Professional Documents
Culture Documents
0DVWHUSODQ
5HYLWDOLVHULQJ
1RRUG 2RVWNDQDDOKDYHQV
'HILQLWLHI
)HEUXDUL
*URQWPLM
MASTERPLAN Revitalisering
Noord- en Oostkanaalhavens
Van ambities naar projecten
Definitief
Gemeente Nijmegen
Documentnummer : 150-156-R058-02
Revisie : 3
Paraaf gecontroleerd :
Paraaf goedgekeurd :
1 Inleiding.........................................................................................5
1.1 Introductie.....................................................................................5
1.2 Aanleiding .....................................................................................5
1.3 Doelstellingen ................................................................................7
1.4 Projectbeschrijving.........................................................................8
1.4.1 Het plangebied...............................................................................8
1.4.2 Het project.....................................................................................8
1.5 Leeswijzer ......................................................................................9
5 Havengebied ................................................................................ 34
5.1 Visie met ambitie.......................................................................... 34
5.2 Projecten...................................................................................... 35
7 Organisatie .................................................................................. 48
7.1 Ondernemersvereniging ............................................................... 48
7.2 Gemeentelijke organisatie ............................................................ 48
7.3 Parkmanagement & Beheer.......................................................... 48
7.3.1 Duurzame ontwikkeling............................................................... 48
7.3.2 Takenpakket parkmanagement.................................................... 49
7.3.3 Situatie Noord- & Oostkanaalhavens........................................... 50
1.1 Introductie
Het masterplan voor de revitalisering van Noord- en Oostkanaalhavens in
Nijmegen betreft het vervolg op de startnotitie die in de zomer van 2002 aan
het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen is aangeboden. In
de startnotitie is de problematiek beschreven en zijn uitspraken gedaan over
de na te streven ambitieniveaus. Het masterplan vormt de kern voor het ver-
dere revitaliseringsproces: de koers voor de revitalisering wordt vastgelegd en
uitgewerkt in voorstellen voor projecten en maatregelen.
Hierbij zij opgemerkt dat ‘revitalisering’ in dit rapport een verzamelterm is
voor de gehele schaal van ingrijpen, van eenvoudig opknappen tot volledige
herstructurering. Het geheel van functies laten veranderen, bijvoorbeeld wo-
ningbouw in plaats van bedrijventerrein, wordt niet onder het begrip revitali-
sering gebracht. Het masterplan is nog geen uitgewerkt uitvoeringsplan, met
een degelijke financiële onderbouwing en een realistische planning. Het mas-
terplan vormt de aanzet tot een dergelijk uitvoeringsprogramma. In dit stadi-
um staat centraal de besluitvorming over de toekomstige inrichting en ge-
bruik van het terrein, de daarbij spelende ruimtelijke ingrepen en de met revi-
talisering samenhangende maatregelen, bijvoorbeeld op het gebied van duur-
zaamheid.
1.2 Aanleiding
Het bedrijventerrein Noord- en Oostkanaalhavens (NOK) heeft zich de twee-
de helft van de vorige eeuw ontwikkeld tot een terrein van internationale be-
tekenis. Bedrijven als Nacco en Sappi zijn wereldwijd actief, terwijl diverse
bedrijven in EU-verband over meerdere vestigingen beschikken. Lokaal en
regionaal is het bedrijventerrein vooral van belang voor de werkgelegenheid,
alsmede voor transport over water, zeker nu het plannen voor de ontwikke-
ling van een Multimodaal Transport Centrum MTC Valburg een haven in de
plannen is komen te vervallen.
Echter ‘van betekenis zijn’ en ‘van betekenis blijven’ zijn niet hetzelfde. Om
van betekenis te blijven, zijn een aantal ingrepen en maatregelen nodig om
zowel in de sfeer van ruimtegebruik en milieu, als in de sfeer van werkgele-
genheid en transport & logistiek, de noodzakelijke voorwaarden te scheppen
om als een goed renderend bedrijventerrein te kunnen blijven functioneren.
Op een aantal plaatsen is sprake van veroudering van het terrein, met verloe-
dering als mogelijk volgend stadium. Diverse bedrijven zitten klem qua ruim-
te, waarbij een andere ‘ordening’ van activiteiten op hun eigen terrein niet
altijd tot de gewenste oplossing kan leiden. Verder is sprake van activiteiten
die niet op de juiste plaats zitten of geschikte(re) activiteiten dwarsbomen.
Tenslotte is voor dit westelijk deel van Nijmegen een parapluproject ‘Koers
West’ van start gegaan. Behoudens de revitalisering van NOK, focust Koers
West op een functieverandering voor het deelgebied Waalfront West, de reali-
sering van een nieuwe oeververbinding (stadsbrug) over de Waal ongeveer ter
hoogte van het VASIM-gebouw en een groene buffer (Park West) tussen de
woonwijken van Nijmegen West en de bedrijfsmatige activiteiten langs het
Maas-Waalkanaal. Met name de plannen voor Waalfront West en de stads-
brug hebben grote impact op de huidige bedrijfsmatige activiteiten in deze
deelgebieden van NOK. Beide ontwikkelingen zijn leidend ten opzichte van
de planontwikkeling voor revitalisering, maar waar mogelijk of noodzakelijk
zal in dit masterplan aandacht aan de gevolgen worden gegeven.
Koers West
De revitalisering van de bedrijventerreinen, de stadsbrug en het Waalfront vor-
men de drie pijlers van Koers West. De verschillende pijlers vormen voor elkaar
en meerwaarde bij een integrale aanpak van de drie concrete projecten. Het
zoeken naar en in beeld brengen van verbanden tussen de pijlers is dan ook een
eerste opgave voor Koers West.
Koers West
Herstructurering
Waalfront West
Revitalisering/
Stadsbrug
Uit de enquêtes en interviews met een aantal ondernemers blijkt een sterke
betrokkenheid bij het wel en wee op NOK en hetgeen daaromheen gebeurt.
Veel bedrijven zeggen te willen investeren in hun eigen kavels en opstallen,
mits NOK ook op lange termijn een bedrijventerrein blijft en de overheid hun
de mogelijkheid biedt om binnen de bestaande wet- en regelgeving hun bedrijf
uit te oefenen op een wijze die economisch rendement oplevert. Bedrijven
vinden het geen punt van discussie dat binnen de normen van de milieuver-
gunningen moet worden geopereerd. Echter een eventuele inperking van de
milieuruimte om andere ontwikkelingen mogelijk te maken, ervaren zij als
onrechtvaardig en belemmerend voor hun economisch voortbestaan.
De betrokkenheid blijkt overigens niet alleen uit de startfase. In de klank-
bordgroep en in gesprekken met ondernemers over hun eventuele bijdrage
aan de revitalisering, komt de betrokkenheid eveneens sterk naar voren. Zo
1.3 Doelstellingen
De belangrijkste doelstelling van het project is het realiseren van een integrale
kwaliteitsverbetering van het bedrijventerrein Noord- en Oostkanaalhavens
in Nijmegen en zo de voorwaarden te scheppen voor een goed functionerend
bedrijventerrein met economisch gezonde bedrijven. Deze hoofddoelstelling
laat zich in onderverdelen in doelstellingen voor het bedrijfsleven en voor de
gemeente.
