Professional Documents
Culture Documents
UITVOEREN TECHNIEK
06950556_voorwerk.indd 1
03-02-2006 11:24:34
II
ISBN 90 06 95055 6
Tweede druk, tweede oplage
06950556_voorwerk.indd 2
03-02-2006 11:24:36
12
lingen.
og tot de
III
12
Bouwproces
Uitvoeren
A techniek
zet
en in een
, hetzij
rafgaande
Auteurswet
tus 1985,
goedingen
60, 2130 KB
loemlezinde uitgever
06950556_voorwerk.indd 3
03-02-2006 11:24:36
IV
Serie
www.jellema-online.nl
De redactie:
ir. M. Bonebakker
Adviseur Bouwmanagement, Geesteren
ir. H. Brinksma
Docent Bouwkunde, Hogeschool van Utrecht,
Utrecht
ir. A. van Tol
Architect, Zwolle
ir. K. Hofkes
Docent Bouwkunde, Hogeschool INHOLLAND,
Haarlem en Alkmaar
H.A.J. Flapper
Bouwinnovator, Amsterdam
ing. N. Zimmermann
Architect, Amsterdam
06950556_voorwerk.indd 4
03-02-2006 11:24:59
JELLEMA
JELLEMA
JELLEMA
Serieoverzicht
10
11
12
www.jellema-online.nl
12
13
06950556_voorwerk.indd 5
03-02-2006 11:25:03
VI
Inhou
Woord vooraf
Bij het realiseren van gebouwen speelt een groot
aantal factoren een rol. Het ontwerp- en het uitvoeringsproces benvloeden elkaar over en weer.
Daarbij spelen steeds twee vragen een belangrijke rol:
1 Zijn er in het bouwkundige ontwerp alternatieven mogelijk om de bouwkosten te verlagen?
2 Zijn er in het uitvoeringsproces alternatieven
mogelijk om de bouwtijd te verkorten?
Om deze vragen te beantwoorden is het noodzakelijk dat partijen een helder inzicht hebben
in de mogelijkheden en alternatieven. Voor de
samenstelling van deze uitgave is een grote
verzameling uitvoeringsalternatieven geanalyseerd, waaruit structurele kaders zijn ontstaan.
Daarmee kunnen ontwerpers en uitvoerders het
uitvoeringsproces zowel voor de woning- als de
utiliteitsbouw verbeteren.
In dit boek wordt het uitvoeringsproces gevolgd.
Voor elke bouwkundige is enige kennis van
het inrichten van de bouwplaats nodig, omdat
de condities van de bouwplaats invloed hebben op de uitvoeringsmogelijkheden van het
gebouw.
De onderbouw gaat van eenvoudige woningbouwfunderingen tot ingewikkelde kelderconstructies. De wijze van uitvoeren van de onderbouw kan grote invloed hebben op de bouwtijd.
Voor het casco van woningen wordt de uitvoering van gebruikelijke bouwmethoden behandeld. Daarnaast wordt er een aanzet gegeven
voor nieuwe uitvoeringstechnieken voor de veranderende woningmarkt.
Voor het skelet van utiliteitsbouw wordt
inzicht gegeven in de uitvoeringstechniek van
verschillende bouwmethoden en worden argumenten aangedragen om voor een concreet
project tot een optimale keuze te komen.
Van een aantal hoge gebouwen wordt de
uitvoering van de draagconstructie behandeld
en worden alternatieven aangedragen om draagconstructies van hoogbouw vanuit de uitvoeringsproces te ontwikkelen.
Van gevels wordt eerst het metselproces
behandeld en daarna het montageproces van
prefab-gevelelementen. Hier is nog veel ruimte
voor optimalisatie.
06950556_voorwerk.indd 6
03-02-2006 11:25:07
Uitvoerin
Inleiding 2
1.1 Afbaken
1.2 Doelgro
1.2.1 Uitvoe
1.2.2 Bouw
1.2.3 Gebou
1.2.4 Gebou
1.3 Bouwpla
1.4 Decomp
1.5 Projecta
1.5.1 Bouw
begane-gron
1.5.2 Bouw
pannendak
1.5.3 Samen
Geraadpleeg
1
2 Inrichten
Inleiding 12
2.1 Bouwpla
2.1.1 Beweg
2.1.2 Toega
2.1.3 Situer
2.1.4 Const
2.1.5 Const
2.1.6 Zoner
2.2 Bouwpla
2.2.1 Accom
2.2.2 Accom
managemen
2.2.3 Keuze
2.2.4 Maga
2.2.5 Plaats
2.3 Bouwpla
2.3.1 Elektra
2.3.2 Elektri
2.3.3 Elektri
bouwproject
2.3.4 Elektri
bouwproject
2.3.5 Bouw
2.3.6 Kosten
2.4 Overige
2.4.1 Teleco
2.4.2 Beveil
2.4.3 Bouw
2.4.4 Bouw
voering van
besprouitvoeren
en van het
en om
bouwconren van
n. Hierdoor
unnen de
an afstem-
de technices; het is
draagt
ssen ontetering van
itverhou-
ht op de
wbedrijf en
an om de
jk bouw-
eden in het
en; elk deel
ering.
VII
Inhoud
Uitvoeringstechniek 1
Inleiding 2
1.1 Afbakening uitvoeringstechniek 2
1.2 Doelgroep vakgebied uitvoeringstechniek 4
1.2.1 Uitvoerende bouwbedrijven 4
1.2.2 Bouwplaatsmanagement 5
1.2.3 Gebouwontwerpers 5
1.2.4 Gebouwbeheerders 5
1.3 Bouwplaats als productiebedrijf 6
1.4 Decomponeren uitvoeringsproces 6
1.5 Projectanalyse bouwwerk 7
1.5.1 Bouwknoop paalfundering
begane-grondvloer langsgevel 7
1.5.2 Bouwknoop langsgevel zoldervloer
pannendak 8
1.5.3 Samenvatting 9
Geraadpleegde en aanbevolen literatuur 9
1
2 Inrichten bouwplaats 11
Inleiding 12
2.1 Bouwplaatsinfrastructuur 12
2.1.1 Bewegwijzering 12
2.1.2 Toegangspoort 13
2.1.3 Situering bouwweg 14
2.1.4 Constructie bouwweg 15
2.1.5 Constructie kraanbaan 17
2.1.6 Zonering bouwplaats 17
2.2 Bouwplaatsaccommodatie 18
2.2.1 Accommodatie bouwplaatspersoneel 18
2.2.2 Accommodatie bouwplaatsmanagement 19
2.2.3 Keuze accommodatie 19
2.2.4 Magazijn en loodsen 24
2.2.5 Plaatsing accommodaties 27
2.3 Bouwplaatsinstallaties 29
2.3.1 Elektra infrastructuur 29
2.3.2 Elektrisch systeem klein bouwproject 30
2.3.3 Elektrisch netwerk middelgroot
bouwproject 30
2.3.4 Elektrisch netwerk grote
bouwprojecten 33
2.3.5 Bouwplaatsverlichting 33
2.3.6 Kosten elektrisch netwerk 34
2.4 Overige installaties op bouwplaats 34
2.4.1 Telecommunicatie en data 35
2.4.2 Beveiliging en bewaking 36
2.4.3 Bouwwaterleiding 36
2.4.4 Bouwriolering 37
06950556_voorwerk.indd 7
2.4.5 Bouwgasverwarming 37
Geraadpleegde en aanbevolen literatuur 39
3 Uitvoeren onderbouw 41
Inleiding 42
3.1 Onderbouw woningbouw 42
3.1.1 Begane-grondvloersystemen 42
3.1.2 Fundering op staal 44
3.1.3 Fundering op palen 46
3.1.4 Begane-grondvloeren woningbouw 48
3.2 Onderbouw bedrijfshallen 50
3.2.1 Fundering bedrijfshal 50
3.2.2 Fundering en kolommen 51
3.3 Onderbouw utiliteitsbouw 52
3.3.1 Kruipruimte met fundatie op staal 52
3.3.2 Kruipruimte met fundatie op palen 53
3.3.3 Funderingspoeren op palen 55
3.4 Onderbouw met kelder 56
3.4.1 Liftput 56
3.4.2 Keldervloer 57
3.4.3 Kelderwanden 60
3.4.4 Dilataties en krimpstroken 64
3.4.5 Kelderdek 64
Geraadpleegde en aanbevolen literatuur 64
4 Uitvoeren casco bij woningbouw 65
Inleiding 66
4.1 Verschillende soorten woningcascos 66
4.1.1 Laagbouwwoningen 66
4.1.2 Gestapelde woningen 66
4.1.3 Cascokeuze naar wand/vloerfunctie 67
4.2 Prefab- versus in situ constructies 68
4.3 Wijze van transport en cascokeuze 69
4.3.1 Handtransport 70
4.3.2 Mechanisch transport 70
4.3.3 Zwaar kraantransport 70
4.3.4 Licht kraantransport 70
4.4 Dimensies woningcasco 71
4.4.1 Bepalen dikte wanden en vloeren 71
4.4.2 Bepalen verdiepingshoogte 73
4.5 Keuze bouwmethode 73
4.5.1 Bouwmethoden wanden 73
4.5.2 Bouwmethoden vloeren 75
4.5.3 Voorkeur keuze bouwmethode 75
4.6 Metselbouw methode steen/hout 76
4.6.1 Kleine en vervangende nieuwbouw met
handtransport 77
4.7 Prefab-betonwand en kanaalplaatvloer 78
03-02-2006 11:25:07
VIII
06950556_voorwerk.indd 8
03-02-2006 11:25:08
6.4.5 Conta
systeem 179
6.4.6 Cyclus
6.5 Draagco
woninghoog
6.5.1 Woon
6.5.2 Woon
Geraadpleeg
7 Uitvoere
Inleiding 184
7.1 Gevelm
7.1.1 Kosten
7.1.2 Tradit
7.1.3 Verbe
7.1.4 Keuze
7.1.5 Voegw
7.1.6 Monte
7.1.7 Steige
7.1.8 Mech
7.2 Onderst
7.2.1 Praktij
gevelbalk 20
7.2.2 Gevel
7.2.3 Losse
7.2.4 Gevel
nodig 208
7.3 Visueel a
7.3.1 Toelaa
draagconstru
7.3.2 Maata
7.3.3 Visuee
gevel 210
7.4 Prefab-b
7.4.1 Sandw
7.4.2 Prefab
7.4.3 Prefab
7.5 Lichte g
7.5.1 Gevel
natuursteenp
7.5.2 Gevel
7.5.3 Lichte
7.6 Kozijnen
7.6.1 Inmet
7.6.2 Monta
7.6.3 KAPLA
7.6.4 Samen
7.7 Vliesgev
7.7.1 Vliesg
7.7.2 Stijlen
IX
n 134
natief voor
37
139
b-beton 139
141
aal 143
145
148
49
e 150
ur 151
uw 154
6
uw 156
bouw 157
157
0
4
67
170
bouw 171
erdam 175
steem voor
78
06950556_voorwerk.indd 9
03-02-2006 11:25:08
06950556_voorwerk.indd 10
03-02-2006 11:25:09
Uitvoeringstechniek
H. A. J. Flapper
06950556_H01.indd 1
22-03-2005 13:56:27
Inleiding
In de behoefteschaal van Maslov komt onderdak
na voedsel en kleding. De mens begon met het
bouwen van schuilhutten. Het uitvoeren van
bouwwerken is daarom een van de oudste menselijke activiteiten.
Of het nu gaat om een plaggenhut of een
paleis, altijd is er sprake van een initiatief voor
huisvesting. Dit initiatief wordt uitgewerkt tot
een ontwerp dat wordt gebouwd en tijdens het
gebruik moet worden beheerd. In essentie is het
bouwproces voor elk bouwwerk gelijk. Het bouwproces bestaat uit een aantal fasen. De bouwkundige moet de verschillende fasen kennen en
weten wie voor welke fase verantwoordelijk is. In
deze Jellema-serie wordt voor de benaming en
werkzaamheden van de fasering van het bouwproces NEN 2574 Tekeningen in de bouw Indeling van gegevens op tekeningen voor gebouwen
aangehouden. Hierin is het bouwproces in de
volgende genummerde fasen gedenieerd en
gegroepeerd.
Programma
1 Initiatief
2 Haalbaarheidsstudie
3 Projectdenitie
Ontwerp
4 Structuurontwerp
5 Voorlopig ontwerp
6 Denitief ontwerp
Uitwerking
7 Bestek en tekening
8 Prijsvorming
Bouw
9 Werkvoorbereiding
10 Uitvoering
11 Oplevering
Beheer en gebruik
12 In gebruik nemen
13 Beheren
Het vakgebied uitvoeringstechniek bestrijkt drie
fasen, guur 1.1:
1 fase 9 Werkvoorbereiding;
2 fase 10 Uitvoering;
3 fase 11 Oplevering.
06950556_H01.indd 2
1.1 Afbakening
uitvoeringstechniek
Aan het uitvoeren van een bouwwerk gaan de
volgende fasen vooraf:
fase 7 Bestek en tekening
Het bestek met bijbehorende tekeningen is het
document waarin de ontwerper namens de
opdrachtgever in teksten en beelden heeft vastgelegd wat er moet worden gemaakt.
fase 8 Prijsvorming
Om de aanneemsom te kunnen bepalen moeten
de aannemers een kostprijsbegroting maken op
basis van het bestek en tekeningen. De aannemersbegroting is een document dat de tegenhanger is van het bestek.
Het bouwcontract of de bouwopdracht is het
eindresultaat, de output, van fase 8, en dit is tevens de input voor de volgende fase, guur 1.2.
Het beginpunt van de uitvoering is dit bouwcontract waarin de aannemer zich verbindt om een
bouwwerk voor een bepaalde prijs volgens het
bestek en tekening te bouwen.
Nederlands aanbestedingssysteem
In de Nederlandse bouwnijverheid bestaat een
functionele scheiding tussen het ontwerpend
bedrijf (architect) en het bouwbedrijf (aannemer). De architect heeft de verantwoordelijk-
22-03-2005 13:56:28
1 UITVOERINGSTECHNIEK
Proces-verbaal oplevering
Het bouwbedrijf voert een bouwwerk uit volgens het bestek en de tekening voor een bepaalde prijs. Als het gebouw gereed is, draagt
het bouwbedrijf het gebouw over aan de opdrachtgever die het dan in gebruik zal nemen.
Voordat de opdrachtgever het gebouw kan
overnemen zal hij de zekerheid willen hebben
dat het bouwbedrijf het gebouw volledig volgens het bestek heeft uitgevoerd. Het bouwbedrijf en de opdrachtgever zijn daarin twee
tegenover elkaar gestelde partijen. De twee
partijen beoordelen samen het resultaat en als
06950556_H01.indd 3
fase 10 Uitvoering
De uitvoeringsfase is de belangrijkste fase van het
totale uitvoeringsproces omdat hier het ontwerp
in materialen wordt uitgewerkt tot een concreet
gebouw.
fase 11 Oplevering
De oplevering is het resultaat van de uitvoeringsfase. De opleveringsfase wordt formeel afgesloten met het opstellen van proces-verbaal van
oplevering, guur 1.3.
22-03-2005 13:56:29
06950556_H01.indd 4
Vooropleiding
Bij de middelgrote bouwbedrijven wordt voor
de functie van projectleider een vooropleiding
op HBO-niveau gewenst en voor de functie
van uitvoerder een vooropleiding op MBOniveau. De functie van werkvoorbereider
wordt gezien als een opleidingsperiode naar
projectleider of uitvoerder, guur 1.5.
22-03-2005 13:56:30
1 UITVOERINGSTECHNIEK
1.2.2 Bouwplaatsmanagement
Vanuit deze permanente organisatie worden
voor elk bouwproject mensen gerecruteerd om
een projectorganisatie op te bouwen met een
tijdgebonden opdracht om binnen een bepaalde
tijd en het beschikbare budget een bouwwerk
uit te voeren. In een projectorganisatie voor het
uitvoeren van bouwwerken zijn de volgende vier
functies te onderscheiden, guur 1.4:
1 projectleider: aangesteld om bepaald bouwwerk binnen gestelde bouwtijd en bouwkosten
te realiseren. De projectleider is namens het
bouwbedrijf de gemachtigde naar de opdrachtgever;
2 uitvoerder: dagelijks leider op bouwplaats, die
verantwoordelijk is voor alle werkzaamheden die
op bouwplaats moeten worden uitgevoerd;
3 werkvoorbereider: ondersteuning voor projectleider en uitvoerder, voor uitvoeren voorbereidende werkzaamheden;
4 bouwvakpersoneel: vaklieden die bouwkundige werkzaamheden moeten uitvoeren. Dit kan
zowel eigen personeel zijn van het uitvoerend
bouwbedrijf alsook gespecialiseerde vaklieden
van bedrijven die een deel van de werkzaamheden in onderaanneming uitvoeren, bijvoorbeeld metselaars, vlechters en schilders.
06950556_H01.indd 5
22-03-2005 13:56:30
1.4 Decomponeren
uitvoeringsproces
Om inzicht te krijgen in hoe een gebouw moet
worden uitgevoerd, is het nodig een procesanalyse te maken. In NEN 2660 Ordeningsregels voor
gegevens in de bouw Termen, denities en algemene regels is de basis gelegd voor het ordenen
van gegevens. Het gaat om het systematisch
opdelen en samenvoegen van gegevens:
decomponeren: opdelen onderwerp in samenhangende onderdelen van lager niveau, waarbij
samenhang binnen onderdeel groter is dan relaties met andere onderdelen, guur 1.8;
06950556_H01.indd 6
Het uitvoeringsproces van opdracht tot oplevering is op verschillende manieren te decomponeren. Een belangrijk criterium voor de keuze van
de decompositie is de onderlinge samenhang
binnen een onderdeel en de relaties tussen de
delen. In guur 1.8 is niveau 1 het hele uitvoeringsproces van opdracht (bouwcontract) tot
oplevering weergegeven. In niveau 2 is het uitvoeringsproces gedecomponeerd in een aantal
productiefasen. In niveau 3 is elke productiefase
gedecomponeerd in een aantal productiedelen.
Vanuit de bouwpraktijk zijn duidelijk vier verschillende productiefasen te onderkennen, guur 1.9:
1 onderbouwfase, bouwput en fundering;
2 bovenbouwfase, draagconstructie;
3 gevel/dakfase, omhulling draagconstructie;
4 afbouwfase, inbouw en afwerking.
22-03-2005 13:56:32
1 UITVOERINGSTECHNIEK
06950556_H01.indd 7
22-03-2005 13:56:32
dieper komen dan de bovenkant van de funderingsbalk. Dan is een afwijkend detail met een
sponning in de funderingsbalk nodig die met
een bekisting moet worden gemaakt. De vulopening van de balk wordt versmald waardoor het
storten van het beton moeilijker wordt. Als de
buitengevel pas wordt gemetseld als het casco
van de woning gereed is, kan de fundering aan
de buitenkant niet met grond worden aangevuld
en blijft een geul rondom de gevel open. Dat is
weer onpraktisch bij het monteren van de metselsteiger.
06950556_H01.indd 8
22-03-2005 13:56:33
1 UITVOERINGSTECHNIEK
Geraadpleegde en aanbevolen
literatuur
Normen
NEN 2574 Tekeningen in de bouw Indeling van
gegevens op tekeningen voor gebouwen.
NEN 2660 Ordeningsregels voor gegevens in de
bouw Termen, denities en algemene regels.
06950556_H01.indd 9
22-03-2005 13:56:34
10
06950556_H01.indd 10
22-03-2005 13:56:34
Inrichten bouwplaats
H. A. J. Flapper
06950556_H02.indd 11
22-03-2005 14:00:16
12
2.1 Bouwplaatsinfrastructuur
De infrastructuur die nodig is om bouwmaterialen van de openbare weg naar de werkplek in
het bouwwerk te krijgen, is te verdelen in:
toegang tot bouwplaats;
bouwwegen op bouwplaats;
eventuele kraanbaan voor bouwkraan;
indeling beschikbare opslagruimte.
Het gaat vooral om de bouwwegen en de
opslagruimte ten behoeve van de distributieen transportfunctie van de bouwplaats.
2.1.1 Bewegwijzering
Op de bouwplaats moet een groot aantal verschillende goederen, besteld door verschillende
bedrijven en vervoerd door een groot aantal verschillende transportbedrijven, aankomen. Niet
alle bouwwerken zijn gemakkelijk te vinden. Een
routekaartje van het bouwwerk geeft de beste
informatie voor de chauffeur van de vrachtwagen. Als een zware vrachtwagen met prefab-betonelementen just in time op het werk
aanwezig moet zijn en de chauffeur raakt in een
oude stadswijk of op een industrieterrein de weg
kwijt, geeft dat vertraging in de uitvoering. Een
Inleiding
06950556_H02.indd 12
22-03-2005 14:00:17
2 INRICHTEN BOUWPLAATS
2.1.2 Toegangspoort
De beheersing van de goederenstroom op de
bouwplaats is alleen mogelijk als de aanvoer van
de vrachtwagens wordt beheerst. Voorkomen
moet worden dat zware vrachtwagens willekeurig de bouwplaats oprijden en daar gaan zoeken
waar ze hun goederen kunnen lossen. Bij de
toegangspoort moet een bord staan: Toegang
alleen na toestemming uitvoerder.
13
Straatbreedte
4m
5m
6m
7m
8m
9m
10 m
11 m
12 m
Enkele achteras
Dubbele achteras
Aanhangwagen
Trekker/oplegger
7,700 m
6,900 m
6,000 m
5,500 m
5,300 m
5,300 m
5,300 m
5,200 m
5,000 m
8,300 m
7,200 m
6,500 m
6,000 m
5,700 m
5,700 m
5,700 m
5,400 m
5,200 m
8,800 m
7,400 m
6,600 m
6,200 m
5,800 m
5,800 m
5,800 m
5,600 m
5,400 m
10,000 m
9,000 m
8,500 m
8,200 m
8,200 m
8,200 m
8,200 m
8,100 m
7,700 m
06950556_H02.indd 13
22-03-2005 14:00:18
14
06950556_H02.indd 14
22-03-2005 14:00:19
2 INRICHTEN BOUWPLAATS
15
Als een langwerpig gebouw van prefabbetonelementen met een mobiele kraan wordt
gemonteerd, zijn meerdere opstelplaatsen voor
de mobiele kraan nodig. Bij de inrichting van
de bouwplaats moeten de opstelpunten van de
kraan worden gereserveerd, zodat anderen er
geen materialen neerleggen. Een duidelijke markering van de opstelplaatsen kan dat voorkomen.
Tussen de beide opstelpunten is een losplaats
nodig waar de vrachtwagens kunnen staan tijdens het lossen, zodat ze de bouwweg tijdens de
montage niet blokkeren, guur 2.11. De draaicirkels van de beide opstelpunten zullen elkaar
moeten overlappen. Het is daarom nodig de losplaats tussen de beide opstelpunten te situeren.
06950556_H02.indd 15
22-03-2005 14:00:20
16
Figuur 2.13 Verharde bouwweg
houdt het zandpakket bij elkaar en maakt opruimen van het zandpakket gemakkelijker.
Aanleg
Opruimen
0,50
1,25
0,50
1,25
5,
15,50
20,
7,50
22,50
60,
0,50
1,25
1,50
3,75
...
...
...
p.m.
p.m.
...
1,
2,50
1,
2,50
2,50
2,50
6,50
2,50
2,50
p.m.
Figuur 2.14 Kosten bouwweg per m weg breed 3-4 m (in euro)
06950556_H02.indd 16
22-03-2005 14:00:21
2 INRICHTEN BOUWPLAATS
17
Aanleg baan
Opruimen
70,
2,50
5,
3,50
6,
25,
50,
25,
Figuur 2.15 Kosten kraanbaan per m baan exclusief zandbed ( 7,50 per m2)
06950556_H02.indd 17
22-03-2005 14:00:22
18
2.2 Bouwplaatsaccommodatie
Naast de infrastructuur voor het transport en
opslag van materialen is ook tijdelijke huisvesting
nodig voor het personeel op de bouwplaats.
De behoefte aan accommodaties is in drie groepen te verdelen:
1 tijdelijke huisvesting voor bouwplaatspersoneel;
2 tijdelijke huisvesting voor bouwplaatsmanagement;
3 tijdelijke ruimten voor opslag weergevoelige
materialen.
gebouwzone:
GB gebouw: zone te bebouwen oppervlak;
GE gevelstrook: zone rondom gebouw voor
talud en gevelsteiger;
transportzone:
BW bouwweg: zone voor transportvrachtverkeer;
KB kraanbaan: zone voor bouwkraan;
zone voor lossen materialen:
LK vaste losplaats: voor lossen met bouwkraan;
LW losplaats langs weg: voor zelossende wagens;
Aantal personen
5
19
40
60
80
100
Schaftruimte
7,5
23,8
40,0
60,0
80,0
100,0
Kleedruimte
23,0
33,0
44,0
55,0
Wasruimte
1,0
4,0
8,0
15,0
16,0
20,0
Toiletruimte
3,0
3,0
6,0
9,0
12,0
12,0
Totaal oppervlak
12 m2
36 m2
76 m2
117 m2
132 m2
187 m2
06950556_H02.indd 18
22-03-2005 14:00:23
2 INRICHTEN BOUWPLAATS
Grootte werkruimte
12 m2 kamer klein bouwproject
18 m2 kamer middelgroot project
24 m2 kamer groot utiliteitsproject
19
van benodigde accommodatie voor het bouwplaatsmanagement is nog geen rekening gehouden met de benodigde accommodatie voor
onderaannemers en bouwinstallatiebedrijven.
De grootte van de kamers is afhankelijk van de
grootte van het bouwwerk en de tijdsduur dat
de kamer moet worden gebruikt.
2.2.3 Keuze accommodatie
Voor de tijdelijke huisvesting van personeel en
management zijn de volgende vormen mogelijk afhankelijk van de benodigde grootte en de
bouwtijd:
keetwagens: klein project;
containerketen: middelgroot project;
schottenketen: groot project.
Keetwagens
In het voorschrift P-57 staat in hoofdstuk 7 onder
schaftwagens: Indien de aard der werkzaamheden zodanig is dat de plaats waar deze
Groot woningbouwproject, 20100 personen
kamer voor projectleider
kamer voor hoofduitvoerder
kamer voor uitvoerders
kamer voor werkvoorbereiding
kamer voor vergaderen
kamer voor bouwdirectie
ruimte voor toilet/pantry
Groot utiliteitsbouwproject > 100 personen
kamer voor projectleider
kamer voor hoofduitvoerder
twee kamers voor deeluitvoerders
kamer voor werkvoorbereiding
kamer voor administratie
kamer voor grote vergadering
kamer voor kleine vergadering
kamer voor constructieve bouwdirectie
kamer voor bouwkundige bouwdirectie
kamer voor materiaalmonsters
ruimte voor toiletten
ruimte voor keuken
36 m2 kamer meerdere uitvoerders
54 m2 kamer meerdere werkvoorbereiders
54 m2
06950556_H02.indd 19
22-03-2005 14:00:23
20
Containerketen
Voor middelgrote bouwwerken worden containerketen gebruikt. De containerkeet is afgeleid
Type wagen
Keetwagen 2 4
Toiletwagen
Keetwagen 2 4
Tractiewagen
Oppervlak
8 m2
8 m2
12 m2
10 m2
21,
38,
36,
50,
2,60
4,75
3,
5,
06950556_H02.indd 20
22-03-2005 14:00:24
2 INRICHTEN BOUWPLAATS
Type keetcontainer
Basiscontainer
Eindcontainer
Tussencontainer
Uitvoerderscontainer
Sanitaircontainer
Toiletcontainer
Een keetcontainer van 3 6 m kan als zelfstandige huisvesting worden gebruikt. Dit is de basiscontainer. Het is ook mogelijk keetcontainers te
koppelen waardoor een grotere keetruimte ontstaat. Met twee eindcontainers en een of meer
tussencontainers, guur 2.22, is een keetruimte
van 6 m n 3 m te maken. Bij de langsgevels
van de grote keetruimte staan kopschotten van
1 m die nodig zijn om de tussencontainers tijdens het transport voldoende stabiliteit te geven.
Er zijn keetcontainers die compleet zijn ingericht
met bureau, toilet en pantry als uitvoerderskeet
voor kleine bouwwerken, guur 2.23-1. Voor
grote bouwwerken zijn er containers die zijn
voorzien van de benodigde toiletruimte, wasruimte en kleedruimte en die koppelbaar zijn
met schaftcontainers, guur 2.23-2. Voor kleine
en middelgrote bouwwerken zijn kleine toilet/
wascontainers gemaakt, guur 2.23-3.
van 3 6 m zijn beter indeelbaar voor kantooren schaftfuncties en hebben 25 % meer vloeroppervlak met dezelfde transportkosten als een
container die 2,400 m breed is.
21
Oppervlak
18 m2
18 m2
18 m2
18 m2
18 m2
9 m2
40,
37,
35,
56,
65,
45,
2,20
2,
1,90
3,10
3,60
5,
06950556_H02.indd 21
22-03-2005 14:00:24
22
06950556_H02.indd 22
22-03-2005 14:00:25
2 INRICHTEN BOUWPLAATS
06950556_H02.indd 23
23
Kostenvergelijking keetaccommodaties
De keetwagen is een goede accommodatie bij
korte bouwtijden met weinig personeel. Schottenketen moeten elke keer uit losse schotten
worden opgebouwd en weer afgebroken. Hierdoor zijn de montage- en demontagekosten
hoog: 40,- per m2 keet. De containerkeet is een
alternatief omdat keeteenheden van 18 m2 in
zijn geheel worden getransporteerd en de montage en demontagekosten laag zijn. Om de drie
keetsystemen met elkaar te kunnen vergelijken is
als voorbeeld een keetruimte van 72 m2 vloeroppervlak genomen. De gebruikswaarde van de
drie types is verschillend en afhankelijk van het
soort bouwwerk, guur 2.30.
De eenmalige kosten voor de keetwagens is alleen het transport bij 50 km aanvoer 175,- en
afvoer 175,- per keetwagen maal zes wagens.
Bij de keetcontainers gelden dezelfde transportkosten per container plus de kosten van
schakelen en ontschakelen. Bij de schottenkeet
kost montage inclusief transport 25,- en demontage inclusief transport 15,- per m2 keet.
Voor het aanbrengen van een windverband is
15,- per meter keet nodig. De hoge kosten
van de installaties van 85,- spelen een grote
rol. Tegenover de hoge montagekosten van de
schottenkeet zijn de transportkosten lager omdat
de beladingsgraad van de vrachtwagen volledig
kan worden benut, terwijl bij het transport van
22-03-2005 14:00:25
24
Afmeting schottenkeet
Keet 5 12
Keet 6 12
Keet 6 14
Keet 6 20
Oppervlak
60 m2
72 m2
84 m2
120 m2
51,
61,
71,
102,
0,85
0,85
0,85
0,85
25,
20,
45,
20,
15,
15, per m
Keetmeubilair omschrijving
Keettype
Keetwagen
2 6 6 stuks
Containerkeet
4 stuks
Schottenkeet
6 12 m
2,75
2,75
12,50
2,
1,
1,50
2,50
1,10
0,25
0,50
0,75
keetwagens en keetcontainers het volume bepalend is. Bij kortere transportafstanden worden de
eenmalige kosten van de keetwagen en de containerkeet lager.
De eenmalige kosten en de tijdgebonden kosten
zijn voor de drie keetsystemen in guur 2.31 uitgerekend van drie maanden tot achttien maan-
Keetwagen
Containerkeet
Schottenkeet
2.100,
220,
2.000,
145,
9.180,
61,
Keettype
72 m2
Eenmalig
3 maanden
13 weken
6 maanden
26 weken
12 maanden
52 weken
18 maanden
78 weken
4.966,
3.885,
9.973,
7.833,
5.770,
10.766,
13.566,
9.540,
12.352,
19.299,
13.310,
13.938,
06950556_H02.indd 24
22-03-2005 14:00:26
2 INRICHTEN BOUWPLAATS
type loodsen bestaat uit een rondspant met gordingen en een beplating van gegalvaniseerde
golfplaten. Het kleinste type is de nissenhut met
een breedte van 5 m en een minimumlengte van
11 m, guur 2.33-1. De nissenhut wordt op de
bouwplaats vooral gebruikt als opslag van kwetsbare bouwmaterialen. Het grotere type heet
quinsetloods met een breedte van 7,60 m en ook
een minimumlengte van 11 m, guur 2.33-2. De
deur is groot genoeg om een vrachtwagen naar
binnen te rijden voor het lossen van materialen.
De quinsetloods is ook geschikt als timmerloods,
voor de opslag van hout en het zagen van plaatmaterialen.
25
Figuur 2.32 Magazijncontainer met afdak
06950556_H02.indd 25
22-03-2005 14:00:26
26
Type opslagruimte
Magazijncontainer
Magazijncontainer/ap
Nissenhut 5 11 m
Quinsetloods 7,6 11 m
Romneyhal 11 15 m
Oppervlakte
15 m2
30 m2
55 m2
84 m2
165 m2
27,50
35,
13,75
21,
41,25
1,80
1,15
0,25
0,25
0,25
Type opslagruimte
Magazijncontainer
Magazijncontainer/ap
Nissenhut 5 11 m
verlenging per m
Quinsetloods 7,6 11 m
verlenging per m
Romneyhal 11 15 m
verlenging per m
Oppervlakte
Montage en transport
Demontage en transport
15 m2
30 m2
55 m2
5 m2
84 m2
8 m2
165 m2
11 m2
.175,
.175,
.800,
.65,
.800,
.65,
1.500,
.75,
.175,
.175,
.625,
. 50,
.625,
. 50,
1.050,
. 50,
Eenmalige kosten
2.100,
1.050,
2.210,
1.538,
2.550,
165,
105,
22,50,
22,50,
22,50,
Type
opslagruimte
Magazijncontainer
Magazijncontainer/ap
Nissenhut 15 m
Quinsetloods 12 m
Romneyhal 8 m
3 maanden
13 weken
6 maanden
26 weken
12 maanden
52 weken
18 maanden
78 weken
4.245,
2.415,
2.505,
1.830,
2.842,
6.390,
3.780,
2.798,
2.122,
3.135,
10.680,
.6.510,
.3.382,
.2.707,
.3.720,
14.970,
.9.240,
.3.968,
.3.293,
.4.305,
06950556_H02.indd 26
22-03-2005 14:00:27
2 INRICHTEN BOUWPLAATS
27
Er is geen handleiding te geven voor het plaatsen van bouwplaatsaccommodaties. Men kan
vanuit verschillende gezichtspunten tot een indelingsplan komen.
Het bouwplaatspersoneel werkt acht uur per
dag en in de praktijk komt de aanvang van de
werktijd overeen met het arriveren op het bouwterrein en het einde van de werktijd met het verlaten van het bouwterrein.
Voor het bouwplaatspersoneel zijn drie locaties
belangrijk:
1 werkplek in en om gebouw;
2 plaats voor ochtend- en middagschaft;
3 plaats waar autos zijn geparkeerd.
06950556_H02.indd 27
Plaats uitvoerderskeet
De uitvoerder is verantwoordelijk voor de uitvoering van alle werkzaamheden op de bouwplaats.
De uitvoerder is ook verantwoordelijk voor de
discipline op de bouwplaats, zowel van het eigen
personeel als van het personeel van onderaannemers. De uitvoerder is de centrale guur en wil
daarom ook op een centrale plaats op de bouwplaats zitten. Vanuit de goederenstromen gezien
wil de uitvoerder de aanvoer van de bouwmaterialen kunnen controleren en is een centrale
plaats met zicht op de toegangspoort belangrijk.
Maar werkzaamheden op de bouwplaats worden
uitgevoerd op en om het gebouw en is voor de
22-03-2005 14:00:27
28
06950556_H02.indd 28
22-03-2005 14:00:28
2 INRICHTEN BOUWPLAATS
2.3 Bouwplaatsinstallaties
Om de bouwplaats als tijdelijk productiebedrijf te
kunnen gebruiken, moet de bouwplaats voorzien
worden van technische installaties. Deze zijn te
verdelen in de volgende groepen:
elektrische installatie;
telecom en data;
beveiliging en bewaking;
waterinstallatie;
gasinstallatie;
sanitaire installatie.
2.3.1 Elektra infrastructuur
Voor het transporteren en bewerken van bouwmaterialen is energie nodig evenals voor de
aandrijving van gereedschappen en machines.
Het meest voorkomende energiesysteem op de
bouwplaats is elektriciteit.
29
06950556_H02.indd 29
22-03-2005 14:00:29
30
Het bouwbedrijf plaatst zelf een bouwvoedingskast. Het energiebedrijf meet op hoe lang de
kabel voor de woonhuisaansluiting moet zijn en
sluit met deze kabel de bouwvoedingskast aan
op het elektriciteitsnet waarbij de resterende kabel nabij de bouwkast in de grond wordt opgerold. De toekomstige aansluitkosten van circa
90,- worden vooraf betaald en tijdens de bouw
wordt het vastrecht en het verbruik in rekening
gebracht. Bij de oplevering wordt door het energiebedrijf de aansluitkabel naar de meterkast in
de woning gelegd.
Volgens de veiligheidsvoorschriften is het bouwbedrijf verplicht elke avond de tijdelijke elektrische installatie op de bouwplaats spanningsloos
te maken. Als buiten werktijd kinderen op de
bouwplaats letsel krijgen door stroom, is het
bouwbedrijf aansprakelijk.
In de bouwkeet is het wel gewenst om buiten
werktijd spanning te houden, voor de elektrische
kachel en voor de verlichting en beveiliging.
Om deze reden wordt vanaf de meter eerst een
06950556_H02.indd 30
22-03-2005 14:00:30
2 INRICHTEN BOUWPLAATS
31
Met behulp van kabelhaspels met extra contactdozen kan het elektrisch netwerk jnmaziger
worden gemaakt.
Woningbouw
Praktijkervaring leert dat een EVK voldoende
stroomaansluitingen kan leveren voor circa acht
woningen. Per acht woningen is daarom een eigen EVK nodig, guur 2.50-1. Vanaf de EHK kunnen de EVKs worden doorgelust. Voor de keten
is een aparte aansluiting in de hoofdverdeelkast
aanwezig.
Figuur 2.48 Elektra verdeelkast
06950556_H02.indd 31
22-03-2005 14:00:32
32
Verdiepingbouw
Bij het maken van de onderbouw is een verdeelkast nodig die buiten de bouwput moet staan.
