You are on page 1of 14

Geschiedenis aantekeningen H3.

Jihad heeft twee betekenissen!

Grote: wanneer doe ik het goed, in jezelf wanneer ben ik goed of fout

Kleine: bekering, door vertellen of bv. Vermoorden van niet-moslims

Hoe was het mogelijk dat de islam zich (snel) over zo´n groot gebied verspreidde?

- Militair superieur
- Arabieren overwonnen hun onderlinge verdeeldheid
- Wie sneuvelde in de jihad, wachtte het paradijs.
- Ze veroverden dunbevolkte gebieden.

- Cultuur van overwonnen volkeren werd niet vernietigd, maar gedeeltelijk overgenomen. 10e
– 13e eeuw was een periode van enorme culturele bloei van de Arabische cultuur.
- In 1258 veroverden de Mongolen (Dzjenghis Khan) Bagdad. Europa zal dan pas uit de
donkere middeleeuwen tevoorschijn komen.
- Zwakte van de tegenstanders: het oost-Romeinse (Byzantijnse) en Perzische rijk waren
verzwakt.
- Betrekkelijke tolerantie tegenover andere religies: joden en christendom.

Joden en christenen waren ´volken van het Boek´

Christenen en joden werden binnen de Islam beschouwd als 2de rangs burgers; officiel waren het
beschermelingen (dhimmi´s)

Ze moesten:

- Extra belasting betalen

Ze mochten geen:

- Moslimvrouwen trouwen
- Wapens dragen (zodat ze niet in opstand kunnen komen)
- Opzichtige kleding dragen (dan zagen ze wie wel en niet-moslims waren)
- Nieuwe kerken/synagogen bouwen.
- Paarden berijden (sneller vervoersmiddel om in opstand te komen)

Enkele kenmerken van de islam

- Islam betekent onderwerping aan de wil van Allah


- Monotheistisch
- Mohammed is Allahs boodschapper
- Koran is het heilige boek
- Je mag in de islam geen afbeelding van mohammed en allah maken.
- Moslims komen bijeen in een moskee
- Een imam is een religieus leider, hij legt de koran tijdens de gebedsdiensten uit.
(vergelijkbaar met pastoor (katholiek) en dominee (protestants)
- In de vijf zuilen zijn voor moslims waarden en normen vastgesteld:
1. De geloofsbelijdenis= Allah is de enige god en Mohammed is zijn apostel (shahada)
2. Vijf maal per dag bidden met gezicht naar Mekka (salat)
3. Het geven van aalmoezen (zakat) geld, voedsel voor armen
4. Het vasten (saum) tijdens de Ramadam, afgesloten met Suikerfeest.
5. De pelgrimstocht naar Mekka (hadj).

De ka´aba is een kubus van +/- 10 bij 10 meter. Het staat in de grote moskee in Mekka.

Er zou ook sprake zijn van een zesde zuil: de heilige oorlog. Hiervoor wordt verwezen naar het begrip
jihad dat strijd betekent.

Binnen de islam zijn twee hoofdstromingen te onderscheiden: soennieten en sji´ieten.

- Soennieten zijn in de meerderheid


- Binnen beide stromingen heb je strenge en gematigden.
- Iran is zeer sterk sji´ietisch; irak kent een grote minderheid sji´íeten (en die vliegen elkaar
gerelgd naar de keel)

H3.2

Hofstelsel en horigheid

In de onzekere tijden na het verdwijnen van het West-Romeinse rijk

- Waren wet en gezag verdwenen en gold het recht van de (lichamelijke sterkste)

Sterkste> goed voor bescherming tegen de rovers

- West-Europa was weer een sterk agrarische samenleving geworden. Steden waren in verval
geraakt, wegen en bruggen werden slecht onderhouden.
- Ieder was op zichzelf aangewezen

Autarkisch> zelfstandig

Het hof (domaniale) stelsel

Een domein kon veelal in eigen behoeften voorzien (autarkie, zelfvoorziend, zelfverzorgend).\

Door gebrekkige infrastructuur was handel moeilijk.

