You are on page 1of 4

Toets spelling

Klas BA08
Naam: ………………………… / 10

1. Lees de zinnen en vul de klinkers in.


a of aa De m_____n is k_____l.

i of ie Het k_____nd is heel l_____f.

e of ee De m_____ster geeft l_____s.

u of uu De m_____s zit op de m_____r.

o of oo De w_____lf is niet d_____d.

i of ie De k_____p legt v_____r eieren.

o of oo De h_____nd is b_____s.

u of uu Mijn b_____rman rijdt met de b_____s.

a of aa De k_____s is h_____rd.

oe eu
2. Vul in of . Schrijf daarna het woord op de lijn.

Zet de st_____l onder tafel. _________________________

Doe de d_____r dicht. _________________________

Vergeet de sl_____tel niet. _________________________

Veeg je v_____ten op de mat. _________________________

Z_____r niet zo! _________________________


ei ie ui
3. Lees de zinnen en vul in : , of .

Ik ben z_____k, ik heb gr_____p.

Het m_____sje eet een pr_____m.

Mijn kn_____ is heel v_____l.

De st_____r en de g_____t staan in de wei.

Mijn f_____ts is br_____n van kleur.

4. Vul de ontbrekende medeklinkers in.


dr tr vr gr
Kies uit : , , of .

Ik _____ink een glas limonade.

De _____ouw gaat naar de bakker.

Mijn _____iend komt op bezoek.

De _____ein rijdt naar zee.

Het _____as moet worden gemaaid.


5. Lees de tekst. Zoek en schrijf de woorden in de juiste rij.

Ik heb een boek over een heks.


Ze woont in een tent naast een berk.
Soms zet dat mens een muts op.
Dan roert ze in een pot met veel damp.
Ze heeft een huisdier, een gans.
Die is altijd in haar buurt.
Heb je ooit zo een heks gezien?

-ks -nt -rt -mp

be- ge- ver-


6. Kies uit , of .

Ik hoor het _____luid van een brommer.

Tina krijgt een prettig _____voel.

Elke avond _____tellen mijn ouders een verhaal.

Mijn vriend _____trekt op vakantie.

Stop eens met dat _____fluister!


eeuw ieuw
7. Lees de zinnen en vul of in.

De l__________ is de koning van de dieren.

Kim heeft een sn_________pop gemaakt.

De vis heeft k__________en.

De m__________ vliegt over het water.

Ik kijk elke dag naar het n__________s.

ng nk
8. Vul in met of .
Zij heeft een mooie ri_____ aan haar pi_____ .

Onze directeur is heel la_____ .

Bij hem doe ik fli_____ mijn best!

We zitten vaak in de kri_____ .

Ik de_____ dat ik een mooie kroon krijg.

You might also like