Aardrijkskunde paragraaf 4.

Als in een jaar bij een conflict ten minste 25 doden vallen, spreken we van een gewapend conflict.
Conflicten ontstaan waar een groep mensen macht uitoefent op een andere groep en die daar tegen
zijn.

Conflicten worden zo ingedeeld:

 Internationale conflicten spelen zich tussen landen af.

 Binnenlandse conflicten of burgeroorlogen is in het land zelf.
 Geïnternationaliseerde conflicten ontstaan als het buitenland zich ermee gaat bemoeien.

Je kan opstandelingen vrijheidsstrijders of terroristen noemen. dat hangt af voor welke partij je kiest.
Terrorisme is geweld om een politiek doel te bereiken.

Een staat is een gebied met een grens eromheen. Hierin gelden wetten en regels waaraan je je moet
houden. Een staat heeft recht op soevereiniteit of zelfbeschikking: de staat heeft zelf de macht en
daar mag geen andere staat zich mee bemoeien. Een volk of natie zijn mensen in een staat die het
gevoel hebben dat ze bij elkaar horen door taal, geloof of gemeenschappelijke geschiedenis. Je kan
de cultuur en afkomst van een volk omschrijven door het woord etniciteit. Het territorium is het
woongebied van een volk.

Vanwege achterstelling of onderdrukking door het centrale gezag eist een volk soms
onafhankelijkheid. Dit heet separatisme. Het woord oemma betekent de wereldwijde verbinding
tussen de moslims. Fundamentalisten voelen zich meer verbonden door het geloof dan door hun
etniciteit, hun land en hun familie. ze ervaren de grenzen die in de Arabische wereld na de
dekolonisatie werden getrokken als onrechtvaardig. Dit heet jihadisme.
 Aardrijkskunde paragraaf 4.2

Er zijn gebieden waar veel natuurlijke hulpbronnen in de grond zitten. De winning leidt vaak tot
ecologische problemen in het leefgebied van armoede levende bewoners. hun leefgebied wordt erg
vervuild. in deze onrechtvaardige situaties is de kans op conflicten heel groot. Dit heet paradox van
de overvloed of resource curse.

Er zijn vaak conflicten tussen verschillende culturen en religies. Bij de moslims is de meerderheid
soenniet. Zij volgen de profeet Mohammed. De sjiieten geloven in de opvolger van Mohammed, Ali.
Hier zijn vaak hele grote conflicten door. In Irak onderdrukte de soennitische minderheid de sjiitische
meerderheid. In Syrië zijn het de sjiieten die de soennieten onderdrukken. De oorzaak hiervan is de
oneerlijke verdeling van macht en een gevoel van achterstelling en armoede. Dit gebeurd vaak in
landen met een jeugdbult in de bevolkingsopbouw. Deze hebben veel jongeren tussen de 15 en 29
jaar.

in conflictgebieden is er een autoritair regime of dictatuur aan de macht. Dat betekent dat de macht
bij een persoon of een klein groepje ligt. In andere landen wordt er gevochten voor de macht. Dit
heet fragile state, een fragiele, kwetsbare staat, waar de overheid vrijwel geen controle heeft en
waar overal corruptie, misdaad en economische chaos is. op de Fragile States Index wordt er
aangegeven in welke landen meestal niet of juist wel op een gewelddadige manier gevochten wordt.
Staan ze hoog dan vechten ze niet op een gewelddadige manier.
Aardrijkskunde paragraaf 4.3