Heer> bescherming geven aan horige

Horige>krijgt bescherming- herendiensten, land afstaan, goederen afstaan (deel oogst) en gebonden
aan de grond.
In het hof (dominante) stelsel is het domein van de heer te verdelen in:

1. Vroonland ( land van de heer)

Het bewerken door boeren maakte deel uit van de herendiensten (werkzaamheden zonder er voor
betaald te worden, in ruil daarvoor kreeg boer bescherming)

Herendienst kon ook betekenen aanleg wegen, bouw van bruggen en kastelen enz.

Vroooland

Is te verdelen in:

a. Akkers. Op de akkers werd het drieslagstelsel toegepast:

Drieslagstelsel

Doel: uitputting van de grond voorkomen/ herstel van vruchtbaarheid van de grond. Er was geen
kunstmest, wel dierlijke en menselijke mest.

Delen:

1. Wintergraan (rogge, tarwe)>>> gezaaid in winter


2. Zomergraan (haver, gerst)>>> gezaaid in zomer
3. Braak

b. Weiden, soms omheind (ommuurd)- heide (lage struiken)


c. Woeste/ gemene (gemeenschappelijke) gronden. Horige mochten dit ook gebruiken.
- Bos dit leverde
- Hout voor verwarming, meubels, huis bouwen/ hutten
- Vlees van het bos was van de heer als ze gingen stropen in het bos van heer dan werden ze
vermoord/opgehangen.
- Heide leverde
- Plaggen
- Strooisel in stallen
- Bouwmateriaal voor hutten (plaggenhutten in Drenthe tot voor WOI)
- Weide- voor het laten grazen van vee
- Viswater ( soms ook verpacht (huur), visrechten van de heer)

d. Moestuin
e. Wijngaard

I. Vroonland
II. Hoevenland ( hoeve-boederij)

Horige had een stukje grond bij ´eigen´ boederij. Verbouw van groente (moestuin) en intensieve
veeteelt (kippen, varkens)
Boer zag zijn boerderij niet als een bedrijf, als een onderneming om winst mee te maken.

Centraal stond de bestaanszekerheid van zijn gezin; was er overschot, dan op de markt verkopen. Hij
leefde op de rand van het bestaansminimum.

a. In grote delen van Europa was de boer horig: hij behoorde bij de grond en was zeer
afhankelijk van zijn landheer.

De horige stond zijn vrijheid af in ruil voor bescherming in deze onveilige tijden.

De boer had meer plichten dan rechten

In onze streken verdween de horigheid in de loop van de middeleeuwen: de vrije boer ontstond.

b. Het was niet ongebruikelijk dat ook de katholieke kerk belasting van de boer vroeg: ´Elk tien
wil de kerk zien- ze moesten een tiende afgeven aan de kerk.
c. En niet te vergeten. De boer was zeer afhankelijk van het weer.

H3.3

De middeleeuwse maatschappij was een standenmaatschappij. D.w.z. deze was ingedeeld in drie
door God gewilde standen met ieder hun rechten en plichten:

1ste stand: geestelijk taak: bidden en onderwijs geven

2e stand: adel, verdedigen taak: besturen en land

3e stand: boeren taak: voedselvoorziening

 Het domaniale (hof) stelsel betreft de economie van de vroege middeleeuwen.


 Het feodale stelsel is een manier om een groot gebied te besturen (politiek).

Economie: de manier hoe je aan je bestaanmiddelen komt/ hoe blijf je in leven

Eeuwen na het verdwijnen van het West-Romeine rijk ontstond in West-Europa het Frankische rijk

Clovis (+/- 500) en Karel Martel (+/- 700) waren belangrijke personen die bijdroegen aan de groei
van dit rijk maar......

De meest bekende vorst was Karel de Grote, die zich in 800 door de paus tot keizer (caesar) liet
kronen.

Keizer Karel de Grote was een christen, maar er werd ook wel gezegd dat hij een barbaar was in een
christenmantel......

