Professional Documents
Culture Documents
Opdracht 1 Je krijgt een kaartje met een vraag i.v.m. lezen. Je stelt die vraag aan een aantal leerlingen in de klas om
elkaar beter te leren kennen als lezer.
Opdracht 2 Maak een mindmap over jezelf als lezer. Je vindt een voorbeeld op de volgende bladzijde. Gebruik die als
basis voor een spreekopdracht waarin je jezelf als lezer aan je klasgenoten voorstelt.
Je begint je mindmap met jezelf sterren te geven:
* Zelfs de boeken die ik voor school moet lezen, lees ik niet uit.
** Ik lees enkel de boeken die ik verplicht voor school moet lezen.
*** Ik lees wel eens een boek uit eigen beweging.
**** Ik verslind boeken, ik ben een echte boekenwurm.
Je speeddate-antwoorden leveren inspiratie.
Leerling Gemeenschappelijk
Persoonlijk antwoord
kopen + lenen
aan/van vrienden
volwassenen
met hoek af
wat? + kinderen
NIET triest
leeslijst sf, fantasy open einde
Pieter Aspe
Humo
student
De Morgen
op kot
Jessica Blandy TOP 3
jeugd
volwassenen
1 ‘jij, jij en jij’ (Per Nilsson)
1 ‘De helaasheid der dingen’ (Dimitri Verhulst)
2 ‘De 17 de zomer van Maurice Hamster’
2 ‘De buitenvrouw’ (Joost Zwagerman)
(Laure Van den Broeck)
3 ‘Het huis van de moskee’ (Kader Abdolah)
3 ‘Een jongen’ (Sonya Hartnett)
3 Test je literaire competentie
Opdracht 4
test in. Kruis bij
Om te achterhalen welk soort lezer jij bent, vul je de onderstaande
. Je mag meer
elk rubriekje de zinnen aan die het best bij jouw leesgedrag passen
dan één zin aanduiden.
Kijk na het invullen welke letter per ru- begrijpt. Je bent vooral geïnteresseerd in
briek bij de ‘laagst aangekruiste’ zin staat. het gevoelsleven van de personages en
Die letter zegt je iets over je literaire probeert hun reacties en handelingen te
competentie. verklaren, zelfs al zou jij hun problemen
helemaal anders aanpakken.
Je scoorde vooral S (schools).
Je hebt geen belangstelling voor lezen en Je scoorde vooral A (analyserend).
voelt weerzin als je een boekenopdracht Je zoekt achter het verhaal verschillende
krijgt. Je kiest voor een boekenopdracht interpretaties en praat daar graag over
meestal het dunste boek in de bib. met andere lezers. Je let op de vertel-
techniek en je vindt het leuk als het
Je scoorde vooral B (belevend). verhaal qua structuur niet gewoon van
Je leest vooral spannende boeken en laat A tot Z loopt. Je vindt het uitdagend de
je meeslepen door de gebeur tenissen. structuur en/of samenhang in het verhaal
Je bent niet het type dat stilstaat en na- te ontdekken.
denkt over wat je hebt gelezen.
Je scoorde vooral L (literair).
Je scoorde vooral T (toetsend). Niet alleen het verhaal en de personages
Jij hebt niet alleen belangstelling voor de interesseren je. Je bent op zoek naar de
inhoud van het verhaal, maar je zoekt in verschillende betekenislagen. Je hebt oog
een boek ook naar herkenning. Je leest voor het ongewone (literaire) taalgebruik
graag verhalen over personages (van van een auteur en je probeert het boek
jouw leeftijd) die zich in herkenbare ook te begrijpen in zijn literair-historische
situaties bevinden. context.
In een leesautobiografie beschrijf je in een doorlopende tekst van één bladzijde (uitgeprint!)
(lettertype: , lettergrootte: , regelafstand: ) je
ontwikkeling als lezer vanaf het begin tot nu. Je deelt de tekst op in alinea’s. Je gaat op zoek naar
boeken en verhalen die veel indruk op jou hebben gemaakt. Je hoeft natuurlijk geen opsomming
te geven van alle boeken die je gelezen hebt, maar je pikt er de onvergetelijke (zowel positieve als
negatieve) momenten uit. Je vertelt hoeveel sterren je aan jezelf hebt gegeven in de mindmap en
verklaart waarom. In een apart tekstvak plak je een top drie van je favoriete boeken aller tijden.
