Professional Documents
Culture Documents
11.2 de Lever
11.2 de Lever
2 DE LEVER
VWO 5 NECTAR
FUNCTIES VAN DE LEVER
• Koolhydraatstofwisseling:
De glucoseconcentratie van het bloed wordt constant gehouden
o.i.v. insuline en glucagon uit de alvleesklier.
glucose kan worden omgezet in glycogeen
glycogeen wordt o.a. opgeslagen in de lever
FUNCTIES VAN DE LEVER
• Eiwitstofwisseling:
Vorming van niet-essentiële aminozuren uit andere aminozuren:
transaminering
FUNCTIES VAN DE LEVER
• Eiwitstofwisseling:
Afbraak van overtollige aminozuren: desaminering.
Hierbij ontstaat ammoniak wat de lever omzet in ureum, dat aan
het bloed wordt afgegeven.
FUNCTIES VAN DE LEVER
• Eiwitstofwisseling:
Vorming van plasma-eiwitten, o.a. albumine, fibrinogeen en
andere stollingsfactoren.
FUNCTIES VAN DE LEVER
• Vetstofwisseling
Vorming van niet-essentiële vetzuren
Vorming en afbraak van cholesterol nodig voor o.a. hormonen
Vetten niet oplosbaar in bloed (hydrofoob) verbinding met
eiwit wel oplosbaar dus omzetten naar lipoproteïnen
aceetaldehyde = ethanal
Gifstoffen die niet onwerkzaam kunnen worden gemaakt,
kunnen in de lever worden opgeslagen b.v. kwik
EFFECTEN ALCOHOL MANNEN EN
VROUWEN
BLOED AAN- EN AFVOER LEVER
Poortader (darmen, alvleesklier, milt) aanvoer van
verteerde voedingsstoffen
Leverslagader aanvoer van zuurstof