Professional Documents
Culture Documents
Een geografisch beeld van een gebied bevat een beschrijving van vier soorten
kenmerken:
1. Ligging Absolute ligging (in graden) & Relatieve ligging (ten opzichte van)
2. Gebiedskenmerken eigenschappen van het gebied:
• Natuurlijke omgeving (fysisch milieu): bodem, grondsoort, water, reliëf, klimaat,
zeestromen, delfstoffen
• Inrichting (menselijke omgeving): bodemgebruik, soort landbouw en vorm van
landerijen, infrastructuur, haventerreinen, stedelijke bebouwing
3. Bevolkingskenmerken
• Cultureel: taal, godsdienst, geschiedenis, aangeleerd gedrag
• Demografisch: bevolkingsontwikkeling, veranderingen in samenstelling bevolking.
• Economisch: inkomen, werkloosheid, bestaansmiddelen, productie, in- en uitvoer
• Politiek: verdeling van de macht
4. Interne en externe relaties
• Contacten tussen bedrijven en instellingen binnen het gebied
• Contacten met andere gebieden
Waar gaat aardrijkskunde over? Geografisch analysemodel
§1.1 Leven in Ethiopië
Ligging
►Ethiopië ligt in de tropen. In
het hoogland is het koeler.
De relatieve ligging: bergachtig
en land locked. Vervoer van
mensen en goederen is
tijdrovend en duur.
● De infrastructuur verbetert.
De enige spoorlijn voert naar
de kust.
● Het vliegverkeer ontwikkelt
zich sterk, mede door de
onbereikbaarheid over land.
§1.1 Leven in Ethiopië
De mensen van Ethiopië: demografie
► Bevolkingsaantal (ca. 100 mln inwoners) groeit snel.
Hoog geboortecijfer: in 2050 twee derde van de bevolking in de
vruchtbare leeftijd.
§1.1 Leven in Ethiopië
De mensen van Ethiopië: demografie
● Sterftecijfer daalt, kindersterftecijfer hoog door ondervoeding.
§1.1 Leven in Ethiopië
De mensen van Ethiopië: demografie
● 80% van de bevolking
woont op het
platteland, dat in
bevolkingsaantal nog
sneller groeit dan de
stedelijke centra.
● Een betrekkelijk lage
bevolkingsdichtheid
verhult grote regionale
dichtheidsverschillen.
Bevolking, migratie en cultuur - bevolkingscijfers
B148 - Bevolking en inrichting
Demografie is de wetenschap die de bevolkingsaantallen bestudeert. Demografen bestuderen
bijvoorbeeld de aantallen geboorten en sterftegevallen en het aantal mensen dat verhuist. Ook
kijken ze naar leeftijd, geslacht, godsdienst, opleiding, herkomst en spreiding van de bevolking.
• Gegevens over de bevolking zijn belangrijk voor de inrichting. Als de bevolking snel groeit,
zijn er meer scholen, huizen en sportvelden nodig. Je kunt zeggen: hoe meer mensen, hoe
meer inrichting. Maar het aantal inwoners zegt nog niet alles. Je moet ook kijken naar de
dichtheid en de spreiding van de bevolking.
• De bevolkingsdichtheid is het gemiddeld aantal inwoners per vierkante kilometer. Je
berekent die dichtheid door het aantal inwoners te delen door de oppervlakte. Zo heeft China
1,4 miljard inwoner en een oppervlakte van 9,6 miljoen km 2. De bevolkingsdichtheid is dan
1,4 miljard inwoners gedeeld door 9,6 miljoen km 2. Dat is 146 inwoners per km2.
• De bevolkingsspreiding geeft aan hoe de bevolking is verdeeld over een gebied. In China
zijn er grote verschillen (zie figuur 1). In het westen wonen heel weinig mensen. Het is een
leeg gebied met bergen en woestijnen. Heel anders is dat in het oosten van China. Dat is
een overvol gebied met honderd miljoenensteden. Shanghai is met ruim 24 miljoen inwoners
de grootste stad van het land. Dat zijn meer mensen er in heel Nederland wonen. Zo’n
opeenhoping van mensen noem je een bevolkingsconcentratie.