Deze EVK kan met een grondkabel vanaf de EHK
worden gevoed. Als de draagconstructie gereed
is, wordt op elke verdieping een EVK geplaatst
omdat vooral bij de afbouw veel elektrisch handgereedschap wordt gebruikt, guur 2.50-2. Deze
verdeelkasten worden vanaf de eerste kast buiten
doorgelust met exibele rubber kabels.
Aanlegkabels
Bij het transporteren van elektrische stroom
treedt energieverlies op, hoe langer de afstand
hoe groter het verlies. Hoe hoger het voltage
hoe meer stroom door de kabel kan worden getransporteerd. De kabel naar de EVKs is geschikt
voor 400 V. Als vuistregels worden gebruikt:
voeding 400 V, kabels geschikt voor 63 A niet
langer dan 200 m;
niet meer dan vier EVKs doorlussen;
bij meer verdeelkasten aparte voeding vanaf
hoofdkast.
Een grondkabel heeft een kunststof isolatie.
Stroom verhoogt de temperatuur van een kabel
maar de grond fungeert als koeling. Daarom
kunnen in een grondkabel de draden (geleiders) dunner zijn dan in rubber kabels boven de
grond. Op het bouwterrein ligt een grondkabel
veilig onder de grond maar kan door graafwerkzaamheden worden beschadigd. Een rubber
kabel over de grond is goed zichtbaar maar ook
gemakkelijk te beschadigen. Het is gewenst een
Soort machines
Stucspuitpomp
Vloermortelpomp
Metselmortelpomp
Cirkelzaagmachine
Bouwlift 400 kg
Bouwlift 800 kg
Bouwkraan 10 tm
Bouwkraan 60 tm
Bouwkraan 120 tm
Bouwkraan 180 tm
Bouwkraan 250 tm
Stekker
Capaciteit
Zekeren
400 V
400 V
400 V
400 V
400 V
400 V
400 V
400 V
400 V
400 V
400 V
15 kW
15 kW
15 kW
3 kW
4 kW
5 kW
20 kW
30 kW
50 kW
60 kW
70 kW
35 A
35 A
35 A
16 A
25 A
35 A
35 A
63 A
125 A
160 A
160 A
06950556_H02.indd 32
22-03-2005 14:00:33
2 INRICHTEN BOUWPLAATS
06950556_H02.indd 33
33
2.3.5 Bouwplaatsverlichting
Op de bouwplaats begint het werk om 7.30 uur
en op sommige bouwwerken al om 7.00 uur.
In de winterperiode komt de zon veel later op
en daarom is de eerste uren van de dag aanvullende verlichting nodig. Ook bij overwerk kan
verlichting nodig zijn. Bij grote gebouwen is het
daglicht bij afbouwwerkzaamheden vaak onvoldoende en is aanvullende werkplekverlichting
gewenst. De verlichting op de bouwplaats is in
vier groepen te verdelen, guur 2.54:
1 terreinverlichting: algemene orintatie buiten;
2 orintatieverlichting: algemene orintatie binnen;
3 ruimteverlichting: algemene verlichting kamer;
4 werkplekverlichting: gerichte verlichting werkplek.
1 Terreinverlichting
Hoe hoger de lamp staat, des te groter het deel
van het bouwterrein dat wordt verlicht. Hiervoor
worden lichtmasten gebruikt met een hoogte
van 12 tot 16 m. Boven in de lichtmast worden
n tot vier verlichtingsarmaturen geplaatst die
geschikt zijn voor halogeenlampen van 1.000
W/230 V. Er zijn ook armaturen geschikt voor
HQI-lampen van 2.000 W met een 400 V aansluiting.
22-03-2005 14:00:34
34
2 Orintatieverlichting
Als het donker is moet men van buiten in het
gebouw de werkplek bereiken. In grotere utiliteitsgebouwen wordt in de gang aan het plafond
kabels met lampen om de 2 m opgehangen,
die slingerlampleiding wordt genoemd. Bij een
in het werk gestort betonskelet is het ook
mogelijk in de vloeren ter plaatse van de
gangen elektrapijpen van 4 m lang met dozen
in te storten. Na het ontkisten worden door de
pijpen draden getrokken en wordt elke 4 m een
lamp gemonteerd. De lampen vast aan het
plafond zijn minder kwetsbaar. Deze orintatieverlichting kan bij oplevering overgedragen worden en als hulpverlichting fungeren bij montagewerk boven het plafond.
3 Ruimteverlichting
Als in het bouwproces een bouwlaag met binnenwanden in ruimtes is opgedeeld en daarin
werkzaamheden moeten worden verricht,
moeten vloer, wanden en plafond worden verlicht. Om alle zes vlakken aan te lichten is een
rondschijnende lichtbron in het midden van de
ruimte nodig. Als verlichtingssysteem is een statief met drie verticale tl-armaturen te gebruiken,
die alle wanden aanschijnen en ook het plafond
en de vloer verlichten.
4 Werkplekverlichting
Een goede werkplekverlichting is een halogeen
bouwlamp van 300 W. Alle aanraakbare elektrische installaties moeten dubbel gesoleerd zijn
volgens klasse 2. In natte ruimtes is extra beveiliging mogelijk door een zwakstroom looplamp
24 V met trafo te gebruiken.
06950556_H02.indd 34
Elektra hoofdkast 63 A
Elektra hoofdkast 160 A
Elektra hoofdkast 315 A
Elektra verdeelkast 63 A
Verlengkabel 230 V 25 m
Kabelhaspel 230 V 25 m
Verlengkabel 400 V 25 m
Kabelhaspel 400 V 25 m
Lichtmast 12 m excl lamp
Lichtmast 16 m excl lamp
Halogeenarmatuur 1000 W
HQI armatuur 2000 W 400 V
Slingerlampleiding 50 m
Breedstraler werklicht
Halogeen handlamp 300 W
15,
22,50
25,
9,
0,75
1,
1,
1,75
10,
17,50
0,75
6,
2,
0,50
1,
22-03-2005 14:00:34
2 INRICHTEN BOUWPLAATS
Telecommunicatie
Een goede communicatie op de bouwplaats
tussen de uitvoerder en zijn ploegen, tussen de
ploegen onderling en binnen de ploeg is van
groot belang voor de uitvoering. Er zijn drie
mogelijkheden voor communicatie op de bouwplaats:
1 draadloze telefoon op vaste net met beperkt
bereik;
2 portofoon voor onderlinge communicatie bij
transportwerkzaamheden;
3 mobiele telefoon voor communicatie via het
mobiele netwerk.
Met de vaste telefoon was iemand buiten de
bouwkeet niet bereikbaar. Bij de draadloze telefoon, guur 2.56-1, wordt de vaste verbinding
tussen het telefoontoestel en de hoorn ontkoppeld en met een radiofrequentie is het mogelijk
te telefoneren op afstanden van 50 tot 150 m
van de bouwkeet. De uitvoerder die op de derde
verdieping staat kan communiceren met de
bouwkeet en het kantoor.
Voor transport met de bouwkraan zijn drie verschillende functies nodig: kraanmachinist, aanpikker en afpikker. Binnen zichtbereik beschikken
mensen met deze functies voor de communicatie
over een gebarencode met gestandaardiseerde
armgebaren voor hijsen, zwenken en dalen. Zonder zichtbereik werkt dit communicatiesysteem
niet. Dan wordt er gebruikgemaakt van een
portofoon, guur 2.56-2, een kleine radiozender/ontvanger met een beperkt bereik van 100
tot 300 m. Om portofoons op een bouwplaats
te mogen gebruiken, moet er een zendmachti-
06950556_H02.indd 35
35
22-03-2005 14:00:35
36
Dataverbindingen
Tekeningen vormen het belangrijkste deel van
de projectinformatie die nodig is om een bouwwerk te kunnen uitvoeren. Bijna alle tekeningen
worden met een digitaal tekensysteem gemaakt.
Ze zijn als digitale bestanden opgeslagen op de
tekenkamer waar ze vervaardigd zijn. Men kan
de tekeningen als afdruk verzenden naar andere
partners die ze moeten controleren en naar de
bouwplaats, waar vanaf de tekening het werk
moet worden gemaakt. Men kan de tekeningen
ook als digitaal bestand naar andere partners sturen, maar op de bouwplaats heeft men een afdruk nodig. De meeste bouwplaatsen beschikken
niet over printers van groot formaat om digitale
tekeningen af te drukken.
In plaats dat digitale tekeningenbestanden op elke
tekenkamer apart beheerd worden, is het ook
mogelijk het beheer van tekeningenbestanden
uit te besteden aan softwarebedrijven met een
speciale afgeschermde webserver. Alle daartoe
geautoriseerde gebruikers krijgen dan zelfstandig
toegang tot alle tekeningen, waarvan altijd de
laatste versie op de centrale webserver aanwezig
is. Een centrale webserver voor tekeningen heeft
de volgende mogelijkheden:
archiveren laatste versie tekeningen inclusief
vervallen tekeningen;
tekening op afroep laten printen en versturen
naar aanvrager;
regelen routing die tekening moet volgen om
denitief te worden;
registreren voortgang totstandkoming tekenproces;
plannen routing tekenproces;
bijsturen afwijkingen in routing tekenproces.
Met laptops met draadloze telefoonverbinding
wordt het ook mogelijk op de werkplek een tekening op het scherm te krijgen vanuit de centrale
webserver, guur 2.57.
06950556_H02.indd 36
22-03-2005 14:00:36
2 INRICHTEN BOUWPLAATS
06950556_H02.indd 37
37
waterclosetten losse chemische toiletten toegepast. Als aansluiting op het openbare riool niet
mogelijk is, kan een vuilwatertank in de grond
worden gelegd die regelmatig wordt leeggezogen. Bij hoogbouw is de afstand tussen de werkplek en het toilet erg lang. Op de verdiepingen
kunnen plaatselijk chemische toiletten worden
geplaatst. Bij hoogbouw werken in de afbouwfase de meeste mensen. De bouwplaatsriolering
kan met een standleiding worden doorgetrokken
in het gebouw en dan is om de andere verdieping een toilet te plaatsen. Een standleiding met
alleen urinoirs op elke verdieping is een tussenoplossing. Bij een middelgroot bouwwerk kost
de aanleg van de bouwriolering circa 1.250,met 40 m riolering.
2.4.5 Bouwgasverwarming
Op een bouwplaats is in elk geval verwarming
nodig voor de bouwketen. Ook voor het droogstoken van de bouw en het verharden van beton
kan warmte nodig zijn.
22-03-2005 14:00:37
38
06950556_H02.indd 38
22-03-2005 14:00:37
2 INRICHTEN BOUWPLAATS
39
Geraadpleegde en aanbevolen
literatuur
1 Bedrijfshyginische voorzieningen in het bouwbedrijf (Publicatieblad 57). Ministerie van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid
Normen
NEN 1010 Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties.
06950556_H02.indd 39
22-03-2005 14:00:37
40
06950556_H02.indd 40
22-03-2005 14:00:37
Uitvoeren onderbouw
H. A. J. Flapper
06950556_H03.indd 41
22-03-2005 14:04:43
42
Inleiding
Hier wordt alleen de onderbouw van laagbouwwoningen behandeld, die bestaat uit twee verschillende onderdelen:
1 funderingsbalken;
2 begane-grondvloer.
De aanlegdiepte van de betonfundering wordt
bepaald door:
dikte begane-grondvloer;
constructiehoogte balken;
vorstvrije aanlegdiepte > 0,800 m onder maaiveld.
In het Handboek bouwtechnische details voor energie-efcinte woningbouw en vernieuwbouw (SBR
200) staat een groot aantal details van de onderbouw. Deze details voldoen aan de eisen van het
Bouwbesluit. De aanlegdiepte is afhankelijk van
het type begane-grondvloer, maar moet in elk
geval bij fundering op staal 800 mm beneden
maaiveld zijn.
3.1.1 Begane-grondvloersystemen
Ten behoeve van de maatvoering van de onderbouw is belangrijk welk type begane-grondvloer
06950556_H03.indd 42
22-03-2005 14:04:43
3 UITVOEREN ONDERBOUW
43
06950556_H03.indd 43
22-03-2005 14:04:44
44
Bij een fundering op staal wordt de aanlegbreedte van de funderingsstroken bepaald door
de belasting en het draagvermogen van de
ondergrond.
In de praktijk hanteert men de volgende breedten:
langsgevelbalken 300 mm;
bouwmuren 450 tot 500 mm;
kopgevelbalken 425 tot 525 mm.
06950556_H03.indd 44
De aanlegbreedte van alle drie soorten funderingen zal groter zijn dan de benodigde bovenbreedte. Het verschil in breedte is op de volgende manieren op te lossen:
funderingsstrook met metselwerk en eventueel met balk;
tapse funderingsbalk.
Funderingsstroken met metselwerk
De vanouds meest bekende vorm van een fundering op staal is een combinatie van een funderingsstrook met metselwerk, guur 3.5. In de
onderkant van de funderingsstrook moet een
wapeningsnet komen die de lijnbelasting van de
bouwmuur verspreidt.
Om voldoende dekking van de wapening te
verzekeren, is een werkvloer onder de sloof
noodzakelijk. Bij harde zandgrond is in plaats
van een werkvloer van beton ook hardboard
of een dikke folie mogelijk. De funderingssloof
moet minimaal 150 mm hoog worden. Als
randbekisting gebruikt men steigerplanken van
30 200 mm die met piketten op hoogte worden gesteld. Om een vorstvrije aanlegdiepte van
> 800 mm maaiveld te garanderen moet de
aanlegdiepte van de funderingsstrook minimaal
950 mm Peil komen.
De fundering wordt tot onderkant beganegrondvloer verhoogd met metselwerk, waarvoor
vaak kalkzandsteenblokken worden gebruikt,
22-03-2005 14:04:45
3 UITVOEREN ONDERBOUW
guur 3.5. Het gebukt metselen in een modderige bouwput met zware blokken is uit het
oogpunt van arbeidsomstandigheden een ongewenste methode.
45
Tapse funderingsbalken
Bij de funderingssloof met gemetselde funderingsmuurtjes of met een gestorte balk zijn voor
het maken van de fundering twee verschillende
processen nodig die achter elkaar moeten gebeuren. Het maken van een dergelijke fundering
vergt extra bouwtijd. Uit het oogpunt van bouwtijd heeft een tapse funderingsbalk die in n
keer is te maken de voorkeur. Bij een tapse funderingsbalk van volle hoogte is de drukverdeling
beter en is geen wapening nodig, guur 3.8. Het
kost extra beton maar het bespaart op wapening
en bouwtijd.
06950556_H03.indd 45
22-03-2005 14:04:46
46
Kraanbekisting
De bekisting bestaat uit zo groot mogelijke
secties die met de beschikbare bouwkraan naar
elke werkplek zijn te verplaatsen en waarbij het
gewicht van de kistdelen is afgestemd op de
kraancapaciteit.
Bij een tapse funderingsbalk op staal is geen
wapening en daarom ook geen werkvloer nodig,
wel is een folie nodig om onttrekking van water
uit het beton te voorkomen.
De balkbekisting van guur 3.8-1 bestaat uit
losse multiplex platen van circa 600 mm hoog
en 2.400 mm lang. Eerst worden twee baddings
gesteld die met piketten in de grond worden
vastgezet om de spatkracht op te vangen. In
plaats van steun van buitenaf is het ook mogelijk
de beide baddings met band-staal te koppelen.
De multiplex platen worden aan de onderzijde
met spatklampen tegengehouden en aan de bovenzijde door een frame van twee baddings met
een klamp gekoppeld. De tapse balkbekisting
moet met schoren naar het talud of aan hoge
piketten worden vastgezet om omvallen te voorkomen.
06950556_H03.indd 46
22-03-2005 14:04:47
3 UITVOEREN ONDERBOUW
Werkzaamheden
Ploeg
Tempo
Stelbadding
Werkvloerbeton
Balkbekisting
Betonstorten
2 man
4 man
2 man
3 man
75 m3 per dag
6 m3 per dag
14 m3 per dag
40 m3 per dag
47
Isolatiebekisting
Uit de details uit het Handboek bouwtechnische
details blijkt dat sponningen in de langsgevelbalk
en de kopgevelbalk niet nodig zijn als de funderingsbalk zelf is gesoleerd. De isolatie is ook te
gebruiken als verloren bekisting en daarom zijn
polystyreen funderingsbekistingen in U-vorm te
verkrijgen in verschillende breedtes, guur 3.12.
De isolatie aan de onderzijde fungeert tevens als
werkvloer. De zijwanden van de isolatiebekisting
worden van binnen (gebouwzijde) gesteund
met afstandhouders en aan de buitenzijde door
grond tegen de zijkant aan te brengen.
06950556_H03.indd 47
22-03-2005 14:04:48
48
Prefab-betonfunderingsbalken
De grootste belasting van een woning komt op
de bouwmuurbalk en op de kopgevelbalk. Onder
de langsbalken zijn geen palen nodig. Als een
prefab-betonbalk bij de bouwmuren over de palen te stellen is, kunnen de prefab-langsgevelbalken op de bouwmuurbalken worden opgelegd.
Op de palen wordt een betonnen manchet op
hoogte gesteld, guur 3.13-1, en op de manchet
wordt de bouwmuurbalk gesteld, waarbij ter
plaatse van de palen in de balk een sparing is
aangebracht, guur 3.13-2. Na het vullen van de
sparingen met beton is de verbinding tussen de
paal en de balk gereed. Het systeem is gebaseerd
op het op een exacte diepte heien van prefabbetonpalen, wat bij heien problemen geeft.
De werkvolgorde is:
1 betonliggers leggen;
2 PS-blokken inleggen;
3 vloersparingen maken;
4 randkist maken;
5 beton druklaag storten.
PS-isolatievloer
De PS-isolatievloer, guur 3.14, bestaat uit voorgespannen betonnen liggers van 170 mm hoog
en maximaal 6,300 m lang. De ruimte tussen
en onder de liggers wordt opgevuld met poly-
06950556_H03.indd 48
22-03-2005 14:04:49
3 UITVOEREN ONDERBOUW
49
06950556_H03.indd 49
22-03-2005 14:04:50
50
met een halve ribcassetteplaat of door de cassettevloeren tot 200 mm uit elkaar te leggen en een
verbrede voeg te maken, guur 3.16-3. De grote
constructiehoogte betekent een diepere aanleg
bovenkant funderingsbalken, waardoor inkassingen in de funderingsbalken voor het beperken
van een koudebrug minder voorkomen, guur
3.16-2. Een ribcassettevloerelement van 5.400
mm lang heeft een gewicht van 13 kN en moet
altijd met een kraan worden gelegd.
In situ vloer zonder kruipruimte
In gebieden met een hoge grondwaterstand kan
een kruipruimte ongewenst zijn. Voor het maken
van een kruipruimte moet veel grond worden
afgegraven en afgevoerd. Als er daarnaast weinig
leidingen onder de begane-grondvloer komen,
komt de vraag wat de functie van de kruipruimte
is. Steeds meer worden begane-grondvloeren op
zand gestort zonder kruipruimte. De randbalk
moet tot de vorstvrije diepte van 800 mm onder
het maaiveld worden aangelegd. In de randbalk
moet een sponning komen om de isolatie tot
onder het maaiveld door te zetten. Als randbalk
en vloer in n keer worden gestort, is een hoge
randbalkbekisting nodig, guur 3.17-1. Maar als
de randbalk in de sleuf tot aan de sparing wordt
voorgestort, is alleen een sponningkist nodig,
guur 3.17-2. Door op de voorgestorte randbalk
isolatiemateriaal te leggen, voorkomt men een
koudebrug tussen vloer en balk.
06950556_H03.indd 50
22-03-2005 14:04:51
3 UITVOEREN ONDERBOUW
51
te bevestigen en de mal op de bekisting te stellen, guur 3.20-2. De ankermal maakt de stortopening van de kolomvoet kleiner. Bij diagonale
plaatsing van de ankermal is de overblijvende
stortopening groter dan bij rechthoekige plaatsing.
06950556_H03.indd 51
22-03-2005 14:04:52
52
Als de begane-grondvloer bestaat uit prefabkanaalplaten zijn balken nodig om de belasting van
de vloer naar de fundatieplaten over te brengen.
Het balkgedeelte boven de fundatieplaat brengt de
kolombelasting over naar de fundatieplaat.
Als de kolombelasting verschillend is en eventueel ook de toelaatbare belasting op de ondergrond, moet per kolom de grootte van de
fundatieplaat worden berekend. Bij complexe
utiliteitsgebouwen zoals een hotel met betonwanden op een restaurant met kolommen of woningen/winkels op een parkeergarage, kunnen
de kolombelastingen sterk wisselend zijn en kan
een grote variatie in afmetingen van fundatieplaten ontstaan, guur 3.22.
Er is echter een vaste verhouding tussen de afmeting en de dikte van de fundatieplaten. Als
bovenkant fundatieplaten gelijk moet zijn met
onderkant kruipruimte, moet elke fundatieplaat
apart worden ontgraven in grootte en diepte,
guur 3.23. Alleen al het maatvoeren van het
grondwerk vergt een aparte tekening en bij drassige grond is het grondwerk moeilijk uitvoerbaar.
06950556_H03.indd 52
22-03-2005 14:04:53
3 UITVOEREN ONDERBOUW
53
Fundatie op poeren
Als onder een kolom meer dan n paal nodig is,
is een overdrachtsconstructie in de vorm van een
poer nodig. De poer kan of in de kruipruimte,
guur 3.26, of onder de kruipruimte worden
gesitueerd.
Fundatie op balken
In plaats van een poer met prefab-balk is het
ook mogelijk beide te combineren tot een in situ
gestorte betonbalk, guur 3.27. De palen moe-
06950556_H03.indd 53
22-03-2005 14:04:55
54
Bij het weghalen van de bekisting van de verzwaarde strook en de stempels moet men onder
de vloer in de kruipruimte werken. Ook bij de
montage van leidingen voor riolering, verwarming en water is het werken in een donkere lage
kruipruimte niet prettig. De arbeidssituatie in de
kruipruimte is te verbeteren door in elk stramien
ter plaatse van beide gevels grote sparingen in
de randbalk te maken, guur 3.30. Stempels en
06950556_H03.indd 54
22-03-2005 14:04:56
3 UITVOEREN ONDERBOUW
55
06950556_H03.indd 55
22-03-2005 14:04:57
56
Na het heien van de palen wordt de poer ontgraven. In de poerontgraving komt meestal een
werkvloer van beton om de wapening van de
poer te beschermen, guur 3.32-2. Poergaten
zijn de laagste punten van de bouwput en bij
regen wordt het poergat modderig. Als direct
na het ontgraven de werkvloer met beton in een
rand van baddings is aan te brengen, heeft de
koppensneller een goede ondergrond als werkplek. Bij mechanisch knippen van de paalkoppen
speelt dat geen rol.
Om het beton te kunnen storten, moet eerst de
wapening en de bekisting worden aangebracht,
guur 3.32-3. Als de vlechter de wapeningskorf ter
plaatse moet vlechten, kan hij gemakkelijker werken als de randbekisting nog niet aanwezig is. Een
prefab-wapeningskorf kan na het stellen van de
poerbekisting worden ingelegd. De bovenkant van
de korf loopt tot in de vloer om een goede verbinding tussen poer en vloer te krijgen. Als de poerkist
taps wordt gemaakt kan die zonder demontage
met de kraan worden ontkist. Als de kolomstekken tot onder in de poer doorlopen is een grote
maatnauwkeurigheid nodig voor het op de juiste
plaats aanbrengen van de kolomstekken. Bij slechte
weersomstandigheden is nauwkeurig werken in
een poerput niet gemakkelijk. De kwaliteit van de
werkplek heeft grote invloed op de arbeidstijd.
Als het constructief mogelijk is de kolomstekken
niet in de poer maar alleen in de vloerdikte te
verankeren, is bij het maken van de poer geen
grote nauwkeurigheid nodig. Na het storten,
ontkisten en aanvullen van de poer kan met
de voerstraalmethode de plaats van de kolom
nauwkeurig op bovenkant poer worden gemaatvoerd, guur 3.32-4.
06950556_H03.indd 56
22-03-2005 14:04:59
3 UITVOEREN ONDERBOUW
Een liftput kost vier tot vijf dagen bouwtijd. Zowel uit het oogpunt van bouwtijd als kwaliteit
van de waterdichtheid is een variant het prefabriceren van de liftput. Direct na het ontgraven
kan de prefab-put worden geplaatst en direct
aangevuld, waarna de keldervloer is te maken.
Constructief hangt de liftput dan aan de keldervloer, guur 3.36.
3.4.2 Keldervloer
De keldervloer heeft drie functies:
1 Draagvloer ruimte met bepaalde functies.
2 Overdrachtsconstructie tussen gebouw en
ondergrond.
3 Waterdichte laag tussen grondslag en gebouw.
06950556_H03.indd 57
57
22-03-2005 14:05:00
58
Bij een kelder op palen komt onder de keldervloer ter plaatse van de kelderwand een balk om
de stortbelasting (bekisting en betonmortel) van
de kelderwanden naar de palen over te brengen,
guur 3.37-1. De vloer zelf is daarvoor meestal
te dun. De rand van de keldervloer wordt daarvoor verdiept om een grotere constructiehoogte
te krijgen. In dit voorbeeld is de buitenkant van
de keldervloer gelijk aan buitenkant kelderwand.
Hierdoor ontstaan twee problemen. De betonpaal is meestal dikker dan de kelderwand en kan
niet recht onder de wand komen. Als buitenkant
keldervloer gelijk is aan buitenkant kelderwand
moet de buitenkist van de kelderwand apart in
het talud worden ondersteund, guur 3.37-2.
Als de keldervloer aan alle kanten circa 150 mm
groter wordt dan de buitenkant van de kelderwand, kan de betonpaal recht onder de kelderwand komen, guur 3.38-1. Op de uitkraging
van de vloer kan ook de buitenkist van de kelderwand worden gesteld waardoor de buitenkist
06950556_H03.indd 58
Als de keldervloer dik genoeg is om als overdrachtsconstructie naar de paalfundatie te fungeren, is geen plaatselijke verdikking van de vloer
nodig. De bouwput kan vlak worden ontgraven
en de werkvloer ligt ook op n niveau, guur
3.39. Ook de wapening is eenvoudiger, hoewel
vaak extra wapening nodig is om het stortgewicht van de kelderwanden naar de palen
over te brengen.
22-03-2005 14:05:02
3 UITVOEREN ONDERBOUW
59
In de praktijk geeft deze kimoplossing geen garantie voor een waterdichte stortnaad.
Ten behoeve van de kimbekisting moeten aan
de randbekisting van de keldervloer regels worden bevestigd. Bij het storten van de keldervloer
wordt het beton getrild en vloeit het beton waterpas. De kim ligt boven de vloer en het beton
moet met een schop apart in de kim worden
gebracht. Het beton van de kim is niet getrild
waardoor de dichtheid minder is. Als de kim niet
tegelijk met de vloer maar een dag later wordt
gestort, is op de vloer een cementhuid ontstaan.
Daarop wordt het beton van de kim gestort die
gezien de geringe dikte nauwelijks is te trillen.
Uit praktijkervaringen is gebleken dat de kim
arbeidsintensief is en toch een risico is voor lekkages. Als de keldervloer direct na het storten
wordt afgewerkt zonder aparte afwerklaag, geeft
de houten regel van de kim problemen.
In plaats van het verhogen van de stortnaad worden ook methodes toegepast waarbij de stortnaad wordt onderbroken om de waterdichtheid
te verbeteren. De eerste methode is met een
staalplaat in het midden van de wand. De strook
is ongeveer 140 mm hoog en de onderkant ligt
lager dan de bovenkant van de wapening van
de vloer, guur 3.41-1. Daarom moet de vloerwapening worden onderbroken waardoor het
vlechten van de wapening wordt bemoeilijkt. De
strip wordt aan de vloerwapening vastgezet. Het
is een dure oplossing die alleen zekerheid voor
de waterdichtheid geeft als het zeer zorgvuldig
wordt uitgevoerd. Uit de vloer komt aan weerszijden voor de wand de stekwapening en daartussen de strip. Het stortvlak is moeilijk schoon te
06950556_H03.indd 59
Een technisch hoogwaardige maar dure oplossing voor de waterdichtheid van de stortnaad is
het instorten van een geperforeerde slang. Na
het ontkisten van de wand wordt door de slang
een dunne injectiemortel geperst die door de
gaatjes naar buiten wordt geperst, guur 3.41-2.
Elke luchtopening in de omgeving van de slang
wordt daarmee opgevuld. Als alternatief voor de
injectieslang bestaat een zwelband die op de kim
wordt geplakt en na enige tijd uit zichzelf gaat
zwellen en daardoor de stortnaad afdicht.
In de praktijk blijkt vaak de meest eenvoudige
oplossing het beste resultaat te geven. Hierbij
wordt het stortvlak van de vloer horizontaal
zonder verdere werkzaamheden, guur 3.42.
Voor het sluiten van de kelderwandkist wordt
met een hogedrukspuit het stortvlak schoongespoten waarmee ook de cementhuid wordt
verwijderd. Dan ontstaat een goede aanhechting
van de wand op de vloer met de minste kans van
vervuiling van het stortvlak. Na het ontkisten van
de wand wordt aan de buitenkant over de
stortnaad een strook dakbedekking aangebrand.
22-03-2005 14:05:03
60
3.4.3 Kelderwanden
Kelderwanden hebben zowel een constructieve
als een grond- en waterkerende functie. De
kelderwand moet de belasting van de bovenliggende constructie overbrengen.
06950556_H03.indd 60
Kelderwandbekisting
Aan de binnenzijde van de wand worden bekistingspanelen gesteld die met schoren naar de
vloer verticaal worden gehouden, guur 3.46.
Als de onderkant van de binnenkist deugdelijk
aan de keldervloer bevestigd is, kan met een
22-03-2005 14:05:04
3 UITVOEREN ONDERBOUW
61
Centerpennen
De stel- en sluitkist worden met centerpennen
gekoppeld om de hydrostatische druk van het
beton op de kist op te vangen. Een centerpen is
een draadeind van hoogwaardig staal met een
grove draad die niet door beton kan dichtlopen
waarop speciale moeren zijn bevestigd. Om de
twee wandkisten op de juiste afstand van de
wanddikte te houden worden ter plaatse van de
centerpen afstandhouders in de kist aange-
06950556_H03.indd 61
Als de bouwput voor de kelder met een damwand is uitgevoerd, kan de buitenkist als stelkist
worden gebruikt. De buitenkist wordt dan tegen
de damwand afgesteund.
22-03-2005 14:05:05
62
Paneelbekisting
Bij kelderwanden is het gewenst het aantal stortnaden te beperken. De kelderwanden moeten
daarom in zo groot mogelijke delen worden
gestort. Dat betekent dat veel wandbekisting
nodig is die maar weinig keren kan worden
gebruikt. Voor kelderwanden is een paneelbekisting een goede oplossing. Paneelbekisting
geeft door de naden en centerpengaten geen
onberispelijk glad en schoon betonoppervlak
maar voor de buitenkant speelt dat geen rol en
aan de binnenkant van de kelderwand worden
minder hoge eisen gesteld dan aan betonwanden in de bovenbouw. Een standaardhoogte van
bekistingspanelen is 2,700 m, afgestemd op de
verdiepingshoogte van de woningbouw. Er zijn
panelen van verschillende breedtes te krijgen,
guur 3.48 (de rode punten geven de plaats
van de centerpennen aan, de zwarte cijfers de
afstanden, en de zwarte streepjes de plaats van
de klemkoppelingen). Een veel voorkomende
breedte is 1,350 m als de helft van de hoogte.
Omdat een grote hoeveelheid panelen gedurende korte tijd nodig is kunnen de panelen
06950556_H03.indd 62
22-03-2005 14:05:06
3 UITVOEREN ONDERBOUW
63
06950556_H03.indd 63
22-03-2005 14:05:08
64
Geraadpleegde en aanbevolen
literatuur
06950556_H03.indd 64
22-03-2005 14:05:08
Het uitvoeren van de draagconstructie van een woning is de belangrijkste fase van het uitvoeringsproces. Het casco van een woning
maakt ongeveer een vierde deel uit van de bouwkosten maar het is de
helft van de te transporteren massa van een woning. Elk bouwsysteem
voor het maken van woningcascos heeft een eigen optimale productiecapaciteit. De keuze van het bouwsysteem bepaalt daardoor het
productietempo van het casco en daarmee het productietempo voor
het hele uitvoeringsproces van woningbouw.
06950556_H04.indd 65
22-03-2005 14:18:30
66
Inleiding
Er zijn verschillende bouwmethoden voor het
uitvoeren van cascos voor woningen. De keuze
van de bouwmethode is afhankelijk van de vorm
en de stapeling van de cascos en van het aantal
cascos dat moet worden gebouwd. Het casco
van elke woning bestaat uit:
dragende wanden met netto verdiepingshoogte van 2,600 m;
dragende vloeren met overspanning van 3,000
m tot 6,000 m.
Vrijstaande woning
Vrijstaande woningen zijn meestal groter dan
geschakelde woningen en de woningbreedte is
groter dan de economisch maximale overspanning van dragende vloeren. Daarom heeft een
vrijstaande woning meestal een dragende tussenwand. De buitenste dragende wanden zijn
tevens de gevels, guur 4.1-1.
06950556_H04.indd 66
ning
Twee-onder-een-kapwoning
Als twee woningen worden geschakeld, moeten
de dragende wanden tussen de twee woningen
voldoende isolerend zijn tegen geluidhinder. Bij
een woningbreedte tot 6,000 m wordt de vloer
in een keer overspannen, guur 4.1-2.
Laagbouwwoningblok
Als meerdere eengezinswoningen horizontaal
aan elkaar worden geschakeld, ontstaat een
cascocombinatie van meerdere beuken aan elkaar, guur 4.2. De lengte van een woningblok
wordt beperkt om scheurvorming in het casco
te voorkomen. Een zelfstandig woningblok is
meestal niet langer dan zes tot acht woningen,
guur 4.2. Bij grotere blokken wordt het casco
gedilateerd.
22-03-2005 14:18:31
06950556_H04.indd 67
67
22-03-2005 14:18:31
68
Kalkzandsteen:
dragende functie
woningscheidend
06950556_H04.indd 68
22-03-2005 14:18:32
werden uit Frankrijk tunnelkisten gekocht, waarmee het mogelijk werd met weinig manuren de
bekisting van een hele woning te stellen, guur
4.5-2. Door verwarming van de tunnel werd de
verhardingstijd verkort tot n nacht en kon met
een tunnelkist elke dag een woningbeuk worden
gestort. De in situ bouwers konden met hun
tunnelgietbouw concurreren met de prefabbouwers.
Voor het casco van woningen is geen eenduidige keuze voor prefab of in situ mogelijk. In dit
hoofdstuk worden veel aspecten behandeld die
kunnen helpen om bij een concreet project voor
het casco de meest economische uitvoeringsmethode te kiezen. Economisch gezien vanuit
het aspect bouwkosten: Wat kost een m2 wand
of vloer? en gezien vanuit het aspect bouwtijd:
Wat is het optimale productietempo in aantal
woningen per dag?
Onderdeel woning
Afmeting
Kg per eenheid
Gewicht
Onderbouw/begane grond
Draagconstructie
Gevelconstructie
Dakconstructie
Technische installatie
Binneninrichting
Berging/bestrating
45 m2
321 m2
77 m2
60 m2
119 m2
119 m2
108 m2
850 kg/m2
246 kg/m2
376 kg/m2
185 kg/m2
13 kg/m2
48 kg/m2
44 kg/m2
38 ton
79 ton
29 ton
11 ton
1 ton
6 ton
5 ton
Gemiddelde woning
126 m2
Woningtype
Laagbouwwoning
Portiek-etagewoning
Galerijat
Vrijstaande woning
Gemiddelde woning
06950556_H04.indd 69
169 ton
Bron: PRC-Bouwcentrum: Demontabel bouwen, 1996
Percentage bouw
Totaal
Casco
67%
12%
11%
10%
167 ton
139 ton
143 ton
295 ton
75 ton
78 ton
85 ton
106 ton
100%
170 ton
79 ton
69
22-03-2005 14:18:32
70
4.3.1 Handtransport
Arbeidsongeschiktheid bij bouwplaatspersoneel
wordt voor een groot deel veroorzaakt door
overbelasting van het lichaam door handtransport. Daarom heeft de overheid in het Arbeidsomstandighedenbesluit maximumgewichten van
lasten vastgesteld:
180 N: continu handtransport, bijvoorbeeld
metselen steenblokken, guur 4.8-1;
250 N: periodiek handtransport, bijvoorbeeld
specie maken met cementzakken;
400 N: incidenteel handtransport, bijvoorbeeld houten balk leggen.
Een andere vorm van handtransport is kruiwagentransport. Door gebruik te maken van het
wiel en het hefboomprincipe is het mogelijk de
tillast te verminderen. Op een steenkruiwagen
worden 100 stenen waalformaat gestapeld.
Gewicht per steen 18 N en dan wordt met de
kruiwagen een last van meer dan 1 kN getransporteerd. De tillast bij het handvat is 400 N en
dat is meer dan uit het oogpunt van arbeidsomstandigheden is toegestaan. Er zijn nieuwe types
karren ontwikkeld om de tillast te verminderen.
4.3.2 Mechanisch transport
Van mechanisch transport is sprake als lasten met
mechanische hulpmiddelen worden getransporteerd. De bouwlift is een mechanisch transportmiddel, maar alleen voor het verticaal transport.
De last is een kruiwagen, maar die moet eerst
met handkracht worden geladen en naar de
bouwlift worden gereden. De transportcombinatie kruiwagen/bouwlift is een combinatie van
handtransport en mechanisch transport.
Bij het toepassen van permanent zwaar kraantransport moet de bouwmethode daarop
worden afgestemd. Bij een bouwmethode met
prefab-betonelementen weegt een kanaalplaatvloer circa 20 kN en een massieve, uit elementen
opgebouwde bouwmuur circa 100 kN. De capaciteit van de bouwkraan moet op het zwaarste
element worden gebaseerd.
4.3.4 Licht kraantransport
Bij bouwkranen zijn de kosten van de machinist
even hoog als van de bouwkraan zelf. In het
Arbobesluit staat dat een hijsbewijs niet nodig is
voor bouwkranen met een:
hijsvermogen niet groter dan 10 tonmeter;
giekhoogte minder dan 20 m.
Op deze basis zijn 10-tonmeterbouwkranen ontwikkeld die elke vakman zelf mag bedienen,
guur 4.9. Deze bouwkranen zijn uitgerust met
06950556_H04.indd 70
22-03-2005 14:18:33
71
Geluidwering
Wanden
Vloeren
luchtgeluid > 0 dB
contactgeluid > 5 dB
Klasse II niveau
comfortklasse
luchtgeluid > 5 dB
contactgeluid > 10 dB
06950556_H04.indd 71
22-03-2005 14:18:33
72
Er is een onderscheid nodig tussen laagbouwwoningen, waar alleen de wanden woningscheidend zijn en appartementenbouw waarbij zowel
de wanden als de vloeren woningscheidend zijn.
