You are on page 1of 9

NORMALISERING – REGLEMENTERING – CERTIFICERING Ö

Als gevolg van het Grinddecreet uit


1993 wordt de grindwinning in de
Duurzaam grindgebruik
in Vlaanderen
provincie Limburg geleidelijk afge-
bouwd. Tegen 2008 of 2009 zal het
laatste quotum grind naar alle waar-
schijnlijkheid gedolven zijn. Men
dient dan ook te zoeken naar moge-
lijke vervangproducten voor het Lim-
om in te kunnen spelen op de recente ontwik- De evolutie van de grindwinning in de provin-
burgse maasgrind en maaszand. In
kelingen op het gebied van de grindproble- cie Limburg in de loop van de laatste 15 jaar
dit kader werden de huidige grind-
matiek (bv. studies over marktonderzoek, pri- wordt in eerste instantie gekenmerkt door een
winning in de provincie Limburg, de
maire granulaten, het beleid in de buurlanden, sterke daling van de productie (van ± 10 Mt in
potentiële grindsubstituten en het
mogelijke vervangproducten, ...). 1992 tot 5 Mt in 1996) en vervolgens door een
beleid in de omliggende regio’s in
productiepiek van om en bij de 10 Mt in 2000
kaart gebracht, onder meer door een
Dit artikel vormt een samenvatting van de (zie afbeelding 1). Deze sterke stijging is het
enquête bij meer dan 120 grindver-
‘Tweede Actualisatiestudie Globaal Actieplan gevolg van een overdracht van de productie-
werkende beton- en asfaltbedrijven.
(Eindverslag) [7], verricht in opdracht van het quota die niet gebruikt werden in de periode
Onderzoekscomité. In eerste instantie wordt 1994-1999 naar de daaropvolgende periode.
een overzicht gegeven van de evolutie van de
1 WETTELIJK KADER grindwinning in Limburg. Vervolgens wordt De productieschommelingen kunnen toege-
een stand van zaken opgesteld van de beschik- schreven worden aan de vertragingen die op-
Het Grinddecreet [6] dat in juli 1993 werd bare grindsubstituten. Tenslotte geeft het arti- traden bij het vrijgeven van de noodzakelijke
goedgekeurd door de Vlaamse Regering voor- kel een samenvatting van de resultaten van een ontginningsgronden. Na 2000 daalde de grind-
ziet een graduele afbouw en uiteindelijk ook enquête, uitgevoerd bij een aantal Vlaamse productie opnieuw geleidelijk tot een verge-
de stopzetting van de grindwinning in Lim- grindverwerkende beton- en asfaltbedrijven, lijkbaar niveau als in de jaren 1995 en 1997
burg, een regio met een belangrijke betonin- en maakt het een inventaris op van de beleids- (namelijk tot zo’n 6 Mt in 2004).
dustrie. Door het wijzigingsdecreet van 15 juli lijnen inzake delfstoffenwinning in de omlig-
2005 [5] werd de voorziene einddatum (1 ja- gende regio’s. Uit de afbeeldingen 2 en 3 (p. 2), die een over-
nuari 2006) opgeheven. De stopzetting van de zicht geven van de Belgische in- en uitvoer
grindontginning na de realisatie van de glo- van grind, blijkt dat het grind dat in ons land
bale quota bleef gehandhaafd. In zijn beleids- 2 DE LIMBURGSE GRINDWINNING : ingevoerd wordt (3,7 Mt in 2004) voorname-
nota (2004) heeft de verantwoordelijke minis- EEN STAND VAN ZAKEN lijk afkomstig is uit Engeland en in mindere
ter wel het debat geopend aangaande de grind- mate uit Duitsland (al dan niet via Nederland).
winning na de afronding van het Grinddecreet. Volgens gegevens van het ANRE bedroeg de Het Engelse grind bestaat hoofdzakelijk uit
totale productie van Limburgs maasgrind (rol- zeegrind (2 Mt op jaarbasis), dat via de kust-
Ter financiering van de begeleidende maatre- grind, gebroken grind, grindzand en breker- havens en de Antwerpse haven aangevoerd
gelen, getroffen in het kader van dit decreet, zand) in 2004 6,1 Mt, waarvan 2,4 Mt berg- wordt en zijn afzet vindt in de provincies Ant-
werd het Grindfonds opgericht, dat gespijsd grind en 3,7 Mt valleigrind. werpen, Oost-Vlaanderen en West-Vlaande-
wordt door middel van een heffing per ton ge-
wonnen grind (0,55 EUR voor valleigrind en
0,29 EUR voor berggrind, met inbegrip van
Afb. 1 Evolutie van de Limburgse grindwinning (1987-2004).
brekerzand). 10.000.000
9.000.000
Dit Fonds bestaat uit een overkoepelend
Grindcomité en drie subcomités : 8.000.000
PRODUCTIE (ton) (*)

• het Herstructureringscomité, dat instaat 7.000.000


voor het adviseren omtrent en laten realise- 6.000.000 Totaal
ren van de nabestemming van de afgewerkte
5.000.000 Valleigrind
grindwinningsgebieden
• het Sociaal Comité, dat borg staat voor de 4.000.000 Berggrind
sociale begeleidingsmaatregelen bij de om- 3.000.000
schakeling van de grindwinningsgebieden
• het Onderzoekscomité, dat onderzoekspro- 2.000.000
gramma’s vaststelt voor de ontwikkeling van 1.000.000
grindsubstituten en projecten uitwerkt ter on- 0
dersteuning van de commercialisering en het
1987
1988
1989
1990
1991
1992
1993
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004

gebruik van dergelijke vervangproducten.

