Veiligheid

- nooit lopen met een mesje in je hand;

- pas op voor hete voorwerpen en gerechten! (gebruik
een ovenwant);
- vergeet de oven of het gas niet uit te zetten.

Hygiene
- was je handen met zeep voordat je begint;
- houd je nagels kort en schoon;
- doe truien met wijde mouwen uit;
- lange haren in een staart doen;
- afval en etenswaar gescheiden houden;
- geen vingers of gebruikte lepels in schaaltjes of
pannen;
- handen veeg je af aan je werkdoek.

Gedrag
- werk samen en verdeel de taken;
- als je klaar bent, help je iemand anders.

Opruimen
- ruim altijd je werkplek netjes op;
- zet de ingredienten die over zijn bij elkaar;
- doe vuil materiaal in de afwasmachine;
- gebruik eerst keukenrol om de ergste viezigheid van
de tafel af te halen, pak dan een doekje met sop
dat je goed uitwringt;
- veeg de vloer van de keuken aan;
- leg de schorten en doeken bij elkaar.