Laagbouwwoningen en
appartementenbouw
Er moet onderscheid gemaakt worden tussen
laagbouwwoningen, waar alleen de wanden
woningscheidend zijn, en appartementenbouw,
waar zowel de wanden als de vloeren woningscheidend zijn, guur 4.11.
Bij appartementenbouw zijn ankerloze spouwmuren constructief maar tot enkele verdiepingen
mogelijk, daarboven moeten ankerloze kalkzandsteen spouwmuren 2 240 mm dik worden en
Geluidsklasse
Bij appartementenbouw is met een normale gewapende betonvloer een overspanning van 6 m
normaal en met voorgespannen breedplaat tot
maximaal 9 m. Voorgespannen kanaalplaatvloeren met een dikte van 320 mm kunnen tot 12
m overspannen. Bij de diktes van woningscheidende vloeren met een niet-zwevende dekvloer
is bij het bepalen van de dikte ten opzichte van
de noodzakelijke massa rekening gehouden met
de extra massa van een cementdekvloer van 50
mm, guur 4.12.
Woningscheidende wand
Constructieve vloer
Beton
Kalkzandsteen
Beton
Kanaalplaat
250 mm dik
of 2 120 mm
300 mm dik
of 2 120 mm
190 mm dik
of 210 mm dik
200 mm dik
300 kg/m2
Klasse II niveau
comfortklasse
280 mm dik
of 2 140 mm
niet massief
2 150 mm
190 mm dik
of 210 mm dik
200 mm dik
350 kg/m2
Geluidsklasse
Woningscheidende wand
Woningscheidende vloer
Beton
2400 kg/m3
Kalkzandsteen
2200 kg/m3
Beton
2400 kg/m3
Kanaalplaat
leidingplaat
250 mm dik
250 mm dik
280 mm dik of
190 mm zwevend
200 mm dik of
260 mm zwevend
Klasse II niveau
comfortklasse
280 mm dik
300 mm dik
of 2 175 mm
210 mm zwevend
260 mm zwevend
Figuur 4.12 Dimensies casco bij appartementenbouw NEN 1070 en NPR 5070
06950556_H04.indd 72
22-03-2005 14:18:34
Bruto- en netto-verdiepingshoogte
Vroeger was voor laagbouwwoningen de brutoverdiepingshoogte voor de begane-grondvloer
2.800 mm en voor de slaapverdieping 2.600
mm. Later is dat gewijzigd in een bruto-verdiepingshoogte van 2.700 m voor alle verdiepingen, waarbij de netto-verdiepingshoogte minimaal 2.400 mm moest zijn.
In het Bouwbesluit 2003 is de netto-verdiepingshoogte (van de bovenzijde van de afgewerkte
vloer tot de onderkant van de verdiepingsvloer)
vergroot naar 2.600 mm en is de bruto-verdiepingshoogte afhankelijk van de dikte van de vloerconstructie inclusief de afwerklaag. De dikte van
de constructievloer kan variren van 200 tot 320
mm en die van de dekvloer van 50 tot 130 mm:
50 mm zandcement dekvloer met mogelijkheid cv-leidingen in afwerklaag;
70 mm zwevend op beton bestaande uit 20
mm isolatieplaat en 50 mm zandcementvloer;
100 mm zwevend op kanaalplaat (20 mm +
50 mm) met 30 mm uitvullaag;
130 mm zwevend op kanaalplaat (20 mm +
50 mm) met 60 mm uitvullaag met leidingen.
Bij een minimale netto-verdiepingshoogte van
2.600 m kan de bruto-verdiepingshoogte per
project verschillend zijn. Als de netto-verdiepingshoogte van 2.600 mm de minimaal toelaatbare maat is, en de doorbuiging van de vloer
is maximaal 20 mm, dan zou de streefmaat van
de netto-verdiepingshoogte 2.620 mm moeten
worden, guur 4.13.
Ontwerpers moeten per project de bruto-verdiepingshoogte vaststellen, afhankelijk van de
dikte van de vloerconstructie inclusief de keuze
Hoogte opbouw
73
Massieve betonvloer
Holle kanaalplaatvloer
Netto-verdiepingshoogte
Constructievloer
Massieve dekvloer
Zwevende dekvloer
Doorbuiging vloer
Bruto-verdiepingshoogte
06950556_H04.indd 73
22-03-2005 14:18:34
74
Bouwmethoden cascowanden
Tranporten
Lasten
1 element
15 .ton
2 elementen
7,5 ton
Tunnelgietbouw
massief met 2/3 voltunnelkist
beton 9.600 2.600 0.250 = 6,25 m3
2/3 tunnelkist
6 betonkubbels
14 .ton
2,5 ton
2/3 tunnelkist
1 spouwblad
6 betonkubbels
14 .ton
2,5 ton
2,5 ton
Gietbouw
massief wandkist met twee wandkisten
wandkist 9.600 2.600 2 st 100 kg/m2
2 wandkisten
6 betonkubels
2,5 ton
2,5 ton
2 wandkisten
1 spouwblad
6 betonkubels
2,5 ton
2,5 ton
2,5 ton
KZS-hoogbouw
massief elementen dik 250 mm
elementen 10 st lang, 4 st hoog, vooropperen
40 elementen
10 happen
0,36 ton
1,45 ton
KZS-elementen
massief dik 300 mm
elementen 10 st lang, 4 st hoog, vooropperen
40 elementen
13 happen
0,3 ton
1,2 ton
80 elementen
8 opperhappen
0,14 ton
1,40 ton
Prefab-beton
massief grote elementen
beton 9.600 2.600 0.250 2.400 kg/m3
ankerloos grote elementen
beton 9.60 2.60 0.12 2 st 2.400 kg/m3
06950556_H04.indd 74
22-03-2005 14:18:34
75
Prefab-betonwand + kanaalplaatvloer
sterk: ankerloos eenvoudig, verschillende
beukbreedte, gemakkelijk voor kleine laagbouw;
zwak: door voegen wand/vloer minder
geschikt voor hoogbouw.
Gietbouwwand + breedplaatvloer
sterk: verschillende beukbreedte, koppeling
wand/vloer geschikt voor hoogbouw;
zwak: ankerloos lastig, speciale spouwkist
nodig.
KZS-elementenwand + kanaalplaatvloer
sterk: ankerloos eenvoudig, verschillende
beukbreedte;
zwak: stabiliteit, door voeg wand/vloer minder
geschikt voor hoogbouw.
Bouwmethoden cascovloeren
KZS-elementenwand + breedplaatvloer
sterk: grote variatie in wanden, met breedplaat
geschikt voor hoogbouw;
zwak: bij hoogbouw stabiliteitsprobleem lastig
op te lossen.
Tranporten
Lasten
1/3 tunnelkist
11 betonkubels
5 pakketten
15 .ton
2,5 ton
2,5 ton
4 breedplaten
9 betonkubels
1 pakket
3 pallets
6,5 ton
2,5 ton
0,5 ton
1,0 .ton
8 kanaalplaten
1 betonkubel
3,5 ton
2,5 ton
06950556_H04.indd 75
22-03-2005 14:18:34
76
Bouwmethode
Wandtype
Laagbouw
klein
Laagbouw
groot
Prefab-betonwand
+ kanaalplaatvloer
massief
ankerloos
alternatief
voorkeur
alternatief
Tunnelgietbouw
wand + vloer
massief
ankerloos
Gietbouwwand
+ breedplaatvloer
massief
ankerloos
KZS-elementenwand
+ kanaalplaatvloer
massief
ankerloos
KZS-elementenwand
+ breedplaatvloer
massief
ankerloos
voorkeur
voorkeur
Appartementenbouw
Hoogbouw
820 lagen
voorkeur
voorkeur
voorkeur
voorkeur
voorkeur
voorkeur
alternatief
voorkeur
voorkeur
alternatief
voorkeur
06950556_H04.indd 76
Bij appartementenbouw met ankerloze wanden gaat voorkeur uit naar massieve vloer met
KZS-elementenwand + breedplaatvloer.
Bij hoogbouw kunnen benodigde stabiliteitsconstructies het beste opgelost worden met
massieve wanden en massieve vloeren. Bij standaardbeuken is tunnelgietbouw mogelijk en bij
variatie in beukbreedte gietbouwwand + breedplaatvloer.
Als er bij hoogbouw naast lange wanden korte
dragende wanden nodig zijn bij lift- en trappenhuis, dan zijn korte wanden economischer te
maken met KZS-elementen dan met gietbouwwandkist.
4.6 Metselbouw methode steen/
hout
Van een handtransport bouwmethode is sprake als
de draagconstructie is samengesteld uit bouwmaterialen die aan de drie volgende voorwaarden voldoen:
1 met handkracht los- en transporteerbaar;
2 uit voorraad leverbaar en ongesorteerd in volle
vrachten aanvoerbaar;
3 worden op bouwplaats pasgemaakt omdat ze
in handelsmaten worden geleverd.
22-03-2005 14:18:35
77
23 N per stuk
betonsteen
maasformaat
48
stuks per m2
35 N per stuk
06950556_H04.indd 77
22-03-2005 14:18:36
78
4.7 Prefab-betonwand en
kanaalplaatvloer
Het bouwsysteem met prefab-betonelementen is
al in de jaren zestig ontwikkeld om grote series
standaardwoningen in een hoog productietempo en met weinig personeel te kunnen bouwen. In de loop der jaren is het systeem verder
geperfectioneerd, vooral in de bouwknopen, de
wijze waarop de elementen aan elkaar worden
gekoppeld. Door integratie van het ontwerp
met de productie en de montage is het nu ook
mogelijk kleine woningbouwprojecten in prefabbetonelementen te bouwen.
Het casco van een woning wordt opgedeeld in zo
min mogelijk elementen, die met vrachtwagens
over de weg zijn te vervoeren. Het prefab-systeem
bestaat uit vier soorten elementen, guur 4.19:
1 ribcassette-elementen met isolatie aan onderkant, breed 1,200 m, voor begane-grondvloer;
2 bouwmuurelementen over volle diepte casco,
zowel massief als dubbel voor ankerloze spouwmuren;
3 gevelelementen voorzien van isolatie als nietdragend binnenspouwblad. Gevelelementen
kunnen als stabiliteitswand fungeren;
4 kanaalplaatelementen breed 1,200 mm voor
verdiepingsvloeren.
Aantal
7 stuks
6 stuks
4 stuks
7 stuks
7 stuks
31 stuks
Het benodigde aantal elementen voor een laagbouw tussenwoning met ankerloze spouwmuren
is gegeven in guur 4.20.
06950556_H04.indd 78
22-03-2005 14:18:36
79
Figuur 4.22 Montage prefab-betoncasco
06950556_H04.indd 79
22-03-2005 14:18:38
80
06950556_H04.indd 80
22-03-2005 14:18:39
81
06950556_H04.indd 81
22-03-2005 14:18:40
82
Op de tunnelkist wordt een aantal prefab-betonnen kimblokken geplaatst die de volgende functies vervullen, guur 4.31:
afstandhouder tussen twee tunnelkisten;
hoogtemaatvoering voor storten vloer;
bevestigingspunt voor kimproelen;
maatvoering voor storten kim;
kimproel: geleiding afrijbalk;
kimproel: steunpunt voor afdekschotten;
kimblok: stelpunt voor boventunnel;
kim: maatvoering voor boventunnel;
kim: afstandhouder voor boventunnel.
06950556_H04.indd 82
22-03-2005 14:18:41
83
Twee-onder-een-kapwoning
Elke bouwlaag bestaat uit twee beuken, waarvoor twee tunnels nodig zijn, guur 4.34. Er
zijn twee kopgevels en daarvoor zijn twee eindwandkisten nodig. Met twee tunnels en twee
eindwanden zijn elke dag twee beuken te storten
met een productietempo van n woning per
dag. Met een dubbele set (vier tunnels en vier
eindwanden) is het productietempo twee woningen per dag.
06950556_H04.indd 83
22-03-2005 14:18:43
84
Dit probleem van doorstempeling bij grote overspanningen is op te lossen door in plaats van
volle tunnels halve tunnels toe te passen. Bij het
ontkisten van de tunnels wordt eerst de rechter
halve tunnel uitgereden, daarna worden er stempels geplaatst om de vloerbelasting op te vangen
en vervolgens wordt de linkertunnel uitgereden,
guur 4.40.
06950556_H04.indd 84
22-03-2005 14:18:44
85
In hoofdstuk 5, paragraaf 5.3.9 tot en met paragraaf 5.3.13, wordt een aantal bekistingssystemen voor wanden beschreven.
4.9 Gietbouwwand en
breedplaatvloer
Tunnelgietbouw is door de hoge investeringen
vooral toepasbaar bij grotere projecten met een
hoog productietempo van twee woningen per
dag, met een continue bouwstroom en standaard overspanningen.
Bij kleinere projecten met een productietempo
van een woning per dag, met discontinuteit tussen de projecten en met variabele overspanningen is een combinatie van gietbouwwanden met
breedplaatvloeren beter geschikt.
06950556_H04.indd 85
22-03-2005 14:18:45
86
06950556_H04.indd 86
22-03-2005 14:18:45
06950556_H04.indd 87
87
4.10 KZS-elementenwand en
kanaalplaatvloer
De elementen kanaalplaatmethode is een combinatie van twee onafhankelijke innovaties.
1 De kalkzandsteenindustrie heeft naast kalkzandstenen en kalkzandsteenblokken kalkzandsteenelementen ontwikkeld van meer dan 0,5 m2
oppervlak. Deze elementen wegen circa 300 kg
die met een elementensteller geplaatst worden.
De productiviteit van het maken van bouwmuren is daarmee aanzienlijk verbeterd en de
zware lichamelijke belasting van handtransport
is veranderd in mechanisch transport. Voor de
behangklare afwerking is maar een pleisterlaag
van 2 mm nodig.
2 De prefab-betonindustrie heeft vanuit de
grote projectgebonden vloerelementen de
projectongebonden productiemethode van de
kanaalplaatvloer ontwikkeld met een standaardbreedte van 1.200 mm. In dit productieproces
is het mogelijk voorspankabels te spannen en
daaroverheen de kanaalplaat te storten. Met een
speciaal soort strengperssysteem is het mogelijk
gaten in de langsrichting van de plaat te maken,
waardoor er een grotere vloerdikte met beperkt
eigen gewicht te produceren is. De kanaalplaten
worden in een grote lengte gemaakt en na het
verharden worden de kanaalplaten op lengte
22-03-2005 14:18:46
06950556_H04.indd 88
loopvlonders+beveiliging
afmonteren vloerbekisting
kraantransport stempels
16
17
11
18
19
20
st
vlo
vlo
2
1
kraantransport diversen
27
28
vlo
m3
0,5
1
1,1
20
22
22
m3
26
22
kraantransport vloerbeton
25
1,25
vlo
1,6
vlo
2
2
installaties in vloeren
stortvoorbereiding
23
24
1
1,25
1
1,6
vlo
1
2
kraantransport diversen
21
2,86
0,5
0,5
0,5
0,5
0,5
1,45
22
2 won 0,7
2 won 4
2 won 4
2 won 4
breedplaatvloeren leggen
15
VLOERENPLOEG 2 MAN
13
m3
m3
3 wnd 3
16
kraantransport breedplaat
12
16
14
11
0,75
3 wnd 4
stortvoorbereiding&controle
10
1
1,5
3
2
st
st
3
3
kraantransport sluitkist
afmonteren sluitkist
0,5
0,5
3 wnd 6
6
3 wnd 6
installatie in wanden
1,5
3
2
st
st
kraantransport stelkist
plaatsen+afmonteren stelkist
1,5
st
uren
een temp
heid p/hr
ontkisten stel+sluitwand
WANDENPLOEG 2 MAN
hoe
veel
CYCLUS SCHEMA
Id
Pagina 1
8:00
9:00
10:00
11:00
12:00
13:00
14:00
15:00
16:0
88
22-03-2005 14:18:47
06950556_H04.indd 89
vlo 2
won 3
0
6
0
15
16
ombouwen wandkist
19
20
21
22
23
24
6
won 3
top 2
vlo 2
wnd 1
st 2
vlo 2
wnd 3
won 0
won 3
wnd 2
vlo 2
wnd 3
vlo 2
wnd 3
18
14
17
verdiepingsvloeren 7 t/m 12
12
13
11
10
vlo 2
wnd 2
topwanden -1 tot +6
wnd 3
vlo 2
wnd 3
verdiepingsvloeren 1tm 6
won 0
zoldervloeren 1 tm 6
tem
po
won 1,5
eh
18
hoeveel
PRODUCTIESCHEMA RUWBOUW
Id
11
16
21
26
22-03-2005 14:18:48
90
4 650 mm
5 540 mm
20 mm
30 mm
20 mm
30 mm
Stelstrook
20 mm
40 mm
60 mm
2.640
2.660
2.680
2.650
2.670
2.690
2.740
2.760
2.780
2.750
2.770
2.790
Kimblok
80 mm
100 mm
120 mm
2.700
2.720
2.740
2.710
2.730
2.750
2.800
2.820
2.840
2.810
2.830
2.850
06950556_H04.indd 90
22-03-2005 14:18:49
Type woning
91
Wand/woning
Alleen bouwmuren
Tussenwoning
Tweekapper
Tweekapper ankerloos
70 m2
100 m2
140 m2
2,0
1,5
1,0
Bouwmuur en gevels
Tussenwoning
Tweekapper
Tweekapper ankerloos
120 m2
150 m2
190 m2
0,7
0,6
0,5
Deze productietempos zijn exclusief vooropperen van de elementen en het maken van de kimmen.
Figuur 4.47 Productietempo wanden met n stelploeg
06950556_H04.indd 91
22-03-2005 14:18:49
92
ook niet vlak genoeg om de eerste laag elementen direct met een dunne lijmvoeg op de vloer te
kunnen stellen. Voor de oplossing van deze twee
problemen wordt op de betonvloer eerst een kim
gemetseld. Er zijn speciale kimblokken beschikbaar met een hoogte van 20 tot 120 mm die
met een gewone metselmortel zeer nauwkeurig
op de vloer worden gemetseld, guur 4.49.
4 Stellen elementen
Tot een woningdiepte van 8 m is het mogelijk de
elementensteller zodanig te plaatsen dat die vanuit een vast punt een hele bouwmuur kan stellen. Het transportmiddel staat tussen de voorgeopperde elementen en de te maken bouwmuur,
guur 4.50. Als de bouwmuur gereed is, zijn de
elementen op die vloer ook weg. In de kim van
de volgende bouwmuur zijn kleine sparingen
gelaten. De elementensteller kan daardoor naar
de volgende vloer worden gereden. Daar staan
de pakketten elementen al gereed en kan de
06950556_H04.indd 92
22-03-2005 14:18:51
93
13,2 m2
6,6 m2
11,5 kN
32 st
360 N
940 N
Figuur 4.53 Overzicht verhouding elementen bij binnenspouwblad van guur 4.52
Het zagen van standaardelementen tot paselementen vergt extra kosten en de ontwerper kan
met de keuze van de lengte van de bouwmuur
en de helling van het dak het aantal dure paselementen verminderen.
Door een betere samenwerking tussen ontwerpende en uitvoerende partners zou het mogelijk
moeten zijn het aantal paselementen, guur
4.55, te verminderen. Dat zal de productiviteit
De transportcapaciteit van de elementenstelmachine is 3 kN. Voor het binnenspouwblad moeten 32 elementen van gemiddeld 360 N worden
gesteld. Bij het maken van deze binnenspouwbladen met elementen wordt de beschikbare
transportcapaciteit maar voor 12% gebruikt.
Ook vanuit de logistiek gezien is het grote aantal
paselementen ongunstig voor het productietempo.
06950556_H04.indd 93
22-03-2005 14:18:52
94
Wandtypen
Bouwmuur
Topmuur
Gevel 1
Gevel 2
Gevel 3
Gevel 4
Gevel 5
Gevel 6
Gevel 7
Aantal stuks
Standaard stuks
Passtukken
Percentage passtukken
40
29
32
38
32
28
24
19
17
32
15
2
2
2
2
2
8
8
8
14
30
36
30
26
22
11
9
20
48
94
95
94
93
92
58
53
06950556_H04.indd 94
22-03-2005 14:18:52
95
4.11 KZS-elementenwand en
breedplaatvloer
Kalkzandsteenelementen hebben in principe
een lagere druksterkte dan beton. Die druksterkte is voldoende voor laagbouwwoningen,
maar onvoldoende voor hoogbouw.
Kalkzandsteenelementen zijn ideaal geschikt voor
ankerloze spouwmuren, maar die kunnen alleen
bij laagbouwwoningen toegepast worden, bij
hoogbouw zijn massieve bouwmuren nodig.
Kanaalplaatvloerelementen zijn ideaal voor vloeren die op twee steunpunten opgelegd worden
06950556_H04.indd 95
De werkmethode voor het maken van bouwmuren is in principe hetzelfde als bij laagbouwwoningen, paragraaf 4.10.1.
4.11.2 Vloeren van breedplaat
Bij hoogbouw is het gewenst dat de woningscheidende verdiepingsvloeren aan elkaar gekoppeld zijn en constructief als een schijf kunnen
fungeren. Hiervoor is de breedplaatmethode beter geschikt dan de kanaalplaatmethode. Bij een
breedplaat is de volle ruimte boven de breedplaat beschikbaar voor het onderbrengen van
leidingen en kanalen. De uitvoeringsmethode is
in principe gelijk aan de breedplaatmethode bij
gietbouw, paragraaf 4.9.2.
22-03-2005 14:18:53
96
4.12 Kleinschalige
elementenbouwmethode
In paragraaf 4.3.1 over handtransport is opgemerkt dat dit nog wordt toegepast bij vervangende nieuwbouw in oude binnensteden, omdat
de moderne bouwmethoden met zwaar kraantransport daar niet toe te passen zijn. Handtransport is ongunstig voor de arbeidsomstandigheden
en vervangende nieuwbouw is een belangrijke
woningmarkt. De Stichting Toekomstbeeld der
Techniek heeft een onderzoek gepubliceerd over
verbetering van de arbeidsomstandigheden in
06950556_H04.indd 96
22-03-2005 14:18:53
Bouwdeel
Onderbouw
Casco bouwblok
Dakconstructie
Gevelconstructie
Installaties
Afbouw
Bergingen
Hoeveelheid
Spec.massa
27 m2
294 m2
27 m2
58 m2
95 m2
95 m2
15 m2
960 kg/m2
265 kg/m2
205 kg/m2
380 kg/m2
15 kg/m2
50 kg/m2
5 kg/m2
26.710 kg
78.010 kg
5.590 kg
22.160 kg
1.430 kg
4.770 kg
80 kg
187 ton
546 ton
39 ton
155 ton
10 ton
33 ton
1 ton
138.750 kg
971 ton
97
De straat is te smal om een mobiele kraan zodanig op te stellen dat die met zijn schuine hydraulische giek het hele woonblok kan bestrijken voor
het leggen van de zware prefab-betonvloerelementen.
Men moet vaak noodgedwongen terugvallen op
een handtransportsysteem van een kruiwagen
voor horizontaal en een bouwlift voor verticaal
transport, guur 4.60.
Nadelen
handtransport veroorzaakt overbelasting bij
bouwplaatspersoneel;
handtransport maakt hoog productietempo
onmogelijk, waardoor bouwtijd lang is;
opslagruimte belemmert gebruik straat door
bewoners;
voor opslagruimte moet precario aan
gemeente worden betaald;
Gekozen is voor de 10-tonmeterkraan als transportmiddel, guur 4.61. Deze kraan is veel
gunstiger dan de elementenstelmachine die bij
mechanisch transport is beschreven, guur 4.62.
De 10-tonmeterkraan heeft een pootafstand van
2,800 m en kan in het midden voor het bouwblok worden geplaatst. De giek van de kraan kan
het hele bouwblok bestrijken en lasten tot
7,5 kN rechtstreeks vanaf de vrachtwagen op
elke plaats brengen. Optimaliseren van het
transportsysteem betekent dat het casco dient
te worden samengesteld uit zo weinig mogelijk
elementen van (zo dicht mogelijk bij de) 7,5 kN.
06950556_H04.indd 97
22-03-2005 14:18:54
98
Daarom werd het volgende vloersysteem ontwikkeld: een voorgespannen prefab-betonrib breed
200 mm, hoog 300 mm en lang 4.800 mm met
een gewicht van 7 kN. De ribben kunnen h.o.h.
1,200 m worden gelegd. Daartussen komen
vulelementen van kalkzandsteen breed 1,000
m en dik 300 mm zodanig samengesteld dat
het gewicht minder is dan 7,5 kN, guur 4.63.
Deze vloer heeft een massa van 525 kg/m2 en
daarmee met een zwevende dekvloer een goede
geluidsisolatie om de woningscheidende functie
te vervullen.
Vergelijking
Stelmachine
10-tonmeterkraan
Hijscapaciteit
Hijsbereik
Hijshoogte
Huur per week
3 kN
4m
3m
200,
10 kN
10 m
16 m
450,
06950556_H04.indd 98
22-03-2005 14:18:55
99
546.000 kg
550 kg
1.000 st
100 st
10 dagen
2,5 dag
06950556_H04.indd 99
Geraadpleegde en aanbevolen
literatuur
1 Gezonde productiviteit: innoveren voor betere arbeidsomstandigheden (Rapport SST 58). Stichting
Toekomstbeeld der Techniek, 1996.
2 Handboek bekistingen. Stubeco, 1992
22-03-2005 14:18:56
100
Normen
NEN 1070 Geluidwering in gebouwen Specicatie en beoordeling van de kwaliteit.
NEN 6000 Modulaire cordinatie voor gebouwen
Begripsomschrijvingen, algemene bepalingen en
regels voor plannen.
NPR 5070 Geluidwering in woongebouwen Voorbeelden van wand- en vloerconstructies.
06950556_H04.indd 100
22-03-2005 14:18:56
06950556_H05.indd 101
22-03-2005 14:23:35
102
Inleiding
De draagconstructies in utiliteitsbouw zijn naar
de hoogte van het gebouw te verdelen in drie
categorien:
1 laagbouw;
2 verdiepingbouw;
3 hoogbouw.
1 Laagbouw
Laagbouw is een sector in de utiliteitsbouw
waarbij het functioneel proces van de gebruiker
voornamelijk op maaiveldniveau plaatsvindt en
waarin het skelet als hoofddoel heeft het dak te
dragen. Voor kleine laagbouwprojecten, zoals
een klein kantoor, een kleine school of een klein
zorggebouw, zijn de bouwmethoden van de
woningbouw toepasbaar.
Voor laagbouw waarbij een grote kolomvrije
ruimte nodig is om de hoofdfunctie van het
gebouw goed te kunnen vervullen, is staal het
meest voorkomende constructiemateriaal voor
het dak. Hout en beton komen als spant ook
voor maar in mindere mate. Ongeacht het
materiaal worden voor grote overspanningen
de spanten geprefabriceerd. De uitvoering van
dit skelet wordt behandeld in paragraaf 5.2.
2 Verdiepingbouw
In de woningbouw zijn prefab- en in situ beton
voor verdiepingbouw concurrerende bouwmethoden. In de utiliteitsbouw komt hetzelfde
spanningsveld tussen prefab en in situ voor. Het
uitvoeren van een in situ betonskelet vraagt kennis over bekistingen. Dit wordt uitvoerig behandeld in paragraaf 5.3.
prefab-betonelementen. De draagstructuur is
complexer dan bij de cascos van woningbouw.
Prefab-beton wordt behandeld in paragraaf 5.5.
De vloer als horizontale draagconstructie wordt
meestal van beton gemaakt, maar de verticale
draagconstructie kan ook in staal of steen worden uitgevoerd. Het skelet bestaat dan uit een
combinatie van beton, staal en steen. Dit wordt
een hybride constructie genoemd. De uitvoering
wordt behandeld in paragraaf 5.6.
3 Hoogbouw
Bij hoogbouw gaat, om de windbelasting op
te vangen, de verticale draagconstructie een
grotere rol spelen dan de horizontale draagconstructie. De uitvoeringsmethode voor de
verticale draagconstructie is bepalend voor de
bouwtijd en de bouwkosten. Het uitvoeren van
hoogbouw stelt hoge eisen aan de uitvoeringstechniek. Dit wordt apart behandeld in hoofdstuk 6.
06950556_H05.indd 102
uitvoerig besproken
22-03-2005 14:23:36
103
06950556_H05.indd 103
22-03-2005 14:23:38
104
De bouwtijd wordt gunstiger als het aantal bouten in de montagefase zo klein mogelijk is. De
bouwkosten worden gunstiger als in de afmontagefase het aantal bouten zo klein mogelijk is en
in de prefabricagefase het aantal onderdelen zo
gering mogelijk is, guur 5.10 tot en met guur
5.12.
Kostenpost
Met een combinatie van las- en boutverbindingen is het aantal onderdelen van de
verbinding aanzienlijk te beperken. Aan het
hoofdproel worden twee bevestigingsplaten
gelast. Als de bevestigingsplaten buiten het
proel uitsteken, kan dit problemen geven bij
het transport en is vervorming bij laden en
lossen mogelijk:
prefabriceren: twee lasplaten en acht gaten
boren;
monteren: minimaal twee bouten aanbrengen;
afmonteren: resterende twee bouten aanbrengen.
Ontwerp
Tekenwerk
Materiaal
Fabricage
Conservering
Transport
Montage
Diversen
3%
8%
38%
22%
15%
2%
10%
2%
0,06
0,14
0,70
0,38
0,26
0,04
0,18
0,04
3%
5%
29%
19%
11%
6%
25%
2%
0,07
0,12
0,70
0,46
0,26
0,14
0,60
0,05
Totaal per kg
100%
1,80
100%
2,40
06950556_H05.indd 104
22-03-2005 14:23:39
105
06950556_H05.indd 105
Afmonteren staalconstructie
Er zijn twee verschillende methodes van afmonteren die grote invloed hebben op de bouwtijd.
Als eerst de hele staalconstructie ruw wordt
gesteld en daarna pas wordt gestart met het
nauwkeurig afstellen en afmonteren, kan de
uitvoering van de gevelbeplating en de dakbeplating pas starten als de hele staalconstructie is
gesteld en het eerste stramien is afgemonteerd,
guur 5.15. Als na de montage van het eerste
veld, dit direct wordt afgesteld en afgemonteerd
en daarna stramien voor stramien wordt gesteld
en afgemonteerd, kan het aanbrengen van de
gevelbeplating en de dakbeplating starten direct
na de afmontage van het eerste stramien.
22-03-2005 14:23:40
106
06950556_H05.indd 106
22-03-2005 14:23:41
Bekisting vloeren
Bij draagconstructies die maar enkele bouwlagen
tellen, is de horizontale draagconstructie het
belangrijkste. Voor het maken van vloeren is per
m3 beton gemiddeld ten minste 4 m2 vloerkist
nodig. Bekisting is een hulpmateriaal waarvan de
kosten worden bepaald door de volgende factoren:
tijdgebonden kosten: huur kist;
eenmalige kosten: kist maken;
cyclustijd: inzet per stort;
repetitie: hoe vaak te gebruiken;
arbeidstijd voor bekisten;
arbeidstijd voor ontkisten.
06950556_H05.indd 107
107
Transportsysteem bouwkraan
Bij verdiepingbouw is verticaal transport nodig
en de bekisting moet ook horizontaal worden
getransporteerd. Het productietempo wordt voor
een belangrijk deel bepaald door de capaciteit van
het transportsysteem. Bij verdiepingbouw in situ
beton zal voor de draagconstructie permanent
een bouwkraan op de bouwplaats aanwezig zijn.
De benodigde hijscapaciteit van de bouwkraan
wordt bepaald door de zwaarste onderdelen en
de maximale vlucht. De grootte van bekistingselementen wordt begrensd door de vormvastheid
bij het transport en ze zijn meestal niet zwaarder
dan 20 kN. Wapening is per onderdeel niet zwaar
en de bundels staven of netten kan worden aangepast aan de capaciteit van de bouwkraan. De
bouwkraan wordt gebruikt om het beton te transporteren. Beton wordt met de bouwkraan in kubels
vervoerd. Gebruikelijk is een kubel van 1 m3 beton
met een gewicht van 24 kN plus het gewicht van
de kubel, totaal 30 kN. Voor verdiepingbouw
in situ beton is een hijsvermogen van 3 ton voldoende. Bij een vlucht van 40 m is een bouwkraan
nodig met een capaciteit van 120 tonmeter. Als de
bouwkraan bepalend is voor het productietempo,
is het transportsysteem bouwkraan permanent in
bedrijf, guur 5.18. Een betonpomp is een extra
transportsysteem met extra kosten.
De tijdgebonden kosten van het transportsysteem vormen een belangrijk deel van de totale
kosten van een in situ betonvloer. Hoe hoger het
productietempo hoe lager het aandeel van de
transportkosten, guur 5.19.
Samenstelling
Prijs
per eenheid
Kosten
per dag
Bouwkraan
Machinist
Aanpikker beneden
Twee man
op de vloer
1500, p/w
1500, p/w
1 man
300,
300,
300,
2 man
600,
Kraantransportsysteem
per dag
1500,
22-03-2005 14:23:42
108
Productietempo
Kosten
per dag
Kosten
per m2 vloer
50 m2 per dag
100 m2 per dag
200 m2 per dag
1500,
1500,
1500,
30,
15,
7,80
1 m2 vloer
90, per m3
0,54 per kg
21,60
10,26
9,
40,86
33, per manuur
0,54 per kg
33,
3,96
10,26
16,50
30,72
71,58
p.m.
06950556_H05.indd 108
22-03-2005 14:23:42
Een vermindering van de dikte van een betonvloer geeft verlaging van de materiaalkosten van
beton, maar heeft vaak als neveneffect dat de
hoeveelheid wapening moet worden verhoogd.
De arbeidskosten van de bekisting is het meest
benvloedbaar.
Dilataties komen in alle soorten grote draagconstructies voor, maar bij verdiepingbouw in situ
beton hebben dilataties de grootste invloed op
het productieproces met stortnaden en krimpstroken. Dilataties worden in paragraaf 5.3.15
aan de orde gesteld.
5.3.2 Vloerbekisting baddingsysteem
Het eenvoudigste systeem voor vloerbekisting is
opgebouwd uit de volgende onderdelen, guur
5.22:
multiplex plaat dik 18 mm afmeting 1,220
2,440 m;
kinderbinten van baddings h.o.h. circa 0,400
tot 0,600 m;
dubbele onderslagen van baddings h.o.h.
1,500 tot 1,800 m;
uitschuifbare stalen stempel h.o.h. 1,200 tot
1,300 m om stortbelasting over te dragen naar
onderliggende vloer.
109
06950556_H05.indd 109
22-03-2005 14:23:43
110
06950556_H05.indd 110
22-03-2005 14:23:43
Baddingsysteem
Prijs 2.500 m2
Multiplex 820 m2
Kinderbint 2.100 m
Onderslag 900 m
Stempels 380 st 17 weken1
Doorstempels 68 st 17 weken
Leuningstaanders en leuningen
Transportkosten drie vrachten
Verlies 2.500 m2
10,20 per m2
1,74 per m
1,74 per m
0,54 per week
0,54 per week
post
post
0,12 m2
8.364,
3.654,
1.566,
3.212,40 T
.624, T
.600,
1.200,
.300,
Materiaalkosten vloer
7,80 per m2
19.520,40
23,10 per m2
57.750,
Totaalkosten vloerkist
30,90 per m2
77.270,40
111
De arbeidskosten met een norm van 0,7 manuur per m2 zijn bijna driemaal zo hoog als de
materiaalkosten. Van de materiaalkosten is de
multiplex de hoogste post. Rekening houdend
met zaagverlies en beschadiging is 820 m2
4,50 kN/m2
1,80 kN/m2
0,24 kN/m2
1,20 kN/m2
7,00 kN/m2
beschikbare belasting
benodigde belasting
06950556_H05.indd 111
beschikbare belasting
benodigde belasting
5,91 kN/m2
door te stempelen
22-03-2005 14:23:44
112
06950556_H05.indd 112
22-03-2005 14:23:45
113
Prijs 2.500 m2
Multiplex 820 m2
Kinderbint 2.100 m
Stalen ligger 182 st 71 weken
Stempels 278 st 17 weken1
Schoren 675 st 17 weken
Doorstempels 68 st 17 weken
Leuningstaanders en leuningen
Transportkosten 3 stuks vrachten
Reparatie/verlies 2.500 m2
10,20 per m2
1,74 per m
0,72 per week
0,54 per week
0,20 per week
0,54 per week
post
post
0,24 m2
8.364,
3.654,
2.227,20
2.552,40
2.341,20
8,624,
8,600,
1.200,
8,600,
Materiaalkosten vloer
8,87 per m2
22.162,80
16,50 per m2
41.250,
Totaalkosten vloerkist
25,37 per m2
63.412,80
T
T
T
T
06950556_H05.indd 113
22-03-2005 14:23:46
114
06950556_H05.indd 114
De stalen ligger is 1,650 m lang met een huurprijs van 0,33 per ligger per week.
Om de huurkosten van de dure panelen te verminderen, is gezocht naar een mogelijkheid om
de cyclustijd van de vloerbekisting te verkorten.
Een betonvloer mag pas worden ontkist bij een
druksterkte van 14 tot 25 N/mm2. In het algemeen is daarvoor een verhardingstijd nodig van
maximaal zeven etmalen. Omdat een werkweek
maar vijf etmalen telt en na vijf dagen in het
weekend altijd twee etmalen verhardingstijd
beschikbaar is, wordt in de planning meestal een
verhardingstijd van vijf werkdagen aangehouden.
Er is een speciale constructie ontwikkeld (valkop)
die boven op de stempels wordt aangebracht,
guur 5.34. De bekistingdragers steunen niet op
de kop van de stempel, maar op een tussenring.
Als de stempels blijven staan is het mogelijk de
panelen te ontkisten als een druksterkte van
14 N/mm2 is bereikt. Dit is mogelijk na twee tot
drie etmalen verharding. De tussenring wordt
losgedraaid, waarna de drager met panelen een
stukje naar beneden vallen. De panelen en dragers zijn te demonteren terwijl de stempel de
vloerbelasting blijft dragen.
