Professional Documents
Culture Documents
Mijn naam is Solin Genç en ik ben 24 jaar oud. Momenteel ben ik vierdejaars studente van
de lerarenopleiding Aardrijkskunde aan de Hogeschool Rotterdam. Ik ben niet de typische
student die van de Havo komt. Hiervoor heb ik de opleiding Juridisch Medewerker Openbaar
Bestuur niveau 4 afgerond. Na de afronding hiervan wist ik niet of ik verder wou studeren of
niet, zodoende besloot ik om een jaartje te werken bij mijn voormalige stagegever. Tijdens
mijn tussen jaar kwam ik tot het besef dat ik toch wel verder wou studeren, en het liefst ook
het gene wat altijd in mijn achterhoofd bleef hangen, de leraren opleiding. Desondanks ik in
het verleden enkel aardrijkskunde in de onderbouw had gevolgd, kwam het vak
aardrijkskunde het dichts bij mijn interesse.
In het eerste en tweede jaar van de studie heb ik stage mogen lopen op het Mearlant-
lyceum in Den Haag. Destijds was ik gekoppeld aan een medestudent en liepen we aldus een
duo- stage. Dit had goed uitgepakt voor mij, omdat wij samen kennis en ideeën met elkaar
konden uitwisselen. Tijdens de periode dat ik op het Mearlant-lyceum les heb mogen geven,
heb ik ook online lesgegeven.
Vorig jaar heb ik stagegelopen op het Edith Stein College. Ik kreeg des tijds een kleine
aanstelling vanaf november en heb zodoende zelfstandig gewerkt vanaf november. Voor
mijn gevoel was het een enorme overschakeling, kijkend naar de sfeer en de leerlingen op
school. Ondanks het een grote overschakeling was, voelde ik mij al gauw thuis op het Edith
Stein.
Momenteel heb ik een aanstelling bij het Segbroek College aan de Klaverstraat. Ik heb een
aanstelling van 0,4 fte. Het Segbroek college verschilt niet veel van het Edith Stein college
kijkend naar de sfeer binnen de school, ik voelde mij zodoende snel thuis. Op het Segbroek
college heb ik kennis gemaakt met een nieuwe manier van lesgeven, namens middels een
digitale leeromgeving genaamd learnbeat.
1. Persoonlijke gegevens
Student
Naam Solin Genc
Studentnummer 0974012
Adres Dahliastraat 11, 2685XV te Poeldijk
E-mailadres school 0974012@hr.nl
E-mailadres Prive solingenc@hotmail.com
Telefoonummer 0681608725
Studieloopbaancoach (slc)
Naam Hanneke Verkleij
E-mailadres H.m.verkleij.nl
2. Opleidingsschool gegevens
Institutieopleider N4
Naam Touba Bouchl
E-mailadres t.bouchl@hr.nl
Opleidingsschool
Naam opleidingsschool Haagse opleiding school (HOS)
Adres n.b.
AAKWEK04X
AAKDOR03X
AAKEUR02X
AAKGEO04X
AAKMGT03X
AAKVEP03X
LERNTB02X
LERNTB03X
AAKTIN03X
AAKFYG02X
AAKTTS01X
AAKMGG01X
AAKEXG04X
AAKGCH01X
AAKFOF01X
AAKKNT01X
LERVDO02X
LERS2A03X
LERELD02X
AAKCJI01X
LERGOK01X
LERADL01X
LEROSD04X
LERONP01V
LERLOG01X
LERS3A04X
LERPA101X
LERADS01X
LERPO201X
LERPHD03X
LERTGL01X
AAKLIK01X
LERAFA01X
LERSLB02X
LERSLB03X
LERKI101K
ISOGKL01K
BSRNMO01K
LERAIC01K
IGOKKS01K
IGOWKW01K
IVLSCJ01H
RMINMS01K
LERSKA01K
IVLCCE01M
IVLCCE02M
AAKMGT03X
AAKEUR02X
LERNTB02X
AAKDOR03X
AAKVEP03X
6. Gevalideerde checklist en integriteitsverklaring portfolio afstuderen start
bekwaam
Checklist en
integriteitsverklaring
portfolio 2022-2023
Ik verklaar dit portfolio zelf te hebben gemaakt en geen plagiaat te hebben gepleegd.
Datum: 02-06-2023
7. Gevalideerd bewijs van behalen van niveau 3 en ontwikkelpunten
Beoordelingsformulier
Stage niveau 3,
Collegejaar 2021-2022
Hogeschool Rotterdam
Gegevens KANDIDAAT
Voor- en achternaam: Solin Genç Studentnummer: 0974012
Gegevens STAGESCHOOL
Edith Stein
Naam stageschool:
Den Haag
Adres, postcode en plaats:
Noura Boutaibi
Naam werkplekbegeleider: Email: N.boutaibi@edithsteincollege.nl
EINDBEOORDELING portfolio
He o folio
oldoe aan de in de handleiding ge elde c i e ia .a. . o m en inho d / geef een Onvoldoende X Voldoende
concreet beeld van het handelen van de student ten opzichte van de LERs / voor een
vollediger beeld volstaat een CGI van rond de 30 minuten
Gegevens STAGESCHOOL
Edith Stein
Naam stageschool:
Den Haag
Adres, postcode en plaats:
Noura Boutaibi
Naam werkplekbegeleider: Email: N.boutaibi@edithsteincollege.nl
EINDBEOORDELING portfolio
He o folio
oldoe aan de in de handleiding ge elde c i e ia .a. . o m en inho d / geef een Onvoldoende X Voldoende
concreet beeld van het handelen van de student ten opzichte van de LERs / voor een
vollediger beeld volstaat een CGI van rond de 30 minuten
B be d ge ee e waar het oordeel op is gebaseerd - dus wat je hebt gezien in het lesbezoek, portfolio en/of tijdens het CGI.
Gebruik hiervoor de taal van de LERs.
Eindoordeel: Uitmuntend: 11 G
Zeer goed: aa 9 G e de e V , aa a aa G e e ca eg e:
pedagogisch, (vak)didactisch en professioneel handelen
Goed: aa 7 G e de e V , aa a aa G e e ca eg e
Ruim voldoende: aa 4 G e de e V
XVoldoende: a a e c e a e e e ee V be dee d e gee a e 4 G
Onvoldoende: Indien 1 of meer onvoldoende
Feedforward Zelf geef je aan dat een ontwikkelpunt is ( en was): meer loskomen en durven te improviseren,
(Vermeld hier minder strak vast willen houden aan de lesvoorbereiding.
ontwikkelpunten voor niveau Je noemt zelf ook dat je duidelijker je grenzen wilt stellen tegenover leerlingen.
4 of, in het geval van een
onvoldoende, voor de Probeer leerlingen meer te enthousiasmeren door je stem en mimiek (dit hangt samen met het
herkansing van niveau 3) feit dat je de lesstof wat meer los wil laten) . In de les kom je wat vlak over, dit kan een les saai
maken.
PEDAGOGISCH HANDELEN
psychologische basisbehoeften Hoog lestempo, het komt soms aan dat studenten goed in
Leerlingen motiveren
heeft daarbij oog voor verschillen tussen gehaast over. Bij het zelfstandig staat is verschillen tussen
leerklimaat
leerlingen en vertaalt dit naar eigen werken wordt een aantal maal leerlingen te zien en te
handelen (ped 1.3) gezegd hoeveel minuten men onderzoeken en daarnaar
nog heeft. te handelen.
CGI (holistisch)
In het gesprek slaagt studente er niet steeds in om overtuigend
aan te tonen dat zij op niveau 3 functioneert. Deze opmerking
geldt ook voor de andere LERS.
CGI (holistisch)
individueel naar zelfstandig leren Er wordt klassikaal gewerkt. zie bewijzen 3, 4 en 7 waarin
2: de leraar begeleidt leerlingen
CGI (holistisch)
Wel jammer dat de bevindingen naar aanleiding van het
onderzoek naar leerlingen met gedragsproblemen niet gedeeld
worden met b.v de mentor
CGI (holistisch)
Student heeft een ontwikkeling gemaakt, in haar lessen werkt
zij eraan om de woordenschat van leerlingen te vergroten
CGI (holistisch)
Activerend!
formuleert ontwikkelpunten en leervragen rond de Lesbezoek Portfolio G
eigen professionele groei richting startbekwaam
wisselt ideeën uit met anderen om maximaal te In LVF: Dit wil ik laten zien
leren (pro1.3)
De opbouw van mijn les en
positieve benadering”
Regie voeren op eigen leerproces
CGI (holistisch)
Student is heel goed in staat haar eigen ontwikkelpunten te
benoemen en weet goed waar zij aan moet werken
identiteit
CGI (Holistisch)
Maakt opdrachten voor de klas.
inzetten
CGI (holistisch)
PROFESSIONEEL HANDELEN
leeractiviteiten en interventies
6: de leraar betrekt theoretische en
De onderbouwing van het oordeel van de casus gebeurt in de taal van de LERs, ondersteund
door voorbeelden.
