You are on page 1of 1

Samenvatting Themakatern…

Hoofdstuk 4 Oorlogen om Allah en om de olie


De islam als nieuwe factor 1979 - 1998

4.1 De revolutie in Iran


Iran (vroegere Perzië) is in het Midden-Oosten een regionale grootmacht,
maar geen Arabisch land.
Vanaf 1941 werd het land geregeerd door de prowesterse sjah Mohammed
Reza Pahlavi, een bondgenoot van de Verenigde Staten. Het Iraanse legers
was met behulp van Amerika uitgerust met moderne snufjes. Sjah Mohammed
wilde zijn land ontwikkelen als de landen in het Westen. Hij wilde dit doen
door:
 Een grootscheepse landhervorming moest de boeren van een eigen
stukje grond voorzien.
 Uitroeien van analfabetisme.
 Nieuwe, moderne ziekenhuizen en moderne industrieën.
 Vrouwen in Iran kregen de kans om een goede opleiding te volgen.
Deze hervormingen leidden echter tot con昀氀icten met de conservatieve
geestelijken omdat zij het er niet mee eens waren dat traditionele
samenlevingspatronen werden aangepast. Deze onvrede werd versterkt
doordat de sjah met harde hand alle oppositie de kop indrukte.
De belangrijkste sjiitische geestelijke leider, ayatollah (‘oog van God’) (=
hoge titel voor sjiitisch geestelijke) Ruhollah Khomeini wees de westerse
koers principieel af en verzette zich tegen secularisering van de wetgeving.
Hij werd door de sjah verbannen.
In 1978 zwelt de onrust aan tot een grote volksopstand. Iraniërs demonstreren
tegen de sjah. In 1979 ontvlucht de sjah zijn land. Khomeini keerde terug uit
ballingschap.
De revolutie die volgde was uniek. De meeste revoluties in de wereld stonden
in teken van ideologieën zoals liberalisme en socialisme en streefden naar
vooruitgang en modernisering. De Iraanse revolutie was een conservatieve
omwenteling. De Islam werd het oriëntatiepunt van de samenleving
(fundamentalisme) en de staat zou volledig volgens de beginselen van de
Islam bestuurd worden. De islamitische republiek werd uitgeroepen en er
kwam een nieuwe grondwet op basis van de islam (theocratie). Khomeini
werd president. Daarnaast kwam een democratisch gekozen parlement. Er
veranderde veel:
 Alles wat de sjah had ingevoerd werd teruggedraaid.
 Voormalige politici werden geëxecuteerd, anderen vluchtten naar het
buitenland.
 Misdadigers kregen zware lijfstra昀昀en.
 Bioscopen werden gesloten.
 Alcoholgebruik en prostitutie werden verboden.
 Vrouwen mochten alleen de straat op in chador (= traditioneel gewaad dat
alleen gezicht onbedekt laat). Zedenpolitie lette op de naleving hiervan.
De sjah vluchtt naar de Verenigde Staten. Deze weigerden hem uit te leveren
aan Iran. Een groep fundamentalisten gijzelden toen het Amerikaanse
ambassadepersoneel in Teheran. Deze gijzeling duurde 444 dagen. Hierdoor
ontstond lange periode van vijandschap tussen de VS en Iran.
Vlak voor zijn dood (1989) vaardigde Khomeini een Fatwa (uitspraak) een
doodvonnis uit tegen de schrijver Salman Rushdie vanwege vermeende
godslasterlijke passages in diens boek 'De Duivelsverzen'. Rushdie zat

jarenlang ondergedoken. Deze a昀昀aire vergrootte de kloof tussen Iran en het


Westen.
Moslims zijn verdeeld in 2 hoofdstromingen, de sjieten en de soennieten.
De splitsing is een gevolg van een con昀氀ict over de opvolging van de profeet
Mohammed in 632. Onenigheid was er over de vraag of de opvolger (kalief)
uit de directe familie moest komen of uit de hele stam. Ali vond het eerste,
de gouverneur van de provincie Syrië het tweede. Het gevolg was een
burgeroorlog die de gouverneur won. Ali werd vermoord. Zijn volgelingen
richtten een partij op en werden sjieten genoemd. Hun tegenstanders

1 van 5
werden soennieten genoemd.
Delen
4.2 Fundamentallisme (Verlangen of terugkeer naar de wortels van een
ideologie of geloof.)
In Iran werd het prowesterse regime verdreven door een volksopstand onder
leiding van conservatieve islamitische geestelijken. De islamitische revolutie
in Iran werd in andere islamitische landen als een voorbeeld gezien.
Conservatief-islamitische stromingen die ernaar streven de regels van de

You might also like