You are on page 1of 8

EXTRA REKENWERK H8 + H9

pH berekenen
Door 1,5 L 0,230 molair natronloog laat je 50,0 L methaanamine-gas bubbelen bij T = 298 K en p=p0. Neem aan dat al
het methaanamine gas oplost in 1,5 L.
1. Bereken het pH van de oplossing die ontstaat. Neem aan dat alle methaanamine oplost. Maak gebruik van
BINAS 7A en 49
Titra e
Je gaat een tra e van een citroenzuuroplossing uitvoeren. Citroenzuur hee de volgende structuurformule:

Je neemt van de standaard citroenzuuroplossing 10,00 mL met een pipet. Dit voeg je toe aan een maatkolf van 100,0
mL en vul je aan tot het streepje. Vervolgens neem je hier 25,00 mL uit om te treren.
Voor de tra e gebruik je 0,1250 M kaliloog. Als indicator gebruik je alizeriengeel-R. De beginstand van de buret is
10,35 mL. De eindstand is 23,87 mL.
2. Geef de reac evergelijking die jdens de tra e optreedt.
3. Bereken het massapercentage citroenzuur in de standaard citroenzuuroplossing. Neem aan dat de dichtheid
van de standaard citroenzuuroplossing 1,120 g cm-3 is.
4. Leg ook uit welke kleurverandering zal optreden jdens de tra e.

Zuurbase reac e
Je voegt een 20,4 mL 0,74 M oxaalzuuroplossing bij 25,6 mL 0,68 M natronloog.
5. Geef de reac e die optreedt.
6. Bereken het pH van de oplossing die ontstaat.
Je voegt 50,3 g zinkhydroxide toe aan een 3,00 L 0,560 M zoutzuur.
7. Geef de reac e die optreedt.
8. Bereken het pH van de oplossing die ontstaat.
pH beïnvloeden
De hortensia is een plant met roze of blauwe bloemblaadjes. Bij een pH onder de 5 kleurt hij blauw, wanneer het pH
boven de 6 komt, kleurt hij rood.
Je buurman hee rode hortensia’s in zijn bloembak op het balkon staan. Hij wil graag blauwe hebben. Omdat jij
scheikunde volgt op het VCL, schakelt hij jouw hulp in.
Door een deel van de grond uit de bloembak van de buurman te treren kom je er achter dat het pH ervan 12,016 is.
Het volume van de bloembak is 30,0 L. Het is buiten gemiddeld 15 oC (288 K).
Je wil het pH onder de 5 krijgen door een 0,054 M salpeterzuur toe te voegen.
9. Bereken hoeveel mL salpeterzuur je moet toevoegen om de grond in de bloembak volledig te neutraliseren
(pH = 7,00). Neem aan dat de aarde zich gedraagt als een waterige oplossing.
ti
ti
ti
ti
ti
ti
ti
ti
ti
ft
ti
ti
ti
ti
ti
ti
ti
ft
ti
ANTWOORDEN
pH berekenen
Door 1,5 L 0,230 molair natronloog laat je 50,0 L methaanamine gas bubbelen bij T = 298 K en p=p0. Neem aan dat al
het methaanamine gas oplost in 1,5 L.
1. Bereken het pH van de oplossing die ontstaat. Neem aan dat alle methaanamine oplost. Maak gebruik van
BINAS 7A en BINAS 49.
Methaanamine (CH3NH2) is een zwakke base omdat methaanamine een NH2 groep hee . OH- in de natronloog
(Na+ (aq) + OH- (aq)) is een sterke base. Je hebt dus alleen basen die de pH van de oplossing samen bepalen.

Er ontstaat uiteindelijk een evenwicht in de oplossing nadat het methaanamine gas door de oplossing is geleid:
CH3NH2 + H2O ↔ CH3NH3+ + OH-

We gaan eerst voor methaanamine de beginconcentra e uitrekenen om daarna via de BOE en Kb van
methaanamine de pH uit te rekenen.