In 1996 stelde een onderzoeksteam onder lei- JAAR


ding van het WTCB voor het Onderzoeks-
comité de ‘Voorbereidende studie voor een (*) De productiegegevens omvatten zowel het ge-
Globaal Actieplan’ [8] op, die in 2001 en 2005 produceerde grind als de bijbehorende com-
aangevuld werd door twee ‘Actualisatiestu- mercialiseerbare zandfractie en het brekerzand.
dies’ [1, 7] waarin een aantal relevante the-
ma’s belicht werden. Daarnaast voert het " J. Van Dessel, ir., laboratoriumhoofd, laboratorium ‘Duurzame Ontwikkeling’, WTCB
Onderzoekscomité verschillende studies uit A. Janssen, dr., onderzoeker, laboratorium ‘Duurzame Ontwikkeling’, WTCB

Versie 27 juni 2006 WTCB-Dossiers – Nr. 2/2006 – Katern nr. 2 – pagina 1


NORMALISERING – REGLEMENTERING – CERTIFICERING Ö

ren. De laatste 10 jaar vertoonde de totale Afb. 2 Belgische invoer van grind (1996-2004).
grindinvoer een dalende trend.
5.000.000 Invoer uit :
Het Belgische grind (4 Mt in 2004) wordt op Totaal
zijn beurt in de eerste plaats uitgevoerd naar 4.000.000 Engeland
Nederland. Dit kan toegeschreven worden aan
Nederland

INVOER (ton)
het watergebonden karakter van de Neder-
3.000.000 Duitsland
landse betonindustrie en aan het feit dat één
van de grootste Belgische valleigrindwin- Frankrijk
ningsgebieden vlakbij de grens ligt, zodat het 2.000.000 Luxemburg
gedolven grind makkelijk per schip naar Ne-
Andere
derland kan getransporteerd worden. De naar landen
Nederland uitgevoerde grindhoeveelheid stijgt 1.000.000
naarmate de producenten hun grindwinning
opdrijven. De uitvoer van het grind vertoont 0
dan ook een gelijkaardige evolutie als de

1996

1997

1998

1999

2000

2001

2002

2003

2004
grindproductie.

Uit de voorvermelde afbeeldingen kan men JAAR


afleiden dat de invoer van grind sinds 1998
beduidend kleiner geworden is dan de uitvoer.

De beschikbaarheid van maasgrind en maas- Afb. 3 Belgische uitvoer van grind (1996-2004).
zand voor de Vlaamse markt kan bepaald wor- 8.000.000
den door bij de Limburgse productie de inge-
voerde grindhoeveelheid op te tellen en de 7.000.000 Uitvoer naar :
(naar Nederland) uitgevoerde grindhoeveel- Totaal
6.000.000
heid af te trekken. Deze cijfers blijken sedert
Nederland
UITVOER (ton)

1999 een dalende trend te vertonen. Zo kan 5.000.000


de huidige beschikbaarheid aan maasgrind Frankrijk
(zonder zand) voor de Vlaamse markt geraamd 4.000.000 Luxemburg
worden op 2,2 tot 3,3 Mt per jaar. 3.000.000 Duitsland

2.000.000
3 GRINDSUBSTITUTIE IN BELGIË
1.000.000
3.1 GRINDSUBSTITUTIE DOOR NATUURLIJKE 0
GRANULATEN
1996

1997

1998

1999

2000

2001

2002

2003

2004

Afbeelding 4 geeft een idee van de beschik-


baarheid van natuurlijke granulaten (grind, JAAR
kalksteen, porfier en zandsteen) en hun markt-
aandeel in België. Uit deze grafiek kan men
afleiden dat het totale verbruik van granulaten
(met inbegrip van grind) sedert 1999 ongeveer Afb. 4 Beschikbaarheid van natuurlijke granulaten en hun marktaandeel in
30 Mt per jaar bedraagt. Het Belgische markt- België (1976-2004).
aandeel van de Waalse granulaten (kalksteen,
40.000.000
zandsteen en porfier) bedraagt op dit ogenblik
zo’n 83 %. Het marktaandeel van het Limburg- 35.000.000
(ton)

se grind kende daarentegen een gevoelige da-


30.000.000
ling : van gemiddeld 36 % in de periode tus-
VERBRUIK

Zandsteen
sen 1976 en 1993 tot gemiddeld 16 % in de 25.000.000
periode tussen 1999 en 2004. Porfier
20.000.000
BINNENLANDS

Kalksteen
De vermindering van het grindverbruik wordt 15.000.000
in België gecompenseerd door een sterke stij- Grind
10.000.000
ging van het verbruik (en de productie) van
de overige natuurlijke granulaten. Doordat 5.000.000
deze producten in ons land reeds goed gekend
0
zijn en binnen hetzelfde vertrouwde certifica-
1976
1977
1978
1979
1980
1981
1982
1983
1984
1985
1986
1987
1988
1989
1990
1991
1992
1993
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004

tiekader vallen, genieten ze een zeker compe-


titief voordeel ten opzichte van andere moge-
lijke vervangproducten. JAAR (*)

De grafiek uit afbeelding 4 toont aan dat het (*) Voor de periode van 1993 tot 2004 berust de verde-
ling tussen porfier, zandsteen en kalksteen op een
marktaandeel van grind fors vermindert. Na een
schatting.
overschakeling van grind op steenslag zijn de