Context – en r voldaan
visiebeschrijving:
r niet voldaan
PEDAGOGISCH HANDELEN
Beroepstaak Leerresultaat Bevindingen Oordeel
• bespreekt het eigen
Leerlingen
motiveren
handelen met
1. De leraar derden binnen de VLD / NV
creëert een pedagogische
prettig, ordelijk en driehoek (ped1.4)
veilig werk- en • differentieert
handelen
Tactvol
leerklimaat ontwikkelingsgericht
vanuit pedagogisch VLD / NV
oogpunt (ped2.4)
de mogelijkheden
ten aanzien van VLD / NV
(zorg)leerlingen
2. De leraar (ped3.4)
begeleidt
leerlingen naar • respecteert ieders
maatschappelijke
Persoonlijke en
zelfstandigheid in identiteit
bevorderen
• ontwerpt vaklessen
mede vanuit een
taalgerichte didactiek VLD / NV
• hanteert een breed
repertoire aan
3. De leraar taalgerichte
verzorgt werkvormen (did1.4)
onderwijs • werkt evidence-
uitvoeren, evalueren
informed aan de
voorbereiden,
eigen onderwijs
(did2.4) VLD / NV
• verantwoordt en
ontwerpt
leerarrangementen
Constructive alignment
waarin
kerndoelen/eindtermen/
toepassen
4. De leraar leerdoelen,
ontwerpt onderwijsactiviteiten via VLD / NV
onderwijs didactische werkwijzen
en toetsing zowel met
elkaar in lijn zijn, als
met de doorlopende
leerlijn van het vak
(did3.4)
VLD = voldaan; NV = niet voldaan
PROFESSIONEEL HANDELEN
Beroepstaak Leerresultaat Bevindingen Oordeel
• werkt planmatig aan de
Regie voeren op eigen
eigen professionele
groei door het
leerproces
formuleren van
leervragen voor het
VLD / NV
moment na diplomering
• deelt ideeën met
anderen om maximaal
met elkaar te leren
(pro1.4)
• spiegelt de eigen
professionele normen
en waarden aan de
Professionele identiteit ontwikkelen
schoolcultuur en
5. De leraar
onderwijsvisie van de
voert regie
school
• expliciteert hoe hij hier
als persoon en in zijn
professionele rol een
werkbare balans in VLD / NV
vindt
• maakt binnen het team
gebruik van eigen
kwaliteiten en die van
anderen
• stelt zich begeleidbaar
op
• bewaakt de eigen
grenzen (pro2.4)
VLD = voldaan; NV = niet voldaan
9. Lesvoorbereidingsformulier assesmentles
Lesvoorbereidingsformulier
afstuderen startbekwaam 2022-2023
De assessmentles bevat aspecten van taalgericht lesgeven, differentiëren, directe instructie, samenwerkend leren,
vakdidactiek en onderwijsleertechnologie. Dat maakt de les complex. Maak je bedoeling goed duidelijk in het
lesvoorbereidingsformulier. Voorbeeld: taalgericht lesgeven kan bijvoorbeeld tot uiting komen in je interactie in plaats van
een expliciete oefening of uitleg.
e
Vak en leerjaar: - Aardrijkskunde, 4 Klas: - 1HV1 Assessor 1: -
leerjaar
Beginsituatie:
Voor de leerlingen van 1hv1 is dit de eerste inhoudelijke paragraaf die er behandeld zal worden. Tijdens de introductie les hebben zij kennis gemaakt met het
hoofbegrip waar het hoofdstuk over gaat, namelijk natuurrampen.
1HV1 is een hardwerkende klas met een prettige sfeer onderling. De leerlingen zijn open naar elkaar en een groepsvorming is er niet overduidelijk. Iedereen kan het
goed vinden met elkaar. In de klas zijn er vaste plekken die samengesteld zijn door de mentor. Dit werkt vrij goed, toch zijn er af en toe leerlingen die met elkaar
communiceren die juist uit elkaar gehaald zijn. Het niveau qua belevingswereld en algemene kennis is uiteenlopend bij de leerlingen. Waar sommige heel ver in hun
ontwikkeling zijn, lopen sommige leerlingen daar niet zo vlot op. De leerlingen die moeite hebben met het vak zoeken hier vaak toenadering over door na de les
vragen te stellen of aan te sluiten bij mijn flexuur. Ook zijn er leerlingen die heel veel interesse hebben in het vak en zodoende vaak ook kritische vragen stellen. Voor
mij is het van belang dat ik de lesstof laat aansluiten op ieders niveau, hierdoor start ik bij de kern en kan ik vervolgens doormiddel van differentiëren en formatief
handelen kan ik nagaan welke leerlingen de stof hebben begrepen en welke leerlingen moeite ermee hebben.
2) Hoe kan ik dat (= wat ik leerlingen wil leren) bereiken, zó dat alle leerlingen actief meedoen?
Om ervoor te kunnen zorgen dat alle leerlingen mee doen is het belangrijk om vanuit de rol van de presentator te handelen. Hierbij is het van belang om de leiding
te nemen. Zodra ik de aandacht van de leerlingen vast heb maak ik duidelijk wat de verwachtingen zijn en deel ik het inhoudelijke deel van het lesprogramma voor.
Hierdoor weet iedere leerling wat hun te wachten stat en waar ze aan gaan werken en zullen zodoende minder snel afhaken. Daarnaast is het ook van belang om op
de leerlingen te letten, dus oog houden op leerlingen die afgeleid kunnen raken.
Om te controleren en evalueren of de leerlingen de lesstof hebben binnengekregen en zodoende de leerdoelen, maak ik gebruik van verschillende manieren om dit
te controleren. Een van de manier is het formatief handelen. Hierbij gaat het er om dat je de leerlingen op een effectieve en overzichtelijke manier kan bevragen
over de stof waar zij les over hebben gehad. Dit kun je toepassen in verschillende momenten binnen de les. Dit kun je bijvoorbeeld per leerdoel toepassen, maar ook
aan het einde van de les. De tweede manier is het bespreken van huiswerk vragen, hierbij maak ik gebruik van learbeat. Learnbeat biedt een duidelijk overzicht van
de antwoordden die de leerlingen invullen tijdens het maken van de opgaves. Hierdoor kan ik als docent, wanneer zij bezig zijn met de vragen, tussentijds meekijken
met de antwoordden die de leerlingen invullen. Hierdoor heb ik overzicht over of de leerlingen de sof hebben begrepen en waar zij eventueel vastlopen. De laatste
manier is het controleren van de leerdoelen aan het einde van de les, dit kan ook middels het willekeurig vragen in de klas of door middel van een exit ticket. Ik zal
de leerdoelen erbij nemen en doormiddel van rondvragen nagaan of de leerdoelen zijn behaald.
Aan mijn assessor wil verschillende punten laten zien zoals het differentiëren, directe instructie en mijn vakdidactische kennis. Dit is gebaseerd op de eerder
feedback die ik heb ontvangen. Om het resultaat te behalen heb ik voor mij zelf een duidelijk overzicht gecreëerd met daarin welke punten ik de gedurende weken
extra op moest letten. Dit heb ik de afgelopen weken beoefend en ook nog besproken met andere collega’s. Met behulp van feedback en tips heb ik kunnen werken
aan de boven genoemde punten.
09:00- Ik verwelkom de leerlingen bij de deur en ontvang ze De leerlingen komen binnen en zitten Digibord
09:05 binnen. Met enkele leerlingen zal ik een kort gesprek volgens de plattegrond.
aan kunnen gaan, hiermee werk ik aan de relatie met
de leerlingen (CAR-model). Om dit te kunnen doen zal De leerlingen nemen de benodigde
ik ook de rol van de gastheer aanhouden. (Slooter, spullen voor hun, namelijk hun schrift en
2019) Ondertussen hou ik oog of de leerlingen wel Chromebook. De Chromebook hebben
volgens de plattegrond zitten. De plattegrond ze niet nodig dus die laten ze dicht.
weergeef ik ook op het bord.
09:05 – In mijn les planning is de eerste stap het terug halen De leerlingen kijken mee op het bord
09:10 van de kennis van de vorige les. Om dit vorm te geven en vullen de antwoordden in hun schrift.
maak ik gebruik van een manier van formatief Dit doen ze in stilte.
handelen. Op het bord zet ik een aantal rijen met
woorden, per rij zijn er 3 woorden waarvan 1 niet te
maken heeft met het onderwerp van de andere twee.
De leerlingen krijgen ongeveer 2 minuten de tijd om
erover na te denken en het in hun schrift te schijven.
Vervolgens ga ik het klassikaal bespreken. Dit doe ik
door aan alle leerlingen te vragen of zij hun hand
kunnen opsteken bij het juiste antwoord. Hierdoor
heb ik meteen overzicht over welke leerlingen het
wel hebben begrepen en welke leerlingen niet. Als De leerlingen doen actief mee met het
vervolg stap zal ik aan de leerlingen die het verkeerde bespreken van de vragen.
antwoord hebben opgenoemd, vragen hoe zij op hun
antwoord zijn gekomen. Door dit te behandelen krijg
ik inzicht over hoe de leerlingen in de stof staan.
Daarnaast is de werkvorm ook toepasselijk voor het
taalgericht lesgeven.