50,0 dm3 / 24,5 dm3/mol = 2,04 mol CH3NH2 De Vm vind je in BINAS 7A. 1 L = 1 dm3
2,04 mol / 1,5 L = 1,36 M CH3NH2

CH3NH2 CH3NH3+ OH-


B 1,36 0 0,230 Er is voor evenwichtsinstelling immers al natroloog!
O -X +X +X
E 1,36-X X 0,230+X

CH3NH2 + H2O ↔ CH3NH3+ + OH-

[CH3NH3+ ][ OH-]
Kz = ------------------------= 4,6.10-4
[CH3NH2]

(X)(0,230+X)
----------------- = 4,6.10-4
(1,36-X)

X = 2,72.10-3

pOH = -log [OH-] = 2,56

pKw = 14 bij T=298 K, zie ook BINAS 50A.

pH = pKw-pOH = 14-2,56 = 11,44

Titra e
Je gaat een tra e van een citroenzuuroplossing uitvoeren. Citroenzuur hee de volgende structuurformule:

Je neemt van de standaard citroenzuuroplossing 10,00 mL met een pipet. Dit voeg je toe aan een maatkolf van 100,0
mL en vul je aan tot het streepje. Vervolgens neem je hier 25,00 mL uit om te treren.
ti
ti
ti
ti
ft
ti
ft
Voor de tra e gebruik je 0,1250 M kaliloog. Als indicator gebruik je alizeriengeel-R. De beginstand van de buret is
10,35 mL. De eindstand is 23,87 mL.
2. Geef de reac evergelijking die jdens de tra e optreedt.
Alizeriengeel-R hee een pH kleur omslagtraject van 10,1 tot 12,00. Dat is in een best basisch gebied. Je verwacht
daarom dat je treert tot het derde equivalen epunt. Met andere woorden: je verwacht dat alle H+ van het
citroenzuur wordt afgestaan, in totaal reageert het dan als een driewaardig zuur.
Als je 1 H+ van de citroenzuur aan OH- zit je waarschijnlijk in het zure gebied. Immers 2 COOH groep en maar 1
COO- groep bij de citroenzuur.
Als je twee H+ laat afstaan van de citroenzuur aan OH- zit je in het licht basische gebied. Immers 2 COO- groepen
en 1 COOH groep.
Als je twee H+ laat afstaan van de citroenzuur aan OH- zit je in een nog wat hoger basische gebied. Je hebt 3 COO-
groepen dan.
Let op de bovenstaande genoemde pH gebieden is grofweg geschat.

Let op alleen de H+ van de carbonzuur groepen kunnen worden afgestaan. De alcoholgroep kan geen H+ afstaan.
Alcoholen zijn theore sche zuren, tenzij de OH groep gebonden is aan een benzeenring of wanneer de OH groep
bonden is aan een C met een dubbele binding aan een andere C.

3. Bereken het massapercentage citroenzuur in de standaard citroenzuuroplossing. Neem aan dat de dichtheid
van de standaard citroenzuuroplossing 1,120 g cm-3 is.
Bij massapercentage vragen is het aan te bevelen om te beginnen met de rekenformule:
Massa deel
Massa % =-------------------- * 100%
Massa geheel

Massa deel = massa citroenzuur.


Massa geheel = de massa van de citroenzuur oplossing. Dus

Massa citroenzuur
Massa % =------------------------------------------- * 100%
Massa citroenzuur-oplossing

We moeten dus de massa van citroenzuur uitrekenen via de tra e.


23,87 mL – 10,35 mL = 13,52 mL K+ + OH- is toegevoegd.

13,52 mL *0,1250 M = 1,69 mmol OH-

Uit de vgl blijkt dat de molverhouding tussen citroenzuur en OH- is 1:3. Dus dat betekent dat in de erlenmeyer
1,69 mmol / 3 = 0,56 mmol citroenzuur zat.

De 0,56 mmol citroenzuur zat in 25,00 ml. Deze 25,00 mL komt uit een maatkolf van 100 mL.
Dat betekent dat in de maatkolf van 100mL 0,56 mmol * (100/25) = 2,25 mmol citroenzuur zat.
ti
ti
ti
ti
ft
ti
ti
ti
ti
ti
ti
ti
We moeten van mol naar gram. Daarvoor is de molaire massa van citroenzuur nodig. Om de molaire massa te
bepalen, heb je de molecuulformule van citroenzuur nodig. De molecuulformule van citroenzuur leidt je af uit de
structuurformule. De molecuulformule is: C6H8O7 De molaire massa wordt dan: 192,124 g/mol.

