Herziene beroepsstandaard voor schoolleiders in het Primair Onderwijs
3 PROFESSIONELE SCHOOLLEIDERS HERZIENE BEROEPSSTANDAARD VOOR SCHOOLLEIDERS IN HET PRIMAIR ONDERWIJS
Geachte lezer, Met het Advies actualisering beroepsstandaard schoolleiders Primair Onderwijs heeft de NSA onder leiding van Meta Krger en Inge Andersen een sterk vernieuwde en actuele versie van de beroepsstandaard ontwikkeld. Voor u ligt een verkorte ver- sie van het volledige rapport dat u op de website van de NSA kunt vinden en down- loaden. Op dit moment wordt door de PO-Raad, de AOB, de AVS en CNV schoollei- ders gewerkt aan een nieuwe schoolleiders kennis en register organisatie waarin de NSA zal verdergaan. Alle informatie en kennis van de NSA zal in deze nieuwe organi- satie worden verankerd en beschikbaar blijven voor alle belanghebbenden. Sinds de oplevering van de eerste beroepsstandaard en bekwaamheidseisen in 04/05 en de aanpassingen in 2008 hebben de ontwikkelingen in het onderwijs niet stil gestaan. Dat heeft er onder meer toe geleid dat het ministerie van OCW de NSA in 2011 heeft gevraagd de beroepsstandaard en de bekwaamheidseisen voor schoolleiders te actualiseren en voorstellen te doen voor registratie van schoollei- ders. Dit rapport is het resultaat van een zorgvuldige en intensieve samenwerking met een groot aantal betrokken partijen. Uit de gemotiveerde betrokkenheid en groot enthousiasme van leden van expert- groepen en de monitorronde blijkt dat kwaliteit van leiderschap in onderwijs volop in de belangstelling staat. Meer aandacht voor opleiding en startkwalificaties en minder vrijblijvendheid met betrekking tot permanente professionalisering van schoolleiders kan op brede steun rekenen. De NSA is veel dank verschuldigd aan alle deelnemers en betrokkenen bij dit intensieve traject. Allen heel hartelijk dank voor de kritische bijdrage aan dit mooie en breed gedragen onderzoek. Bij dit rapport is een prachtig digitaal instrument ontwikkeld dat schoolleiders en bestuurders in staat stelt de generieke competenties naar hun eigen context te vertalen. Vanuit de zelf geformuleerde specifieke competenties kunnen zij met dit instrument hun eigen ontwikkeldoelen formuleren. Wij hopen en verwachten dat deze publicatie, het volledige rapport (te vinden op www.nsa.nl) en de digitale competentievertaler, zullen bijdragen aan de profes- sionaliteit van leiderschap in het onderwijs. Mark Jager
Voorwoord 4 5 PROFESSIONELE SCHOOLLEIDERS HERZIENE BEROEPSSTANDAARD VOOR SCHOOLLEIDERS IN HET PRIMAIR ONDERWIJS Inhoudsopgave 1. Inleiding 6 2. Gebruikte begrippen 8 Competentie en persoonlijkheid 10 Ontwikkelingscompetenties versus beoordelingscompetenties 10 Generieke competenties en specifieke competenties 11 3. Basiscompetenties en prestatie 12 4. De kenmerken van effectief leiderschap 14 Effectief schoolleiderschap 15 Leiderschapsstrategien 16 Aspecten van effectief leiderschap 17 5. Model voor effectief schoolleiderschap 18 6. Het competentieprofiel voor schoolleiders 20 Uitgangspunten voor formulering van het competentieprofiel 22 7. Voorbeelden competentieprofielen 24 8. De bekwaamheidseisen en professionalisering 32 Startbekwaamheidseis 32 Verdere professionalisering 33 9. Het beroepsregister 34 Registratiecriteria 36 Opzet van het beroepsregister 36 10. Naar een nieuwe kennis- en registerorganisatie voor schoolleiders 38 6 Dit is de nieuwe beroepsstandaard voor schoolleiders in het primair onderwijs. Deze nieuwe standaard is gemaakt door de NSA op verzoek van het ministerie van OCW. Het verzoek was om de competenties en bekwaamheidseisen voor school- leiders in het PO te actualiseren, een voorstel te doen voor eisen aan de professionalisering van school- leiders en een voorstel te doen voor registratie van de beroepsgroep. Het resultaat daarvan vindt u terug in deze publicatie. De nieuwe beroepsstandaard is gebaseerd op de bestaande beroeps- profielen. Deze zijn bekeken in het perspectief van actuele ontwikkelin- gen en de recente vakliteratuur. De literatuurstudie heeft zich gericht op kenmerken van effectieve schoollei- ders en effectieve leiderschapsstra- tegien. De nieuwe standaard en de inhoude- lijke uitgangspunten zijn in concept- vorm opgeschreven in een startno- titie die in diverse rondes is bespro- ken en becommentarieerd door drie Inleiding 1 7 PROFESSIONELE SCHOOLLEIDERS HERZIENE BEROEPSSTANDAARD VOOR SCHOOLLEIDERS IN HET PRIMAIR ONDERWIJS expertgroepen: schoolleiders, oplei- ders van schoolleiders en weten- schappers. Op basis daarvan is de notitie herhaalde malen herschreven en opnieuw voorgelegd. In de eind- fase is de notitie met een vragenlijst digitaal in een landelijke monitor voorgelegd aan schoolleiders, school- bestuurders, leraren, opleiders, vakbonden, PO-Raad, beleidsmede- werkers van OCW en directeuren en adviseurs van de LPCs. Het resultaat mag er zijn: een nieu- we beroepsstandaard voor school- leiders in het primair onderwijs die rust op een stevig wetenschappelijk fundament en waarover consen- sus is bereikt met het werkveld in de volle breedte. De beroepsstan- daard bestaat uit een competentie- profiel, bekwaamheidseisen en eisen aan verdere professionalisering. De beroepsstandaard is gebaseerd op kenmerken van effectief leiderschap. Aan de beroepsstandaard is een voorstel voor registratie van school- leiders toegevoegd. Registratie is een hulpmiddel om de beroepsstandaard te borgen. 8 Interstudie NDO over de NSA Schoolleiders in het primair onderwijs hebben een vak vol uitdagingen. Ze werken in een context waarin de leidinggevende van betekenis is voor de toekomst van de kinderen en het werkklimaat op school. De druk op schoolleiders neemt toe, onder meer door verruiming van het takenpakket en de grotere complexiteit van organisaties. Het is de kunst om deze druk te vertalen in kansen om aan vernieuwing te werken. Regelmatig investeren in opleiding en eigen ontwikkeling is daarbij een voorwaarde voor succes. De inhoud en eindtermen van onze leiderschapsopleidingen zijn gebaseerd op de bekwaamheidseisen van de NSA. De door hen ontwikkelde beroepsstandaard en het competentieprofel zijn richtinggevend voor ons aanbod. Wij merken dat schoolleiders steeds meer behoefte hebben aan erkende opleidingen. De certifcering en keurmerken van de NSA dragen bij aan kwalitatief goed aanbod. En dat is prettig en duidelijk voor schoolleiders. De profwijzer van NSA heeft een groot bereik en dit leidt tot goede bekendheid van de verschillende opleidingen. Een handig en praktisch hulpmiddel dus voor schoolleiders en opleiders! 2 Gebruikte begrippen 9 PROFESSIONELE SCHOOLLEIDERS HERZIENE BEROEPSSTANDAARD VOOR SCHOOLLEIDERS IN HET PRIMAIR ONDERWIJS In de beroepsstandaard worden diverse begrippen gebruikt die in de praktijk soms door elkaar gehaald worden of verschillende invullingen krijgen. Om verwarring te voorkomen beschrijven we hieronder de belangrijkste begrippen. 