10:05 - Na de zelfwerkzaamheid bespreken we de vragen De leerlingen kijken mee op het bord en Uitgewerkte opdracht
10:15 klassikaal. Ik weergeef op het bord hoe het er ongeveer passen hun antwoordden aan indien
(minder uit moet zien en de leerlingen controleren dit op hun nodig
dan 10 eigen blaadje.
min)
10:15- Ik geef het huiswerk op voor na de vakantie. Dit doe ik De leerlingen pakken hun studieplanner Chromebook
10:20 door te vragen of de leerlingen hun studieplanner erbij erbij en noteren het huiswerk.
kunnen pakken.
Zodra het duidelijk is wat het huiswerk is, neem ik de
leerdoelen weer terug voor het bord. Ik kies willekeurig
leerlingen om antwoord te geven op de leerdoelen.
Vervolgens laat ik de leerlingen online een exit ticket
invullen met daarin drie vragen om inzicht te krijgen of De leerlingen vullen het formulier
de lesstof binnen gekomen is bij alle leerlingen. zelfstandig in.
Daarnaast kan het ook in de mate waarop de leerlingen
de lesstof binnen hebben gekregen weergeven.
Gegevens OPLEIDINGSSCHOOL
Segbroek College Adres, postcode en plaats:
Naam opleidingsschool:
e-mail:
Naam werkplekbegeleider:
Nitin Bhugwansing e-mail: bwg@segbroek.nl
Naam schoolopleider:
BEOORDELING bewijzen
De bewijzen uit het portfolio voldoen aan de criteria: Voldaan Niet voldaan
authentiek, actueel, relevant, gekaderd, gevalideerd, kwantiteit en variatie.
Portfolio
In het portfolio toont de student de blauw gemarkeerde LERs aan. De assessor noteert bij be d ge : a hij ziet in het portfolio (in de taal van de LERs) met een voorbeeld, de vindplaats
van de bewijslast voor de beoordeling (bijvoorbeeld casus 1), benoemen wat er wél is (in de taal van de LERs). Ontwikkelpunten noteert hij bij de feedforward.
Oordeel assessmentles: GO
Feedforward assessmentles: Solin kan haar didactische bekwaamheid verder vergroten door meer ruimte te geven aan het denkproces van leerlingen, bv. door het geven
van denktijd bij klassikale vragen en door het stellen van kijkvragen bij een filmpje.
begeleidingsactiviteiten uit vanuit de De student geeft meteen aan het begin van de les aan wat er deze les VLD
psychologische basisbehoeften gaat gebeuren. Leerling gaat een discussie met de student aan over of de
heeft daarbij oog voor verschillen aarde plat of rond is. Docent reageert hier adequaat op. Timer staat op
tussen leerlingen het bord voor de tweede (grote) opdracht over vulkanen.
bespreekt het eigen handelen met Portfolio: Eindoordeel:
derden binnen de pedagogische O/V/G
1. de leraar driehoek (ped1.4)
creëert een CGI:
prettig, ordelijk
en veilig werk- beïnvloedt de groepsdynamiek om Assessmentles: Assessmentles:
en leerklimaat een prettig, ordelijk en veilig Leerlingen komen binnen en de telefoons gaan meteen in de telefoontas. VLD
Tactvol handelen
leerklimaat te bereiken De aandacht van de leerlingen zijn bij de les. De student loopt goed door
doet recht aan elk individu in de klas de klas heen en geeft uitleg waar dat nodig is. De student geeft regelmatig
differentieert ontwikkelingsgericht kleine waarschuwingen en weet dit goed te vertalen naar een sterk gezag.
vanuit pedagogisch oogpunt (ped2.4) Portfolio:
Eindoordeel:
CGI: O/V/G
leerlingen naar de zone van naaste De student motiveert de leerlingen gedurende de opdrachten om gebruik VLD
ontwikkeling tot zelfverantwoordelijk te maken van de eigen kennis/logica over de stof. Leerlingen worden
leren verwacht zelf aan de slag gaan met het zoeken van informatie over de
houdt rekening met de opdrachten. De kandidaat geeft af en toe korte aanwijzingen om
2. De leraar mogelijkheden ten aanzien van studenten verder op weg te helpen tijdens het maken van de opdrachten.
begeleidt (zorg)leerlingen (ped3.4) Portfolio: Eindoordeel:
leerlingen naar O/V/G
zelfstandigheid in
hun school- en CGI:
beroepsloopbaan
heeft oog voor ieders identiteit Assessmentles: Assessmentles:
Persoonl
bevorder
appelijke
maatsch
vorming
ijke en
en respecteert deze
Portfolio: Eindoordeel:
interactie) in verschillende fases van leerlingen aantekeningen moeten maken. Elk nieuw woord staat al
een les uitgelegd op het bord, ter gemak van de leerlingen.
ontwikkelt eigen (non-)verbale Portfolio: Eindoordeel:
communicatie O/V/G
ontwerpt vaklessen mede vanuit een
taalgerichte didactiek
hanteert een breed repertoire aan
taalgerichte werkvormen (did1.4) CGI:
3. De leraar
verzorgt geeft zelfstandig vorm aan relevante, Assessmentles: Assessmentles:
uitvoeren, evalueren en bijstellen
onderwijs effectieve, betekenisvolle en Strak intro, meteen 1 minuut nadat de leerlingen binnen komen. VLD
activerende leeractiviteiten Er wordt begonnen met een aandacht richter over het onderwerp (welk
Onderwijs voorbereiden,
zet aan tot samenwerkend leren met woord past niet in dit rijtje?). Eerst voor jezelf nadenken, vervolgens
behulp van didactische principes bespreken met klasgenoten. Sterk gebruik van samenwerkend leren door
differentieert afhankelijk van de de leerlingen in tweetallen te laten nadenken over de grote opdracht van
diversiteit van de groep naar tempo, de les. Er wordt gebruik gemaakt van differentiëren door extra
niveau en leervoorkeur opdrachten.
werkt evidence-informed aan de Portfolio: Eindoordeel:
versterking van het eigen onderwijs O/V/G
(did2.4)
CGI:
toepassen
alignment
kerndoelen/eindtermen/ leerdoelen,
onderwijsactiviteiten via didactische
werkwijzen en toetsing zowel met
elkaar in lijn zijn, als met de CGI: Eindoordeel:
O/V/G
doorlopende leerlijn van het vak
4. De leraar (did3.4)
ontwerpt zet doelmatig OLT in om leren en Assessmentles: Assessmentles:
onderwijs
Leertechnologie
beoordelen te versterken en het eigen De student maakt gebruik van de software dat gekoppeld is aan de VLD
(OLT) inzetten
onderwijs vorm te geven lesboeken van de leerlingen. De leerlingen werken voornamelijk op hun
Onderwijs
zet OLT in om te differentiëren naar Chromebooks. De student houdt regelmatig bij op haar eigen device hoe
tempo, niveau en leervoorkeur (did4.4) ver de leerlingen zijn gekomen.
CGI: Eindoordeel:
O/V/G
Voldaan (VLD) = waargenomen met voldoende kwaliteit; NV (niet voldaan) = waargenomen met kanttekeningen of niet waargenomen waar dat wel passend was.
G = aangetoond met bijzondere kwaliteit; V = aangetoond; O = niet volledig aangetoond
PROFESSIONEEL HANDELEN
Beroepstaak Leerresultaat Bevindingen Oordeel
werkt planmatig aan de eigen Assessmentles: Assessmentles:
eigen leerproces
Regie voeren op
professionele groei door het formuleren Uitstraling oogt nog vrij verlegen. Dit is ook terug te zien in communicatie VLD
van leervragen voor het moment na met docenten. Hier kan nog aan worden gewerkt. De student stelt zich
diplomering wel dienstbaar op voor andere collega s en staat ook open voor
deelt ideeën met anderen om maximaal feedback.
