Professional Documents
Culture Documents
Gvdko Klaas PDF
Gvdko Klaas PDF
Dark
Age
(1200-800
vC)
Neergang
na
Myceense
cultuur
Verdwijnen
paleiseconomien
Kennis
Liniar
B
gaat
verloren
Terugval
naar
primitieve
aardewerk
productie
Terugval
bevolking
Naam:
Dark
age,
want
er
zijn
geen
geschreven
bronnen
en
weinig
archeologische
resten.
Begint
vanaf
de
11e
10e
E
vC
Vanaf 9e E vC
Noord-Syri
Fenici
Cyprus
2.Archaische
Kolonisatie
Stichting
nieuwe
poleis
(750-550
vC)
Armen
eisen
o Herverdeling
van
grond
o Kwijtschelding
schulden
o Politieke
rechten
Peasants
(kleine
boeren)
kwamen
snel
in
schulden,
door
bvb.
Een
slechte
oogst
hierdoor
SCHULDSLAVERNIJ
(vooral
in
Athene,
soms
werd
men
zelf
verkocht
om
zn
schulden
af
te
betalen)
Zorgt
voor
een
sociale
crisis:
o Druk
op
gronden
o Gebrek
aan
inspraak
Eerst
620
vC
Drakon
o Opschriftelijk
strafrecht
o Creert:
Rechtszekerheid
Monopolie
aristrocratie
doorbroken
o Zeer
streng
Rond 590 vC
Solon
o Benoemt
zicht
tot
archont
(hoogste
magistraat)
o Absolute
volmacht
staatshervorming
o Economische
hervormingen
Afschaffen
schuldslavernij
Verbod
op
export
tegengaan
Stimuleren
ambachten
o Politiek
hervormingen
Raad
van
4OO
naast
Areopagus
(hoogste
rechtbank)
Indeling
burgerij
in
vermogensklassen:
Pentakosiomedimnoi
(vijfhonderdschepelmannen):
jaarlijkse
opbrengst
van
500
medimnoi
graan.
Hippeis
(ridders):
300
medimnoi
Zeugitai
(juk-mannen
d.i.
bezitters
van
een
span
ossen):
200
medimnoi.
Dit
is
de
hoplietenklasse
Thetes,
de
rest
met
jaarlijks
inkomen
van
minder
dan
200
medimnoi
graan.
Alleen
pentakosiomedimnoi
en
hippeis
konden
hoogste
politieke
ambten
(archontaat)
bekleden,
zeugitai
lagere
ambten.
Politieke
monopolie
geboorteadel
werd
zo
doorbroken.!!
Athene
veranderde
van
een
aristocratie
in
een
timocratie!!
o Treedt
af
na
een
jaar
(Bezorgde
hem
een
sterke
en
goede
reputatie)
Nog
problemen
Afschaffen
schuldslavernij
zorgt
ervoor
dat
de
boeren
minder
kredietopties
hebben
Conflicten
tussen
de
elite
onderling
Coupes
door
individuele
aristocraten
(Tirannie)
Tussen
65O-500
vC
Lesbos
Samos
Kos
Rhodos
Ephese
Milete
Smyrna
Grote
culturele
bloei
in
de
late
7e
en
6e
E
Dit
door
de
Ionische
natuurfilosofen
Thales
(water
=
oerstof)
Anaximandros
(Apeiron
=
oerstof)
Anaximenes
(Lucht
=
oerstof)
Herakleitos
(vuur
=
oerstof)
Centrum
van
informatie,
alles
kwam
van
alle
kanten
van
de
wereld
binnen.
Traditioneel
denken
werd
ondermijnd.
Vanaf
de
7e
E
v.C.
kwamen
de
Ionische
steden
onder
heerschappij
van
het
koninkrijk
Lydi,
Croesos
(ca
560-546
vC)
milde
heerschappij
Rond
550
vC
opkomst
van
het
Perzische
rijk
onder
Cyrus
de
Grote
500-494
Ionische
opstand
tegen
Perzi,
Athene
steunt
Ioni
Perzische
Reactie:
Koning
Darius
valt
Griekenland
binnen
Eerste
Perzische
Oorlog
Landing
kust
Attica
492
vC
Thraci
en
Macedoni
worden
door
Darius
onderworpen
Invasie
Griekse
schiereiland
mislukt
490
slag
bij
Marathon,
Atheense
hoplieten
verslaan
de
Perzen
Koning
Xerxes
Tweede
Perzische
Oorlog
481
vC
ontstaan
van
de
Helleense
bond
o Sparta
(+
bondgenoten)
o Athene
o Midden-Griekse
volkeren
480:
Perzen
komen
via
Thraci
Griekenland
binnen
Slag
bij
Thermopylai,
Perzen
winnen
Athene
wordt
ingenomen
Zeeslag
bij
Artemision
blijft
onbeslist
Zeeslag
bij
Salamis,
Athene
wint
olv
Themistokles
en
dankzij
de
macht
van
de
trireem
480:
Slag
bij
Himera
(2e
front
van
Carthago)
Siciliaanse
Grieken
winnen
479
Slag
bij
Plataiai,
Griekse
coalitie
wint
olv
Pausanias
Perzen
worden
ook
in
Klein-Azi
verslaan
o Mycale
tegenover
Samos
474
Syracuse
verslaat
de
Etrusken
in
de
zeeslag
bij
Kune
!Doel
Athene:
niet
vestigen
van
een
territoriaal
rijk
of
export
democratie,
maar
hegemonie,
materieel
gewin,
status
en
aanzien.