10 DefInItIe van het beGrIp competentIe: Het vermogen van een persoon om kennis, vaardigheden en attituden die relevant zijn voor een bepaalde beroepssituatie te verbinden aan persoonlijkheidskenmerken en om deze in te zetten op een gente- greerde wijze, waardoor adequaat handelen in die beroepssituatie mogelijk wordt. Voor de beroepsstandaard hebben we gezocht naar centrale, algemene compe- tenties voor schoolleiders: generieke basis- competenties. Specifieke competenties voor effectief leiderschap zijn afhankelijk van de context en verschillen dus per functie, per managementniveau en per school. competentIe en persoonlIjkheID De begrippen competentie en persoonlijk- heidskenmerk worden vaak door elkaar gebruikt. Persoonlijkheidskenmerken, zoals bijvoorbeeld extraversie, emotionele sta- biliteit, inschikkelijkheid, vriendelijkheid, openheid, gewetensvolheid worden vaak als competenties benoemd. Wij maken onderscheid tussen persoonlijkheidsken- merken en competenties. Uitgangspunt is dat de persoonlijkheid van de leider van invloed is op diens competenties en daar- mee de stijl van leidinggeven bepaalt. Het is daarom belangrijk dat de leider in staat is om de eigen persoonskenmerken te verbin- den aan de competenties, om zo de eigen professionele identiteit te ontwikkelen. Wie ben ik, vanuit welke waarden leef ik en wat betekent dat voor mijn leidinggeven, voor de invulling van mijn competenties? Persoonlijkheidskenmerken zijn nogal vast- staand en zijn daarom moeilijk aan te leren of te veranderen. Professionalisering van schoolleiders zou niet gericht moeten zijn op de ontwikkeling van de persoonlijkheid, maar op het leggen van verbindingen tussen de eigen persoonlijkheidskenmerken en de competenties, met andere woorden op de ontwikkeling van de individuele professio- nele identiteit. ontwIkkelInGscompetentIes ver- sus beoorDelInGscompetentIes Bij het werken met competenties is het wenselijk stil te staan bij de vraag welke functie men voor ogen heeft: beoordeling of ontwikkeling? Vanuit een beoordelings- en verantwoor- dingsperspectief worden competenties in verband gebracht met functiebeoordeling en het belonen van prestaties. Om te kunnen beoordelen of iemand over een bepaalde competentie beschikt, moeten de compe- tenties geformuleerd worden in termen van gewenst waarneembaar gedrag, specifiek voor het managementniveau of de functie. Deze gedragsindicatoren worden vanuit een beoordelingsperspectief meestal van boven- af geformuleerd. Dit impliceert dat ieder- een in dezelfde functie wordt beoordeeld op basis van dezelfde gedragsindicatoren. Bij een interactief ontwikkelingsperspectief ligt het accent op de competentieontwik- keling van schoolleiders. De beoordeling van de schoolleider vindt in dit perspec- tief niet plaats op basis van competenties en gedragsindicatoren, maar op basis van 11 PROFESSIONELE SCHOOLLEIDERS HERZIENE BEROEPSSTANDAARD VOOR SCHOOLLEIDERS IN HET PRIMAIR ONDERWIJS werkafspraken en geleverde prestaties (het resultaat van gedrag). Op basis van de resultaten kan gezamenlijk worden bezien of het wenselijk is om bepaalde competen- ties verder te ontwikkelen. Ten behoeve van die ontwikkeling wordt een algemene set van basiscompetenties geformuleerd. Dit zijn ontwikkelcompetenties, die geldig zijn voor elke schoolleider, op elk manage- mentniveau en in elke functie en los van een specifieke schoolomgeving. De omschrij- vingen van situatiespecifieke competenties moeten in dialoog geformuleerd worden op het niveau van de schoolorganisatie, door bestuurders en schoolleiders zelf. De NSA kiest voor de beroepsstandaard nadrukkelijk voor een sociaalconstructivis- tisch ontwikkelingsperspectief en daarmee voor een uitwerking in generieke basiscom- petenties. Enerzijds omdat we in de beroepsstandaard nooit alle verschillende schoolcontexten kunnen incorporeren. En anderzijds omdat nadruk op het beoordelings- en verant- woordingsperspectief in het verleden heeft geleid tot negatieve effecten. Omdat orga- nisaties steeds meer worden ingericht en aangestuurd vanuit controle, beheersen en verantwoorden is er sprake van een toene- mende stroom van regels, protocollen, ver- antwoordingsformulieren, benchmarks en andere accountancy-achtige maatregelen. De focus van het primaire proces raakt op de achtergrond en gezamenlijke beteke- nisverlening komt niet van de grond. Het gevolg is een verlies van plezier in het werk, verlies van professionele trots, het stag- neren van processen en belemmering van innovatie. GenerIeke competentIes en specI- fIeke competentIes De generieke basiscompetenties moeten vertaald en gekneed worden naar de spe- cifieke context. Die context betreft het managementniveau waarop de school- leider functioneert (bijv. middenmanage- ment, locatie, school, bovenschools), de omgevingsspecificiteit (regio, probleemwijk, locatie, grootte van de school, denominatie, etc.) en de schoolcontext (missie en visie, opdracht en takenpakket). Gezien de grote verschillen tussen, maar ook binnen, scho- len is het naar ons idee de opgave voor het veld zelf om de vertaalslag te maken van de basiscompetenties naar specifieke compe- tenties of subcompetenties. Nadat men kennis heeft genomen van de set van basiscompetenties, kan men zich bin- nen de schoolorganisatie vervolgens afvra- gen: wat betekent dit alles voor de school- leider, hoe moeten in de specifieke situatie de basiscompetenties worden ingevuld, of hoe vertalen we de basiscompetenties in specifieke competenties? Om dit proces te ondersteunen heeft de NSA een digitaal instrument ontwikkeld: NSA-EFFECt. Dit instrument bevat inhoudelijke hulpvra- gen en voorbeelduitwerkingen. Aan het instrument is bovendien een 360-graden feedback functie gekoppeld, op basis waar- van persoonlijke ontwikkeldoelen en actie- plannen kunnen worden opgesteld. Beoordeling of ontwikkeling? 12 Het doel van competentieontwikke- ling is adequaat en competent han- delen en beter functioneren van de betreffende medewerkers. Daarom gaat in organisaties momenteel veel aandacht uit naar prestatieverbete- ring en prestatiemanagement. Voor schoolleiders betekent dit dat zij voortdurend gericht zijn op de pres- tatie, het resultaat van de school. Een effectieve schoolleider vraagt zich steeds af: wat draag ik als schoolleider bij aan het leerlingre- sultaat? De prestatie is echter niet exclusief gericht op de leerlingresul- taten, maar heeft ook betrekking op de organisatie, onderdelen daarbin- nen of op leerresultaten van mede- werkers (teams, het eigen functio- neren als schoolleider). Deze deel- prestaties komen uiteindelijk wel de leerlingprestaties ten goede. De gewenste prestaties zijn onder- deel van de afspraken tussen werk- gevers en schoolleiders. Beoordeling van het functioneren van een school- leider zou moeten plaatsvinden op basis van de gemaakte afspraken over de prestaties. Het zijn dus niet de competenties die beoordeeld wor- den maar de performanceafspraken. Het gaat daarbij om: A basisafspraken (bijvoorbeeld over leerresultaten, kwaliteitszorg, ziek- teverzuim, financin), B afspraken over gewenste school- ontwikkeling en C afspraken over persoonlijke ambi- ties/loopbaanontwikkeling. basiscompetenties en prestatie 3 13 PROFESSIONELE SCHOOLLEIDERS HERZIENE BEROEPSSTANDAARD VOOR SCHOOLLEIDERS IN HET PRIMAIR ONDERWIJS Het niveau van presteren moet ver- volgens wel in verband worden gebracht met de onderliggende com- petenties. Competenties vormen namelijk het middel waarmee de prestaties worden bereikt. Wanneer bijvoorbeeld afspraken door de schoolleider niet worden nagekomen, dan wordt dit teruggekoppeld naar de onderliggende competenties. Je gaat dan na hoe de schoolleider door het realiseren van eigen ontwikkeldoelen een effectievere bijdrage kan leveren aan de belangrijkste doelen van de school. Dit is een ontwikkelingsge- richte analyse op basis waarvan een schoolleider zijn/haar professionalise- ringsvraag kan formuleren en profes- sionaliseringsafspraken kunnen