Vanaf de vloer worden de dragers met de stempel omhoog gestoken en horizontaal geplaatst,
guur 5.35. De panelen worden van bovenaf
tussen de dragers gelegd. Bij het ontkisten van
dragers en panelen moet op een rolsteiger worden gewerkt om boven bij de kist te kunnen
komen.
Door toepassing van de valkop op de stempel
wordt de verhardingstijd voor het ontkisten van
vijf dagen verkort naar drie dagen. Door integratie van ondersteuning en beplating wordt de
intervaltijd tussen start bekisten en start vlechten
verkort van vier naar twee dagen. Samen
22-03-2005 14:23:47
115
Prijs 2.500 m2
1,92
0,22
post
post
1,20
0,60
15,
3,60
16.972,80 T
1.909,20 T
.300,
2.250,
.816,
1.500,
1.500,
.288,
Materiaalkosten vloer
10,20 per m2
25.536,
13,20 per m2
33.000,
Totaalkosten vloerkist
23,40 per m2
58.536,
per week
per week
per m2
per m2
per m2
per m
06950556_H05.indd 115
22-03-2005 14:23:48
116
Uit de berekening van de kosten van de vier systemen blijkt dat de keuze van de vloerbekisting
afhankelijk is van de volgende factoren:
cyclustijd vloerbekisting;
grootte vloerbekisting;
totaal vloeroppervlak;
eenmalige kosten vloerkist;
tijdgebonden kosten vloerkist;
oppervlak niet in systeem mogelijk;
arbeidstijd bekisten per m2.
Paneelsysteem
Prijs 2.500 m2
2,86
0,43
post
post
1,20
0,60
15,
3,60
25.246,80 T
3.819, T
.600,
2.250,
.816,
1.500,
1.500,
.288,
Materiaalkosten kist
14,40 per m2
36.019,80
8,26 per m2
20.640,
Totaalkosten vloerkist
22,66 per m2
56.659,80
per week
per week
per m2
per m2
per m2
per m
06950556_H05.indd 116
22-03-2005 14:23:49
117
Breedplaatsysteem
De vloerdiepte wordt met twee tafelkisten gevuld, guur 5.42, waarbij elke tafelkist naar de
eigen gevel kan worden uitgereden. De leuning
en de vloerrandkist kan vast op de tafelkist zijn
gemonteerd. Het principe van de geschoorde
Prijs per eenheid
Prijs 2.500 m2
Betonkistplaat 2.500 m2
Stalen ligger 182 st 13 weken
Stempels 200 st 13 weken1
Schoren 550 st 13 weken
Doorstempels 68 st 13 weken
Leuningstaanders en leuningen
Transportkosten 2 st vrachten
Reparatie/verlies 2.500 m2
12,60 m2
0,72 per week
0,54 per week
0,20 per week
0,54 per week
post
post
12, m2
31.500,
1.704, T
1.404, T
1.459,20 T
.477,60 T
.600,
.720,
.300,
Materiaalkosten kist
15,26 per m2
38.164,80
4,94 per m2
12.375,60
Totaalkosten vloerkist
20,22 per m2
50.540,40
06950556_H05.indd 117
22-03-2005 14:23:49
118
06950556_H05.indd 118
22-03-2005 14:23:51
Tafelsysteem
Prijs 2.500 m2
Multiplex 820 m2
Kinderbint 2.100 m
Stalen ligger 182 st 13 weken
Stempels 250 st 13 weken1
Schoren 550 st 13 weken
Doorstempels 68 st 17 weken
Leuningstaanders en leuningen
Transportkosten 3 stuks vrachten
Reparatie/verlies 2.500 m2
Maken tafels 525 m2 1 manuur
10,20 m2
1,74 m2
0,72 per week
0,54 per week
0,20 per week
0,54 per week
post
post
0,24 m2
33, per manuur
8.364,
3.654,
1.704, T
1.754,40 T
1.458, T
.624, T
.600,
1.200,
.600,
20.624,40
Materiaalkosten kist
16,22 per m2
40.582,80
6,60 per m2
16.500,
Totaalkosten vloerkist
22,84 per m2
57.082,80
119
onderkant van de vloer. Gevelbalken belemmeren het uitrijden, maar maken het niet onmogelijk. Verzwaarde stroken zijn in de tafelkist
in te bouwen mits de zijkanten zelossend taps
worden gemaakt. Figuur 5.45 geeft de kostenberekening voor het voorbeeldgebouw van drie
verdiepingen.
Het opbouwen en demonteren van de tafelkist is
een eenmalige activiteit die circa n manuur per
m2 tafel kost. Door de eenmalige investering in
het samenstellen van de tafels wordt de arbeidstijd van de vloerbekisting per m2 vloer aanzienlijk
verlaagd.
5.3.8 Vloerbekisting vergelijking systemen
De kosten van vloerbekisting bestaan uit drie
factoren:
1 eenmalige materieelkosten projectgebonden;
2 materieelhuurkosten tijdgebonden;
3 arbeidskosten in manuren en uurloon.
06950556_H05.indd 119
22-03-2005 14:23:51
120
Bekisting vloeroppervlak
2.500 m2
5.000 m2
10.000 m2
1 Baddingsysteem
Materiaal eenmalig
Materieelhuur
Arbeid 0,7 manuur per m2
30,90
6,24
1,56
23,10
27,78
3,12
1,56
23,10
26,22
1,56
1,56
23,10
2 Stalendragersysteem
Materiaal eenmalig
Materieelhuur
Arbeid 0,5 manuur per m2
25,31
5,75
3,06
16,50
22,43
2,87
3,06
16,50
20,99
1,43
3,06
16,50
3 Paneelvalkopsysteem
Materiaal eenmalig
Materieelhuur
Arbeid 0,4 manuur per m2
23,41
2,68
7,54
13,20
22,07
1,32
7,54
13,20
21,40
0,66
7,54
13,20
4 Paneelstempelsysteem
Materiaal eenmalig
Materieelhuur
Arbeid 0,25 manuur per m2
22,51
2,78
11,63
8,10
21,12
1,39
11,63
8,10
20,42
0,70
11,63
8,10
5 Breedplaatsysteem
Materiaal eenmalig
Beton en materieelhuur
Arbeid 0,15 manuur per m2
20,16
0,65
14,59
4,92
19,84
0,32
14,59
4,92
19,68
0,17
14,59
4,92
6 Tafelsysteem
Materiaal en montage
Materieelhuur
Arbeid 0,20 manuur per m2
22,54
13,75
2,18
6,60
15,66
6,88
2,18
6,60
12,23
3,44
2,18
6,60
Invloed afwijkingen
per systeem
Baddingsysteem
Stalendragersysteem
Paneelvalkopsysteem
Paneelstempelsysteem
Breedplaatsysteem
Tafelsysteem
Aandeel
afwijking
Kosten per m2
afwijking
Meerkosten
per m2 vloer
12%
15%
10%
15%
15%
15%
36,
36,
42,
48,
48,
48,
0,72
1,80
4,20
7,20
7,20
7,20
06950556_H05.indd 120
22-03-2005 14:23:52
Bij verdiepingbouw moet de verticale ondersteuningsconstructie tevens de horizontale windbelasting opnemen. Bij verdiepingbouw van drie
tot vijf verdiepingen is het in principe mogelijk
de horizontale belasting op te vangen door de
inklemming van alle kolom-vloerverbindingen op
te tellen. Constructief gezien is het gemakkelijker
voor de horizontale belasting aparte constructies
te maken in de vorm van stabiliteitswanden, die
tevens als verticale ondersteuning van de vloer
kunnen fungeren. In guur 5.48-1 zijn de drie
stabiliteitsvoorzieningen allemaal verschillend
waarvoor verschillende bekistingen nodig zijn.
Een kokervorm is moeilijker te maken dan losse
wanden. In guur 5.48-2 zijn drie gelijke wanden
ontworpen die met dezelfde wandbekisting zijn
te maken.
121
doorgang van het beton. Dragende gevelwanden met B25 (C20/25) zijn af te raden
omdat het risico groot is dat het beton onder
de ramen gaten en grindnesten zal geven. In
paragraaf 5.5 wordt de dragende gevelwand
verder uitgewerkt.
Opbouw wandbekisting
Een bekisting voor een in situ betonwand bestaat
uit een stel- en sluitkist, die beide met schoren
op de vloer moeten worden vastgezet. Bij een
wand midden op de vloer kunnen zowel de stelals de sluitkist op de betonvloer worden vastgezet, guur 5.50-1. Bij een gevelwand wordt
de stelkist op de vloer vastgezet en is tijdelijke
uitbreiding van de vloer met een consolesteiger
nodig als werkplek om de wapening te vlechten
en de sluitkist te stellen en te schoren, guur
5.50-2.
Een gevelwand vergt meer arbeid en de arbeidssituatie is onveiliger.
Dragende gevelwanden
Met het gewone beton B25 (C20/25) met
consistentiegebied 3 is het in de praktijk
nauwelijks mogelijk dragende gevelwanden
met gevelopeningen verticaal te storten. Alle
beton onder de gevelopeningen moet door de
penanten naar beneden lopen, guur 5.49. De
penanten moeten de verticale belasting overbrengen en fungeren als kolom. De verticale
staven en de beugels belemmeren een goede
06950556_H05.indd 121
22-03-2005 14:23:53
122
Wandbekistingen zijn samengesteld uit vier verschillende onderdelen die gezamenlijk de betondruk moeten opvangen:
1 betonmultiplex;
2 staanders;
3 gordingen;
4 centerpennen.
39 kN/st
286 mm
329 mm
1.218 mm
1.788 mm
865 mm
1.422 mm
683 mm
06950556_H05.indd 122
Resultaat berekening
staanderafstand naar sterkte
staanderafstand naar doorbuigen
gordingafstand naar sterkte
gordingafstand naar doorbuiging
centerpenafstand naar
sterkte gording
centerpenafstand naar
doorbuiging
centerpen naar sterkte
3,000 m
50 kN/m2
21 mm
59 156 mm
59 156 mm
Uitgangspunten
hoogte wandbekisting
maximale betondruk
bekisting: multiplex dik
staanders: badding
gording: dubbele badding
centerpen:
draadstang M20 Fe 360
Berekeningsblad
300 mm
1.250 mm
250 mm
700 mm
Bron: Handboek Bekisting
22-03-2005 14:23:54
123
06950556_H05.indd 123
22-03-2005 14:23:55
124
De dubbele UNP-proelen als gording zijn voorzien van boutgaten en er is een groot aantal
hulpstukken in een vorm van meccano waarmee
elke gordinglengte is te maken. Het gordingsysteem leent zich vooral voor het maken van binnen- en buitenhoeken, guur 5.56. De gordingwandkist is vooral geschikt voor gecombineerde
wanden als schachten en kernen.
In een schacht moet de binnenkist worden verkleind om te kunnen worden ontkist. Met de
gordingwandkist is een binnenhoek te maken
met een demontabel hoekproel die bij het
ontkisten eerst wordt losgedraaid, guur 5.57.
Daarna zijn de binnenkisten ontkoppeld en zijn
ze te ontkisten.
5.3.11 Wandbekisting spantsysteem
De spantwandkist is in de woningbouw ontstaan
en wordt ook in de utiliteitsbouw toegepast. Het
verticale spant met een constructiehoogte van
700 mm maakt een grote centerpenafstand mogelijk. Bij woningscheidende wanden waren centerpengaten midden in de wand een bron van
geluidlekken. Het spantsysteem maakt het mogelijk de wand van vloer tot vloer te overspannen
met de centerpen op plinthoogte, guur 5.58-2.
06950556_H05.indd 124
22-03-2005 14:23:57
In de verticale kokerproelen zijn centerpengaten gemaakt op circa 500 mm van onder en van
boven. Bij elke paneelaansluiting zijn twee centerpengaten naast elkaar aanwezig, guur 5.60.
De niet gebruikte gaten worden met plastic
125
06950556_H05.indd 125
De factor bekisting komt in de grasche vergelijking nog veel duidelijker naar voren, guur 5.62.
Een betonvloer als horizontale constructie hoeft
maar aan n zijde, aan de onderkant te worden
bekist terwijl een betonwand aan twee zijden
moet worden bekist. Per m2 betonwand is 2 m2
bekisting nodig. Daar staat tegenover dat voor
het ontkisten van een vloer een verhardingstijd
nodig is van vijf dagen en van een wand maar
n dag. De cyclustijd van de wandkist is veel
gunstiger dan van de vloer. Dat heeft een positief
effect op de materiaalkosten van de wandkist per
m2 wand.
Voor een kostenvergelijking van wandbekistingen
zijn de drie systemen naast elkaar gezet voor een
gebouw met 820 m2 wandbekistingsoppervlak
per bouwlaag voor trappenhuis en kern. De
berekeningen zijn uitgevoerd voor een gebouw
van vier, acht en zestien bouwlagen, guur 5.63.
22-03-2005 14:23:58
126
Materiaal en hoeveelheid
Beton dik 200 mm
Wapening 100 kg/m3 = 20 kg/m2
Bekisting huur/materiaal/montage 2
Prijs 1 m2 wand
90, per m3
0,48 per kg
12, per m2
18,
8,
24,
50,
3,30
10,80
33,
47,10
97,10
4
8
8
15
16
31
Kistoppervlak
1.640 m2
3.280 m2 6.560 m2
1 Gordingsysteem
Huur kist
Materiaal
Diverse
Transport
Arbeid
57,98
7,45
6,46
4,16
1,01
38,90
28,99
3,72
3,23
2,09
0,50
19,45
24,36
3,85
1,76
1,76
0,25
16,73
2 Spantsysteem
Huur kist
Materiaal
Diverse
Transport
Arbeid
54,96
8,89
5,33
3,56
1,09
36,07
27,48
4,45
2,66
1,79
0,54
18,04
21,65
3,41
1,70
1,39
0,28
14,87
3 Paneelsysteem
Huur kist
Materiaal
Diverse
Transport
Arbeid
47,34
9,77
2,46
4,02
0,62
30,46
23,66
4,88
1,24
2,
0,31
15,23
20,95
5,05
0,77
2,49
0,16
13,43
5.3.14 Kolombekisting
In situ-betonkolommen fungeren als verticale
puntondersteuning van een vloer. Bij verdiepingbouw van vijf tot acht bouwlagen hebben
de kolommen een h.o.h. afstand van 5,400 tot
7,200 m en een dikte van 400 400 mm met
een hoogte van 3,000 tot 3,300 m. De productie
van de kolommen is bijna nooit bepalend voor
het productietempo van de in situ betonvloeren. De keuze van de bekisting heeft wel grote
invloed op de arbeidskosten en op het aantal
kraancharges.
De meest eenvoudige vorm van een kolombekisting bestaat uit multiplex schotten waar omheen
met stalen kolomkransen h.o.h. 300 tot 400 mm
een omsnoering wordt gemaakt om het betondruk te kunnen opvangen, guur 5.64-1. Deze
combinatie van multiplex en kransen bestaat uit
een groot aantal losse onderdelen en daardoor
vergt het bekisten en het ontkisten veel tijd. Dit
type kolomkist kan als handtransport worden
uitgevoerd.
06950556_H05.indd 126
22-03-2005 14:23:59
smalle wandpanelen die in verschillende afmetingen bij bekistingsbedrijven zijn te huren, guur
5.64-2. Bij het ontkisten hoeven maar twee van
de vier verbindingen te worden losgemaakt. Het
gewicht van het te transporteren kistelement kan
dan te groot zijn voor handtransport.
Ter informatie:
stalen paneel: 2,700 0,600, 880 N per stuk;
stalen paneel: 3,300 0,600, 1130 N per
stuk;
aluminium paneel: 2,700 0,600, 420 N per
stuk.
Uit de kostenvergelijking blijkt dat het serieeffect veel groter is dan de verschillen per
kistsysteem. De arbeidskosten zijn het bekisten
per m2 wandkistoppervlak plus de montage en
demontage van de in te zetten wandkist. De
wandbekistingen worden in onderdelen naar
het werk aangevoerd. Op de bouwplaats moeten uit de onderdelen grote wandkistelementen worden samengesteld en na einde gebruik
weer worden gedemonteerd. Montage en
demontage vergt bij het gordingsysteem de
meeste tijd, circa 1 manuur per m2 kist en bij
het paneelsysteem de minste circa 0,5 manuur
per m2 kist. De montage en demontagekosten
moeten omgeslagen worden naar het totaal te
bekisten wandkistoppervlak. De arbeidstijden
voor het stellen en ontkisten van de wandbekisting ligt tussen 0,4 manuur per m2 en 0,5
manuur per m2 te bekisten wandkistoppervlak.
Als op een bouwwerk een groot aantal kolommen moet worden gemaakt en een kolomkist
een groot aantal keren is te gebruiken, kan de
kolomkist verder worden geoptimaliseerd. De
kolomkist wordt in staalplaat uitgevoerd met
06950556_H05.indd 127
127
22-03-2005 14:23:59
128
Cyclustijd kolombekisting
De tijdsduur van de activiteiten voor het maken
van een in situ betonkolom is zo gering, dat alle
activiteiten binnen een dag van acht uur mogelijk zijn. De verhardingstijd van een in situ kolom
is van vier factoren afhankelijk:
1 minimale druksterkte beton 3,5 N/mm2 (NEN
6722, p. 18) om vormvast te kunnen blijven
staan;
2 buitentemperatuur, die invloed heeft op verhardingsproces beton;
3 minimale druksterkte betonoppervlak om
beschadiging bij ontkisten te voorkomen;
4 stabiliteit vrijstaande kolom na ontkisten,
dunne hoge kolom is zwakker dan dikke lage
kolom.
06950556_H05.indd 128
Deze vier factoren samen moeten per project leiden tot een beslissing of een verhardingstijd van
zestien uur (nacht) wel of niet voldoende is. Op
veel bouwwerken is het productietempo van de
kolommen niet maatgevend. Dan kan worden
besloten tot een verhardingstijd van veertig uur
om meer zekerheid te hebben, guur 5.68.
Bij een cyclustijd van twee dagen en een start op
maandag, valt de verhardingsdag van kolom 3
in het weekend. Daardoor is met n kolomkist
drie kolommen per week te maken. In de volgende berekeningen wordt hiervan uitgegaan,
maar als het productietempo hoger moet, is een
dagcyclus per vijf kolommen per week met n
kolomkist mogelijk.
22-03-2005 14:24:00
129
33, per
kolom
06950556_H05.indd 129
99, per
kolom
Eenmalige spiralopijp
30, per m
Kosten kist
22-03-2005 14:24:01
130
90, per m3
0,36 per kg
18, per m2
47,52
23,04
18,
88,56
33,
34,44
66,
133,44
222,
06950556_H05.indd 130
22-03-2005 14:24:02
1 Temperatuurverandering
Bij een stijging van temperatuur zetten alle
materialen uit. Tijdens het bouwen veroorzaakt
een wisseling van de seizoenen veranderingen
in de draagconstructie. Als de omhulling (gevels
en dak) met isolatie is aangebracht, is de verandering in temperatuur niet groot. Alleen bij
draagconstructies die zich gedeeltelijk in een binnenklimaat en gedeeltelijk in een buitenklimaat
bevinden, moet er rekening worden gehouden
met temperatuurverandering.
3 Kruip
Bij gelijkblijvende belasting is beton onderhevig aan kruip. Lengteveranderingen kunnen
ongewenste krachten uitoefenen op de draagconstructies. Het is gebruikelijk betonnen draagconstructies niet langer te maken dan circa 60
meter. Draagconstructies langer dan 60 m worden opgedeeld in zelfstandige draagconstructies
die de eventuele vervormingen zelfstandig kunnen opvangen, guur 5.73.
131
06950556_H05.indd 131
4 Krimp
Tijdens het verhardingsproces van beton treedt
er krimp op. Als de lengte van een draagconstructie te groot is om de tijdelijke krimp binnen
het constructiesysteem op te vangen, is het mogelijk de constructie tijdelijk op te delen in meerdere delen die ieder op zich de krimp kunnen
opvangen, guur 5.74. Als een aantal weken na
het storten van het beton het grootste deel van
2 Zetting
Tijdens het bouwen van een draagconstructie
wordt per bouwlaag de belasting op de fundering opgevoerd. Als de belasting over de hele
fundering gelijkmatig wordt opgevoerd, is ook
de zetting gelijk. Bij een combinatie van een laag
en een hoog gebouw neemt bij het opvoeren
van de massa van het hogere deel de zetting
22-03-2005 14:24:03
132
Vloeren dilateren
Bij een vloerconstructie met een verzwaarde
strook, guur 5.78-1, is de vloer te dilateren met
dubbele kolom en gelijkblijvende strookbreedte,
guur 5.78-2. Bij bekistingsruimte tussen de
06950556_H05.indd 132
Figuur 5.78 Dilatatie in vloer en kolom
22-03-2005 14:24:05
133
Als een gebouwencomplex bestaat uit gebouwen met verschillende dakhoogten, is het logisch
de dilataties ter plaatse van de hoogteverschillen
te leggen. Als het buitenspouwblad van de gevel
is gemetseld en op de vloer moet dragen, kan
de dilatatie in de gevelspouw worden doorgezet. Dit zal een ongunstige invloed hebben op
de koppeling van binnen- en buitenspouwblad,
guur 5.80-1.
Als de dilatatiekolommen met een tussenruimte
zijn ontworpen, is het mogelijk de dilatatie
excentrisch te leggen waardoor zowel het
06950556_H05.indd 133
22-03-2005 14:24:06
134
06950556_H05.indd 134
22-03-2005 14:24:07
Eigenschap
Druksterkte
Treksterkte
Dwarskrachtsterkte
Ponssterkte
Maximaal opneembare
dwarskracht
Maximaal opneembare
ponskracht
Maximaal scheurmoment
Korte elasticiteit
Lange elasticiteit
Krimpverkorting
Kruipverkorting
06950556_H05.indd 135
135
22-03-2005 14:24:07
136
Figuur 5.88 Betonribben h.o.h. 1,800 m
Figuur 5.87 Kanaalplaatvloer met 12,600 overspanning
06950556_H05.indd 136
22-03-2005 14:24:09
137
06950556_H05.indd 137
Uitvoeren wanden
Bij HS-beton met zijn grote vloeibaarheid is de
hydrostatische druk op de wandbekisting groter
dan bij gewoon beton. Het aantal centeringen
moet daarom groter zijn, guur 5.93.
Een wandkist bestaat uit een stel- en sluitwand.
De stelwand moet met schoren deugdelijk op de
vloer worden bevestigd, guur 5.94-1. Voor het
aanbrengen van de wapening en het plaatsen
van de sluitwand is aan de buitenzijde van de gevel een consolesteiger nodig, guur 5.94-2. De
vlechter moet op een ladder of schraagsteiger
staan om de wapening te kunnen vlechten. De
sluitwand moet vanaf de consolesteiger worden
opgevangen en worden geplaatst en gekoppeld
met centerpennen. Het werken op een conso-
22-03-2005 14:24:10
138
06950556_H05.indd 138
22-03-2005 14:24:12
halen. Daarna wordt de betonwand van de kopgevel gemaakt, guur 5.97-1, en kan het resterende vloerveld van laatste rib tot kopgevel met
een hulpkist worden uitgevoerd, guur 5.97-2.
5.4.5 Samenvatting uitvoeren met
HS-beton
Bij tunnelgietbouw in de woningbouw was door
integratie van wand- en vloerbekisting een dagcyclus mogelijk waarbij de verharding van het
beton met gasverwarming werd geforceerd. HSbeton heeft de kwaliteit van de versnelde verharding. Door optimalisatie van wandbekisting en
vloerbekisting wordt het ook in de utiliteitsbouw
mogelijk een dagcyclus te bereiken. De hoeveelheid bekisting is dan een fractie van de gebruikelijke in situ werkmethode. Dit maakt het mogelijk
extra te investeren in het optimaliseren van de
bekisting. De dubbele prijs van HS-beton wordt
economisch haalbaar door het optimaliseren van
het in situ productieproces.
06950556_H05.indd 139
139
Constructieve argumenten
in prefab-beton is het mogelijk met extrusiesysteem vloeren te maken waarvan constructiehoogte tweemaal zo groot is als betondikte
(kanaalplaten);
in prefab-beton is het mogelijk met zware
spanblokken wapeningsstaal voor te spannen en
daarna beton te storten, waardoor voorgespannen constructie ontstaat zonder dure verankeringen in het cement (kanaalplaten en balken);
dragende gevelwanden met smalle penanten
tussen ramen zijn met normaal beton alleen horizontaal te produceren.
Argumenten bouwkosten
Bij een draagconstructie in prefab-beton kunnen
de bouwkosten per m2 vloeroppervlak lager zijn
dan in staal of in situ. Daarin slaagt men echter
alleen wanneer alle kostenaspecten van prefabbeton beheersbaar zijn. De kostenopbouw van
een prefab-betondraagconstructie bestaat uit de
volgende onderdelen:
ontwerpkosten prefab-constructie;
productiekosten prefab-elementen;
transportkosten naar bouwplaats;
montagekosten draagconstructie;
afmontagekosten draagconstructie.
Samen bepalen deze kosten de totale kosten van
de prefab-betondraagconstructie. Er zijn veel
voorbeelden van prefab-betondraagconstructies
waarvan de bouwkosten aanzienlijk hoger zijn
geworden dan aanvankelijk was begroot.
22-03-2005 14:24:13
140
Ontwerpkosten prefab-constructie
vormgeving prefab-constructie is zo complex,
dat vaak groot aantal verschillende elementvormen nodig is;
technische installaties moeten worden gentegreerd in prefab-elementen;
aantal en soort voorzieningen is per element
sterk verschillend. Door de moeilijke vorm, het
grote aantal types en de installatievoorzieningen
moeten veel elementvarianten worden uitgetekend. Dit vergt samen met de controle en de
aanpassing van de elemententekeningen veel
uren en proceduretijd voor tekenen, distribueren,
controleren, aanpassen en goedkeuren.
Productiekosten prefab-elementen
afmetingen en vorm elementen is zo verschillend dat groot aantal betonmallen nodig is;
afmeting aantal elementen is groter dan de
standaardbetonmallen, waardoor speciale mallen
moeten worden gemaakt;
door te grote aantal verschillende mallen
wordt seriegrootte per mal te gering;
beschikbare voorbereidingstijd is vaak te kort,
waardoor meer mallen moeten worden ingezet;
in elementen moet groot aantal voorzieningen worden ingestort die per elementtype sterk
verschillen;
door onevenwichtige constructieve verhouding betonmassa kan extra wapening nodig zijn
voor transport.
06950556_H05.indd 140
Montagekosten draagconstructie
door vorm gebouw en beschikbare ruimte
op bouwterrein moet montagekraan te ver van
montageplek worden opgesteld;
enkele elementen zijn extra zwaar waardoor
voor montage bouwkraan met extra hijsvermogen nodig is;
bij enkele elementen is afstand tot bouwkraan
extra lang waardoor bouwkraan met extra hijsvermogen nodig is;
constructief ontwerp prefab-draagconstructie
kan optimale montagevolgorde belemmeren;
aantal natte verbindingen vraagt verhardingstijd die voortgang montage stagneert.
Afmontagekosten draagconstructie
voor natte verbindingen moet groot aantal
ankerstaven op moeilijke plaatsen worden aangebracht;
voor schijfwerking vloer moet omsnoeringswapening in moeilijk bereikbare voegen worden
aangebracht;
doorbuiging kanaalplaten is niet gelijk en met
klemmen moeten ze gelijk worden getrokken om
voegen te kunnen aanstorten;
op kanaalplaten moet eerst druklaag worden
aangebracht voordat volgende bouwlaag is te
monteren;
als voegen onder wanden en kolommen
moeten worden genjecteerd moet bij elke voeg
randkist worden aangebracht.
Argumenten bouwtijd
Bij de keuze van prefab-beton voor de draagconstructie wordt vaak het argument bouwtijd
genoemd. Vergeleken met een in situ draagconstructie kan de cyclustijd van een bouwlaag
in prefab korter zijn, maar de voorbereidingstijd
tussen de opdracht en de start van de productie
van de draagconstructie is bij in situ aanzienlijk
korter dan bij prefab.
In deel 12B Uitvoeren organisatie, hoofdstuk
5 Assemblagebouw, blijkt dat tussen de opdracht
aan het prefab-betonproductiebedrijf en de start
van de montage ten minste vijftig werkdagen
nodig zijn
22-03-2005 14:24:13
141
Ontwerptijd prefab-elementen
als in elementen voorzieningen voor meerdere
installatiebedrijven zijn opgenomen, moeten
deze installateurs achtereenvolgens elementtekeningen controleren, wat tijdsduur teken- en
controleproces verlengt;
als per elementsoort aantal voorzieningen
sterk varieert, stijgt aantal elementvarianten die
allemaal apart moeten worden gecontroleerd.
Dit verlengt de voorbereidingstijd.
Productietijd prefab-beton
als volgorde productie elementen niet in overeenstemming is met volgorde montage op bouwplaats wordt uit kostenoverweging compromis
gevonden dat ongunstig is voor productietijd.
Montagetijd draagconstructie
als prefab-elementen te zwaar zijn vanuit
opstelpunt montagekraan, moet montagekraan
zich te vaak verplaatsen, waardoor montagetijd
langer wordt.
Afmontagetijd draagconstructie
als per bouwlaag groot aantal natte verbindingen moet worden gemaakt met veel koppelwapening, wordt montageproces bouwlaag door
verhardingstijd aanzienlijk verlengd.
Als voorbeeld voor het behandelen van de montage van prefab-beton wordt het referentiekantoor
gebruikt uit de uitgave Prefab beton in detail, guur
06950556_H05.indd 141
Elementtype Afmeting
Kolom
Gevelwand
Kernwand
Balk
Kanaalplaat
Kanaalplaat
Kanaalplaat
Kanaalplaat
Gewicht
per stuk
1,3 ton
8,2 ton
12,4 ton
4,2 ton
1,9 ton
2,5 ton
6,5 ton
8,0 ton
22-03-2005 14:24:14
142
Elementtype
Stramienmaat
Elementtype
Stramienmaat
Stramien 7,2 m
6 stuks 6,5 ton
2 stuks 1,3 ton
2 stuks 4,2 ton
Stramien 7,2 m
6 stuks 6,5 ton
2 stuks 8,2 ton
Stramien 7,2 m
6 stuks 1,9 ton
6 stuks 2,5 ton
3 stuks 1,3 ton
3 stuks 4,2 ton
Stramien 7,2 m
6 stuks 1,9 ton
6 stuks 2,5 ton
1 stuks 1,3 ton
1 stuks 4,2 ton
2 stuks 8,2 ton
06950556_H05.indd 142
Element
Kanaalplaat lang
Kanaalplaat lang
Kanaalplaat lang
Kanaalplaat lang
Dikte
Lengte
Gewicht
per m2
180 mm
200 mm
320 mm
400 mm
5,400 m
7,200 m
12,600 m
14,400 m
2.540 N
2.860 N
4.280 N
4.650 N
22-03-2005 14:24:15
Montageploeg
Bouwkraan
Machinist
Aanpikker beneden
Stelleurs
Prijs
per eenheid
Kosten
per dag
300,
300,
300,
600,
1500,
Elementen
Kolommen
Balken
Kernwanden
Gevelwanden
Kanaalplaten
10
25
6
12
50
150,
60,
252,
120,
30,
Gewogen gemiddelde 25
60,
143
06950556_H05.indd 143
wordt het aantal elementen verminderd. Het gewicht van het element is dan afgestemd op het
transportmiddel en de lange montagetijd wordt
tot eenderde teruggebracht, guur 5.107-2. Het
is dan niet meer mogelijk de balk rechtstreeks
op de kop van de kolom te leggen, maar aan de
kolom moeten consoles worden gemaakt om de
balk aan de zijkant van de kolom op te kunnen
leggen.
In de console is een staaf gestort en in de balk een
buis, guur 5.108. Daardoor ontstaat er een penen gatverbinding die fungeert als tijdelijke verbinding. Na het afstellen wordt het gat opgevuld
met krimpvrije mortel als permanente verbinding
om de ruimte tussen pen en gat op te vullen.
22-03-2005 14:24:15
144
Woningbouw
Alleen bij prefab-beton woningcascos is
de verbindingstechniek van prefab-staal
overgenomen met lasverbindingen. In de
06950556_H05.indd 144
22-03-2005 14:24:16
145
5.5.4 Samenvatting
In de utiliteitsbouw wordt vaak gekozen voor
een draagconstructie in prefab-beton met als
argumenten lagere bouwkosten en kortere
bouwtijd. Een prefab-betondraagconstructie
bestaat uit drie verschillende processen: ontwer-
Een opdrachtgever wil een eenvoudig kantoorgebouw met een bruto-vloeroppervlak van circa
1.600 m2 BVO in drie bouwlagen, guur 5.112.
De opdracht luidt: ontwerp de goedkoopste skeletconstructie. De randvoorwaarden zijn:
gebouwlengte tussen 40 en 50 m;
kantoordiepte 5,400 m met gang van
1,800 m;
kantoorruimten breed minimaal 3,600 m en
maximaal 7,200 m;
eenvoudige radiatorverwarming;
mechanische ventilatie alleen in toiletten;
zo kort mogelijke bouwtijd;
buitengevel van metselwerk.
Uit de literatuur blijkt dat hiervoor verschillende
mogelijkheden bestaan. Diverse belangenorganisaties hebben dit probleem nader onderzocht.
06950556_H05.indd 145
22-03-2005 14:24:17
146
Het gebouw wordt 12,600 m breed, per strekkende meter gebouw kost de vrije overspanning
van gevel tot gevel 12,600 18,- per m2 =
226,80 per m gebouw meer. Men moet zich
nu afvragen:
Is een middenondersteuning te maken voor
minder dan 226,80 - per m?
Omtrek gevel (2 12,600 + 2 43,20)
Oppervlak gevel 3,000 m hoog
Kosten gevelconstructie
Bruto-vloeroppervlak verdieping
Minimumverschil per m2 BVO
Maximumverschil per m2 BVO
Bij verdiepingshoogte van 3,000 m
Kosten plafondspuitwerk bij 3,000 m
Bij verdiepingshoogte van 3,300 m
Meerkosten gevel gemiddeld
Kosten eenvoudig systeemplafond
m
m2
per m2
m2 BVO
per m2
per m2
+ 7,20 per m2
+ 10,80 per m2
+ 14,40 per m2
06950556_H05.indd 146
22-03-2005 14:24:18
06950556_H05.indd 147
147
moeilijker dan bij een dicht element. Bij prefabbeton is de prijsvorming gebaseerd op het brutooppervlak van 20 m2.
2 Dragende gevel kalkzandsteenelementen
Een tweede mogelijkheid is de dragende gevel
te maken van kalkzandsteen lijmelementen.
Door de kleine afmeting 600 900 mm van de
elementen is het mogelijk de gevelopeningen te
sparen, zodat de prijsvorming is gebaseerd op de
netto-geveloppervlak (14,50 m2) bij een lengte
van 7,200 m.
Het nadeel van kalkzandsteen is dat het materiaal
niet in staat is gevelopeningen te overspannen.
Daarvoor moeten apart betonlateien worden
toegepast, guur 5.115. Elke oplegging van een
latei veroorzaakt een aantal paselementen die
apart gezaagd en apart moeten worden getransporteerd, zie ook hoofdstuk 4.
22-03-2005 14:24:19
148
wandhoogte en het aantal lagen standaardelementen van 600 mm hoog. Ervan uitgaande dat
op de kanaalplaatvloer een kim nodig is om een
nauwkeurig vlak te krijgen voor het lijmen van de
elementen, kan de opbouw van de gevelwand
(verdiepingshoogte 3,000 m) worden opgebouwd uit, guur 5.116:
0,220 m dikke kanaalplaatvloer;
0,130 m dikke kimlaag op vloer;
2,400 m hoogte vier lagen elementen;
0,250 m hoge prefab-beton gevelbalk.
Bij een wanddikte van 0,150 m en een balklengte van 3,600 m wordt het gewicht van de
balk 0,15 0,35 3,60 24 kN = 32,4 kN per
balk. Deze balk moet nog net met de elementensteller te plaatsen zijn. Als de balk te zwaar
wordt, is die in te korten en kan het resterende
deel met een KZS-paselement worden opgevuld.
Een pas gelijmde KZS-wand moet met schoren
worden vastgezet om omwaaien bij wind te
voorkomen. Vooral bij gevelwanden geeft omwaaien een groot risico. Verticaal niet in verband
gestapelde elementen moeten zorgvuldig worden
geschoord. Als bij het maken van de gevelwand
de prefab-betonbalk daar direct boven op wordt
gelijmd, is de gevelwand veel steviger. In de voeg
tussen twee balken is een boutgat te maken voor
het bevestigen van een schoor, guur 5.117-1.
De bout is ook te gebruiken om direct een leuningstaander te bevestigen, zodat een leuning
aanwezig is voor het leggen van de vloerplaten.
Bij een vloer van kanaalplaten liggen de
platen los naast elkaar. Voor de stabiliteit van het
gebouw kan het gewenst zijn dat de vloer constructief een geheel vormt. Dat kan met
de prefab-betonbalk als die aan elkaar wordt
gekoppeld, want daardoor ontstaat een
trekband, guur 5.117-2.
06950556_H05.indd 148
22-03-2005 14:24:20
149
ning
06950556_H05.indd 149
22-03-2005 14:24:22
150
06950556_H05.indd 150
22-03-2005 14:24:23
151
Geraadpleegde en aanbevolen
literatuur
1 Fabricage en montage van staalconstructies.
Opleidingsinstituut Staalbouw
2 Flapper, H.A.J., Bouwplanning. ThiemeMeulenhoff, 2004
3 Handboek bekistingen. Stubeco, 1992
4 Prefab beton in detail. Belton
5 Utiliteitsbouw. CVK
6 Verdiepingbouw in staal en beton. Staalbouwinstituut
Normen
NEN 6722 Voorschriften Beton Uitvoering.
06950556_H05.indd 151
22-03-2005 14:24:23
152
06950556_H05.indd 152
22-03-2005 14:24:24
06950556_H06.indd 153
22-03-2005 14:29:28
154
Inleiding
Bij hoogbouw zijn, in vergelijking met verdiepingbouw, specieke punten aan te wijzen, die
duidelijk verband houden met de hoogte en
waarvoor extra aandacht nodig is:
horizontale stijfheid;
bruto-/netto-vloerverhouding;
brandveiligheidsaspecten;
onderhoud en functioneren gevels.
Horizontale stijfheid
De horizontale stijfheid en de dynamische reactie
van het gebouw zijn sterk bepalend voor het te
kiezen constructiesysteem voor de stabiliteit. De
verticale draagconstructie ten behoeve van de
horizontale stijfheid kan de bouwkosten aanzienlijk doen stijgen.