Almacht
Athene
zorgt
voor
botsing
met
Sparta
2.Atheense
democratie
ONTWIKKELING
510
vC
Kleisthenes
komt
aan
de
macht
508/507
vC
hervormingen
10
411
vC
laatste
jaren
Peloponnesische
Oorlog
Oligarchische
coup
o Misthos
afgeschaft
o 5000
welvarende
burgers
bleven
wel
politiek
verkiesbaar
o Werkelijkheid
400
oligarchen
WERKING
Volksvergadering
(ekklesia)
=
belangrijkste
orgaan,
soeverein
11
Raad
van
500
(boule)
Leden
30+
Dienen
1
jaar
Niet
meer
dan
2
keer
in
hun
leven
50
man
per
fule
Loting
uit
preselectie
demen
Bij
toerbeurt
dagelijks
bestuur
(prytaneis)
Belangrijkste
taken
o Opmaken
agenda
volksvergadering
o Geven
pre-adviezen
(probouleumata)
Ekklesia
kon
probouleumata
amenderen
of
alternativen
voorstellen
Boule
domineert
ekklesia
dus
niet
Andere
taken
o Toezicht
financin
o Screening
magistraten
o Toezicht
op
de
vloot,
scheepsbouw,
openbare
aanbestedingen
o Organisatie
religieuze
plechtigheden
Volksrechtbanken (heliaiai/dikasteria)
12
Magistraten
en
Beambten
Overheidsbemoeienis
Zeer
gering
o Enkel
leger,
voedselvoorziening,
algemene
werken
en
burgerrechten
werden
voorzien
Polis
zorgt
ook
voor
het
betalen
van
alle
burgers
die
instonden
voor
de
organisatie
o Salariring
o Soldijen
o Presentiegeld
o Kijkgeld
o Feestgeld
Dit
wordt
allemaal
betaald
met
belastingen
o Belastingen
op
het
vermogen
werden
heel
onregelmatig
getroffen
o Indirecte
belastingen
Bordeel
houden,
slavernij
Havengeld
en
marktgeld
o Directe
belastingen
Niet
burgers
Speciale
belastingen
Vermogensbelasting
in
tijden
van
oorlog
Rijke
burgers
Vermogensbelasting
in
tijden
van
oorlog
Gewone
burgers
Regelmatige
maar
kleine
vermogensbelasting
Polis
leende
geld
aan
tempelfondsen
en
extreem
rijke
burgers
Verpachte
staatsbezit
voor
geld
13
GELIJKHEID
Conflicten
tussen
politieke(isnomia)
en
sociale
gelijkheid
Vrijen en slaven
Burgers
en
niet-burgers
14
Rijk en arm
ECONOMIE
Uitgaven:
Inkomsten:
15
Uitwisseling
16
753-716 vC
685-668 vC
17
3.Maatschappij
en
structuur
Vanaf
6e
eeuw
Sterk
gemilitariseerd
Spartaanse
burgers
(homoioi/
Spartiaten)
=
volwassen
(30+)
mannen
Lid
van
sussition
(eetgenootschap)
o Ongeveer
15
man
o Maandelijkse
bijdragen
op
basis
van
landbezit
(kleros)
wie
niet
kon
betalen
verloor
zijn
burgerschap
collectieve
opvoeding
(agoge)
o vanaf
7
jaar
o nadruk
op
militaire
training,
gehardheid,
uithoudingvermogen
en
discipline
o vanaf
18
jaar
onder
toezicht
van
een
volwassen
spartiaat
o 20
tot
29
jarigen
trainen
de
18
tot
20
jarigen
Perioikoi (omwonenden)
Vrije
inwoners
Geen
politieke
rechten
Eigen
gemeenschappen
binnen
Spartaanse
territorium
Betaalden
tribuut
Leverden
soldaten
Landbouw
en
handel
18
Heloten
(Staatsslaven)
Spartaanse vrouwen
Huwelijk en gezin
4.Werking
en
politiek
2
koningen
Magistraten
5
eforen
(opzichters)
Jaarlijks
verkozen
door
volksvergadering
1
jaar
geen
herverkiezing
toegestaan
Taken
o Koningen
juridisch
ter
verantwoording
roepen
28
spartiaten
(60+)
+
de
2
koningen
Voor
het
leven
gekozen
via
acclamatie
in
de
volksvergadering
Probouleutische
en
juridische
functies
19
Apella (Volksvergadering)
De
Peloponnsesische
Oorlog
Oorzaak
Aanleidingen
20
Eerste
fase
(Archidamische
oorlog,
431-421,
genoemd
naar
Spartaanse
koning
Archidamus)
Tweede
fase
(421-413)
21
22
Gemeenschapsleven
en
mentaliteit
in
de
5e
en
4e
E
vC
Maatschappij
en
individu
1.Sociale
verbanden
De
verbanden
kunnen
in
concentrische
cirkels
worden
voorgesteld
De
familie
o Familie
betekent
alles,
banden
die
tussen
families
gesmeed
zijn
moeten
door
nagslacht
gevolgd
worden
en
onderhouden
worden
met
cadeau's
en
hulpverlening
De
Oikos
o Ideaal
van
zelfbehoudendheid
van
elk
grieks
huishouden,
willen
volledig
voor
henzelf
kunnen
zorgen
zonder
buitenstaande
hulp
of
handel
o Hierop
is
al
de
rest
opgebouwd
o Oikos
werd
overgerfd
van
leider
tot
leider.
Gemeenschap
o Iedereen
in
de
polis
is
met
elkaar
verbonden
en
moet
mekaar
helpen
en
de
polis
helpen
o Meestal
was
dit
mekaar
face-to-face
kennen
o Hebben
hun
eigen
dialect
en
een
eigen
identiteit
o In
Sparta
en
andere
Dorische
Poleis
nam
dit
een
extreme
vorm
aan
d.m.v.
Sussition
(
Spartaans
mannenhuis
)
o Dit
had
natuurlijk
zijn
limieten,
buiten
de
polis
bekeek
men
deze
gemeenschap
als
raar
en
anders,
niet
juist
terwijl
je
eigen
gemeenschap
de
juiste
manier
is
Private
genootschappen
en
verenigingen
o Hadden
verschillende
doelen
en
functies
bv.
