Let op de vorm en de
maatvoering van de kavel ten opzichte van het omliggende stedelijk weefsel, en op
de positie van het gebouw op de kavel (bebouwde en onbebouwde delen). Voorzie
de tekeningen van een legenda, een maatbalk en noordpijl.
- Inventariseer op basis van Google Street View én op basis van de doorsneden en de
gevels van het architectonisch ontwerp in verschillende inventarisatietekeningen de
massaopbouw van het gebouw en de omliggende bebouwing. Let op de delen
waaruit de gebouwmassa is opgebouwd en op de vorm en maatvoering van de
bouwmassa in verhouding tot die van het omliggende weefsel. Voorzie de
tekeningen van een legenda, een maatbalk en noordpijl.
- Probeer vervolgens een of meerdere ordeningen te herkennen en geef deze
kernachtig weer in schematische ordeningstekeningen.
- Schrijf verklarende toelichtingen bij je tekeningen. Probeer op grond van je tekeningen te
bepalen of er sprake is van 'opvallen' dan wel 'wegvallen' in de stad of een combinatie. 2
Beargumenteer je antwoord.

Werkgroepbijeenkomst (woensdag of donderdag)

Je docent bespreekt de in de zelfstudie gemaakte opdrachten A en B.


- Verwerk de feedback van je docent in de opdrachten A en B.
- Maak een begin met de gezamenlijke opdracht C (zie hieronder).

Opdracht C: situatie van het architectonisch en stedenbouwkundig ontwerp (gezamenlijk)


- In hoeverre zijn het architectonisch ontwerp van het gebouw en het stedenbouwkundig
ontwerp van het stadsdeel voor dit aspect op elkaar betrokken? Geef jullie antwoord
weer in een of meerdere schematische tekeningen, met korte onderschriften.

Zelfstudie (vrijdag, 2 uur)


- Maak de opdrachten A, B en C af.

2 Zie de literatuur van het perspectief architectuur van de Werkgroep Basisbegrippen Grondslagen 1.

6
Week 2. Gebruik en ruimte

Focus: gebruik en ruimte


- Doel: uit kaarten, tekeningen en foto's afleiden hoe er in het stedenbouwkundig en
architectonisch ontwerp is omgegaan met gebruik en ruimte.

Zelfstudie (maandag, 4 uur)


- Bekijk film 2 over het documentatiemateriaal voor de opdrachten van week 2.
- Maak de opdrachten D en E (zie hieronder).

Opdracht D: gebruik en ruimte in het architectonisch ontwerp (student 1)


- Analyseer de functionele en ruimtelijke organisatie van het gebouw en de kavel.
- Bestudeer de plantekeningen en foto's van het gebouw en kijk naar de verdeling van
functies.
- Inventariseer op basis van de plantekeningen op schaal 1:200 of 1:500 het gebruik
van de verschillende ruimten op alle verdiepingen van het gebouw in verschillende
inventarisatietekeningen. Maak gebruik van de kleurcodes uit de bijlage en kleur
overige ruimtes naar eigen inzicht. Voorzie de tekeningen van een legenda, een
maatbalk en noordpijl.
- Probeer vervolgens een of meerdere ordeningen te herkennen in verschillende
gebruikersgroepen en geef deze kernachtig weer in schematische
ordeningstekeningen.
- Bestudeer de plantekeningen en foto's van het gebouw en kijk naar de ruimtelijke
opbouw.
- Inventariseer op basis van de plantekeningen (plattegronden en doorsneden) op
schaal 1:200 of 1:500 de ruimtevorm in verschillende inventarisatietekeningen,
bijvoorbeeld grote en kleine ruimten, hoge en lage ruimten en ruimtebepalende
elementen. Voorzie de tekeningen van een legenda, een maatbalk en noordpijl.
- Probeer vervolgens een of meerdere ordeningen te herkennen in verschillende
ruimtevormen en geef deze kernachtig weer in schematische ruimtelijke tekeningen
zoals perspectieven of axonometrieën, de ordeningstekeningen.
- Schrijf verklarende toelichtingen bij je tekeningen. Heeft het onderscheid tussen
'bediende' en 'bedienende' ruimten een rol gespeeld in het ontwerp? 3 En welk type
ruimtevorm, 'omsloten' of 'doorgaand', is dominant in het ontwerp? 4 Beargumenteer je
antwoord.