WTCB-Dossiers – Nr. 2/2006 – Katern nr. 2 – pagina 2 Versie 27 juni 2006


NORMALISERING – REGLEMENTERING – CERTIFICERING Ö

meeste betonproducenten doorgaans immers door het kunstgranulaat Eurolite (gebaseerd 4.1 BEVRAGING VAN DE BETONBEDRIJVEN
niet geneigd om terug te wijzigen als gevolg op rioolasslib).
van de zware impact op het productieproces die In totaal werden 199 enquêteformulieren ver-
erdoor teweeggebracht wordt. Voor bedrijven Het marktaandeel van deze buitenlandse pro- stuurd naar de verschillende betonbedrijven in
die overgegaan zijn van riviergrind op zeegrind ducten blijft in Vlaanderen echter zeer klein de provincies Vlaams-Brabant, Antwerpen en
(zoals bijvoorbeeld gebeurde in bepaalde als gevolg van het dure transport over land en Limburg. De respons resulteerde in 117 ant-
Antwerpse betoncentrales) zou een eventuele zee en de goede concurrentiepositie van Argex. woorden, waarvan 106 effectief bruikbaar
terugkeer naar het oorspronkelijke produc- Er zijn ook weinig verschuivingen op het ge- waren. Afbeelding 5 geeft de geografische
tieproces daarentegen met minder problemen bied van de vervanging van grind door kunst- spreiding van de verkregen antwoorden (per
gepaard gaan. De bijhorende zandfractie en het granulaten merkbaar. arrondissement) weer.
brekerzand blijven gemakkelijk een afzetmarkt
vinden omwille van het gebrek aan kwalitatief Nieuwe initiatieven in verband met kunstgra- Uit de enquête blijkt dat de betonbedrijven in
bouwzand in Vlaanderen. nulaten op basis van baggerslib komen niet van de drie provincies samen 4209 mensen te-
de grond, ondanks het zeer grote aanbod aan werkstellen, verdeeld over 153 productie-een-
Men kan besluiten dat gebroken kalksteen, baggerspecie en de technische mogelijkheid heden. Het totale granulaatverbruik (met in-
zandsteen en porfier uit Wallonië in ons land om dit product om te zetten in kunstgranulaten. begrip van grind) bij deze 106 bedrijven voor
de belangrijkste natuurlijke grindsubstituten De hoge kostprijs van de thermische proces- 2004 wordt geraamd op ongeveer 6,1 Mt, ter-
zijn. Hoewel hiervoor ook andere natuurlijke sen vormt de voornaamste drempel. wijl het totale zandgebruik voor hetzelfde jaar
gesteenten (bv. zeegrind en granulaten uit de ongeveer 4,7 Mt bedroeg.
Schotse en Noorse ‘superquarries’) in aanmer-
king komen, kan men afleiden uit de natio- 3.2.2 Steenachtige reststoffen 73 van alle bevraagde bedrijven (d.w.z. bijna
nale statistieken dat laatstgenoemde tot op 69 %) gaven aan dat ze momenteel nog Lim-
heden slechts een geringe afzetmarkt vinden. De totale hoeveelheid beschikbare steenachti- burgs maasgrind en/of maaszand gebruiken in
De invoer van andere granulaten dan grind ge reststoffen in Vlaanderen bedroeg in 2004 hun productieproces (zie ook tabel 2, p. 5).
kende een beperkte stijging van 400.000 ton ongeveer 10 Mt. Ten opzichte van 1999 heb- Van deze 73 bedrijven passen er in totaal 67
(tot 0,82 Mt in 2004) terwijl de invoer van ben de geproduceerde hoeveelheden slechts maasgrind toe (50 onder hen verwerken rol-
grind daalde met 1 Mt. weinig verschuivingen ondergaan. Zo maakt grind en 45 onder hen gebroken of half-
men in Vlaanderen vooral gebruik van bouw- gebroken grind). 48 bedrijven zeggen gebruik
en sloopafval en van slakken uit de ferro- en te maken van maaszand.
3.2 GRINDSUBSTITUTIE DOOR RESTSTOFFEN de non-ferroindustrie. De afzet van reststoffen
EN KUNSTGRANULATEN is daarentegen wel toegenomen van 7,3 Mt in Hoewel de grootste concentratie waar te ne-
1999 tot 7,9 Mt in 2004. Niettegenstaande het men is in de arrondissementen Hasselt en
Alternatieve vervangproducten voor grind zijn feit dat het totale resterende substitutie- Maaseik, blijven ook tal van Antwerpse en
kunstgranulaten en steenachtige reststoffen. potentieel ongeveer gelijk gebleven is, daalde Vlaams-Brabantse bedrijven maasgrind en
Hierna zetten we de belangrijkste even op een het substitutiepotentieel voor maasgrind van maaszand verwerken. De betrokken hoeveel-
rijtje. 333.500 ton in 1999 tot 192.400 ton in 2004. heden zijn echter gering.

Tabel 1 (p. 4) geeft een overzicht van het aan- De afbeeldingen 6 (p. 4), 7 (p. 5) en 8 (p. 5)
3.2.1 Kunstgranulaten bod aan de verschillende steenachtige rest- geven een geografisch overzicht van de sprei-
stoffen en hun respectievelijke substitutie- ding en het verbruik van Limburgs maasgrind
In Vlaanderen wordt momenteel slechts één potentieel in Vlaanderen. Het is duidelijk dat en maaszand (respectievelijkvoor rolgrind, ge-
kunstgranulaat geproduceerd en ook verhan- deze hoeveelheid niet volstaat om de afbouw broken of halfgebroken grind en maaszand).
deld. Het betreft hier Argex, een product op van de grindwinning op te vangen.
basis van geëxpandeerde Boomse klei. Onge- Tabel 2 (p. 5) en de afbeeldingen 9 en 10 (p. 6)
veer 50 % van de totale productie (zo’n geven een beeld van het huidige (2004) en
400.000 m3 per jaar) wordt in België gebruikt, 4 RESULTATEN VAN EEN ENQUÊTE vroegere (1995) verbruik van natuurlijke gra-
onder meer in gebonden, losse en groentoe- BIJ VLAAMSE GRINDVERWER- nulaten in de bouwindustrie en van het aantal
passingen. De overige 50 % is bestemd voor KENDE BEDRIJVEN betonbedrijven (in totaal en per provincie) die
uitvoer naar Engeland, Nederland, Frankrijk, deze grondstoffen toepassen.
Duitsland, Luxemburg en Noorwegen. Om een beeld te krijgen van het huidige en
het verwachte verbruik van grind en andere Uit deze gegevens blijkt dat Limburgs maas-
De proefproductie van het kunstgranulaat granulaten, werd een enquête uitgevoerd bij grind en maaszand in de betonindustrie mo-
Graveliet ® (een product bestaande uit goe- een aantal Vlaamse grindverwerkende beton- menteel nog steeds de meest gegeerde gra-
thiet, hoogoven- en convertorslakken) werd in en asfaltbedrijven. Tevens werd gepeild naar nulaten zijn (respectievelijk verwerkt in 63 %
ons land definitief stopgezet, ondanks de goe- de evolutie in het granulaatgebruik over de en 45 % van het totale aantal bedrijven). Daar-
de resultaten van het pilootproject. De voor- laatste 10 jaren. naast wordt voor de betonproductie ook ge-
naamste redenen die hiervoor aangehaald kun-
nen worden, zijn de hoge kostprijs van het
Afb. 5 Geografische spreiding van de verkregen antwoorden (per arrondisse-
productieproces en de te grote onzekerheid
ment).
naar de toekomst toe.
0
Naast Argex zijn er ook enkele buitenlandse 1-10
kunstgranulaten op de Belgische markt te vin-
den, zoals het Engelse Lytag, het Deense Leca, 11-20
het Duitse Liapor, het Nederlandse Aardelite
en het Franse Granulex. In de toekomst zal meer dan 20
Aardelite waarschijnlijk vervangen worden

Versie 27 juni 2006 WTCB-Dossiers – Nr. 2/2006 – Katern nr. 2 – pagina 3


NORMALISERING – REGLEMENTERING – CERTIFICERING Ö

Tabel 1 Overzicht van het aanbod aan steenachtige reststoffen in Vlaanderen in 2004 (5).