Begrafenisgemeenschappen
o Werden
soms
ook
als
gilden
beschouwd
die
handelden
over
een
bepaald
beroep
De
Fratria
o Religieuze
gemeenschap
o Hoort
eigenlijk
bij
de
polis
De
polis
o Elke
polis
was
op
zich
ook
een
soort
van
sociaal
verband
o Mensen
van
Athene
voelden
zich
beter
dan
Spartanen
enzovoorts
o Ze
noemden
gewoontes
en
mensen
uit
andere
poleis
achterlijk
of
raar
De
Grieken
o Griek
zijn
betekende
dat
je
een
hoger
niveau
was
dan
andere
volkeren
o Macedonirs
en
Perzen
bijvoorbeeld
werden
enorm
veracht
o Slaven
waren
dan
ook
meestal
mensen
van
andere
volkeren,
grieken
slaaf
maken
werd
afgewezen
door
de
publieke
opinie
o Het
woord
barbaar
komt
van
deze
perceptie
van
Griek
en
niet-Griek
2.Socialisatie
23
3.Normen
waarden
en
wetten
24
Mannen
en
vrouwen
1.Man-vrouwrelaties
2.Seksueel
leven
Zeer
ruim
Priv-aangelegenheid
Preoccupatie
van
de
vruchtbaarheid
Seksuele
symbolen:
vb
fallus
Tijdens
symposion
werd
er
openlijk
over
gesproken,
zelfs
vertoond
Homoseksualiteit
o Tussen
burger
en
slaaf/vreemdeling
=
priv-aangelegenheid
o Tussen
2
burgers:
moeilijker
ofwel
paiderastia:
jonge
ongehuwde
man
met
een
jongen
Anders
niet
25
Religie,
filosofie
en
wetenschap
1.Algemene
karakteristiek
van
de
Griekse
religie
2.Religieuze feesten
3.Rites
de
passage
en
de
dood
26
4.Alledaagse
religie
6.Filosofie
en
secularisatie
27
H4
Alexander
de
Grote
Opkomst
Macedoni
Structuur
Macedonische
staat
Monarchie
Geen
poleis
Formeel
koning
gekozen
door
legervergadering
(in
praktijk
erfelijk)
Aristocratie
staat
koning
bij
als
hetairoi
(metgezellen)
>>
ruiterij
in
het
leger
Leiding
stammen
en
familiegroepen
Koning
=
primus
inter
pares
Gebaseerd
op
bloedverwantschap,
In
binnenland,
onderhorige
vorsten
Gezag
hing
af
van
militair
kunnen
en
charisma
loyaliteit
en
patronage
5e E vC
359-336 vC Fillipos II
Ambitie Fillipos II
Verovering
Griekenland
o Maakt
gebruik
van
onderlinge
verdeeldheid
Bondgenootschap
Athene-Thebe
tegenover
Fillipos
II
in
de
slag
bij
Chaeronea
(338
vC)
waar
Fillipos
II
wint
337
vC
Congres
poleis
olv
Fillipos
II
in
Korinthe
o Oprichting
Korinthische
bond
Doelen:
orde
bewaren,
instrument
tegen
expantie
Perzische
rijk
336
vC
Fillipos
II
wordt
vermoord
Alexander
28
Herfst 333 vC
1 oktober 331 vC
Intocht
Babylon
Iran
o Verovert
eerst
Susa,
daarna
Persis
en
Persepolis
(verwoesting
paleis
Achaemeniden)
Trekt
verder
naar
Medi
Voorjaar 330 vC
29
Voorjaar 329 vC
Sogdiana
327 vC
326 vC
In Susa
323 vC
30
Enorm
rijk
(4000
km
Oost
->
West)
valt
snel
uiteen
na
Alexanders
dood
Strijd
onder
de
voornaamste
generaals
(Diadochen)
naar
de
macht
Alexanders
Familie
wordt
al
snel
vermoord
Na
anderhalve
generatie
strijd
zijn
er
3
grote
koninkrijken
Antigoniderijk
(Macedoni)
Seleuciderijk
(Klein-Azie
en
het
voormalig
Perzische
Rijk)
Ptolomaenrijk
(Egypte)
31
H5
De
Helleistische
wereld
De
Diadochen
Na
de
dood
van
Alexander
verdeelden
de
Diadochen
(opvolgers/Generaals)
het
rijk
onder
elkaar
315
vC
Antigonos
meest
succes
maar
wordt
verslagen
door
coalitei
Ptolemaios
en
Seleukos
(met
behulp
van
Macedoni
en
Thracirs)
in
de
Slag
bij
Ipsos
(301
vC)
Ptolemaios
Egypte
Seleukos
Voor-Azi
Zoon
Demetrios,
Antigonos
Gonatas
koning
Macedoni
(277
vC)
Er
ontstaan
ook
kleinere
machtsblokken
Koninkrijken
en
steden
1.Structuur
Hellenistische
monarchien
Koning
(basileus)
32
Hellenistische
Poleis
Meeste
poleis
nu
onder
gezag
koningen
(verlies
autonomie,
echter
niet
elke
polis
in
Klassieke
tijd
autonoom)
Vrijwel
alle
poleis
formeel
tot
democratien
gemaakt
door
Alexander
en
koningen:
probouleutische
raad,
volksvergadering,
verkozen
magistraten.
Sluipende
oligarchisering:
33
Antigoniderijk
(Macedoni)
34
Seleucidenrijk (Voor-Azi)
35
Ptolemaenrijk (Egypte)
36
Verzet
boeren:
vlucht
van
het
land
(anachoresis).
Vorming
roversbenden.
Vanaf
200
dynastie
zwak,
incestueuze
huwelijken
pact
tussen
Carthaagse
generaal
Hannibal
in
oorlog
met
Rome
(2e
Punische
Oorlog)
en
Filippos
V
van
Macedoni.
Eerste
Macedonische
Oorlog
(215-205)
200-196 vC
192 vC
146 vC
133 vC
laatste
koning
van
Pergamon
laat
koninkrijk
na
aan
Rome:
provincia
Asia
(130),
na
neerslaan
opstand
Aristonicus
Oorlogen
tegen
Mithridates
van
Pontos
leiden
tot
Romeinse
controle
grote
delen
Klein-
Azi,
olv
Pompeius
(jaren
60
van
1e
eeuw
v.C.)