Bevolking, migratie en cultuur - bevolkingscijfers
B149 - Bevolkingscijfers: absoluut en relatief
Je kunt de bevolking op twee manieren weergeven. Kijk maar in figuur 2.
In de middelste kolom staan de bevolkingscijfers van Duitsland in absolute getallen. Daarbij
gaat het om aantallen of hoeveelheden. De Duitse bevolking groeide in 2015 met 975 x 1.000
inwoners = 975.000 inwoners
In de rechterkolom staan de bevolkingscijfers in relatieve getallen. Daarbij gaat het om
promillages (per 1.000 of ‰). Een bevolkingsgroei van 12‰ betekent dat er per duizend
inwoners 12 mensen bij zijn gekomen.
Het voordeel van werken met relatieve getallen is dat je de landen beter kunt vergelijken met
elkaar. In Duitsland worden bijvoorbeeld per duizend inwoners 9 baby’s geboren. In Angola zijn
dat er 45!
Figuur 2
De absolute en relatieve
bevolkingscijfers van Duitsland, 2015
Bevolking, migratie en cultuur - bevolkingscijfers
B150 - Natuurlijke bevolkingsgroei
De bevolking van een gebied verandert door natuurlijke en sociale factoren. Natuurlijke
veranderingen zijn veranderen door geboorte en sterfte. Samen vormen zij de natuurlijke
bevolkingsgroei (zie figuur 3).
• Het geboortecijfer is het aantal geboorte per 1.000 inwoners per jaar. Het sterftecijfer is
het aantal sterfgevallen per jaar per 1.000 inwoners.
• Als er in een jaar meer mensen geboren worden dan er sterven, is er een
geboorteoverschot. Is het omgekeerde het geval dan spreek je van een sterfteoverschot.
Figuur 3
De natuurlijke bevolkingsgroei in
Duitsland, 1950 - 2015
Bevolking, migratie en cultuur - bevolkingscijfers
B151 - Sociale bevolkingsgroei
Sociale bevolkingsgroei is de verandering van het bevolkingsaantal doordat mensen uit een
gebied vertrekken, of doordat ze zich er vestigen (zie figuur 4). Het verhuizen van het ene
woongebied naar het andere woongebied noem je migratie. Een ander woongebied kan een
gemeente in he eigen land zijn, maar ook een ander land of zelfs een ander werelddeel. Als je
binnen je woonplaats verhuist, ben je geen migrant.
• Van elk gebeid kun je het migratiesaldo berekenen. Dat is de som van vestiging en vertrek.
Een vestigingsoverschot (of een positief migratiesaldo) betekent dat er zich meer mensen
vestigen dan dat er uit dat gebied vertrekken. Omgekeerd is sprake van een
vertrekoverschot.
Figuur 4
De sociale bevolkingsgroei in
Duitsland, 1950 - 2015
Bevolking, migratie en cultuur - bevolkingscijfers
B152 - Vergrijzing en ontgroening
Als je de natuurlijke en sociale
bevolkingsgroei bij elkaar optelt, weet je of
de bevolking toeneemt of afneemt. In veel
Europese landen is er een
bevolkingsafname. Die wordt vooral
veroorzaakt door een sterfteoverschot.
Een ander woord voor bevolkingsafname is
bevolkingskrimp of demografische krimp.
• Belangrijke factoren bij
bevolkingsafname zijn vergrijzing en
ontgroening (zie figuur 5).
• Als het aandeel mensen dat ouder is dan
65 jaar toeneemt in de totale bevolking,
is er sprake van vergrijzing.