Bruto-/netto-vloerverhouding
Bij hoogbouw neemt de bruto-/netto-vloerverhouding in het algemeen veel ongunstigere
waarden aan dan bij verdiepingbouw. Dit komt
door het grotere ruimtebeslag van de verticale
transportvoorzieningen, de constructies en de
installaties.
Brandveiligheidsaspecten
Brandveiligheidsaspecten zijn zaken als brandbestendigheid van de draagconstructie, brandcompartimentering, rookcompartimentering, brandbestrijding, rookvrije vluchtwegen, vluchtroutes,
brandweerlift, sprinkler-installatie en re rescue
oors. De oplossingen voor de brandveiligheid
kunnen in bouwkosten sterk verschillen, maar
verhogen de bouwkosten per m2 bruto-vloeroppervlak altijd.
Onderhoud en functioneren gevels
Met de toenemende hoogte neemt ook de
hoeveelheid regenwater toe dat langs de gevel
naar beneden moet worden afgevoerd. Met de
toenemende hoogte worden de verschillen in
vervorming tussen de draagconstructie en de
gevel groter. Bij hoogbouw is het onderhoud van
de gevels moeilijker en sterk afhankelijk van weer
en wind. Door de hoge functionele eisen zijn de
bouwkosten van de gevel bij hoogbouw hoger
dan bij verdiepingbouw.
06950556_H06.indd 154
Intervaltijd onderbouw
Ontgraven bouwput, paalfundatie en betonfundering inclusief liftputten duurt minimaal vijftig
dagen. Bij een onderbouw met kelders en een
diepe bouwput kan de intervaltijd oplopen tot
100 dagen.
Aantal bouwlagen
Als voorbeeld is genomen een hoogbouw van
twintig, veertig en zestig bouwlagen, wat met
een verdiepingshoogte van 3,500 m een gebouwhoogte geeft van 70 m, 140 m en 210 m hoog.
22-03-2005 14:29:29
Cyclustijd bouwlaag
Als voorbeeld is genomen een cyclustijd van tien
dagen en daarna een cyclustijd van vijf dagen
per bouwlaag. De intervaltijd tussen de start
van twee opeenvolgende bouwlagen wordt de
cyclustijd, omdat de intervaltijd zich als een
cyclus herhaalt.
Intervaltijd draagconstructie en gevel
De ruwbouw is de tijdsduur dat op een bouwlaag wordt gestart met de draagconstructie tot
het tijdstip dat de gevel van de bouwlaag winden waterdicht is. De intervaltijd is afhankelijk van
de bouwmethode, in de rekenvoorbeelden is een
intervaltijd van vijftig dagen aangehouden.
Bruto-vloeroppervlak bouwlaag
Aangenomen is een hoogbouw met een brutovloeroppervlak van 1.500 m2 per bouwlaag.
155
Intervaltijd afbouw
De tijdsduur tussen start van de weersgevoelige
afbouw op een bouwlaag tot het tijdstip dat de
bouwlaag gereed is voor oplevering. De intervaltijd voor woningen en kantoorgebouwen is
ongeveer vijftig dagen.
Bouwtijd in kalendermaanden
Totdat de bovenste bouwlaag wind- en waterdicht is, treedt verlet op door vorst, regen en
vooral ook wind. Aangenomen is gemiddeld vijftien werkbare dagen per kalendermaand.
Cyclustijd tien dagen
Bij verdiepingbouw is de cyclustijd van een
bouwlaag tien tot vijftien dagen, guur 6.1. Als
bij hoogbouw de minimale cyclustijd van verdieBouwtijd
Productietijd lagen 10 dagen
Intervaltijd in dagen
Bouwtijd in dagen
Bouwtijd in maanden
Bruto-vloeroppervlak in m2
Productietempo per dag
50
50
50
20 lagen
40 lagen
60 lagen
200
150
350
23
30.000
86 m2
400
150
550
37
60.000
109 m2
600
150
750
50
90.000
120 m2
06950556_H06.indd 155
22-03-2005 14:29:30
156
Bij hoogbouw blijkt de productie van deze verticale draagconstructie (kern) meer bepalend te
zijn voor het productietempo dan de vloeren.
Er zijn in principe drie verschillende constructiesystemen voor de verticale draagconstructie om
20 lagen
40 lagen
60 lagen
100
150
250
17
30.000
120 m2
200
150
350
23
60.000
171 m2
300
150
450
30
90.000
200 m2
Bruto-vloeroppervlak in m2
Bouwtijd in maanden
Totale investering (in euro)
Rente 8% (in euro)1
Bouwrente per m2 BVO (in euro)
1
30.000
23
37.500.000
2.875.000
96
30.000
17
37.500.000
2.125.000
70.84
06950556_H06.indd 156
22-03-2005 14:29:30
157
3 Buis-in-buisprincipe
Ook is een combinatie van kern en gevelbuis
mogelijk. De windbelasting wordt gedeeltelijk
door de gevelwand opgenomen. Via de vloer
wordt de resterende windbelasting naar de kern
overgebracht, guur 6.6-3. De vloerconstructie
moet niet alleen de verticale belastingen overdragen naar gevel en kern maar moet ook als
balkenrooster fungeren om een gedeelte van de
horizontale belastingen van gevel naar kern over
te dragen.
2 Gevelbuisprincipe
De constructie van de gevel wordt zodanig ontworpen, dat de gevelwanden als stabiliteitswanden kunnen fungeren, guur 6.6-2. De afstanden
tussen de gevelwanden is groter dan bij kernwanden, waardoor de stabiliteitsfunctie beter is.
Het constructief ontwerp van de gevelwanden
moet wel zodanig zijn dat de gevels ondanks de
perforaties voor de raamopeningen als wandvlak
krachten kunnen opnemen. Aan de verbindingen
tussen de elementen in de gevel worden hoge
eisen gesteld. De vloeren liggen binnen de
gevelwanden en moeten de gevelwanden
tegen uitbuiging beschermen.
06950556_H06.indd 157
22-03-2005 14:29:31
158
Werkzaamheden
Hoeveelheid
Manuren
Mandagen
Bekistingswerk
Vlechtwerk
Betonwerk
466 . m2
11,6 ton
116 . m3
0,5 per m2
20, per ton
0,5 per m3
233
233
58
29
29
7
Betonvloer maken
466 . m2
1,1 per m2
523
65
06950556_H06.indd 158
22-03-2005 14:29:32
06950556_H06.indd 159
159
22-03-2005 14:29:33
160
Figuur 6.11 Cyclustijd negen dagen bij vloer in twee keer storten
06950556_H06.indd 160
22-03-2005 14:29:34
06950556_H06.indd 161
Figuur 6.13 Cyclustijd vijf dagen bij vloer in vijf keer storten
22-03-2005 14:29:35
162
Werkzaamheden
Hoeveelheid
Manuren
Mandagen
Bekisting wanden
Vlechtwerk wapening
Storten wanden
208 m2
2,6 ton
26 m3
0,5 per m2
20, per ton
0,5 per m3
104
52
13
13
6,5
2
Betonwanden
104 m2
1,6 per m2
169
21
36
Kolommen maken
12 stuks
3 per kolom
06950556_H06.indd 162
22-03-2005 14:29:35
163
06950556_H06.indd 163
22-03-2005 14:29:37
164
06950556_H06.indd 164
22-03-2005 14:29:40
165
06950556_H06.indd 165
22-03-2005 14:29:43
166
06950556_H06.indd 166
22-03-2005 14:29:44
167
06950556_H06.indd 167
22-03-2005 14:29:45
168
Het productietempo van een glijbekisting is afhankelijk van de aanvangssterkte van het beton
en de hoogte van de bekistingsmal. Bij hoge
torens is een productietempo van 3 tot 4 m
hoogte per 24 uur mogelijk.
Met een glijbekisting zijn alleen de wanden van
een kern te maken, guur 6.29. Kernvloeren
moeten later apart worden bekist en gestort.
Tijdens het glijden kunnen sparingen en stekkenbakken in de glijkist worden geplaatst. Voor het
maken van wandopeningen kunnen mallen van
bovenaf in de glijkist worden gesteld.
Glijbekisting is een goede bouwmethode voor
het maken van hoge torens en silos, die alleen
bestaan uit verticale wanden zonder horizontale
vloeraansluitingen.
06950556_H06.indd 168
Voor het uitvoeren van kernen voor hoge utiliteitsgebouwen heeft glijbekisting een groot aantal nadelen:
verticale maatvoering moeilijk te beheersen;
grote maatafwijkingen van sparingen en voorzieningen;
klimbokken, vijzels en bedieningsapparatuur
vergen hoge investeringen;
klimstaven in wanden verhogen kosten wapening;
opbouw glijbekisting met alle apparatuur
vergt veel tijd;
werken in twee of drie ploegen in de bouw
niet gebruikelijk;
moeilijk voor korte tijd groot aantal bouwvakkers in ploegensysteem te werven;
uurloonkosten bij ploegensysteem met extra
voorzieningen aanzienlijk hoger;
rondom glijbekisting mag uit veiligheidsredenen niet worden gewerkt;
draagconstructie rondom kern kan pas starten
als glijbekisting gereed en gedemonteerd is;
glijproces kan bij ongunstige weersomstandigheden moeilijk worden onderbroken;
arbeidsomstandigheden dag en nacht in weer
en wind boven op glijkist zeer ongunstig.
22-03-2005 14:29:46
06950556_H06.indd 169
169
22-03-2005 14:29:47
170
Voorbeeld
Kern met drie schachten
De klimbekisting bestaat uit drie
schachtkisten en vier buitenkisten, guur
6.31. Elke schachtbekisting is samengesteld
uit vier wandkisten. Twee wandkisten zijn
in de hoeken vast aan elkaar gekoppeld
waardoor L-vormige wandkisten ontstaan.
De twee L-vormige wandkisten zijn met
een open hoek gekoppeld met een speciaal
binnenhoekproel die bij het ontkisten
is te lossen. Daardoor is het mogelijk de
L-vormen naar binnen te trekken en de
schachtkist kan een verdieping hoger
worden gehesen. Voor buitenwandkisten op
de consolesteigers moet de werkvloer in de
buitenhoeken worden verlengd om rondom
te kunnen lopen.
06950556_H06.indd 170
22-03-2005 14:29:48
171
06950556_H06.indd 171
22-03-2005 14:29:49
06950556_H06.indd 172
172
22-03-2005 14:29:50
06950556_H06.indd 173
22-03-2005 14:29:50
06950556_H06.indd 174
174
22-03-2005 14:29:51
06950556_H06.indd 175
175
22-03-2005 14:29:51
176
06950556_H06.indd 176
De volgende paragraaf is een theoretische studie voor een industrieel uitvoeringsproces voor
hoogbouw. Het zal in deze vorm waarschijnlijk
nooit worden gebouwd omdat er geen rekening
gehouden is met architectonische aspecten van
hoogbouw.
6.4.1 Ontwerp hoogbouw vanuit
uitvoeringsproces
De gehanteerde uitgangspunten zijn:
kantoorruimte bij verkeersknooppunt;
zo veel mogelijk kantooroppervlak;
zo hoog mogelijk gebouw;
zo kort mogelijke bouwtijd;
zo laag mogelijke bouwkosten.
22-03-2005 14:29:52
177
06950556_H06.indd 177
22-03-2005 14:29:53
178
Per m2 BVO
buisprincipe leidt tot verlaging van de hoeveelheid constructiemateriaal. Minder materiaal per
m2 vloeroppervlak betekent minder materiaal te
transporteren. Dit werkt positief voor het transportsysteem. Minder materiaal betekent minder
materiaal te verwerken wat gunstig werkt voor
de hoeveelheid arbeid.
117 m3
180 m3
34 m3
23 m3
Wapening
(55 kg/m3)
(6 kg/m3)
(120 kg/rib)
(100 kg/st)
6.360 kg
9.000 kg
9.000 kg
3.600 kg
1.944 m2
354 m3
27.960 kg
1 m2
0,18 m3
14,4 kg
06950556_H06.indd 178
22-03-2005 14:29:53
179
06950556_H06.indd 179
22-03-2005 14:29:54
180
06950556_H06.indd 180
22-03-2005 14:29:55
181
Geraadpleegde en aanbevolen
literatuur
1 Flapper, H.A.J., Bouwplanning. ThiemeMeulenhoff, 2004
2 Logistiek in de bouw. Deelstudie 3: Constructieve kernen in gebouwen (SBR 207). SBR
06950556_H06.indd 181
22-03-2005 14:29:56
182
06950556_H06.indd 182
22-03-2005 14:29:56
Uitvoeren gevels
H. A. J. Flapper
06950556_H07.indd 183
31-03-2005 11:39:12
184
Inleiding
Vanuit de uitvoering gezien is de omhulling van
gebouwen in twee groepen te verdelen, de gevel
als verticale scheidingsconstructie en het dak als
horizontale scheidingsconstructie.
De gevels zijn te verdelen in twee groepen:
1 laagbouwgevel, guur 7.1-1, die vanaf maaiveld is te maken;
2 verdiepingsgevel, guur 7.1-2, waarvoor hulpconstructies nodig zijn om gevel te maken of te
monteren.
In dit hoofdstuk wordt eerst de traditionele gevel
van metselwerk behandeld. Aan de visuele maatkwaliteit van gevels worden hoge eisen gesteld
en dat is bij metselwerk gemakkelijk te realiseren.
Bij gevels van grote elementen blijkt dat aan de
gevel hogere maatnauwkeurigheidseisen worden
gesteld dan aan de draagconstructie waar de
elementen aan moeten worden vastgemaakt.
Voorafgaand aan prefab-gevelelementen wordt
eerst inzicht gegeven in de maatafwijkingen
tussen gevels en draagconstructies omdat het
beheersen van de maattoleranties van invloed is
op het ontwerp en de montage van prefabgevelelementen. De montage van gevels
bekleed met plaatmateriaal stelt heel andere
eisen aan de bevestiging en de montage.
7.1 Gevelmetselwerk
In de Nederlandse woningbouw is een gemetselde stenen gevel de meest voorkomende gevelconstructie. Van de verschillende steensoorten
komt baksteen in waalformaat het meest voor.
Om de basis voor de uitvoering van metselwerk
uit te leggen, is gekozen voor de typische Nederlandse laagbouwwoning. Het metselproces lijkt
eenvoudig, maar het vergt een integratie van
vier logistieke processen:
1 steiger als veranderende werkplek;
2 transport steen;
3 transport mortel;
4 verwerken door metselaar.
Eerst wordt het gebruikelijke metselproces uitgelegd zoals het wordt toegepast bij gevels van
laagbouwwoningen. Hierbij zal blijken dat het
ontwerp van de steiger grote invloed heeft op
het metselproces. Als men dat proces onder de
knie heeft, is het mogelijk allerlei verbeteringen
te beoordelen die zijn of worden ontwikkeld om
het metselproces te verbeteren.
Die vernieuwingen hebben betrekking op verbetering van de logistiek en verbetering van
de arbeidsomstandigheden van de metselaar.
Daarna wordt voor een kantoorgebouw van vier
bouwlagen een steigerplan gemaakt waaruit zal
blijken dat een goede werkvoorbereiding effect
heeft op de productie van het metselen en op
de hoeveelheid steiger die voor een verdiepingbouw nodig is.
06950556_H07.indd 184
31-03-2005 11:39:13
7 UITVOEREN GEVELS
Soort steen/afmeting
Baksteen waalformaat
Betonsteen wf
Verblendsteen wf
Betonsteen
Het gevelontwerp bepaalt het aantal metselproelen dat nodig is en zowel de norm als het
aantal kan verschillen. Aluminium proelen zijn
duurder dan houten, maar zijn minder kwetsbaar
en gaan langer mee. Bij kunststof isolatieplaten
moeten de naden met PUR worden afgedicht.
Het steigersysteem heeft invloed op arbeidskosten, de huurkosten en de huurtijd van de steiger.
7.1.2 Traditioneel metselproces
Om het metselproces te kunnen behandelen, is
het nodig eerst enkele basiskenmerken aan te
geven. In Nederland is waalformaat de meest
voorkomende steenvorm. Wf met de afmeting
van 52 100 210 mm wordt zowel in baksteen als beton- en kalkzandsteen geleverd en
is de rekeneenheid voor de steenproductie. Het
horizontale maatsysteem van waalformaat is
de koppenmaat van 110 mm en het verticale
maatsysteem is 16 lagen per meter hoogte, en
dat geeft een lagenmaat van 62,5 mm. Met deze
koppen- en lagenmaat moeten 72 stenen per m2
gevel worden gemetseld.
Aantal per m2
Manuur per m2
72
72
72
46
1.056
970
753
794
0,54
0,59
0,76
0,49
Soort steen/afmeting
Baksteen waalformaat
Betonsteen wf
Verblendsteen wf
Betonsteen
185
BRON: SAOB
m2 per dag
Manuur per m2
3.168
2.910
2.259
2.382
44,0
40,4
31,4
51,8
0,73
0,79
1,02
0,65
10,12
11,00
14,19
13,44
06950556_H07.indd 185
31-03-2005 11:39:14
186
Materiaal
en arbeid
Baksteen
Metselen
eenvoudig
moeilijk
Specie
Voegwerk
Voegspecie
Proelwerk
eenvoudig
moeilijk
Materieel
eenvoudig
moeilijk
Spouwankers
Isolatieplaat
Isolatiewerk
Steiger arbeid
Steiger huur
Hoeveelheid
per m2 gevel
Eenvoudig metselwerk
Prijs per eenheid Kosten per m2
Moeilijk metselwerk
Prijs per eenheid Kosten per m2
75 stuks
0,73 manuur
1,02 manuur
25 liter
1 m2
4l
99, per m3
7,20
99,
0,2 stuk
0,4 stuk
0,2 stuk
0,4 stuk
4 stuk
1 m2
1 m2
1 m2 per m2
4 week per m2
0,12
Gemetselde gevel 1 m2
0,12 per m2
3,60 per m2
2,40 per m2
9, per m2
30, per week
eenvoudig
24,10
33,66
2,47
5,40
0,40
0,48
4,20
2,40
9,
1,20
68,19
2,47
7,20
0,40
9,24
0,48
1,20
7,20
3,60
12,
2,40
moeilijk
102,35
minimaal 2,850 mm. Om de woonkwaliteit verder te verhogen, is er een tendens om de nettoverdiepingshoogte nog groter te maken en zal
een bruto-verdiepingshoogte van 3,000 m ook
veel voorkomen. Dit wordt in de volgende voorbeelden als uitgangspunt genomen. Met een
lagenmaat van maximaal 62,5 mm zijn er per
verdieping 3,000 : 62,5 = 48 lagen.
De lagenmaat begint op Peil als bovenkant afgewerkte vloer, maar onder Peil moet ook een
aantal lagen worden gemetseld. In hoofdstuk
3 zijn de hoogten van de bovenkant van de
fundering aangegeven. Bij de ribcassettevloer is
bovenkant fundering 355 mm P. In het Handboek bouwtechnische details voor energie-efcinte
woningbouw en vernieuwbouw (SBR 200) is rekening gehouden met de eisen voor de thermische
isolatie en dan moet bij de langsgevels de isolatie
op bovenkant fundering beginnen en bij de kopgevels van woningen moet de isolatie tot 505
mm P doorlopen.
06950556_H07.indd 186
31-03-2005 11:39:15
7 UITVOEREN GEVELS
Uitwendige diameter
Minimum wanddikte
Gewicht per 1m
Oppervlaktedoorsnede F
Weerstandsmoment W
Traagheidsmoment I
48,25
3,2
39,3
4,92
5,23
12,64
mm
mm
N
cm2
cm3
cm4
06950556_H07.indd 187
Eigenschappen steigerbuis
187
31-03-2005 11:39:16
188
Eigenschappen
Steigerbreedte staanders
Steigerlengte staanders
Afstand kortelingen
Maximum steigerhoogte
Gelijkmatige belasting
Geconcentreerde belasting
Geconcentreerd oppervlak
Zware buissteiger
(metselsteiger)
Lichte buissteiger
(montagesteiger)
1.500 mm
1.600 mm
800 mm
30 m
3 kN/m2
3 kN/m2
0,5 0,5 m
1.500 mm
2.000 mm
1.000 mm
30 m
1,5 kN/m2
1,5 kN/m2
0,5 0,5 m
Er zijn hier dus vijf slagen nodig om de zoldervloer te bereiken, guur 7.11.
06950556_H07.indd 188
31-03-2005 11:39:18
06950556_H07.indd 189
189
7 UITVOEREN GEVELS
31-03-2005 11:39:19
190
06950556_H07.indd 190
31-03-2005 11:39:21
7 UITVOEREN GEVELS
06950556_H07.indd 191
191
31-03-2005 11:39:23
192
06950556_H07.indd 192
31-03-2005 11:39:24
7 UITVOEREN GEVELS
193
tijdelijk bordes gemonteerd, van waaraf de metselaar de volgende metselslag van 1,5 m kan maken. Aan de binnenkant van de steiger wordt op
1.5 m boven de steigervloer een bordes gemonteerd waarop de stenen geopperd worden. Het
bezwaar van dit steigersysteem is dat de stenen
op een verhoging van 1,5 m boven de steigervloer geplaatst moeten worden, guur 7.24.
1,5 m
06950556_H07.indd 193
31-03-2005 11:39:25
194
06950556_H07.indd 194
31-03-2005 11:39:27
7 UITVOEREN GEVELS
Slag
Nummer
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Totaal
06950556_H07.indd 195
Stenen
per stramien
195
Metselen
n 7,200 m
Steiger bouwen
n 7,200 m
Steiger aanwezig
n 7,200 m
600
380
691
250
829
250
691
380
587
285
5 7,200
8 7,200
5 7,200
12 7,200
4 7,200
12 7,200
5 7,200
8 7,200
5 7,200
11 7,200
8 7,200
5 7,200
12 7,200
4 7,200
12 7,200
5 7,200
8 7,200
5 7,200
11 7,200
8 7,200
13 7,200
17 7,200
16 7,200
16 7,200
17 7,200
13 7,200
13 7,200
16 7,200
11 7,200
4.943
12 7,200
4 7,200
16 7,200
08-04-2005 15:45:04
196
06950556_H07.indd 196
31-03-2005 11:39:29
7 UITVOEREN GEVELS
productietempo geveloppervlak
huurprijs steiger
huurprijs
huur steiger per duizend
huur steiger per m2 gevel
steiger dichtleggen
lengte dichte steiger
aantal steigerplanken
lengte standaardsteigerplank
werkende lengte steigerplank
aantal steigerplanken
197
stramien 7,200 m
13,800 + P
10 slagen
5.000 stuks
12 7,200 = 87 m
4 7,200 = 29 m
16 7,200 = 115 m
16 5.000 = 80.000 st
3.000 stuks
27 dagen
115 14 = 1.600 m2
1600
= 59 m2 per dag
127
27 dagen
35 dagen
35
= 7 weken
5
0,50 per m2 per week
1.600 m2 7 weken = 5.600,
5.600, per 80.000 = 70, per 1.000
5.600, per 1.600 m2 = 3,50 per m2
min. 2 slagen
2 115 = 230 m
8 planken
5,00 m
4,50 m
8
230
= 410 stuks
4.50
06950556_H07.indd 197
31-03-2005 11:39:29
198
06950556_H07.indd 198
Cementwater kan beschadiging van glas veroorzaken en daarom worden de kozijnen pas
gemonteerd als de voeger tot onder de vensterbank is gezakt. Na de montage van de gevelkozijnen wordt de steigervloer van de achtste slag
gedemonteerd en gaat de voeger het metselwerk van de zevende slag afvoegen. De voegers,
kozijnmonteurs en steigerbouwers moeten in
een goede samenwerking slag voor slag naar
beneden werken tot de eerste slag op de begane
grond.
Vanaf de tweede slag wordt elke verdieping gevoegd, daarna wordt die slag gedemonteerd en
vanaf de steiger op verdiepingsvloerhoogte het
voegwerk afgemaakt. Daarna kunnen de gevelkozijnen worden gemonteerd. Per stramien van
7,200 m moeten 5.000 stenen worden gemetseld. Per bouwlaag: dag 1 metselen eerste slag,
dag 2 tussensteiger bouwen en dag 3 de tweede
slag metselen.
31-03-2005 11:39:30
7 UITVOEREN GEVELS
199
06950556_H07.indd 199
31-03-2005 11:39:31
200
Er zijn ook gevels waarbij het metselwerk per verdieping wordt ondersteund naar de draagconstructie. Dan is een gevelbalk met neuslijst (latei)
nodig. Bij het ontwerp van deze gevelbalk met
latei moet met de volgende aspecten rekening
worden gehouden:
maatkwaliteit latei ter plaatse van metselwerk;
wijze van uitvoering gevelbalk in relatie met
draagconstructie;
bouwkosten gevelbalk met neuslijst (latei).
7.2.1 Praktijkvoorbeeld ontwikkeling gevelbalk
De gevelbalk met latei is een gecompliceerde
constructie. Aan de hand van een praktijkvoorbeeld wordt een aantal alternatieven uitgewerkt,
waarbij per variant het verschil in bouwkosten
wordt aangegeven. Met behulp van deze varianten is het mogelijk voor een bepaald project de
meest economische oplossing te ontwerpen.
06950556_H07.indd 200
31-03-2005 11:39:33
7 UITVOEREN GEVELS
201
Variant 1
Variant 2
Betongevelbalk
Metselwerk
Gevelkozijnen
Glas/afwerking
Kosten 1 m gevel
1.200,
.480,
.240,
.258,
.222,
.426,
.240,
.258,
.222,
1.146,
06950556_H07.indd 201
31-03-2005 11:39:34
202
06950556_H07.indd 202
Gevelconstructie
Variant 3
Variant 4
Betongevelbalk
Metselwerk
Gevelkozijnen
Glas/afwerking
258,
240,
258,
222,
174,
240,
258,
222,
Kosten 1 m gevel
978,
894,
31-03-2005 11:39:35
7 UITVOEREN GEVELS
203
Montage gevelkozijnen
Bij de gemetselde borstwering moeten de houten gevelkozijnen stuk voor stuk worden gemaatvoerd en gemonteerd op het metselwerk en aan
de onderkant van de gevelbalk, guur 7.41-1. In
plaats van de kozijnen stuk voor stuk met ankers
en hoekijzers te monteren is een alternatief uitgewerkt waarbij aan de onder- en de bovenkant
van de gevelbalk doorgaande proelen worden
aangebracht en gemaatvoerd. Op de bovenkant
van de borstwering wordt een multiplex strook
gemonteerd met een veer waarin de onderdorpel van het kozijn valt. Aan de onderkant van de
gevelbalk is een multiplex strook ingestort waaraan een doorgaand hoekijzer wordt bevestigd.
De gevelkozijnen kunnen nu beglaasd zonder
aparte maatvoering worden gemonteerd, guur
7.41-2.
Gevelconstructie
Variant 5
Variant 5A
Betongevelbalk
Metselwerk
Gevelkozijnen
Glas/afwerking
210,
180,
258,
222,
210,
180,
210,
222,
Kosten 1 m gevel
870,
822,
06950556_H07.indd 203
31-03-2005 11:39:36
204
06950556_H07.indd 204
31-03-2005 11:39:37
7 UITVOEREN GEVELS
205
06950556_H07.indd 205
31-03-2005 11:39:39
206
deren, is het mogelijk na de draagconstructie inclusief gevelbalk opnieuw te gaan maatvoeren voor
de montage van de latei. Bij aparte montage in de
latei beter in een stalen versie te monteren.
Voor de bevestiging van de gevelbalk aan de
kolom is het mogelijk een sparing in de kolom te
maken waardoor de gevelbalk niet hangt maar
staat op de sparing, guur 7.47-1 en 7.47-2. Als
de kolommen zeer nauwkeurig te lood worden
gesteld en in de kolomsparing doken zijn ingestort, is het mogelijk de horizontale maatnauwkeurigheid zonder nastellen te realiseren. Voor de
hoogtemaatvoering worden vulplaatjes over de
doken aangebracht. In de kop van de kolom zijn
stalen strippen ingestort, waardoor met draadeinden uit de balk het element horizontaal te
stellen is.
Lateibalk extra maatvoeren
Aan de gevelbalk zijn oplegnokken te maken,
guur 7.48. Deze oplegpunten zorgen alleen
voor de verticale maatvoering. Aan de boven- en
onderkant van de gevelbalk zijn hoekijzers met
stelbouten aan de kolom bevestigd waarmee het
element in horizontale richting op vier punten
kan worden nagesteld. Na het afstellen van het
element worden de sparingen in de oplegnokken met krimpvrije mortel gevuld waardoor het
element horizontaal is verankerd. De oplegnok in
het element ligt in de malzijde van het element
en vergt een aanpassing van de mal. De afstand
tussen de latei en de verticale en horizontale
06950556_H07.indd 206
Samenvatting
Bij het maken van een gevelbalk in situ is per
m3 beton veel bekisting nodig en de werksituatie
aan de rand van de vloer is moeilijk veilig te maken.
Een gevelbalk is beter prefab te maken vooral
met een latei waaraan hoge eisen worden
gesteld en waarbij een goede isolatie tussen latei
en gevelbalk nodig is.
Als de prefab-gevelbalk na de vloer wordt
gemonteerd, is er voor de vloer een randkist
nodig en ontstaat er een voeg die tegen geluidsen brandoverslag moet worden gedicht.
Als de prefab-gevelbalk voor de vloer wordt
gemonteerd, ontstaat er geen voeg tussen de
balk en de vloer en de vooraf gemonteerde
gevelbalk geeft een bescherming bij het maken
van de vloerbekisting.
31-03-2005 11:39:40
7 UITVOEREN GEVELS
207
06950556_H07.indd 207
31-03-2005 11:39:42
208
gevel aangebracht in het werk. Bij een strokengevel is het metselwerk nooit hoger dan 2 m
waardoor deze oplegging de kostprijs van het
metselwerk verdubbeld.
Samenvatting
Stalen gevellateien die ten behoeve van het
metselwerk aan de gevel worden gemonteerd
geven als ondersteuning een aanzienlijke verhoging van de kosten van gevelmetselwerk.
Bij het later monteren wordt de maatnauwkeurigheid van de gevel en de draagconstructie
ontkoppeld.
Bij een goede maatbeheersing van de gevelbalk zal een betonlatei gelijk met de draagconstructie aangebracht aanzienlijk goedkoper kunnen zijn dan een stalen latei later.
De gevel van guur 7.53 is boven de gevelkozijnen van de eerste verdieping gedilateerd.
Boven de grote ramen op de eerste verdieping
is een doorgaande latei aan de draagconstructie
opgehangen. Het metselwerk tot aan bovenkant
ramen eerste verdieping steunt dus op de
begane grond, guur 7.53. Met lateien van
beton of baksteen/beton is het mogelijk zelfdragende overspanningen in het metselwerk van
het buitenblad te maken tot 4,000 m. Boven de
kleinere ramen zijn deze zelfdragende lateien toe
te passen.
06950556_H07.indd 208
Bij metselwerk is de visuele maatkwaliteit acceptabel als de lintvoegen redelijk waterpas zijn en
de breedte van de voegen onderling niet te veel
verschillen. Dat wordt bereikt door voor de verti-
31-03-2005 11:39:43
7 UITVOEREN GEVELS
209
Uit de guur en de denitie blijkt dat maatafwijking en maattolerantie twee verschillende begrip-
06950556_H07.indd 209
Op basis van de formules in NEN 2886 zijn in bijlage A van de norm rekenvoorbeelden gegeven
van maximaal toelaatbare maatafwijkingen voor
de draagconstructie van utiliteitsgebouwen.
Figuur 7.56 toont een betonskelet met een
kolomafstand van 7,200 m en hierin zijn genummerde punten aangegeven. In guur 7.57
is vermeld wat de maximaal toelaatbare maatafwijking mag zijn tussen twee punten, zowel
in horizontale als verticale richting en zowel per
stramien als over meerdere stramienen.
31-03-2005 11:39:44
210
uitgave Gevels in prefab beton hebben de producenten dat verder uitgewerkt, onder andere voor
architectonische gevelelementen.
Tussen punt 1
Tussen punt 1
Tussen punt 1
Tussen punt 4
Tussen punt 7
Tussen punt 9
Tussen punt 13
Tussen punt 15
Tussen punt 15
en punt 2
en punt 11
en punt 12
en punt 5
en punt 8
en punt 10
en punt 14
en punt 16
en punt 17
+/ 24 mm
+/ 25 mm
+/ 25 mm
+/ 24 mm
+/ 26 mm
+/ 27 mm
+/ 23 mm
+/ 19 mm
+/ 19 mm
06950556_H07.indd 210
Breedte element
Dikte element
Hoogte element
Diagonale maat
Scheluwte element
Kromte element
Haaksheid element
Voorziening malzijde
Voorziening stortzijde
+/ 7 mm
+/ 5 mm
+/ 7 mm
+/ 9 mm
+/ 8 mm
+/ 1,4 mm/m
+/ 7 mm/m
+/ 8 mm
+/ 13 mm
31-03-2005 11:39:44
7 UITVOEREN GEVELS
VV
20
10
15
12
211
D=1
1,5
D=2 2,5
D=3
3,5
D=4
0,10
0,06
0,04
0,02
0,15
0,09
0,05
0,03
0,20
0,12
0,07
0,04
0,30
0,18
0,11
0,05
0,35
0,21
0,12
0,06
0,40
0,24
0,14
0,07
0,25
0,15
0,09
0,04
Element zwart
Element grijs
Element wit
Zwart
Grijs
Wit
1,2
1,1
1,0
1,3
1,5
1,2
1,4
1,3
1,7
06950556_H07.indd 211
31-03-2005 11:39:45
212
0,9
1,2
1,3
2,2
3,0
3,1
3,1
3,2
3,2
3,4
4,0
4,6
4,7
5,2
5,5
50
30
27
20
10
30
8
23
20
10
12
10
10
23
20
1,0
1,2
1,1
1,4
1,0
1,0
1,3
1,3
1,2
1,0
1,1
1,1
1,1
1,0
1,1
Voegbreedte
Verhouding
Maatfactor
250 mm
250 mm
250 mm
5 mm
20 mm
50 mm
50
12
5
0,25
0,15
0,09
06950556_H07.indd 212
31-03-2005 11:39:46
7 UITVOEREN GEVELS
Door het verschil in kleur tussen voeg en element is ook de contrastfactor verschillend.
De maximaal toelaatbare maatafwijkingen bij
een voeglengte van 250 mm en duidelijkheid
D = 2,5 is te berekenen:
A = M (0,25) C (1,0) V (5) = +/ 1,25 mm
A = M (0,15) C (1,3) V (20) = +/ 3,90 mm
A = M (0,09) C (1,6) V (50) = +/ 7,20 mm
Uit deze berekening blijkt dat zowel de voegbreedte als het contrast grote invloed heeft op
de toelaatbare maatafwijking van de voeg. In
het eerste geval een maximaal toelaatbare maatafwijking van 1,25 mm is praktisch onhaalbaar
en het resultaat zal zijn dat de D van 2,5 niet
te realiseren is en de maatafwijkingen duidelijk
zichtbaar zullen worden.
Deze voorbeelden waren gebaseerd op een
geringe voeglengte van 250 mm. Als het gaat
om voegen tussen elementen groter dan 1,000
m dan is de verhouding tussen voeglengte
en voegbreedte niet meer van invloed en blijft
bij een duidelijkheid D = 2,5 de maatfactor
M = 0,25, de maximaal toelaatbare maatafwijkingen in de voegen zijn dan:
A = M (0,25) C (1,0) V (5) = +/ 1,25 mm
A = M (0,25) C (1,3) V (20) = +/ 6,50 mm
A = M (0,25) C (1,6) V (50) = +/ 20,00 mm
Samenvatting
Door kennis en inzicht in de factoren die de
zichtbaarheid van maatafwijkingen in voegen
bepalen, wordt het mogelijk gevels van prefabelementen te ontwerpen met een zo groot
mogelijke visuele maatkwaliteit.
Als een bepaalde bouwmethode voor een gevelconstructie leidt tot een maximaal toelaatbare
maatafwijking die niet te realiseren is, is de zichtbaarheid van de maatafwijking (de factor D) te
verminderen door:
vergroting voegverhouding VV, waardoor
maatfactor M groter wordt;
vermindering contrast tussen voeg en element, waardoor contrastfactor C groter wordt;
vergroting voegbreedte, waardoor afwijkingen
in voeg minder zichtbaar worden.
06950556_H07.indd 213
213
31-03-2005 11:39:46
214
De verticale voeg tussen twee sandwich-elementen is eveneens een doorgaande voeg die aan de
buitenkant met kit en aan de binnenkant met kit
of een krimpvrije mortel gedicht moet worden,
guur 7.65-2. De waterdichtheid van de gevel is
afhankelijk van kit en bij gebrekkig onderhoud is
lekkage niet uitgesloten.
Een sandwich-element kan bij een buitenhoek
in verstek worden gemaakt. Een scherpe hoek
in het buitenblad is in beton niet mogelijk en
daarom moet de hoek worden afgesnoten, guur 7.66-1. Een alternatief is om het buitenblad
de hoek om te zetten. Dit is bij het produceren
van het sandwich-element niet eenvoudig. Omdat het buitenblad door het klimaat in vorm
moet kun-nen veranderen moet het onafhankelijk van het binnenblad kunnen vervormen,
guur 7.66-2. Bij de omzetting van het buitenblad moet daarvoor ruimte aanwezig zijn.
06950556_H07.indd 214
Figuur 7.67 Draagconstructie en gevelelement
31-03-2005 11:39:48
7 UITVOEREN GEVELS
7.4.2 Prefab-betonbuitenbladelementen
Als het buitenblad van de gevel gemaakt wordt
van grote prefab-betonelementen, dan kunnen
tot twee bouwlagen die elementen op elkaar
worden gestapeld. Bij hogere gevels worden de
prefab-betonelementen hangend aan de gevel
bevestigd.
215
Tienpuntsophanging
In de Belton-uitgave Gevels in prefab beton wordt
voor het ophangen van het element aan de
draagconstructie een bevestigingssysteem geadviseerd dat bestaat uit de volgende onderdelen,
guur 7.68:
twee gevelplaatankers die verticale belasting
opvangen;
twee drukbouten aan bovenkant element;
twee druk-trekbouten aan onderkant element;
twee doken als koppeling tussen elementen;
twee hijshaken voor transport element.
