Professional Documents
Culture Documents
Spelletjesochtend 'Oranje'!
Voor deze spelletjesochtend heb je een flink aantal 'oranje' spelletjes nodig. Deze spelletjes
worden door groepjes kinderen gespeeld. Kijk hierboven voor tips omtrent de organisatie.
Koningsspelen in oranjestijl
Deze spelletjes zijn bedacht voor de onderbouw.
Kroontje doorgeven
De kinderen staan in een rij. Het laatste kind heeft een kroon op zijn/haar hoofd. Dit kind zet
de kroon op het hoofd van het kind voor zich. Daarna rent hij/zij snel van achter naar voor
en sluit vooraan in de rij aan. Het kind dat nu de kroon op zijn/haar hoofd heeft zet hem op
het hoofd van degene voor zich etc.
De hele groep moet een vooraf bepaalde eindstreep behalen. Eventueel kun je de tijd
opnemen.
Stokpaardje rijden
Zet een leuk parcours uit en lig dit op een stokpaardje af. Hoe snel ben je?
Ezeltje prikje
Print een afbeelding van Willem-Alexander uit. Prik deze op een prikbord of hang hem op
een magneetbord dat je buiten kunt zetten.
Print ook een kroontje uit. Blinddoek de kinderen één voor één. Kunnen ze het kroontje op
het hoofd van Willem-Alexander prikken/hangen?
Vlaggenstok
Iedereen staat in een kring. Eén kind loopt om de kring met een rood-wit-blauw vlaggetje in
de hand. Dit kind houdt op een gegeven moment de vlag tussen 2 personen in. Deze 2
kinderen rennen zo snel mogelijk, in tegengestelde richting, om de kring heen. Als ze elkaar
tegenkomen moeten ze elkaar een hand geven.
Wie is het eerst terug bij de vlag? Dit kind mag nu om de kring lopen.
'Ranja'transport
Zet een bak met oranje water klaar (water met kleurstof, met wat oranje verf erdoor, wat
ranja, crêpepapier...).
De kinderen scheppen het water in een doorzichtig, plastic bekertje. Ze rennen er, om de
beurt, mee naar een emmer die aan de andere kant staat. Hoeveel water kan het groepje in
een bepaalde tijd overbrengen?
Je kunt de kinderen de bekertjes met water ook aan elkaar door laten geven. De kinderen
staan dan in een rij van de ene bak naar de andere.
Variant: Geef het water boven je hoofd door.
Stoepkrijten
Maak een mooie koninklijke tekening. De kinderen kunnen de koning of koningin tekenen,
de gouden koets, kroontjes, vlaggetjes...
Kroontjesloop
Teken een aantal kroontjes op grote stukken karton (zo stevig mogelijk, bijv. karton van een
doos).
De kroontjes liggen in een rij op de grond. De kinderen staan op de kroontjes. Er moet één
kroontje overblijven, hier staat niemand op. Het laatste kind pakt dit kroontje en geeft het
door naar voren. Nu kan het kind dat vooraan staat op dit kroontje stappen en kan de hele
rij een plek opschuiven. Het laatste kind pakt opnieuw het vrijgekomen kroontje op en geeft
dit door naar voren. Etc. Hoe snel ben je aan de overkant? Je kunt ook een race tussen 2
groepjes houden.
Oranjequiz
De groepsleider stelt de groep vragen over oranje voorwerpen of over het koningshuis.
Bedenk de vragen van tevoren, print ze uit en lamineer ze.
Koningsverkleedspel
Tover jezelf om tot een koning of koningin!
* Gooi om de beurt met de dobbelsteen. Wanneer je 6 gooit mag je jezelf verkleden. Maar,
als er ondertussen iemand anders 6 gooit moet je de kleding weer uit doen en mag dat kind
zich verkleden. Wie kan zichzelf helemaal verkleden?
Eventueel: wanneer je helemaal verkleed bent mag je wat lekkers eten, tot iemand anders 6
gooit.
* Gooi om de beurt met de dobbelsteen. Bij elk getal mag je een bepaald kledingsstuk
aantrekken. Wie is het eerst helemaal aangekleed?
Je hebt hiervoor wel heel veel koningskleding nodig!
Oranje kimspel
Verzamel een heleboel oranje voorwerpen. De kinderen mogen hier even naar kijken.
Daarna doen ze de ogen dicht. Er wordt iets weggepakt. Wat is weg?
Kroontje leggen
In plaats van een zakdoekje, wordt er een kroontje gelegd.
(Oud)Hollandse spelletjes
(Oud)Hollandse spelletjes om te spelen tijdens een spelletjesochtend. Kies een flink aantal
spelletjes uit. Deze spelletjes worden door groepjes kinderen gespeeld. Kijk bovenaan op
deze pagina voor tips omtrent de organisatie.
Koekhappen
Nodig: peperkoek/ kruidkoek, touw
Span een touw tussen 2 punten (paal, boom o.i.d.). Snijd plakjes peperkoek. Maak touwtjes
aan elke snee peperkoek vast. Hang de peperkoek aan het gespannen touw.
De kinderen gaan bij een peperkoek staan en doen de handen op de rug. Lukt het ze om de
peperkoek van het touw te happen?