1.4 Projectbeschrijving
meer optimale onderlinge afstemming van functies. In het masterplan zal ook
aandacht besteed worden aan de milieuproblematiek. Door de ligging en ver-
ouderde staat van het bedrijventerrein ontstaat een milieudruk op de omge-
ving. De revitalisering zal (in)direct een deel van deze problematiek dienen op
te lossen. De uitvoering en organisatie is hier, net als met de overige elemen-
ten, onlosmakelijk aan verbonden. In het masterplan wordt dan ook een
voorstel gedaan voor de wijze waarop de uitvoering georganiseerd kan wor-
den. Tot slot maakt de revitalisering onderdeel uit van Koers West. Hierin is
de uitdaging gegeven om de ideeën omtrent revitalisering af te stemmen met
de andere twee peilers kan Koers West (de stadsbrug en Waalfont West).
1.5 Leeswijzer
In het volgende hoofdstuk wordt ingegaan op de doelstellingen en ontwikke-
lingen op en rond Noord- en Oostkanaalhavens. Tevens worden enkele di-
lemma’s op basis van deze ontwikkelingen en doelstellingen weergegeven. In
hoofdstuk 3 wordt op hoofdlijnen een toekomst visie, inclusief duurzaam-
heidsaspecten voor het terrein geschetst. Deze visie wordt in de daarop vol-
gende hoofdstukken per deelgebied uitgewerkt. Hierbij wordt vooral gewerkt
aan de hand van concrete projecten. In het zesde hoofdstuk wordt een globaal
voorstel voor een organisatie toegelicht. Tenslotte wordt in het laatste hoofd-
stuk een doorkijk gegeven naar het vervolg op het Masterplan.
Hoofdstuk
2 Ambities met visie
- De visie ingekaderd
- Noord- en Oostkanaalhavens in de toekomst
- Duurzaamheidsconcept
3 Noord- & Oostkanaalhavens in de toekomst
4 Het zuidelijk deelgebied
- Globale omschrijving
- Projecten
5 De havens
- Globale omschrijving
- Projecten
6 Het noordelijk deelgebied
- Globale omschrijving
- Projecten
7 Organisatie
- Ondernemersvereniging
- Gemeente
- Parkmanagement
8 Masterplan en hoe nu verder?
Deze invloeden worden het meest gevoeld in het noordelijk deelgebied. Het
ligt in het voornemen van de gemeente Nijmegen een groot deel van dit gebied
te transformeren tot een woongebied. Een ander voorbeeld van deze invloe-
den is de ontwikkeling van een tweede stadsbrug. Dit heeft direct invloed op
het gebied ten noorden van het Industrieplein en indirect ten zuiden van deze
rotonde.
Plannen
1 Gemeente
Nijmegen
2
10
4 7
9 2
3 8
Geluid
Tot slot dient opgemerkt te worden dat in samenwerking tussen gemeente
Nijmegen en Beuningen gezocht wordt naar het aanpassen van de geluidszo-
nering Nijmegen West-Weurt. Rond het industrieterrein Nijmegen West-
Weurt is op grond van de Wet geluidhinder een zone vastgesteld. Binnen deze
zone mogen bedrijven niet meer dan een vastgelegd geluidsvolume produce-
ren. Bij vergunningverlening door de provincie en gemeenten (Beuningen en
Nijmegen) dient rekening gehouden te worden met deze zone. Op een aantal
plaatsen wordt de zone echter overschreden. Dit situatie is veroorzaakt door-
dat in het verleden bij de vergunningverlening onvoldoende rekening is ge-
houden met de ligging van de geluidsbronnen.
Het project heeft als doel om de bestaande overschrijdingen op de geluidszone
op te heffen. Het project kent verschillende fasen: een inventarisatie van de tot
nu toe verleende geluidsvoorschriften, het nagaan wat hiervan het cumulatie-
ve effect is op de geluidszone, het opstellen van een lijst van bedrijven die in
belangrijke mate een bijdrage leveren op deze geluidszone en het uitvoeren
van een akoestisch onderzoek bij deze bedrijven. Op deze manier wordt beke-
ken hoe de bestaande voorschriften op verantwoorde wijze kunnen worden
aangepast. Indien de aanpassing van de voorschriften onvoldoende effect zal
hebben, bestaat de mogelijkheid om bronmaatregelen uit te voeren.
2.2 Dilemma’s
Uitgaande van de doelstellingen, zoals weergegeven in paragraaf 1.3, en het
kader waarin de revitalisering plaats vindt, zijn enkele belanghebbende di-
lemma’s te destilleren. Deze tweestrijden worden vooral veroorzaakt door de
ligging van het bedrijventerrein nabij een omvangrijk woongebied, maar ook
door het type (gewenste) bedrijven. In de volgende paragrafen worden de
diverse dilemma’s behandeld door twee thema’s tegenover elkaar te plaatsen.
De wens van de overheid om te streven naar een betere benutting van de ha-
ven, leidt niet per definitie tot een positieve bijdrage aan de leefbaarheid van
de omgeving, maar in ieder geval wel tot een bijdrage aan het beperken van
transport over de weg.
Geluidshinder omgeving Noord- & Oostkanaalhavens afkomstig uit Zicht op Milieu in Nijmegen
West.
2.3.2 Intensivering
Een tweede voorbeeld van een tweestrijd tussen milieubeleid en de gekozen
ambities wordt gevormd door intensivering van het ruimtegebruik. Intensive-
ring kan, door meer ruimte voor bedrijfsvoering, extra geluidsproductie, mili-
eudruk, enzovoort met zich meebrengen. Toch is zowel door het bedrijfsleven
als de gemeente aangegeven, te willen streven naar optimaal en intensief ruim-
tegebruik. Dit wordt mede ingegeven door het feit dat in de regio Nijmegen,
ruimte voor werken een schaars goed is. In de uitwerking van het masterplan
zal derhalve ook op dit punt gezocht dienen te worden naar een zo optimaal
mogelijke verhouding tussen beide doelstellingen.
De komst van een stadsbrug heeft ook grote gevolgen voor het wegennet in
het westelijk deel van Nijmegen en dus voor het wegennet op en rond Noord-
en Oostkanaalhavens. Aanleg van een stadsbrug verhoogt bijvoorbeeld de
intensiteit op de Energieweg tot 35.000 à 40.000 voertuigen per etmaal, een
verdubbeling ten opzichte van het huidige aantal. Deze intensiteit, gekoppeld
aan de fysieke vormgeving van de brug en de toe-/afvoerwegen, zal gevolgen
hebben voor de infrastructuur op en rond Noord- en Oostkanaalhavens.
Nadelen van het verwijderen van de spoorfunctie betreffen vooral het defini-
tief opheffen van de vervoersmodaliteit spoorweg. Deze modaliteit wordt
bezien als een minder (milieu)belastende modaliteit dan vervoer over de weg.
2.7 Resumé
Tot dusver is ingegaan op de autonome (beleids)ontwikkelingen om en rond
het industrieterrein Noord- & Oostkanaalhavens. Tot slot zijn enkele dilem-
ma’s over de revitalisering neergezet. In de volgende hoofdstukken zal op
basis van deze verkenningen een visie voor het totale gebied en uitwerkingen
per deelgebied worden neergezet. Hierbij zullen tevens de thema’s behandeld
in de dilemma’s aan de orde komen.
