Professional Documents
Culture Documents
Goed handelen H2
ethiek: nadenken over Het Goede
Ethiek, ‘ethos’
Descriptief = zelf geen oordeel vellen. Verklaren van waarden en normen die naar voorkomen
in bepaalde groepen.
= wetenschappelijke discipline
Objectief: waarneembaar
-> objectief
-> systematisch
-> kritisch
Subjectief.
Prescriptief = ethici dragen zelf standpunten uit en verdedigen deze ook. Subjectief. Sluit aan bij
iemands levensbeschouwing
Deugdethiek - aristoteles
Grieks filosoof – leerling van Plato
Kwaad handelen? Dan nog niet voldoende geoefend in het vinden van de middenweg.
1. Matigheid
2. Wijsheid
3. Moed
4. Rechtvaardigheid
2. Rechtvaardigheid
3. Geloof
4. Liefde
5. Hoop
6. Moed
7. Matigheid
Zeven ondeugden
1. Gulzigheid
2. Hebzucht
3. Luiheid
4. Jaloezie
5. Woede/wraakzucht
6. Hoogmoed/ ijdelheid
7. Lust
2. hij vindt het jaren kater nog zo erg Omdat hij die diefstal heeft gepleegd omwille van genot
3. hij verschilt van de Griekse filosofen Hij begaat het kwaad uit vrije wil, terwijl hij heel goed
weet dat het slecht is.
4. probleem van het morele hellende vlak is dat Kwaad begint bij iets kleins, maar kan eindigen
bij veel ergere misdaden.
5. slechte daden worden gemotiveerd door De kick, groepsdruk, het verlangen om een object
te bezitten
6. het verlangen van Mensen om een object te verkrijgen of de angst van Mensen om een
object te verliezen leidt tot ongelukkig zijn Omdat mensen zich vastklampen aan
vergankelijke dingen (= zaken die kapot gaat)
7. Het uitgangspunt van deze redenering is een graduele visie op het bestaaneen rangorde in
de natuur
8. De geordende verlangens zijn verlangens naar wat hoger staat in de rangorde (maakt
gelukkig)
9. ongeordende verlangens zijn verlangens naar wat lager staat in de rangorde (maakt
ongelukkig)
2.2. GEVOLGENETHIEK
Gevolgenethiek of utilitarisme
19e eeuw Engeland
Een daad is goed of fout afhankelijk van het gevolg. (consequenties tellen)
o Nastreven van genot mag geen nadelige of schadelijke gevolgen hebben voor iemand
anders
Zolang mensen de vrijheid van anderen niet aantasten, moeten ze kunnen doen en denken
wat ze willen
PLICHTSETHIEK – I. KANT
Verlichtingsdenken
18e eeuwse Duitse filosoof
Mensen doen het goede als ze zich laten leiden door hun verstand (de rede).
Categorische imperatief
Het is je plicht om het goede te doen.
Universaliseerbaarheid
Mensenrechtenethiek
Verlichtingsdenkers: mensen worden geboren met bepaalde rechten ‘inaliénable et sacré’
Thomas Hobbes en John Locke (VK) en Jean-Jacques Rousseau (Fr)
La Déclaration des droits de l’homme et du citoyen (1789)
Universele verklaring van de rechten van de mens (1948)
1954 Brown vs Board of Education – segregatie op Amerikaanse scholen
ongrondwettelijk.
Civil rights movement
De gruwel van de oorlog toont dat de menselijke rede als bron van morele wijsheid gevaarlijk
kan zijn.
Het Milgram-experiment
Het verlies van de morele zekerheid
Nietzsche
Mensenrechten zijn een uitvinding van de gewetensvolle losers om zich te beschermen tegen
de gewetensvolle winnaars
Geen ethiek, maar esthetiek: van het leven een kunstwerk maken.