Keizer Karel de Grote liet in 782 in Verden +/- 4000 Saksen onthoofden: zij weigerden zijn christelijke
heerschappij te aanvaarden.

Omstreeks 9000 had Karel de Grote in West-Europa een groot rijk gevormd.
Om zijn ruiters (ridders) te belonen gaf hij hen grond in leen (=feodum): deze mensen werden zijn
leenmannen (vazallen).

H3.4 christendom in europa

Tot in de 20ste eeuw

Leven is hard

 Bood de kerk zekerheid (sleutelmacht tot de hemel , hemelse zaligheid)


 Was de RKK een economische grootmacht (werkgever, grootgrondbezitter)
 Was de RKK het laatste vangnet als je tot armoede verviel (sociale zekerheid)

Samengevat

De katholieke kerk was het cement van de samenleving

De macht van de kerk was dus zeer groot....... en je weet dat macht kan leiden tot machtsmisbruik

Christelijk West-Europa werd bedreigd door:

a. Moslims. Karel Martel versloeg hen in 732 in Frankrijk tot 1492 heersten de moslims
(moren) in Spanje en Portugal.
H5.1 De renaissance

Middeleeuwen: god is belangrijk, zelf voedsel produceren, op het platteland gaan ze anders
bewerken en dat laat tot toename en dan beginnen ze met handel> geldeconomie>steden

Rond 1500 gaan ze op een andere manier denken.

Middeleeuwen: Monoment>herdenken>dood/sterven

Renaissance: pluk de dag> leef je leven want als je dood bent heb je niks meer

Italie: veel oude overblijfsels, handel gedreven omdat het centraal stond in zee, geldeconomie
belangrijk voor bouwen mooie gebouwen

Wedergeboorte

Hernieuwde belangstelling voor de kunst van de klassieke oudheid (Grieken en Romeinen 800 v.C -
500 n.C)

Kunstenaars gingen natuurgetrouw

Aandacht voor atonatomie van de mens.

Ze haalden ideeen uit, ze lieten zich inspireren door klassieke voorbeelden en door het christendom
(bijbel).

Boek lezen

Middeleeuws ( beeldhouwder, architect, schilderijen)

Een nieuw mentaliteit die in de middeleeuwen het eerste doorbrak in Italie

Dat er sprake is van toenemend individualisme blijkt uit:

ze blijven minder anoniem en laten meer zien.

Ze maken bij hun schilderijen een handtekening want ze waren trots op hun werken.

Ze gingen mensen ontleden om te onderzoeken en ontdekkingen te vinden. Er werden theathers


opgericht want mensen waren geinteresseerd in het menselijk lichaam hoe die ontleed werd.

Geleerden gaan de lichaam zelf ook besturen. De kerk was hier niet blij mee want als je ziek was dan
had god dat voor je bepaalt en dat kwam dan niet door omstandigheden.
Mensen die iets ontdekte vraagte een octrool aan zodat hun als de uitvinder werden gezien. In de
reformatie zocht de gelovige naar een persoonlijk band met god. Hij wilde zelf de bijbel bestuderen
en uitleggen.

b. Ontdekking van de wereld.

Ze hebben een andere kijk op de dood. Pluk de dag- geniet van het leven op aarde

Mensen gaan op ontdekkingsreis- ze gaan de wereld daadwerkelijk ontdekken

We zien circularisering in de wetenschap

De macht van de kerk wordt minder door ontdekkingen en bestuderen.

Copernicus van geocentrisch wereldbeeld naar heliocentrische wereldbeeld

Kerk was daarmee niet blij mee. Copernicus wordt vervolgd door de kerk hij wordt verdacht van
ketterij.

Erasmus-humanist
Geschiedenis 6.1

Mentaliteit van de hollandse en zeeuwse zee varenden. Ze trotseren stormen. Spreken hun talen.
Een mentaliteit van niet kletsen. Maar werken een hoog

Een technische voorsprong om meer geld te verdienen

Fluitschip smal dek breed ruim- minder belasting/tol als ze door de sont gingen - je kan dichter bij
land komen en producten kun je veel vlakbijer bij kust uitladen.