Opdracht E: ruimte en gebruik in het stedenbouwkundig ontwerp (student 2)


- Analyseer de ruimtelijke opbouw van het stedenbouwkundig ontwerp (massa-leegte) en
het openbare programma of gebruik (publieke gebouwen, parken en pleinen).
- Bestudeer de plankaart, de topografische kaart op schaal 1:10.000 en Google Earth
en kijk naar massa versus leegte (bebouwd-onbebouwd).
- Inventariseer op basis van een van de kaarten op schaal 1:10.000 in een
inventarisatietekening de vorm van de bebouwing (massa). Scan deze vervolgens in,
maak er in Photoshop een inverse van (zwart wordt wit en omgekeerd); hierdoor

3 Zie de literatuur van het perspectief architectuur van de Werkgroep Basisbegrippen Grondslagen 1.
4 Zie de literatuur van het perspectief architectuur van de Werkgroep Basisbegrippen Grondslagen 1.

7
verschijnt de ruimte als contramal. Print deze tweede inventarisatietekening en
voorzie beide tekeningen van een legenda, een maatbalk en noordpijl.
- Probeer vervolgens een of meerdere ordeningen te herkennen en geef deze
kernachtig weer in schematische ordeningstekeningen.
- Bestudeer de plankaart, de topografische kaart op schaal 1:10.000 en Google Maps
en kijk naar het openbaar gebruik: publieke gebouwen (eventueel ook winkels en
horeca) en onbebouwde ruimte voor openbaar gebruik (zoals parken en pleinen).
- Inventariseer op basis van een van de kaarten op schaal 1:10.000 in verschillende
inventarisatietekeningen het openbare gebruik van het stadsdeel. Maak gebruik van
de kleurcodes uit de bijlage en kleur overige gebieden naar eigen inzicht. Voorzie de
tekeningen van een legenda, een maatbalk en noordpijl.
- Probeer vervolgens een of meerdere ordeningen te herkennen in het openbare
gebruik en geef deze kernachtig weer in schematische ordeningstekeningen.
- Schrijf verklarende toelichtingen bij je tekeningen. In hoeverre is er sprake van een
gesloten of open stadsbeeld, of van duidelijk herkenbare openbare ruimten? 5 En in
hoeverre is er sprake van functiemenging of functiescheiding? 6 Beargumenteer je
antwoord.

Werkgroepbijeenkomst (woensdag of donderdag)

Je docent bespreekt de in de zelfstudie gemaakte opdrachten D en E.


- Verwerk de feedback van je docent in de opdrachten D en E.
- Maak een begin met de gezamenlijke opdracht F (zie hieronder).

Opdracht F: gebruik en ruimte van het architectonisch en stedenbouwkundig ontwerp


(gezamenlijk)
- In hoeverre zijn het architectonisch ontwerp van het gebouw en het stedenbouwkundig
ontwerp van het stadsdeel voor deze aspecten op elkaar betrokken? Geef jullie
antwoord weer in een of meerdere schematische tekeningen, met korte onderschriften.

Zelfstudie (vrijdag, 2 uur)


- Maak de opdrachten D, E en F af.

5 Zie de literatuur van het perspectief stedenbouwkunde van de Werkgroep Basisbegrippen Grondslagen 1.
6 Zie de literatuur van het perspectief stedenbouwkunde van de Werkgroep Basisbegrippen Grondslagen 1.

8
Week 3. Materiaal en structuur

Focus: materiaal en structuur


- Doel: uit kaarten, tekeningen en foto's afleiden hoe er in het stedenbouwkundig en
architectonisch ontwerp is omgegaan met materiaal en structuur.

Zelfstudie (maandag, 4 uur)


- Bekijk film 3 over het documentatiemateriaal voor de opdrachten van week 3.
- Maak de opdrachten G en H (zie hieronder).

Opdracht G: structuren en materiaal en in het stedenbouwkundig ontwerp (student 1)