Je schrijft de tekst voor de leraar en voor je klasgenoten.
G KUNNEN HELPEN
ENKELE VRAGEN DIE JE OP WE
1 Wat was het eerste boek in je leve
n? Hoe zag het eruit? Wat stond erin?
erbij verteld? Door wie?
De rechten
Werd het je voorgelezen of werd
2 Waren er veel boeken rondom je
toen je kleuter was? van de lezer
Welke (soort) boeken waren dat?
gelezen hebt? Hoe oud was je toen?
3 Wat was het eerste boek dat je zelf 1 Het recht om niet
te lezen
? Wat von d je erva n?
Wat stond erin Als ik zelf liever schr
ijf, waarom
de basissch ool?
4 Hoe ontwikkelde je je als lezer in moet ik dan nog lez
en ?
las je zoal ?
Las je ook buiten de school? Wat Met wie?
de biblioth eek?
5 Ging je als lagereschoolkind naar 2 Het recht om blad
zijden over
Was dat leuk ? te slaan
meest afsto telij ke,
6 Wie is het meest fascinerende, het Veel te spannend om
ieks te of het mee st intri gerende personage dat je ooit te wachten, ik wil he
nog 100 pagina’s
het sympath t nu weten, nu!
?
in een boek ontmoet hebt? Waarom vind je dat?
en? Waa rom
7 Moet een verhaal altijd goed aflop ten einde? Waarom?
3 Het recht om een
boek niet uit
voor keur voor een open of een geslo te lezen
8 Heb je een je hele maa l niet kent ?
een were ld die
9 Mag een verhaal zich afspelen in Geeeeuuw … Is dit
een slaapliedje of
Hou je bv. van spro okje s of van fant asy à la Lord of the Rings? een boek? Weg erm
r gebe urd’ in een verh aal? ee .
Wat is voor jou het belang van ‘waa nda ir ond erwi js
loop van het secu
10 Wat voor fictielezer ben je in de zen?
4 Het recht om te
herlezen
Wel k genr e boek en heb je voor al gele En waarom mag ik Ha
geworden? lers, poli tiero man s, rry Potter niet
, fantasy, thril
(historische romans, sciencefiction ans,
nog eens lezen? Wie
he eft er hier
ans, soci ale rom
liefdesromans, psychologische rom f horr orve rhal en)?
Titanic zeven keer ge
zie n?
griezel- en/o
spionageverhalen, misdaadromans, twaa lfde ?
nderd sind s je
11 Lees je ook strips? Is je smaak vera erwerpen?
5 Het recht om wa
t dan ook te lezen
wel eens non -fict ie? Ove r welk e ond Poëzie (om over te sc
12 Lees je ook hrijven op een
lees je?
13 Welke kranten en/of tijdschriften brief en dan naar m
ijn lief te sturen)
?
14 Op basis waarvan kies je een boek en Playboy (goed vo
or m ijn Engels!)
en aanr aden ?
Door wie laat je je wel eens boek rang schi kt.
s je die vand aag
15 Geef je top drie van boeken zoal ze voor jou
6 Het recht om je zo
als je favoriete
je die boek en gele zen? Wat hebb en personage te gedr
Wanneer heb ag en
eens ?
betekend? Herlees je die boeken nog wel Ik wil vlechtjes als Pip
pi, spieren als
kunt geni eten ?
Hoe komt het dat je er nog van de Rode Ridder en he
t sexappeal van
Sneeuwwitje
Opdracht 5 In deze eerste schrijfoefening van het schooljaar ga je heel ‘strategisch’ te werk. Je kent de OVUR-strategie
al uit de vorige jaren. Toch is het belangrijk dat je ervaart hoe die strategie jou kan helpen om een goed
schrijfproduct af te leveren.
ORIËNTEREN/VOORBEREIDEN
- De leerkracht heeft enkele afspraken gemaakt met jou. Noteer die hieronder
- De eerste versie van je leesautobiografie laat je nalezen door een klasgenoot voor
/ /
- Lees nog eens aandachtig de opgave op blz. 13. Fluoresceer in het groen de inhoudelijke eisen
die aan de leesautobiografie worden gesteld.