Fluitschip- ballast om evenwicht te hebben

Fluitschip- 1 mast met 2 zeilen want, zo hebben ze minder man aan boord dus minder kosten en juist
meer winst

Normaal meer masten en zeilen maar kost veel geld voor personeel
Ze gaan goedkopere planken produceren zoals dennenboom want het groeit veel sneller en is veel
goedkoper- lagere productiekosten.

We konden relatief goedkoop producten in Europa vervoeren.

 De Noordelijken Nederlanden lagen op een kruispunt van handelswegen. Nederland lag heel
centraal we konden heel makkelijk naar het zuiden en noorden.

3 kanten op:

 a. Handel op de Oostzee belangrijk!- graanhandel moedercommarcie- 90% van de inkomsten


 Er werden ook andere producten vandaan gehaald
 Houtm, haring

 b. handel op de Middelandse Zee (straatvaart)

 c. handel met Oost-indie 1602- VOC- specerijhandel

4. Na 1590 verbeterde bestaanzekerheid van de opstandige republiek: de politieke situatie.


Raadspensionaris van oldenbarneveldt sloot een verdrag met Engeland en Frankrijk (1598).
De republiek werd door hen als staat erkend.

De grote vaarwegen (Rijn, Waal, Ijsel) stonen onder controle van de Republiek, ook de monding van
de Westerschelde.....

Holland werd het meeste verdient- want daar lag het haven van Amsterdam

Concurrentie van Amsterdam haven is Antwerpen haven

We proberen schepen te voorkomen naar antwerpen te gaan. Westerschelde sluiten we af


(watergrens afsluiten) zodat, ze er niet meer langs kunnen zodat ze richting Amsterdam kunnen
gaan.

Antwerpen neemt hun zaakje mee en gaan richting Amsterdam om daar te inversteren. Amsterdam
groeide economisch heel snel.

Kunstenaars brengen ook kunst mee uit Antwerpen.


Wij als NL zijn gegroeid omliggende landen zijn juist gekrimpen.

Frankrijk oorlog – katholicisme en protestantse oorlog – ellende niet voordelig economische groei
Engeland- koning wilt steeds meer macht krijgen terwijl parlement meeste macht heeft er komt een
oorlog tussen aanhanger koning en aanhanger parlement- ellende zorgt voor economische daling

Duitsland- Dertigjarige oorlog- ellende- economische daling katholieken tegen protestante- boeren
kregen de kans niet eens om hun land te bewerken.

Nederland ging graan verkopen aan Duitsland doordat boeren het niet konden verdienen. En
mensen in die gebied veel honger hadden en daardoor bizare prijzen gingen betalen.

Ambachtslieden/ handelaren kunnen hun beroep niet doen en komen naar Holland en nemen veel
kennis en nieuwe dingen mee dat zorgt voor economische groei.

Holland is gegroeid door zwakte van andere landen.

VOC: Vereenigde Oostindische Compagnie

WIC: West-Indische compagnie

We vinden zeeroute naar de Oostzee door Spanje. Door spionage kwamen we erachter hoe we
daarnaartoe moesten varen.

Veel mensen gingen daarnaartoe er was veel vraag en aanbod en dat zorgde ervoor dat de prijs
daalde.

VOC mocht alleen naar Oostzee gaan om specerijen te halen. Als je dat toch deed knalde ze je dood.
Vanaf 1602.

WIC ze willen ook een onderneming starten die naar de west—indische zee gaat.

VOC en WIC: handel in specerijen en verdringen spanjaarden en portugese daardoor konden ze geen
geld verdienen.

Door aandelen hadden mensen kapitaal en konden ze ook geld verdienen met aandelen.

Voc kregen monopolie om enige daar handel te drijven.