Type steenachtige reststof Gegevens Totaalaanbod Huidig Substitutiepotentieel Maasgrind-


voor het jaar (ton/jaar) hergebruik substituut (4)
(ton/jaar) ZAND GRIND (ton/jaar)
(TON/JAAR) (TON/JAAR)

Betonpuin 2002 2.520.000 2.263.000 51.000 204.000 81.000


SLOOPAFVAL
EN
BOUW-

39.000 154.000
(1 )

Metselwerkpuin 2002 1.910.000 1.716.000 62.000

Asfaltpuin 2002 730.000 657.000 15.000 59.000 24.000

Non-ferroslakken 2004 328.000 316.000 10.000 2.400 2.400

LD-slakken 2004 400.000 100.000 60.000 240.000 –


STAALSLAKKEN

RVS-slakken 2004 300.000 300.000 – – –

Hoogovenslakken 2004 1.200.000 1.200.000 – – –

Eindslakken 2004 50.000 50.000 – – –

Koepelovenslakken 2004 3.000 3.000 – – –

Gieterijzand 2004 35.000 27.000 8.000 – –

Gietpotpuin 2004 2.400 2.400 – – –


ELEKTRICI- HUISVUIL-
VERBRAN-

Bodemassen (1) 2003 224.000 86.000 98.000 126.000 23.000


DING

Vliegassen 2003 29.000 0 29.000 – –


TEITSCEN-

Bodemassen 2002 86.000 69.000 3.400 13.600 –


TRALES

Vliegassen 2002 480.000 462.000 18.000 0 –

Mijnsteen 2004 500.000 (2) – – – –

Baggerslib 2001 580.000 (3) 180.000 400.000 – –

Glas 2002 208.000 123.000 85.000 – –

Straalgrit 2002 9.000 3.000 6.000 – –

Afval van natuurlijke 2002 196.000 102.000 Niet gekend Niet gekend Niet gekend
delfstoffen en natuurlijke
mineralen

Andere minerale afvalstof- 2002 373.000 264.000 Niet gekend Niet gekend Niet gekend
fen

Totaal – 10.163.400 7.923.400 822.400 799.000 192.400


1
( ) Deze cijfers gelden enkel voor de steenachtige fractie.
(2) De totale potentiële reserves kunnen op 90 Mt geschat worden. Het gegeven cijfer van 500.000 ton op jaarbasis is gebaseerd op een aanvraag voor een
gebruikscertificaat, dat geweigerd werd.
(3) Dit cijfer heeft betrekking op de gebaggerde hoeveelheden in 2001. Er is echter een belangrijke achterstand in de baggerwerken, zodat dit als een minimum
beschouwd moet worden.
(4) Voor het bepalen van het substitutiepotentieel voor het Limburgse maasgrind werden enkel reststoffen, geproduceerd in de provincies Antwerpen en
Limburg, in rekening gebracht.
(5) De grijsgekleurde velden hebben betrekking op zandsubstituten.

Afb. 6 Geografische spreiding van het verbruik van Limburgs rolgrind (per bruik gemaakt van een breed gamma aan grove
arrondissement). en fijnere granulaten. De belangrijkste grove
granulaten zijn gebroken kalksteen, rijngrind,
Minder dan 50.000 ton gebroken porfier, zeegrind, gebroken zand-
steen en Waals en Nederlands maasgrind. Wat
50.001 tot 100.000 ton de zandfractie betreft, wordt voornamelijk
100.001 tot 200.000 ton
groevezand, zeezand, rijnzand, scheldezand en
Nederlands maaszand toegepast. Gebroken
200.001 tot 400.000 ton kalksteen vertegenwoordigt met andere woor-
den het belangrijkste alternatief voor Limburgs
Meer dan 400.000 ton maasgrind, terwijl groevezand, zeezand en

WTCB-Dossiers – Nr. 2/2006 – Katern nr. 2 – pagina 4 Versie 27 juni 2006


NORMALISERING – REGLEMENTERING – CERTIFICERING Ö

Afb. 7 Geografische spreiding van het verbruik van Limburgs gebroken of rijnzand veelvuldig aangewend worden als
halfgebroken grind (per arrondissement). alternatief voor maaszand.
0
Verder komt duidelijk naar voren dat ook in
Minder dan 50.000 ton 1995 reeds gebruik gemaakt werd van een
breed gamma aan andere granulaten dan en-
50.001 tot 100.000 ton kel maasgrind en maaszand. Wat de grove
granulaten betreft, waren de koplopers net als
100.001 tot 200.000 ton
nu gebroken kalksteen, rijngrind en porfier.
200.001 tot 400.000 ton De meest gegeerde fijne granulaten waren
groevezand en rijnzand. Het aantal bedrijven
Meer dan 400.000 ton dat deze alternatieven toepast, blijkt de laatste
jaren bovendien aanzienlijk toegenomen te
zijn, terwijl het verbruik van maasgrind en
maaszand sterk verminderd is. Deze tendens
Afb. 8 Geografische spreiding van het verbruik van Limburgs maaszand (per wordt bevestigd door het feit dat 34 van de
arrondissement). 106 deelnemende betonbedrijven aangegeven
0 hebben dat ze de laatste 10 jaar geheel of ge-
deeltelijk overgeschakeld zijn op de verwer-
Minder dan 50.000 ton king van grindsubstituten.
50.001 tot 100.000 ton
Tot slot kwam uit de bus dat de meeste
100.001 tot 200.000 ton Vlaamse grindverwerkende betonbedrijven
zich door het wegvallen van de Limburgse
200.001 tot 400.000 ton grindwinning in de nabije toekomst verwach-
ten aan een gedwongen overschakeling op
Meer dan 400.000 ton andere granulaten, aan een sterke prijsstijging

Tabel 2 Overzicht van het huidige (2004) en vroegere (1995) verbruik van natuurlijke granulaten door de Vlaamse
betonbedrijven.