Je vindt op blz. 13-14 een aantal vragen die je kunnen helpen om de tekst te schrijven.
Welke vragen ga je gebruiken? Maak een keuze.
- Op blz. 18 vind je evaluatiecriteria die de leraar gebruikt om je werk te beoordelen. Bekijk deze criteria
aandachtig. Weet je wat de leraar bedoelt met de verschillende criteria?
tip In Les 3 De vele gezichten van de literatuur hoor je 3 BV’s hun lievelingsboek voorstellen.
Zij vertellen waarom zij dat boek bijzonder vinden. Misschien inspireren hun verhalen jou om je
leesautobiografie nog interessanter te maken?
UITVOEREN
Je schrijft de leesautobiografie.
Je bekijkt de opmerkingen van je klasgenoot en je maakt een tweede versie. Je voegt de eerste versie
en de opmerkingen van je klasgenoot bij de tweede versie die je indient op
/ /
Bekijk nog eens wat je op de vorige bladzijden groen en geel hebt gemarkeerd. Heb je met al die
aspecten rekening gehouden?
Op blz. 18 vind je de evaluatiecriteria die de leraar gebruikt om jouw werk te beoordelen. Bekijk deze
criteria nog eens aandachtig. Hoe ga je het er vanaf brengen?
Zelfevaluatie
Inhoud van het werk – staat in mijn leesautobiografie wat de leerkracht verwacht?
Duidelijkheid
Correctheid
- De woordkeuze is correct.
- De grammatica is correct.
- De spelling is correct.
Aantrekkelijkheid
- De lay-out is verzorgd.
Gepastheid
- De tekst is geschreven in een gepast register (formeel / informeel / neutraal / subjectief / vaktaal).
Opdracht 1
7 In 2007 schreef Werner Eeman een boek ‘Jong maar niet onschuldig’.
Bij welke uitgeverij verscheen dat boek?
Borgerhoff & Lamberigts
9 Hoeveel sterren kreeg de uiterst gewelddadige film van Quentin Tarantino ‘Inglourious
Basterds’ van de HUMO-filmrecensent?
4
11
Wat is arachibutyrofobie?
Angst voor pindakaas die aan je gehemelte blijft plakken.
12 Een kettingzaag is ideaal om lijken mee in stukken te zagen, maar je kunt ze ook
gebruiken om bomen mee te snoeien. Welk van deze 3 merken heeft geen kettingzagen
in haar assortiment: Dolmar, Güde of Gardinera?
Gardinera
13 Hoeveel varkensworstjes zou jij bestellen in Slagerij Fritz Haarmann in Hannover?
Waarom?
Geen! De slagerij behoorde toe aan een seriemoordenaar.
14 Aanvankelijk was de elektrische stoel een idee van een tandarts. Van wie?
Alfred Southwick
18 Zou je willen ruilen met Carole Ann Boone? Waarom wel / niet?
Niet echt; ze was getrouwd met de seriemoordenaar Ted Bundy.
19 Hoewel Sergej Rjachovski ook ‘nijlpaard’ werd genoemd, ga je hem niet onmiddellijk in
de zoo van Antwerpen tegen het lijf lopen. Waarom niet?
Hij is al dood van in 2005 en is geen echt nijlpaard, wel een seriemoordenaar.
20 Sommige mannen zitten vol leuke verrassingen. Welke verrassing had George Joseph
Smith voor vrouwen die een bad namen?
Hij trok hun voeten omhoog uit het water waardoor ze verdronken.
DE WAARHEID
Je had 0 – 5 juiste antwoorden.
Het is vast de eerste keer dat jij in contact komt met het internet.
Geen nood, je bent niet alleen. Er zijn nog stammen in Midden-Afrika
die niets van het www afweten.
Opdracht 2
1 Ga even terug naar vraag 1.
Heb je de site van Bart Moeyaert bezocht? Waarom (niet)? Persoonlijk antwoord
Hoeveel zoekresultaten krijg je als je enkel “Bart Moeyaert” intikt? Persoonlijk antwoord
2 Hoe heb je het antwoord op vraag 3 gevonden? Door in te tikken: “Gouden Uil van de Jonge
3 Hoe ging je te werk om vraag 4 te beantwoorden? Je tikt elke naam in bij ‘Google afbeeldingen’ en
4 Hoe heb je het antwoord op vraag 10 gevonden? Je tikt “Gayetty’s Medicated Paper” in tussen
aanhalingstekens.