met elkaar te leren (pro1.4) Portfolio: Eindoordeel:
O/V/G
CGI:
5. De leraar spiegelt de eigen professionele normen Portfolio: Eindoordeel:
Professionele identiteit
PEDAGOGISCH HANDELEN
Beroepstaak 1:
De leraar creëert een prettig, ordelijk en veilig werk- en leerklimaat
voert de onderwijs- en begeleidingsactiviteiten uit vanuit de psychologische basisbehoeften beïnvloedt de groepsdynamiek om een prettig, ordelijk en veilig leerklimaat te bereiken
heeft daarbij oog voor verschillen tussen leerlingen (onderdeel van ped1.4) doet recht aan elk individu in de klas (onderdeel van ped2.4)
De leraar maakt contact met leerlingen: De leraar schept een klimaat waarin leerlingen en leraren op een respectvolle manier met
– hanteert empathie, tact, elkaar omgaan en expliciteert achterliggende waarden en normen:
– hanteert nabijheid/ distantie – geeft ontspannen leiding
– complimenteert – heeft aandacht, gaat een band aan
– maakt oogcontact – toont en vraagt respect
– noemt hun naam – benadert de student als (gelijkwaardige) gesprekspartner
– toont belangstelling – stelt pesten/discrimineren aan de orde,
– sluit aan bij hun interesses – geeft grenzen aan
– bespreekt gedragsregels en (achterliggende) waarden en normen
De leraar houdt actief rekening met verschillen tussen leerlingen wat betreft: – bespreekt sfeer/ leerklimaat
– gewenste ruimte om zelf keuzes te maken – enthousiasmeert en motiveert
– verbondenheid met de leraar/medeleerlingen
– zelfvertrouwen De leraar gaat op een adequate en flexibele manier om met (mogelijke) ordeverstoringen:
– geeft feedback; duidelijk, acceptabel, bespreekbaar
Tijdens het voor- en nagesprek kan de visie van de student op omgaan met verschillen tussen – hanteert een maatregelenladder
leerlingen worden bevraagd. – anticipeert op (mogelijke) ordeverstoringen, waarschuwt, corrigeert met respect
– speelt in op onverwachte situaties
– vraagt door naar de achtergrond van gedrag op een apart tijdstip (indien relevant)
Beroepstaak 2:
De leraar begeleidt leerlingen naar zelfstandigheid in hun school- en beroepsloopbaan
stimuleert de zelfstandigheid van leerlingen naar de zone van naaste ontwikkeling tot heeft oog voor ieders identiteit
zelfverantwoordelijk leren (onderdeel van ped3.4) en handelt ernaar (onderdeel van ped4.4)
De leraar handelt op pedagogisch tactvolle wijze om leerlingen aan te moedigen en hen te De leraar handelt op pedagogisch tactvolle wijze om leerlingen aan te moedigen en hen te
stimuleren: stimuleren:
– vraagt naar leer-/oplossingsstrategieën – houdt rekening met verschillen tussen leerlingen
– stimuleert zelfstandig werken en eigen probleemoplossend vermogen – benoemt en benut verschillen in doelgroepen: cultuur, niveau, leervoorkeur
– nodigt uit tot zelfevaluatie – daagt uit tot het nemen van grotere (zelf)verantwoordelijkheid
– activeert leerlingen, zet aan tot denken – benoemt het lange termijn nut van de opdracht.
– reageert positief op vragen, antwoorden, opmerkingen – benadert de groep niet alleen als groep, maar laat ook zien dat hij individuen ziet
– stimuleert leerlingen kennis/ inzicht te delen – maakt lesmateriaal geschikt voor lerenden met verschillende achtergronden, bv
– laat leerlingen terugblikken op het leren teksten die je uitzoekt
– be ee aa cha e ij e he a
– begeleidt leerlingen in hun zoektocht naar hun identiteit
– zorgt ervoor dat leerlingen zich gezien en gehoord voelen, ook door elkaar
– kan ook in de lesvoorbereiding / voorbespreking / nabespreking aan bod komen
(VAK) DIDACTISCH HANDELEN
Beroepstaak 3:
De leraar verzorgt onderwijs
stimuleert de school- en vaktaalontwikkeling door toepassing van de principes van taalgericht geeft zelfstandig vorm aan relevante, effectieve, betekenisvolle en activerende
lesgeven (context – taalsteun – interactie) in verschillende fases van een les leeractiviteiten
hanteert taalgerichte werkvormen (onderdeel van did1.4) zet aan tot samenwerkend leren met behulp van didactische principes
differentieert afhankelijk van de diversiteit van de groep naar tempo, niveau en
leervoorkeur (onderdeel van did2.4)
De leraar past principes van taalgericht lesgeven toe De leraar hanteert een (breed) scala aan leer- en onderwijsstrategieën:
– past leerstappen (verwerven/ verwerken/ toepassen/ integreren) toe
– past de lessen zodanig aan dat deze voor alle leerlingen toegankelijk zijn, zonder het niveau – geeft een volledige instructie (wat, waar, wie, wanneer, waarom & hoe)
te verlagen – maakt gebruik van (inter)actieve werkvormen
– geeft de drie pijlers Context, Taalsteun en Interactie op een goede manier vorm – benut de mogelijkheden van de activiteit (werkvorm, project, practicum, samenwerken,
– werkt op een goed gefaseerde manier aan vergroting van de (vakspecifieke) woordenschat zelfstandig werken)
van leerlingen – zorgt ervoor dat leerlingen elkaar feedback kunnen geven
– beschikt over een arsenaal aan effectieve woordenschatwerkvormen. – stimuleert zelfstandig werken, zelf oplossend vermogen
– kan de taalgerichte didactiek toepassen bij lees- en schrijfopdrachten
– zet een variatie aan lees- en schrijfwerkvormen in. De leraar communiceert met leerlingen over inhoud, structuur en relevantie van de
onderwijsactiviteiten:
– bespreekt nut en toepassingsmogelijkheden
De leraar zorgt voor een ordelijk en constructief leerklimaat
– hanteert lesplanning met tijdpad (spoorboekje) – geeft uitleg, herhaalt, vat samen, checkt helderheid
– laat leerlingen organisatietaken doen – visualiseert, concretiseert, geeft voorbeelden
– gaat effectief om met lestijd – geeft feedback op resultaat en proces
– stelt prioriteiten en beschikt over alternatieven
De leraar maakt de leerstof toegankelijk voor de doelgroep qua niveau en leeractiviteiten:
– zorgt voor lokaal en materialen – heeft het onderwijs zichtbaar voorbereid
– maakt leerlingen hiervoor mede verantwoordelijk: opruimen, netjes achterlaten – geeft helderheid over de opzet van de les, leerdoelen,
– maakt een koppeling met de beroepspraktijk
– geeft helderheid over eigen activiteiten
– geeft helderheid over wat hij van leerlingen verwacht
– geeft leerlingen opdrachten op een passend niveau
De leraar past verschillende methoden van differentiatie toe (tempo, niveau, kennis, taak)
om aan te sluiten bij de leerbehoefte van de leerlingen:
– zorgt dat leerlingen op eigen niveau en tempo kunnen werken
– zorgt (indien mogelijk) dat leerlingen zelf onderwerp(en) kunnen kiezen
– zorgt dat leerlingen uit verschillende opdrachten kunnen kiezen
Beroepstaak 4:
De leraar ontwerpt onderwijs
zet doelmatig OLT in om leren en beoordelen te versterken en het eigen onderwijs vorm te geven
zet OLT in om te differentiëren naar tempo, niveau en leervoorkeur (did4.4)
De leraar zet OLT in ten behoeve van:
– verheldering de bedoeling van de leeractiviteiten
– (formatieve) evaluatie of beoogde doelstellingen zijn bereikt
– activering van de leerling/student
– vergroten van de contextrijkheid van de leeractiviteit
– differentiatie
PROFESSIONEEL HANDELEN
Beroepstaak 5:
De leraar voert regie
werkt planmatig aan de eigen professionele groei door het formuleren van leervragen (onderdeel van pro1.4)
De leraar:
– evalueert zijn onderwijs (tijdens nagesprek)
– stelt zijn onderwijs bij (n.a.v. nagesprek)
Tijdens het voor- en nagesprek kan de planmatigheid van de reflecties van de student worden bevraagd.
Het Segbroek heeft de lat hoog liggen. Zij geven aan dat de lat zal haalbaar zijn, maar het
dus wel hoog ligt. Inzet, nieuwsgierigheid en onderzoekende houding, worden binnen het
Segbroek zeer gewaardeerd. Leerlingen worden gemotiveerd tot het werken aan hun eigen
ontwikkeling.
Het Segbroek college werkt middels een flexrooster. De kern van het rooster is om zo goed
mogelijk te voldoen aan de leerbehoefte van de leerlingen. Hierbij is het ook van belang dat
de leerlingen hun eigen pad vinden binnen de school en de maatschappij. De leerlingen
krijgen de vrijheid om te kiezen voor vakken waarbij zij denken dat ze extra hulp of
begeleiding nodig hebben. Hiervoor kunnen zij gebruik maken van de flexuren. Daarnaast
kunnen ze de flexuren gebruiken voor het maken van huiswerk.
De leerlingen maken zodoende zelf keuzes binnen duidelijke kaders. De basis met een kern
van klassikale lessen met een docent per klas, blijft dan ook. Het rooster wordt vormgegeven
door te werken met lessen van 80 minuten. Hierdoor is het Segbroek College een
persoonlijke school, waarbij structuur van belang is. De leerlingen leert het vertrouwen in zijn
eigen kunnen.
Tevens werkt het Segbroek college met studieplanners. Iedere leerling krijgt een Segbroek
studieplanner aan het begin van het schooljaar. Dit functioneert als een soort agenda. De
leerlingen maken dus allemaal gebruik van een fysieke agenda, hierdoor krijgen de
leerlingen overzicht over hun huiswerk. Het Segbroek college heeft de studieplanner als
extra ondersteuning van het flexrooster in het leven geroepen. Er zijn hier drie doelstellingen
aan gekoppeld, namelijk:
1. Leerlingen leren ordenen: wat is het huiswerk en wanneer moet het af zijn?
2. Leerlingen leren plannen: wanneer in de week ga ik het huiswerk maken en wanneer
heb ik vrije tijd?
3. Leerlingen leren reflecteren: wat was mijn doel en hoe komt het dat ik deze
doelstelling wel of niet gehaald heb.
12.2 Wat is de visie binnen de school
Het Segbroek college zet de focus op het vertrouwen van eigen kunnen van de leerlingen.