wor- den gemaakt. Een verantwoordelijk schoolleider houdt zijn of haar com- petenties bij en legt voortdurend het verband met de gewenste prestatie of performance die hij of zij tot stand wil brengen. Het leggen van dit verband kan ondersteund worden door con- textspecifieke bekwaamheidseisen. De eisen waaraan iemand in een specifieke context of op een speci- fiek niveau moet voldoen zijn nauw verwant aan wat wij hiervoor spe- cifieke competenties noemden. Bij het formuleren van contextspecifieke bekwaamheidseisen worden specifie- ke competenties of subcompetenties nog verder gespecificeerd in gedrags- indicatoren. Deze kunnen het beste worden ingevuld in dialoog en binnen de context van de eigen school. basiscompetenties en prestatie 14 De kenmerken van effectief leiderschap 4 15 PROFESSIONELE SCHOOLLEIDERS HERZIENE BEROEPSSTANDAARD VOOR SCHOOLLEIDERS IN HET PRIMAIR ONDERWIJS Onderzoek naar leiderschap in het onder- wijs is door de jaren heen sterk verbonden geweest aan het verhogen van de effecti- viteit van de school. Onderzoekers zijn op zoek gegaan naar de relatie tussen school- leiderschap en schoolverbetering en naar de uiteindelijke invloed van leiderschap op de leerlingresultaten. De invloed van schoollei- ders op de schooleffectiviteit wordt meestal gemeten door te kijken naar wat de effec- ten zijn van schoolleidersactiviteiten op de leerlingresultaten. Er is nogal wat verwar- ring in de wetenschap over de invloed van leiderschap op leerlingresultaten. Sommige onderzoekers vinden nauwelijks effecten van schoolleidersactiviteiten, anderen vin- den wel degelijk invloed. Op scholen waar een sterkere spreiding van leiderschap plaatsvindt, blijken betere leerlingprestaties te worden behaald. Leiders die hun leiding- geven delen met anderen doen er dus wel degelijk toe. Opvallend is dat in de recen- tere onderzoeken meer invloed lijkt te wor- den gevonden. Het zou dus kunnen zijn dat schoolleiders in de afgelopen jaren effectie- ver zijn geworden. effectIef schoolleIDerschap De zoektocht van onderzoekers naar effec- tief schoolleiderschap heeft zich onder ande- re gericht op de meest effectieve persoon- lijkheidskenmerken, stijlen, gedragingen en wijzen van denken (cognities) van school- leiders. Of persoonlijkheidskenmerken bij- dragen aan de effectiviteit van schoollei- derschap is niet uit onderzoek naar voren gekomen. De aanname die in de praktijk heerst dat effectieve schoolleiders bepaalde persoonlijkheidskenmerken zouden moe- ten bezitten, wordt dus niet door onderzoek bevestigd. Ook is er niet n stijl van effec- tief leiderschap: het gewenste leiderschap verschilt per school. De stijl van leiding- geven moet matchen met de situatie om effectief leiderschap tot stand te brengen. Dit wordt situationeel leiderschap genoemd. Vanuit onderzoek naar gedragingen van schoolleiders wordt het belang van onder- wijskundig leiderschap voor de schooleffec- tiviteit onderstreept. Kenmerkende gedra- gingen die uit dit onderzoek naar voren komen zijn: benadrukken van leerlingpres- taties, benadrukken van basisvaardigheden, bemoeienis met de onderwijsmethoden, cordineren van de onderwijsprogrammas, regelmatig evalueren van het onderwijs, ondersteunen en begeleiden van docen- ten en creren van een ordelijk en op leren gericht klimaat. Dit is het functionalisti- sche perspectief op onderwijskundig leider- schap. Het gaat hier om onderwijskundig leiderschap in de beperkte betekenis van het woord: er wordt wel aangegeven wat de effectieve leider zou moeten doen, maar niet hoe hij of zij dat kan doen in de spe- cifieke context. De bredere benadering van onderwijskundig leiderschap geeft de effec- 16 tieve schoolleider weer als voortdurend gericht op het primaire proces bij alle taken die worden vervuld. In deze bredere bete- kenis verwijst onderwijskundig leiderschap naar integraal leiderschap, dit wil zeggen naar het afstemmen en cordineren van de taken, activiteiten, middelen, processen en structuren op elkaar, zodat ze - elkaar ver- sterkend bijdragen aan de realisering van goed onderwijs. Het gaat er dan om dat de schoolleider vorm geeft aan organisatie- kenmerken (structuur/cultuur/ onderwijs- organisatie/ personeel/faciliteiten) met het oog op het optimaliseren van de leerlingre- sultaten. Deze opvatting vertrekt vanuit het cognitieve perspectief. Onderzoekers die werken vanuit dit perspectief stellen niet de taken centraal, maar nemen de perceptie die schoolleiders hebben van hun taken als uitgangspunt. De cognitieve schemas of mindscapes en de meta-cognitieve denk- en afwegings- processen van schoolleiders worden als uit- gangspunt voor onderzoek genomen. De achterliggende gedachte is dat de essentie van leiderschap niet alleen gelegen is in de sturing van gedrag, maar juist ook in de sturing van mentale processen in de school. Uit dergelijk onderzoek komt de notie naar voren dat de sterke visie van de schoolleider een heel belangrijke factor is voor effectief leiderschap. De schoolleider moet de visie samen met leraren kunnen formuleren, maar ook kunnen communiceren en uitdra- gen. Bovendien komt uit dit onderzoek naar voren dat hogere orde denken een belang- rijk kenmerk is van effectief leiderschap. Het gaat hier om het analyseren, tot syntheses komen en evalueren rekening houdend met alle verschillende factoren die een rol spelen in een bepaalde situatie of bij een bepaald probleem. Het gaat om probleem oplos- sen en besluiten nemen vanuit inductief en deductief redeneren en op basis van het ontwerpen van nieuwe kennis. leIDerschapsstrateGIen Globaal zijn er twee ontwikkelingslijnen aan te geven die in het laatste decennium hun invloed hebben gehad op het leiderschap in scholen. Ten eerste is dat de internationale trend tot vergroting van de autonomie van scholen, gepaard gaand aan decentralisatie, waardoor scholen meer beleidsruimte krij- gen, meer eigen keuzes moeten maken en meer verantwoording af moeten leggen over behaalde resultaten. De schoolleider moet hierbij met diverse partijen samenwerken, waaronder de ouders en het schoolbestuur. Schoolleiders krijgen meer verantwoorde- lijkheid voor de onderwijskwaliteit, voor de effectiviteit van de school. Daardoor wordt de behoefte aan onderzoek in de eigen school en de benutting van de verzamelde data versterkt. Een tweede ontwikkelingslijn is dat door de snelle maatschappelijke ontwikkelingen inclusief de komst van ICT en Internet de betekenis van kennis sterk is veranderd en daarmee verandert ook de jeugd. Dit vraagt Het gaat om probleem oplossen en besluiten nemen 17 PROFESSIONELE SCHOOLLEIDERS HERZIENE BEROEPSSTANDAARD VOOR SCHOOLLEIDERS IN HET PRIMAIR ONDERWIJS om andere wijzen van leren. Scholen zullen moeten inspelen op de veranderingen en op nieuwe inzichten m.b.t. kennis en didactiek. Scholen zijn dus in tegenstelling tot vroeger voortdurend in ontwikkeling. Scholen moe- ten toe groeien naar een cultuur van collegi- aliteit en van een voortdurend streven naar verbetering. De schoolleider heeft een expli- ciete rol gekregen in het op gang brengen en houden van de schoolontwikkeling, uit- eindelijk gericht op verhoging van de kwali- teit van leren en onderwijzen. Schoolleiders geven leiding aan het leren op alle niveaus in de school. aspecten van effectIef leIDerschap Op basis van literatuurstudie (hierboven samengevat) kan worden geconcludeerd dat de volgende aspecten belangrijk zijn voor effectief leiderschap: 1. Werken vanuit een sterke visie. 