Het belangrijkste bevestigingsmiddel is het gevelplaatanker, guur 7.69-1, dat uit drie delen
bestaat: een U-vormig anker in de betonplaat,
een bevestiging aan de draagconstructie en
daartussen een draadeind. Bij de montage van
het element moet de bouwkraan het element
net zo lang vasthouden tot de stelleur de bouten heeft aangebracht. Het gevelplaatanker
zorgt alleen voor de verticale positie van het
element en naast dit anker is een bout in een
schroefhuls nodig die het element horizontaal
06950556_H07.indd 215
31-03-2005 11:39:49
216
06950556_H07.indd 216
31-03-2005 11:39:49
7 UITVOEREN GEVELS
06950556_H07.indd 217
217
7.4.3 Prefab-betonborstweringelementen
Bij een strokengevel komen zowel vlakke als
buikvormige borstweringelementen voor, guur
7.72. Een gebruikelijke bevestigingsmethode is
het maken van betonconsoles aan het element
waarmee het gewicht wordt overgebracht naar
de vloerrand, guur 7.72-1. Het element wordt
onder en boven ieder met twee druk-trekbouten
aan de kolommen bevestigd. Met een stelbout
ingestort in de vloer is de hoogteafstelling mogelijk. Met de vier druk-trekbouten kan het element
loodrecht op de gevel worden nagesteld. Bij het
monteren moeten in elk geval de bovenste druktrekbouten zijn aangebracht voordat de hijshaken te lossen zijn.
31-03-2005 11:39:50
218
Figuur 7.73 Bevestiging borstweringelement
06950556_H07.indd 218
31-03-2005 11:39:51
7 UITVOEREN GEVELS
06950556_H07.indd 219
219
31-03-2005 11:39:52
220
06950556_H07.indd 220
Bij toepassing van ankers in de horizontale voegen moet elk anker de helft van het gewicht van
de plaat dragen, guur 7.76-3. Bij ankers in de
verticale voegen moet het bovenste anker de
plaat dragen en hoeft het onderste anker alleen
de plaat te steunen. Het steunanker kan dan lichter worden uitgevoerd.
Keuze voegoplossing
Bij het ontwerpen van een natuurstenen gevel
moet in een vroeg stadium een beslissing worden
genomen over de voeg. Als de natuurstenen bekleding zowel de wind- als waterdichting van de
gevel moet verzorgen, is een kitvoeg nodig waaraan zeer hoge eisen worden gesteld. De levensduur van de kitvoeg, guur 7.77-1, is aanzienlijk
korter dan de levensduur van de natuursteen.
Nadelen kitvoeg
kosten eenmalig aanbrengen;
kosten periodiek onderhoud;
kosten vervangen na vijftien jaar;
risico lekkage bij montagepennen;
ventilatie spouw achter natuursteen nodig;
steiger moet langer staan voor kitwerk.
Bij de keuze voor een open voeg, guur 7.77-2,
vervallen de hoge kosten van het kitwerk, maar
dan moet de isolatie zelf waterafstotend zijn of
zijn voorzien van een waterdichte dampdoorlatende afwerklaag. Het water moet in de gevel
worden afgevoerd. Bij de draagankers moet het
watervoerende vlak doorlopen om lekkages naar
de draagconstructie te voorkomen. Met zelfklevende folie of met PUR-schuim zijn die plekken af
te dichten.
31-03-2005 11:39:53
7 UITVOEREN GEVELS
221
Natuursteenplaten worden vaak op pallets aangevoerd. Bij de keuze van het steigersysteem
moet rekening worden gehouden met het verticaal en horizontaal transport van de pallets.
Alleen met speciale pallethaken is het mogelijk
met de bouwkraan de pallets horizontaal op de
steiger te schuiven. Als de gevel niet te hoog
is, kan het ook met een verreiker die de pallets
horizontaal op de steigervloer kan plaatsen. Een
alternatief is om tijdens het opbouwen van de
montagesteiger de pallets met de bouwkraan op
elke steigervloer neer te zetten. Als voor meerdere verdiepingen de natuursteen op de steiger
staat, wordt de steiger wel zwaar belast.
In plaats van een steiger met een steigerslag van
2,000 m is het ook mogelijk een steigerslag van
verdiepingshoogte te kiezen in combinatie met
consoles als loopvlak, guur 7.78-2. De console
kan eerst op de hoogte worden geplaatst voor
06950556_H07.indd 221
Zichtbare bevestiging
Houten ribben worden verticaal h.o.h. circa 600
mm met hoekijzers aan de draagconstructie
bevestigd, guur 7.80-1. Omdat de draagconstructie loodrecht op de gevel een maximale
maatafwijking kan hebben van +/- 25 mm moet
er stelruimte zijn tussen de rib en de draagconstructie. Op de ribben wordt een lat aangebracht
die voldoende breed is voor de bevestiging van
twee platen.
De regels en latten komen in contact met de
buitenlucht en moeten worden verduurzaamd.
Op de lat komt een kunststof voegproel om de
verticale voegen waterdicht te krijgen. De vlakke
platen worden met schroeven op de lat beves-
31-03-2005 11:39:54
222
Kosten natuursteen
Materiaalkosten per m2
Montagekosten per m2
Bruto-materiaalkosten 212,57
Aankoopkosten in
buitenland
Vrachtkosten naar
Nederland
Gaatjes boren voor
bevestiging
146,40
Kantbewerking
natuursteenplaten
Breukverlies
natuursteenplaten
Tekenwerk,
productievoorbereiding
115,76
Huur machines/takels
111,80
111,68
Huur magazijn/
keetcontainer
Hulpmaterialen
en diversen
Werkbegeleiding
tijdens montage
111,80
117,80
116,
116,60
Bruto-montagekosten 160,60
Kitvoegen
32,000/m
= 2 m/m2
Isolatieplaat
materiaal/montage
Steigerhuur en
montage
138,40
124,
112,
112,64
117,80
Netto-materiaalkosten
174,24
Netto-montagekosten 131,64
Overheadkosten materiaal
22%
138,33
Overheadkosten
montage 22%
Bruto-materiaalkosten
212,57
Bruto-montagekosten 160,60
128,96
06950556_H07.indd 222
31-03-2005 11:39:55
7 UITVOEREN GEVELS
223
Met een aluminium strip is een beperkte voegdichting mogelijk en de strip moet sterk genoeg
zijn om horizontaal de afstand tussen de staanders te overbruggen, guur 7.82-3.
Een houten lat horizontaal achter elke voeg met
een zelfklevend dichtingsband geeft een grotere
waterdichtheid, guur 7.82-4, maar de latten
tussen de staanders vraagt extra arbeid bij het
aanbrengen van het regelwerk.
Onzichtbare bevestiging
Bij volkunststof platen met een minimale dikte
van 10 mm is het mogelijk aan de achterkant
van de plaat met tapse gaten en speciale bouten
bevestigingsbeugels aan de plaat te maken die
aan de voorkant van de plaat niet zichtbaar zijn,
guur 7.83-1. Er zijn ook lijmtechnieken die het
mogelijk maken de ophangbeugels aan de achterkant van de plaat te lijmen en dan speelt de
minimale dikte geen rol meer.
Voor het ophangen van de platen zijn horizontale proelen nodig waaraan de platen opgehangen worden h.o.h. circa 600 mm. Deze proelen
worden op verticale proelen bevestigd, guur
7.83-2. Bij lichte platen en windgevoelige gevels
zal elke plaat moeten worden geborgd tegen
opwaaien.
Bij metalen of aluminium plaatmateriaal is het
mogelijk de randen van de plaat om te zetten
waardoor een cassettevorm ontstaat, guur
7.84-1. In de verticale randen worden ophangsleuven gemaakt. De H-vormige beugels hebben een pen waarover de cassetteplaat wordt
geschoven, guur 7.84-2. De horizontale voeg
is afwaterend door de plaat aan de bovenkant
omhoog te zetten, guur 7.84-1. In dit voorbeeld is de verticale voeg een open voeg maar er
zijn verschillende mogelijkheden om een dichte
voeg te maken. Bij het ontwerp van een gevel
06950556_H07.indd 223
31-03-2005 11:39:55
224
Sandwich-panelen
Sandwich-panelen hebben aan de zijkanten een
veer- en groefverbinding, guur 7.86-3, zodat
ze in elkaar geschoven met afdichtingsband een
sterke en waterdichte voeg vormen. Met speciale
beugels die in de veer en groef passen worden
de verticale panelen aan de boven- en onderkant
06950556_H07.indd 224
31-03-2005 11:39:57
7 UITVOEREN GEVELS
Inmetselkozijn: Een kozijn waarvan de aansluiting met de omringende bouwconstructie tijdens de ruwbouw
tot stand wordt gebracht en dat
daarbij dan tevens een maatvoeringsfunctie vervult.
Montagekozijn: Een kozijn dat bestemd is om te
worden bevestigd in een stelkozijn of hulpconstructie na de
ruwbouw.
Stelkozijn:
06950556_H07.indd 225
225
Het kozijn wordt in voorbewerkte vorm aangebracht en pas na het gereedkomen van het
metselwerk afgewerkt, omdat het steigeren, het
metselen en het voegen werkzaamheden zijn
die beschadigingen kunnen veroorzaken aan het
kozijn.
Een deel van de mogelijke beschadigingen is ter
plaatse te repareren, maar cement kan strepen
op het glas veroorzaken die niet te verwijderen
zijn en vervanging (vooral van dubbel glas) geeft
hoge extra kosten.
Om het beschadigingsrisico te beperken, wordt
het aanbrengen van het hang- en sluitwerk, het
31-03-2005 11:39:58
226
06950556_H07.indd 226
31-03-2005 11:39:59
7 UITVOEREN GEVELS
Het binnenblad van de gevel hoort bij de draagconstructie en kan volgens NEN 2886 een maximaal toelaatbare maatafwijking hebben van
+/- 25 mm. Voor het buitenmetselwerk en de
kozijnen is een kleinere maatafwijking gewenst.
De aansluiting van het stelkozijn met het binnenblad moet evenwijdig aan de gevel kunnen
worden nagesteld. Als het stelkozijn tegen het
binnenblad wordt geklemd, moet het stelkozijn
loodrecht op de gevel tolerantie hebben om
het buitenmetselwerk nauwkeuriger te plaatsen
dan het binnenblad. Daarom moet de steen een
aanslag van ten minste 15 mm hebben met het
stelkozijn en tussen binnenkant buitenblad en
sponning stelkozijn is een voegbreedte van
10 mm nodig om maatafwijkingen tussen kozijn
06950556_H07.indd 227
227
31-03-2005 11:39:59
228
Wind- en waterdichtheid
Lekkages in gevels ontstaan vooral in de aansluiting tussen de gevelkozijnen en de dichte gevel.
In de bouwpraktijk blijkt de bouwknoop gevelgevelopening het hoogste risico van schade
op te leveren met vaak hoge schadekosten. De
producent van een dicht gevelelement kan de
dichting van het gevelelement garanderen en de
producent van het gevelkozijn kan de dichtheid
van het kozijn garanderen. Dan is de waterdichtheid van de gevel afhankelijk van de kwaliteit van
de uitvoering van de bouwknoop. In de oplossing van deze bouwknoop is de prijs/kwaliteitverhouding van de gevel aanzienlijk te benvloeden.
De bouwknoop gevel-kozijn moet bestaan uit
drie verschillende barrires (zie ook NPR 3675):
1 waterkering aan buitenkant: moet grootste
deel regenwater buiten houden en hoeft niet
absoluut wind- en waterdicht te zijn.
2 winddichting aan binnenkant: om deze laatste
barrire in zo gunstig mogelijke conditie te
06950556_H07.indd 228
31-03-2005 11:40:01
7 UITVOEREN GEVELS
229
Aanbrengen stelvoorzieningen
Als het binnenspouwblad is gemetseld, wordt er
tegen de binnenspouw rondom het kozijn een
kunststof strip bevestigd. Deze strip wordt in
grote lengtes op de rol geleverd, en is voorzien
van maatstrepen en een gatenpatroon om de
maatvoering te vereenvoudigen, guur 7.92. Op
de strip worden een aantal hoekstalen als kozijnankers bevestigd waartussen later het montagekozijn kan worden geschroefd.
Er is een nieuw houten montagekozijn ontwikkeld, zonder de nadelen van het inmetsel- en
montagekozijn. Dit zogenaamde KAPLA-kozijn
(Kant-en-Klaar Plaatsen) heeft de volgende kenmerken:
In plaats van dik houten stelkozijn wordt er
kunststof strip met hoekstalen gebruikt.
Hieraan kan doorwerkraam worden bevestigd
dat regenwater buiten houdt.
KAPLA-montagekozijn wordt in afwerkingsfase afgeschilderd en beglaasd gemonteerd.
Omdat het KAPLA-kozijn in de fabriek is afgeschilderd en het glas in de fabriek is aangebracht, wordt het kozijn tijdens het metselen niet
beschadigd en kan de kwaliteit van schilderwerk
en de afdichting gegarandeerd worden. Daardoor geeft het GIW wel garantie bij de toepassing van Europees naaldhout.
06950556_H07.indd 229
Aanbrengen doorwerkraam
Omdat het KAPLA-kozijn pas in de afwerkingsfase wordt geplaatst, is het gewenst in de kozijnopening doorwerkvoorzieningen aan te brengen.
Een houten frame bespannen met doorwerkfolie
wordt met behulp van stripankers aan de hoekstalen bevestigd, guur 7.93. Het doorwerkraam
fungeert tevens als aanslagproel voor het metselen, waardoor de juiste afmeting van de raamopening is gegarandeerd en er voor het metselen geen extra proelen nodig zijn.
Monteren KAPLA-kozijn
Voor het hijsen van het afgewerkte en beglaasde
kozijn is een speciaal hijsframe ontworpen, de
KAPLA-steker, guur 7.94. Dit hijsframe is instelbaar voor de kozijnhoogte en het gewicht van
het kozijn door het verschuiven van de contraballast. Het frame is daarnaast ook in te stellen
om onder grote dakoverstekken te komen. Het
31-03-2005 11:40:02
230
kozijn wordt voor de muuropening gepositioneerd en van binnen uit kunnen de stelleurs het
kozijn met glaszuigers naar binnen trekken en
bevestigen.
Er is een vrije montageruimte van 5 mm tussen
06950556_H07.indd 230
31-03-2005 11:40:03
7 UITVOEREN GEVELS
231
459
80
116
21
5
12
21
28
10
50
10
10
12
30
11
Totaalkosten kozijn
884
796
7.7 Vliesgevels
Kostenvergelijking met inmetselkozijn
De ontwikkelaars van het KAPLA-kozijn hebben
een kostenvergelijking gemaakt van het KAPLAen het inmetselkozijn, guur 7.97. Hieruit blijkt
dat de levering van het KAPLA-kozijn vanaf
fabriek duurder is, maar dat de totaalkosten
circa 10% lager zijn. Het doorwerkraam geeft
een goede bescherming tijdens de bouw en het
kozijn kan nauwelijks meer beschadigen, waardoor de kwaliteit beter is.
7.6.4 Samenvatting gevelkozijnen
De keuze tussen inmetsel- en montagekozijn
wordt bepaald door de gevelconstructie en het
beschadigingsrisico. De aansluiting van het
kozijn moet altijd bestaan uit een waterkering
aan de buitenkant en een luchtdichting aan de
binnenkant. De meeste kozijnen moeten van buiten af worden aangevoerd. Bij renovatie moeten
de kozijnen van buitenaf worden vervangen. Bij
hoge gebouwen zou het zinvol kunnen zijn
06950556_H07.indd 231
31-03-2005 11:40:03
232
06950556_H07.indd 232
31-03-2005 11:40:05
7 UITVOEREN GEVELS
233
06950556_H07.indd 233
31-03-2005 11:40:06
234
7.7.5 Samenvatting
Tussen een gevelkozijn en een verdiepingshoog
gevelelement is een groot aantal alternatieven
mogelijk. Bij het ontwerpen van een gevelconstructie moeten niet alleen argumenten over het
uiterlijk en de waterdichtheid worden gehanteerd, maar moeten ook de volgende argumenten overwogen worden:
Wat is de volgorde van montage, zowel in horizontale als in verticale richting?
Op welke plaatsen in de gevel kunnen de
grote maatafwijkingen van de draagconstructie
worden gecorrigeerd naar de hoge maatnauwkeurigheid van de gevel?
Moet bij elke fase in de gevelopbouw de
maatnauwkeurigheid opnieuw worden bijgesteld
of is het mogelijk op n plaats de maatnauwkeurigheid in te stellen en de volgende onderdelen daarop zonder nastellen te bevestigen?
Hoe moeten de onderdelen van de gevelconstructie vanaf de vrachtwagen naar de werkplek
aan de gevel worden getransporteerd? Wat zijn
de gewichten per onderdeel en hoeveel onderdelen moeten apart worden getransporteerd?
Waar moeten de gevelmonteurs zich bevinden
om de gevel te kunnen monteren en is een veilige werkplek te realiseren?
06950556_H07.indd 234
Geraadpleegde en aanbevolen
literatuur
1 Gevelbekledingssysteem met een afwerking van
plaatmateriaal (SBR 208). SBR
2 Gevels in prefab beton. Belton, 1992
3 Handboek bouwtechnische details voor energie-efcinte woningbouw en vernieuwbouw (SBR
200). SBR/Novem, 1994
4 Maatbeheersing, het afspreken van visueel toelaatbare maatafwijkingen. Technische Universiteit
Enschede, Universitair Centrum Bouwproductie,
1995.
5 Montage van pvc-kozijnen (SBR 175). SBR
Normen
NEN 2886 Maximaal toelaatbare maatafwijkingen
voor gebouwen Steenachtige draagconstructies.
NEN 2889 Betonelementen Maximaal toelaatbare maatafwijkingen.
NEN 6000 Modulaire cordinatie voor gebouwen
Begripsomschrijvingen, algemene bepalingen en
regels voor plannen.
NPR 3675 Gevelvullingen - Aansluitingen aan de
omringende constructie.
31-03-2005 11:40:07
Uitvoeren daken
H. A. J. Flapper
De omhulling van een gebouw is een soort regenjas die het gebouw
beschermt tegen het doordringen van hemelwater in het gebouw. Bij
een plat dak echter wordt de regenjas plat op het dak gelegd en aan
de randen omhooggezet zodat het hemelwater in de jas wordt opgevangen. Het waterdicht zijn van een dak bepaalt in hoge mate het
wooncomfort onder het dak. De wijze van uitvoeren van daken heeft
grote invloed op de kwaliteit van de waterdichtheid.
06950556_H08.indd 235
22-03-2005 14:51:42
236
Inleiding
Een plat dak wordt afgedekt met een dakbedekking die vervormbaar is en die op een zachte
ondergrond, het isolatiemateriaal, ligt.
Van alle schades die na oplevering bij gebouwen
voorkomen, vormen lekkages van het platte dak
een groot aantal. De kosten van het repareren
van de dakbedekking kunnen meevallen, maar
de kosten van de gevolgschade door lekwater
kunnen een veelvoud daarvan zijn.
binnen loopt, guur 8.2-1. Een goot aan de buitenkant van het gevelvlak kan overlopen zonder
dat het water naar binnen dringt, guur 8.2-2.
Bij het uitvoeren van een dak bestaat het gevaar
van vallen vanaf de dakrand. Daarom moet bij
het ontwerp van daken rekening worden gehouden met de wijze waarop het dak moet worden
uitgevoerd. Bij een hellend dak is het hellend
vlak als werkplek zeer gevaarlijk en zijn beschermende voorzieningen nodig om vallen vanaf het
dak te voorkomen.
06950556_H08.indd 236
Op een plat dak wordt het hemelwater verzameld en moet daarna worden afgevoerd naar
de hemelwaterafvoer. Daarvoor is afschot nodig.
Daarom moet rekening worden gehouden met:
doorbuiging dragende elementen;
ruwheid en vervuiling dakhuid;
afstand die water moet aeggen.
22-03-2005 14:51:43
8 UITVOEREN DAKEN
06950556_H08.indd 237
Maken afschot
Als het binnenspouwblad wordt gemetseld, is
het gewenst de onderkant van de laagste balk
op lagenmaat te kiezen, guur 8.4-1. De dakbalk
bij de afvoer komt rechtstreeks op de steen. Alle
andere balken moeten hoger komen en het
ophogen van de balken is met houten wiggen
uit te voeren, guur 8.4-2. Het buitenblad wordt
doorgemetseld tot bovenkant dakrand. Op de
dakrand moet een aluminium daktrimproel
komen om de dakbedekking in de dakrand te
beindigen. Het is moeilijk een licht daktrimproel deugdelijk en strak op metselwerk te bevestigen. Gemakkelijker is het om op het metselwerk
een plank of multiplex strook met pluggen op
het metselwerk te bevestigen waardoor een
strakke bovenrand ontstaat, guur 8.4. Op het
NEN 6702 Technische grondslagen voor bouwconstructies TGB 1990 Belastingen en vervormingen geeft duidelijk aan wat er met water op
een dak moet gebeuren: het moet worden afgevoerd. Dit lijkt op het intrappen van een open
deur. In de praktijk van ontwerp en uitvoering
van platte daken blijkt dit echter minder eenvoudig. Veel daken vertonen achterblijvende waterplassen. Het komt zelfs voor dat daken bezwijken
onder de last van stagnerend water. Zelfs als dit
ergste geval zich niet voordoet, is stagnerend
water nadelig voor de duurzaamheid van het
dak. Stilstaand water zorgt voor sterke vervuiling.
237
22-03-2005 14:51:44
238
Bij individuele oplegging van de balken op wiggen is het gewenst de ruimte tussen de balken
met metselwerk op te vullen. De balken worden
dan ook zijdelings gesteund, guur 8.7-1. Bij toepassing van doorgaande scheggen is de ruimte
tussen de balken gelijk aan de balkhoogte. Dan
is het mogelijk een koppelplank van balkhoogte
tegen de koppen van de dakbalken te bevestigen
die de isolatie beschermt. Deze constructie is ook
geschikt voor het prefabriceren van het houten
dak, guur 8.7-2.
06950556_H08.indd 238
22-03-2005 14:51:45
8 UITVOEREN DAKEN
06950556_H08.indd 239
239
Plaats hemelwaterafvoeren
Als bij een gebouw met een breedte van 14,400
m gekozen is voor de plaats van de hemelwaterafvoer buiten de gevel, zal de hoogte van het
dakafschot oplopen tot bijna 208 mm, guur
8.10. Hoe dichter de afvoeren bij elkaar staan
hoe kleiner de afschothoogte. Maar voor elk afvoerpunt is een dakdoorvoer nodig met een hemelwaterpijp en een aansluiting op de riolering,
22-03-2005 14:51:46
240
50 m2 dak
150 m2 dak
250 m2 dak
450 m2 dak
3.800 mm2
8.000 mm2
12.500 mm2
17.500 mm2
Dakoppervlak
70 mm
100 mm
125 mm
150 mm
Doorsnede
Buismaat
06950556_H08.indd 240
Houten boeiboorden
Tegen de koppen van de dakbalken wordt een
houten frame bevestigd, guur 8.12-1. Het boeiboord is bekleed met een volkernkunststof plaat.
Boven op het frame is de daktrim te bevestigen.
Bij een balkhoogte van 250 mm moet vanwege
het afschot het boeiboord minimaal 700 mm
hoog worden, guur 8.12-2.
Op tekening zijn dakbalken altijd exact op maat
en op de tekening is het mogelijk een houten
frame te maatvoeren waarbij de stijlen exact
tegen de dakbalken aansluiten en daaraan te
bevestigen zijn. In de praktijk is dat echter
anders. Het houten frame is met een grote maatnauwkeurigheid te maken maar als de timmer-
22-03-2005 14:51:48
8 UITVOEREN DAKEN
06950556_H08.indd 241
Om een boeiboord met een visueel grote maatnauwkeurigheid aan dakbalken met een grote
maatafwijking te kunnen monteren, is het noodzakelijk de verticale afstelling te scheiden van de
horizontale afstelling. Het houten ladderframe
wordt vervangen door een multiplex plaat. De
volgorde van monteren is in guur 8.14 aangegeven.
Bij deze werkmethode wordt het multiplex boeiboord eerst in horizontale richting met de regels
(4 en 5) tegen de balk gemaatvoerd. Daarna
wordt het boeiboord met het aanbrengen van
het multiplex (6) verticaal gemaatvoerd. Door
de scheiding van horizontale en verticale maatvoering vergt het aanbrengen van het boeiboord
minder arbeid en is het risico van ontoelaatbare
maatafwijkingen geringer. Met de verticale latten achter de beplating is de ventilatie goed te
regelen.
De kunststof boeiboordplaten worden met
schroeven aan de achterconstructie bevestigd,
guur 8.15. Om de zichtbaarheid van de schroeven te verminderen worden plastic afdekdoppen
op de schroefkoppen aangebracht.
Ten behoeve van het aanbrengen van de dakbalklaag wordt hulpgording onder afschot aangebracht. Hierop worden de dakbalken gesteld.
1 Dakbalken stellen met speling op de balkkop.
2 Gevel tot bovenkant balk metselen.
3 Multiplex dakbeschot aanbrengen.
4 Bovenregel horizontaal maatvoeren en bevestigen.
5 Onderregel verticaal onder bovenregel bevestigen.
6 Multiplex boeiboord verticaal maatvoeren en
bevestigen.
7 Lat horizontaal maatvoeren en bevestigen
tegen buitenspouwblad.
8 Plaat voor de onderkant van het boeiboord
bevestigen.
9 Latten verticaal tegen multiplex spijkeren.
10 Beplating boeiboord op latten bevestigen.
Figuur 8.14 Uitvoering boeiboord
241
22-03-2005 14:51:48
242
06950556_H08.indd 242
22-03-2005 14:51:50
8 UITVOEREN DAKEN
35
35
35
+ 50
+ 000
+ 195
+ 280
+ 60
+ 180
120
+ 490
+ 290
+ 390
Overstort
De dakvloer wordt berekend met een bepaalde nuttige belasting en een sneeuwbelasting. Als de hemelwaterafvoeren verstopt
raken, of als de regenval zo groot is, dat de
riolering het water niet tijdig kan afvoeren,
zal er water op het dak blijven staan. Bij een
groot afschot is een hoge dakrand nodig. Bij
het laagste punt is de dakrand circa 300 mm
hoog en kan theoretisch een waterhoogte van
0,300 m ontstaan. Dit geeft daar een extra belasting van 3 kN/m2 op de dakconstructie. Als
de constructie daarop niet is berekend, zal een
overstort (noodoverloop) in de dakrand nodig
zijn om een te hoge waterstand en daarmee
instorten van het dak te voorkomen.
8.2.3 Afschotlaag op betondak
Het maken van een afschot op de dakvloer met
een zand-cementlaag heeft uitvoeringstechnisch
een aantal nadelen:
06950556_H08.indd 243
70
Toging kanaalplaat
35
Minimumdikte
afschotlaag
35
Afschot 13 m 15 mm
195
Bovenkant isolatie
+ 85
Bovenkant
dakbedekking
+ 10
Bovenkant overstort
+ 120
Bovenkant dakrand
+ 000
Waterkering opg. werk + 100
Hoogtematen
t.o.v. P
243
22-03-2005 14:51:51
244
Bij een overspanning van 14,400 m is het mogelijk aan n kant het oplegvlak voor de dakvloer
te verhogen. Die verhoging moet meer dan
200 mm worden om voldoende afschot te krijgen, guur 8.22-1.
Bij een dakvloer met middenondersteuning
wordt het afschot gehalveerd. Met een oplegverschil van 110 mm ligt de bovenkant van de dakvloer onder voldoende afschot en is een aparte
afschotlaag niet meer nodig, guur 8.22-2. Deze
methode van afschot kan zowel bij gevelafvoer
als bij middenafvoer worden toegepast, guur
8.22-3.
In situ dakvloer onder afschot storten
Bij een in situ betonvloer met normale wapening
zal na het ontkisten de vloer doorzakken tot de
wapening op spanning is. Bij het storten van de
vloer wordt het beton aan de bovenkant waterpas gemaakt met behulp van een laser en een
06950556_H08.indd 244
22-03-2005 14:51:52
8 UITVOEREN DAKEN
245
Figuur 8.23 In situ betonvloer met zeeg
Figuur 8.24 In situ betonvloer onder afschot storten
06950556_H08.indd 245
Als op het laagste punt een minimale isolatiedikte van 50 mm is gewenst, zal bij 17 mm/m
de isolatieplaat op het hoogste punt 170 mm
dik moeten worden. De gemiddelde isolatiedikte
wordt dan 110 mm.
Er zijn drie methoden behandeld om afschot in
een plat dak te maken. Per project zal de keuze
moeten worden gedaan. Vanuit het aspect
bouwkosten gezien, guur 8.26.
Afschot
maken met
Vloerafschot
Zandcement
Isolatieafschot
Dakbedekking
Dakisolatie
Dakafschot
18,
15,
3,
18,
15,
15,
18,
42,
0,
Totaalkosten
36,
48,
60,
22-03-2005 14:51:54
246
Isoleren dakrand
Is de dakrand een muurtje dat op de dakvloer
wordt gemetseld, dan ontstaat een koudebrug
tussen de gevelisolatie en de dakisolatie. De
koudebrug is te verminderen door de dakisolatie
tegen de dakrand op te zetten zodat de gemetselde dakrand wordt ingepakt, guur 8.28-1.
Een alternatief is om de dakrand zelf van isolerend materiaal te maken dat tevens een constructieve functie kan vervullen. Daarvoor is cellenbeton een geschikt materiaal, guur 8.28-2.
06950556_H08.indd 246
22-03-2005 14:51:55
247
8 UITVOEREN DAKEN
Arboveilige dakranden
Bij gebouwen van meerdere bouwlagen is het
werken op het platte dak bij de randen gevaarlijk. De hoogte van de dakrand is ontworpen
op basis van de benodigde waterkering. Dat is
meestal te laag om bescherming te bieden tegen
het diep vallen vanaf de dakrand. De dakbedekking is vooral langs de randen kwetsbaar en daar
ontstaan als eerste de lekkages. Bij onderhoudswerkzaamheden moet de dakdekker dus vooral
langs de randen van het dak werken, waar het
risico van diepvallen het grootst is.
Werkzaamheden op het dak komen voor bij:
nieuwbouw, aanleg dak;
calamiteiten, opheffen lekkages;
periodiek onderhoud, repareren;
renovatie dakbedekking.
Bij een lage dakrand met een prefab-beton
afdekband, zijn in de afdekband voorzieningen
te maken om daarop een tijdelijke leuning te
bevestigen, guur 8.30-1. Voordat de dakdekker begint met onderhoudswerk wordt eerste de
leuning aangebracht. Een permanente leuning
met een hoogte van 1,000 m boven het dakvlak
geeft ook bescherming bij calamiteiten.
In plaats van een leuning van 1,000 m hoog is
het ook mogelijk de dakrand zelf hoger te
maken. Als de hoogte van de dakrand boven het
dakvlak plus de breedte van de dakrand samen
meer is dan 1,000 m, geeft dit voldoende
bescherming tegen vallen van de dakrand, guur
8.30-2. Dit is een permanente veiligheid, ook bij
calamiteiten.
06950556_H08.indd 247
Bij de voorgaande oplossingen wordt de dakdekker alleen bij onderhoudswerk beschermd. Bij het
maken van het dak in de nieuwbouwfase bestaat
ook het gevaar van diepvallen. Bij een hogere
dakrand is vaak een hulpconstructie nodig om
windbelasting op te vangen. Als die hulpconstructie in de vorm van een leuning wordt uitgevoerd, is de leuning direct na het gereedkomen
van de dakvloer te monteren. Vanaf dat moment
is de rand van het dak beveiligd tegen diepvallen, guur 8.31-1. De werkzaamheden voor de
dakrand en de dakbedekking zijn beschermd. De
afdekband moet zodanig worden gedetailleerd
dat die later tussen de leuningstaanders is aan te
brengen, guur 8.31-2.
Dakgoot in plaats van dakrand
Bij een verticale dakrand moeten door de dakrand hemelwaterafvoeren worden gemaakt. Bij
een prefab-betonnen dakrand geeft dat extra
problemen. Het is ook mogelijk een goot aan de
dakvloer te maken. Het hemelwater kan verticaal
worden afgevoerd en gecompliceerde doorvoeren door de dakrand met lekkagerisico wordt
voorkomen. Het overstek kan als prefab-betonnen element tijdelijk worden gesteld op consoles
aan het dragende binnenspouwblad en met stekken in de vloer worden aangestort, guur 8.32.
Het overstek zorgt voor een duidelijke ontkoppe-
22-03-2005 14:51:57
248
ling van dak en gevel en beschermt bij het maken van de gevel het metselwerk en de isolatie
tegen wateroverlast. Het dakoverstek beschermt
de gevel ook tegen regenwater.
Als de dakvloer bestaat uit prefab-kanaalplaten,
is het mogelijk een prefab-beton overstekelement aan de kanaalplaten te bevestigen. In het
prefab-gootelement wordt een staalproel als
stekwapening ingestort en in een kanaal van de
kanaalplaat gestoken, guur 8.33. De buitenrand
van de dakgoot vraagt een hoge visuele maatnauwkeurigheid. De dakgoot moet zeer nauwkeurig kunnen worden afgesteld, wat mogelijk is
door een stelproel op de vloer te bevestigen en
de dakgoot met bouten in schroefhulzen in de
dakgoot nauwkeurig af te stellen. Daarna wor-
06950556_H08.indd 248
22-03-2005 14:51:59
8 UITVOEREN DAKEN
249
type dak het meeste voorkomt en omdat de uitvoeringsaspecten vergelijkbaar zijn met andere
afwerkingen van hellende daken.
Het aanbrengen van de dakbedekking met isolatie op het hoofddak is te combineren met de
dakbedekking met isolatie van de dakopbouw, als
een tijdelijk waterdichte laag wordt toegepast.
Kies daarom voor een isolatieafschotsysteem met
een extra dampdichte laag op het betondak die
direct na het gereedkomen van de dakvloer is
aan te brengen en maak tijdelijke hemelwaterafvoeren, guur 8.36-1.
Maak dragende gevels van kalkzandsteen of cellenbeton elementen die uit voorraad te leveren
zijn en waarbij tijdens de uitvoering aanpassingen van de gevelopeningen mogelijk is, guur
8.36-2.
06950556_H08.indd 249
22-03-2005 14:52:00
250
8.3.2 Dakconstructie
Na de energiecrisis in 1973 werden steeds
hogere eisen gesteld aan de thermische isolatie
van het dak. Het traditionele houten dakbeschot
werd vervangen door sandwich-isolatieplaten en
door samengestelde dakplaten van plaatmateriaal
met verticale ribben en isolatie. Deze dakplaten
werden door de stijgende isolatie-eisen steeds
dikker en kunnen een groter dakvlak overspannen. De betonvloeren zijn in staat een deel van de
dakbelasting op te vangen. Het onderste deel van
de dakbelasting wordt met een knieschot overgebracht naar de zoldervloer en de gording kan
naar boven opschuiven tot aan plafondhoogte,
guur 8.38. Daardoor ontstaat op ooghoogte een
constructievrije ruimte die het mogelijk maakt
dakramen en dakkapellen aan te brengen zonder
de dakconstructie te doorsnijden.
06950556_H08.indd 250
22-03-2005 14:52:02
8 UITVOEREN DAKEN
251
Standaardisatie dakhellingen
Prefabricage van dakopeningen is alleen mogelijk
als zowel de verticale en de horizontale panverdeling niet per dakvlak op het werk wordt bepaald,
maar wanneer die vooraf op tekening vast te stellen zijn. Dan wordt het mogelijk dat de producent
van de dakplaten de dakopeningen al in de
fabriek aanbrengt en bij grote dakopeningen
tevens de hulpconstructie kan aanbrengen.
De volgende stap naar prefabricage is om de
panverdeling niet per werk te bepalen, maar
afspraken te maken voor de standaardisatie van
dakhellingen. In het Handboek modulair bouwen
is een afsprakenstelsel voor standaardisatie van
dakhellingen ontwikkeld:
dakhelling niet aangeven in graden omdat
schuine hoeken op bouwplaats moeilijk te maatvoeren zijn;
dakhelling aangeven met tangens als hoogte
gedeeld door horizontale lengte;
voor hoogtemaat gestandaardiseerde verdiepingshoogte woningbouw van 2,700 m gebruiken.
Tangens =
verdiepingshoogte 2,700 m
vloerlengte n 1,200 m
Deze afspraak van verticaal 2,700 m en horizontaal n 1,200 m heeft vooral bij dakvlakken over
meerdere verdiepingen het grote voordeel, dat
de bovenliggende vloer altijd een heel aantal
vloerplaten kleiner is en dat de plaats van het
dak bij elke verdieping gelijk is, guur 8.42.
Bij een horizontale maat van 1,200 m is de dakhelling van 66 graden bruikbaar voor een hellende gevel bij woonruimtes. Bij een horizontale
maat van 3 1,200 = 3,600 m is de dakhelling
37 graden die veel voorkomt bij zolders van
laagbouwwoningen, guur 8.43. In guur 8.44
zijn alle dakhellingen vermeld die voldoen aan
de afspraak van hoogte 2,700 m en lengte n
1,200 m. Door dit maatsysteem is tussen de
hoekpunten de daklengte te berekenen.
In de woningbouw is de beukbreedte een veelvoud van 300 mm en in de utiliteitsbouw is de
stramienmaat ook een veelvoud van 300 mm.
De betonnen dakpannen hebben ook een werkende breedte van 300 mm waarmee de horizontale panverdeling is genormaliseerd.
06950556_H08.indd 251
22-03-2005 14:52:03
252
06950556_H08.indd 252
22-03-2005 14:52:04
8 UITVOEREN DAKEN
Verticaal
2,700 m
Horizontaal
n 1,200 m
Helling
graden
Daklengte
Pannen
n 300
Stijging
per m
1,200
2,400
66
48
2,950 m
3,610 m
10
12
2.250 mm
1.125 mm
3,600
4,800
37
29
4,500 m
5,510 m
15
18
750 mm
560 mm
6,000
7,200
24
21
6,580 m
7,690 m
22
25
450 mm
375 mm
8,400
9,600
10,800
12,000
13,200
14,400
18
16
14
13
12
11
8,820 m
9,970 m
11,130 m
12,300 m
13,470 m
14,650 m
29
33
37
41
45
49
320 mm
280 mm
250 mm
225 mm
205 mm
187 mm
15,600
16,800
18,000
10
9
8
15,830 m
17,020 m
18,200 m
53
57
61
173 mm
160 mm
150 mm
253
Dakmeetlijn
De plaats waar de daklengte wordt gemeten is
de dakmeetlijn die ligt op de onderkant van de
dakplaat. Het vormt de grens tussen de dakplaat
en de dakgording. Dit maakt het mogelijk dakplaat en dakgording te wijzigen zonder invloed
op de maatvoering. De dakmeetlijn geeft tevens
de vrije ruimte onder het dak aan.