SER-ladder
In de omgang met de schaarse ruimte zijn selectiviteit en doelmatigheid geboden om
op evenwichtige wijze tegemoet te kunnen komen aan de ruimtebehoeften voor de
verschillende functies. Deze uitgangspunten wil de raad vertalen in een ‘ladder’ voor
het zoeken van ruimte voor de functies wonen, bedrijvigheid en (verkeers- en ver-
voer)infrastructuur die maatschappelijk wenselijk worden geacht. Deze ladder is be-
doeld als een denkmodel voor de allocatie van de schaarse ruimte. Hij heeft van onder
naar boven de volgende drie sporten:
1. Gebruik de ruimte die reeds beschikbaar is gesteld voor een bepaalde functie en/of
door herstructurering beschikbaar gemaakt kan worden.
2. Maak optimaal gebruik van de mogelijkheden om de ruimteproductiviteit te ver-
hogen. Dat kan op verschillende manieren, bijvoorbeeld door benutting van de
‘derde dimensie’ (ondergronds bouwen en hoogbouw), door technische vernieu-
wingen en door multifunctioneel ruimtegebruik.
3. Indien het voorgaande onvoldoende soelaas biedt, is de optie van uitbreiding van
het ruimtegebruik voor de desbetreffende functie aan de orde. Daarbij dienen de
verschillende relevante waarden en belangen goed te worden afgewogen in een
gebiedsgerichte aanpak. Door een zorgvuldige keuze van de locatie van ‘rode’
functies en door investeringen in de kwaliteitsverbetering van de omliggende
groene ruimte moet worden verzekerd dat het meerdere ruimtegebruik voor wo-
nen, bedrijventerreinen en/of infrastructuur de kwaliteit van natuur en landschap
respecteert en waar mogelijk versterkt.
(SER: Commentaar op de Nota Ruimtelijk Economisch Beleid)
Diverse productiebedrij-
ven, logistiek en dienst-
verlening
Watergebonden bedrij-
vigheid (multimodaal)
Publieksgerichte functie
3.5 Ontsluitingsstructuur
Zoals in het vorige hoofdstuk al aangegeven zal het gebied rekening moeten
houden met sterk toenemende verkeersintensiteiten en met verkeerstechnische
ingrepen die de komst van een stadsbrug begeleiden. Zonder nu al op details
te kunnen ingaan door het ontbreken van een verkeerskundig en verkeers-
technisch ontwerp, kunnen een aantal consequenties voor de bestaande infra-
structuur in relatie tot Noord- & Oostkanaalhavens worden aangegeven. Het
gaat dan om:
Industrieplein;
Energieweg (& ontsluiting NOK op de Energieweg);
Kruising Neerbosscheweg - Energieweg.
In de volgende subparagrafen wordt uitgegaan van een begin van het talud
van de stadsbrug vanaf het Industrieplein. Deze variant is niet zaligmakend,
noch zijn de aan te geven consequenties uitputtend behandeld. Er zijn ook
andere oplossingen mogelijk, die allemaal hun eigen technische kenmerken
hebben en hun eigen dynamiek kennen. Deze paragraaf is dan ook niet be-
doeld om uitgebreid op de verschillende varianten in te gaan. Deze paragraaf
is wel bedoeld om het denken over de mogelijke consequenties van een stads-
brug voor het deelgebied Noord- en Oostkanaalhavens te stimuleren en het
belang van de revitalisering in een zo vroeg mogelijk stadium voor het voet-
licht te brengen.
3.5.1 Industrieplein
In zijn huidige vorm biedt het Industrieplein onvoldoende ruimte om de ver-
wachte stijging in gebruik door voertuigen af te kunnen handelen. Indien uit-
gegaan wordt dat het beginpunt van het talud bij dit plein ligt, moet de ver-
keerstechnische vormgeving van het plein moeten worden aangepast. Daar-
naast is een aanpassing vanuit capaciteitsoverwegingen noodzakelijk (hogere
intensiteit). Beide redenen zorgen ervoor dat het ruimtebeslag van dit plein
groter wordt. Los hiervan hebben ingrepen in de rotonde gevolgen voor de
toevoerwegen (aansluitingen), alsmede voor de direct in de nabijheid gelegen
infrastructuur.
De aansluitingen van Industrieweg en de Energieweg kunnen gehandhaafd
blijven, in technische zin aangepast op de nieuwe situatie.
Voor de Kanaalstraat zal handhaving van de aansluiting een vraagpunt zijn.
Bij handhaving van een aansluiting van de Kanaalstraat op het Industrieplein
zal de technische aanpassing ingrijpend van aard zijn, vanwege het feit dat
hier ook het beginpunt ligt van het talud naar de stadsbrug. Bij het opheffen
van de aansluiting op het industrieplein zal naar een andere oplossing voor de
ontsluiting van dit deelgebied gezocht moeten worden. Een ontsluiting die
leidt tot meer doorgaand verkeer door de nabijgelegen woonwijken lijkt
daarbij niet in de rede te liggen.
Een apart punt van aandacht vormt de aansluiting van de Scheepvaartweg op
de Energieweg. Deze aansluiting ligt zeer dicht bij het Industrieplein. Bij een
ingrijpende wijziging van de situatie op en rond het Industrieplein is handha-
ving van deze aansluiting een groot vraagteken. In principe bestaan er twee
mogelijkheden:
verkeersplein en omgeving zodanig vormgeven dat een aansluiting van de
Scheepvaartweg in één of andere vorm gehandhaafd kan blijven;
de huidige aansluiting van de Scheepvaartweg saneren en via een paral-
lelweg langs de Energieweg een oplossing zoeken ter hoogte van de aan-
sluiting Ambachtsweg – Energieweg.
Voorop staat de constatering dat realisatie van een stadsbrug ingrijpende
gevolgen heeft voor de bereikbaarheid van het havengebied en het noordelijke
deel van Noord- en Oostkanaalhavens. Met name de ontsluiting van het ha-
vengebied is kwetsbaar, omdat dit deel alleen via de Weurtseweg en de
Scheepvaartweg is ontsloten.
3.5.2 Energieweg
De komst van een stadsbrug heeft, zoals eerder aangegeven, enorme gevolgen
voor de intensiteit op de Energieweg. Een verdubbeling van het aantal voer-
tuigen per etmaal vergt tenminste maatregelen ter bevordering van de ver-
keersveiligheid en de doorstroming. Voor zover nu kan worden overzien laten
de gevolgen zich in twee hoofdcategorieën onderscheiden:
a. de nu aanwezige uitritten van bedrijven op de Energieweg (aan beide zij-
den!) kunnen niet gehandhaafd blijven;
b. het aantal aansluitingen van wegen vanuit Oostkanaalhavens op de Ener-
gieweg (4 stuks) is te hoog.