Figuur 5
• Vergrijzing gaat vaak samen met
De leeftijdsopbouw van Nederland,
ontgroening: de afname van het
1950 – 2050 (GB55 49E)
aandeel mensen dat jonger is dan 20
jaar in de totale bevolking.
Bevolking, migratie en cultuur - bevolkingscijfers
B153 - Demografische druk
De bevolking van een gebied kun je verdelen in drie groepen: jongeren (0-20 jaar), productieven
(20-65 jaar) en ouderen (65+).
• In de groep productieven zitten bijna alle mensen die werken. Zij verdienen het geld voor de
andere groepen. De verhouding tussen de productieve leeftijdsgroep en de niet-productieve
groepen noem je de demografische druk. Met het woord druk wordt bedoeld dat het deel
van de bevolking dat geen geld verdient, een last vormt – of anders gezegd: een druk legt op
– de groep die wél geld verdient. Door de vergrijzing en de ontgroening wordt de
demografisch druk groter (zie figuur 6).
• De demografische druk wordt uitgedrukt met een formule:
((aantal 0-20 jaar + aantal 65+)/(aantal 20-65 jaar)) x 100% = demografische druk
• Een uitkomst van 100% betekent dat tegenover iedere productieve inwoner een niet-
productieve inwoner staat. Een productieve inwoner moet dan een inkomen voor twee
personen verdienen. Hoe hoger de uitkomst, hoe groter de demografische druk. In
Nederland is de demografische druk 69% (2017).
• Je kunt de demografische druk splitsen in groene en grijze druk. Bij de groene druk gaat het
om de druk van de groep van 0- tot 20-jarigen op het aantal 20- tot 65-jarigen. De grijze
druk is de verhouding tussen mensen ouder dan 65 jaar en het aantal 20- tot 65-jarigen.
Bevolking, migratie en cultuur - bevolkingscijfers
Demografische druk
B154 - Leeftijdsopbouw
De verdeling van de bevolking in leeftijdsgroepen noem je de leeftijdsopbouw. Deze kun je
laten zien in een bevolkingsdiagram: een staafdiagram met de leeftijdsopbouw van de
bevolking. Het diagram is opgebouwd uit liggende staven. Elke staaf stelt een leeftijdsgroep
voor van één, vijf of tien jaar. De staven zijn gesplitst: links staan de mannen, rechts de vrouwen
(zie figuur 7).
B156 - Levensverwachting
De levensverwachting is het gemiddelde
aantal te verwachten levensjaren op een
bepaalde leeftijd. Meestal kijk je naar de
levensverwachting bij geboorte (zie figuur 8).
In een periode van honderd jaar is de
levensverwachting bij de geboorte in
Nederland gestegen van ongeveer 55 jaar tot
83 jaar voor vrouwen en 80 jaar voor mannen.
Voor elke leeftijd is het te verwachten aantal
levensjaren berekend. Een meisje van 15 heeft
nog 69 jaar tegoed, een jongen nog 66 jaar.
• Die toename komt vooral door
verbeteringen in de gezondheidszorg. Ook
gezonde leefgewoonten dragen daaraan Figuur 8
bij, zoals niet roken, veel bewegen en De levensverwachting is tussen 1950
minder vet eten. De toename van de en 2016 gestegen
levensverwachting is een belangrijke
oorzaak van de vergrijzing.
Bevolking, migratie en cultuur – leeftijdsopbouw van de bevolking
Burgeroorlog in Ethiopië: conflict in Tigray
§1.1 Leven in Ethiopië
Landbouw weinig productief
► Het grote belang van de landbouw maakt de samenleving
kwetsbaar voor natuurrampen en de wereldmarkt.
De productiviteit in de primaire sector is laag.
● Droge streken: extensieve veeteelt
§1.1 Leven in Ethiopië
Een groeiende industrie
► Door de globalisering neemt het
belang van arbeidsintensieve
industrietakken toe.
● Bescheiden eigen fabricage, lage
loonkosten bevorderen
buitenlandse investeringen in
(exportgerichte) industrie.