Wic monopolie op de atlantische oceaan en amerika en west afrika

Jan pietersen coen: de belangrijkste man VOC er werd een grote stad gesticht voor centraal plek
VOC oost indische gebied
Piet heijn: heeft de zilvervloot

Specerijen, porselijn, thee en koffie dat is wat er mee werd gehandeld

Enkele oorzaken van de achteruitgang van de Republiek

De kosten om een gebied onder controle te houden kost veel geld en het kost uiteindelijk teveel

Het was een handelsschip en oorlogsschip

Straffen aan boord schepen:

 Kielhalen (zeepokken)
 Laarzen ( 200x slaan met touw natte onderbroek)
 3x onderdompelen met lood overboord
 De voeten spoelen (levend over boord gezet)

Amsterdam werd in de 17e eeuw het belangrijkste financiele centrum van de wereld.

Hier werden allerlei contractenh getekend. Een soort beurs.

Er was veel zekerheid en vertrouwen.


Bij de grote steden kwamen er kleinere steden met veel bewoners

Amsterdam was van de 16e eeuw t/m 18e eeuw stapelmarkt

Waar allerlei Europese en Aziatische producten in pakhuizen opgeslagen werden en van daar verder
werden verhandeld.

De Europese handel was de bron van rijkdom van de Republiek

Niet de handel met Amerika en Azie

Ons wereldrijk bestond uit meer netwerk van handelsposten (factorijnen), geen veroveringen als
zofdanig

Predikanten, protestanten waren tegen activiteiten parfum enz, maar mensen luisterde niet en
deden toch de dingen want geld verdienen.

Spanje vocht op vele oorlogen: tegen Frankrijk, Osmaanse rijk, Engeland en de republiek

Vergadering van 7 gewesten

Maar er waren er 8 maar Drenthe werd niet uitgenodigd want samenstelling bevolking

Er woonden zo weinig mensen en woonden zelf meer schapen

In paarigheid gesgtemt- we zijn allemaal voor of tegen anders gaat het niet door

Regeringsvorm- monarchie

Aristrocratie

Democratie

De stadhouder komt altijd uit de familie van oranje je hebt dan veel macht als je van oranje bent.
Republiek

Regenten zijn adel zijn plaatselijke bestuur en daarbuiten een soort aristocratie.

Raadspensionaris- voorzitter van de staatsgeneraal- minister president- regent- oligarchie

Staten-generaal alle regenten en gewesten komen naar een plek om te bespreken

De gouden eeuw: welvaart voor weinigen

- Tolerantie er was gewetensvrijheid

Gewetensvrijheid: je mag er in geloven maar andere niet confronteren.

Bv. Buiten geen kruisje dragen maar thuis wel

Godsdienstvrijheid: iedereen mag uitkomen voor zijn geloof.

Ze zorgde ervoor dat er veel welvaart was

- Goede bekwamde bestuurders ze hielden de economie goed.

Wetenschappelijke revolutie

Onderzoek doen, conclusies trekken- ka: wetenschappelijke revolutie

De wetenschappelijke revolutie van de 17e eeuw werd voorbereid tijdens de Rennaissance.

Ze trekken alles in twijfel klopt alles wel wat autoriteiten tegen de bevolking zeggen?

Geleerde gaan allemaal zelf nadenken, ze gaan kijken hoe alles zit ze doen dat met hun ratio.

Ze gaan allemaal experimenteren om tot conclusies te komen.

Verlichting

De macht moet verdeeld worden

Trias politica:

Wetgevende macht

Uitvoerende macht

Rechtsprekende macht- onafhankelijke rechters


Regering: ministers+koning

Kabinet: ministers en staatsecretarissen

Frankrijk standenmaatschappij

1e stand koning, absolute vorst

Geestelijke- ze hoefde

Van adel

Resterende personen- zij moesten alles zoals betalen van belasting

Vrijheid en gelijkheid- verlichting

Staten- generaal: vrede, oorlog en handel

Regenten en gewesten

Stadhouder- altijd de familie van Oranje

In de loop van de 19e eeuw gaan ideeen over afschaffing van de slavernij wet worden:

Hebben van slaven is niet verboden, maar handelen van slaven is wel verboden.

Kolonialisme heeft voor Afrika ervoor gezorgd

You might also like