Spijkerpoepen
Nodig: glazen flesjes of plastic flesjes met water/zand erin, spijkers, riemen, touw
Maak een spijker aan een touwtje vast. Maak het touw aan een riem vast.
De kinderen doen de riem om en gaat met de spijker boven een flesje hangen. Op een
startsein moet iedereen proberen de spijker in de fles te krijgen. Je mag je handen niet
gebruiken! Wie lukt het het eerst?
Snoephappen
Nodig: een teil met water, zuurtjes, handdoek
De kinderen gaan voor de teil zitten. Ze proberen een zuurtje uit de teil te happen, zonder de
handen te gebruiken!
Laat kinderen eventueel met een wasknijper happen naar in plastic verpakte
snoepjes/koekjes.
Zaklopen
Nodig: juten zakken (aardappelzakken of van Sinterklaas), pilonnen
Zet een parcours uit, bijv. door een startpunt en eindpunt aan te geven met pilonnen. De
kinderen gaan in een juten zak staan. Op het startsein springen ze zo snel mogelijk naar de
overkant (en terug). Wie is het snelst?
Tip: Speel dit spel op het gras!
Touwtrekken
Nodig: een dik touw, een lintje in het midden van het touw, een lijn op de grond
Maak 2 groepen. Wie trekt het touw en daarmee de hele groep aan de andere kant over de
lijn?
Ballontrappen
Nodig: ballonnen, touw
Blaas de ballonnen op en bind ze met een touwtje om je enkel.
Alle kinderen hebben een ballon. Ze proberen de ballon van een ander stuk te trappen. Wie
blijft over?
Kloslopen
Nodig: klossen, pilonnen
Zet een parcours uit. De kinderen lopen dit op klossen. Als ze vallen moeten ze opnieuw
beginnen. Wie is het eerst of snelst aan het eind?
Steltlopen
Nodig: stelten
Laat de kinderen oefenen met steltlopen of zet een parcours uit dat ze snel mogelijk
afgelegd moet worden.
Blikgooien
Nodig: blikken, een kleine bal, tafel
Stapel de blikken. Zet ze op een tafel.
Markeer een punt waarachter de kinderen moeten staan. Ze mogen 3x met een balletje
gooien. Hoeveel blikken gooien ze om?
Hoepel rollen
Nodig: hoepels
Rol de hoepels over de stoep. Welke hoepel rolt het verst?
Kunnen de kinderen de hoepel ook zo gooien dat hij terug komt?
Zet een parcours uit dat de kinderen, rollend met de hoepel, af moeten leggen.
Ezeltje prik
Nodig: een afbeelding, prikbord/ magneetbord, blinddoek
Hang een afbeelding, bijv. van een ezel, op een prik- of magneetbord. Kopieer de staart en
maak deze vast aan een magneet/punaise. De kinderen proberen de staart, met blinddoek
om, op de juiste plaats op de ezel te prikken. Wie zit er het dichtst bij?
Kruiwagenrace
Nodig: 2 kruiwagentjes
2 Kinderen nemen plaats in de kruiwagen. 2 Kinderen duwen. Wie kan het snelst een
parcours afleggen?
Sjoelen
Nodig: sjoelbak
Wie scoort de meeste punten met sjoelen?
Spelregels:
Het is de bedoeling dat de schijven door de poorten van de sjoelbak worden geschoven.
Nadat alle sjoelschijven zijn geworpen, worden degene die niet in de poorten terecht zijn
gekomen gebruikt voor de tweede beurt. Als er na deze tweede beurt wederom schijven zijn
die niet in de poorten van de sjoelbak terecht zijn gekomen, worden deze gebruikt voor de
derde beurt. Na deze derde beurt worden de punten geteld.
Om bij het sjoelen te bepalen of een schijf wél of niet geteld mag worden als hij bij de
opening van een poort ligt geldt dat de steen in zijn geheel de poort moet zijn gepasseerd.
Dit zijn de regels van het sjoelen zoals die bij officiële wedstrijden wordt gehanteerd. Een
niet-officiële methode is het schuiven van de wijsvinger langs de poorten. Schuift de schijf er
alsnog in, dan geldt een punt, anders niet natuurlijk.
Komt een sjoelsteen geheel of gedeeltelijk op een andere steen in de sjoelbak te liggen
tijdens het spel, dan spreken we bij het sjoelen van een 'bok' en mag deze steen niet meer
opnieuw worden geworpen. Wanneer een steen tijdens het spel uit de sjoelbak of uit de
vakken springt, dan geldt hetzelfde.
Puntentelling:
De puntentelling van het sjoelen: de poorten van de sjoelbak hebben waardes van 1 t/m 4.
Als er in elke poort een steen zit, dan is de waarde niet 10, maar levert je een puntentotaal
op van 20. En uiteraard: in elke poort 2 sjoelschijven betekent 40 punten met sjoelen. In elke
poort 3 = 60 etc. De overige schijven hebben gewoon het aantal punten van de poort waarin
ze zitten.
Dus: in elke poort 2 schijven = 40 punten. Plus nog 2 schijven in 4 en 1 schijf in 3 = totaal 51
punten.
Kegelen
Nodig: kegels of plastic flessen, een bal
Zet de kegels neer. Markeer een punt waarachter de kinderen moeten staan. Ze mogen de
bal 2 keer gooien en moeten zoveel mogelijk kegels omver gooien.