De leerlingen worden gemotiveerd tot het geloven en vertrouwen om het gene te worden wie
ze zijn. Volgens het SLO is dit een belangrijk element binnen een leerling gestuurde
leeromgeving. (Leerlingen eigen leerniveau bepalen, z.d.) Dit vertrouwen wordt in de loop
van de jaren ontwikkeld. Er wordt steeds meer keuzemogelijkheden aan de leerlingen
geboden. Hierbij krijgen de leerlingen, stapsgewijs begeleiding in. Het onderwijssysteem is
zodoende gericht om de leerlingen zelfstandig te maken in de keuzes die zij zelf maken. Ook
is er ruimte voor hulp indien dit nodig is. Om dit te kunnen realiseren kun je kijken naar het
CAR-model. Volgens M. Slooter hebben leerlingen behoefte aan competentie, relatie en
autonomie. Voornamelijk het aspect autonomie wordt op het Segbroek college
aangemoedigd. De leerlingen krijgen veel ruimte om zelf keuzes te maken. (Slooter, 2018a)
Daarnaast is het een scholengemeenschap waarbij er sprake is van grote diversiteit onder de
leerlingen. De maatschappelijke diversiteit dient als draagkracht voor de school de afgelopen 35
jaar. Hierbij wordt de nadruk gelegd op dat iedereen kan zijn wie die wilt zijn en de veiligheid aan
leerlingen biedt om zijn of haar eigen pad hierin te ontdekken. Het doel van de school is om de
leerlingen voor te bereidden op een zinvol leven waarbij er verschillende verbindingen worden
gelegd om de maatschappij te versterken. Volgens het Segbroek college is het van belang om
binnen een dynamische wereld, jonge mensen kennis en vaardigheden aan te reiken die zij aldus
kunnen toepassen binnen deze wereld.
Tot slot is het Segbroek college een afspiegeling van de grootstedelijke samenleving, dit
komt voornamelijk door de leerlingen die uit heel den haag en omgeving naar de school
komen. De school is nauw verbonden met zijn omgeving.
Daarnaast vind ik het belangrijk dat leerlingen de vrijheid krijgen om zelf te kunnen plannen.
Hierbij is het van belang dat zij verantwoordelijkheid kunnen nemen. De rol van de docent is
hier naar mij visie voornamelijk om structuur te bieden, zodat de leerling binnen de grenzen
eigen vorm te kunnen aan zijn of haar leerproces. Dit kan zich op verschillende manieren
uitten. Hierbij kun je als docent van een afstand ervoor zorgen dat je waakt over het
leerproces van de leerling. Persoonlijk heb ik op een school gezeten waar veel vrijheid werd
aangeboden, namelijk een school met een domeinen systeem. Hierbij kon ik zelf de keuze
maken om te kiezen voor welk vak ik huiswerk wou maken. Dit systeem heeft er uiteindelijk
voor gezorgd dat ik vanaf een jonge leeftijd vrij zelfstandig mijn eigen planning heb kunnen
maken. Uiteraard is het maken van een planning en het houden hieraan, niet eenvoudig.
Hier zal er voldoende aandacht en ondersteuning aan moeten worden gegeven zodat
leerlingen hierin kunnen groeien.
Wanneer leerlingen veel vrijheid krijgen is het van belang om hierover te waken als docent.
Een ideale tool om hiervoor is Learnbeat. Je kunt hiermee monitoren hoe lang de leerlingen
aan de slag zijn gegaan met bepaalde paragrafen, wat ze hebben ingevuld en of ze er
überhaupt aan hebben gewerkt. Door dit op een afstand te monitoren kun je ingrijpen zodra
dit nodig is. Daarnaast kun je ook digitaal feedback voorzien en de antwoordden van de
leerlingen beoordelen.
Om een inhoudelijke koppeling te maken met het onderwerp van mijn minor en de inhoud
waar ik les over geef, heb ik eerst gekeken naar welke onderwerpen er dit jaar worden
behandeld. Door hier een overzicht over te krijgen, heb ik een duidelijk beeld over hoe ik de
minor kan koppelen aan mijn lessen. Kijkend naar de onderwerpen die er dit jaar worden
behandeld, past het onderwerp erfgoed educatie het beste bij de paragraaf genaamd
Nederland steden vroeger en nu. In dit paragraaf wordt er voornamelijk gekeken naar de
veranderingen rondom duurzaamheid en innovatie. In de paragraaf wordt er ook behandeld
hoe steden er vroeger uitzagen, welke energiebronnen er voornamelijk gebruikt werden etc.
Daarbij wordt de koppeling gemaakt met het heden en de toekomst. Zo wordt er ook
gekeken naar innovatieve veranderingen die te maken hebben met duurzaamheid. Hierbij
denken de leerlingen na over hoe de stad verduurzaamd kan worden.
Het onderwerp van de minor zal ik tijdens mijn lessen behandelen door te focussen op het
verleden. Hierbij zal ik voornamelijk inzoomen op de sociaalgeografische aspecten van
erfgoed educatie en een koppeling maken met historische aspecten. Een voorbeeld hierbij is
de stad Rotterdam. Tijdens het behandelen van het hoofdstuk zal ik inzoomen op de stad
Rotterdam. Hierbij zou ik gebruikelijk behandelen inzoomen op het feit dat de stad voor een
groot deel herbouwd is en hierbij verschillende innovaties in zijn verwerkt. Om nog een
stapje terug te nemen en te kijken naar de geschiedenis, kan ik een goede koppeling maken
met mijn minor. Hierbij kan ik aldus inzoomen op de sociaalgeografische aspecten die
Rotterdam had tijdens de periode van de tweede wereldoorlog en de bombardering die er
plaats had gevonden. Om dit in mijn les te verwerken zal ik tijdens een van de laatste lessen
dit behandelen, naast de gebruikelijke lesstof. Ik zal hierbij een presentatie maken en een
samenwerkingsopdracht.
13. Casussen
Casus 2
Casus 3
13.1.0. Casus 1
Ped Ped Ped Ped Did Did Did Pro Pro 2.4
1.4 2.4 3.4 4.4 1.4 2.4 3.4 1.4
Casus 1
Beoogd Het aardrijkskunde onderwijs biedt een brede scala aan van uit een lopende
voor de onderwerpen die gekoppeld kunnen aan het fysische geografie als zowel de sociale
uitvoering geografie. Aardrijkskunde bevat zodoende ook aspecten van verschillende vakken zoals
natuurkunde en geschiedenis. Middels deze casus zal ik een koppeling maken tussen
het vak aardrijkskunde en geschiedenis. De koppeling maak ik in verband met mijn
minor cultureel erfgoed educatie. De minor focust zich op het omgevingsonderwijs
gekoppeld aan het historisch besef, cultureel bewustzijn en het cultureel erfgoed
gebaseerd op de tweede wereldoorlog. De minor is vrijwel verbonden aan geschiedenis,
maar bevat ook aspecten die vanuit aardrijskunde beredeneerd worden.
Om een koppeling te maken van mijn minor met het aardrijkskunde onderwijs, heb ik
gekeken naar welke onderwerpen er dit schooljaar worden behandeld binnen de sectie
aardrijskunde. Het hoofdstuk genaamd Nederland in 2050 sluit goed aan bij het
verkrijgen van cultureel besef en historisch besef in samenhang met sociale geografie
en stadsgeografie. Zodoende zal ik het onderwerp, cultureel erfgoed, binnen mijn
lessenreeks implementeren. Hierbij zal ik de focus leggen op de stad Rotterdam tijdens
de tweede wereldoorlog. Hier heb ik specifiek voor gekozen omdat het een onderwerp
betreft waarop verschillende invalshoeken op kan worden toegepast. Het onderwerp kan
namelijk worden bekeken vanuit het cultureel en historisch perspectief, ofwel de minor.
Daarnaast is het ook mogelijk om te kijken naar hoe het zit met het vervolg van
Rotterdam na de tweede wereldoorlog, dit sluit aan bij sociale geografie en
stadsgeografie.
Beginsituatie
In klas 3H wordt het hoofdstuk Nederland in 2050 behandelt. Het hoofdstuk focust zich
op verschillende aspecten die voornamelijk toekomst gericht zijn. Gedurende weken van
periode 2 zullen zij zich aldus focussen op twee hoofdonderwerpen zoals steden in 2050
en het platteland in 2050. Als extra toevoeging zal hierbij dus ook gekeken worden naar
hoe het zat met Nederland in het verleden.
Hoe vraag:
Hoe kan ik als docent van de leerlingen van 3H bewustheid creëren rond om het
hoofdstuk Nederland in 2050?
Bereikt na De leerlingen van de 3 havo klassen hebben na het volgen van de lessenreeks een
de beter beeld gekregen over de ontstaan wijze van Rotterdam. Zij begrijpen nu hoe
uitvoering Rotterdam zich heeft kunnen ontwikkelen als een stad. Daarnaast begrijpen ze waarom
Rotterdam gegroeid is en welke culturele en historische aspecten invloed hebben gehad
met de stad Rotterdam. Daarnaast hebben zij gewerkt aan de verschillende thema’s van
het hoofdstuk middels de lessenreeks. De leerlingen waren goed voorbereid voor de
toets en hebben positieve resultaten behaald
De werkvorm die ik heb uitgevoerd met de klassen werd door veel leerlingen als een
prettige werkvorm ervaren. De leerlingen hebben het gevoel gehad dat zij veel vrijheid
hadden met betrekking tot het vormgeven van het eindproduct. Daarnaast heeft het
onderwerp voor enthousiasme gezorgd, gezien zij hun eigen creativiteit konden
gebruiken.