Ad a. Het opheffen van de uitritten kan alleen opgevangen worden door mid-
del van parallelwegen langs de Energieweg, aan beide zijden. De parallelwe-
gen dienen vrachtverkeer in twee richtingen te kunnen afhandelen. Aanslui-
ting van de parallelweg op de Energieweg aan de zijde van Oostkanaal-havens
zou ter plaatse van de aansluiting Ambachtsweg – Energieweg kunnen ko-
men. Ook het al dan niet handhaven van de aansluiting Scheepvaartweg –
Energieweg speelt hierbij een (grote) rol. Ruimte voor een parallelweg ter
hoogte van het havengebied kan ten dele gevonden worden in het opheffen
van de spoorlijn.
Op deze plek willen wij nogmaals benadrukken dat het bespreken van de mo-
gelijke consequenties van de komst van een stadsbrug en het in deze subpara-
graaf geschetste denkmodel bedoeld zijn om de discussie over één en ander op
gang te brengen en de impact op de revitalisering in een zo vroeg mogelijk
stadium onder de aandacht te brengen. Nader onderzoek en verdere discussies
moeten duidelijk maken wat exact de gevolgen van de stadsbrug zijn en welke
consequenties hieraan verbonden worden voor de verkeersafwikkeling van en
naar Noord- en Oostkanaalhavens.
Aandeel bedrijfsleven
3.8 Duurzaamheidsconcept
3.8.1 Inleiding
Door alle ontwikkelingen, visies en voornemens heen, heeft gedurende het
gehele planproces als een rode draad, het begrip duurzaamheid gelopen.
Het begrip duurzaamheid is een breed begrip en kan voor de meest uiteenlo-
pende zaken worden toegepast. Met betrekking tot de revitalisering Noord- &
Oostkanaalhavens zijn dan ook verschillende aspecten (thema’s) te onder-
scheiden, waarvoor een duurzame aanpak een vereiste is.
3.8.2 Leeswijzer
In deze paragraaf is er voor gekozen enkel een algemene visie over duur-
zaamheid weer te geven in relatie tot het gehele bedrijven terrein, op nog een
relatief abstract niveau. In de hoofdstukken 4 t/m 6, zal dit niveau zich de-
tailleren voor de verschillende deelgebieden. Per deelgebied specifiek wordt
aangegeven welke duurzaamheidsthema’s van belang zijn en hoe hier mee kan
worden omgegaan. In bijlage 3 is tenslotte een schema opgenomen waarin alle
duurzaamheidsthema’s zijn beschreven, waardoor het mogelijk is een alge-
meen beeld te vormen van duurzaamheid op bedrijventerreinen en de bijbeho-
rende problematiek en mogelijkheden.
Duurzame Ontwikkeling
Een proces van verandering waarbij het ontginnen van hulpbronnen, het richten van investe-
ringen en het sturen van technologische ontwikkelingen en institutionele aanpassingen met
elkaar in harmonie zijn; en waarbij zowel de tegenwoordige als de toekomstige mogelijkheden
worden vergroot om aan menselijke behoeften te voldoen.1
Duurzaam Bedrijventerrein
Samenwerking tussen bedrijven onderling en met overheden op bedrijventerreinen, gericht op
het verbeteren van het (bedrijfs-) economisch resultaat, de vermindering van de milieubelasting
en een efficiënter ruimtegebruik.2
1
“Our common future”, Brundtland-rapport, VN, 1987
2
“Duurzame bedrijventerreinen. Handreiking voor het management van bedrijven en over-
heid”, uitgave Ministerie van Economische Zaken, 1998
3
Verbeterde arbeidsomstandigheden; Verminderen van energie, water en grond – en hulpstof-
fenverbruik (stromenmanagement); Goede en praktische manier van afvalmanagement.
4
Uitwisseling van energie, grondstoffen en water; Gezamenlijk gebruik van utilities en bedrijfs-
functies; Collectieve preventie, inzameling en afvoer van afvalstoffen; Combineren van vervoer
van goederen en personen.
3.9 Bodem
De lokale bodemsituatie is van groot belang bij de uitvoering van de diverse
projecten. Eventuele bodemvervuiling kan een belemmering of een kans bie-
den. Mogelijk kan het betreffende project gecombineerd worden met een bo-
demsanering. Daarentegen kan een verontreiniging belemmeringen opleveren
bij de volgende werkzaamheden:
bij werkzaamheden waarbij grondverplaatsing aan de orde is;
bij herstructurering van kavels (sloop, bouwactiviteiten, geschiktheid
voor nieuwe functie, wijziging in eigendomsverhoudingen e.d.);
bij werkzaamheden in de bodem waarbij bemaling nodig is
(verspreidingsrisico).
5
Intensiever gebruik van de ruimte; Nutsvoorzieningen met hoog rendement;
Bedrijfsgerichte commerciële voorzieningen; Multimodaal transport en hoogwaardig openbaar
vervoer.
3.10 Water
Het uitvoeren van een watertoets is bij het vervaardigen van een nieuw be-
stemmingsplan (zie volgende paragraaf) noodzakelijk. Met de watertoets
worden, in overleg met het waterschap, de uitgangspunten voor het watersys-
teem vastgelegd en voor gesignaleerde problemen worden oplossingen aange-
dragen. Uiteindelijk leidt de watertoets tot de invulling van de “natte para-
graaf” in het bestemmingsplan. In de watertoets speelt de behandeling van
hemelwater een belangrijke rol. Op basis van het huidige bestemmingsplan
kan een deel van de voorgestelde projecten uitgevoerd worden. Indien sprake
is van een grote ingreep wordt geadviseerd om, in samenhang met het nieuwe
bestemmingsplan, in een vroeg stadium in overleg te treden met het water-
schap en Rijkswaterstaat als beheerder van het Maas-Waalkanaal.
3.11 Proceduremanagement
Voor het uitvoeren van revitaliseringsingrepen is het noodzakelijke een groot
aantal juridische procedures te doorlopen. Ten eerste stellen wij het vigerende
bestemmingsplan, op basis van het masterplan en het latere uitvoeringspro-
gramma, te actualiseren in twee bestemmingsplannen: een bestemmingsplan
voor het deel ten noorden van de Industrieweg en een voor het deel ten zuiden
van deze weg (Oostkanaalhavens). Parallel daaraan moeten verschillende
vergunningen worden aangevraagd om de revitalisering van het terrein te
kunnen bewerkstelligen. In de volgende paragrafen wordt nader ingegaan op
de inhoud van de procedures en de benodigde onderzoeken.
vlekken vallen dan bij inwerkingtreding van het bestemmingsplan onder het
overgangsrecht. Indien het verdwijnen van de woonfunctie binnen de plan-
termijn niet gegarandeerd kan worden is een andere bestemmingsplanmetho-
diek mogelijk, namelijk de zogenaamde ‘afsterfregeling’. In deze regeling
wordt een onderscheid gemaakt tussen primaire en secundaire bestemmingen.
Zowel het feitelijke wegbestemmen als het toepassen van de afsterfregeling,
kunnen het beëindigen van het gebruik ten behoeve van de woonfunctie ech-
ter niet afdwingen. Om er voor te zorgen dat bestaande woonvlekken zo
spoedig mogelijk verdwijnen, moet daarom worden overgegaan tot een uit-
koopregeling of een onteigeningsprocedure.
Het is aan te bevelen voor het gehele gebied een stedenbouwkundig- c.q. beeld-
kwaliteitsplan op te stellen dat als onderbouwing dient voor de te stellen eisen
omtrent minimale bouwhoogtes en minimale bouwpercentages. Eventueel zou
dit plan verwerkt kunnen worden in een Beschrijving in Hoofdlijnen (BIH) in de
bestemmingsplanvoorschriften.