5 Welke zoekwoorden tikte je in bij vraag 13? slagerij +“Fritz Haarmann” + Hannover
1 Stel vragen – Misschien heb je gemerkt dat ik vaak vragen gebruik als kopjes van mijn teksten.
De reden is dat veel bezoekers vragen letterlijk intypen in zoekmachines.
2 Gebruik de juiste woordvolgorde – Zet het belangrijkste woord voorop, vervolgens het op
één na belangrijkste enzovoort.
3 Bedenk hoe je zelf zou zoeken – Als je een artikel schrijft, bedenk dan welke woorden je zelf
zou intypen bij Google. Bekijk eens de eerste hit die je gevonden hebt. Hoe heeft die pagina die
zoekwoorden gebruikt?
4 Gebruik synoniemen – Gebruik niet steeds hetzelfde woord, maar gebruik ook woorden
met dezelfde betekenis.
6 Gebruik Google Adwords – Google biedt zelf ook een handig hulpmiddel voor het vinden van
zoekwoorden: the External Keyword Tool. Typ hier een zoekwoord in en je krijgt direct een lijst
met zoekwoorden die daarbij in de buurt liggen. Ook kun je ervoor kiezen om een internetpagina
op te geven en op basis daarvan relevante zoekwoorden te vinden.
7 Denk ook aan Engelse varianten – Niet iedereen zoekt in het Nederlands. Een trefwoord
als ‘keyword’ zal bijvoorbeeld ook gebruikt worden in plaats van het woord ‘zoekwoord’.
Opdracht 3 Welke tips haal je uit de bovenstaande tekst voor het intikken van zoekwoorden in een zoekmachine?
Noteer er drie.
- Vertaal je zoekterm naar het Engels. (Vooral bij Google afbeeldingen levert dat veel meer
resultaten op. Als je gewoon info wilt zoeken, zijn de sites die je als zoekresultaat krijgt in
het Engels, en de vertaalfunctie voor websites levert meestal zeer slechte resultaten op.)
3 Synoniemen
Soms levert de combinatie van een aantal zoektermen niet het gewenste resultaat op en moet je op zoek
gaan naar synoniemen. Dan tik je ‘statistiek’ of ‘cijfer’ in plaats van ‘aantal’.
Opdracht 5 Welke zoektermen tik je in als je het antwoord op de volgende vragen wilt vinden?
1 Verbind …
2 Bekende Vlamingen bij Friedl’
1 Verbind …
Je vindt op de volgende pagina’s een reeks tekstfragmenten. Op blz. 31-32 vind je een lijst met auteurs,
titels van boeken, enkele afbeeldingen en een korte beschrijving van de boeken.
Opdracht 1 Verbind de verschillende tekstfragmenten op blz. 26-30 met de titels en de korte beschrijvingen van de
boeken op blz. 31-32. Een aantal van die boeken komt in de loop van de volgende schooljaren aan bod
tijdens de lessen Nederlands.
Fragmenten 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
Boek I A G J C K D H B E L F
Fragment 2
Iemand moest Josef K. belasterd hebben, want zonder dat hij iets kwaads had
gedaan werd hij op een morgen gearresteerd. De keukenmeid van mevrouw Gru-
bach, zijn kamerverhuurster, die hem elke ochtend tegen achten het ontbijt bracht,
kwam deze keer niet. Dat was nog nooit gebeurd. K. wachtte nog een poosje, zag
van zijn kussen uit de oude vrouw die tegenover hem woonde en die hem met
een voor haar heel ongewone nieuwsgierigheid gadesloeg, maar dan, met een
gevoel van bevreemding en honger tegelijk, belde hij. Onmiddellijk werd er ge-
klopt en een man, die hij hier in huis nog nooit had gezien, kwam binnen. Hij
was slank en toch stevig gebouwd, hij droeg een nauw aansluitend zwart pak,
dat als een reiskostuum voorzien was van verscheidene plooien, zakken, gespen,
knopen en een ceintuur en dientengevolge, zonder dat het je duidelijk werd waar-
toe het dienen moest, bijzonder praktisch leek. ‘Wie bent u?’, vroeg K. en zat met-
een half rechtop in bed. Maar de man negeerde zijn vraag alsof je zijn verschijning
moest accepteren, en zei op zijn beurt slechts: ‘U hebt gebeld?’ ‘Anna moet me het
ontbijt brengen’, zei K. en probeerde, eerst in stilte, door oplettendheid en naden-
ken uit te maken wie de man eigenlijk was. Die echter stelde zich niet al te lang
bloot aan zijn blikken, maar keerde zich naar de deur, die hij een eindje opendeed
om tegen iemand, die kennelijk vlak achter de deur stond, te zeggen: ‘Hij wil dat
Anna hem zijn ontbijt brengt.’ Er volgde een kort gelach in de aangrenzende kamer,
uit de klank viel niet op te maken of er meer dan één persoon aan meedeed.