37
96 v.C.
Ptolemaios
Apion
laat
Cyrene
(deel
Ptolemaesch
Egypte)
na
aan
Rome
(oorzaak:
dynastieke
twisten)
Egypte
definitief
in
Romeinse
handen
na
zeeslag
bij
Actium
(31
v.C.)
38
Intensieve
veeteelt
Paard
introduceerden
Verbetering
materile
cultuur
Uitbouw
maatschappelijke
structuur
Techniek
van
bronsbewerking
Etrusken
Taal
Niet
Indo-Europees
Niet
ontcijferd
Wellicht
van
Klein-Aziatische
oorsprong
Stadscultuur
Aristocratische
bovenlaag
o Geregeerd
door
koningen
o Later
oligarchien
Onderlaag
van
inheemse
horige
boeren
39
Politieke
gebruiken
Religieuze
gebruiken
o Vbn
Levensbeschouwing,
ambtsinsignia
Rome
in
de
Koningstijd
Ligging
Aan
de
Tiber
Kruispunt
wegen
Goede
weidegronden
10e E vC
1e
nederzettingen
op
de
heuvels
rond
een
moerassig
dal
o Latere
Forum
Koning
(Rex)
Familiehoofden
(Patres)
Verwante
families
samen
=
clan
(gens)
Belangrijkste
familiehoofden
adviseren
de
Koning
(Senatus)
Volksvergadering
(comitia
curiata)
Bevolking
opgedeeld
in
3
tribus
o Van
elk
10
curiae
o Elke
curiae
leverde
100
soldaten
300
infanterie
bijgestaan
door
300
equites
(ruiterij)
o Alle
bevolking
samen
=
populus
Romanus
Belang
patronage
o Clienten
(mensen
die
niet
helemaal
vrij
zijn)
patronus
o Alle
patres
hadden
hun
clienten
(status)
1e
kwart
van
de
6e
E
vC
Droogleggen
en
plaveien
dal
>>
Forum
Romanum
40
Onder
invloed
van
de
Etrusken
>>
stadsontwikkeling
en
sociale
en
militaire
hervormingen
Introductie
van
de
hoplieten-tactiek:
Scheiding
burgerij
Classis
=
burgers
met
een
wapenuitrusting
Anderen
=
Infra
classem
Onder
Koning
Servius
Tullius
(525
vC)
Verdubbeling
legio
o Van
3000
naar
6000
Nieuwe
volksvergadering
o Comitia
centuriata
Indeling
burgerij
in
vermogensklassen
o Vermogensklasse
I:
18
centurin
ruiterij,
80
centurin
infanterie
(40
seniores;
40
iuniores)
o Vermogensklasse
II:
20
centurin
infanterie
(10
sen.;
10
iun.)
o Vermogensklasse
III:
20
centurin
infanterie
(10
sen.;
10
iun.)
o Vermogensklasse
IV:
20
centurin
infanterie
[lichtgewapenden]
(10
sen.;
10
iun.)
o Vermogensklasse
V:
30
centurin
infanterie
[lichtgewapenden]
(15
sen.;
15
iun.)
o Plus:
4
5
centurin
non-combattanten,
en
1
centuria
proletarii
o Totaal:
193
centurin
Hoogste
klasse
had
het
meeste
centurin,
er
werd
per
centuria
gestemd
tot
er
een
meerderheid
werd
bereikt.
Maw
eerst
stemden
de
rijken,
dit
tot
er
een
meerderheid
bereikt
was,
de
lagere
klassen
hadden
dus
amper
inspraak
Administratieve
hervorming
o Nieuwe
tribus
4
stad
6
platteland
510/9 vC
41
Begin
Republiek
tot
vroege
3e
E
vC
42
396 vC
390 vC
343-341 vC
341-338 vC
326-321 vC en 316-304 vC
298-290 vC
43
280 vC
Grieks
stad
Tarente
roept
de
hulp
in
van
Koning
Purrhos
van
Epirus
Invasie
Itali
door
Purrhos
o Wint
met
zware
verliezen
2
veldslagen,
trekt
zich
in
275
vC
terug
270 vC
Tarente onderworpen
De
Punische
Oorlogen
5e-4e
eeuw
v.C.
264 vC
44
Staatsinstellingen
Romeinse
Republiek
Volksvergaderingen.
Algemeen:
o directe
vergadering;
o stemmen/kiezen
per
stemgroep
(curia;
centuria;
tribus);
o geen
debatten.
comitia
curiata:
in
Republiek
louter
nog
ceremonieel/religieus;
stemt
per
curia
(oude
districtsindeling
uit
Koningstijd)
comitia
centuriata:
hele
populus;
o voorz.:
consul/praetor
o stemmen
per
centuria
(193
centuriae)
o kiest
consuls,
praetors,
censors.
o Na
218:
geen
wetgeving
behalve
oorlogsverklaring
o hof
van
beroep
in
moordzaken-comitia
tributa
o stemmen
per
tribus
(district;
4
stad;
31
platteland).
o Twee
vormen:
Tributa
populi:
hele
populus;
voorz.:
consul/praetor;
kiest
aediles
curules,
quaestors;
alle
wetgeving
(lex,
leges);
aanvankelijk
rechtbank
voor
ernstige
delicten
Tributa/concilium
plebis:
alle
plebejers;
voorz.:
volkstribuun
of
pleb.
aediel;
kiest
volkstribunen
en
pleb.