06950556_H08.indd 253
Dakdraaipunt
De plaats waar de dakmeetlijn de verticale gevel
en de horizontale vloer snijdt. Het dakdraaipunt
is de kruising van het hart van de gevelband
met de bovenkant van de vloerband. Het dakdraaipunt ligt buiten de betonconstructie van de
vloer waardoor de keuze van de dakhelling geen
invloed heeft op de vloerconstructie. Als het hart
van de gevelbanden een veelvoud is van 3M
(300 mm), is de horizontale afstand tussen de
dakdraaipunten ook een veelvoud van 3M, guur
8.46-1.
Horizontale panverdeling
Bouwmuren liggen symmetrisch in de bouwmuurband, guur 8.46-2. De afstand tussen het
hart van twee bouwmuren is altijd een veelvoud
van 3M. De betondakpan heeft ook een werkende breedte van 3M. Dakpannen hebben een
sluiting met een overlap van circa 30 mm. De
22-03-2005 14:52:05
254
06950556_H08.indd 254
22-03-2005 14:52:06
8 UITVOEREN DAKEN
06950556_H08.indd 255
255
Dakplaat op topvloer
Door het vervangen van de drie gordingen door
twee vloerplaten in het casco, guur 8.49, wordt
de montagetijd voor de dakconstructie verminderd. Verdere vermindering van de montagetijd
is mogelijk door het aantal van tien dakplaten te
verminderen. Bij een beukbreedte van 5,700 m is
de dakbreedte tussen de bouwmuren circa 5,400
m omdat de dakplaten tussen de bouwmuren
komen. Op een vrachtwagen kunnen dakplaten
van 2,400 m worden vervoerd. Dan zijn twee
dakplaten van 2,400 m breed en een pasplaat
van 0,600 m breed nodig. Het aantal platen
is dan teruggebracht naar zes dakplaten. Het
gewicht van de dakplaat is verdubbeld tot circa
2 kN per plaat. Dan is alleen montage met een
bouwkraan mogelijk.
De pasplaten van 0,600 m breed zijn erg ongunstig. Met onthefng mogen vrachtwagens
materiaal tot maximaal 3,000 m breed vervoeren. Bij een dakbreedte van 5,400 m tussen de
22-03-2005 14:52:07
256
06950556_H08.indd 256
22-03-2005 14:52:07
8 UITVOEREN DAKEN
257
06950556_H08.indd 257
22-03-2005 14:52:09
258
Aanbrengen dakgoot
Onder aan de dakplaat is over de sporen een
multiplex strook aangebracht om daarop de
beugels van de dakgoot te kunnen schroeven.
Bij toepassing van standaardbeugels is het niet
mogelijk de goot onder afschot te leggen. In
de beugels wordt de dakgoot aangebracht en
daarna kan het leggen van de pannen beginnen,
guur 8.53. Aan de onderste panlat wordt een
vogel/muisschroot aangebracht. Op basis van
de eisen in het Bouwbesluit wordt bij elk dak berekend wanneer pannen met panhaken moeten
worden vastgezet tegen stormschade.
Bij brede dakelementen is het mogelijk de dakgoot in het dakelement te integreren. Aan de
onderkant van het dakelement wordt een boeiboord met beugels aan het element bevestigd,
8.54. Het lekwater dat door de pannen over de
dakfolie loopt moet wel achter het boeiboord
naar buiten kunnen worden gevoerd. Als ook de
zinken of kunststof goot prefab op het dakelement is aangebracht, kan het leggen van de dakpannen direct na de montage starten.
Aanbrengen dakpannen
In de fabriek worden veertig stuks betondakpannen verticaal achter elkaar geplaatst en met
krimpfolie tot een pakket gemaakt. Het pannenpakket heeft een afmeting 0,330 m breed 1,000
m lang en 0,420 m hoog en heeft een gewicht
van 40 42 N = 1.680 N.
Voor het dak van een gemiddelde laagbouwwoning zijn 600 tot 700 dakpannen nodig. Een
volle vrachtwagen dakpannen bevat circa 125
pakketten van 40 pannen = 5.000 dakpannen:
voldoende voor acht woningen.
06950556_H08.indd 258
Hydraulische autogiekkraan
De dakpannenvrachtwagen is voorzien van een
hydraulische autogiekkraan met een vlucht van
21 m en een maximale hijshoogte van 21 m.
De kraan is uitgerust met een hydraulische klem
waarmee drie pakketten van elk veertig dakpannen rechtstreeks vanaf de vrachtwagen op het
dak worden geplaatst. De pannenlift kan maar
22-03-2005 14:52:10
8 UITVOEREN DAKEN
06950556_H08.indd 259
259
22-03-2005 14:52:11
260
Geraadpleegde en aanbevolen
literatuur
1 Handboek bouwtechnische details voor energieefcinte woningbouw en vernieuwbouw
(SBR 200). SBR/Novem, 1994
2 Handboek modulair bouwen. VG Bouw, 1990
Normen
NEN 6702 Technische grondslagen voor bouwconstructies TGB 1990 Belastingen en vervormingen.
Hoeveelheid 55,3 m2
Kosten dak
1 m2 dak
Gordingen 85 230 mm
arbeid
Muurplaten 63 160
arbeid
Dakplaat gesoleerd
arbeid
kraantransport
Panlatten/ruiter
arbeid
Betonpannen
arbeid
25,81 m1
14,91 mu
10,81 m1
12,38 mu
50,41 m2
19,69 mu
10,41 uur
14,65 mu
55,30 m2
17,94 mu
,303,04
,160,71
,63,04
,78,54
1.360,80
,319,77
,40,
,82,95
,153,45
,553,
,262,02
5,48
2,91
1,14
1,42
24,61
5,78
0,72
1,50
2,77
10,
4,74
Betonpannendak
55,31 m2
3,377,
61,07
Meerprijs keramisch
meerprijs arbeid
115/m2
1 113 mu
,276,50
,99,
5,
1,79
55,3 m2
3.752,50
67,86
Keramisch pannendak
06950556_H08.indd 260
22-03-2005 14:52:11
Uitvoeren afbouw
H. A. J. Flapper
06950556_H09.indd 261
22-03-2005 14:52:57
262
Inleiding
06950556_H09.indd 262
22-03-2005 14:52:59
9 UITVOEREN AFBOUW
263
06950556_H09.indd 263
Volgorde werkzaamheden
De uitvoerder moet met de volgende ploegen
(hoofdletters) afspraken maken om de werkzaamheden in de onderstaande volgorde uit te
voeren.
LOODG standleidingen riolering en water
CV
aan- en afvoerleidingen centrale verwarming
MAATV proelen voor binnenwanden stellen
BLOKK binnenwanden van gipsblokken lijmen
LOODG ligbad plaatsen en aansluiten
ELEKT
aarding aanbrengen
BLOKK voorwand bad gipsblokken lijmen
LOODG vloersifon plaatsen op hoogte
TEGEL
wandtegels aanbrengen met lijm
TEGEL
vloertegels in specie onder afschot
SPUIT
spuitwerk op plafond aanbrengen
TEGEL
voegwerk tegels wand en vloer
LOODG waterleiding en riolering opbouw
TIMME montagekozijn met deur monteren
SCHIL
glas boven deur aanbrengen
KITTE
kitvoegen tegels en bad aanbrengen
ELEKT
draad trekken licht en wasmachine
LOODG wastafel en kranen afmonteren
CV
radiator monteren
ELEKT
aansluitdozen en schakelaar monteren
UITVO
opname van gereed zijn van badkamer
22-03-2005 14:53:00
264
DIVER
narooien van achterstallige punten
SCHOO schoonmaken badkamer voor oplevering
DIREC
opleveren van de badkamer
Dit is een lijst van meer dan twintig werkzaamheden die door veertien verschillende disciplines
moeten worden uitgevoerd. De uitvoerder moet
dus met veertien verschillende ploegen/onderaannemers afspraken maken dat ieder op een
bepaalde dag in de badkamer van de eerste
woning begint en na twintig dagen de laatste
badkamer gereed heeft. Als een van de onderaannemers niet op tijd met zijn werkzaamheid
start, schuiven alle volgende werkzaamheden op.
Het is de vraag of in een afbouwproces met een
vaste volgorde achterstand door een te late start
kan worden ingehaald.
Bouwknopen in afbouwproces
In de werkzaamhedenlijst voor de badkamer zijn
door de uitvoerder de werkzaamheden in een
bepaalde volgorde geplaatst. Als die volgorde
eenmaal bij de start van het afbouwproces is
vastgesteld, is wijziging in de volgorde nauwelijks mogelijk. Er zijn zeven belangrijke uitgangspunten voor de planning:
1 De vloertegels moeten onder afschot naar
het vloerputje lopen. Langs de wanden ligt dus
de tegelvloer niet op gelijke hoogte. Daarom
geeft de tegelzetter er de voorkeur aan eerst de
wandtegels te lijmen en met hele tegels onder te
beginnen en daartussen de vloertegels in specie
te leggen, guur 9.9-1. De naad tussen de vloeren wandtegels moet worden afgekit. Bij een
onzorgvuldige of verouderde kitvoeg kan lekkage
optreden. Bij binnenwanden van gipsblokken
is gips gevoelig voor vocht, daarom wordt de
naad tussen vloer en wand afgeschermd met een
06950556_H09.indd 264
22-03-2005 14:53:01
9 UITVOEREN AFBOUW
265
Samenvatting
Uit het voorbeeld van de badkamer blijkt dat
in het afbouwproces de verschillende fasen van
inbouw, installaties, afwerking en uitrusting door
elkaar lopen. Om het afbouwproces te kunnen
organiseren is het nodig vooraf de volgorde van
werkzaamheden eenduidig vast te stellen en
alle ploegen en onderaannemers te instrueren
over de volgorde en het tijdstip waarop zij hun
werkzaamheden moeten uitvoeren. Alleen dan
is het mogelijk het afbouwproces in bouwtijd en
bouwkosten in de hand te houden.
6 Toegepast wordt een afgewerkt houten montagekozijn met bovenlicht. Voor de tegelzetter is
het gemakkelijk als het kozijn vooraf is gemonteerd, guur 9.12-1. Maar het afgewerkte kozijn
kan bij het tegelzetten worden beschadigd. De
timmerman kan voor het tegelzetten de deur
nog niet monteren en moet in een latere fase
terugkomen voor het afhangen van de deur.
De uitvoerder geeft, om beschadigingen te voorkomen, er de voorkeur aan het montagekozijn
met deur in een zo laat mogelijke fase in n
keer te monteren. De tegelzetter heeft bij de
wandtegels geen goede maatvoering en moet
een voegbreedte aanhouden, die later moet worden afgekit, guur 9.12-2.
06950556_H09.indd 265
22-03-2005 14:53:02
266
Bij de marktontwikkeling naar Custom Build-bouwen, is de integratie van installaties in het casco
echter funest. Kopers moeten dan al bij het tekenen van het koopcontract precies vastleggen
hoe ze hun keuken en badkamer willen indelen
en waar de televisie moet komen voor de kabelaansluitdoos.
Het ontwerpen en indelen van een woning vergt
tijd en de meeste kopers van luxe woningen hebben ruime tijd nodig om alle mogelijke varianten
te bekijken en af te wegen voor ze eindelijk tot
een beslissing kunnen komen. En die beslissing
is dan absoluut, want de aansluitingen van aanrecht en sanitair wordt in het beton ingestort
en is onveranderbaar. Elke vorm van exibiliteit
ontbreekt.
De inrichting en uitrusting van een badkamer
moet zijn afgestemd op de individuele wijze van
wonen van elke koper. Zelfs voor de meest eenvoudige kleine badkamer is een aantal varianten
te ontwerpen, die grote invloed hebben op de
riolering en de waterleiding, guur 9.14. Custom
Build-bouwen is alleen te realiseren als casco en
afbouw principieel van elkaar worden gescheiden.
In vergelijking met de standaardwoningbouw
moet de bouworganisatie bij Custom Build-woningen een aantal logistieke problemen oplossen.
06950556_H09.indd 266
22-03-2005 14:53:03
9 UITVOEREN AFBOUW
06950556_H09.indd 267
267
22-03-2005 14:53:04
268
06950556_H09.indd 268
In de bouwpraktijk komen drie verschillende dekvloersystemen het meest voor. In dit hoofdstuk
worden de uitvoeringstechnische aspecten van
die drie dekvloersystemen behandeld:
1 Betonvloer, monoliet afgewerkt;
2 Cementgebonden dekvloer;
3 Anhydrietgebonden dekvloer.
Als bron voor de uitvoering is gebruikt de
Handleiding dekvloeren van het Bedrijfschap STS
Afbouwbedrijven.
22-03-2005 14:53:04
9 UITVOEREN AFBOUW
269
folie op het zandbed en daarover harde isolatieplaat, die dan als werkvloer fungeert. Met steigerplanken en piketten wordt een randbekisting
gemaakt, guur 9.17-1. Als de ene vloer gestort
is, worden de piketten verwijderd en is het aansluitende stortvak te maken. Door op de steigerplank een dunne lat te bevestigen en die na het
verharden te verwijderen ontstaat een voeg die
met plastisch materiaal wordt gevuld. Als door
de ondergrond verzakkingen kunnen ontstaan,
zou de betonvloer bij de dilataties kunnen wisselen. Dan kan een dilatatieproel worden toegepast waarmee de vloeren met een sponning
zodanig gekoppeld zijn dat wisseling onmogelijk
is, guur 9.17-2.
Als de wapening is gevlochten, wordt een hoogtegeleiding aangebracht. Die bestaat vaak uit
steigerbuizen op verstelbare pootjes op afstanden van 3 tot 5 m die met de laser exact op
een bepaalde hoogte boven de vloer worden
afgesteld. Het beton wordt meestal met een betonpomp aangevoerd. De trilnaald die nodig is
voor het verdichten van het beton helpt ook bij
het verspreiden van het beton. Voor het vlak maken van het betonoppervlak wordt een afreibalk
gebruikt. Dat is een lange balk die horizontaal
door de buizen wordt geleid, guur 9.18-1. De
afreibalk is voorzien van een kleine trilmachine
om het beton gemakkelijker te spreiden.
06950556_H09.indd 269
22-03-2005 14:53:05
270
Met het afwerken van het beton mag niet eerder worden begonnen dan nadat het eventuele
bleedingwater is verwijderd of verdampt. Het afwerken bestaat uit de volgende werkzaamheden:
voorschuren betonoppervlak;
instrooien slijtmateriaal;
inschuren strooilaag;
pleisteren oppervlak.
Voor het schuren en het pleisteren van het
betonoppervlak wordt een roterende schuurmachine gebruikt, guur 9.18-2.
Nabehandeling
De betondekvloer moet ten minste drie dagen
(tot de verlangde kwaliteit is bereikt) worden
beschermd tegen uitdroging door afdekking met
bijvoorbeeld pvc-folie. De folie moet met ruime
overlappingen worden aangebracht.
Figuur 9.19 geeft de maximale afwijkingen bij
een normale bedrijfsvloer. Bij magazijnen waar
Afstand
0,100 m
1,000 m
4,000 m
10,000 m
15,000 m
Onvlakheid
5 mm
8 mm
12 mm
15 mm
20 mm
06950556_H09.indd 270
Er zijn echter drie problemen met het in de buitenlucht monoliet afwerken van een betonvloer:
1 Afwerkploeg moet avond en nacht werken;
2 Oneffenheid egalisatielaag door regen;
3 Compenseren zeeg.
1 Afwerkploeg moet avond en nacht werken
Met de kennis en ervaring van het vervaardigen
van de monoliet betondekvloer bij bedrijfsvloeren is het in principe mogelijk in situ betonvloeren enkele uren na het storten zodanig af te werken dat een aparte dekvloer niet meer nodig is.
Het maken van verdiepingsvloeren is in de
draagconstructiefase bepalend voor het productietempo. Het monoliet afwerken van verdiepingsvloeren mag dus het productietempo niet
belemmeren. De draagconstructie wordt in de
open lucht uitgevoerd. Het monoliet afwerken
moet dan enkele uren na het betonstorten ook
in de open lucht worden uitgevoerd. De verhardingstijd tussen storten en afwerken is afhankelijk
van de buitentemperatuur. De kans is groot dat
het monoliet afwerken na werktijd in de avond
of in de nacht moet gebeuren. Bij een in situ
betonskelet wordt elke week een of twee keer
een betonvloer gestort en dan moet de zekerheid bestaan dat elke keer na het storten van een
vloer een afwerkploeg beschikbaar is die tot in
de avond of tot in de nacht de monoliet afwerking wil uitvoeren.
22-03-2005 14:53:05
9 UITVOEREN AFBOUW
Onvlakheid
2 mm
5 mm
10 mm
12 mm
15 mm
06950556_H09.indd 271
271
ningen van circa 7,000 m ontstaat een doorbuiging die zich tot enkele weken na het ontkisten
doorzet tot circa 20 mm. De doorbuiging is van
zoveel invloeden afhankelijk dat het niet mogelijk is de maat van de doorbuiging nauwkeurig
te berekenen. Te verwachten is dat de zeeg in
de vloer groter is dan de maximaal toelaatbare
onvlakheid die voor de monolietvloer is gewenst.
Aan de vlakheidseisen is alleen te voldoen als
de betonvloer met een toog wordt gestort,
waarbij de toog gelijk moet zijn aan de zeeg.
In situ betonvloeren worden normaal waterpas
gestort met behulp van een laser die op een bepaalde hoogte is ingesteld. Om een betonvloer
met een toog aan de bovenkant te maken, zijn
geleidingsbuizen nodig die met pootjes in de
tooghoogte worden gesteld. Over de geleidingsbuizen wordt dan met een afreibalk de bovenkant van de vloer in een toog afgewerkt. Het vlak
maken van een betondekvloer vergt aanzienlijk
meer tijd en arbeid dan van een ruwe betonvloer
waarover later een afwerkvloer komt.
9.3.3 Cementgebonden dekvloer
De goedkoopste dekvloer is de zand-cementgebonden dekvloer die hechtend op de ondervloer wordt aangebracht. De dikte van de
dekvloer moet op het hoogste punt van de ondervloer minimaal 25 mm zijn. De druksterkte
moet minimaal 15 N/mm2 (D 15) zijn bij alleen
personenverkeer. Druksterkte tot 40 N/mm2
(D 40) wordt geist als naast personen ook
transportmiddelen op wielen over de dekvloer
moeten kunnen rijden.
22-03-2005 14:53:06
272
Met water ontstaat door het mengen een aardvochtige mortel die door de pomp via een slang
naar de vloer wordt gebracht en daar op hopen
wordt gestort.
Op afstanden van circa 3,000 m wordt een
schep mortel met een laser op hoogte gestampt,
guur 9.22-1. Tussen de hoogtepunten worden
met de schop banen mortel gelegd die met de
rei op gelijke hoogte als de hoogtepunten wordt
gebracht, guur 9.22-2. Dan is de vloer verdeeld
in hoogtestroken h.o.h. circa 3,000 m. Tussen
de hoogtestroken wordt de mortel met de schop
verdeeld en met een houten of aluminium rei
uitgevlakt, guur 9.22-3.
De aardvochtige mortel wordt met de schop
verspreid over de vloer tussen de hoogtestroken,
guur 9.23-1. Het productietempo van een vloerenploeg is in de woningbouw met D 15 tot
D 20 circa 200 m2 per dag. In de utiliteitsbouw
met een hogere druksterkte van D 40 en
verzwaarde eisen voor de vlakheid, loopt het
productietempo terug naar 100 m2 vloer per
dag. Bij 200 m2 vloer is circa 6 m3 mortel nodig,
wat betekent dat per dag circa 120 kN mortel
met de schop moet worden verplaatst. Het
afreien en schuren van de dekvloer kan alleen op
de knien gebeuren. Dit geeft een zware belasting op de rug en de benen, guur 9.23-2.
06950556_H09.indd 272
Aandachtspunten
De volgende punten vragen extra aandacht:
voorbehandeling;
verwerking;
nabehandeling.
Voorbehandeling
De draagvloer moet schoon zijn en vrij van losse
delen. Als er zich een cementslikhuid op de
draagvloer bevindt, moet deze eerst worden verwijderd. De vloer moet n etmaal voor het aanbrengen van de dekvloer worden natgemaakt.
Verwerking
Met cementpasta wordt een aanbrandlaag
aangebracht. Er mogen hierbij geen plassen
ontstaan. Op de nog glanzende aanbrandlaag
wordt de aardvochtige dekvloerspecie aangebracht. De specie moet worden verdicht. Bij
D 40 is mechanische verdichting noodzakelijk.
De minimale dekvloerdikte is 25 mm. Figuur
9.24 geeft de toelaatbare onvlakheid van enkele
klassen dekvloeren.
Gemeten
afstand
0,100 m
0,500 m
1,000 m
2,000 m
3,000 m
4,000 m
10,000 m
15,000 m
D15
D20 en
D55
3 mm
2 mm
5 mm
8 mm
5 mm
D55
verzwaarde eis
2 mm
3 mm
10 mm
12 mm
15 mm
5 mm
6 mm
Nabehandeling
De dekvloerspecie moet ten minste drie dagen
worden beschermd tegen uitdroging door afdekking met bijvoorbeeld pvc-folie. De cementdekvloer mag gedurende de periode van nabehandeling niet worden belast.
De hechting van de dekvloer op de ondervloer
kan in de utiliteitsbouw problemen geven. Bij
een gebouw met ongedilateerde vloervelden van
circa 1.000 m2 met een vloerlengte van 60 m
moet de zand-cement dekvloer over een lengte
van 60 m drogen en verharden zonder scheuren.
22-03-2005 14:53:07
9 UITVOEREN AFBOUW
273
Aandachtspunten
De volgende punten vragen extra aandacht:
voorbehandeling;
verwerking;
nabehandeling;
ingebruikneming;
vloerbedekking.
Dekvloeren
06950556_H09.indd 273
Voorbehandeling
De draagvloer moet schoon zijn en vrij van losse
delen. Als er zich een cementslikhuid op de
draagvloer bevindt, moet deze worden verwijderd. De vloer moet n etmaal voor het aanbrengen van de dekvloer worden bevochtigd.
Gaten en onvlakheden aan de draagvloer dieper
dan 15 mm moeten vooraf worden gevuld en
afgewerkt met specie. Leidingdoorvoeren en
mantelbuizen moeten worden afgedicht.
Verwerking
De dikte (ten minste 10 mm) is afhankelijk van
de druksterkte. De drijfrei op het oppervlak van
de vloeibare specie dient in beweging te worden
gehouden om de vloeibare massa voldoende
vlak te krijgen en om luchtbelletjes te verwijderen. Het mengsel gedraagt zich als een vloeistof
en moet in n arbeidsgang gelijkmatig en in
banen worden aangebracht. De verwerkingstemperatuur mag niet onder 5 graden komen. De
minimaal vereiste dekking op leidingen bedraagt
10 mm. Het dragen van vloeistofdichte handschoenen is nodig.
Nabehandeling
De dekvloer moet twee dagen worden
beschermd tegen te snelle droging. De ruimte
moet na 48 uur geventileerd worden. Zodra
de vloer beloopbaar is, moeten oneffenheden
verwijderd worden. Bij synthetische anhydriet
moet het oppervlak van de dekvloer worden
geschuurd om het losse carbonaatlaagje te verwijderen.
Ingebruikneming
Globaal na 48 uur mag de vloer in gebruik worden genomen. Afhankelijk van het seizoen zal de
dekvloer binnen vier weken droog zijn. Het
watergehalte van de dekvloer moet lager zijn
dan 0,5% (M/M) voordat de dampdichte vloerbedekking of iets dergelijks wordt aangebracht.
22-03-2005 14:53:07
274
Materiaal
Nadat de dekvloer is aangebracht, kan het verblijfsgebied met scheidingswanden worden ingedeeld in meerdere verblijfsruimten. Scheidingswanden zijn te verdelen naar materiaal, massief
of plaat, naar woningbouw en utiliteitsbouw en
naar dichte wand en wandopening. Deze paragraaf is als volgt opgebouwd:
scheidingswanden lijmblokken woningbouw,
paragraaf 9.4.1;
scheidingswanden panelen woningbouw,
paragraaf 9.4.2;
binnendeurkozijnen woningbouw, paragraaf
9.4.3;
stenen scheidingswanden utiliteitsbouw, paragraaf 9.4.4;
eenzijdig schoonmetselwerk utiliteitsbouw,
paragraaf 9.4.5;
gelijmde stenen scheidingswanden utiliteitsbouw, paragraaf 9.4.6.
9.4.1 Scheidingswanden lijmblokken in
woningbouw
In de woningbouw worden scheidingswanden
toegepast met een wandhoogte van 2,400 tot
2,500 m en een dikte van 70 mm. De wanden
wordt samengesteld uit blokken die worden
gelijmd. Als materiaal voor de massieve scheidingswanden is een keuze te maken tussen gips,
cellenbeton en kalkzandsteen, guur 9.26.
Dikte
Lengte
Hoogte
Massa per m3
Gipsblokken
Type GN wit standaard
Type GH groen watervast
Type GZ verzwaard
70 mm
70 mm
70 mm
640 mm
640 mm
640 mm
500 mm
500 mm
500 mm
1.810 kg
1.810 kg
1.260 kg
Cellenbetonblokken
Type G4/600 met 4 N/mm2
Type G5/800 met 5 N/mm2
70 mm
70 mm
600 mm
600 mm
250 mm
250 mm
1.600 kg
1.800 kg
Kalkzandsteenblokken
Type L70/298 15 N/mm2
70 mm
437 mm
298 mm
1.750 kg
06950556_H09.indd 274
22-03-2005 14:53:08
9 UITVOEREN AFBOUW
Materiaal
Gipsblokken
Cellenbeton
Cellenbeton
Kalkzandsteen
Lang
Hoog
Gewicht
Aantal per m2
N/m2
640 mm
600 mm
600 mm
437 mm
500 mm
500 mm
250 mm
298 mm
180 N
160 N
80 N
150 N
3,1
3,3
6,6
7,6
.560
.420
.420
1.160
275
Aspecten materiaalkeuze
De keuze van het materiaal is afhankelijk van verschillende factoren:
hoger gewicht per m2: betere geluidsisolatie
scheidingswand;
lager gewicht per blok: gunstigere arbeidsomstandigheden voor blokkensteller;
grotere afmeting: gunstiger productietempo
maken scheidingswand;
poreuzer materiaal: gunstiger pasmaken blokken;
steenachtiger materiaal: gunstiger voor toepassing als scheiding vochtige ruimten;
lager materiaalprijs per m2 wand: gunstiger
bouwkosten scheidingswanden.
Als scheidingswand in de woningbouw worden
gipsblokken het meest toegepast. Het blok heeft
een gewicht van 180 N, guur 9.27, en het productietempo van de blokkensteller is afhankelijk
van het aantal blokken per dag.
Uit de kostenvergelijking van guur 9.28 blijkt
dat naar materiaalprijs gezien een scheidingswand van gipsblokken of kalkzandsteenblokken
het gunstigst is. Per m2 wand zijn minder gipsblokken nodig waardoor de arbeidskosten van
gipsblokken lager is dan van kalkzandsteen. De
standaard gipsblokken kunnen niet worden toegepast bij natte ruimten omdat gips gevoelig is
voor vocht. Als scheidingswand van badkamers is
een aanzienlijk duurder gipsblok nodig die door
hydrophobering nauwelijks water opneemt.
Materiaal
Gipsblokken
Cellenbeton
Cellenbeton
Kalkzandsteen
Materiaal
Gipsblokken
Gipshydroblok
Cellenbeton
Cellenbeton
Kalkzandsteen
Prijs
per stuk
Aantal
per m2
Prijs
per m2
2,69
4,13
3,78
1,90
1,12
3,1
3,1
3,3
6,6
7,6
8,43
12,79
12,48
12,50
8,48
Transport blokken
De scheidingswanden van lijmblokken worden
op de dekvloer gemaakt. De ondergrond voor
de lijmblokken is dan vlakker. Bovendien is een
dekvloer gemakkelijker in een grote ruimte aan
te brengen en de scheidingswanden zijn te verwijderen. Dat betekent dat de dekvloer moet
zijn verhard voordat de blokkensteller met de
scheidingswanden kan beginnen. Na het verharden van de dekvloer start het inbouwproces van
de scheidingswanden met het transport van de
pakketten blokken vanaf de bouwplaats naar de
werkplek, guur 9.29.
Per woning is circa 50 m2 scheidingswand
nodig. Per woning zijn vijf tot zeven pakketten
nodig, guur 9.29. Bij een aanvoer naar de
bouwplaats in volle vrachten zal voor vier tot zes
woningen worden aangevoerd. Als de pakketten
rechtstreeks van de vrachtwagen in de woning
worden gebracht, moeten vier tot zes woningen
tegelijk worden bevoorraad.
Lang
Hoog
Aantal
m2 per pak
Gewicht
640 mm
600 mm
600 mm
437 mm
500 mm
250 mm
500 mm
298 mm
21
80
40
84
7 m2
12 m2
12 m2
11 m2
3.780 N
6.610 N
6.610 N
14.500 N
06950556_H09.indd 275
22-03-2005 14:53:08
276
06950556_H09.indd 276
22-03-2005 14:53:09
9 UITVOEREN AFBOUW
Mechanische hulpmiddelen
Er zijn verschillende mechanische hulpmiddelen ontwikkeld om de arbeidsbelasting, guur
9.34, van de blokkensteller te verminderen.
Een scheidingswand bestaat in de hoogte uit
vijf rijen blokken. Een mechanisch hulpmiddel
moet de blokken vanaf de vloer naar vijf verschillende hoogtes transporteren en dat maakt
het moeilijk. In de bouwpraktijk blijkt dat er
geen mechanische hulpmiddelen geschikt
zijn voor het stellen van blokken. Het gaat te
langzaam en met het mechanisch transporteren worden de wanden en de deurkozijnen
beschadigd.
Blokkensteller per
dag maximaal
Aantal blokken per dag 3,1
Gewicht per blok 640 500 70
Minimaal per dag tillen
Waarvan tillen boven 1 m hoogte
277
600 mm
2.450 mm
0,7
620 N
83
10
9
6,2 kN
9,15
50 m2 wand
155 blokken
180 N
28 kN
16,8 kN
06950556_H09.indd 277
22-03-2005 14:53:10
278
06950556_H09.indd 278
22-03-2005 14:53:11
9 UITVOEREN AFBOUW
9.39-2. Stalen deurkozijnen hebben een klemconstructie die zich om de wand vastklemt.
Bij een montagekozijn dat wandomvattend is,
moeten de stijlen en dorpel als losse onderdelen
worden gemonteerd, guur 9.40-1. Als het montagekozijn aan n kant een aftimmerlat heeft, is
het mogelijk het kozijn in zijn geheel in de wandopening te schuiven, guur 9.40-2.
279
Gestucadoord metselwerk
In de traditionele utiliteitsbouw worden scheidingswanden gemetseld en gestucadoord. Als
metselsteen is kalkzandsteen de goedkoopste
oplossing, maar om de belasting op de verdiepingsvloeren te beperken wordt ook de veel lichtere porisosteen toegepast, guur 9.43.
Type kozijn
Staal inbouw/inmetsel
Staal montage
Vuren montage
Hardhout montage
Kosten arbeid
Kosten materiaal
Totale kosten
1,24
1,49
0,83
0,83
40,92
49,14
27,42
27,42
113,22
113,70
117,54
131,58
154,14
162,84
144,96
159,
Type kozijn
Staal inbouw
Staal montage
Vuren montage
Hardhout montage
Kosten arbeid
Kosten materiaal
Totale kosten
1,34
1,49
1,32
1,32
44,22
49,14
43,56
43,56
135,
119,52
139,80
145,14
179,22
168,66
183,36
188,70
06950556_H09.indd 279
22-03-2005 14:53:12
280
Materiaal
Lengte
Breedte
Hoogte
Prijs
Stuks per m2
Prijs per m2
Kz-steen mf
Porisosteen
214 mm
240 mm
102 mm
100 mm
82 mm
140 mm
0,18
0,55
48
27
8,64
14,90
Materiaal
Kz-steen
Porisosteen
Prijs
Stuks per m2
Arbeid
Stuc 2
Totaal
8,64
14,90
48
27
15,84
8,94
32,40
32,40
56,88
56,24
Materiaal
Baksteen wf
Betonsteen wf
Betonsteen mf
Porisosteen
Porisosteen
Lengte
Breedte
Hoogte
Prijs
Stuks per m2
Prijs per m2
210 mm
210 mm
210 mm
210 mm
210 mm
100 mm
100 mm
100 mm
100 mm
100 mm
51 mm
52 mm
83 mm
50 mm
100 mm
0,30
0,18
0,25
0,24
0,43
72
72
48
72
36
21,60
12,96
12,10
17,28
15,55
06950556_H09.indd 280
22-03-2005 14:53:12
9 UITVOEREN AFBOUW
Materiaal
Baksteen df
Betonsteen mf
Ks-steen mf
Ks-steenblok
Porisosteen
281
Lengte
Breedte
Hoogte
Prijs
Stuks per m2
Prijs per m2
210 mm
210 mm
214 mm
437 mm
210 mm
100 mm
100 mm
102 mm
100 mm
100 mm
67 mm
83 mm
82 mm
298 mm
100 mm
0,38
0,18
0,18
1,46
0,43
68
55
55
7,5
46
26,11
9,90
9,90
10,98
19,87
De goedkoopste scheidingswand is het kalkzandsteen vellingblok van 437 100 298 met 7,5
stuks per m2 wand. Materiaalprijs 9,15 per m2
wand, zonder afwerking.
9.5 Gipsmontagewanden
De constructieve opbouw van gipsmontagewanden wordt besproken in deel 5 Afbouw,
hoofdstuk 2 Scheidingswanden
06950556_H09.indd 281
22-03-2005 14:53:13
282
2 Beplating gipskartonplaat
Als plaatmateriaal wordt meestal gipskartonplaat
toegepast. Gipskartonplaat heeft de volgende
eigenschappen:
gemakkelijk te bewerken;
blijft vlak en vervormt niet;
gunstig voor geluidsisolatie;
brandbestendig en brandwerend.
Gipskartonplaten zijn 1,250 m breed, ze komen
als oneindigende plaat uit de machine en worden dan op lengte geknipt. Voor grotere projecten worden gipsplaten op de gewenste lengte
geknipt. In de utiliteitsbouw wordt meestal een
plaatdikte van 12,5 mm toegepast en in de
woningbouw 9,5 mm.
06950556_H09.indd 282
22-03-2005 14:53:13
9 UITVOEREN AFBOUW
Wandaansluitingen
Als aan een scheidingswand tussen twee ruimten
zeer hoge geluideisen worden gesteld, dan kunnen akoestische adviseurs voorstellen de dubbele
gipsplaat aan de kamerzijde van de wand te onderbreken om ankerende geluidsoverdracht te
verhinderen, guur 9.51-1. Deze oplossing vergt
tweemaal zoveel tijd omdat vier keer de breedte
van de pasmaat moet worden gemeten en acht
keer een gipsplaat op breedte moet worden
gemaakt.
06950556_H09.indd 283
283
Kolomaansluiting
Een scheidingswand kan op het hart van een
kolom aansluiten, maar dan krijgt de scheidingswand aan beide zijden een penant, die vooral in
kamers de indelingsvrijheid kan beperken. Als bij
het ontwerp de afstemming tussen scheidingswanden en kolommen wordt geregeld, is het
mogelijk de gipsmontagewand langs de kolom
te laten lopen, waardoor maar aan n zijde van
de wand een penant ontstaat, guur 9.52-1. De
penant is het kleinst als het frame tegen de kolom
aansluit en de beplating aan n zijde langs de
kolom doorloopt. Als in de holle ruimte van de
wand horizontaal leidingen moeten komen die de
kolom moeten passeren, kan het frame langs de
kolom worden doorgezet, guur 9.52-2.
22-03-2005 14:53:15
284
huis wordt gewerkt met zeer gevoelige elektronische apparatuur die in verbinding staan met
patinten. In die ruimtes moeten aanraakbare
stalen delen worden geaard en de aarding moet
te meten zijn. Dat kan alleen als het stalen kozijn
gesoleerd in de wand wordt bevestigd en de
aansluiting van de aarding te ontkoppelen is om
de kwaliteit van de aarding te kunnen meten.
Het is niet eenvoudig om een stalen kozijn met
stalen betonankers aan vloer en betonplafond te
bevestigen, zodanig dat er geen staalcontact is.
Theoretisch is het oplosbaar, maar in de praktijk bestaat het risico dat bij een aantal kozijnen
toch contact wordt gemeten en het kozijn uit de
wand moet worden gesloopt om het opnieuw
gesoleerd te monteren. Het risico van de aarding is te voorkomen door de keuze voor houten
kozijnen.
Houten inbouwkozijnen
De C-stijlen van het wandsysteem zijn zodanig
gevormd dat twee stijlen in elkaar zijn te klikken en een kokerproel ontstaat dat veel sterker
is, guur 9.55-1. Door de leidinggaten in het
C-proel is de koker met schroeven aan het
houten kozijn te bevestigen. Nadat de dubbele
beplating is aangebracht, blijkt dat een normaal
houten inbouwkozijn voldoende deugdelijk in de
wand zit. De houten kozijnstijlen zijn met hoekijzers en betonankers aan de vloer te bevestigen.
Het hoekijzer belemmert echter de aansluiting
van het vloerproel. Omdat op de vloer geen
constructieve koppeling aanwezig is tussen de
beide kozijnstijlen, kan torsie optreden door het
gewicht van de deur.
06950556_H09.indd 284
22-03-2005 14:53:16
9 UITVOEREN AFBOUW
285
Montagekozijn
Het bezwaar van het inbouwkozijn is dat het
kozijn in een vroeger stadium wordt geplaatst
en de afwerking kan beschadigen. Het alternatief
is de toepassing van een montagekozijn. Bij het
monteren van het frame is dan een mal nodig
om een kozijnopening te maken met weinig
maatafwijking. Nadat de wanden zijn afgewerkt
wordt het montagekozijn in de opening geschoven, guur 9.55-2.
06950556_H09.indd 285
22-03-2005 14:53:17
286
Maatvoeren
De MOUS-meetpunten zijn in de dekvloer aanwezig en vanaf die punten worden de scheidingswanden op de dekvloer gemaatvoerd en
met een smetlijn afgetekend, zodanig dat alle
wanden met de buitenkant op de vloer zichtbaar
zijn. Ook de deurkozijnen en de te boren gaten
voor doken worden op de dekvloer afgetekend.