- Analyseer de systemen van het stedenbouwkundig ontwerp en de materiële
verschijningsvorm van de directe omgeving van het gebouw in verharding
(infrastructuur), water(structuur) en groen(structuur).7
- Bestudeer de kaart van de directe omgeving van het gebouw op schaal 1:2.000 en
Google Street View en kijk naar de materialen verharding, water en groen.
- Inventariseer op basis van de kaart op schaal 1:2.000 in verschillende
inventarisatietekeningen de verschillende verschijningsvormen van de materialen
verharding, water en groen. Voorzie de tekeningen van een legenda, een maatbalk
en noordpijl.
- Construeer een doorsnede 1:500 over het gebouw en de directe omgeving. Kies de
doorsnede met de meest interessante overgangen qua ruimte, materiaal en kleur.
- Probeer vervolgens in plattegrond en doorsnede een of meerdere ordeningen te
herkennen en geef deze kernachtig weer in schematische ordeningstekeningen.
- Bestudeer de plankaart, de topografische kaart op schaal 1:10.000 en Google Earth
en kijk naar de systemen infrastructuur, waterstructuur en groenstructuur.
- Inventariseer op basis van een van de kaarten op schaal 1:10.000 in verschillende
inventarisatietekeningen de systemen infrastructuur, waterstructuur en
groenstructuur. Voorzie de tekeningen van een legenda, een maatbalk en noordpijl.
- Probeer vervolgens een of meerdere ordeningen te herkennen en geef deze
kernachtig weer in schematische ordeningstekeningen.
- Schrijf verklarende toelichtingen bij je tekeningen. Zijn de materiële systemen van de
gehele stad gekoppeld aan de materialen verharding, water en groen in de directe
omgeving van het gebouw?8 En hoe zijn de materialen (hun fysieke verschijningsvorm)
ingezet in de compositie van de directe omgeving van het gebouw? Beargumenteer je
antwoord.

Opdracht H: materiaal en draagstructuur in het architectonisch ontwerp (student 2)


- Analyseer het materiaal en kleurgebruik en de draagstructuur van het gebouw.
- Bestudeer de plantekeningen en foto's van het gebouw en bekijk hoe de materialen
zijn ingezet voor verschillende doelen: dragend, omhullend en/of expressief.
- Inventariseer op basis van de plantekeningen op schaal 1:200 of 1:500 de elementen
van de hoofddraagconstructie (de elementen die als je ze weg zou halen de instorting
van het hele gebouw tot gevolg hebben) in meerdere inventarisatietekeningen voor
zowel plattegronden als doorsneden. Doe dit voor alle verdiepingsvloeren en de

7 Zie de literatuur van het perspectief stedenbouwkunde van de Werkgroep Basisbegrippen Grondslagen 2.
8 Zie de literatuur van het perspectief stedenbouwkunde van de Werkgroep Basisbegrippen Grondslagen 2.

9
dakvloer, en let hierbij op trapgaten, vides en daklichten. Noteer in je tekening de
materialen waarvan de dragende elementen zijn gemaakt en de belangrijkste
overspanningsrichtingen en constructiematen (de beukmaten en de maatvoering van
kolommen en kernen). Voorzie de tekeningen van een legenda, een maatbalk en
noordpijl.
- Inventariseer op basis van de plantekeningen op schaal 1:200 of 1:500 de elementen
van de scheidingsconstructies (de elementen die de verschillende ruimten begrenzen
en definiëren, inclusief de gevels) in zowel plattegronden als doorsneden. Noteer in
je tekening de materialen waarvan de ruimtescheidende elementen zijn gemaakt.
Voorzie de tekeningen van een legenda, een maatbalk en noordpijl.
- Probeer vervolgens een of meerdere ordeningen te herkennen in de opbouw van de
dragende en ruimtescheidende materialen (kleur, vorm, ornament) en geef deze
kernachtig weer in schematische ordeningstekeningen.
- Schrijf verklarende toelichtingen bij je tekeningen. Ga na of en waar de
ruimtescheidingen en draagconstructie samenvallen en ga na of er
materiaalovereenkomsten of contrasten zijn tussen binnen en buiten. In hoeverre is voor
de draagstructuur sprake van 'tonen' of 'verhullen'?9 Beargumenteer je antwoord.

Werkgroepbijeenkomst (woensdag of donderdag, in het gebouw op atelier, 4 uur, waarvan 2


uur contacttijd)
- Je docent bespreekt de in de zelfstudie gemaakte opdrachten G en H.
- Verwerk de feedback van je docent in de opdrachten G en H.
- Maak een begin met de gezamenlijke opdracht J (zie hieronder).

Opdracht J: materiaal en structuur van het architectonisch en stedenbouwkundig ontwerp


(gezamenlijk)
- In hoeverre zijn het architectonisch ontwerp van het gebouw en het stedenbouwkundig
ontwerp van het stadsdeel voor deze aspecten op elkaar betrokken? Geef jullie
antwoord weer in een of meerdere schematische tekeningen, met korte onderschriften.