Fragment 3
Je truitjes en je witte en rode
sjaals en je kousen en je slipjes
(met liefde gemaakt, zei de reclame)
en je brassières (er steekt poëzie in
die dingen, vooral als jij ze draagt) –
ze slingeren rond in dit gedicht
als op je kamer.
Fragment 5
Hannelore Martens zette de kraag van haar jas op en veegde met een haas-
tig gebaar een snoer regendruppels van haar kin. Onrust knaagde aan haar
ziel. Of was het wroeging omdat ze bezweken was voor de lokstem van Va-
lentijn Heydens en nu op weg was naar hem? De schichtige manier waarop
ze langs de gevels liep, sprak voor het laatste en droeg bijgevolg al een kiem
van zonde in zich. Ze stak de Predikherenbrug over. Met kleppende schoe-
nen. Een gure windvlaag geselde het wateroppervlak onder haar en stuwde
golfjes voort die eenmaal uitgedeind met een naargeestig geluid tegen de
kaaimuur klotsten. Het silhouet van de stad vervaagde. Donkere lucht en
neergutsende regen vormden een grijs en ondoorzichtig gordijn alsof ook
de elementen haar op andere gedachten wilden brengen.
Fragment 6
’t Heeft zich, als zovelen die het water ontwijdden en verlieten, verdeeld in houders van
kloten en dragers van spleten. Maar ’t is, met uitzondering van een voor de rest niet ter zake
doende bonobo, het enige schepsel en zal ook het enige schepsel blijven waarbij de reu de
teef langs de voorkant neemt en volpompt met een nageslacht; zo kan de reu de haat en de
angst zien op het ruwe smoelwerk van de teef, de aversie, de walging.
’t Paart in de stank van elkanders tanden, de ene met de andere en de ander na de één. Want
veel is er niet te doen. Bessen vreten en wroeten in de aarde op zoek naar zeggewortels
om op te sabbelen. ’t Likt plassen droog, kraakt noten, en laat af en toe z’n muil vol mieren
lopen: heerlijke termieten die ’t op een tak wist te verzamelen, sappig en rijk aan vitamines.
Dat doet ’t.
Dat en jodelen naar de maan, uit zottigheid. O, hoe heerlijk uit het water te zijn gekropen,
waar men onachtzaam kuit schoot, slijmen in het rond spoot of wat cellen deelde om de
leegten dezer wereld op te vullen.
En hoe heerlijk om dit alles te overpeinzen voor ’t slaap vat in de bomen, in vrede met zich-
zelf en het gevogelte.
Maar het wordt warm. Te warm. De vruchten verdrogen en de bomen worden arm. Onder
het zenit zet de hitte zich vast op z’n pels. Z’n rug lijkt wel te verschroeien.
En om zich klein te maken voor de zon richt ’t zich op. De snoodaard. Ziezo. Er zijn nu al-
leen nog z’n kop en z’n schouders die ’t offert aan de zon, maar de rest van z’n lijf hoeft niet
meer te blakeren. Kijk, zonder handen! ’t Stapt op z’n achterpoten! ’t Kan vruchten plukken
en in z’n neus peuteren zonder daarvoor z’n stap te moeten onderbreken. Hoe koddig.
Honderd en twintig centimeter groot is ’t daarmee, genoeg om over de grassen der savannen
te kijken.