Tot slot heb ik verschillende vormen van taalgericht onderwijs in mijn les kunnen
toepassen. Door hier weer in te duiken en informatie op te doen ben ik mij weer bewust
van hoe ik een koppeling kan maken met de taaldoelen. Daarbij heb ik nu ook een beeld
van welke werkvormen goed uitpakken in de les.
Bewijsstuk Bewustwording creëren rond om het cultureel en historisch besef van de stad
1 Rotterdam
Datum Periode van 14 oktober 2022 tot en met 15 januari 2023
Relevantie - Verantwoordt en ontwerpt leerarrangementen waarin
kerndoelen/eindtermen/leerdoelen, onderwijsactiviteiten via didactische werkwijzen en
toetsing zowel met elkaar in lijn zijn, als met de doorlopende leerlijn van het vak (did3.4)
Context Om bewustwording te creëren over een onderwerp is het van belang om rekening te
houden met verschillende aspecten die aanbod komen. In dit geval gaat het om het
creëren van de culturele en historische bewustwording van de stad Rotterdam. Klas 3H
heeft uiteraard geschiedenis, zodoende is het van belang om als Aardrijkskunde docent
een duidelijke selectie te maken van welke informatie wel belangrijk is voor het vak en
wat minder relevant is.
Om het onderwerp Rotterdam na de tweede wereldoorlog vanuit een aardrijkskundig
perspectief te benaderen, zal ik gebruik maken van een didactisch hulpmiddel genaamd
Multi perspectivisch kijken. Bij Multi perspectivisch kijken is het doel om een veelzijdig
beeld bij leerlingen te creëren over een bepaald onderwerp, zodat er dus niet eenzijdig
naar een onderwerp wordt bekeken. Hierbij komen de volgende aspecten aan bod:
• Economisch: Hoe houden mensen zich in leven? Waar bestaan ze van?
• Sociaal: Hoe leven mensen met elkaar samen? Welke groepen zijn daarin
te onderscheiden?
• Politiek: Hoe is de macht verdeeld?
• Cultureel: Hoe geven mensen zin aan hun bestaan? Welke waarden en
normen vinden ze belangrijk?
• Individueel: Hoe uiten mensen zich? Hoe zorgen ze voor hun gezondheid
en veiligheid?
• Natuurlijk: Hoe ziet de natuur eruit? Hoe gaan mensen daar mee om?
(Multiperspectivisch kijken, z.d.)
Momenteel gaan de leerlingen aan de slag met het hoofdstuk: Nederland in 2050. Hierbij
wordt er voornamelijk inhoudelijk ingegaan op welke oplossingen er mogelijk zijn in de
toekomst. In de lessenreeks heb ik een les gecreëerd rond om het verleden van de stad
om een koppeling te maken met de toekomst.
Aan het einde van de periode heb ik de leerlingen een exit ticket laten invullen om mij te
voorzien van feedback en te kijken hoe zij de lessen hebben ervaren.
Bewijs 1. Lessenreeks
*niet de volledige lessenreeks i.v.m. ruimte
2. Extra les: wederopbouw Rotterdam
Kijkend naar de pijlers van het taalgerichte didactiek heb ik rekening gehouden met de
volgende aspecten:
Het samenwerken leren in samenhang met verschillende contexten kan ervoor zorgen
dat de taaldoelen optimaal behaald kunnen worden. De context hierbij is een onderwerp
die aansluit bij de levenswereld van de leerlingen. De leerlingen kunnen namelijk kiezen
of zij de opdracht richten op de stad of het platteland. (ped, 4.4.) Daarnaast zorgt het ook
voor activatie van de voorkennis van de leerlingen. De opdracht wordt namelijk richting
het einde van de lessenreeks aan de leerlingen opgedragen. Om de opdracht te kunnen
maken dienen zij voorkennis te hebben over het onderwerp.
De tweede pijler die het taalgerichte didactiek omvat is dat de leerlingen worden
aangezet om te praten over de leerstof. De leerlingen werken in groepjes van 4/5
leerlingen. Dit zorgt er aldus ook voor dat het samenwerkend leren gestimuleerd wordt.
De leerlingen zullen vragen aan elkaar stellen, kennis met elkaar uitwisselen en
aangemoedigd worden om samen te werken aan de opdracht. Daarnaast krijgen alle
leerlingen de kans om voldoende taal te produceren, de opdracht wordt namelijk
afgesloten met een korte presentatie waarin alle leerlingen ter woord zullen komen. Het
uitvoeren van een presentatie draagt volgens het SLO bij aan het gebruik van de vaktaal.
De laatste pijler betreft de ondersteuning vanuit de leraar. Dit heb ik voldaan door middel
van het leveren van feedback tijdens de uitwerking en na de uitwerking van de
presentatie. (SLO, 2022)
Context Middels dit bewijsstuk laat ik zien dat ik een breed repertoire aan taalgerichte werkvorm in
mijn lessen gebruik, ik hierbij evidence-informed aan versterking van mijn onderwijs werk
en tot slot leerlingen aanzet tot creatieve invalshoeken en oplossingen.
Vervolgens heb ik toegelicht wat we met het krantenartikel gaan doen. Eerst werd het
krantenartikel klassikaal voorgelezen. Vervolgens kregen de leerlingen de opdracht om
een zelf geschreven krantenartikel te bedenken over het platteland in 2050. Hierbij kregen
zij een werkblad met de vereisten. De opdracht sluit aan bij de kerndoelen en einddoelen
die van belang zijn voor de eindtoets. De periode wordt namelijk afgesloten met een
essaytoets.
Bewijs 1. De krantenartikel
2. De opdracht in classroom
Beoogd Een pedagogisch vraagstuk waarmee ik wel dagelijks mee te maken heb is, hoe kan ik
voor de de leerlingen bij de les houden met zo min mogelijk les verstoringen. Het gewenste
uitvoering gedrag dat je van de leerlingen verwacht is uiteraard dat ze in volledige stilte en
aandacht bij de les blijven. In praktijk gaat dit niet altijd zoals gehoopt. Iedere klas is
hierin anders. In sommige klassen heb je een specifieke leerling die voor veel
ordeverstoringen zorgt en in een andere klas zijn er meerdere leerlingen die hieraan
bijdragen. Vanaf het moment wanneer de leerlingen de klas binnen komen tot het lokaal
verlaten, kan er sprake zijn van chaos. Hierdoor kun je als docent veel tijd verlies
maken. Hierdoor is het van belang om als docent goed in te grijpen op de juiste moment
en hier ook consequent mee te zijn. Middels deze casus zal ik mij focussen op een
specifieke leerling. Het betreft een leerling die in de brugklas van havo/vwo zit. Al sinds
het begin van het jaar is het een opmerkelijke leerling omdat hij vaak zijn spullen niet in
orde heeft, snel afgeleid wordt en daarnaast ook voor ordeverstoringen binnen de les
zorgt. Al vroeg in het jaar viel het mij op dat hij zijn huiswerk helemaal niet maakt.
Uiteindelijk heeft de leerling geen voldoende behaald. Dit volgende in de tweede periode
ook. Hierdoor stond hij gemiddeld onvoldoende voor Aardrijkskunde.
Richting het einde van de tweede periode hadden de leerlingen besprekingen plaats
gevonden. Hieruit kwam naar voren dat de leerling vrijwel weinig motivatie heeft voor
meerdere vakken uit de cluster mens en maatschappij. Zodoende heb ik besloten om te
onderzoeken hoe ik de leerling kan helpen en motiveren om optimaal te leren. Ook
kwam tijdens de leerlingen bespreking naar voren dat de leerling geen verdere stappen
nodig heeft met betrekking tot de zorgteam. Zodoende heb ik geen verdere stappen
genomen met het zorgteam, enkel de ouders en de mentor. Binnenkort zal er een
ouderavond plaatsvinden waarin ik de ouders van de leerling zal spreken over zijn
vertoonde gedrag en werkhouding.
Naast dat ik minder ordeverstoringen binnen mijn lessen wil, wil ik ook werken aan het
pedagogisch klimaat binnen de klas. Dit wil ik doen door de leerlingen die ik les geef,
beter te leren kennen en ook ruimte te creëren om over bijvoorbeeld hobby’s te hebben.
Daarnaast vind ik het ook belangrijk dat de leerlingen hun eigen inbreng kunnen hebben
over de lessen en wil ik dit ook kunnen terugkoppelen in de lessen. Volgens J. Onstenk
kun je door middel van het tonen van interesse in de leerlingen werken aan een
positieve pedagogische klimaat. Als docent is het van belang om de leerlingen het
gevoel te geven dat zij gehoord kunnen worden. Aldus het bespreken van verschillende
onderwerpen die niet met school te maken hebben zoals hobby’s, familie of dingen die
de leerlingen in hun vrije tijd doen, kan ervoor zorgen dat je een positieve invloed hebt
op de relatie. Daarnaast draagt dit ook bij aan het gevoel van autonomie. Want de
leerlingen hebben dan de ruimte om inspraak te hebben. (Onstenk, 2019)
Hoe vraag
Hoe kan ik door middel van mijn pedagogisch handelen hulp bieden aan de leerlingen
die minimaal gemotiveerd zijn om optimaal te leren?