3.11.7 Vergunningen
Naast de Wet op de Ruimtelijke Ordening, is het noodzakelijk om na te gaan
welke wetten nog meer van toepassing zijn op de situatie en welke vergunnin-
gen benodigd zijn in relatie tot bouwactiviteiten en het in gebruik hebben van
de beoogde eindfuncties (zie bijlage 1).
Zoals in het vorige hoofdstuk reeds is aangegeven, heeft de komst van een
stadsbrug ook grote gevolgen0 voor het zuidelijk deelgebied. Zowel de aan-
sluitingen op de Energieweg als de interne ontsluitingsstructuur zullen aange-
past dienen te worden. Deze veranderingen kunnen een positieve bijdrage
leveren aan de totale beeldkwaliteit van het terrein en de mogelijkheden tot
intensivering creëren. Gezien de potenties van het zuidelijk deelgebied, is in de
startnotitie al de voorkeur voor het hoogste ambitieniveau: Ambitieniveau 3,
uitgesproken. Dit resulteert in onderstaand beeld van het toekomstige zuide-
lijke deelgebied:
Duurzaamheidsaspecten
Intensief ruimtegebruik;
Verduurzaming hulpbronnen en restproducten (energie, water, afval),
mogelijk parkmanagement;
Verkeersveiligheid
4.2 Projecten
De volgende pagina’s geven een overzicht van de diverse voorgestelde projec-
ten voor dit deelgebied. Deze projecten zijn:
Beeldkwaliteit;
Ontwikkeling poort Kanaalhavens;
Infrastructuur zuidelijk deelgebied;
Intensivering ambachtsweg e.o.
Projectsheet Beeldkwaliteit
Deelgebied Zuidelijk deelgebied
Huidige knelpunten Het zuidelijk deelgebied wordt gekenmerkt door een groot
aantal bedrijven met een publiekstrekkende werking. Enkele
bedrijven voldoen niet aan de, bij dit type bedrijven, gewenste
beeldkwaliteit. Ook uit de bedrijfsenquête komt naar voren dat
bedrijven dit als een negatief punt ervaren. (Dr. de Blecourt-
straat, Ambachtsweg en Bedrijfsweg)
Omschrijving Afzonderlijke bedrijven kunnen worden gestimuleerd om de
representativiteit van hun perceel te verhogen.
Aandachtspunten Eventueel ondersteuning door de gemeente in bijvoorbeeld
een (gezamenlijk) ontwerp.
De gewenste kwaliteit zal vastgelegd dienen te worden in een
indicatief beeldkwaliteitsplan
Inhaken op mogelijkheden werkzaamheden mbt rioolsanering
Duurzaamheids- - Leefomgeving
aspecten - Waarborgen van de beeldkwaliteit
- Invloed op stijl, image en groen
Kosten Particulier initiatief
Organisatie Eigen initiatief bedrijven, mogelijk ondersteuning door de
gemeente en samenwerking tussen de bedrijven.
Planning -
5 Havengebied
Vervoer over water vormt door de aanwezigheid van de havens het belang-
rijkste speerpunt voor dit deelgebied. In de toekomst zal dit nog versterkt
dienen te worden. Niet-watergebonden bedrijven zullen plaats maken voor
bedrijven die vervoer over water toepassen of op een andere manier direct
gebonden zijn aan nat bedrijfskavel. Dit heeft tot gevolg dat de toekomstige
segmentering gedomineerd wordt door logistieke bedrijven en bedrijven met
aan- en afvoer van (bulk)goederen over water. Om hiervoor voldoende ruimte
te creëren is een optimalisatie van het ruimtegebruik op een aantal locaties
gewenst. Hierbij valt te denken aan de indeling van individuele bedrijfsperce-
len, de ligging van een bedrijf ten opzichte van de haven en de openbare ruim-
te (parkeren, groen en spoorlijn).
Duurzaamheidsaspecten
Vervoer over water;
Verduurzaming hulpbronnen en restproducten (energie, water, afval),
mogelijk parkmanagement;
Leefomgeving: Veiligheid;
Leefomgeving: Vermindering hinder (geluid, stank, stof).
5.2 Projecten
De volgende pagina’s geven een overzicht van de diverse voorgestelde projec-
ten voor dit deelgebied. De projecten zijn:
Watergebonden bedrijvigheid;
Behoud watergebonden bedrijvigheid;
Herinrichting rug Maas-Waalkanaal;
Optimalisering ruimtegebruik kop Handelsweg;
Optimalisering ruimtegebruik kop Nijverheidsweg;
Optimalisering ruimtegebruik uiteinde Nijverheidsweg;
Profiel Nijverheidsweg;
Profiel Handelsweg.
1e
2e
1e
2e
6.2 Projecten
De volgende pagina’s geven een overzicht van een tweetal, op een kortere
termijn mogelijke, projecten voor dit deelgebied, te weten:
Rioolsanering Koopvaardijweg e.o.
Ontsluiting Electrabelterrein
Duurzaamheids- -
aspecten
Kosten
Organisatie
Planning -
7 Organisatie
7.1 Ondernemersvereniging
Voor een revitalisering is communicatie en samenwerking met de bedrijven
een van de belangrijkste sleutelfactoren voor het al dan niet slagen van het
traject. Op dit moment is er nauwelijks sprake van een georganiseerd onder-
nemersverband op Noord- & Oostkanaalhavens. Hierdoor is het maken van
afspraken en het afstemmen van ideeën niet tot nauwelijks mogelijk. Het ini-
tiatief om de ondernemersvereniging nieuw leven in te blazen is dan ook een
goede aanzet om een hogere organisatiegraad op het terrein te creëren. Het
bedrijfsleven kan via deze organisatie vertegenwoordigd worden en duidelijke
signalen aan de overheden afgeven. Kortom een ondernemersverenging
vormt met haar achterban een goede gesprekspartner in het verdere revitalise-
ringsproces.
Levenscyclus Bedrijventerrein:
j g Parkmanagement
Vastgoedwaarde / Kwaliteit
Beheer
Realisatie
Ontwikkeling Revitalisatie
Initiatief
Tijd
Bij beheer en onderhoud gaat het niet alleen om het dagelijkse onderhoud van
de openbare ruimte en particuliere ruimte, maar ook om de wijze van samen-
werking tussen gemeente en ondernemers, het functionele beheer (juridisch
planologisch kader en vergunningen) en de voorzieningen voor ondernemer.
Een tweede aspect betreft het plannen van projecten en activiteiten. Los van
de financiële mogelijkheden is het uiterst belangrijk dat zo snel mogelijk de
revitalisering/herstructurering in concrete activiteiten wordt opgepakt, om te
voorkomen dat het proces ‘in de benen zakt’. De realisatiestrategie zal
derhalve ook een (voorlopige) programmering van activiteiten en projecten
inhouden. Zo kunnen een aantal activietiten/ingrepen al op heel korte termijn
worden opgepakt, zoals de aanpak van enkele wegprofielen.