Fragment 8
Drieënhalve maand geleden had ik mijn eerste jiujitsules. Om voor de hand liggende redenen
was ik razend nieuwsgierig naar wat zelfverdediging inhield, en het leek mama een goed idee
dat ik naast mijn tamboerijnspel ook wat andere lichaamsbeweging kreeg, zo kwam het dus
dat ik drieënhalve maand geleden mijn eerste jiujitsules had. We waren met veertien leerlingen
en we hadden allemaal een cool wit pak aan. We oefenden hoe je moest buigen, en daarna
moesten we allemaal in kleermakerszit op de grond gaan zitten, en toen haalde sensei Mark mij
naar voren. ‘Trap me in mijn kruis’, beval hij. Dat gaf me een ongemakkelijk gevoel. ‘Excusez-
moi?’, zei ik. Hij ging wijdbeens staan en zei: ‘Ik wil dat je me zo hard als je kunt in mijn kruis
trapt.’ Hij zette zijn handen in zijn zij, haalde diep adem en deed zijn ogen dicht, en op dat
moment wist ik dat hij het meende. ‘No way’, zei ik tegen hem, en ik dacht bij mezelf: Krijg
nou de … Hij zei: ‘Vooruit, knul. Trap me keihard in mijn kruis.’ ‘Keihard in uw kruis trappen?’
Hij stond zich met dichte ogen enorm te verkneukelen en zei: ‘Het zou je niet eens lukken om
me keihard in mijn kruis te trappen. Daar gaat het hier nou juist om. Dit is een demonstratie
van hoe het goedgetrainde lichaam meegaat met een directe aanval. Kom op, trap me in mijn
kruis.’ Ik zei: ‘Ik ben een pacifist’, en aangezien de meeste mensen niet weten wat dat is, draaide
ik me om en legde aan de anderen uit: ‘Ik vind niet dat je iemand in zijn kruis mag trappen.
Nooit.’ Sensei Mark zei: ‘Mag ik je iets vragen?’, waarop ik me weer omdraaide en zei: ‘Dat hebt
u dus net gedaan.’ Hij vroeg: ‘Is het jouw grote droom om ooit jiujitsumeester te worden?’ ‘Nee’,
antwoordde ik, hoewel het inmiddels ook niet meer mijn droom is om de juwelierszaak van
mijn ouders over te nemen. Hij zei: ‘Wil je weten hoe een jiujitsuleerling een jiujitsumeester
wordt?’ ‘Ik wil alles weten’, antwoordde ik, hoewel dat inmiddels ook niet meer zo is. Hij zei:
‘Een jiujitsuleerling wordt een jiujitsu-meester als hij zijn meester in zijn kruis weet te trappen.’
Ik antwoordde: ‘Reuzeboeiend.’ Drieënhalve maand geleden had ik mijn laatste jiujitsules.
c’est le MOMENT qui
Fragment 10
Een langverwacht feest
Toen meneer Bilbo Balings van Balingshoek bekendmaakte dat hij binnenkort met een bij-
zonder luisterrijk feest zijn elftigeneerste verjaardag zou vieren, werd dit in Hobbitstee het
gesprek van de dag. Bilbo was heel rijk en een hoogst eigenaardig iemand, en was zestig jaar
lang het wonder van de Gouw geweest, vanaf het moment van zijn merkwaardige verdwijning
en onverwachte terugkeer. De schatten die hij van zijn reis had teruggebracht waren nu een
plaatselijke legende geworden, en men geloofde algemeen, wat de oude lieden ook mochten
beweren, dat de Heuvel van Balingshoek vol gangen zat die waren volgepropt met schatten. En
alsof dat hem al niet beroemd genoeg maakte, gaf ook zijn onverminderde vitaliteit aanleiding
tot verbazing. De tijd schreed voort, maar scheen weinig invloed op meneer Balings te hebben.
Toen hij negentig jaar was, zag hij er bijna net zo uit als toen hij vijftig was. Toen hij negenen-
negentig was, begon men hem goed geconserveerd te noemen, maar onveranderd zou juister
zijn geweest. Er waren lieden die het hoofd schudden en vonden dat dit een beetje te veel
van het goede was: het scheen niet eerlijk dat iemand (blijkbaar) niet alleen de eeuwige jeugd
bezat, maar ook (naar verluidt) een onuitputtelijke rijkdom. ‘Dat zal zich wreken’, zei men. ‘Het
is onnatuurlijk en daar komen moeilijkheden van.’