2,25 mmol * 192,124 mg/mmol = 432,5 mg citroenzuur zat in de 100 mL maatkolf.

Deze 432,5 mg ( = 0,4325 g) citroenzuur kwam oorspronkelijk uit 10 mL citroenzuursap.

We gaan nu de massa van 10 mL citroenzuursap uitrekenen met de gegeven dichtheid:

10 mL * 1,120 g cm-3 = 11,20 g (1 cm-3 = 1 mL)

Het bovenstaande gaan we invullen in de rekenformule.

Massa citroenzuur 0,4325 g


Massa % =------------------------------------------- * 100% = --------------*100% = 3,860 %
Massa citroenzuur-oplossing 11,20 g

Let op 4 signi cante cijfers.

4. Leg ook uit welke kleurverandering zal optreden jdens de tra e.


Voor de kleurverandering moet je je realiseren dat aan het begin van de tra e er voornamelijk citroenzuur
aanwezig is en dat naar mate je meer OH- toevoegt, pH de oplossing in de erlenmeyer, opschuiven naar het
basische gebied.
De kleurverandering is dan van lichtgeel naar rood bij Alizariengeel-R (BINAS 52A).
Zuurbase reac e
Je voegt een 20,4 mL 0,74 M oxaalzuuroplossing bij 25,6 mL 0,68 M natronloog.
5. Geef de reac e die optreedt.
Je voegt hier een zwak zuur bij een sterke base. Uit het rekenwerk volgt dat
20,4 mL * 0,74 M = 15,096 mmol oxaalzuur (H2C2O4).
25,6 * 0,68 M = 17,408 mmol OH-
De verhouding tussen oxaalzuur en OH- is bijna 1:1. Dus ik zou hier aannemen dat de belangrijkste reac e is:
H2C2O4 + OH- → HC2O4- + H2O
6. Bereken het pH van de oplossing die ontstaat.
Voor deze reac e kun je een BOE doen:
H2C2O4 + OH- → HC2O4- + H2O
B 15,096 17,408 0
O - 15,096 -15,096 + 15,096
E 0 2,312 15,096
Je hebt nog wat OH- dus over. Dit reageert verder met HC2O4-.
HC2O4- + OH- → C2O42- + H2O
Ook voor deze reac e doe je een BOE
HC2O4- + OH- → C2O42- + H2O
B 15,096 2,311 0
ti
fi
ti
ti
ti
ti
ti
ti
ti
ti
ti
O -2,311 -2,311 +2,311
E 12,785 0 2,311

Nu heb je een zwak zuur (HC2O4-) en een zwakke base (C2O42-). Dat betekent dat je de pH moet uitrekenen via de
Kz van HC2O4- of Kb van C2O42-. Het kan allebei. Ik ben hier gaan rekenen via de Kz omdat je hier meer zwak zuur
hebt en minder zwakke base. Bovendien je wilt naar pH en dat eenvoudiger via de Kz.

Hiervoor zijn concentra es nodig. Dus we gaan eerst concentra es uitrekenen:

Aantal mL is 20,4 mL + 25,6 mL = 46 mL

[HC2O4-] = 12,785 mmol / 46 mL = 0,2779 M


[C2O42-] = 2,311 mmol / 46 mL = 0,0502 M

HC2O4- + H2O → C2O42- + H3O+

[C2O42-][ H3O+]
Kz = ---------------------- = 1,6.10-4
[HC2O4-]
HC2O4- C2O42- H3O+

B 0,2779 0,0502 0

O -X +X +X

E 0,2779-X 0,0502+X X

Dit invullen in de Kz

(0,0502+X)X
Kz = -----------------= 1,6.10-4
(0,2779-X)

0,1806 X = 1,6.10-4

X = 8,86.10-4

pH = - log [H3O+] = 3,053

Je voegt 50,3 g zinkhydroxide toe aan een 3,00 L 0,560 M zoutzuur.