aediles;
wetgeving
(plebiscita),
op
voorstel
volkstribunen;
rechtszaken
waarbij
tribunen
betrokken
zijn
Magistraten
45
Senaat:
Rechtbanken:
46
H7
De
Romeinse
Republiek
Gevolgen
Imperialisme
1.Intern
Succesvolle
veroveringsoorlogen
Toevloed
rijkdommen
en
krijgsgevangenen
als
slaven
Kleine
boeren
geen
toegang
tot
ager
publicus
Bezit
is
in
handen
van
elite
en
ze
zijn
verjaagd
van
hun
grond
Landloze
boeren
trekken
naar
steden
Rome
Probleem
Mogelijke oplossingen
Landherverdeling
Afschaffen
bezitscriterium
133 vC
Gaius (jonger broer Tiberius) voert een zelfde beleid (123 vC)
47
107 vC
2.Extern
Structuur
rijk
Itali
o Latini
(oude
steden
in
Latium
+
Latijnse
kolonies)
Latijns
burgerrecht
Omgezet
naar
Romeins
burgerrecht
bij
verhuizing
naar
Rome
Socii
jaarlijkse
troepenlevering
aan
Rome
Provincies
o Rechteloos
o Onvoorwaardelijke
gehoorzaamheid
aan
Rome
o Tribuutbetaling
o Provincia
betekende
aanvankelijk
taakomschrijving
magistraat,
geleidelijk
aan
kreeg
provincia
territoriale
bijbetekenis
bezettingszone
48
De
burgeroorlogen
91-88
vC
88 vC
82 vC
79 vC
Sulla treedt af
67 vC
49
61 vC
59 vC
58-50 vC
Hernieuwing
Driemanschap
Crassus
naar
Syri
o Sneuvelt
tegen
Parthen
Caesars
commando
verlengd
met
5
jaar
Pompeius
krijgt
Spanje
maar
blijft
in
Rome
o (Bestuur
via
legati)
49 vC
50
48
vC
Caesar
wint
Pompeius
wijkt
uit
naar
Egypte
Wordt
daar
vermoord
Caesar
helpt
Kleopatra
op
de
troon
Caesar
verkozen
tot
dictator
(eerst
voor
10
jr.,
dan
voor
het
leven).
Voert
vele
hervormingen
door.
44 vC
Gerucht
dat
Caesar
koning
(rex)
wil
worden
leidt
tot
zijn
dood
door
moordaanslag
42 vC
32
vC
51
Demobilisatie
legers
o Landtoewijzing
veteranen
en
ontheemde
Italirs
Legalisering
en
verduurzaming
machtspositie
Octavianus
Oplossing probleem 1
Geleidelijk
proces
Lastig
want
in
de
republikeinse
constitutie
geen
plaats
voor
permanente
alleenheerschappij
31-23
vC
27 vC
Augustus voor 10 jaar belast met bestuur over provincies met legers
Bestuurd
door
legati
Augusti
pro
praetore
(gezanten
van
Augustus
met
bevoegdheid
van
praetor)
Na
27
vC
52
23 vC
31vC-284
Principaat
o Vanaf
284
troonsbestijging
hervormer
Diocletianus
(=
Dominaat)
Expansie
Hervormingen te Rome
Tribunicia
potestas
Bevoegdheden
volkstribuun,
niet
het
ambt
zelf
53
In
praktijk
kreeg
Augustus
voorrang
boven
alle
ander
magistraten
en
kon
hij
de
senaat
bijeen
roepen
Keizers
en
Dynastien
Julisch-Claudische
Dynastie
Tiberius
(14-37)
Caligula/Gaius
(37-41)
Claudius
(41-54)
o Verovering
van
Engeland
en
Wales
Stichting
provincie
Britannia
Nero
(54-68)
o Zelfmoord
Nero
door
rebelie
in
het
leger
Einde
van
het
Julisch-Claudische
huis
54
Vierkeizerjaar
68-69
Opvolgingscrisis
o Niet
geregelde
erfopvolging
o Het
leger
schuift
commandanten
naar
voor
als
keizers
BURGEROORLOG
2
opstanden
o Joodse
Moeilijk
onder
controle
te
houden
door
sterke
religieus-nationalistsiche
sedimenten
naast
politieke
en
economische
onvrede
o Bataafse
Flavische dynastie
Vespasianus
(69-79)
Titus
(79-81)
Domitianus
(82-96)
conflicten
senaat
o Wordt
vermoord
door
praetoriaanse
wacht
Adoptiekeizers
Nerva
(96-98)
o (oude
nobilis)
adopteert
Trajanus
die
zeer
geliefd
is
bij
het
leger
Trajanus
(98-117)
o Komt
van
buiten
de
grenzen
van
Itali
(Spanje)
o Expansieve
politiek
Inrichten
Dacia
Terugdringen
Parthen
Hadrianus
(117-138)
o Symbool:
Muur
van
Hadrianus
o Niet
geliefd
bij
de
senaat
Filheleen,
rusteloos,
altijd
op
reis
Antoninus
Pius
(138-161)
o tussenfiguur
Marcus
Aurelius
(161-180)
o Druk
op
de
grenzen
zeer
groot
o Bevolkingsgroei
in
het
Germaanse
kerngebied
Commodus
(180-192)
o Geen
adoptiezoon
o Grootheidswaanzin
55
Ideologie
Principaat:
o herstel
Republiek
o samenwerking
keizer
en
Senaat.
Goede
keizers
consulteerden
en
respecteerden
Senaat,
slechte
deden
dit
niet
Wetgeving:
per
keizerlijk
edict
of
Senaatsbesluit.
Rechtspraak:
senatoren
en
ridders
berecht
door
Senaat
Magistraten
(van
praetor
tot
consul)
gekozen
door
Senaat.
o Elke
ex-magistraat
werd
Senator.
o Echter
tussenkomst
keizer
via
commendatio
(aanbeveling),
nominatio
(nominatie)
en
adlectio
(opname
nieuwe
mannen,
meestal
equites,
in
Senaat)
56
Ordines
ordo
senatorius.
Censuscriterium:
1
miljoen
sestertin
(HS).
Republikeinse
ambten,
proconsulschappen,
administratieve
functies
57
Transport
en
communicatie
Doel
wegen:
vooral
militair
=>
troepenverplaatsing,
bevoorrading.
Bijeffect:
stimulans
handel
en
mobiliteit
Oprichting
cursus
publicus
(postdienst,
overheidsinformatieservice)
door
Augustus.