Fragment 11
Ik ben huisarts. Van ’s ochtends halfnegen tot één uur ’s middags houd ik spreekuur. Ik neem
de tijd. Voor elke patiënt neem ik twintig minuten. Die twintig minuten zijn mijn uithangbord.
‘Waar trekt een huisarts vandaag de dag nog twintig minuten voor je uit?’, zeggen de mensen
– en vertellen het aan elkaar door. Hij neemt niet te veel patiënten aan, zeggen ze. Hij wil voor
ieder afzonderlijk de tijd nemen. Ik heb een wachtlijst. Wanneer een patiënt sterft of verhuist,
heb ik er met één telefoontje vijf nieuwe voor in de plaats.
Patiënten verwarren tijd met aandacht. Ze denken dat ik ze meer aandacht geef dan andere
huisartsen. Maar ik geef ze alleen maar meer tijd. Wat ik moet weten heb ik na één minuut
gezien. De overige negentien minuten vul ik met aandacht. Met de illusie van aandacht, kan ik
beter zeggen. Ik stel gewone vragen. Hoe is het met de zoon/dochter? Slaapt u inmiddels weer
goed? Eet u niet te veel/te weinig? Ik plaats de stethoscoop op hun borst, en daarna op hun
rug. Even diep ademhalen, zeg ik. Rustig uitademen. Ik luister niet echt. Ik probeer althans niet
echt te luisteren. Vanbinnen klinken alle menselijke lichamen hetzelfde. In de eerste plaats is
daar natuurlijk de hartslag. Het hart weet van niets. Het hart pompt.
C Pieter Aspe,
Blauw bloed, 2000
Pieter Aspe is de best verkopende misd
aadauteur in Vlaanderen. Ieder nieu
boek, en Aspe publiceert soms twee w
boeken per jaar, kan steeds schittere
verkoopcijfers voorleggen. Omdat de nde
boeken zo populair zijn besloot VTM
een televisiereeks van te maken. Aspe er
loopt al vele jaren met veel succes op
commerciële zender. De hoofdperson de
ages in zijn misdaadromans zijn de nuk
kige commissaris Van In en zijn aantrek -
kelijke vrouw, onderzoeksrechter Han
nelore Martens. Het decor van Aspes -
boeken is meestal het idyllische Brug
het Venetië van het Noorden. ge,
rechtstreeks zegt wat je bedoelt, maar een woord gebruikt dat daarmee te ma-
ken heeft. Zo kun je spreken van koppen tellen, terwijl je bedoelt: ‘mensen tellen’.
In plaats van het ‘geheel’ (mens) noem je een onderdeel (kop). Bron: www.onzetaal.nl
Verhulst werd
Deze roman van de Vlaming Dimitri
bij het tijds chrift Humo.
gelanceerd als geschenk
hied enis van de mens-
De roman vertelt de gesc
ina’s . De men s – ‘t – heeft
heid in tweehonderd pag
afge brac ht … Het boek
het er niet zo goed van
ratu urpr ijs en wer d door
won in 2009 de Libris Lite
astis che taalg ebru ik.
de jury geloofd voor het fant
Herman Koch,
L Zomerhuis met zwembad, 2011
Herman Koch is een bekend Nederlands televisiemaker en schrijver. Van zijn
boek Het diner werden alleen in Nederland meer dan 400 000 exemplaren ver-
kocht. Het boek werd ook vertaald in zeventien talen. In Zomerhuis met zwem-
bad volgen we huisarts Marc Schlosser en zijn gezin. De huisarts heeft een medi-
sche fout begaan waardoor een van zijn patiënten is overleden. Maar is het wel
een medische fout? De hoofdpersoon vertelt het verhaal met niets of niemand
ontziende eerlijkheid …
André Franquin,
Guust Flater
Herman de Coninck,
De lenige liefde
Stephenie Meyer,
Morgenrood
Dimitri Verhulst,
Godverdomse dagen op
een godverdomse bol
Herman Koch,
Zomerhuis met zwembad
Opdracht 3 Vergelijk jouw tabel met die van enkele klasgenoten. Wat stel je vast?
Opdracht 4 In het Radio 1-programma Iets met boeken nodigt Friedl’ Lesage elke week
een bekende Vlaming uit die zijn of haar lievelingsboeken komt voorstellen.