De vloer moet kunnen fungeren als werktekening schaal 1:1 zodat bij het maken van de
gipsmontagewanden geen papieren tekeningen
meer nodig zijn. Met behulp van een roterende
laser worden de lijnen van de wand vanaf de
vloer overgebracht naar het betonplafond.
Transport
Het transport van de gipsplaten vanaf de vrachtwagen tot op de werkplek kost 1,- tot 2,50
per m2 wand en kan bij een slechte logistiek
oplopen tot 5,- per m2 wand.
Gipsplaten zijn niet gemakkelijk te transporteren,
guur 9.57, ze zijn lang, dun en breken snel. Een
verreiker of bouwkraan kan een pakket gipsplaten van de vrachtwagen oppakken en op verdiepingshoogte voor een raamopening brengen,
waarna men van binnenuit plaat voor plaat door
het raam trekt en op de vloer op een stapel legt.
Als de raamopening niet breed genoeg is om
de gipsplaat horizontaal naar binnen te trekken,
zijn kantelbare pallethaken toe te passen die de
gipsplaat verticaal voor de raamopening manipuleert. Voor een groot gebouw is het gewenst
betere logistieke oplossingen te zoeken.
06950556_H09.indd 286
Omschrijving
Hoeveelheid
Bruto-vloeroppervlak afbouw
21.000 m2
2
Scheidingswanden
1 m wand per m2 BVO
Hoeveelheid gipsmontagewand
21.000 m2
Hoeveelheid gipsmontagewand
6.500 m
Dubbele beplating, gipsplaat
84.000 m2
Gewicht gipsplaat 12,5 mm dik
10 N/m2
Gipsplaat te transporteren
9240 kN
Aantal vrachtwagens bij 20 ton
46 wagens
Afmeting gipsplaat
1.250 3.250 m
Aantal gipsplaten
20.680
Gewicht per gipsplaat
450 N per plaat
Aantal platen per vrachtwagen
445 platen
Productietempo per ploeg
25 m wand per dag
Aantal gipsplaten per dag
80 platen
Figuur 9.57 Voorbeeld transport gipsmontagewanden
22-03-2005 14:53:17
9 UITVOEREN AFBOUW
2 Transport op palletkar
De gipsplaten zijn te lang om op n standaardpallet van 1,000 1,200 m te transporten. Er zijn
twee mogelijkheden om met pallets gipsplaten te
transporteren: speciale lange pallets gebruiken of
de gipsplaten op twee standaardpallets leggen.
Met een bouwkraan zijn pallets met 30 platen
rechtstreeks op een uitsteeksteiger op verdiepingshoogte te transporteren. Vanaf de uitsteeksteiger kan het pakket met twee handpalletkarren
naar de werkplek worden gereden, guur 9.59.
Per vrachtwagen zijn circa 15 transporten nodig.
De gipsplaten liggen dan verdeeld over de werkvloer. Als de maatvoering vooraf is gebeurd kunnen de pakketten precies in de ruimtes worden
geplaatst. Vanaf het pakket worden de gipsplaten
stuk voor stuk aan de wand gemonteerd.
287
3 Transport op rollenwagen
Men kan een speciale rollenwagen maken voor
het horizontaal transport van gipsplaten. De
rollenwagen wordt op de uitsteeksteiger op verdiepingshoogte geplaatst. Met de bouwkraan
worden pakketten van dertig platen vanaf de
vrachtwagen rechtstreeks op de rollenwagen
geplaatst. De rollenwagen met platen wordt naar
de werkplek gereden. De wagen heeft aan de
bovenkant rollen waarop het pakket ligt. Als men
het pakket naar achteren drukt, rolt het pakket
gedeeltelijk van de wagen op de vloer, guur
9.60. Door het gewicht van de gipsplaten wordt
de rollenwagen onder het pakket uitgedrukt en
de gipsplaten liggen op de vloer. Een pakket van
dertig platen is 122 m2 gipsplaat en 30 m2 wand.
Bij 1 m2 wand/m2 vloer is per 30 m2 vloeroppervlak een pakket nodig. De afstand tussen de pakketten is dan nooit groter dan 5 m.
Frame
Het plafondproel moet vanaf een rolsteiger
worden gemonteerd, guur 9.61-1. De pakketten gipsplaten belemmeren de vrije ruimte voor
de rolsteiger. Het is gewenst eerst de plafondproelen te monteren en daarna pas de gipsplaten
aan te voeren. Als tegelijk met het plafondproel
ook het vloerproel zou worden aangebracht,
06950556_H09.indd 287
22-03-2005 14:53:18
288
06950556_H09.indd 288
In deze paragraaf worden als voorbeeld de montageaspecten van de installaties voor een ziekenhuis besproken in relatie met de scheidingswanden. Kabels, buizen, goten, kanalen en pijpen
zijn allemaal transportsystemen waarvan het
verschil in benaming het medium en de afmeting betreft. Voor het monteren is het medium
en de afmeting minder belangrijk dan de montageroute en daarom wordt in deze paragraaf de
verzamelnaam leidingen gebruikt.
De route van leidingen is te verdelen naar de
plaats van montage:
schachtleidingen, paragraaf 9.6.1;
gangleidingen, paragraaf 9.6.2;
plafondleidingen, paragraaf 9.6.3;
wandleidingen, paragraaf 9.6.4.
9.6.1 Schachtleidingen
Dit zijn de verticale leidingen die in schachten zijn
gebundeld en zorgen voor de distributie naar de
verdiepingen. De bundel leidingen moet met een
wand worden gescheiden van de aanliggende
ruimten. Voor de distributie naar elke verdieping
moeten in de scheidingswand gaten worden
gemaakt. Aan de scheidingswand worden vooral
brandwerendheidseisen gesteld, omdat de verticale schacht het brandcompartiment per verdieping doorbreekt. De leidingschacht is te zien als
een verticaal brandcompartiment dat dwars door
horizontale brandcompartimenten gaat.
22-03-2005 14:53:19
9 UITVOEREN AFBOUW
289
06950556_H09.indd 289
Bij het maken van de betonvloer wordt in de bekisting van de vloersparing een metalen rooster
ingestort. Na het ontkisten van de vloer zorgt
het rooster voor een veilige werkplek. De monteur werkt op vloerniveau en zaagt of brandt een
gat in het rooster ter grootte van de leiding en
gebruikt het rooster als bevestigingspunt voor de
leidingen, guur 9.63-3. Het invoeren van grote
kanalen is vanaf de vrije vloer gemakkelijker dan
in een smalle koker. In bijzondere gevallen kan
het nodig zijn een steigerbuis van vloer tot vloer
aan de roosters te bevestigen en de lichte leidingen aan de steigerbuis te monteren. De leidingen worden met de T-stukken gemonteerd.
Als alle leidingen zijn gemonteerd, wordt tegelijk
met de montage van de gipsmontagewanden
met hetzelfde materiaal ook de wanden om de
leidingschacht gemaakt. Omdat door de leidingen in de schacht de gipsplaten alleen van
buitenaf te monteren zijn, is in plaats van de
C-stijlen een I-stijl nodig waarbij de gipsplaten
van buitenaf tussen de lijven van de I-stijlen te
schroeven is. Het is gemakkelijker om gipsplaten
om leidingen te contramallen dan sparingen te
maken in betonwanden. Bij renovatie is verandering van de leidingschacht mogelijk.
22-03-2005 14:53:20
290
06950556_H09.indd 290
22-03-2005 14:53:21
9 UITVOEREN AFBOUW
06950556_H09.indd 291
291
9.6.3 Plafondleidingen
De plafondleiding is de distributieleiding. Van
daaraf moeten aansluitleidingen worden gemonteerd naar de aansluitpunten. Plafondleidingen
zijn te verdelen in twee groepen:
1 aansluitingen op zelfde verdieping;
2 aansluitingen voor bovenliggende verdieping.
22-03-2005 14:53:22
292
06950556_H09.indd 292
9.6.4 Wandleidingen
De holle ruimte in de gipsmontagewand leent
zich goed voor het onderbrengen van leidingen en aansluitdozen. In een ziekenhuis komt
een groot aantal verschillende installatiesystemen
voor. Voor elektra, data en medische gassen zijn
aansluitdozen ontwikkeld die rechtstreeks aan de
gipsplaten zijn te bevestigen. Van de sanitaire
toestellen komen wastafels het meeste voor en
die moeten deugdelijk aan de wand worden bevestigd en de leidingen moeten in de spouw van
de wand door de vloer naar de onderliggende
verdieping worden gevoerd. Aan de bevestiging
van een wastafel aan de gipsmontagewand
wordt de eis gesteld dat men er op moet kunnen
zitten en ook de bevestiging van de mengkraan
moet bestand zijn tegen onzorgvuldig gebruik.
In de praktijk is een eenvoudige en deugdelijke
oplossing ontwikkeld.
Voorziening wastafel
In de spouw van de wand wordt een multiplex
paneel bevestigd waaraan zowel de wastafel
deugdelijk te bevestigen is als ook de waterleidingen voor de mengkraan. Het paneel heeft een
breedte van de halve gipsplaat plus de breedte
tussen de C-stijlen. Aan de zijkanten van het paneel zijn twee stroken multiplex van 18 mm dik
bevestigd, guur 9.69-1 en 9.69-2. Ter plaatse
van de mengkraan worden verhoogde koperen
muurplaten bevestigd aan het paneel. De voorkant van de muurplaat is dan ongeveer gelijk aan
de voorkant van de wand. In de zijkanten van het
paneel worden slotbouten M 10 vanuit de spouw
door de dubbele multiplex geboord, waardoor de
22-03-2005 14:53:22
9 UITVOEREN AFBOUW
293
wastafel zeer deugdelijk aan de wand is te bevestigen, guur 9.69-3. Aan de onderkant van het paneel is een uitholling om de afvoerpijp te xeren.
Het uitvoeringsproces voor een wastafel bestaat
uit de volgende activiteiten:
hart wastafel met typenummer afschrijven op
vloer;
aanbrengen vloer en plafondproel;
gaten boren door vloer voor water en afvoer;
C-stijlen symmetrisch plaatsen ten opzichte
van wastafel;
eerste beplating aanbrengen aan wastafelzijde;
met boormal vijf gaten boren door gipsplaten;
waterleiding met muurplaat op paneel schroeven;
paneel in wand tussen stijlen aanbrengen;
slotbouten voor wastafelbevestiging aanbrengen;
riolering afvoerpijp monteren;
isolatieplaat in de wand monteren;
sluitwand met dubbele gipsplaat aanbrengen;
naden tussen gipsplaten met band en gips
afwerken;
wandafwerking aanbrengen;
wastafel monteren met afvoersifon;
mengkraan monteren.
Voor het aanbrengen van de voorzieningen en
installaties in de gipsmontagewand wordt de
eerste beplating gebruikt als werktekening schaal
06950556_H09.indd 293
22-03-2005 14:53:23
294
06950556_H09.indd 294
22-03-2005 14:53:24
9 UITVOEREN AFBOUW
295
Elk afbouwproces kent zijn specieke uitvoeringstechnische problemen, maar omdat afwerkingen
door gespecialiseerde bedrijven worden uitgevoerd die ieder hun eigen afwerkingssysteem
kennen, is het niet zinvol die hier te behandelen.
06950556_H09.indd 295
Vloerafwerking
Het afwerken van vloeren is naar het materiaal te
verdelen in verschillende soorten:
cementgebonden afwerking: tegelwerk en
cement afwerklagen;
harde vloerbedekking: linoleum en andere
waterdichte bedekkingen;
22-03-2005 14:53:24
296
06950556_H09.indd 296
22-03-2005 14:53:24
9 UITVOEREN AFBOUW
297
06950556_H09.indd 297
22-03-2005 14:53:25
298
Opnemen
De opneming van het werk geschiedt op schriftelijke, tot de directie gerichte aanvraag van de
aannemer, waarin deze meedeelt op welke dag
het werk naar zijn oordeel zal zijn voltooid. De
opneming geschiedt zo spoedig mogelijk en in
de regel binnen acht dagen na de aanvraag. De
dag en het tijdstip van opneming wordt tijdig en
zo mogelijk ten minste drie dagen tevoren schriftelijk medegedeeld.
Goedkeuren
Nadat het werk is opgenomen, wordt aan de
aannemer binnen acht dagen schriftelijk medegedeeld, of het werk al of niet is goedgekeurd.
Wordt het werk goedgekeurd, dan wordt als dag
van goedkeuring aangemerkt de dag waarop de
desbetreffende mededeling aan de aannemer is
verzonden.
06950556_H09.indd 298
Narooien
Kleine gebreken, die gevoeglijk vr een nog
volgende betalingstermijn kunnen worden hersteld, zullen geen reden tot onthouding van
goedkeuring mogen zijn, mits zij een eventuele
ingebruikneming niet in de weg staan. De aannemer is gehouden deze gebreken zo spoedig
mogelijk te herstellen.
Opleveren
Het werk wordt als opgeleverd beschouwd als
het is goedgekeurd of geacht wordt te zijn goedgekeurd. De dag waarop het werk is of geacht
wordt te zijn goedgekeurd, geldt als dag waarop
het werk als opgeleverd wordt beschouwd.
Aansprakelijkheid
Na de dag van oplevering is de aannemer niet
meer aansprakelijk voor tekortkomingen aan het
werk, behalve indien het werk of enig onderdeel
daarvan door schuld van de aannemer een
verborgen gebrek bevat en de aannemer van
zodanig gebrek binnen een redelijke termijn na
de ontdekking mededeling is gedaan. Een
gebrek kan alleen als een verborgen gebrek worden aangemerkt, als het, ondanks nauwlettend
toezicht door de directie, redelijkerwijs niet
onderkend had kunnen worden.
Onderhouden
Als in het bestek een onderhoudstermijn is
voorgeschreven, gaat deze termijn in onmiddellijk na de dag waarop het werk als opgeleverd
wordt beschouwd. De aannemer is gehouden
gebreken, welke in de onderhoudstermijn aan
de dag treden, te herstellen, met uitzondering
echter van gebreken waarvoor de opdrachtgever
verantwoordelijk of aansprakelijk is. In de onderhoudstermijn optredende schade aan het werk is
voor rekening van de opdrachtgever, met uitzondering echter van die schade, welke het gevolg is
van door de aannemer verricht onvoltooid werk.
9.9.2 Opleveren woningen
In de afbouwfase zijn de inbouw, de installaties
en de afwerking aangebracht. Bij de afbouwfase
hoort ook nog het afmonteren. Dat is het aanbrengen van onderdelen die pas na de afwerking
te monteren zijn. Schakelaars en stopcontacten
kunnen pas na het behang of spuitwerk worden
22-03-2005 14:53:26
9 UITVOEREN AFBOUW
06950556_H09.indd 299
299
22-03-2005 14:53:27
300
Zwaartekracht
Een verdieping is niet hermetisch afgesloten van
andere verdiepingen. Water loopt door sparingen altijd naar beneden. In een gebouw met
meerdere verdiepingen zijn verticale verkeersruimten nodig. Bij het afwerken van trappenhuizen is het gewenst van boven naar beneden te
06950556_H09.indd 300
Bouwtijd
De draagconstructie wordt altijd vanaf het maaiveld naar boven uitgevoerd. De begane grond is
de eerste bouwlaag die beschikbaar komt voor
de afbouw als de gevel ook vanaf het maaiveld
naar boven wordt gebouwd. Als vanuit de argumenten, zwaartekracht en toegankelijkheid gekozen wordt voor een bouwvolgorde van boven
naar beneden, zal de afbouw pas kunnen starten
als de bovenste verdieping wind- en waterdicht
is.
Op de onderliggende verdiepingen wordt niet
gewerkt om te wachten tot de bovenste gereed
is voor de start van de afbouw. Afbouw van
boven naar beneden kost extra bouwtijd maar
geeft meer zekerheid voor de afbouw-organisatie
en de kwaliteit, guur 9.80. Bij hoge gebouwen
is een tussenvorm mogelijk waarbij de bouwlagen worden opgedeeld in eenheden van circa
acht bouwlagen, waarbij per eenheid van boven
naar beneden wordt afgebouwd.
Als de argumenten bouwtijd en toegankelijkheid
een zware rol spelen kan het afbouwproces van
beneden naar boven worden uitgevoerd, maar
de begane grond wordt overgeslagen en als
Toegankelijkheid
Bij de meeste verdiepinggebouwen is het gebouw vanaf de bouwplaats alleen via de begane
grond toegankelijk. Materialen moeten via de
begane grond naar de verdieping worden gebracht. Personeel moet via de begane grond de
verdieping bereiken. Personeel en resterende
materialen en bouwafval moet in de aoopfase
via de begane grond het gebouw verlaten. De
begane grond komt daardoor als laatste gereed.
Vanuit het transport en het verkeer gezien is het
gewenst van boven naar beneden af te bouwen.
22-03-2005 14:53:28
9 UITVOEREN AFBOUW
301
06950556_H09.indd 301
In het tijdschema van guur 9.82 is n bouwstroom gepland voor het halve ziekenhuis van
10.000 m2. Bij een productietempo van 100 m2
per dag en afdelingen van 1.000 m2 is de productietijd van elke afbouwploeg tien dagen per
afdeling. Elke afbouwploeg zal elke tien dagen
naar een volgende afdeling moeten gaan.
De eerste afdeling is twintig weken voor de opleverdatum gereed, guur 9.83, maar wordt pas
bij de verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid
van de afdeling de eindoplevering overgedragen
naar de opdrachtgever. Het bouwbedrijf moet de
eerste afdeling 20 weken lang zodanig beheren
dat er geen beschadigingen optreden die bij
oplevering moeten zijn hersteld.
Beheren goedgekeurde afdelingen
Het bouwbedrijf zal als hoofdaannemer vroegtijdig een organisatie moeten opzetten om de
goedgekeurde afdelingen te beheren tot de dag
van de oplevering. Als dat niet gebeurt, zal de
aoopfase een chaos worden en wordt de geplande opleveringsdatum niet gehaald. Uitstel
van oplevering betekent het later in gebruik
nemen van het ziekenhuis. In de laatste fase
van het bouwproces zijn de meeste termijnen al
betaald en zal de opdrachtgever over elke week
vertraging van de oplevering, de kosten van de
rente hierover in rekening brengen bij de hoofdaannemer.
22-03-2005 14:53:30
302
Bij de afbouw- en aoopfase van een ziekenhuis is een groot aantal verschillende bedrijven
betrokken. Elk bedrijf is zelf verantwoordelijk
voor beschadiging en diefstal. Er zal een vertragingstactiek ontstaan waarbij elk bedrijf de
laatste wil zijn voor de oplevering, of liever nog
zijn spullen na de oplevering wil aanbrengen.
Alleen de hoofdaannemer is verantwoordelijk
voor de datum van oplevering en als die geen
goede organisatie heeft voor de aoopfase, zal
de oplevering moeten worden uitgesteld.
Inrichten en overhuizen
Een nieuw ziekenhuis wordt meestal gebouwd
ter vervanging van een oud ziekenhuis of na
een fusie tussen ziekenhuizen. Bij een kantoorgebouw is het mogelijk binnen enkele dagen na
oplevering de inrichting en meubilering aan te
voeren. En korte tijd na het inhuizen kan het kantoor in gebruik worden genomen. Bij een kantoororganisatie is het ook mogelijk het gebouw
gefaseerd in gebruik te nemen.
06950556_H09.indd 302
22-03-2005 14:53:30
9 UITVOEREN AFBOUW
303
Geraadpleegde en aanbevolen
literatuur
1 Handboek bouwtechnische details voor energieefcinte woningbouw en vernieuwbouw
(SBR 200). SBR/Novem, 1994
2 Handleiding dekvloeren. Bedrijfschap STS
Afbouwbedrijven, 1993
06950556_H09.indd 303
22-03-2005 14:53:30
304
06950556_H09.indd 304
22-03-2005 14:53:30
9 UITVOEREN AFBOUW
REGISTER 305
Register
A
aanbestedingssysteem 2
aanlegbreedte 44
aanlegdiepte 42
aanlegkabels 32
aansluitdozen 292
aansluitingen 291
aansprakelijkheid werk 298
afbouw, subfasen 262
afbouw, uitvoeren 261
afbouw, volgorde
werkzaamheden 263
afbouwproces, seriematig 263
afbouwproces, volgorde 300
afschot 237, 243
afstemming
werkzaamheden 296
aftimmerlat 279
afwerking, volgorde
uitvoering 295
afwerkingsvolgorde,
ontkoppeling 296
afwerkploeg betonvloeren 270
aggregeren gegevens 6
anhydriet dekvloeren,
ingebruikneming 273
anhydriet dekvloeren,
nabehandeling 273
anhydriet dekvloeren,
verwerking 273
anhydriet dekvloeren,
vloerbedekking 274
anhydriet dekvloeren,
voorbehandeling 273
ankerrails 219
ankers 219
appartementenbouw,
dimensies casco 72
autogiekkraan,
hydraulische 258
B
baddingsysteem 109, 121
badkamer in
woningproject 263
baksteen 77, 184
06950556_H09.indd 305
22-03-2005 14:53:31
306
C
casco, dimensies 71
casco, gestapelde woningen in
hoogbouw 67
casco, gestapelde woningen
met galerijontsluiting 67
casco, gestapelde woningen
met portiekontsluiting 67
casco,
laagbouwwoningblok 66
casco, laagbouwwoningen 66
casco, twee-ondereen-kapwoning 66
casco, vrijstaande woning 66
casco,
voorbereidingsproces 78
casco, wijze van transport 69
casco, woningscheidende
functie 68
cascokeuze naar wand/vloerfunctie 67
casco en inbouw 266
casco uitvoeren 65
centerpennen 61
combicontainers 28
compartimentering
ziekenhuis 302
containerketen 20
containerlift 177
containers 99
containertransport 179
contrastfactor C 211
Custom Buildafbouwproces 265
cyclustijd, bouwlaag 155
cyclustijd, drie dagen per
bouwlaag 180
cyclustijd, hoogbouw 155
cyclustijd,
verdiepingbouw 155
D
D-waarde 211
dagmaat stelkozijn 227
dak, montage 254
dak, ontkoppeling van
gevel 246
dak, veiligheid 256
dak, waterdicht maken 248
06950556_H09.indd 306
dakafwerking 249
dakconstructie 250, 254
dakdraaipunt 253
dakelement 256
daken, grote houten 239
daken, hellende 236
daken, houten garage- 237
daken, platte 236
daken, platte betonnen 241
daken, platte houten 236
daken, uitvoeren 235
dakgoot 247
dakgoot, aanbrengen 258
dakhelling, standaardisatie 251
dakisolatieplaten 245
dakmeetlijn 253
dakopbouw plat dak 248
dakoverstek 259
dakoverstek kopgevel 259
dakpannen, aanbrengen 258
dakplaat 256
dakplaten 257
dakrand 245
dakrand, hoogte 239
dakrand, isolatie 246
dakrand, prefab-beton 246
dakrand, veiligheid 247
dataverbindingen 36
dekvloeren, aanbrengen 268
dekvloeren, anhydriet 273
dekvloeren, zand-cement 271
Delftse Poort (Rotterdam) 175
dilatatie 64, 131
dilatatie kolommen 132
dilatatie vloeren 132
distributieleiding 291
doken 215, 285
draagconstructie,
afmontagekosten 140
draagconstructie,
afmontagetijd 141
draagconstructie,
horizontale 103
draagconstructie,
in situ beton 106
draagconstructie,
montagekosten 140
draagconstructie,
montagetijd 141
draagconstructies, bij
woninghoogbouw 180
draagconstructies, toelaatbare
maatafwijking 209
draagconstructie bij
hoogbouw, uitvoeren 153
draagconstructie hoogbouw,
uitvoeren 157
draagconstructie
laagbouw 103
draagstructuur in HSB 135
driepuntsophanging 216
drogen door ventilatie 294
drogen met bouwdroger 294
drogen met warmte en
ventilatie 294
E
eenzijdig schoonmetselwerk
utiliteitsbouw 280
egalisatielaag, oneffenheid
door regen 271
elektra-infrastructuur 29
elektra-infrastructuur,
kosten 34
elektra-infrastructuur groot
bouwproject 33
elektra-infrastructuur klein
bouwproject 30
elektra-infrastructuur middelgroot bouwproject 30
elektra hoofdkast 30, 33
elektra verdeelkast 31
elementen, scharnierende
dak- 256
elementenbouwmethode,
kleinschalige 96
elementenstelmachine 70
F
frame hout of metaal 281
fundatie op balken 53
fundatie op palen,
kruipruimte 53
fundatie op poeren 53
fundatie op staal,
kruipruimte 52
fundering 51
22-03-2005 14:53:32
9 UITVOEREN AFBOUW
REGISTER 307
funderingsbalk,
werkvolgorde 46
funderingsbalken, tapse 45
funderingsbalken in situ
beton 46
funderingspoeren op palen 55
funderingsstroken met
betonbalk 45
funderingsstroken met
metselwerk 44
fundering bedrijfshal 50
fundering op staal 44
G
gangleidingen 290
gebouwbeheerders 5
gebouwhoogte, maximale 177
gebouwontwerpers 5
gebouwzone 18
gelijmde stenen
scheidingswanden
utiliteitsbouw 280
geluidsisolatie 267
gevel, dragende 147
gevelaansluiting 284
gevelbalken,
maatbeheersing 204
gevelbalk met latei 200
gevelbekledingen, lichte 218
gevelbekleding natuursteen,
kosten 222
gevelbeplating, lichte
zelfdragende 224
gevelbuisprincipe 157, 175,
176
gevelconstructie, keuze 147
gevelelementen 78
gevelelementen dragende 142
gevelelementen,
geschakelde 232
gevelkozijnen, montage 203
gevelkozijnen, monteren vanaf
steiger 198
gevellateien, noodzakelijke
toepassing 208
gevelmetselwerk 184
gevelmetselwerk, kosten 184
gevelopening 227
gevelpan 259
06950556_H09.indd 307
gevels 154
gevels, dragende 147
gevels, maatkwaliteit in
praktijk 212
gevels, montage bij
hoogbouw 233
gevels, prefab-beton- 213
gevels, uitvoeren 183
gevels, verdiepings- 184
gevels, visueel acceptabele
maatafwijking 210
gevels, vlies- 231
gevels, wind- en
waterdichtheid 228
gevels. laagbouw- 184
gevelwanden, dragende 121
gevel metselen in vijf
slagen 187
gipsblokken 275
gipskartonplaat 282
gipsmontageplaten,
eerste beplating 288
gipsmontageplaten,
sluitwand 288
gipsmontageplaten,
voorzieningen 288
gipsmontagewanden 281
gipsmontagewanden,
frame 287
gipsmontagewanden,
maatvoeren 286
gipsmontagewanden,
opbouw 281
gipsmontagewanden,
transport 286
gipsmontagewanden,
uitvoering 286
gipsplaat 268
glijbekisting 168
goedkeuring werk 298
gordingwandkist 123, 125
H
handbekisting 45
handtransport 70
handtransport
bouwmethode 76
handtransport bouwmethode,
nadelen 77
hangsteigers 221
hefsteigers 199
hemelwaterafvoer 239
hijsloods 175
hoogbouw 102
hoogbouw, ontwerp vanuit
uitvoeringsproces 176
hoogbouw, toetsing 175
hoogbouw, uitvoering 154
hoogbouw,
voorbeeldproject 157
hoogspanning 32
HS-beton 134
Hulo-systeem 189
hulpmiddelen,
mechanische 277
hybride skeletconstructie,
keuze 150
I
indelingsstramien 147
industrieel bouwsysteem voor
hoogbouw,
ontwikkeling 176
inrichten ziekenhuis 302
intervaltijd, afbouw 155
intervaltijd, draagconstructie
en gevel 155
intervaltijd, onderbouw 154
in situ beton,
productieproces 108
in situ beton,
productietempo 108
in situ betongevelbalk met
latei 201
in situ betonkolom, kosten 130
in situ betonwand, kosten 126
in situ beton B25
(C20/25) 106
in situ vloeren zonder
kruipruimte 50
isolatiebekisting 47
K
kalkzandsteenelementen 147
kanaalplaatelementen 78
keetcomplex voor grote
projecten 23
22-03-2005 14:53:32
308
keetwagens 19
kelder 56
kelderdek 64
keldervloer 57
kelderwandbekisting 60
kelderwanden 60
kelderwanden met verloren
bekisting 63
kern, als schacht
voortrekken 167
kern, bestaand uit drie
schachten 165, 170
kern, bestaand uit twee
schachten 165
kern, uitvoeren als schacht 164
kern, uitvoeren in prefabbeton 170
kern, uitvoeren met
glijbekisting 167
kern, uitvoeren met
klimbekisting 169
kern, uitvoering als
twee U-wanden 163
kern, uitvoering als vier
wanden 160
kern, uitvoering als
vier wanden met
extra stelkist 163
kern hoogbouw 158
kim 58, 92
kimblokken 82
kitvoeg 220
kolom, uitvoering 127
kolom-balkverbinding 143
kolomaansluiting 283
kolombekisting 126
kolombekisting, cyclustijd 128
kolombekisting, kosten 129
kolommen 51
koppen- en lagenmaat 185
kozijnen, binnendeur- 284
kozijnen, houten inbouw- 284
kozijnen, inbouwmaat 227
kozijnen, inmetsel- 225
kozijnen, KAPLA-montage- 228
kozijnen, montage- 198, 226,
278, 285
kozijnen, stel- 198, 226
kozijnen in gevels 225
kozijnmaat 227
06950556_H09.indd 308
kraanbaan, constructie 17
kraanbekisting 46
kraantransport, aanvullend
zwaar 94
kraantransport, licht 70
kraantransport, zwaar 70
krimp 131
krimpstrook 64, 134
kruip 131
kruiwagentransport 70
L
laagbouw 102
laagbouwwoningen, dimensies
casco 72
laagspanning 32
lasverbindingen 104
leidingen, aftak- 292
leidingen, gang- 292
leidingen, lege buis- 291
leidingen, route 288
leidingen monteren 288
leidingschachten, beton 288
leidingschachten,
gipsmontagewanden 289
liftput 56
lijmblokken 274
lijmblokken, transport 275
loodsen 24
loodsen, plaats 28
M
maatafwijkingen 209
maatafwijkingen, visueel
acceptabele 208
maatfactor M 211
maattolerantie 209
maatvoeren 205
maatvoering dakhelling 252
maatvoering hellend dak 250
maatvoering latei 205
maatvoering lateibalk 206
magazijn 24
magazijn, plaats 28
magazijncontainer 25
malzijde 204
materiaalkeuze
scheidingswanden 275
N
narooien werk 298
natuursteenplaten als
gevelbekleding 218
NEN 1010 29
NEN 2574 2
NEN 2660 6
NEN 2886 209
NEN 2889 210
NEN 6000 78, 225
NEN 6702 237
NEN 6722 109
netto-verdiepingshoogte 73
neus aan kelderwand 62
nissenhut 25
NPR 3675 225
O
onderaannemers, plaats 28
onderbouwfase 42
22-03-2005 14:53:33
9 UITVOEREN AFBOUW
REGISTER 309
onderbouw bedrijfshallen 50
onderbouw met kelder 56
onderbouw uitvoeren 41
onderbouw utiliteitsbouw 52
onderbouw woningbouw 42
onderhoud werk 298
ontkoppelpunt 296
ontkoppeltrailers 99
ontsluiting, centrale 180
ontvochtigen 293
onvlakheid, maximaal
toelaatbare 271
onzichtbare bevestiging
gevelbekleding 223
oplevering gebouw 297
oplevering gebouw, juridische
aspecten 298
oplevering
kantoorgebouw 299
oplevering technische
installaties 301
oplevering werk 298
oplevering woningen 298
oplevering ziekenhuis 301
opnamelijst 299
opneming werk 298
overhuizen ziekenhuis 302
overstort 239, 243
P
paalfundering 46
palletkar 287
paneel-stelwagen 277
paneelbekisting 62
paneelsysteem 115
paneelsysteem, kosten 116
paneelvalkopsysteem 114
paneelvalkopsysteem,
kosten 115
paneelwandkist 125
panlat 249
pannendak, hellend 249
pannendak, kosten 260
pannenlift 258
panverdeling, horizontale 251
panverdeling, verticale 252
paselementen 92
penanten 60
personen/goederenlift 180
06950556_H09.indd 309
plaatmateriaal als
gevelbekleding 221
plafondafwerking 295
plafondleidingen 291
platenkar 286
poer 53
portofoon 35
potensysteem 20
prefab-beton, argumenten
voor keuze 139
prefab-beton, bouwtijd 140
prefab-beton,
montageproces 141
prefab-beton,
productietijd 141
prefab-betonborstweringelementen 217
prefab-betonbuitenbladelementen 215
prefab-betonfunderingsbalken 48
prefab-beton gevelbalk 202
prefab-elementen,
ontwerpkosten 140
prefab-elementen,
ontwerptijd 141
prefab-staal laagbouw 103
prefab-versus in situ
constructies 68
proces-verbaal oplevering 3,
299
productiebedrijf, tijdelijk 12
productiedeel 7
productiefase 6
productieprocessen,
hoogbouw 157
productietijd 155
Programma van Eisen 5
punaisebouw 222
Q
quinsetloods 25
R
randkist 166, 269
regelwerk hout of metaal 281
relatieve vochtigheid 293
rentekosten 156
ribcassette-elementen 78
rollenwagen 287
romneyhal 25
ruimteverlichting 34
S
sandwich-element 213
sandwich-panelen 224
schachtbekisting 169
schachtleidingen 288
scheidingsconstructie,
horizontale 184
scheidingsconstructie,
verticale 184
scheidingswanden, onder- en
bovenaansluiting 282
scheidingswanden, stenen 274
scheidingswanden panelen
woningbouw 277
scheidingswanden
woningbouw 274
schottenketen 21
schroefhulzen 219
secundaire ruimten,
draagconstructie 106
skeletconstructie,
productietempo 150
skelet bij utiliteitsbouw
uitvoeren 101
sleutelbeheer ziekenhuis 302
sluitwand 85
spantwandkist 124, 125
sparingkist 166
speciekruiwagen 189
sporthal, draagconstructie 106
staalconstructie,
afmonteren 105
staalconstructie, montage 105
stabiliteitsconstructie 156
stabiliteitsconstructie,
keuze 149
stabiliteitskern 176
stabiliteitsprincipes,
hoogbouw 156
stalen dragersysteem 112
stalen dragersysteem,
kosten 113
steenkruiwagen 189
22-03-2005 14:53:34
310
steentransport met
bouwkraan 189
steiger, vooraf opbouwen 198
steigerplan 194
steigersysteem, keuze 190
steiger met bouwkraan te verplaatsen 193
steigerslag, meegroeiend
met 191
steigerslag, vooraf
geplaatst 191
stekwapening 159
stelwand 85
stempel, stalen 112
stenen scheidingswanden
utiliteitsbouw 279
stijfheid, horizontale 154, 156
stijlen met kozijnelementen 232
stortbelasting 122
stortnaad keldervloer en
-wand 58
stortzijde 204
systeemsteiger 190
T
tafelbekisting, transport 180
tafelsysteem 117
tafelsysteem, kosten 119
tandheugelsysteem 137
tekeningenbestanden,
digitale 36
telecommunicatie 35
telefoon, draadloze 35
telefoon, mobiele 35
temperatuurverandering 131
tengel 249
tienpuntsophanging 215
transport, traditioneel 188
transport, verbeteringen 188
transportsysteem
bouwkraan 107
transportzone 18
tunnelgietbouw 80
tunnelgietbouw, nieuwe
mogelijkheden 84
tunnelkist, ontkisting 81
tunnelkist, samenstelling 81
tunnelmoot 81
06950556_H09.indd 310
twee-onder-een-kapwoning 83
U
UAV 89 (Uniforme
Administratieve
Voorwaarden) 298
uitvoering, optimaliseren 138
uitvoeringshal over gebouw 178
uitvoeringsmethode gietbouwwand en breedplaatvloer 87
uitvoeringsproces,
decomponeren 6
uitvoeringstechniek 1
uitvoeringstechniek,
afbakening 2
uitvoeringstechniek, doelgroep
vakgebied 4
uitvoering tunnelen 83
utiliteitsbouw,
gebruiksfuncties 102
V
ventilatievoud 294
verbindingssysteem 104
verdiepingbouw 102
verdiepingbouw,
prefab-hybride 145
verdiepingbouw in
prefab-beton 139
verdiepingshoogte, keuze 146
verdiepingsvloeren,
kanaalplaat- 94
vervroegde
ingebruikneming 302
verzadigingsdruk 293
vliesgevels met stijl, dorpel en
paneel 231
vloer-balk verbinding 144
vloer-gevel verbinding 144
vloerafwerking 269, 295
vloerbekisting 107
vloerbekisting,
doorstempeling 110
vloerbekisting, kosten 109
vloerbekisting, vergelijking
systemen 119
vloerconstructie, keuze 146
W
wandaansluitingen 283
wandafwerking 295
wandbekisting, keuze 122
wandbekisting,
kostenvergelijking 125
wandbekisting, opbouw 121
wandbekisting, sterkte 122
wandbekisting, vergelijking
systemen 125
wandbekistingssystemen,
kostenvergelijking 125
wanden, aansluiting aan
casco 275
wanden, bouwmethoden 73
wanden, diktebepaling 71
wanden, dragende 66
wanden, gietbouw- 85
wanden, kleine
KZS-elementen- 90, 95
wanden, KZS-elementen- 87,
95
wanden, prefab-beton- 78
wanden, top- 255
wanden, uitvoering 138
wanden, werkmethode 91
wanden met bekisting 85
22-03-2005 14:53:34
9 UITVOEREN AFBOUW
REGISTER 311
wandkistsystemen 123
wandleidingen 292
wandtypen 282
wapening 269
wapening FEB 500 107
warmtebronnen, droge 295
warmtebronnen, natte 295
wastafel, uitvoering 292
waterafvoer keldervloer 60
werkplekverlichting 34, 43
werksteiger 257
werktekening per woning 267
woningscheidende
constructies 267
woningscheidende vloeren,
kanaalplaat- 94
woontorens 180
woontorens met
tunnelsysteem 181
woontorens met
vierwandensysteem 181
Z
zand-cement dekvloeren,
nabehandeling 272
zand-cement dekvloeren,
verwerking 272
zand-cement dekvloeren,
voorbehandeling 272
zeecontainer 24
zeeg, compensatie 271
zetting 131
zichtbare bevestiging
gevelbekleding 221
zwaartekracht 295, 300
06950556_H09.indd 311
22-03-2005 14:53:35
312
06950556_H09.indd 312
22-03-2005 14:53:35