You are on page 1of 41

Cursus Filtratie (TCHT-FIL3V-19)

onderdeel filtratie

Docent: Mirjam Oomes


Mirjam.Oomes@hu.nl
 Onderdeel de cursusfiltratie
 filtratie
 membraantechnologie (M. van der Stelt)
 vaardigheden
 Coulson & Richardson Chemical engineering
volume 2
 Open boek tentamen bestaande uit open vragen

2
Lesindeling

W1: Inleiding en dieptefiltratie en filtratie bij


constant druk (§7.1, §7.2 (7.2.5 niet) en
§7.4.2)
W2: Filtratie bij constante snelheid (§ 7.3)
W3: Continu-filtratie (§ 7.4.3 t/m 7.4.5)
W4: Filters en toepassingen ((§7.4.1, § 7.4.6 en
§ 7.4.7)
W5: Extra oefenen met opgaves

3
Lesindeling (2)

n Opgaven in blokboek meestal gebaseerd op


opgaven uit C&R (p1158-1161)
n Oefen met berekeningen!
n Werk nauwkeurig en schrijf de volledige
berekening uit

4
Definitie van filtratie

Filtratie:
De scheiding van vaste deeltjes in een vloeibare
suspensie met behulp van een poreus medium
of scherm.

NB:De vaste deeltjes worden tegen gehouden


en de vloeistof wordt doorgelaten.

5
Scheiding vaste stof/ vloeistof

n Simpelste manier scheiden vaste stof/


vloeistof is sedimentatie.
n Sedimentatie is het gebruiken van de
zwaartekracht om deeltjes neer te slaan

Ook al behandeld in inleiding procestechniek

6
Sedimentatie

n Bezinken kost, afhankelijk van de verschillen


tussen vaste stof en vloeistof veel tijd

Door gebruik te maken van een filter kan deze


scheiding versneld worden

7
Filtratie schematisch

Slurry

Filterkoek

Filter medium
support

Filtraat

8
Aspecten van belang bij filtratie

n Eigenschappen van de vloeistof


n Eigenschappen van de vaste stof
n Concentratie vaste deeltjes in de oplossing
n Gewenste product (vloeistof of vaste stof)
n Kosten van het product en kosten van het
proces

9
Filtratiesnelheid

De filtratiesnelheid wordt o.a. bepaald door:


n ∆P

n Filter oppervlak

n Viscositeit van het filtraat

n Weerstand van de filterkoek

n Weerstand van het filter

Door te variëren met bovengenoemde kan


filtratie geoptimaliseerd worden
10
Type filtratie

n Koek filtratie : Filtratie op een filtermedium

n Diepte filtratie: Filtratie in een filtermedium

Er zijn ook mengvormen mogelijk die vallen


buiten de scope van dit vak

11
Dieptefiltratie

De scheiding vindt plaats in het medium/filter.

Processen die een rol spelen in het filter:


n Diffusie

n Sedimentatie

n Interacties tussen filtermateriaal en deeltjes

12
13
Dieptefiltratie toepassingen

Toegepast bij oplossingen met een lage


concentratie deeltjes
n Deeltjes in gassen o.a. perslucht

n Deeltjes in olie

n Oppervlakte water

14
Dieptefiltratie: filters (1)

Filters kunnen worden gemaakt uit diverse


materialen (o.a.):
n Cellulose

n Katoen

n Glasvezel

n Polypropyleen

n Zand

15
Dieptefiltratie: filters (2)

Chemie tussen filtermateriaal en te filtreren


oplossing is van belang:
n Snelle diepte filtratie wordt gerealiseerd door

hechting van deeltjes aan het filter medium


n Filter medium kan gemodificeerd worden

n Chemie niet in orde → hoge filtratie snelheid

leidt tot slecht gezuiverd product


n Pas als chemie op orde is filtratie verder te

optimaliseren
16
Dieptefiltratie: Iwasaki

C 
ln      . L
 C0 

C= Concentratie deeltjes v/d suspensie in het filter op diepte


(lengte) L
C0 = Concentratie deeltjes v/d suspensie op het
filteroppervlak
λ= filtercoëfficiënt (m-1)
L= diepte (lengte) van het filter (m)

17
Dieptefiltratie: optimalisatie (1)

Naarmate de filtratierun vordert zal het filter


steeds meer verzadigd en/of verstopt raken.

 Weerstand neemt toe


 Drukverschil (ΔP) opvoeren ($$$) om dezelfde
filtratiesnelheid te behouden

NB: Hoe groter L, hoe groter ΔP

18
Dieptefiltratie: optimalisatie (2)

Naarmate de filtratierun vordert zal de kans dat


deeltjes door het filter gaan groter worden.

