Professional Documents
Culture Documents
, maar je
besprong me ineens.
Wat zou jíj gedaan hebben?
Ik ken je helemaal niet..., van zo
dichtbij.
Ik zag alleen je geweer, je bajonet,
je granaten.
Als we dat zouden
weggooien...,zouden we broeders
zijn.
Maar dat mogen we ons zeker niet
realiseren..., dat mogen we niet!
We hebben allebei een moeder..., en
een vader..., hetzelfde.
Onze doodsangsten..., hetzelfde.
De pijn..., hetzelfde.
Alles..., echt alles!
Vergeef me, kameraad. "
Tekstfragment uit de film:
'All quiet on the western front' (1979)
('De Grote Oorlog')
2
Er is altijd wel iets daarvóór gebeurd, een voorgeschiedenis.
Ook de Eerste Wereldoorlog had zijn voorgeschiedenis. Een oorlog begint nooit
zomaar… De Eerste Wereldoorlog is wat moeilijker te begrijpen omdat landen die
nú bestaan, toen nog niet bestonden.
1 = Ierland 15 = Montenegro
2 = Groot-Brittannië 16 = Albanië
3 = Noorwegen 17 = Servië
4 = Zweden 18 = Roemenië
5 = Nederland 19 = Bulgarije
6 = België 20 = Griekenland
7 = Portugal 21 = Spaans Marokko
8 = Spanje 22 = Marokko
9 = Frankrijk 23 = Algerije
10 = Duitsland 24 = Tunesië
11 = Zwitserland 25 = Libië
12 = Italië 26 = Egypte
13 = Oostenrijk- 27 = Ottomaanse Rijk
Hongarije (= Osmaanse Rijk)
14 = Rusland
3
1.3. Wie tegen wie?
De Geallieerden
De Centralen
2. DE OORLOG
Omdat Rusland Servië wilde helpen, verklaarde Duitsland aan Rusland de oorlog
(want Duitsland was een bondgenoot van Oostenrijk-Hongarije).
Omdat Rusland weer een bondgenoot van Frankrijk was, begon Frankrijk zijn
soldaten klaar te maken voor de strijd.
4
Franz Ferdinand samen met zijn vrouw, vlak voordat hij van dichtbij werd doodgeschoten.
5
2.2. België in de oorlog:
Al sinds het einde van de 19e eeuw was Duitsland er bang voor dat het een oorlog aan
twee kanten moest voeren:
1/ In het oosten tegen Rusland.
2/ In het westen tegen Frankrijk.
De kans voor Duitsland om zo'n 'twee-frontenoorlog' te winnen was klein.
De Fransen dachten dat de Duitsers in het Noordoosten zouden aanvallen, want België was
neutraal (= niet bij de oorlog betrokken), net als Nederland.
Een Duitse generaal had een plan om Frankrijk snel te verslaan! Het Duitse leger moest,
door België trekken rond het Franse leger.
Daarna moest Duitsland alleen nog maar Rusland verslaan.
Op 4 augustus 1914 staken de Duitse troepen de Belgische grens over.
Ze ondervonden weinig weerstand van het Belgische leger.
Omdat België was aangevallen, maar ook omdat Duitsland nu wel heel dicht bij de Engelse
kust kwam (de zee tussen Engeland en België is maar 100 km!) verklaarde Groot-Brittannië
de oorlog aan Duitsland.
De Duitsers werden bij de stad Ieper door de Belgen en Engelsen tegengehouden.
Na de '1e Slag aan de Marne' werden er in de Eerste Wereldoorlog nog enkele andere
belangrijke veldslagen uitgevochten:
• 1e Slag bij Ieper (1914),
• 2e Slag bij Ieper (1915),
• Slag bij Verdun (1916),
• Slag aan de Somme (1916, de Somme is een rivier),
• 3e Slag bij Ieper (1917, ook wel de 'Slag bij Passendale' genoemd),
• 2e Slag aan de Marne (1918) 6
Ongeveer drie jaar zou het front niet meer van plaats veranderen.
Zie kaartje hieronder.
Snel Frankrijk veroveren lukte dus niet en Rusland kon daardoor op tijd een leger
klaar maken om te vechten tegen Duitsland aan de andere kant (het oostfront).
Een loopgraaf lag op een afstand van 45 tot 1600 meter van de vijand.
Buiten het bereik van handgranaten, lag prikkeldraad. Eerst slechts enkele rollen,
maar later werden het er meer en was het een dicht woud.
Elke soldaat had een zogenaamde pioniersschop.
Daarmee kon hij een greppel graven (een eenvoudige loopgraaf) of een loopgraaf
die door vijandelijk vuur (granaten, explosies, e.d.) was beschadigd herstellen
Elke loopgraaf kreeg een naambord, om te zorgen dat niemand 'verdwaalde' tijdens
een aanval..
7
Franse loopgraaf
8
weer terugmoesten naar de loopgraven.
● De strijd
De meeste acties vonden plaats als de soldaten uit de loopgraven kwamen om met
elkaar te vechten op open terrein: het niemandsland (= het lege stuk grond tussen de
loopgraven van de beide vijandelijke frontlinies).
Vanuit de loopgraven werd iedereen die zich aan de vijand toonde beschoten. Zelfs
soldaten die probeerden hun gewonde kameraden in het 'niemandsland' te redden,
of lichamen die in de rollen prikkeldraad waren blijven hangen en werden
teruggehaald. Ook die werden als doelwit gezien.