Bereikt na Mijn doel was om door middel van mijn pedagogisch handelen hulp aan te bieden aan
de leerlingen die minimaal gemotiveerd zijn, om optimaal te leren binnen de klas. De casus
uitvoering heb ik uitgewerkt door te focussen op een specifieke zorg leerling. Door het voeren van
gespreken met zowel de vakdocenten, de mentor, de ouders van de leerling en de
leerling zelf ben ik uitgekomen op een handelingsplan. Het handelingsplan heeft
bijgedragen aan het verbeteren van het gedrag van de leerling. De leerling heeft in de
nieuwe periode een omslag gemaakt en vertoont gewenst gedrag. De leerling heeft nu
altijd zijn spullen op orde en houdt ook zijn huiswerk bij. Dit heeft ook geresulteerd tot
een 8,6 als eindcijfer van de toets. Naast dat het vooruitgang heeft gebracht in zijn
prestatie binnen de klas merk ik ook dat de leerling vaker toenadering zoekt over de
lesstof maar ook over persoonlijke interesses. Zo vindt hij het leuk om grappige filmpjes
te laten zien en hierover te praten. Ik ben trots op wat de leerling heeft bereikt en dat hij
zich heeft opengesteld voor ondersteuning.
Interventie 2: Door het voeren van een kort gesprek met de leerling heb ik een beter
beeld gekregen over hoe de leerling in de klas staat en daarnaast ook wat zijn
bezigheden waren na schooltijd. De leerling had een openhouding en voelde zich niet
teruggetrokken om te antwoordden. Door het gesprek ben ik erachter gekomen dat zijn
vrienden hem kunnen afleidden. Dit doen ze verbaal maar ook via teams.
Interventie 3: Het inzetten van het handelingsplan heeft geleid tot een duidelijke
aanpak voor zowel de leerling als voor mij. De leerling heeft in de derde periode zijn
gedrag en werkhouding aangepast en dit heeft geresulteerd tot een 8.6 als cijfer. De
ouders hebben mij mondeling toestemming gegeven om een handelingsplan op te
stellen, mits het geanonimiseerd zal worden.
Omdat de observatie zo objectief mogelijk was, heeft het mij nieuwe inzichten
gegeven over het gedrag van de leerling. De leerling is snel afgeleid. Dit gebeurt al
vrij vroeg in de lesfases. De leerling komt de klas rustig binnen. Hij is nog in gesprek
met zijn vrienden, zij zitten allemaal apart van elkaar en vragen ook gelijk of ze
samen mogen zitten. De leerling neemt plaats op zijn vaste plek. Hij ging meteen
startklaar zitten, maar had zijn spullen niet op orde. Hij had dit ook niet aangegeven.
Zijn laptop was leeg. Zodra ik met de instructie begon, merkte ik dat de leerling
begint af te haken. Dit uit zich door bijvoorbeeld stiekem zijn laptop te openen, terwijl
dit niet mag. Of door andere leerlingen om zich heen af te leidden. Dit doet hij op een
non-verbale manier. Hij seint naar de leerlingen en probeert dit zo stiekem mogelijk te
doen. Tijdens de kern heb ik willekeurig leerlingen gekozen om een aantal vragen te
beantwoordden, waaronder de desbetreffende leerling. Ik kon meteen merken dat de
leerling niet aan het opletten was. De leerling reageerde vrij geschrokken omdat hij
de beurt kreeg. Tijdens de zelfwerkzaamheid is de leerling bezig met andere dingen.
Zo speelt hij spelletjes via zijn laptop. Ook probeert hij te communiceren met zijn
vrienden die apart zitten van hem, aan de andere kant van het lokaal. Dit zorgt ervoor
dat ook andere leerlingen afgeleid raken. Zodra ik de leerling aanspreek op zijn
gedrag, geeft hij meteen aan dat hij aan de slag gaat. Het is mij opgevallen dat hij dit
vaker doet. Hij is makkelijk aanspreekbaar en voert geen tegenweer. Wel is het
tijdens de observatie naar voren gekomen dat hij beloftes maakt waar hij zich niet
aan houdt. Dit is ook vaker voor gekomen.
Deel 2/2
Bewijsstuk 2 Gesprek met ouders over leerling A.
Datum 01/02/2023
Relevatie - Bespreekt het eigen handelen met derden binnen de pedagogische driehoek
(ped1.4)
-Deelt ideeën met anderen om maximaal met elkaar te leren (pro1.4)
Context Tijdens de ouderavond heb ik mijn bevindingen over leerling A. gedeeld. (ped
1.4) Zij waren vrijwel op de hoogte van de cijfers van de leerling. Wel schrokken
zij toen ze hadden vernomen dat hij afleidend gedrag vertoont en weinig initiatief
binnen de les. Naar het idee van de ouders werkt de leerling aan zijn huiswerk
thuis. Ik had tijdens het gesprek Learnbeat geopend om te laten zien dat hij het
wel maakt, maar niet serieus. Want doormiddel van Learnbeat kun je zien wat
voor antwoordden de leerlingen invullen. De ouders schrokken hiervan. Ik heb
mijn observatieschema laten zien en uitgelegd dat ik van plan ben om een
handelingsplan op te stellen om het gedrag en werkhouding van de leerling te
verbeteren. Zij gaven aan dat dit een goed plan was. Daarnaast wouden de
ouders nog een apart gesprek met de leerling erbij zodra het handelingsplan
vastgesteld zou zijn. Ik had aangegeven dat dit mogelijk is en een eventuele
tijds indicatie van wanneer het gesprek eventueel plaats zou kunnen vinden. De
ouders van de desbetreffende leerling hebben vrij wel kort na ouderbespreking
gemaild om toetsen in te zien en voor overige vragen. Hierbij is een andere
docent ook gemaild. (pro1.4.) Naar aanleiding van de mail van de vader van de
leerling, hebben wij een afspraak ingepland. Tijdens de afspraak heb ik ook het
handelingsplan medegedeeld zoals afgesproken.
Bewijs 1. Mailwisseling docent
2. Mailwisseling ouder
Praktijkvraag:
Welke richting wil ik op in mijn loopbaan carrière?
Bereikt na Door het uitvoeren van verschillende interventies heb ik gewerkt aan mijn rol als docent
de en daarnaast ook nagedacht welke richting ik op wil in mijn loopbaan carrière. Het was
uitvoering voor mij van belang dit jaar niet alleen te focussen op het les geven maar ook de
bijzaken die erbij komen kijken als docent. Daarnaast heb ik ook meer inzicht gekregen
op hoe ik er nu voor sta als docent voor de klas.
Het is nu vrij duidelijk welke richting ik op wil, namelijk de pedagogiek. Mijn doel is om
eerst sterk voor de klas te staan. Ik heb namelijk nog een aantal leerdoelen die ik zal
meenemen naar het aankomend schooljaar. Ik hoop zodoende rond 2025 te beginnen
aan de vervolgopleiding master Pedagogiek aan de Hogeschool InHolland.
13.3.2. Interventies bij casus 3
Bereikt Interventie 1:
Door het ontvangen van feedback op mijn handelen heb ik een beter beeld gekregen
over mijn valkuilen. Ik wist zelf al relatief goed waar het mis zou kunnen gaan in
bepaalde situaties. Door het ontvangen van feedback hierover heb ik een beter beeld
van waar het precies mis gaat en wat ik eraan zou kunnen doen. In bewijsvoering 1 van
casus 3 is feedback van mijn school opleider te zien. Hierin is te lezen dat ik de
leerlingen niet start klaar had. Dit is een punt waar ik vaak controle over heb maar soms
dus net niet voldoende. Door tips die ik heb ontvangen, ben ik nu veel bewuster over
mijn handelen en let ik hier goed op.
Interventie 2:
Mijn beoogde outcome was om aan meer activiteiten deel te nemen die worden
georganiseerd binnen de school. Zodoende heb ik deelgenomen aan de opendagen,
ouderavonden, excursies en sectiedagen. Vanuit de school zijn er uiteraard meerdere
activiteiten georganiseerd, ik heb mijn best gedaan om deel te nemen aan activiteiten
die binnen mijn roosters pasten. Zodoende heb ik aan verschillende soorten activiteiten
deelgenomen zoals mijn doel oogde.
Interventie 3:
Mijn beoogde outcome was om erachter te komen of ik wel echt wou doorstuderen of
niet. Door het opstellen van leervragen heb ik voor mij zelf een duidelijk beeld geschetst
van wat ik precies wil onderzoeken. Doormiddel van de leervragen ben ik tot mijn
antwoord gekomen en dat is dat ik wil doorstuderen. Dat wist ik al vrij zeker, maar door
onderzoek te doen naar de verschillende mogelijkheden heb ik meer motivatie hiervoor
gekregen.
Ik heb dit jaar aan verschillende activiteiten kunnen deelnemen, hieronder beschrijf
ik er twee.