Type natuurlijk Aantal bedrijven


granulaat
TOTAAL VLAAMS-BRABANT ANTWERPEN LIMBURG
(OP 106 BEDRIJVEN) (OP 9 BEDRIJVEN) (OP 41 BEDRIJVEN) (OP 56 BEDRIJVEN)

Limburgs maasgrind en/of 73 83 6 5 24 27 43 51


maaszand

Limburgs maasgrind 67 Niet gekend 6 Niet gekend 22 Niet gekend 39 Niet gekend

Zeegrind 8 3 0 0 5 1 3 1

Rijngrind 19 10 1 0 9 4 9 4

Gebroken porfier 16 10 4 1 7 5 5 5

Gebroken kalksteen 58 28 7 1 20 17 31 17

Gebroken zandsteen 5 3 0 0 2 3 3 3

Waals maasgrind 4 1 0 0 3 1 1 1

Limburgs maaszand 48 Niet gekend 2 Niet gekend 9 Niet gekend 37 Niet gekend

Zeezand 48 8 6 1 20 2 22 2

Rijnzand 45 21 5 1 21 8 19 8

Scheldezand 18 9 2 0 10 2 6 2

Groevezand 51 32 5 2 14 16 32 16

Andere (basalt, graniet, 27 10 1 0 13 6 13 6


recyclagemateriaal, …)

Legende :
Cijfers voor het jaar 2004
Cijfers voor het jaar 1995

Versie 27 juni 2006 WTCB-Dossiers – Nr. 2/2006 – Katern nr. 2 – pagina 5


NORMALISERING – REGLEMENTERING – CERTIFICERING Ö

Afb. 9 Verbruik van natuurlijke granulaten in de betonindustrie in de provincies Vlaams-Brabant, Limburg en Antwer-
pen voor het jaar 2004.
Gebroken kalksteen (14 %)

Limburgs maasgrind (16 %) Andere granulaten (6 %)

Rijngrind (5 %)
Gebroken porfier (4 %)

Nederlands maaszand (0 %) Zeegrind (2 %)


Gebroken zandsteen (1 %)
Scheldezand (4 %) Waals maasgrind (1 %)

Nederlands maasgrind (0 %)

Rijnzand (11 %)
Limburgs maaszand (12 %)

Zeezand (12 %) Groevezand (12 %)

Afb. 10 Verbruik van natuurlijke granulaten in de betonindustrie in de provincies Vlaams-Brabant, Limburg en Antwer-
pen voor het jaar 1995.
Gebroken kalksteen (13 %)

Anderen granulaten (5 %)

Rijngrind (5 %)

Gebroken porfier (5 %)

Gebroken zandsteen (1 %)
Limburgs maasgrind en maaszand (37 %) Zeegrind (1 %)
Nederlands maasgrind (1 %)
en Waals maasgrind (0 %)

Groevezand (14 %)

Nederlands maaszand (0 %)
Rijnzand (10 %)
Zeezand (4 %)
Scheldezand (4 %)

voor de grondstoffen en de afgewerkte pro- volledig beeld kon opgesteld worden voor de vullen, nemen zij doorgaans hun toevlucht tot
ducten en aan een verhoogde druk op het trans- provincies Limburg, Antwerpen en Vlaams- andere granulaten, zoals gebroken kalksteen,
port. Het merendeel van de bedrijven gaat er Brabant. zandsteen of porfier, asfaltpuingranulaat en
echter van uit dat de gevolgen voor de tewerk- graniet.
stelling beperkt zullen blijven. Afbeelding 11 (p. 7) geeft een overzicht van
het granulaatverbruik in de verschillende Wat de fijne granulaten betreft, maken ze dan
bevraagde asfaltcentrales. weer voornamelijk gebruik van kalksteenzand,
4.2 BEVRAGING VAN DE ASFALTBEDRIJVEN zandsteenzand, natuurzand, rivierzand (schel-
Uit de enquête blijkt dat deze grondstof in dezand) en porfierzand.
In België zijn er in totaal 40 asfaltcentrales in Vlaanderen alleen nog maar gebruikt wordt
werking. 19 ervan liggen in het Vlaamse Ge- in de drie Limburgse centrales. Deze laatste Net zoals de betonbedrijven vrezen ook de
west, 1 ervan in Brussel en 20 in Wallonië. verbruiken in totaal zo’n 206.000 ton gebro- asfaltcentrales dat het wegvallen van de
Deze 40 centrales behoren tot 28 verschillende ken grind en ongeveer 70.000 ton grindzand. Limburgse grindwinning op termijn zal leiden
ondernemingen. Samen produceren ze op jaar- Daarnaast passen ze ook bij benadering tot een toename van de kostprijs voor de alter-
basis ongeveer 4 tot 4,5 Mt asfalt, waarvan 138.000 ton andere granulaten toe. natieve granulaten tengevolge van de hogere
2,5 Mt in Vlaanderen. transportkosten voor de aanvoer. Enkele be-
In de meeste asfaltcentrales is het gebruik van drijven houden zelfs rekening met een verlies
Van deze 28 ondernemingen werden 18 ant- maasgrind en maaszand dus te verwaarlozen. aan arbeidsplaatsen in Limburg.
woorden ontvangen, aan de hand waarvan een Om hun behoeften aan grove granulaten in te

WTCB-Dossiers – Nr. 2/2006 – Katern nr. 2 – pagina 6 Versie 27 juni 2006


NORMALISERING – REGLEMENTERING – CERTIFICERING Ö

Afb. 11 Verbruik van natuurlijke granulaten in de bevraagde asfaltcentrales (op een totaalverbruik van ongeveer
2,9 Mt).
Maasgrindzand (3 %)
Natuurzand (5 %) Gebroken maasgrind (7 %)
Zandsteenzand (5 %) Ander gebroken grind (2 %)

Porfiersteenslag (12 %)
Kalksteenzand (7 %)

Porfierzand (2 %)

Asfaltpuingranulaat (12 %)
Kalksteenslag (25 %)

Gebroken graniet (2 %)

Zandsteenslag (18 %)