Ook waren er aanvallen van de ene frontlinie op de andere.
Deze harde uitputtingsoorlog hield elke soldaat voordurend paraat. De vijandelijke
linies moesten namelijk elk uur van de dag in de gaten worden gehouden.
In het 'niemandsland' verzamelden Duitse en Britse soldaten zich, waar zij samen
zongen en sigaretten uitdeelden. Soldaten zeiden tegen elkaar dat ze het verschrik-
kelijk vonden om aan te vallen. Er werden afspraken gemaakt: als werd bevolen om
aan te vallen, zou men eerst fluiten of een steen met een berichtje naar de vijand
gooien om te zeggen dat er binnenkort aangevallen zou worden.
De soldaten aan beide kanten begonnen in te zien dat het de officieren waren die
vijandig gezind waren, en níet de soldaten die aan het front vochten.
● Ziektes in de loopgraven
Tijdens de lange aanwezigheid in de loopgraven ontstonden er behalve de vele
ongemakken van ongedierte (luizen, vlooien en ratten) ook diverse ziektes.
Behalve de bekende ziektes zoals cholera, tyfus, tuberculose, schurft, kwamen met
name loopgravenkoorts, loopgravenvoet en shellshock voor.
Loopgravenkoorts
Het was een vorm van tyfus, en kwam erg vaak voor bij soldaten.
Het is een besmettelijke ziekte die koorts en pijn in de gewrichten, botten en spieren
veroorzaakte. De koorts liep vaak erg hoog op, tot 39 graden. Soms stierven
soldaten hier ook aan.
9
Loopgravenvoet
De soldaten stonden vaak en lang tot hun knieën in modder of water.
Door die kou en nattigheid zwollen de voeten eerst op en werden vervolgens rood en
gevoelloos. Op de voet ontstonden bloedblaren. Naarmate de zwelling weer afnam
werd de pijn steeds heviger. Tenslotte werden de zenuwen van de voet aangetast.
Een loopgravenvoet
Shellshock
Shellshock was een naam voor: emotionele geschoktheid, hersenschudding,
zenuwuitputtingen en andere dergelijke aandoeningen.
Dit kwam vooral door de gruwelijkheid van de oorlog die de soldaten meemaakten.
In de Eerste Wereldoorlog zijn veel soldaten veroordeeld als lafaards en
geëxecuteerd (= voor straf doodgeschoten) .
5.2. De tanks:
De eerste tanks werden voor het eerst in 1916 gebruikt door de Engelsen.
In 1917 gebruikte men de tanks om vóór de infanterie uit te rijden. Zodoende konden
deze tanks de prikkeldraadversperringen plat rijden, én de soldaten daarachter
beschermen tegen beschietingen.
In een tank was het leven niet prettig. Het was er vaak erg heet en benauwd. De
bemanning werd daardoor vaak misselijk, of viel flauw. Soms was de hitte in een tank
zó groot, dat de munitie explodeerde (= ontplofte).
10
5.3. De vlammenwerpers:
In de Eerste Wereldoorlog maakte men ook gebruik van 'vlammenwerpers'.
Vlammenwerpers in actie
11
In de loop van de volgende jaren gebruikten beide partijen gifgas.
In totaal werden er 1.200.00 soldaten vergast!
Piloten zaten in een 'open' cockpit en droegen zachte, leren jassen, met
schapenbont gevoerde laarzen en handschoenen om de kou tegen te houden.
De eerste bommen werden letterlijk over boord gegooid door de piloot.
Later werd er een vizier aangebracht op de bommenwerpers en werden er
afwerpsystemen voor de bommen onder aan de romp gemonteerd.
5.6. De zeppelin:
Voorjaar 1915. De eerste luchtschepen (zeppelins) verschijnen boven Groot-
Brittannië. De naam 'zeppelin' komt van de ontwerper van deze luchtschepen: de
Duitse graaf Ferdinand von Zeppelin.
Ondanks de paniek (omdat men verwachtte dat er een bommenregen uit 'die dingen'
zouden vallen) waren luchtschepen niet belangrijk in de Eerste Wereldoorlog.
Maar bommen vielen er wel uit de zeppelin zoals boven Londen.
In het begin was het onmogelijk om de zeppelins neer te halen, omdat ze hoger
12
vlogen dan vliegtuigen. Ze waren dan ook perfecte 'bommenwerpers'.
Later, toen vliegtuigen hoger konden vliegen, werden ze vaak uit de lucht geschoten.
Tegen 1917 werden de meeste zeppelins (Duitse én Britse) alleen nog gebruikt voor
verkenningswerk boven zee.
zeppelin
5.7. De duikbootoorlog:
De Engelse vloot (leger met boten) was zeer sterk en begon een blokkade tegen
Duitsland. Een blokkade met schepen is het versperren van zeeën en wateren zodat
vijandelijke schepen er niet door kunnen.
Het gevolg was dat de aanvoer van goederen zoals: wol, rubber, olie en koper voor
Duitsland moeilijk werd gemaakt. Er ontstonden grote tekorten voor de Duitsers.
● De duikboot
De Duitse onderzeeërs, ook wel U-boten genoemd, richtten véél meer schade aan
dan de Duitse oorlogsschepen óp het water.
Al in het begin van de oorlog kondigde Duitsland een 'onbeperkte duikbootoorlog' af.
Dat betekende dat ze alle schepen die ze tegen kwamen zouden aanvallen.
13