Zelfstudie (vrijdag, 2 uur)


- Maak de opdrachten G, H en J af.

9 Zie de literatuur van het perspectief architectuur van de Werkgroep Basisbegrippen Grondslagen 2.

10
Week 4. Structuur en compositie

Focus: architectonisch en stedenbouwkundig ontwerp


- Doel: uit je analyses conclusies trekken over de compositie van het architectonisch
ontwerp en het stedenbouwkundig ontwerp.

Zelfstudie (maandag, 4 uur)


- Omdat er geen documentatiemateriaal gebruikt wordt, is er deze week geen filmpje.
- Maak de opdrachten K en L (zie hieronder).

Opdracht K: compositie van het architectonisch ontwerp (student 1)


- Verzamel de schematische tekeningen die je hebt getekend voor het architectonisch
ontwerp voor de begrippen situatie, gebruik, ruimte, materiaal en structuur (dragend en
scheidend).
- Probeer op basis van je analysetekeningen componenten en compositieprincipes te
ontdekken (hiërarchie, geometrie, symmetrie, ritme, rotatie, additie et cetera). Probeer
op grond van je tekeningen te bepalen welk aspecten of ontwerpprincipes leidend zijn
geweest voor de compositie van het architectonisch ontwerp.
- Geef dit weer in een driedimensionale tekening, zoals een axonometrie, perspectief of
exploded view.

Opdracht L: compositie van het stedenbouwkundig ontwerp (student 2)


- Verzamel de schematische tekeningen die je hebt getekend voor het stedenbouwkundig
ontwerp voor de begrippen situatie, gebruik, ruimte, materiaal en structuur
(infrastructuur, waterstructuur en groenstructuur).
- Probeer op basis van je analysetekeningen componenten en compositieprincipes te
ontdekken (hiërarchie, geometrie, symmetrie, ritme, rotatie, additie et cetera). Probeer
op grond van je tekeningen te bepalen welk aspecten of ontwerpprincipes (type
stadsplattegrond,10 samenhang, verscheidenheid, structurerende elementen 11) leidend
zijn geweest voor de compositie van het stadsdeel.
- Geef dit weer in een driedimensionale tekening, zoals een axonometrie, perspectief of
exploded view.

Werkgroepbijeenkomst (woensdag of donderdag, in het gebouw op atelier, 4 uur, waarvan 2


uur contacttijd)
- Je docent bespreekt de in de zelfstudie gemaakte opdrachten K en L.
- Verwerk de feedback van je docent in de opdrachten K en L.
- Maak de gezamenlijke opdracht M (zie hieronder).

Opdracht M: samenhang tussen architectonisch en stedenbouwkundig ontwerp en


presentatie (gezamenlijk)
- Schrijf een inleidende tekst van ongeveer 400 woorden met daarin de belangrijkste
feiten over het architectonisch en het stedenbouwkundig ontwerp en jullie bevindingen
voor de samenhang tussen beide projecten. Dit wordt de inleiding van jullie portfolio.

10 Zie de literatuur van het perspectief stedenbouwkunde van de Werkgroep Basisbegrippen Grondslagen 1.
11 Zie de literatuur van het perspectief stedenbouwkunde van de Werkgroep Basisbegrippen Grondslagen 2.

11
- Maak een presentatie in PowerPoint met van beide ontwerpen een of twee
plantekeningen, je driedimensionale tekening van de compositie, en (nieuwe versies van)
de schematische tekeningen uit de weken 1 tot en met 3, met korte onderschriften.
- Bereid een mondelinge presentatie van 5 minuten voor over beide ontwerpen en hun
samenhang.

Zelfstudie (vrijdag, 2 uur)


- Maak de opdrachten K, L en M af.

12
Week 5. Presenteren en inleveren

Focus: presenteren, bundelen en inleveren


- Doel: analyses presenteren en samenbrengen in een portfolio.

Zelfstudie (maandag, 4 uur)


- Loop alle tekeningen en toelichtingen die je de afgelopen weken gemaakt hebt na en vul
zo nodig aan.
- Zorg dat bij elke tekening duidelijk wordt vermeld welke opdracht het betreft en wie de
tekening gemaakt heeft. Let ook op correct gebruik van legenda's, noordpijlen en
schaalaanduidingen. Zorg dat alle teksten leesbaar zijn.
- Maak een voorblad waarop je duidelijk de naam van de onderzochte projecten en jullie
eigen namen en studienummers vermeldt.