8.2.1 Resumé
De realisatiestrategie zal zich richten op:
uitwerking projecten die in het masterplan worden geaccordeerd in kosten
en opbrengsten;
planning/programmering (tijd en geld) van activiteiten en projecten;
financiering onrendabele top van de revitalisering;
organisatorische vormgeving uitvoering.
Overzicht vergunningen
Overzicht vergunningen
2
10 7
9 2
3 8
De plannen in het linker kolom van het overzicht bevinden zich in het planvormingsstadium. De
rechter kolom geeft plannen weer waar het voornemen tot realisatie bestaat. Overigens dient
opgemerkt te worden dat de beleidslijn Ruimte voor de Rivier ontwikkeld is door de Rijksover-
heid en de verhoging van de sluis een plan van Rijkswaterstaat is. In de volgende paragrafen
worden de plannen kort toegelicht.
Stadsbrug
Recentelijk is het fenomeen van de Stadsbrug, met een talud grofweg in het verlengde van de
Energieweg beginnend vanaf het verkeersplein Energieweg/Industrieweg, als een reëel te onder-
zoeken verbinding tussen Nijmegen-stad en de Waalsprong op tafel gekomen. Realisatie van een
dergelijke oeververbinding heeft grote gevolgen voor het noordelijk deel van het gebied Noord-
& Oost Kanaalhavens, met name Koopvaardijweg en omgeving. De gevolgen betreffen met
name het ruimtebeslag voor de brug (tracé en talud) en als gevolg daarvan het ontstaan van een
verplaatsingsbehoefte voor bedrijven ter plekke. De mogelijkheden voor de ontwikkeling van de
stadsbrug en met name de snelheid die daarbij gedacht wordt, zijn mede afhankelijk van de
vraag of en wanneer in voldoende hervestigingsruimte voorzien kan worden. Ruimte die de ge-
meente Nijmegen naar verwachting niet zelf kan bieden en dus in regionaal verband gevonden
zal moeten worden.
Onderzoeken in het kader van de stadsbrug (tracé, etc.) zullen zich mede moeten richten op de
verplaatsingsbehoefte van de bedrijven die als gevolg hiervan ontstaat, de hervestigingslocatie(s)
en de financiéle consequenties. Bij het formuleren van ambitieniveaus werpt de verdere plan-
ontwikkeling zijn schaduw al nadrukkelijk vooruit.
Waalfront West
Binnen de gemeente Nijmegen bestaan ideeën om op langere termijn de functie van een deel van
het noordelijk terrein te wijzigen. De huidige industriële functie zal in die gedachten overgaan
naar een combinatie van wonen en werken: de planvorming voor Waalfront West. Hoewel dit
plan zich nog in een prematuur stadium bevindt, wordt in het kader van Koers West wel dege-
lijk aandacht besteed aan een eventuele functiewijziging. Belangrijkste reden hiervoor zijn het
terrein en de directe omgeving. Waalfront West is een relatief smalle strook, dichtbij het cen-
trum, ingesloten door de Waal en enkele woonwijken. De uitbreidingsmogelijkheden voor het
zittend bedrijfsleven zijn beperkt (alleen nog een geringe intensivering van het ruimtegebruik
mogelijk). Het maatschappelijk draagvlak voor behoud van deze werklocatie zal naar verwach-
ting (verder) afnemen. Door de ligging ten opzichte van de Waal en het centrum kan een geheel
nieuw woon-werkmilieu worden gecreëerd met versterking van de relatie tussen stad en rivier. In
het gebied bevinden zich een aantal grote en voor zover bekend goed renderende bedrijven (Ho-
nig, Latenstein). Bij een eventuele functieverandering moet worden gerekend op een flinke be-
hoefte aan hervestigingsruimte voor deze bedrijven. Ruimte die de gemeente Nijmegen naar
verwachting niet zelf kan bieden en dus in regionaal verband gevonden zal moeten worden.
Park West
Dit plan voorziet in de vorming van een centrale groene long tussen het woongebied en het be-
drijventerrein Noord- en Oostkanaalhavens. De grens tussen beide plannen wordt optisch ge-
vormd door de Energieweg. De plannen voor Park West en de plannen voor revitalisering zullen
in deze zone onderling afgestemd moeten worden, met het doel de kwaliteit van het eindresul-
taat per saldo voor beide plannen te verbeteren. Tenslotte speelt de ontwikkeling van een stads-
brug in deze zone een belangrijke rol, omdat de Energieweg naar verwachting de toe- en afvoer
van verkeer naar de stadsbrug krijgt te verwerken. Dit zal mogelijk tot aanpassingen in het weg-
ontwerp leiden en effecten op de directe omgeving hebben.
Wel dient opgemerkt te worden dat een stolp als vergunning juridisch niet haalbaar is. Vandaar
dat wordt ingezet op het ontwikkelen en toepassen van gebiedsgericht omgevingsbeleid in sa-
menwerking met de provincie Gelderland. Dit beleid kan waarschijnlijk vanaf 2007 kaderstel-
lend worden gebruikt voor milieu-, ruimtelijk en economisch beleid en bovendien als toetsings-
kader voor de beoordeling van milieubelastende activiteiten worden ingezet. Zolang bedrijven
individueel voldoen aan de voorschriften in de milieuvergunning, is er tot 2007 geen juridische
basis of bestuurlijk beleidskader om uitbreiding van de milieubelasting te voorkomen. Tot 2007
kan de stolpbenadering gezien worden als een taakstellend beleidskader wat richting geeft aan
vermindering van milieubelasting. In het beleid kunnen reductiedoelstellingen worden opgeno-
men. Extra verkeersemissies met de komst van de stadsbrug zijn in de reductiedoelstellingen
echter lastig te combineren met een gewenste afname van de milieubelasting van de bedrijven in
het gebied.
Kansenboek
In het rapport “Kansen voor de Keizerstad” worden voor de Noord- en Oostkanaalhavens
meerdere scenario’s geschetst die op termijn zullen worden uitgewerkt. De revitaliseringsvisie zal
een belangrijke bijdrage leveren aan uitwerking van het zogeheten scenario ‘structurele uitbouw
van de werkfunctie’. Eén van de andere scenario’s in “Kansen voor de Keizerstad” is uitwerking
van de mogelijkheid voor woningbouw langs de kanaalzone Het betreft hier een idee voor de
lange termijn (periode 2030 en verder) en vormt derhalve geen concreet plan. Gezien de tijdsho-
rizon van het kansenboek wordt dit idee binnen het revitaliseringstraject niet meegenomen.
Ontsluiting Electrabel-terrein
Om de verkeersproblemen rond het Electrabel-terrein op te lossen, zijn enkele oplossingsrich-
tingen aangedragen. De te kiezen oplossing zal, afhankelijk van het moment van de keuze, in het
vervolg van dit revitaliseringsproces overgenomen worden.