2. Contextgebondenheid / omgevingsgericht- heid. 3. Vanuit een onderwijskundige gerichtheid vormgeven aan organisatiekenmerken. 4. Het toepassen van leiderschapsstrategie- en die gericht zijn op het bevorderen van samenwerking en leren op alle niveaus binnen de organisatie, vanuit een onder- zoekende houding. 5. Hogere orde denken. 18 model voor effectief schoolleiderschap 5 Al in de jaren tachtig vroegen onderzoekers zich af wat schoolleiders nu precies doen om hun scholen effectief te maken dan wel effectief te houden. Op basis van literatuurstudie en de resultaten van longitudinale veldstudie ontwikkelden zij een beschrijvingsmodel voor onderwijskundig leiderschap. Het model stelt het gedrag van de schoolleider centraal bezien vanuit een brede opvatting van onderwijskundig leiderschap. 19 PROFESSIONELE SCHOOLLEIDERS HERZIENE BEROEPSSTANDAARD VOOR SCHOOLLEIDERS IN HET PRIMAIR ONDERWIJS Dit beschrijvingsmodel is tot op de dag van vandaag door veel onderzoekers als vertrek- punt genomen voor verder onderzoek naar de invloed van schoolleiderschap op leerresultaten. Wij hebben van dit model gebruik gemaakt bij de vertaling van effectieve schoolleiderskenmer- ken naar basiscompetenties. Daarbij hebben we het model licht aangepast. Voor een uitgebrei- de beschrijving van de elementen in het model verwijzen we naar de NSA Beroepsstandaard Schoolleiders PO. Deze is te downloaden via de NSA-site. Ook het digitale instrument NSA- EFFECt bevat een uitgebreidere omschrijving van het model. Een effectieve leider kan vanuit dit beschrij- vingsmodel worden omschreven als een leider van wie al het handelen intentioneel is gericht op de benvloeding van de primaire processen in de school en daarmee uiteindelijk op de effecten op leerling-niveau. Het model geeft dus aan dat de effectieve schoolleider voortdurend gericht is op performance (de prestatie of het resultaat) van de school. De performance hoeft niet beperkt te worden tot leerlingresultaten, maar kan ook betrekking hebben op de performance of pres- tatie van de organisatie, onderdelen daarbinnen of op medewerkers (teams, het eigen functione- ren als schoolleider). Competenties worden dus benut om prestaties te verrichten of beoogde resultaten van werkzaamheden te bereiken. De essentie blijft wel de vraag: wat draag je als schoolleider bij aan het leerlingresultaat of wat heb je nodig om bij te kunnen dragen aan de leerlingresultaten? De middelen of instrumenten die de schoolleider kan gebruiken ter optimali- seren van de leerlingresultaten zijn ingebed in vier domeinen waarop de schoolleider stuurt. De schoolleider is in feite: - een organisatieontwikkelaar: door handelingen die gericht zijn op het structuur/ cultuurdomein; - een cultuurmanager: via de strategien die worden gevormd door handelingen gericht op de cultuur in de school; - een onderwijskundig leider: door het aanstu- ren en ondersteunen van het onderwijs en het pedagogisch klimaat, o.a. door coaching en begeleiding van leraren; - een beheersmatig manager: door de gericht- heid op personele zaken en faciliteiten. In ver- band hiermee komt ook het financieel manage- ment om de hoek kijken: een belangrijke vaar- digheid voor schoolleiders in deze tijd. model voor effectief schoolleiderschap Figuur 1: Beschrijvingsmodel van effectief leider- schap (gebaseerd op Bossert et al, 1982; Dwyer et al, 1985; Dwyer et al, 1987) strateGIn Omgeving van de school Structuur/cultuur De schoolleider: Visie, ervaring, persoonlijkheid Onderwijs org./ ped. klimaat Handelingen van de schoolleider Leerling resultaten Wettelijke kaders en regelgeving Personeel Faciliteiten achtergrondfactoren acties Instrumenten resultaten 20 6 Het competentie profel voor schoolleiders 21 PROFESSIONELE SCHOOLLEIDERS HERZIENE BEROEPSSTANDAARD VOOR SCHOOLLEIDERS IN HET PRIMAIR ONDERWIJS Het competentie profel voor schoolleiders 22 Op basis van de eerder gegeven definitie van het begrip competentie: Het vermogen van een persoon om kennis, vaardigheden en attituden die relevant zijn voor een bepaalde beroepssituatie te ver- binden aan persoonlijkheidskenmerken en om deze in te zetten op een gentegreerde wijze, waardoor adequaat handelen in die beroepssituatie mogelijk wordt. hebben we gezocht naar de vertaling van effectieve leiderschapskenmerken naar effectief handelen van schoolleiders. In andere woorden een vertaling van het wat naar het hoe. uItGanGspunten voor formulerInG van het competentIeprofIel - Formulering van competenties op basis van de sociaalconstructivistische benadering. - Accent op competentieontwikkeling in plaats van op competentiebeoordeling. - Onderscheid tussen persoonlijkheidsken- merken en competenties. - Formulering van een set van basiscompe- tenties die generiek, contextvrij is gefor- muleerd. - Verbinding van de competentieontwikke- ling met de gewenste doelen, de prestatie van de school (performance). Bovenstaande uitgangspunten en het onder- zoek naar effectief onderwijskundig leider- schap - vertaald in het beschrijvingsmodel - hebben ons geholpen om de basiscompeten- ties van het competentieprofiel vast te stellen. In onderstaand figuur hebben we de vijf aspecten van effectief leiderschap in het beschrijvingsmodel weergegeven. strateGIn Omgeving van de school Structuur/cultuur De schoolleider: Visie, ervaring, persoonlijkheid Onderwijs org./ ped. klimaat Handelingen van de schoolleider Leerling resultaten Wettelijke kaders en regelgeving Personeel Faciliteiten Omgevingsgerichtheid Werken vanuit een sterke visie Vauit een onderwijskundige gerichtheid vormgeven aan organisatiekenmerken Hogere orde denken Strategin toepassen gericht op samenwerken, leren en onderzoeken achtergrondfactoren acties Instrumenten resultaten 23 PROFESSIONELE SCHOOLLEIDERS HERZIENE BEROEPSSTANDAARD VOOR SCHOOLLEIDERS IN HET PRIMAIR ONDERWIJS De vijf aspecten van effectief leiderschap zijn vertaald in de volgende vijf basiscom- petenties: competentIe 1: vIsIe-GestuurD werken De schoolleider geeft leiding aan het ontwik- kelen en concretiseren van een gezamenlij- ke visie op onderwijs en draagt deze visie uit teneinde onderwijsprocessen en leerresulta- ten te optimaliseren. competentIe 2: In relatIe staan tot De omGevInG De schoolleider anticipeert op ontwikke- lingen in de omgeving en benvloedt deze doelbewust vanuit ondernemerschap, ten- einde onderlinge relaties, onderwijspro- cessen en leerresultaten te optimaliseren. Onder omgeving verstaan we bestuur, wet- en regelgeving, ouders, maatschappelijke omgeving en andere relevante organisaties. competentIe 3: vormGeven aan orGanIsatIekenmerken vanuIt een onDerwIjskunDIGe GerIchtheID De schoolleider geeft in dialoog met mede- werkers vorm aan organisatiekenmerken vanuit kennis van hun onderlinge samen- hang en met het oog op het optimaliseren van de leerlingresultaten. Onder organisatiekenmerken verstaan we structuur, cultuur, onderwijsorganisatie, personeel en faciliteiten. competentIe 4: hanteren van strateGIen t.b.v. samenwerkInG, leren en onDerzoeken op alle nIveaus De schoolleider hanteert leiderschapsstrate- gien die gericht zijn op het bevorderen van samenwerking, leren van leraren en onder- zoek op alle niveaus binnen de organisatie teneinde de school- en onderwijsontwik- keling te bevorderen. Vormen van leider- schap die samenwerking, leren en onder- zoek bevorderen zijn transformatief, moreel, inspirerend, onderzoeksmatig en gedeeld leiderschap . competentIe 5: hoGere orDe Denken De schoolleider analyseert zaken diepgaand op basis van adequate informatieverzame- ling en vanuit alternatieve denkmodellen, en brengt ze in verband met alle factoren in de bredere organisatie die een rol spelen bij het leren van leerlingen. De eerder als belangrijk aangemerkte com- petentie onderzoeksmatig leiderschap is niet als aparte basiscompetentie opgenomen. We vinden het onderzoeksmatig leiderschap wel terug in competentie 4. Daarnaast is onderzoeksmatig leiderschap een compe- tentie die in alle vijf de basiscompeten- ties een rol speelt. In de vertaling van elke basiscompetentie naar specifieke compe- tenties zal de competentie onderzoeksmatig leiderschap steeds anders worden geformu- leerd. In het volgende hoofdstuk werken wij een aantal voorbeelden uit. 24 Met de basiscompetenties in het achterhoofd kunt u zich binnen de schoolorganisatie ver- volgens afvragen: wat betekent dit alles voor de schoolleider, hoe moeten in de spe- cifieke situatie de basiscompetenties worden ingevuld, of hoe vertalen we de basiscompe- tenties in subcompetenties? Hieronder vindt u drie voorbeelduitwerkingen van het basis- profiel opgenomen, gekoppeld aan drie func- tieniveaus. Deze drie voorbeelden vormen denkbeeldige punten op een continum van steeds complexer wordende leidinggeven- de functies. Op dit continum zijn nog vele andere punten (mengvormen) te vinden. De gegeven voorbeelden kunt zijn te gebruiken als ijkpunten om de basiscompetenties te vertalen naar meer specifieke indicatoren. * Bij deze notitie hoort ook een digitaal instrument dat schoolleiders en bestuurders verder ondersteunt bij het vertalen van de basiscompetenties naar specifieke competenties en ontwikkeldoelen. 7 voorbeelden competentieprofelen 25 PROFESSIONELE SCHOOLLEIDERS HERZIENE BEROEPSSTANDAARD VOOR SCHOOLLEIDERS IN HET PRIMAIR ONDERWIJS Specifieke competenties zijn nadrukkelijk niet bedoeld om schoolleiders op te beoor- delen. Werkgevers beoordelen schoolleiders op prestatieafspraken! Het gaat daarbij om: A basisafspraken (bijvoorbeeld over leer- lingresultaten, ziekteverzuim, financin en kwaliteitszorg), B afspraken over gewenste schoolontwik- keling, en C afspraken over persoonlijke ambities/ loopbaanontwikkeling. De mate waarin deze afspraken worden nagekomen kunnen vervolgens wel in ver- band worden gebracht met specifieke com- petenties en leiden tot professionaliserings- afspraken. voorbeelden competentieprofelen 26 basiscompetentie uitwerking in functieniveaus profiel1 (uitvoerend) profiel2 (vormgevend) profiel3 (strategisch) visie-gericht werken De schoolleider geeft leiding aan het ontwik- kelen, concretiseren en uitdragen van een gezamenlijke visie op onderwijs en aan de vertaling van deze visie naar kwaliteitsdoelen, teneinde onderwijspro- cessen en leerresultaten te optimaliseren. Specifieke competenties: Focus op het primaire proces Competent in onderzoek Focus op het primaire proces De schoolleider geeft vanuit de visie vorm en inhoud aan de ondersteuning van het primaire proces, aan- sluitend bij strategische doelen. Competent in onderzoek De schoolleider kan onderzoeksresultaten over visieontwikkeling in het onderwijs toetsen aan de eigen praktijk. Focus op het primaire proces De schoolleider ont- wikkelt samen met het team de (onderwijs) visie van de school , en stelt op basis daarvan op schoolniveau strate- gische doelen op. Competent in onderzoek De schoolleider baseert zich op extern en intern onderzoek bij het for- muleren van een visie en doelen voor de school. Focus op het primaire proces De schoolleider houdt de brede professionele dia- loog over goed onder- wijs gaande en vertaalt deze naar strategische keuzes op organisatieni- veau en naar collectieve ambities. Competent in onderzoek De schoolleider gebruikt kennis uit extern en intern onderzoek om kwalitatieve impulsen te geven aan de organi- satiebrede dialoog over goed onderwijs. 27 PROFESSIONELE SCHOOLLEIDERS HERZIENE BEROEPSSTANDAARD VOOR SCHOOLLEIDERS IN HET PRIMAIR ONDERWIJS basiscompetentie uitwerking in functieniveaus profiel1 (uitvoerend) profiel2 (vormgevend) profiel3 (strategisch) In relatie staan tot de omgeving De schoolleider antici- peert op ontwikkelingen in de omgeving en benvloedt deze doel- bewust vanuit onder- nemerschap, teneinde onderlinge relaties, onderwijsprocessen en leerresultaten te opti- maliseren. Onder omgeving ver- staan we bestuur, wet- en regelgeving, ouders, maatschappelijke omgeving en relevante organisaties. Specifieke competenties: Ondernemerschap Externe samenwerking Competent in onderzoek Ondernemerschap De schoolleider is zich bewust van factoren uit de directe omge- ving van de school, die van invloed zijn op de school en handelt hier- naar. Externe samenwerking De schoolleider onder- houdt contacten met relevante organisaties buiten de school en heeft daarbij oog voor verschillende belangen en de positie van de school. Competent in onderzoek De schoolleider heeft kennis van en inzicht in onderzoeks-resultaten over de wisselwerking tussen de ontwikke- lingen in de omgeving van de school en de onderwijsontwikkeling van de eigen school en kan deze kennis en dit inzicht toetsen aan de eigen praktijk. Ondernemerschap De schoolleider onder- scheidt en creert kansen , anticipeert op bedreigingen en ontwik- kelingen in de omge- ving en vertaalt dit naar de ontwikkeling van de school. Externe samenwerking De schoolleider bouwt netwerkrelaties op, onderhoudt deze en opereert daarbij effec- tief in het krachtenveld van verschillende opvattingen en belan- gen. Competent in onderzoek De schoolleider betrekt kennis uit extern onder- zoek en informatie uit de omgeving bij de aan- sturing van nieuwe ont- wikkelingen in de eigen school ter verbetering van onderwijsprocessen en leerlingresultaten en de positie van de school. Ondernemerschap De schoolleider overziet kansen en bedreigingen vanuit de relevante ont- wikkelingen in de dyna- mische omgeving en zet deze om in strategisch beleid ter versterking van de organisatie. Externe samenwerking De schoolleider heeft een goed beeld van de mogelijkheden en onmogelijkheden per school en gaat op basis hiervan strategische alli- anties aan met het oog op uitbouw en behoud van het (zorg)netwerk. Competent in onderzoek De schoolleider betrekt kennis uit extern onder- zoek en informatie uit de bredere omgeving bij de aansturing van nieuwe ontwikkelingen in de organisatie 28 basiscompetentie uitwerking in functieniveaus profiel1 (uitvoerend) profiel2 (vormgevend) profiel3 (strategisch) vormgeven aan orga- nisatiekenmerken vanuit een onderwijs- kundige gerichtheid De schoolleider geeft in dialoog met medewer- kers vorm aan organi- satiekenmerken vanuit kennis van hun onder- linge samenhang en met het oog op het opti- maliseren van leerresul- taten van leerlingen. Onder organisatie- kenmerken verstaan we structuur, cultuur, onderwijsorganisatie, personeel en faciliteiten. Specifieke competenties: Organisatiebeleid- en beheer Financieel management Organisatieontwikkeling Leidinggeven aan het onderwijsproces Personeelsmanagement Competent in onderzoek Organisatiebeleid- en beheer De schoolleider reali- seert een optimale inzet van tijd, mensen en middelen met het oog op visie en doelen , bin- nen de afspraken die hierover zijn gemaakt. Financieel management De schoolleider bewaakt financile middelen/ budgetten en geeft opdracht tot betalingen voor zover