5 DELFSTOFFENBELEID IN DE het zogenaamde Tweede Structuurschema geregeld door het ‘Provinciaal Omgevingsplan
OMLIGGENDE REGIO’S Oppervlaktedelfstoffen (SOD-II) van 2001 [4]. Limburg’ (POL 2001) (www.limburg.nl),
De voornaamste kwalitatieve beleidsdoelstel- waarin de doelstellingen uit het ‘Grondstoffen-
De markt voor primaire granulaten in Vlaan- ling op het gebied van delfstoffenwinning be- plan Limburg’ (GPL) van 1999 inzake de
deren is vast verankerd met deze van zijn om- staat erin ‘op een algemeen maatschappelijk grondstoffenwinning integraal zijn overgeno-
liggende regio’s. Zo worden er via Nederland aanvaardbare en verantwoorde manier te vol- men. Zowel het POL als het GPL streven naar
aanzienlijke ladingen Duits grind aangevoerd doen aan de vraag naar bouwgrondstoffen voor een spaarzame omgang met primaire grond-
naar Antwerpen, wordt er over de verschillen- particulieren, overheid en bedrijven’. Dit bete- stoffen en naar het maximale gebruik van ge-
de waterwegen een grote hoeveelheid Waalse kent dat men tracht te voorzien in de eigen recycleerde, secundaire en hernieuwbare ma-
kalksteen naar Nederland verscheept en vindt grondstoffenbehoefte via kwaliteitsvolle, terialen als hoogwaardige bouwgrondstoffen.
het Limburgse grind een makkelijke afzet- maatschappelijk aanvaardbare ontgrondings-
markt in de Nederlandse betonsector. projecten, waarbij rekening gehouden wordt De kwantitatieve beleidsdoelstellingen in Ne-
met het principe van de multifunctionele ont- derland zijn vervat in de zogenaamde Taak-
De grondstofvoorraden en het delfstoffenbe- gronding. Een tweede aandachtspunt is de ver- stellingen, die de hoeveelheden grind, beton-
leid in de omliggende regio’s hebben dus een vanging van primaire materialen door secun- zand en metselzand vastleggen, die door de
niet te onderschatten invloed op de Vlaamse daire en hernieuwbare materialen, evenals het verschillende provincies binnen een wel-
granulaatvoorziening. beperken van de import van grondstoffen uit bepaalde periode (1999-2008) moeten gewon-
het buitenland. nen worden.

5.1 HET DELFSTOFFENBELEID IN NEDERLAND Het specifieke grondstoffenbeleid in de pro- Naar de toekomst toe (vanaf 2009) heeft de
vincie Limburg wordt op zijn beurt wettelijk Nederlandse overheid ervoor gekozen haar
Nederland produceert jaarlijks zo’n 125 Mt
beton- en metselzand, grind, industriële kalk-
steen, mergel en klei om aan zijn totale bouw-
grondstoffenbehoefte van 150 Mt per jaar te i HET GRENSMAASPROJECT
voldoen. De import bestaat in eerste instantie
uit steenslag, grof zand, grind en kalksteen, Een belangrijke ontwikkeling voor de Nederlandse grindwinning is de realisatie van het
terwijl betonzand, metselzand en grind de zogenaamde Grensmaasproject. Dit project heeft vier grote doelstellingen :
voornaamste exportproducten zijn. • in de eerste plaats streeft het naar natuurontwikkeling
• in de tweede plaats wil het een betere bescherming bieden tegen hoogwater
• in derde instantie streeft het naar de verbetering van de scheepvaartroutes op de
Een belangrijke bijdrage tot de totale grond- Grensmaas
stoffenvoorziening in Nederland wordt gele- • ten vierde wenst men tussen 2005 en 2020 zo’n 53 Mt grind te ontginnen in deze
verd door de provincie Limburg. Hier wordt regio.
hoofdzakelijk grind, zand, kalksteen, klei en
kwartszand ontgonnen. Een groot deel van het Deze grindwinning, die het Grensmaasproject zou moeten financieren, zal nog tot de
grind en het zand wordt bovendien uitgevoerd afloop van het project de nationale grindbehoefte kunnen blijven invullen. Daarna
naar de buurlanden. De productie van grind, zullen alle overheidseisen op het gebied van de grindwinning verdwijnen.
betonzand, metselzand en ophoogzand ver-
In het Nederlandse delfstoffenbeleid wordt geen rekening gehouden met de gevolgen
toont de laatste 15 jaar wel een dalende trend. van het Vlaamse Grinddecreet. Het verdwijnen van de Limburgse grindwinning wordt
beschouwd als een normale marktontwikkeling, waarvoor de Nederlandse grondstof-
Het huidige Nederlandse nationale grondstof- fenmarkt een oplossing moet zoeken (bv. import van grind uit andere landen of het
fenbeleid wordt bepaald door de ‘Nota Ruim- gebruik van alternatieven).
te’ uit 2004, die in belangrijke mate steunt op