Alternatieve
ontsluitingen
Electrabel
Routes
Infrastructuur
Bebouwing
Water
Ondergrond
1:5000
@ Grontmij
N
150-156-R058-02, rev. 3
Bijlage 2 (vervolg 3)
Schema duurzaamheid
Bevorderen verkeersveiligheid Divers: Eenrichtingswegen, Duurzaam veilig principes Verkavelingsplan en lokaliseren parkeerplaatsen BP, BKP, Bouwvergunning
Beperken aantal inritten, Voorkomen rangeren, laden/lossen en Parkeerverboden
parkeren op de rijbaan
Bodem, Water en Groen
Eis / voorwaarde Duurzaamheidsmaatregel Toelichting, aandachtspunten Consequenties voor of spanning met Instrumenten
Monitoren van bodem, water en - Toepassen gesloten grondbalans / benutten bodempotentie Partiële/selectieve ophoging Archeologische waarden BP, Bestek
groen Cunettenmethode
Bestemming afstemmen op draagkracht bodem en
grondwaterpeil
- Bouwen op verontreinigde grond binnen milieuhygiënische Flexibiliteit, angst voor mogelijke emissies BP, Bestek
voorwaarden
- Vermijden archeologisch waardevolle locaties Aanvullend archeologisch onderzoek Ondergronds bouwen BP
Kruipruimtevrij bouwen in archeologisch waardevolle Meerlaags bouwen Bouwvergunning
gebieden. Speciale funderingstechnieken toepassen Aanlegvergunning
in arch. waardevolle gebieden
Verbeterd gescheiden stelsel met afkoppeling
- Riolering "schone" neerslag Ruimtebeslag voor opvang hemelwater BP, Rioleringsplan/Bestek
Tweede watersysteem met opslag en distributie van
- Grijs watersysteem hemelwater en grijswater voor laagwaardige Afstemming leidingbeheerders BP, Milieuvergunning, Convenant
toepassingen (proceswater, sanitair, bluswater)
- Infiltratie hemelwater door beperken verhard oppervlak en Afhankelijk van aantal vervoersbewegingen op het BP, Bouvergunning/Convenant
toepassen permeabele verharding oppervlak i.v.m. mogelijke vervuiling
- Gezamenlijke blusvoorziening (sprinkler) op basis van Opslag van hemelwater ten behoeve van Relatie met geschakelde gebouwen en BP, Bouwvergunning
oppervlaktewater sprinklerinstallatie sprinklerinstallatie
- Waterbesparing Waterbesparende voorzieningen binnen Innovatieve bouwwijzen/installaties BP, Bouvergunning/Convenant
bedrijven/bedrijfsprocessen toepassen
- Zuivering op locatie Zuivering van vuilwaterstromen op het Afstemming met zuiveringsschap BP , Rioleringsplan
bedrijventerrein/kavel voor laagwaardige toepassing Milieuvergunning/Convenant
(proceswater, sanitair, bluswater)
- Benutten natuurlijke potenties waterlopen Natuurvriendelijke oevers en duikers Ecologische functie versus water(af)voerende functie. BP, Groen/Waterplan
Peil afstemmen op ecologische functie Groter ruimtebeslag bij natuurvriendelijke oevers
Voorkomen en beperken van emissies - Interne en externe milieuzonering Beperken hinder t.o.v. gevoelige functies en Flexibiliteit in plan en uitgifte wordt beperkt BP
naar lucht, bodem en water onderlinge hinder Milieuvergunning
- clustering Clusteren van bedrijven teneinde ruimte te winnen en BP, BKP, Uitgifte
bedrijfsprocessen af te kunnen stemmen en
industriële netwerken tot stand te brengen. Clustering
verhoogt ook de beheersbaarheid van de
desbetreffende bedrijven.
Waarborgen van de ruimtelijke - Selectiever omgaan met categorie 1 en 2 bedrijven Minder milieubelastende bedrijvigheid kan goed met Bedrijven willen niet altijd in woonwijk vestigen BP
kwaliteit andere functies worden gecombineerd (de vitale wijk, (angst voor bezwaren / klachten en beperking in
(ook: behoud van natuur en complete stad) bedrijfsvoering). Ook bewoners kunnen soms
landschappelijke waarden) bedenkingen hebben. Tevens afhankelijk van de
grootte van het bedrijf.
- Waarborgen van de beeldkwaliteit - Invloed op architectuur, stijl, ontwerp, De ontwerper en de gebruiker. Het bedrijf moet BP, Welstand, Parkmanagement / Beheer
terreininrichting, groenstructuur, etc functioneel zijn en tegelijk ook een bepaalde
- Stedenbouwkundige structuur afstemmen op uitstraling hebben.
natuurlijk systeem en biotopen.
- Waardevolle gebieden aansluiten op het buiten
gebied (stepping stones, groene corridors)
- Groen op bedrijventerreinen relateren aan
ecologische structuur in omgeving BP
- instandhouden / verbeteren aanwezige natuur - Kunstmatige ingrepen aan gebouw delen: Koppeling met groenstructuurplan
- Reliëf in wanden, grasdaken, vleermuis – en Aanlegvergunningenstelsel
vogelbehuizing. Gebruiksvoorschriften
- Corridorbeplanting creëren voor ecologische Regels mbt afstanden en hoogten
verbindingen Gronduitgifteovereenkomst
- in beplanting veel beschutting voor dieren opnemen
- rekening houden met structuren en patronen
- Behouden, versterken, vernieuwen regio-identiteit BP
Rekening houden met Bereidheid om te participeren aan collectieve BP, parkmanagement / beheer
werkgelegenheid, onderwijs en zorg voorzieningen.
- divers
Door collectieve voorzieningen is er een hogere Terreininrichting; denk aan:
kwaliteit haalbaar voor gezonde arbeidsverhoudingen Kinderopvang, fitnessruimte, horecafaciliteiten,
tussen werkgevers en werknemers gezondheidsdienst, sportvoorzieningen, etc.
Efficiënt ruimtegebruik
Eis / voorwaarde Duurzaamheidsmaatregel Toelichting, aandachtspunten Consequenties voor of spanning met Instrumenten
Stimuleren van meervoudig - Bouwen in meerdere lagen bv. hanteren min. Bouwhoogten Hoge gebouwen hebben meer impact op de BP, BKP, Grondprijs, Bouwvergunning
ruimtegebruik omgeving, meerlaags bouwen kan tot hogere
bouwkosten leiden, ook sterk afhankelijk van segment
- Ondergronds bouwen Beneden maaiveld functies realiseren Hogere bouwkosten, grondwaterpeil, archeologische BP, Bouwvergunning, convenant
waarden, arbo-eisen
- Schakelen van bedrijfsgebouwen Koppelen van (bedrijfsgebonden) bedrijven op het Brandveiligheid en groenstructuur in openbaar BP, BKP, Bouwvergunning
maaiveld (twee-onder-een-kap) gebied en niet op eigen terrein.
- Bedrijfsverzamelgebouwen met gezamenlijke voorzieningen Bedrijven kunnen zich niet met een bedrijfspand BP, BKP, Bouwvergunning
profileren
- Stapelen van functies Situeren van kantoren, opslag en parkeren op andere Hogere bouwkosten BP, BKP, Bouwvergunning
bedrijfsgebouwen of boven rangeerhoven,
parkeerruimtes en infrastructuur
- Hanteren min. Bebouwingspercentage Percentage van gebouwde voorzieningen Parkeervoorzieningen BP
- Hanteren Floor Space Index (minimale maat) Verhouding oppervlakte bedrijfsvloeroppervlak en Sterk gebonden aan bepaald segment BP, bouwvergunning, convenant
oppervlakte kavel
- Limiteren strategische reserve Limiet te stellen aan % strategische reserve en een Verkavelingsplan Uitgiftevoorwaarden
gebruiksplicht over een bepaalde termijn vast te
stellen. Ook mogelijk: gezamenlijke reservecapaciteit
voor uitbreiding in ruimtelijk plan waarbij tijdelijk
gebruik van gezamenlijke reserveruimte mogelijk is.