Netwerk
van
mansiones/mutationes
(verblijf-
en
paardenwisselplaatsen).
Hierbij
ontstonden
ook
herbergen
voor
private
reizigers.
Toch:
communicatie
over
land
langzaam.
Ossenkarren,
paard-en-wagen,
ruiters,
voetgangers.
In
termen
van
reistijd
was
Rijk
een
paar
maanden
breed.
58
Andere
mogelijkheden:
rivier-
en
zeetransport.
Kostenverhoudingen:
zee
1,
rivier
5,
land
34-42
Zeetransport
dus
efficintst.
Interne
zee
(mare
nostrum)
MZ:
transport
bulkgoederen
(graan,
wijn,
olijfolie,
garum
[vissaus],
bouwmaterialen),
naar
steden,
vooral
Rome.
Echter,
zeilseizoen
beperkt
tot
late
lente
en
eerste
maanden
zomer.
Landbouw
Premoderne
agrarische
economie:
80%
bevolking
werkzaam
in
landbouw
Arbeidsintensief,
lage
productiviteit
Basale
tweedeling:
grootgrondbezit
en
kleine
boeren
(peasants)
Keizer,
rijkselite
(senatoren/ridders)
en
locale
stedelijke
elite
top
grootgrondbezit
Exploitatie
grootgrondbezit,
twee
opties:
Slavenvillas
huurden
extra
arbeid
in
gedurende
oogst-periode
vaak
peasants
die
wat
bijverdienden
Kleine
boerenstand
(peasants)
blijft
doorbestaan
(ondanks
crisis
in
Late
Republiek).
Verbouwen
voor
eigen
consumptie,
enig
surplus
voor
de
markt
Daarnaast
veeteelt,
grote
kuddes
op
estates.
Transhumance
Handel
en
Nijverheid
Nijverheid
blijft
relatief
kleinschalig,
workshops
produceren
voor
locale
en
regionale
consumptie.
Uitzondering:
door
overheid
gestimuleerde
productie
voor
leger;
keramiekproductie
bij
villas
Sterke
beroepsspecialisatie
binnen
stedelijke
economie.
Handel
vooral
locaal
en
regionaal.
Bulkgoederen
over
lange
afstand
vaak
door
overheid
gesteund
(voedselvoorziening
Rome,
legerkampen).
59
Overheid
en
economie
Rom.
overheid:
geen
economische
politiek
(hele
concept
zelfs
onbekend).
berhaupt
weinig
beleid:
keizer
reageert
vooral
op
verzoeken
Concentratie
op
handhaven
orde,
belastinginning,
voeden
hoofdstad
Muntslag
(bronzen
sestertii,
zilveren
denarii,
gouden
aurei)
vooral
om
troepen
te
betalen,
voor
belastinginning
en
propaganda.
Effect:
verspreiding
geldeconomie.
Ontwikkeling
en
Groei
Extensieve
groei:
bevolkingsgroei,
dus
expansie
van
productie
en
consumptie
(exploitatie
marginale
gronden;
intensivering
vooral
door
inzet
meer
mankracht)
Intensieve
groei
(per
hoofd
bev.)?
Een
beetje
in
1e
een
2e
eeuw
n.C.
Distributie
van
deze
extra
welvaart?
Rijken
werden
rijker,
maar
wellicht
effect
op
stedelijke
middengroepen
(plebs
media).
Sociale
structuren
Diverse
perspectieven:
Rijk
en
Arm
Standen
als
honestiores
tegenover
de
massa,
de
humiliores
Verschil
burger
(civis)
vs.
niet-burger
verloor
zijn
betekenis
60
Ook
vrijen
met
afhankelijke
positie
Liberti
vaak
nog
gebonden
aan
hun
oude
meester
Belangrijk:
verschil
rijk
en
arm
is
niet
hetzelfde
als
elite
en
massa
61
Ordines
ordo
senatorius:
minimumvermogen
van
een
miljoen
en
juiste
geboorte
strikte
gedragsregels
volgen
vaak
ambtelijke
carrire,
de
cursus
honorum
geringe
omvang,
2000
man,
maar
toch
onderling
verdeeld
o nobiles,
consulaire
voorouders
o homines
novi,
steeds
meer
uit
de
provincie
selectief
gekozen,
vb.