Versie 27 juni 2006 WTCB-Dossiers – Nr. 2/2006 – Katern nr. 2 – pagina 7


NORMALISERING – REGLEMENTERING – CERTIFICERING Ö

strikt regulerende rol op het vlak van de In het Waalse delfstoffenbeleid staat duurzame • de technologische, milieutechnische en eco-
delfstoffenwinning af te bouwen om uitein- ontwikkeling centraal. De kwalitatieve doel- nomische gevolgen voor het productie-
delijk over te gaan naar een vrije delfstoffen- stellingen zijn opgenomen in het ‘Plan voor proces van de traditionele grindgebruikers
markt, waarbij de overheid enkel nog zal wa- Duurzame Ontwikkeling’ (PEDD) uit 1995 en • de prospectie van grindbesparende projec-
ken over de optimale werking ervan. Deze beogen een evenwicht tussen de nood aan pri- ten, waarbij grindbesparing beschouwd
wijziging zal waarschijnlijk leiden tot een te- maire grondstoffen, de impact op de maat- wordt als een bijzonder geval van grindsub-
kort aan grof zand in Nederland en tot de gra- schappij en de omgeving en het mogelijke stitutie.
duele afbouw van de klassieke grindwinning gebruik van gerecycleerde granulaten als
langs de Maas. grindsubstituut. De laatste oproep tot projectvoorstellen,
waarin het thema ‘marketing’ expliciet opge-
Kwantitatieve doelstellingen worden niet ge- nomen werd, loopt tot eind mei 2006. Zo is er
5.2 HET DELFSTOFFENBELEID IN DUITSLAND geven. Alles wordt overgelaten aan de vrije voor projectvoorstellen, die zich specifiek rich-
marktwerking. Zo liggen een toekomstige uit- ten op de ondersteuning van de commercia-
Duitsland produceert jaarlijks ongeveer breiding van de grondstoffenwinning (via het lisering van grindsubstituten, een subsidie ten
650 Mt zand, grind, kalksteen, kwartszand, heropenen van oude groeves of het aansnij- bedrage van maximum 75.000 EUR mogelijk.
klei en steenslag. Het ontgonnen zand, grind den van nieuwe terreinen) en de beslissing om
en steenslag wordt zowel geëxporteerd als te exporteren naar het buitenland in handen Voor meer informatie hieromtrent verwijzen
geïmporteerd [3]. van de exploitanten zelf. De invloed van de we naar de website van het Grindcomité
overheid wordt beperkt tot het verlenen van (www.grind-limburg.be) of kan contact opge-
Het Duitse grondstoffenbeleid wordt bepaald de milieu- en exploitatievergunningen voor de nomen worden met het WTCB (info@bbri.be).
door het Federale Ruimtelijke Ontwikke- grondstoffenwinning.
lingsprogramma (BROP) van 1969 en door de
Federale Mijnwet van 1980. Het streeft naar In Wallonië is de afbouw van de grindwinning 7 BESLUIT
een evenwicht tussen de economische, sociale in Limburg en Nederland duidelijk te merken
en ecologische belangen van de ontgin- aan de verhoogde interesse vanuit het buiten- De geplande afbouw van de grindwinning in
ningssites, naar de volledige ontginning van land voor de Waalse groeveactiviteiten. Ook de provincie Limburg laat zich reeds verschil-
de aanwezige grondstoffen en naar de meest de vraag tot uitbreiding van bestaande groe- lende jaren voelen. Zo stelt men sedert het jaar
hoogwaardige en zuinige toepassing van de ven of tot het heropenen van oude steengroe- 2000 niet alleen een daling van de grind-
primaire grondstoffen. Daarnaast staat de ver- ven neemt gestaag toe. Er worden echter geen productie, maar ook van de lokale beschik-
vanging van voornoemde primaire delfstoffen belangrijke problemen in verband met de be- baarheid aan maasgrind en maaszand in Vlaan-
door secundaire en hernieuwbare materialen schikbaarheid van grove granulaten verwacht. deren vast. In 2004 bedroeg de totale productie
centraal. van Limburgs maasgrind nog maar 6,1 Mt. De
lokale beschikbaarheid varieerde op haar beurt
Het delfstoffenbeleid in Niedersachsen is vast- 6 SUBSIDIES VOOR ONDERZOEKS- tussen 2,2 en 3,3 Mt per jaar. Deze lage cij-
gelegd in het ‘Ruimtelijke Ordeningsprogram- PROJECTEN NAAR GRINDVER- fers kunnen toegeschreven worden aan de af-
ma Niedersachsen’ en het ‘Ruimtelijke Orde- VANGING nemende invoer van grind uit Engeland, Ne-
ningsplan Niedersachsen’ van 1994 (gewijzigd derland en Duitsland en aan de belangrijke uit-
in 1998 en 2002). In Nordrhein-Westfalen gel- Het Onderzoekscomité van het Grindfonds voer van Limburgs grind naar onze buurlan-
den het ‘Landontwikkelingsplan Nordrhein- kent subsidies toe aan innoverende projecten den (voornamelijk Nederland), waardoor de
Westfalen’ uit 1995 en de ‘Gebiedontwikke- van grindsubstituerende of grindbesparende grinduitvoer sedert 1998 de invoer overstijgt.
lingsplannen’ uit 2003 als de basisdocumen- aard en lanceert in deze context ‘open oproe-
ten. In beide deelstaten wordt ervoor geopteerd pen tot projectvoorstellen’. Hierin wordt aan Het totale Belgische granulaatverbruik (met
om de exploiteerbare vindplaatsen van grond- ondernemingen (o.a. KMO) en andere instel- inbegrip van grind) bedraagt ongeveer 30 Mt
stoffen op langere termijn veilig te stellen door lingen gevraagd om onderzoeksprojecten in te per jaar. De belangrijkste natuurlijke grind-
bepaalde maatregelen te treffen op het vlak van dienen, waarin bepaalde aspecten van de grind- substituten zijn gebroken kalksteen, zandsteen
ruimtelijke ordening. Er werden daarentegen substitutie, die van belang zijn voor hun acti- en porfier uit Wallonië. Het zijn m.a.w. de
geen kwantitatieve doelstellingen in verband viteit of bedrijfstak en die kaderen binnen de Belgische primaire granulaten die de afbouw
met de winning van delfstoffen geformuleerd. prioritaire researchthema’s van het Onder- van de Limburgse grindwinning hebben op-
zoekscomité, nader bestudeerd of ontwikkeld gevangen. Wat de andere mogelijke grind-
Door het nakende wegvallen van de Vlaamse worden. vervangers (zoals kunstgranulaten en rest-
en Nederlandse grindwinning vreest men in stoffen) betreft, kan men stellen dat hun markt-
Duitsland dat de import vanuit Nordrhein- Na afronding van een eenvoudige selectie- aandeel in Vlaanderen over de afgelopen ja-
Westfalen sterk zal toenemen, met een over- procedure kunnen de aanvaarde onderzoeks- ren ongeveer stabiel gebleven is en dat er wei-
belasting van deze regio als gevolg. projecten genieten van een subsidie van 50 % nig veranderingen zijn op dit gebied.
op het totale onderzoeksbudget. Eventuele
proefinstallaties worden a rato van 25 % ge- Uit een enquête, uitgevoerd bij de grindver-
5.3 HET DELFSTOFFENBELEID IN WALLONIË subsidieerd. Daarnaast is er ook reeds een werkende beton- en asfaltbedrijven uit de pro-
marketingaandeel van 25 % op het totale bud- vincies Limburg, Antwerpen en Vlaams-Bra-
Wallonië produceert bij benadering 65 Mt get mogelijk. bant blijkt dat het Limburgse maasgrind en
grondstoffen, waarvan zo’n 10 Mt wordt uit- maaszand momenteel nog vrij vaak aangewend
gevoerd naar de omringende landen [2]. De De hiervoor vermelde prioritaire research- worden in de granulatenmix. Toch hebben de
belangrijkste ervan zijn gebroken kalksteen, thema’s hebben voornamelijk betrekking op : gebruikte hoeveelheden bij alle bedrijven over
porfier en zandsteen (onder de noemer steen- • de technologische ontwikkeling en de eco- de laatste 10 jaar een sterke daling gekend.
slag) en verder ook nog zand, klei, industriële nomische haalbaarheid van grindsubstituten Het merendeel van de grindverwerkende be-
kalksteen en grind. De regio exporteert voor- • de milieutechnische en milieuhygiënische drijven verwacht zich door het wegvallen van
namelijk kalksteen en steenslag, terwijl zand aspecten van het gebruik van grindsubsti- de Limburgse grindwinning in de nabije toe-
het importproduct bij uitstek vormt. tuten komst aan een gedwongen overschakeling op