Werkgroepbijeenkomst (maandag, op atelier of via ZOOM, 3 uur)


- Presenteer jullie analyseresultaten aan je medestudenten en je docent in PowerPoint.

Inleveren (maandag, 1 uur)


- Scan alle gemaakte opdrachten in of fotografeer ze netjes.
- Bundel het geheel vervolgens tot een helder geordend A3-boekje – het gezamenlijke
portfolio.
- Sla jullie portfolio op als een PDF-bestand. Let erop dat het portfolio niet groter wordt
dan 30 MB door in Acrobat voor de optie 'Save as Other … Reduced Size PDF' te kiezen.
Let op: vermeld in de bestandsnaam de naam van het project, jullie eigen achternamen
én de achternaam van je docent (de groepsindeling inclusief docentnamen vind je op
Brightspace); anders kan je portfolio niet worden teruggevonden.
- Lever namens één van jullie het gezamenlijke portfolio vóór dinsdag 17.30 uur in op
Brightspace onder 'Assignments'.

13
Bijlage 1

RUBRIC BK2GR2 WERKGROEP PLANANALYSE Oordeel


CRITERIUM Aandachtspunten Onderdeel is voldoende wanneer aan het volgende is O/V/G
voldaan:
Volledigheid Opdrachten Van de individuele opdrachten is minstens driekwart
individueel uitgewerkt volgens de instructies in de handleiding.
Opdrachten Van de gezamenlijke opdrachten is minstens driekwart
gezamenlijk uitgewerkt volgens de instructies in de handleiding.
Nauwkeurigheid De tekeningen en tekst zijn nauwkeurig en gebaseerd
op verifieerbare informatie.
Leesbaarheid Tekeningen De analysetekeningen zijn begrijpelijk. Het is duidelijk
herkenbaar welk(e) aspect(en) wordt/worden
geïnventariseerd of geordend.
Teksten De inleiding en de toelichtingen bij de tekeningen zijn
geschreven in begrijpelijk en concreet Nederlands.
Portfolio Het portfolio heeft een grotendeels gestructureerde
opbouw. De tekeningen en de teksten zijn grotendeels
op elkaar betrokken.
Begrip/inzicht Brongebruik De verschillende bronnen, te weten kaarten,
plantekeningen en plantoelichtingen zijn gebruikt,
begrepen en met elkaar in verband gebracht.
Tekentechnieken Naast (schematische) plattegronden en kaarten is
minimaal één doorsnede en één driedimensionale
tekening gemaakt. De analysetekeningen zijn
(gezamenlijk) minstens op twee verschillende schalen
gemaakt (gebouw en stad).
Teksten De toelichtingen bij de tekeningen geven in minstens in
driekwart van de gevallen blijk van het juist gebruik van
de in de verplichte literatuur en colleges behandelde
basisbegrippen.
Methode De methode inventariseren, ordening herkennen en
verklaren is voor ministens drie aspecten (situatie,
gebruik, ruimte, materiaal, structuur) herleidbaar
doorlopen.
TOTAAL Richtlijn Als voor alle drie de criteria een V is behaald, is het
eindcijfer voldoende (6 of 6,5).
Wanneer slechts voor twee criteria een V is behaald,
resulteert dat in een eindcijfer van 5,5 of 5.
Is slechts voor één of geen criterium een V behaald, dan
is het eindcijfer 4.
Als op één of meerdere criteria een G is behaald, is het
eindcijfer 7, 8 of 9.

14
Bijlage 2

Gebruikte schalen topografische kaarten en luchtfoto's

2k = 1:2.000 (op A3), 10 cm = 200 m


10k = 1:10.000 (op A3), 10 cm = 1 km
25k = 1:25.000 (op A3), 4 cm = 1 km

Kleurcodes

Publiek gebouw
- hoofdfunctie: rood
- keuken/restaurant: oranje
- verkeersruimte: geel
- berging/garage: bruin
- sanitair: lichtblauw
- kantoorruimte: groen
- balkon/terras: roze

Stad
- cultuur/religie: rood
- onderwijs: donkerblauw
- zorg: lichtblauw
- sportgebouw: oranje
- detailhandel/winkels: roze
- horeca: bruin
- stationsgebouw: grijs
- overige publieke gebouwen: paars
- openbaar groen: donkergroen
- openbaar plein: grijs
- privé groen: lichtgroen
- verkeersruimte: geel
- water: lichtblauw
- speelplaats: donkerblauw omrand
- sportveld: oranje omrand

15

You might also like