7. Geef de reac e die optreedt.
Zn(OH)2 + 2 H3O+ → Zn2+ + 4 H2O
8. Bereken het pH van de oplossing die ontstaat.
50,3 g / 99,396 g/mol = 0,506 mol Zn(OH)2
3,00 L * 0,560 M = 1,68 mol H3O+
Zn(OH)2 H3O+
B 0,506 1,68
O -0,506 -1,012 let op de molverhouding is 1:2. 2*0,506 = 1,012 mol H3O+ dat reageert
ti
ti
ti
E 0 0,668
Er is dus na de reac e met zinkhydroxide is er 0,668 mol H3O+ over.
Dit zat in 3,00 L
Dus [H3O+] = 0,668 mol / 3,00 L = 0,223 mol/L
pH = - Log [H3O+] = 0,652

pH beïnvloeden
De hortensia is een plant met roze of blauwe bloemblaadjes. Bij een pH onder de 5 kleurt hij blauw, wanneer het pH
boven de 6 komt, kleurt hij rood.
Je buurman hee rode hortensia’s in zijn bloembak op het balkon staan. Hij wil graag blauwe hebben. Omdat jij
scheikunde volgt op het VCL, schakelt hij jouw hulp in.
Door een deel van de grond uit de bloembak van de buurman te treren kom je er achter dat het pH ervan 13,016 is.
Het volume van de bloembak is 30,0 L. Het is buiten gemiddeld 15 oC (288 K).
Je wil het pH op de 7 krijgen door een 2,0 M salpeterzuuroplossing toe te voegen.
9. Bereken hoeveel mL salpeterzuuroplossing je moet toevoegen om de grond in de bloembak volledig te
neutraliseren (pH = 7,00). Neem aan dat de aarde zich gedraagt als een waterige oplossing.
In het basische gebied is er met name OH-. Je wilt naar een neutraal milieu. Dat betekent dat je de OH-
concentra e moet verlagen door het toevoegen van een zuur.

H3O+ + OH-  H2O


Om te weten hoeveel OH- moet wegreageren met H3O+ om op pH 7 te komen, moet je eerst weten hoeveel OH- er
is.
Bij 288 K is pKw = 14,35
Het pH = 13,016, dus pOH = 14,35 – 13,016 = 1,334
[OH-] = 10-pOH = 10-1,334 = 0,0463 M
0,0463 M* 30,0 L = 1,389 mol OH- zit er in de bloembak van 30 L

Je wilt naar neutraal milieu.


In neutraal milieu is pH = pOH en geldt pKw = pH + pOH = 14,35
(zie powerpiont pOH en pKw op ELO en opgave C42a)

pKw = pH + pOH = 2 pOH


14,35 = 2 pOH
pOH = 7,175

[OH-] = 10-pOH = 10-7,175 = 6,68.10-8 M

Mol OH- = 6,68.10-8 M * 30 L = 2,0.10-6 mol OH- wil je in de bloembak van 30 L.

OH-
B 1,389 Beginhoeveelheid in de bloempot
O -? Hoeveel OH- moet reageren met H3O+ van de salpeterzuur ?
E 2,0.10-6 Eindhoeveelheid in de bloempot
ti
ft
ti
ti
1,389 mol – 2,0.10-6 = 1,388997 mol OH- moet reageren.
Hieruit blijkt dat je de hoeveelheid mol OH- in de bloempot in neutraal milieu kunt verwaarlozen.
De zuurbase reac e met opgelost salpeterzuur-oplossing is: H3O+ + OH-  H2O

Dus er is 1,388997 mol H3O+ nodig. De molariteit van de salpeterzuur-opl is 2,0 M.


1,388997 mol / 2,0 M = 0,69 L salpeterzuuroplossing.
Ondanks dat het volume nu toeneemt van 30 L + 0,69 L is dit nauwelijks van invloed op de hoeveelheid mol H3O+ je
hoe toe te voegen. Immers de hoeveelheid mol H3O+ ( en ook mol OH-) in neutraal milieu is verwaarloosbaar
klein ten opzichte van de hoeveelheid mol H3O+ je moet toevoegen.
ft
ti

You might also like