die vallen binnen de goedge- keurde begroting en richtlijnen. Organisatieontwikkeling De schoolleider heeft kennis van en inzicht in het cyclisch proces van organisatie-ontwikke- ling en kan hieraan uit- voerend leiding geven. Leiding geven aan het onderwijsproces De schoolleider stimu- leert en ondersteunt medewerkers bij het uitvoering geven aan het onderwijsproces, op basis van de daar- over gemaakte afspra- ken. Organisatiebeleid- en beheer De schoolleider reali- seert een optimale inzet van tijd, mensen en middelen met het oog op beoogde onderwijs- processen en leerresul- taten op schoolniveau. Financieel management De schoolleider voert risicoanalyses uit en stelt meerjarige begro- tingen, formatieplan- nen, investeringsplan- nen en investerings- begrotingen op- en vast,ter goedkeuring door de bestuurder. Organisatieontwikkeling De schoolleider geeft op cyclische wijze vorm aan de duurzame ont- wikkeling van de school en borgt, onderhoudt en verbetert de kwali- teit van deze ontwik- keling. Leiding geven aan het onderwijsproces De schoolleider geeft in dialoog met medewer- kers vorm en inhoud aan het onderwijspro- ces, vanuit kennis van onderwijsleerprocessen. Organisatiebeleid- en beheer De schoolleider laat het bedrijfsmatig management onder- steunend zijn aan de onderwijsprocessen en de ontwikkeling van de organisatie. Financieel management De schoolleider draagt zorg voor een zorgvul- dige, efficinte en effec- tieve bedrijfsvoering met aandacht voor een recht- matige en doelmatige verwerving, bestemming en aanwending van mid- delen; risicobeheersing, solvabiliteit en kapitalisa- tiefactor. Organisatieontwikkeling De schoolleider geeft op cyclische wijze sturing aan de duurzame ont- wikkeling van de orga- nisatie als geheel en borgt, onderhoudt en verbetert de kwaliteit van deze ontwikkeling. Leiding geven aan het onderwijsproces De schoolleider bevor- dert dialoog over en bewaakt de kwaliteit van onderwijs-proces- sen in de scholen, van- uit kennis van onder- wijsleerprocessen. 29 PROFESSIONELE SCHOOLLEIDERS HERZIENE BEROEPSSTANDAARD VOOR SCHOOLLEIDERS IN HET PRIMAIR ONDERWIJS basiscompetentie uitwerking in functieniveaus profiel1 (uitvoerend) profiel2 (vormgevend) profiel3 (strategisch) vormgeven aan orga- nisatiekenmerken vanuit een onderwijs- kundige gerichtheid De schoolleider geeft in dialoog met medewer- kers vorm aan organi- satiekenmerken vanuit kennis van hun onder- linge samenhang en met het oog op het opti- maliseren van leerresul- taten van leerlingen. Onder organisatie- kenmerken verstaan we structuur, cultuur, onderwijsorganisatie, personeel en faciliteiten. Specifieke competenties: Organisatiebeleid- en beheer Financieel management Organisatieontwikkeling Leidinggeven aan het onderwijsproces Personeelsmanagement Competent in onderzoek Personeelsmanagement De schoolleider bevor- dert en houdt zicht op het naleven en cyclisch evalueren van werk- en professionaliserings- afspraken. Competent in onderzoek De schoolleider heeft kennis van en inzicht in onderzoeksresultaten naar strategien voor succesvolle organisatie- ontwikkeling en verge- lijkt deze met de eigen praktijk. Personeelsmanagement De schoolleider bevor- dert en houdt zicht op de kwaliteit van het functioneren van docen- ten, maakt in dit kader duidelijke werk- en professionaliserings- afspraken, ziet toe op het vastleggen, naleven en cyclisch evalueren van deze afspraken en verbindt er consequen- ties aan. Competent in onderzoek De schoolleider verza- melt informatie over de verschillende organisa- tiekenmerken , relateert deze aan extern onder- zoek naar organisatie- ontwikkeling en baseert beslissingen hierop. Personeelsmanagement De schoolleider bevor- dert en houdt zicht op de kwaliteit van het functioneren van de schoolleiders die onder hem vallen, maakt in dit kader duidelijke werk- en professionaliserings- afspraken, ziet toe op het vastleggen, naleven en cyclisch evalueren van deze afspraken en verbindt er consequen- ties aan. Competent in onderzoek De schoolleider sti- muleert en faciliteert schoolzelfevaluatie en praktijkonderzoek en bewaakt dat beslis- singen over onderwijs en schoolontwikkeling worden gebaseerd op externe en interne onderzoeksgegevens. 30 basiscompetentie uitwerking in functieniveaus profiel1 (uitvoerend) profiel2 (vormgevend) profiel3 (strategisch) hanteren van strate- gien t.b.v. samen- werking, leren en onderzoeken op alle niveaus De schoolleider han- teert leiderschaps- strategien die gericht zijn op het bevorderen van samenwerking, leren en onderzoek op alle niveaus binnen de organisatie teneinde de school- en onderwijs- ontwikkeling te bevor- deren. Vormen van leiderschap die samenwerking, leren en onderzoek bevorde- ren zijn transformatief, moreel, inspirerend, onderzoeksmatig en gedeeld leiderschap. Specifieke competenties: Interpersoonlijke com- petentie Aansturen van profes- sionals Competent in onderzoek Interpersoonlijke competentie De schoolleider voert communicatieproces- sen zodanig uit dat er draagvlak voor school- ontwikkeling ontstaat. Aansturen van professionals De schoolleider hanteert strategien die de uit- wisseling van kennis en informatie, teamgeest en samenwerkingsbe- reidheid bevorderen en spreekt mensen aan op hun verantwoordelijk- heid. Competent in onderzoek De schoolleider sti- muleert docenten om een onderzoekende houding aan te nemen met betrekking tot hun eigen praktijk en vervult hierin een voor- beeldrol. Interpersoonlijke competentie De schoolleider heeft kennis van en inzicht in communicatiepro- cessen. Hij geeft deze zodanig vorm dat zij de ontwikkeling van het onderwijs en de school bevorderen. Aansturen van professionals De schoolleider zet passende leiderschaps- strategien in en schept daarmee een klimaat waarin medewerkers gestimuleerd worden verantwoordelijkheid te nemen en waarin zij zich gemotiveerd en gewaardeerd voelen. Competent in onderzoek De schoolleider creert een cultuur waarin docenten bereid en competent zijn om hun eigen onderwijs en de resultaten daarvan te onderzoeken, en waarin beslissingen over onderwijs, school- ontwikkeling en inzet/ professionalisering van personeel worden gebaseerd op externe en interne onderzoeks- gegevens. Interpersoonlijke competentie De schoolleider heeft kennis van en inzicht in communicatieproces- sen. Hij hanteert en bevordert deze proces- sen t.b.v. de ontwik- keling van de grotere organisatie. Aansturen van professionals De schoolleider stimu- leert het situationeel toepassen van diverse strategien voor leider- schap en past vanuit zijn voorbeeldfunctie deze strategien ook toe op het eigen leiderschap. Competent in onderzoek De schoolleider sti- muleert, vanuit eigen onderzoeksvaardigheid, de onder hem vallende schoolleiders om sturing te geven aan praktijk- onderzoek als basis voor het nemen van beslissingen. 