WTCB-Dossiers – Nr. 2/2006 – Katern nr. 2 – pagina 8 Versie 27 juni 2006


NORMALISERING – REGLEMENTERING – CERTIFICERING Ö

andere granulaten, aan een prijsstijging voor baarheid aan maasgrind zonder al te veel pro-
de grondstoffen en de afgewerkte producten
en aan een verhoogde druk op het transport.
blemen te kunnen opvangen. ■ i NUTTIGE INFORMATIE

Nuttige links
Uit een analyse van het grondstoffenbeleid in
de omliggende regio’s komt naar voren dat
men in Nederland tracht om op een maatschap-
i DANKWOORD • www.grind-limburg.be : website van
het Grindcomité en zijn subcomités,
pelijk aanvaardbare wijze te voorzien in de waarop men onder meer de integrale
Dit artikel is gebaseerd op de Tweede versie van de Tweede Actualisatie-
behoefte aan bouwgrondstoffen, waarbij de
Actualisatiestudie Globaal Actieplan studie Globaal Actieplan (Eindver-
geproduceerde hoeveelheden bepaald worden (Eindverslag), uitgevoerd in opdracht
door de vrije marktwerking. De Duitse deel- slag) kan consulteren
van het Onderzoekscomité van het
staten Nordrhein-Westfalen en Niedersachsen Grindfonds. Deze studie is integraal • www.vlaanderen.be : website van de
kiezen er op hun beurt voor de exploiteerbare beschikbaar via de website van het Afdeling Natuurlijke Rijkdommen en
vindplaatsen op lange termijn veilig te stellen Grindcomité (www.grind-limburg.be). Energie (ANRE) van het Ministerie
van de Vlaamse Gemeenschap. Hier
door het uitwerken van ‘voorrangsgebieden’.
Het WTCB houdt zich eraan de vindt men een schat aan informatie
In Wallonië tenslotte staat de duurzame ont- over de grindwinning in Limburg
andere auteurs van deze gemeen-
wikkeling centraal, ondanks het feit dat de
schappelijke studie, met name Prof. • www.limburg.nl : website van de
ontginning gestuurd wordt door de vrije markt- F. Rentmeesters (LUC), Dr. P. Nielsen Nederlandse provincie Limburg,
werking. Enkel in Nordrhein-Westfalen vreest (VITO) en ir. L. De Bock (OCW), waarop onder andere het Provinciaal
men dat de afbouw van de Limburgse grind- uitdrukkelijk te bedanken voor hun Omgevingsplan Limburg (2001) kan
winning negatieve gevolgen zal hebben. De bijdragen. geraadpleegd worden.
andere regio’s denken de verminderde beschik-

t LITERATUURLIJST
1 …
Actualisatiestudie Globaal Actieplan (Eindverslag). Studie uitgevoerd in opdracht van het Onderzoekscomité van het Grindfonds, in
samenwerking tussen WTCB, LUC, VITO en OCW. Brussel, WTCB, WTCB-Rapport DE 6108231, 2001.

2 Desmyter J., Van Dessel J., Hilde V. en Leuridan A.


Construction raw materials policy and supply practices in Northwestern Europe. Facts and Figures. Belgium. Den Haag, Ministerie
van Verkeer en Waterstaat, Dienst Weg- en Waterbouwkunde, Rapport DWW-2003-020, Publicatiereeks grondstoffen 2003/01, 2003.

3 Knoll A. en Kramer R.
Construction raw materials policy and supply practices in Northwestern Europe. Facts and Figures. Lower Saxony and North-Rhine/
Westphalia (Germany). Den Haag, Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Dienst Weg- en Waterbouwkunde, Rapport DWW-2003-023,
Publicatiereeks grondstoffen 2003/04, 2003.

4 Koopmans T.P.F., Broers J.W. en Pietersen H.S.


Construction raw materials policy and supply practices in Northwestern Europe. Facts and Figures. The Netherlands. Den Haag,
Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Dienst Weg- en Waterbouwkunde, Rapport DWW-2003-024, Publicatiereeks grondstoffen
2003/05, 2003.

5 Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap


Decreet tot wijziging van het decreet van 14 juli 1993 tot oprichting van het Grindfonds en tot regeling van de grindwinning. Brussel,
Belgisch Staatsblad, 16 augustus 2005.

6 Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap


Decreet van 14 juli 1993 tot oprichting van het Grindfonds en tot regeling van de grindwinning. Brussel, Belgisch Staatsblad,
14 oktober 1993.

7 …
Tweede Actualisatiestudie Globaal Actieplan (Eindverslag). Studie uitgevoerd in opdracht van het Onderzoekscomité van het Grind-
fonds, in samenwerking tussen WTCB, LUC, VITO en OCW. Brussel, WTCB, WTCB-Rapport DE 61010, 2005.

8 …
Voorbereidende studie voor een Globaal Actieplan (Informatiedocument). Studie uitgevoerd in opdracht van het Onderzoekscomité
van het Grindfonds, in samenwerking tussen WTCB, LUC, VITO en OCW. Brussel, WTCB, WTCB-Rapport DE 71047/1, 1996.

Versie 27 juni 2006 WTCB-Dossiers – Nr. 2/2006 – Katern nr. 2 – pagina 9

You might also like