1. Excursie met 4H
In het derde blok heeft de sectie Aardrijkskunde een excursie georganiseerd naar twee
verschillende locaties. De excursie sluit aan bij de thema overstromingsrisico en
klimaatverandering. Hierbij hebben we samen een bezoek gebracht aan de Maeslandkering
en de museumeiland biesbos. Als eerst hebben wij met onze groep een bezoek gebracht
aan een uitkijk punt dicht bij de museumeiland Biesbosch. Vanaf de uitkijkpunt hadden we
zicht op het zoetwatergetijde gebied. Hier kon je zien hoe zoet water werd vastgehouden.
De leerlingen kregen uitleg over het gebied en hierbij ook vragen. Vervolgens hebben wij
het museum bezocht. De leerlingen kregen een uitreiking met vragen die zij moesten
invullen. De antwoordden waren te vinden in het museum. Na het museumbezoek hebben
wij met alle groepen samen een grondboring uitgevoerd. Meneer Bakker heeft dit
gedemonstreerd aan de leerlingen. Tot slot zijn we door gereden naar de Maeslandkering.
Bij de Maeslandkering hebben we een rondleiding gehad en vervolgens de museum zelf
bezocht. De excursie wordt volgend jaar ook gegeven. Zodoende was het van belang om dit
ook mee te maken zodat ik volgend jaar de excursie ook zelfstandig aan de slag kan.
Kiezen voor het vak aardrijskunde was wel een risico, want ik heb namelijk
alleen maar 2 jaar aardrijkskunde op de middelbare school gehad. Dit zorgde
aan het begin van de opleiding voor enige moeite. De meeste studenten
stonden al boven op de stof terwijl veel nog nieuw was voor mij. Desondanks
het vrij lastig was, bleef de interesse in het vak mij motiveren om door te
zetten. Vervolgens hadden we te maken met corona. De corona periode heeft
voor veel demotivatie gezorgd. Zo erg, dat ik twijfelde aan het feit of ik wel
voor de klas zou willen staan. Dit heeft mij weer teruggebracht bij de reden
dat ik voor de opleiding had gekozen.
Bewijs Middels de leervragen die ik voor mij zelf had opgesteld, heb ik een beter
beeld gekregen van welke richting ik op wil. Om erachter te komen welke
richting ik op zou willen heb ik eerst gekeken naar welke opties er zijn. Na
onderzoek te doen over masteropleidingen, ben ik er al gauw achter
gekomen dat het niet voor de hand ligt voor mij. Voor de meeste
masteropleidingen dien je een premaster te volgen. Daarnaast spreekt het
wetenschappelijke mij niet aan. Ik ga liever praktischer te werk, hierdoor is
mijn keus al snel gevallen op het volgen van een post-HBO-opleiding of een
hbo-master. Dit zijn opleidingen die twee jaar duren en voornamelijk gericht
zijn op de praktijk. Ik had een aantal opleidingen gevonden die mij
aanspraken, namelijk het volgende:
- HBO master pedagogiek (inholland)
- HBO master educational needs (Hoge School Utrecht)
- HBO master innoveren en leren (Hoge School Rotterdam)
- HBO mater Pedagogiek (Hoge School Rotterdam)
Kijkend naar de verschillende opties die de opleiddingen bieden ben ik
uiteindelijk uitgekomen bij de hbo-master pedagogiek bij de Inholland. De
opleiding spreekt mij aan omdat er de mogelijkheid is om op twee
verschillende gebieden uit te stromen, namelijk orthopedagogiek en
management en beleid. Daarnaast biedt de opleiding de mogelijkheid om
avonds te studeren. De lestijden zijn namelijk van 18:00 tot 22:00. De andere
opleidingen zijn voornamelijk overdag. Hier gaat mijn voorkeur niet naar uit.
Om beter inzicht te krijgen van de opleiding heb ik deelgenomen aan de
opendag. Dit ging via teams. Na het volgen van de opendag bijeenkomst heb
ik een beter beeld gekregen over de opleiding zelf.
Ik ben tot het besluit gekomen om eerst mijn rol als docent te versterken.
Hierbij vind ik het belangrijk dat ik eerst voldoende ervaring op doe voor de
klas. Zodoende streef ik ernaar om het aankomend jaar fulltime aan de slag
te gaan. Mocht ik later in het jaar toch de behoefte hebben om door te
studeren zal ik in februari instromen. Anders pas het volgende schooljaar.
Maar wat wel vast staat is dat ik wil doorstuderen om uiteindelijk toch een
zorgfunctie uit te oefenen.
Deelname opendag
14. Peerfeedback
Peerfeedback op casus 1
effectieve,
betekenisvolle en
activerende Portfolio: Eindoordeel:
leeractiviteiten Het efidence informed werken kun je nader O/V/G
• zet aan tot toelichten. Ik zie het terug komen in je
samenwerkend leren interventies maar in je bewijsvoering heb je
met behulp van het hier kort over.
bijstellen
te versterken en het
Onderwijs
PROFESSIONEEL HANDELEN
Beroepstaak Leerresultaat Bevindingen Oordeel
• werkt planmatig aan de Assessmentles: Assessmentles:
Regie voeren op eigen
schoolcultuur en
5. De leraar
onderwijsvisie van de
voert regie CGI:
school
• expliciteert hoe hij hier
als persoon en in zijn
professionele rol een
werkbare balans in
vindt
• maakt binnen het team
gebruik van eigen
kwaliteiten en die van
anderen
• stelt zich begeleidbaar
op
• bewaakt de eigen
grenzen (pro2.4)
Ik, Medina Hodzic, bevestig hierbij dat ik Solin Genc op 10-05-2023 heb
voorzien van peerfeedback.
Ik zal reflecteren op de peerfeedback die ik heb ontvangen van Medina Hodzic door middel
van het reflectiemodel van STARR. Ik heb hiervoor gekozen omdat volgens Geerts en van
Kralingen (2018) doormiddel van een STARR-reflectie iemand inzicht kan krijgen op de
competenties die mensen beheersen. Het betreft een methode waarmee je verschillende
situaties kunt analyseren en daarbij ook inzicht krijgt over verschillende competenties waar
iemand over beschikt. Het gebruiken van de STARR-methode zal mij inzicht bieden op mijn
verwerking. (Geerts & van Kralingen, 2018)
Situatie: Het ontvangen van peerfeedback is een van de vereisten voor het portfolio. Hierbij
is het van belang dat ik een casus met een medestudent deel van dezelfde stageschool. Ik
heb hiervoor casus 1 gedeeld met een collega en docent in opleiding, namelijk Medina
Hodzic.
Taak: Ik heb er voor gekozen om casus 1 te delen omdat ik naar mijn gevoel hier nog extra
feedback over nodig had. Zodoende heb ik dit gedeeld zodat ik nog eventueel aanpassingen
kan maken aan de casus.
Actie: Met de ontvangen feedback ga ik aan de slag. De volgende punten heb ik aangepast.
- Ik ben de CIMO-schema langs geweest. Ik heb hier enige informatie aan toegevoegd.
- Ik heb bewijsnummer 1 aangepast. Ik had hierbij onleesbare schermafbeeldingen aan
toegevoegd. Eerst waren er 4 dia’s naast elkaar. Ik heb het nu aangepast tot 3. Hierdoor is
het leesbaar en neemt het niet veel ruimte in. Ik wil namelijk niet dat het te veel ruimte
inneemt voor het gehele document.
- Tot slot heb ik een aantal bewijsstukken toegevoegd voor de laatste bewijs.
Reflectie: Ik heb een vrij positieve feedback ontvangen met een aantal verbeterpunten. Door
mij casus weer goed door te lezen heb ik ook veel verbeteringen zelf kunnen opmerken. De
feedback heeft er ook voor gezorgd dat ik zelf nog eens kritisch naar mijn eigen werk kijk.
16. Leeras
16.1 Niveau 3
Beroepstaak
LEERAS 360 graden
1: de leraar view niveau 3
creëert een
prettig,
ordelijk en
veilig werk-
en…
4,00
Beroepstaak Beroepstaak
3,50
6: de leraar 2: de leraar
betrekt 3,00 begeleidt
theoretische 2,50 leerlingen
en naar
praktijkgegev
2,00 zelfstandighe
ens bij het … 1,50 id in hun …
1,00
Beroepstaak
Beroepstaak
3: De leraar
5: de leraar
verzorgt
voert regie
onderwijs
Beroepstaak
4 de leraar Student
ontwerpt
onderwijs Werkplekbegeleider
16.2. Niveau 4
LEERAS 360 graden
Beroepstaakview niveau 4
1: de leraar
creëert een
prettig,
ordelijk en
veilig werk-
en…
4,00
Beroepstaak Beroepstaak
3,50
6: de leraar 2: de leraar
betrekt 3,00 begeleidt
theoretische 2,50 leerlingen
en naar
praktijkgegev
2,00 zelfstandighe
ens bij het … 1,50 id in hun …
1,00
Beroepstaak
Beroepstaak
3: De leraar
5: de leraar
verzorgt
voert regie
onderwijs
Beroepstaak
4 de leraar
ontwerpt Student
onderwijs
Werkplekbegeleider
16.3. Reflectie leeras
Fase 1: Handelen
Kijkend naar de eind leerdoelen van niveau 3, had mijn IO’er aantal punten vermeld
18. Literatuurlijst