Dodemomentspelletjes

VERANTWOORDELIJKE(N): Noa
Wanneer: Tijdsduur: Terrein: Aantal deelnemers:
Materiaal voorzien door Kazou (aantallen!) Materiaal zelf voorzien
 
INKLEDING / INLEIDING
Terrein - Inkleding - Aantal - Uitleg - Naam - Duur - Taakverdeling - Inclusie – Materiaal

SPELVERLOOP

Roof in de circustent

Iedereen staat in een kring, in het midden staan 1 of meerdere personen geblinddoekt, zij zijn de
tikkers. Er ligt een voorwerp/ meerdere voorwerpen die lawaai maakt (bv. Monisjaal, sleutelbos,..)
dicht bij de tikker(s). De rest moet de voorwerpen proberen pakken zonder getikt te worden, ze
moeten dus zo stil mogelijk zijn als ze de voorwerpen willen nemen.

Napoleon:

Iedereen staat in een cirkel, 1 iemand loopt rond de cirkel met een sjaaltje terwijl de rest het liedje
napoleon zingt. Als het liedje eindigt gaat de persoon met het sjaaltje stilstaan tussen tussen de 2
personen bij wie die op dat moment passeert stilstaan en houd het sjaaltje aan de buitenkant van de
kring. De personen naast degene met het sjaaltje lopen een rondje elk in een andere richting, als ze
elkaar kruisen geven ze elkaar een knuffel en proberen dan om ter eerst het sjaaltje te pakken.
Degene die het sjaaltje gepakt heeft moet dan op het liedje rond de kring stappen enz. Napoleon
kunnen we in het liedje vervangen door clowntje.

Pidoing:

Iedereen staat in een cirkel, één iemand staat in het midden. Samen zingen we het pidong liedje. De
persoon in het midden wandelt tijdens het zingen. Op het einde van het liedje gaat hij voor iemand
staan en zegt pidong. De andere in de cirkel antwoord met pidong, waarna de eerste zich omdraait
en pidong zegt. Samen gaan ze nu op de wandel, het lied wordt gezongen. Op het einde van het lied
gaat de voorste, voor iemand in de cirkel staan. Hij zegt pidong tegen deze persoon. Deze persoon
antwoord met pidong. De eerste zegt draait zich om en zegt pidong tegen iedereen die achter hem in
de slang staat. De rest van de slang antwoord, 1 voor 1 pidong, terwijl ze zich ook 180° draaien.De
nieuwe eerste persoon van de slang wandelt verder. Dit doen we verder tot iedereen in de slang zit.
Wanneer men pidong zegt, moet men ook een klein sprongetje maken.
Clowns en goochelaars:
De deelnemers staan in twee rijen, met de rug tegen elkaar... De ene rij zijn de clown, de andere de
goochelaars. De bedoeling is dat als de leiding ‘clowns’ zegt, de clowns weg lopen en de goochelaars
moeten proberen deze te tikken.De clowns zijn veilig als ze over een bepaalde grens zijn gelopen. Als
de leiding ‘goochelaars ’ zegt lopen de goochelaars weg en lopen de clowns erachter, wie getikt is
moet naar de andere rij.
Halloagogo:
Iedereen staat in een kring, er wordt een liedje gezongen en terwijl wordt er een handklapspelletje
gedaan (iets te moeilijk om uit te schrijven J)

1
SLOT/AFRONDING

TAAKVERDELING