31 PROFESSIONELE SCHOOLLEIDERS HERZIENE BEROEPSSTANDAARD VOOR SCHOOLLEIDERS IN HET PRIMAIR ONDERWIJS basiscompetentie uitwerking in functieniveaus profiel1 (uitvoerend) profiel2 (vormgevend) profiel3 (strategisch) hogere orde denken De schoolleider analy- seert zaken diepgaand op basis van adequate informatieverzame- ling en vanuit alterna- tieve denkmodellen, en brengt ze in verband met alle factoren in de bredere organisatie die een rol spelen bij het leren van leerlingen. Specifieke competenties: Competent in zelfsturing Intrapersoonlijke competentie. Competent in onderzoek Competent in zelfsturing De schoolleider staat open voor feedback van teamleden en leiding- gevenden, reflecteert op eigen handelen en past het handelen waar nodig aan. Intrapersoonlijke competentie De schoolleider kan concepten, opvattingen en praktijk-ervaringen met elkaar verbin- den, onderscheidt bij complexe problemen hoofd- en bijzaken en ziet verbanden, trends en patronen. Competent in onderzoek De schoolleider herkent mogelijke problemen of dilemmas in een vroeg stadium, analyseert ze met behulp van onder- zoeksresultaten op leer- ling- en schoolniveau en neemt stelling. Competent in zelfsturing De schoolleider reflec- teert op het effect van zijn eigen handelen, treedt hierover in gesprek met teamleden en collega-schoolleiders en neemt deel aan inter- visiebijeenkomsten /visi- tatiestrajecten. Op basis van de inzichten die dit oplevert past hij zijn han- delen waar nodig aan. Intrapersoonlijke competentie De schoolleider han- delt vanuit inzicht in de samenhang tussen alle factoren (visie, gewenste opbrengs- ten, omgeving van de school, wettelijke kaders en regelgeving en ken- merken van de school- organisatie) die een rol spelen bij het leren van de leerlingen en leraren. Competent in onderzoek De schoolleider bena- dert onderwerpen en problemen vanuit meer- dere invalshoeken, ver- kent meerdere oplos- singsrichtingen op basis van interne en externe onderzoeksresultaten en maakt anderen mede verantwoordelijk. Competent in zelfsturing De schoolleider reflec- teert op het effect van zijn eigen handelen, treedt hierover in gesprek met mede- werkers en collegas en neemt deel aan boven- bestuurlijke visitaties/ audits. Op basis van de inzichten die dit ople- vert, past hij zijn hande- len waar nodig aan. Intrapersoonlijke competentie De schoolleider handelt vanuit inzicht in de com- plexiteit van onderwijs- en organisatie-ontwik- keling en de samenhang van verschillende orga- nisatieonderdelen. Competent in onderzoek De schoolleider benut interne en externe onderzoeksresultaten voor monitoring en organisatieontwikkeling, benadert onderwerpen en problemen vanuit een helicopterview, en kan de consequenties voor de langere en kortere ter- mijn benoemen en verta- len in strategisch beleid. 32 Schoolbesturen vertalen de basiscompeten- ties samen met schoolleiders naar context- specifieke competenties. Competenties vor- men het middel waarmee prestaties worden bereikt. Door het niveau van de prestatie in verband te brengen met de onderliggende competenties kan een schoolleider nagaan hoe door het realiseren van eigen ontwikkel- doelen een effectievere bijdrage geleverd kan worden aan schooldoelen. Deze ontwikke- lingsgerichte analyse wordt vergemakkelijkt als competenties zijn uitgewerkt op een zo concreet mogelijk handelingsniveau (gedrags- indicatoren). Ter ondersteuning van deze uit- werking is het digitale instrument NSA-EFFECt ontwikkeld. Het competentieprofiel vormt ook de basis voor basisopleidingen en na- en bijscholing van schoolleiders. Het eerste (de basisop- leiding) heeft te maken met de startbe- kwaamheid. Het tweede heeft te maken met de eisen voor verdergaande professi- onalisering. Het actualiseringstraject heeft de volgende voorstellen opgeleverd: startbekwaamheIDseIs In het veld leeft een brede wens om het gevolgd hebben van een schoolleidersop- leiding verplicht te stellen voor alle nieuwe schoolleiders. De opleidingen gebruiken de basiscompetenties om te komen tot indica- toren voor assessment en beoordeling van studenten. De voorgestelde bekwaamheidseis voor schoolleiders is een verplichte geaccredi- teerde basisopleiding (post HBO) of een 8 De in de vorige hoofdstukken beschreven competentiepro- fielen voor schoolleiders kun- nen op verschillende manieren worden gebruikt om de profes- sionalisering van schoolleiders vorm te geven. De bekwaamheidseisen en professionalisering * Schoolleiders uit de brede registratiekamer van de NSA en uit de expertgroep schoolleiders binnen het actualiseringstraject geven nadrukkelijk aan dat zij het gevolgd hebben van een schoolleidersopleiding graag verplicht zouden stellen. De brede monitorronde laat zien dat dit een wens is die ook breed leeft in het veld. 33 PROFESSIONELE SCHOOLLEIDERS HERZIENE BEROEPSSTANDAARD VOOR SCHOOLLEIDERS IN HET PRIMAIR ONDERWIJS equivalent daarvan. Certificering van basis- opleidingen zou dan moeten plaatsvinden op basis van de geformuleerde basiscom- petenties en algemene criteria die aanslui- ten bij de standaarden van de NVAO. Om te kunnen bepalen of aan een equivalent van de basisopleiding wordt voldaan, zou een onafhankelijk assessment moeten wor- den ontwikkeld dat wordt uitgevoerd door een onafhankelijke landelijke instelling. Dit assessment moet meten of huidige school- leiders die geen schoolleidersopleiding heb- ben gevolgd voldoende theoretische basis hebben op het terrein van de vijf basiscom- petenties en of zij in de praktijk laten zien dat zij over de competenties beschikken. Het assessment kan leiden tot gehele of gedeeltelijke vrijstelling van de opleidings- eis. verDere professIonalIserInG Toezicht op voortgaande professionalisering (na de opleiding) is een belangrijke taak van schoolbesturen. Een gedeelte van de in de CAO vastgelegde professionaliseringsuren (25%) zou echter besteed moeten worden aan gecertificeerd aanbod dat past bij de basiscompetenties. Dit gebeurt ook bij ande- re beroepsgroepen, waarbij vaak gebruik wordt gemaakt van een puntensysteem. Naast het deelnemen aan gecertificeerd pro- fessionaliseringsaanbod wordt het belang van reflectie op de eigen praktijk, bijvoorbeeld via (bovenbestuurlijke) visitatietrajecten, audits of collegiale consultatie benadrukt. Als eisen voor voortgaande professionalise- ring worden voorgesteld: - Deelname aan gecertificeerde professionali- seringsactiviteiten, gekoppeld aan een pun- ten- of urensysteem. Uitgaande van 25% van de in de CAO vastgelegde professiona- liseringsuren komt dit neer op 40 uur per jaar (of 160 uur verspreid over vier jaar). Schoolleiders die een schoolleidersopleiding of masteropleiding volgen worden voor die periode vrijgesteld van de professional- seringseis. Gecertificeerd professionalise- ringsaanbod heeft een duidelijke relatie met de basiscompetenties en legt de relatie naar de eigen praktijk van deelnemers. - Reflectie op de eigen praktijk, die voldoet aan de volgende criteria: De reflectie vindt plaats in samenwerking met mensen van buiten de directe eigen werkkring. Gebaseerd op feedback op de eigen prak- tijk door mensen vanuit verschillende lagen van de eigen organisatie. Koppeling aan werkafspraken tussen de schoolleider en de werkgever. 