Autonoom en toegepast vooronderzoek.

A.) Kijk filmpjes op YouTube van Dutch Profiles. Bekijk minimaal 3 architecten, zien zij
zichzelf als kunstenaars en op welke manier gaan ze te werk?

1.) Richard Hutten.

Richard Hutten is een designer. Hij ontwerpt meubels die erg conceptueel en humoreus zijn.
Zo maakt hij rare kasten en tapijten. Zijn ontwerpen zijn wel allemaal functioneel. Hij doet
‘topsport’. Hij speelt met het design van ontwerpen. Er is een doel, en dat moet hij behalen.
De reis naar het eindproduct vindt Richard Hutten het leukst aan het hele verhaal. Misschien
nog wel leuker dan het eindproduct zelf.
2.) Dirk van der Kooij
Dirk van der Kooij maakt meubels van gebruikte koelkasten. Hij vindt het fijner om
gerecycled materiaal te gebruiken, hij slaapt er onder andere beter van. De koelkasten komen
binnen, worden uit elkaar gehaald en gemaakt tot kleine stukjes plastic. Daarna wordt het
plastic gesmolten en printen ze er meubels van. Dirk van der Kooij vindt de structuur en
wijze waarop de meubels worden gemaakt erg mooi. Hij is ‘niet echt een vormgever, maar
misschien meer een uitvinder.’

3.) Roosje Klap

Roosje Klap is grafisch ontwerper. Ze bezit een studio waar ze werkt aan projecten die te
maken hebben met visuele communicatie, maar vooral voor graphic design. De studio
onderzoekt de experimentele grens van op maat gemaakt design. Ze spoort mensen aan zich
niet altijd aan de regels te houden, maar soms ook gewoon lol te trappen.

B.) Herken je in een bouwwerk de signatuur van een architect? Beantwoord met minimaal 3
architecten.

Donate Bramante is een Italiaanse kunstenaar die tijdens de renaissance leefde en werkte.
Zijn werken lijken enorm veel op werken uit het romeinse rijk. Iemand met een beetje kennis
weet dat dit mode was in de tijd van de renaissance en dat deze stijl geliefd was bij rijke
Italianen in noordelijk handelssteden. Tuurlijk is het ook een deel van de stijl van Bramante.
Hij werkte veel met koepels, ook bouwde hij voor de katholieke kerk. Ik denk dat dat
samengaat, maar aangezien hij in 1514 is overleden kan ik dat het niet meer vragen. Zijn
bekendste werk in de Sint Pieterbasiliek. Was Bramantes stijl terug te vinden in zijn werken?
Misschien, maar meestal niet. Dat komt omdat veel gebouwen in die tijd hetzelfde eruitzagen.
Tegenwoordig zie je wel dat architecten altijd een ‘handtekening’ achterlaten in een huis of
ander gebouw wat ze ontwerpen. Dan leggen ze een foto of laten ze een brief achter in de
muur.
C.) Wat voor problemen komt een toegepaste kunstenaar tegen die een autonome kunstenaar
niet heeft?
Een toegepaste kunstenaar moet ervoor zorgen dat zijn/haar kunst gebruikt kan worden. Dat
betekent dat de jurk tegen regen moet kunnen, of dat de tas ruimte moet hebben voor een fles
water of iets dergelijks. Een autonome kunstenaar heeft daar geen last van, aangezien
zijn/haar kunst niet bruikbaar hoeft te zijn.

D.) Waarom is Ted Noten zowel een toegepaste als autonome kunstenaar?
Hij maakt sieraden die je kan passen en sieraden die je alleen kunt bekijken en niet kunt
gebruiken. Zoals een muis in parfumfles.
E.) Zoek naar minimaal 2 kunstenaar die in hun eigen tijd niet werden begrepen, maar nu
worden gezien als een kantelpunt binnen de kunstgeschiedenis. Geef aan wat hun drijfveer
was. Gebruik voorbeelden van hun werk. Beschrijf elke kunstenaar in minimaal 50 woorden.
Vincent van Gogh. Hij was impressionist en knettergek. Hij is erg ongelukkig en arm
gestorven. Schilderijen zou hem helpen genezen. In zijn tijd was realistische kunst erg
gewild, inmiddels is abstracte kunst ook veel geld waard. Vroeger betaalde men er niks voor,
omdat ze het niet mooi vonden. Hij heeft dus nooit echt veel geld verdiend met schilderen.
Claude Monet. Monet leefde een groot deel van zijn leven arm. Hij is uit Frankrijk naar
Nederland gekomen. En via Rotterdam in Zaandam terecht gekomen. Daar schilderde hij
impressionistisch. Hij probeerde vooral een bepaald moment vast te leggen. Hij schilderde
vooral landschappen. Monet schilderde omdat hij, net als vele anderen, de natuur om zich
heen fascinerend vond. Hij wilde vooral dat vastleggen.

F.)
Wanneer is iets kunst? En wanneer is het een product? Dat is een lastige vraag. Het begrip
‘kunst’ heeft niet echt een duidelijke omschrijving. Het is iets wat men mooi vindt en kan
bewonderen. Dat geldt van jas tot schilderij en van gebouw tot uitzicht. Kunst is overal om je
heen. En ja, ook je fiets kan kunst zijn, ook als het niet met dat doeleinde is geproduceerd. De
werken van Hella Jongerius zijn te vinden in een IKEA en in een museum. Dat is erg lastig,
aangezien het niet duidelijk is of het bedoeld is om te bewonderen of om te gebruiken.
Misschien valt dat soms wel samen en probeert Hella Jongerius ons precies dat uit te leggen.
In plaats van het opschrijven laat ze ons nadenken, over wanneer we een tafeltje gebruiken
om er een glas water op te zetten, of het voor de mode in de woonkamer laten staan. Ze werkt
in wat een ‘grijs gebied’ wordt genoemd. Een plek met richtlijnen in plaats van regels.