Basis Dua

I. (Al Fatihah – De Opening Hfdst. 1)

A oezoe biellahie mienash shaitanier radjiem
Ik zoek mijn toevlucht bij Allah tegen Satan, de verworpene
Biesmiellahier Rahmanier Rahiem.
In de Naam van Allah, de Meest Barmhartige, de Meest Genadevolle
1. Alhamduulillahi rabbi l-a’aalamiin
Alle lof zij Allah, de Heer der Werelden.
2. Ar-rahmaani r-rahiim,
De Meest Barmhartige, de Meest Genadevolle.
3. Maliki yawmi d-diin
De Heerser op de Dag des Oordeels.
4. Iyyaaka na’buuduu wa iyyaaka nasta’iin
U alleen aanbidden wij en U alleen vragen wij om hulp.
5. Ahdinaa s-siraata l-muustaqiim
Leid ons op het rechte pad.
6. Siraatalladhiina an-‘amta ‘alayhim ghayri l-maghduubi ‘alayhim wallaa d-daaaliiin.
Ameen.
Het Pad van degenen aan wie U gunsten heeft geschonken, niet van degenen op wie de
toorn rust en niet dat van de dwalenden. Ameen.

II. (Daroed Shareef)

1. Allahumma salli ala Muhammadiw wa ala aali Muhammadin, kamaa sallaita ala
Ibrahima wa ala aali Ibrahima innaka hamidum majid.
“O Allah, verhef Mohammed en de ware volgelingen van Mohammed, zoals U Abraham en
de ware volgelingen van Abraham verhief, U bent de Geprezene, de Verheerlijkte.
2. Allahumma baarik ala Muhammadiw wa ala aali Muhammadin kamaa baarakta ala
Ibrahima wa ala aali Ibrahima innaka hamidum majid.
O Allah, zegen Mohammed en de ware volgelingen van Mohammed, zoals U Abraham en
de ware volgelingen van Abraham verhief, U bent de Geprezene, de Verheerlijkte.”

III. (2:201)
Rabbana atina fid-dunya hasanatan wa fil ‘akhirati hasanatan waqina ‘adhaban-nar
Onze Heer, geef ons in de wereld wat goed is en het Hiernamaals wat goed is en bescherm ons
tegen de bestraffing van de Hel.

IV. (14:40)
Rabbidj-‘alnie muqie-mas-Salaatie wa min zur-riyyatie, Rabbanaa wa taqabbal Du-‘aaa
Oh Allah, laat mij en mijn kinderen altijd het gebed verrichten. Oh Allah, accepteer mijn smeekbede.

V. (14:41)
Rabba’-naghfir lie wa li-waali-dayya wa lil-Mu’-mi-niena Yawma yaqoe-mul–Hisaab!
Mijn Heer, vergeef mij en mijn ouders en de gelovigen op de Dag waarop de afrekening plaats vindt.
 VI. (37: 180 – 182)
Subhaana Rabbika Rabbil–‘Izzati ‘ammaa yasifoen!
Glorie aan jouw Heer, de Heer van Macht, verheven boven wat zij beschrijven!
Wa Salaamun ‘alal-mursalien!
En vrede zij met degenen die werden gezonden!
Wal–Hamdu lillaahi Rabbil–Aalamien.
En geprezen zij Allah, de Heer van de werelden!

(Afsluiting)
Ameen Ya Rabbil–Aalamien
Ameen O, Heer van de werelden!
Haq La ilaha illallah muhammadur rasulullah
Waarlijk, er is geen God behalve Allah en Muhammad is zijn Boodschapper

(20:114)

Rabbi zidnie ‘ilmaa

Mijn Heer, doe mijn kennis toenemen.

Ayah Al Qursi (2:255)

‘Allahu laaa ‘ilaaha ‘illaa Hoe. ‘Al-Hayyul-Qayyoem. Laa ta’-guzuhoe sinatunw-wa laa nawm.
La- hoe maa fissamaawaati wa maa fil-‘ard. Man-zallazie yasjfa-‘u ‘indahoe ‘illaa bi-‘idnih?
Ya’-lamu maa bayna ‘aydiehim wa maa galfahum. Wa laa yuhietoena bi-sjay-‘im-min ‘ilmihie
‘illaa bimaa sjaaa’. Wa-si-‘a Kursiyyu-hus-Samaawaati wal-‘ard; wa laa ya-‘oeduhoe hifzu-
humaa wa Huwal- ‘Aliyyul-‘Aziem.

Allah – er is geen God behalve Hij, de Eeuwiglevende, de Op-Zichzelf-Bestaande door Wie alles
bestaat. Sluimer overvalt Hem niet noch slaap. Aan Hem behoort alles wat in de hemelen is en alles
wat op aarde is. Wie is het die bij Hem kan bemiddelen anders dan met Zijn toestemming? Hij weet
wat voor hen is en wat achter hen is. En zij bevatten niets van zijn kennis behalve wat Hem behaagt.
Zijn kennis spreidt zich uit over de hemelen en de aarde, en het behoud van beide vermoeit Hem
niet. En Hij is de Hoogste, de Grote.