- Gezamenlijke voorzieningen voor laden en lossen (rangeerhof) Meerdere bedrijven maken gebruik van hetzelfde Verkavelingsplan BP
rangeerterrein
- Benutten milieuzones Benutten van zones nabij/onder/op Veiligheidsvoorschriften en zakelijk recht BP
(hoogspannings)leidingen en (spoor)wegen
- Optimale benutting vierde dimensie (tijd) door functiemenging en Bijvoorbeeld onderwijs of sport in vergaderruimten na Beveiliging Parkmanagement
verlenging (werk)tijden normale werktijden
- Optimale benutting vijfde dimensie (functie) door functiemenging m2-gebruik in combinatie tot de functie. Beveiliging Parkmanagement
binnen dezelfde werktijden Tegelijkertijd het bundelen van meerdere functies in
één of meerdere ruimten
- Bouwen op verontreinigde grond binnen milieuhygiënische Voorschriften en regelgeving BP, bouwvergunning
randvoorwaarden
Stimuleren van flexibel ruimtegebruik - Verticale uitbreidingsruimte Bij de bouw van het bedrijfspand dakconstructie Hogere bouwkosten bij start (is voldoende kapitaal BP, Bouwvergunning
dimensioneren op toekomstige uitbreiding in de aanwezig)
hoogte
- Flexibel bouwen, duurzaam bouwen Bedrijfspand is voor meerdere doeleinden bruikbaar. Innovatief bouwen i.p.v. traditioneel bouwen BP, BKP, Bouwvergunning
Toepassen technieken voor flexibel en demontabel
bouwen
- Verkaveling (flexibel verkavelen) Rekening houden met uitbreidingsmogelijkheden en Flexibiliteit in uitgifte BP, BKP
opsplitsen in kleinere eenheden bij ontwerp.
Kavelgrootte en – vorm afstemmen op ander gebruik
strategische reserve of bij vestiging van nieuw bedrijf
(aanvullend op bestaande bebouwing)
- Ruimtereservering voor aanvullende ondergrondse infrastructuur Ondergronds infrastructuur voor grijswaternet of Afstemming met leidingbeheerders BP
tussen een aantal bedrijven uitwisseling van stromen
(warmte, stoffen, water)
Beheer / Parkmanagement
Eis / voorwaarde Duurzaamheidsmaatregel Toelichting, aandachtspunten Consequenties voor of spanning met Instrumenten
Het behouden c.q. vergroten van de - Terreinbeheer Parkeren, bewegwijzering, verlichting, Wordt soms als (te) vernieuwend concept ervaren Gronduitgifte
terreinkwaliteit en het creëren van een straatmeubilair, inrichting private buitenruimte,
optimaal terreinbeheer beheer en onderhoud private en openbare
buitenruimte
- Facilitymanagement Beveiliging, gebouwonderhoud en schoonmaak, Wordt soms als (te) vernieuwend concept ervaren Gronduitgifte
afvalinzameling afvaldepot, vervoersmanagement,
inkoop/verhuur van materialen, catering,
kinderopvang, sport/recreatie, shoppingservice,
winkels, bancaire, post en vergadervoorziening,
flexibele kantoorruimte, intermediair samenwerking
in bedrijfsmiddelen.
- Utilitymanagement Afvalwatermanagement, ICT, energiemanagement, Wordt soms als (te) vernieuwend concept ervaren Gronduitgifte
watermanagement, afvalmanagement
- Ontwikkelingsmanagement Kennisuitwisseling, bedrijfsinnovatie, starters-, Wordt soms als (te) vernieuwend concept ervaren Gronduitgifte
innovatie-, kenniscentrum, uitvoering regionaal
sociaal-economisch beleid, public affairs, arbeid-
/personeelsontwikkeling, bemiddeling
- Vestigingsmanagement Promotie & PR, (tijdelijke) bedrijfsruimten Wordt soms als (te) vernieuwend concept ervaren Gronduitgifte
(intermediair), ruilverkaveling, aantrekken nieuwe
bedrijven, leaseconcepten
- Verplicht lidmaatschap aan beheerorganisatie / Centraal aanspreekpunt bij bedrijven realiseren) Wordt soms als (te) vernieuwend concept ervaren Gronduitgifte
bedrijventerreinvereniging ondernemers krijgen soms het idee dat zij iets
verplicht krijgen opgelegd, waarom zij helemaal niet
hebben gevraagd
- Parkmanagementorganisatie met parkmanager Organisatie die zorgdraagt voor het beheer van het Wordt soms als (te) vernieuwend concept ervaren Gronduitgifte
bedrijventerrein (in verschillende gradaties mogelijk)
Diversen
Eis / voorwaarde Duurzaamheidsmaatregel Toelichting, aandachtspunten Consequenties voor of spanning met Instrumenten
Diversen - ICT-infrastructuur aanleggen BP , bestek
- Bevorderen sociale veiligheid en voorkomen criminaliteit Verlichting en beveiliging Beheer/Parkmanagement
- Gespreide werktijden in dienstverlening Innovatieve aanpak
- Minimaal twee ploegendiensten in groothandel, productie en Overlast gedurende avond- en nachtperiode Milieuvergunning
logistiek
- Combinatie wonen en werken voor zover geen beperkingen voor de Bewoners en bedrijven kunnen bedenkingen hebben BP, Milieuvergunning
bedrijven Duurzaamheidsmaatregelen mogen niet in het
- Breng flexibiliteit in het bestemmingsplan Globale bestemmingen, vrijstellingen, gedrang komen BP
wijzigingsbevoegdheden dubbelbestemmingen Looptijd van gronduitgifteprocedure
- Gronduitgifteprotocol Uitgiftebeleid, -voorwaarden, -criteria
- Matchmaking vertreklocatie Vraagt tijd, geduld, takt en inzet
De (on)mogelijkheden van de vertreklocatie van het Uitgiftevoorwaarden
bedrijf betrekken bij de gronduitgifte (package deal:
nieuwe kavel koppelen aan eisen vertreklocatie)
Grondprijs afhankelijk stellen van type kavel en
- Inzetten grondprijs als instrument afhankelijk stellen van duurzaamheid-smaatregelen Uitgiftevoorwaarden
Met uitgifte in erfpacht is meer (privaatrechtelijke)
zeggenschap over gebruik van gronden mogelijk Wijziging eigendomssituatie t.o.v. traditionele uitgifte
- Uitgifte in erfpacht Uitgiftevoorwaarden
Parkeren en groenstructuur
Wijziging eigendomssituatie t.o.v. traditionele uitgifte.
- Alleen de footprint uitgeven Bestemming overige gronden is aandachtspunt BP, Uitgifte(voorwaarden)
'RONTMIJ
!DVIES 4ECHNIEK BV
9HOSHUZHJ
3RVWEXV
$/$51+(0
7HOHIRRQ
7HOHID[