vooral
Latijnssprekenden
ordo
equester:
vermogen
van
400.000
sestertin
en
drie
generaties
vrije
geboorte
in
de
praktijk
erfelijk
heterogeen:
kleine
elite
van
ambtsdragers
in
overheidsdienst
o volgden
cursus
met
als
doel
een
van
de
grote
praefecturen
vormde
reservoir
van
nieuwe
senatoren
ordines
decurionum:
leden
van
de
stadsraad,
de
curia
of
boule
Cultuur
en
religie
Wetenschap
en
literatuur
Typisch
voorbeeld:
Plinius
de
Oudere
gaf
een
stand
van
zaken
Geografie
-> kennis nam toe door handelstochten, zowel over zee als over land
62
Medische
kennis:
verzamelt
door
Galenos
en
verrijkt
ze
Samen
met
opkomst
christendom
zou
dit
aan
natuurwetenschap
een
einde
maken
Technische
vindingen
vooral
op
militair
terrein
en
in
architectuur
Literatuur
was
domein
van
de
elite
in
onnatuurlijke
klassieke
talen
Religies
in
en
buiten
het
Romeinse
keizerrijk
Periode
van
zowel
traditie
als
innovatie
Persoonlijke
religiositeit
uit
hellenisme
zet
zich
voort
-> traditionele culten bleven echter nog bestaan tot ver in de 3e eeuw
Directer
contact
met
godheid:
verbreiding
cultusverenigingen
63
Lokale
culten
doorheen
het
rijk:
vaak
geromaniseerde
godheden
> idee hemelreis van de ziel sloot aan bij idee intellectuelen
Grote
massa
getuigt
van
pessimisme
-> wel belofte eeuwig leven door mysterieculten, zoals die van Mithras
> bij een zuiver leven kon het aan aardse ontsnapt worden
Traditie
van
heerserscultus
rond
de
keizer
64
Aanvankelijk
keizerscultus
vooral
in
het
oosten
maar
verspreidde
naar
het
westen
Cultus draaide op
De
Joden
Monothesten:
kregen
echter
itt
de
christenen
een
uitzonderingspositie
Nadat
het
een
provincie
werd
echter
militante
uitingen
Hierna
nieuwe
fase
jodendom:
rabbijnen
als
onbetwiste
geestelijke
leiders
65
Religieuze
ontwikkelingen
in
Azi
Oostgrens
Romeinse
Rijk
is
alleen
een
politieke
grens
Dieper
in
Azi
uitbreiding
van
het
boeddhisme
naar
China
-> werd daar een leer waarbij ook ruimte was voor de verlossing van de grote
-> leer van de bodhisattvas: met hun hulp ontsnappen aan het aardse leven
Nieuwe
boeddhisme
streeft
net
als
religie
in
de
Romeinse
wereld
naar
verlossing
-> zowel in oost als west een diepe behoefte aan persoonlijk heil
66
Voor-Azi
en
Iran
als
kruispunt
voor
uiteenlopende
religieuze
stromingen
Kreeg
zware
tegenstand
67
Ontstaan
en
eerste
verbreiding
van
het
christendom
Onstaan
uit
het
Jodendom
Beschouwt
Jezus
van
Nazareth
als
messias
gestuurd
door
god
met
een
taak
door
hem
opgegeven
Hij
werd
gezien
als
een
onruststoker
door
de
Joden
en
de
Romeinse
overheerser
en
werd
gekruisigd
In
tegenstelling
tot
wat
men
dacht
werd
zijn
dood
opgevat
als
een
gebeurtenis
van
verstrekkende
gevolgen
Volgens
Paulus
was
dit
een
martelaarsoffer
en
een
zoenoffer
van
Jezus
om
God
om
vergeving
te
vragen
voor
alle
gelovigen
Paulus
vond
niet
veel
volgelingen
in
Judea
maar
daarbuiten
vond
hij
er
wel.
Had
zich
compleet
losgemaakt
van
het
Jodendom
maar
had
wel
de
grote
haat
voor
polythesme
overgenomen.
Eerste
grote
groeigebied
was
rond
Syri
Conflict
tussen
christendom
en
Romeinse
overheid;
groei
van
de
Kerk
Romeinen
zagen
christendom
eerst
als
deel
van
het
Jodendom
maar
hadden
al
redelijk
snel
door
dat
dat
niet
het
geval
was
Ze
hadden
ook
door
dat
het
christendom
heel
moeilijk
te
vatten
was
en
heel
snel
kon
verspreiden
Al
snel
kwamen
er
vervolgingen
van
christenen
voor
valse
beschuldigingen
(Zie
Nero)
Vanaf
dan
verdienden
christenen
de
doodstraf
Christenen
konden
hun
geloof
opgeven
om
in
leven
te
blijven,
maar
deden
dit
niet
want
stierven
martelaarsdood
(
dat
was
de
ultieme
dood
)
Drong
al
snel
in
2e
en
3e
eeuw
door
naar
de
bovenste
lagen
van
de
maatschappij
(
Senatoren,
ridders
en
intellectuelen
)
allereerst
in
de
Griekse
gebieden.
Hierdoor
kon
een
eigen
christelijke
theologie
ontstaan
Deze
beginnen
de
wereld
te
verklaren
in
het
beeld
van
God
en
met
zijn
bedoeling
om
zo
de
staat
en
de
godsdienst
proberen
te
verzoenen
(
De
apologeten
)
Rekende
af
met
sekten
door
mensen
te
dwingen
hun
godsdienst
te
kiezen
en
de
geschriften
te
volgen.
Organisatie
van
de
Katholieke
kerk
Elke
gebied
werd
gecontroleerd
door
eigen
bisschop
(
Bisschop
van
vooraanstaande
steden
werden
een
beetje
als
leiders
beschouwd
bv
Rome
)
Bisschop
had
absolute
macht
Romeinse
rijk
wordt
aangevallen
door
buitenaf
en
heeft
te
doen
met
interne
problemen,
voeg
dit
samen
met
de
wens
van
de
keizers
om
een
goddelijk
karakter
te
krijgen
en
je
krijgt
een
rijk
dat
meer
en
meer
beroep
deed
op
goddelijke
bescherming
en
dit
zorgde
voor
een
clash
tegen
de
kerk!
250-249:
Keizer
Decius
vaardigt
een
algemeen
offerbod
uit,
iedereen
moet
smeken
aan
de
goden
voor
hulp
aan
het
rijk,
alle
christenen
die
weigerden
stonden
direct
terecht.
Dit
ging
door
tot
260
onder
Valerianus
tot
hij
gevangen
genomen
werd
door
de
Perzen
300:
Diocletianus
is
een
die
hard
oud
cultus
man,
anti-christendom.
Hij
vaardigt
68
in
304
en
305
een
aantal
decreten
uit
die
het
christendom
bijna
de
das
om
doen!
Deze
decreten
werden
echter
niet
overal
gevolgd
omdat
het
rijk
verdeeld
was
en
de
lokale
leiders
waren
niet
zo
streng
311:
Galerius
vaardigt
het
tolerantiedecreet
uit:
Christenen
mogen
openlijk
hun
geloof
belijden
zonder
vervolging,
zolang
ze
de
rust
niet
verstoorden
en
baden
voor
het
heil
van
de
keizer.
Constantijn
en
de
kerstening
van
het
Romeinse
rijk
324:
Constantijn
verslaat
Maxentius
en
word
Augustus
van
het
gehele
Westerse
Romeinse
rijk
en
word
openlijk
christen.
Constantijn
gebruikte
zijn
macht
om
de
kerk
te
bevoordelen
Tempelgronden
werden
geconfisqueerd
en
gegeven
aan
de
kerk,
zo
ook
de
schatten
Kerk
werd
hierdoor
op
een
na
de
grootste
grondbezitter
in
het
rijk.