Echter: het filtraat moet schoon blijven

Er moet een optimum gevonden worden tussen


snelheid (druk) en schoon filtraat

19
Dieptefiltratie: Concept van Mintz (1)

20
Dieptefiltratie: Concept van Mintz (2)

21
Opgave 1.1

22
Type filtratie

n Diepte filtratie: Filtratie in een filtermedium

n Koek filtratie : Filtratie op een filtermedium

23
Koek filtratie

n Deeltjes worden tegengehouden door een


filterdoek (medium). Op het doek vormt zich
een koek (cake). De vloeistof loopt door koek
en medium door een drukverschil
n Deeltjes veelal kleiner dan de poriën in het
filterdoek → Filterkoek vormt het uiteindelijke
filter

24
Filterkoek schematisch

V, uc

25
Stroming loodrecht op filter

1. Porien in medium < deeltjes in slurrie:

n Verstopping filter!
2. Porien in medium > dan de deeltjes die je
tegen wil houden:

n Hoge [deeltjes]
n Eerste filtraat niet helder
Filtratiesnelheid (1)

1 dV  P
uc   (7.2)
A dt r l

uc = uitloopsnelheid (m/s)
A = filteroppervlak (m2)
ΔP= toegepast drukverschil (Pa)
r = specifieke weerstand (m-2)
μ = viscositeit van het filtraat (Pa.s)
l = dikte van de koek (m)

27
Filtratiesnelheid (2)

De filtratiesnelheid wordt o.a. bepaald door:


 ∆P
 Filter oppervlak
 Viscositeit van het filtraat
 Weerstand van het filter
 Weerstand van de filterkoek
 Samendrukbare filterkoek
 Niet samendrukbare filterkoek

28
Koekvorming

 Koekweerstand begin filtratie laag


(geen/weinig koek)
 Koekweerstand neemt toe gedurende de
filtratie
 Oriëntatie van de deeltjes in de koek
 Koekeigenschappen hebben invloed op de
filtratiesnelheid en -kosten

29
Koekweerstand
Inleiding| filtratie snelheid | koek | filtratie bij constante druk| huiswerk

5 1  e  S
2 2
r 3
(7.3)
e
r = specifieke weerstand (m-2)
e = vrije ruimte tussen de deeltjes (-)
S = Specifiek oppervlak van de deeltjes (m-1)

Bij een samendrukbare filterkoek is e niet


constant

30
Koekverhouding

 Volume van de filterkoek is afhankelijk van het


gefiltreerde volume.
 Koekverhouding, ν, is gedefinieerd als
Vkoek/Vfiltraat.
 Volume van een plakje filterkoek met dikte l en
oppervlak A (filteroppervlak) is: l * A
lA vV
v (7.6) l
V A
31
Koekverhouding (2)

 Koekverhouding afhankelijk van de


eigenschappen van deeltjes in de koek
 Door 7.2 en 7.6 te combineren is verband vast
te stellen tussen dV/dt en ν

32
Verband l en uc

vV 1 dV  P
l en uc  
A A dt r l

1 dV  P A dV  P A2
   (7.8)
A dt r v V dt r vV

33
Industriële filtraties

Tijdens industriële filtraties:


 Constante druk, of
 Constante filtratiesnelheid

Deze week nader ingegaan op filtratie bij constante


druk, volgende week bij constante snelheid

NB Aanname van niet samendrukbare filterkoek !

34
Filtratie bij constante druk (1)

 Scheiden van variabelen 7.8:


 P A2
V dV  dt
r v
 Integreren(0 tot t en van 0 tot V):
1 2 ( P ) A2
V  t
2 r v

 ∆P, A, r,μ en ν constant, gedurende filtratie V


en t meten
35
Filtratie bij constante druk (2)

1 2 ( P ) A2
V  t
2 r v

V (  P ) 2 A 2
 
t r v V

t r v
  V (7.12)
V 2 A  P 
2

36
Filtratie bij constante druk (3)

 7.12 geeft de basis vergelijking voor filtratie bij


constante druk
 Alleen rekening gehouden met weerstand van
de filterkoek
 Filtratie medium en pre-coat hebben ook een
weerstand
 Dikte van medium + pre-coat, L
 Totale dikte filter + koek is l + L
 Vgl 7.2 oplossen voor dikte l+L

37
Weerstand koek en filter (1)

1 dV  ΔP dV  P A2
 (7.15)   (7.16)
A dt rμ (l  L) dt r v(V  LA )
v
 Scheiden van variabelen:

LA  P A 2
(V  ) dV  dt
v r v

38
Weerstand koek en filter (2)

 Integreren (0 tot t en van 0 tot V):


1 2 LAV  P A t 2
V  
2 v r v
 Omschrijven:
t r v r L
 V
V  P 2 A 2
 P A
t/V uitzetten tegen V geeft een rechte lijn met
y = A*x+B

39
Weerstand koek en filter (3)

r v
 P 2A2
t/V (s/m3)

r L
 P A

V (m3) 40
Opgaves

 Nu maken: Opgave 1.2 (relatief eenvoudig)


 Daarna maken: Opgave 1.3 (lastiger)

41

You might also like