34 9 het beroepsregister 35 PROFESSIONELE SCHOOLLEIDERS HERZIENE BEROEPSSTANDAARD VOOR SCHOOLLEIDERS IN HET PRIMAIR ONDERWIJS het beroepsregister 36 Uit recente beleidsnotities van OCW wordt duidelijk dat OCW de invoering van regi- stratie voor de beroepsgroep van schoollei- ders als noodzakelijk ziet. Ook in het veld (i.e. de expertgroep schoolleiders) staat men positief tegenover verplichte registra- tie als een vorm van waardering en stan- daardisering van eisen die met het beroep van schoolleider samenhangen. Registratie kan, naast de verantwoordelijkheid die besturen zelf hebben, bijdragen aan kwa- liteitsontwikkeling op grotere schaal. Uiteraard zijn hier een aantal voorwaarden aan verbonden, zoals verankering d.m.v. wetenschappelijk onderzoek en draagvlak bij de beroepsgroep zelf. reGIstratIecrIterIa Het veld hecht sterk aan een verplichte basisopleiding en verantwoording over een gedeelte van de professionalisering via geaccrediteerd aanbod. Dit vanuit de gedachte dat hiermee de beroepskwaliteit van schoolleiders kan worden bewaakt en de professionele ontwikkeling van school- leiders kan worden bevorderd. Bij het sociaalconstructivistische perspec- tief dat wij voorstaan past dat competen- ties situatiegebonden zijn en dus niet zo gemakkelijk generaliseerbaar. Voor het meten van competenties wordt een grote rol toegekend aan de beoordelingen door de betrokkenen zelf. Daarom wordt ook veel belang gehecht aan reflectie op de eigen praktijk door middel van intervisie met collegas van binnen en van buiten de eigen werkkring. Ook collegiale audits/ visitaties bieden in dit licht veel perspec- tief. Audits/visitaties bieden een bovenbe- stuurlijke meerwaarde en bevorderen kwa- liteit door middel van onderlinge feedback, reflecteren en motiveren binnen de eigen context. Gezien het bovenstaande stellen wij de volgende criteria voor het beroepsregister voor: Bovenstaande eisen aan professionalisering en verantwoording ontlenen hun kracht aan naleving van deze afspraken in de praktijk door werkgevers en werknemers. Vaststelling van de eisen in de CAO of in de wet BIO biedt hiervoor een belangrijke basis en is dan ook het streven van de NSA. De geraadpleegde expertgroepen advi- seren een overgangstermijn van vijf jaar voor schoolleiders om aan bovengenoemde eisen te voldoen. opzet van het beroepsreGIster Bovenstaande criteria impliceren de nood- zaak van: - Een landelijk onafhankelijk registratie- instituut. Registratie op individuele basis (niet via de werkgever) om mensen te kunnen volgen die van bestuur naar bestuur verhuizen. Verankering van de beroepsstandaard, met wetenschappelijk- en praktijkonderzoek en het onderhou- den van de beroepsstandaard, wordt zeer belangrijk gevonden door de expert- en monitorgroepen. - Certificering van scholingsaanbod voor schoolleiders, op basis van de beschreven competenties. - Structurele middelen voor professionali- sering. 37 PROFESSIONELE SCHOOLLEIDERS HERZIENE BEROEPSSTANDAARD VOOR SCHOOLLEIDERS IN HET PRIMAIR ONDERWIJS Als je iemand verplicht stelt om te professio- naliseren zou diegene daarvoor ook de mid- delen moeten hebben. Middelen voor pro- fessionalisering zouden daarom structureel voorhanden moeten zijn. - De geraadpleegde expertgroepen zien het liefst een persoonsgebonden professionalise- rings-budget (vergelijk lerarenbeurs), gekop- peld aan registratie. Zij denken daarbij aan: Een eenmalige vergoeding van de school- leidersopleiding (in verband met het ver- sneld scholingsplan als gevolg van de opleidingseis binnen 5 jaar). Een substantieel onderhoudsbudget per jaar, waaruit ook de registratiebijdrage wordt betaald. overzIcht GeaDvIseerDe reGIstratIecrIterIa: afgeronde schoolleidersopleiding In het register kunnen uitsluitend personen worden opgenomen die kunnen aantonen dat zij een gecertificeerde schoolleiders- of managementopleiding hebben gevolgd (of equivalent daarvan). functioneel leidinggevende Personen die opgenomen willen worden in het register dienen leidinggevende functies te ver- vullen in organisaties vallend onder de werking van de Wet Primair onderwijs (WPO) en/of de Wet op de Expertisecentra (WEC).Een leidinggevende is lid van het management, werkzaam ten behoeve van een onderwijsinstelling voor primair onderwijs, die onder verantwoordelijk- heid van het bevoegd gezag is belast met leidinggevende bevoegdheden en taken. Deelname aan (gecertificeerde) professionaliseringsactiviteiten Een registerdirecteur werkt voortdurend aan professionele ontwikkeling. Een gedeelte van de professionaliseringsactiviteiten moet besteed worden aan gecertificeerd opleidingsaanbod. reflectie op eigen praktijk Registratie is gekoppeld aan aantoonbare reflectie op de eigen praktijk, bijvoorbeeld door deelname aan bovenbestuurlijke visitatietrajecten. Schoolleiders kunnen deelnemen aan visi- tatietrajecten vanuit de landelijke registratieorganisatie of tonen aan dat zij deelnemen aan door besturen zelf opgezette reflectievormen, die aan de daarvoor gestelde criteria voldoen. ondertekenen van een gedragscode De gedragscode is bedoeld als een duidelijke uitspraak van onze beroepsgroep over wat ouders, leerkrachten, bestuur en andere betrokkenen bij ons onderwijs als ondergrens voor de kwaliteit van professioneel handelen en het persoonlijk optreden van een leidinggevende mogen verwachten. 38 naar een nieuwe kennis- en registerorganisatie voor schoolleiders 10 39 PROFESSIONELE SCHOOLLEIDERS HERZIENE BEROEPSSTANDAARD VOOR SCHOOLLEIDERS IN HET PRIMAIR ONDERWIJS Vier organisaties: AOb, AVS, CNVO en PO Raad, werken aan de komst van een onaf- hankelijke register organisatie. Daarbij wordt voortgebouwd op de ervaring en kennis die is opgebouwd met de Nederlandse Schoolleiders Academie. De verwachting is dat de nieu- we organisatie in januari 2013 van start gaat. De vier organisaties gaan ervan uit dat schoolleiders willen werken aan hun profes- sionalisering. De activiteiten in NSA-verband hebben dat al uitgewezen. Het komt er nu op aan om een brede, op elkaar afgestem- de inspanning te leveren door de organisa- ties gezamenlijk, zodat mr schoolleiders in het primair onderwijs werk maken van hun professionalisering. Daarvoor was het nodig te werken aan het actualiseren van bekwaamheidseisen, competentie profielen en beroepsstandaard. Vervolgens zal gewerkt worden aan het transparanter maken van de scholingsmarkt n aan het instellen van een vernieuwd schoolleidersregister dat voort- bouwt op het register dat binnen NSA al is ontwikkeld en recht doet aan de geactuali- seerde kennis over professionalisering van schoolleiders. De bedoeling van de beoogde intensivering en verbreding van professionalisering van schoolleiders is, dat dit in positieve zin bij- draagt aan versterking van de kwaliteit van het onderwijs. Dit rapport zal de basis vormen voor binden- de afspraken die gemaakt zullen worden over professionalisering en registratie van school- leiders. De nieuwe (onafhankelijke) organisa- tie waarin de NSA opgaat en die nu in voor- bereiding is, zal de activiteiten van de NSA voortzetten en versterken. Alle informatie zal beschikbaar blijven voor schoolleiders, oplei- dingen en andere belanghebbenden. Het rapport en het digitale instrument EFFECt zullen er naar verwachting toe bijdragen dat het werken met de nieuwe competenties en het stellen van eigen leerdoelen eenvoudiger en effectiever wordt. Visie-gestuurd werken In relatie staan tot de omgeving Vormgeven aan organisatiekenmerken vanuit een onderwijskundige gerichtheid Strategien hanteren tbv samenwerking, leren en onderzoeken op alle niveaus Hogere orde denken Handelingen van de schoolleider Structuur/cultuur Omgeving van de school Achtergrondfactoren Acties Instrumenten Leerlingresultaten Leerlingresultaten Onderwijsorganisatie/ped. klimaat Visie, ervaring en persoonlijkheid Personeelsdomein Wettelijke kaders en regelgeving Facilitair domein www.nsaeffect.nl 40 41 PROFESSIONELE SCHOOLLEIDERS HERZIENE BEROEPSSTANDAARD VOOR SCHOOLLEIDERS IN HET PRIMAIR ONDERWIJS 42 colofon TEKST Meta Krger, Inge Andersen e.a. TEKSTADVIES Sylvia Karres EINDREDACTIE Mark Jager, Robin Koning ONTWERP EN VORMGEVING Groothaar + Orth DRUK Drukkerij Groels BESTELLINGEN NSA N ie u w e g r a c h t