En
kon
aan
liefdadigheid
beginnen
waardoor
zijn
volgelingen
snel
groeiden
Onder
latere
keizers
worden
heidense
rituelen
onderdrukt
en
krijgen
priesters
en
christenen
voordelen.
380:
Theodosius
de
Grote
roept
katholieke
godsdienst
uit
als
staatsgodsdienst
69
70
Economische problemen
Politiek
en
bestuurlijk
Militair
Economisch
Ideologisch
en
religieus
Let
op:
Tetrarchie
militaire
taakverdeling,
geen
splitsing
van
Rijk
in
4
delen.
Rijk
bleef
een
geheel.
71
Militair
Economisch
Staat
reageerde
met
dwang
op
economische
crisis.
Boeren
aan
grond
gebonden,
zonen
verplicht
beroep
vaders
overnemen.
Laatantieke
dwangstaat
Ideologisch/religieus
72
Constantijn
de
Grote
305:
aftreden
van
beide
Augusti
(Diocletianus
en
Maximianus).
Opgevolgd
door
beide
Caesaren.
Dynastieke
krachten
toch
te
sterk,
na
korte
strijd
volgt
Constantijn,
zoon
van
Constantius
Chlorus
in
306
zijn
vader
op
als
Augustus.
Constantijn
wil
keizer
van
het
hele
Rijk
worden
312:
Slag
bij
Milvische
Brug
(ten
noorden
van
Rome):
Constantijn
overwint
zijn
rivaal
in
het
westen,
Maxentius,
na
goddelijke
visioen/droom
(?).
Schrijft
overwinning
toe
aan
steun
christelijke
god
Constantijn
wordt
fervent
keizerlijk
pleitbezorger
christendom.
313:
Edict
van
Milaan
(samen
met
oostelijke
medekeizer
Licinius):
godsdienstvrijheid
in
het
hele
Rijk.
Uiteindelijk
toch
strijd
Constantijn
en
Licinius.
Constantijn
wint
(324)
bij
Buzantion.
Ombouw
polis
Buzantion
tot
tweede,
christelijke
hoofdstad
Rijk:
Constantinopolis.
Constantijns
religieuze
politiek
bewust
ambigu,
wil
pagane
onderdanen
niet
bruuskeren.
Dus:
Bestuur
73
74
Stamverbanden
op
de
gebieden
van
dat
rijk
leven
in
kleinere
groepen
tussen
een
meerderheid
van
andere
inheemse
volkeren
persoonsgebonden recht
Germaanse vorsten:
onderdanen
Leges
barbarorum:
Germaanse
gewoonterecht
Geval apart
Heidenen
75
o Romeinen
goedgezind
o Door
keizer
van
Constantinopel
als
koning
erkend
o Aanspraak
op
hegemonie
in
het
Westen,
met
huwelijkspolitiek
Ostrogoten verdwijnen
o Maar
ook
Germaanse
invloeden
ontbreken
van
duidelijke
rijksidee
(grond
is
familiebezit,
geen
res
publica)
76
Effectief veldheer
Redenen:
sterker gerbaniseerd
77
Poging
om
terug
te
keren
naar
de
oude
eenheid
van
het
Romeinse
Rijk
verhinderd
door
theologische
kwesties
o Aanhangers
Nestorius
uit
de
Kerk
gezet
o Concilie
van
Chalcadon
(451):
scheiding
tussen
gelovigen
in
mythische
tweeheid
van
Christus
en
de
monofysieten
(1
goddelijke
natuur
van
Christus)
gevaarlijk
politiek
aspect
Monofysieten
verliezen
loyaliteit
aan
staatsgezag
van
Constantinopel
o Transformatie
naar
Byzantijnse
Rijk
o Rijk
verzwakt
door
grote
oorlogsinspanningen
en
pestepidemie
o 2de
helft
6de
eeuw:
invallen
van
Slaven
78
Veranderingen:
o Hraklios
neemt
afstand
van
oude
staatsorganisatie
(Diocletianus
en
Constantijn)
o Nieuwe
beambten
en
titels
o Scheiding
tussen
civiele
en
militaire
zaken
o Taal:
onveranderlijk
Grieks
kleiner
rijk
wordt
homogener,
ook
de
Kerk
(dreiging
Monosyfieten)
o Als
Grieks
en
orthodox
rijk
komt
Byzantijnse
Rijk
er
terug
bovenop
9de
tot
10de
eeuw:
laatste
maal
hele
Balkan
en
deel
van
Syri
veroverd;
oostelijk
Middellandse
Zeegebied
beheersd
79
De
Christelijke
Kerk
3
werelden
o Westen:
kring
van
Latijns-Germaanse
Staten,
o.l.v.
Rome
o Balkan
en
Klein-Azi:
Byzantijnse
Rijk,
o.l.v.
orthodoxe
Kerk
o Christenheid
in
N-Afrika
en
Azi
(7de
eeuw:
overgenomen
door
Islamieten)
80
De Islam
81
religieus
man
610:
ontpopte
tot
profeet
Stond
in
contact
met
God
(via
engel
Gabril)
Later
te
lezen
in
de
Koran
Gaat naar Medina: migratie van 622 (later: begin Islamitische jaartelling)
82
83
Islam:
8ste
en
9de
eeuw:
nieuwe
islamitische
cultuur,
gevormd
door
vermenging
met
ander
godsdiensten
84
14de
eeuw:
N-Itali
Systematisch
verzamelen
van
Griekse
en
Latijnse
handschriften
Dankzij
contacten
met
Byzantium
Belangstelling
voor
literaire
teksten
Opvangen
verloren
bronnen
helpt
bij
bloei
Renaissance
zorgde
voor
vele
vernieuwingen
1453:
Constantinopel
ingenomen
door
Ottomaanse
Turken
en
toen
er
geen
Byzantijnse
Rijk
meer
was,
had
Itali
de
fakkel
al
overgenomen.
85