● Verborgen werkloosheid is groot. Directe buitenlandse investeringen in
Ethiopië naar het land van herkomst,
● Het buitenlands toerisme groeit. 2009-2015
Het gaat goed met Heineken. In 2015 stijgt de nettowinst van de brouwer naar bijna 2 miljard
euro. Ook in Afrika doet Heineken goede zaken. Sinds 2011 investeert de biermagnaat in
Ethiopië. Heineken ziet een groeimarkt in dit Afrikaanse land en verwacht dat de bierconsumptie
binnen een paar jaar verdubbelt.
De brouwer wordt door de Nederlandse overheid ondersteund met ruim 1 miljoen euro
subsidiegeld. Geld waarmee de lokale boeren gerst verbouwen. De aanwezigheid van Heineken
in Afrika past bij het nieuwe denken van het huidige kabinet; handel is de motor van vooruitgang
en ontwikkeling. Dat betekent subsidies voor Nederlandse bedrijven die zich in Ethiopië
vestigen en minder geld voor schoon water en gezondheidszorg. In een land waar nu opnieuw
sprake is van hongersnood. Zembla onderzoekt in Ethiopië wie er profiteert van de Hollandse
handel.
• Fresh Food Voucher - WFP contribution to Stunting Reduction in Ethiopia 2020 (3’):
https://www.youtube.com/watch?v=o_2l-pqqS1o
§ 1.1 Antwoord opdracht 2
Opdracht 2 - Isolement
a. Er zijn grensconflicten met
Zuid-Sudan en Eritrea. In de
provincie Oromiya is een
afscheidingsbeweging actief
(GB55 187D).
b. Het betekent dat Ethiopië
omgeven is door andere
landen / is afgesloten van
zee. Voor goederenvervoer
per zeeschip is het
aangewezen op buurlanden.
Wanneer de relatie met zo’n
buurland verstoord is, komt
de doorvoer van goederen
in gevaar
§ 1.1 Antwoord opdracht 3
Opdracht 4 - Bevolkingskenmerken
a. Het gevolg van de dalende kindersterfte is een grote toename van de bevolking
wanneer deze groep in de vruchtbare leeftijd komt. Waarschijnlijk zal het land niet
al deze mensen kunnen voeden. De afhankelijkheid van voedselhulp zal groot
blijven.
b. Drie manieren gevraagd, bijvoorbeeld:
1) betere hygiëne
2) schoon drinkwater
3) voldoende en goed voedsel
4) betere voorlichting over zuigelingenzorg
c. geboorte-uitval en hoge kindersterfte 25 jaar geleden als gevolg van honger en /
of oorlog
d. Ethiopië heeft veel (burger)oorlogen meegemaakt. In gewapende conflicten zijn
het vooral de mannen die omkomen.
§ 1.1 Antwoord opdracht 5
Verdieping
Opdracht 8 - Stad en welvaart
a. Voorbeeld van goede hypothese
is: Als het bbp per inwoner hoger
is, zal het percentage mensen dat
in steden woont ook hoger zijn.
b. W5 Relatie bbp/inwoner en
urbanisatiegraad.
c. W5 Relatie bbp/inwoner en
urbanisatiegraad.
d. Eigen antwoord leerling,
bijvoorbeeld: De hypothese is juist.
Verstedelijking hangt samen met
welvaart: hoe hoger het
gemiddelde inkomen is, hoe groter
het aandeel van de bevolking dat
is verstedelijkt.
§ 1.1 Antwoord opdracht 9
Herhaling
Opdracht 9 - Terugblik op de paragraaf
a. Dit is een voorbeeld van een goed begrippenweb.
b. De exportlandbouw levert (door zijn hoge productiviteit) geld op (buitenlandse
valuta), waarmee voedsel kan worden aangekocht.
c. De exportlandbouw gaat vaak ten koste van de eigen voedselvoorziening.