Deur: wind

 We maken met de hele groep een wave.

Deur spreuken:
De leerkracht zegt een magische spreuk, de kinderen
zoeken een woord dat in het rijmpje past.

Ik wens dieren die je kan strelen,

En veel vrienden om mee te …… (spelen)

Ik wens iedereen veel gouden munten,

En een rapport vol goede …… (punten)

Ik wens veel plezier voor mijn oor,

We luisteren naar het kerst ….. (koor).
AANLSLUITEND HET KERSTKOOR?

Deur: snelheid,

Er wordt een voorwerp doorgegeven en we proberen dit zo

snel mogelijk te doen, er verschijnt een stopwatch op het
bord.

Of:

We doen een race in de rijen waar de kinderen zitten, Ze

moeten het voorwerp om ter snelste aan de overkant
brengen.
Deur: muziek.

De lk klapt een ritme met de handen (en evt. voeten), de

kinderen proberen dit na te doen.

Gekke dingens deur:

Iedereen mag zijn gekste bek trekken, er wordt een foto

genomen van de hele groep.