Een paar boeken uit opdracht 1 behoorden tot de favorieten van de gasten
uit het programma.
1 Ken je de presentator?
Persoonlijk antwoord
Radio 1 is een zender die focust op actualiteit (nieuws en sport) en cultuur in de ruime
Persoonlijk antwoord
4 Welke boeken uit opdracht 1 hebben volgens jou een grote indruk gemaakt op de volgende bekende
Vlamingen?
Tom Lenaerts
Extreem luid en ongelooflijk dichtbij
(o.a. presentator van De Pappenheimers)
Je moet een aantal inhoudsvragen beantwoorden. Bekijk de vragen en probeer al enkele mogelijke
antwoorden te bedenken.
Dimitri Verhulst herinnert zich niet enkel het boek, maar ook de omstandigheden waarin hij het boek
heeft gelezen. Wat was er zo bijzonder aan?
- Verhulst overtuigt hem om Boon te lezen door voor te lezen uit De Kapellekensbaan.
- Tekenstijl = virtuoos
- Heel fysieke tekenstijl (‘Je ruikt het bijna’) <-> bv. Kuifje
2 Wat is het effect van de lectuur op het leven van Bent Van Looy?
1 Visuele poëzie
2 Vergelijking
3 Metafoor
[…]
Waarom niet meteen
als er dan toch iets in een ander
beeld moet uitgedrukt worden
het mooiste beeld genomen
Dichters zijn in hun poëzie levenslang op zoek naar dat mooiste beeld. In deze les ervaren jullie wat dichters
al gevonden hebben, wat je zelf kunt creëren en (her)ontdekken jullie de soorten beelden.
1 Visuele poëzie
//////////////
//////////////
//////////////
//////////////
//////////////
/ / plaatselijke bui
Erwin Krol
Zie je ‘t?
Dit noemt men een typografisch gedicht. Omdat je het gedicht moet ZIEN is het visuele poëzie.
A Maak een typografisch gedicht met één woord, waarvan het beeld de
betekenis weergeeft. Werk op een blanco blad dat je hier invoegt.
Revolutie (1968)
Wervelwind
B Maak een typografisch gedicht met klank-
nabootsingen die emoties weergeven.
Werk op een blanco blad dat je hier invoegt.
Filippo Marinetti,
Les mots en liberté
C Maak een gedicht op een voorwerp. Het voorwerp moet een beeld zijn van het gedicht. Fotografeer of teken
je voorwerp-gedicht op een blad dat je hier invoegt.
heel vroeg
in het jaar
worden
piepkleine woorden
geboren Carla Huisman,
Piepkleine woorden
Heb je de reclame voor een verfmerk gehoord? Het gaat ongeveer zo: ‘Ik zoek een kleur die het meest
lijkt op: o nee, de pudding is aangebrand.’ De verfkleur wordt vergeleken met de kleur van aangebrande
pudding. Om een gevoel of een observatie heel juist te beschrijven gaat een dichter
op zoek naar de meest treffende vergelijking.
Ontroerend onhandig
De vergelijkingen van deze dichters hebben de volgende kenmerken: de dichters gebruiken een
bijzonder beeld (inhoud) en formuleren hun vergelijking op een bijzondere manier (vorm).
Opdracht 4 Een vergelijking is een vorm van beeldspraak waarbij je twee elementen vernoemt en ze verbindt door ‘als’,
(vul aan met nog andere woorden in een vergelijking)
wolken luchtig
toefjes op blauwgespannen
doek
Lidewij M. Goedendorp
Een vergelijking zonder de tussenstap met ‘als’ of ‘lijken op’ is een metafoor.
Opdracht 6 Maak nu van jouw vergelijking ook poëzie die een metafoor bevat.
Nederlanders zijn even bang van een terroristische aanslag als van het spreken voor
een groep. De Presentatie Groep deed een onderzoek bij 4 000 mensen en kwam tot
dit verrassende resultaat. In verhouding zouden ongeveer 750 000 Nederlanders spre-
ken in het openbaar het engste vinden wat er bestaat. En als die mondige Nederlan-
ders al stilvallen bij de gedachte een publiek aan te spreken, welke resultaten zou een
gelijkaardig onderzoek in België dan opleveren?
Aan de basis van een goede presentatie ligt een degelijke inhoudelijke voorbereiding.
Niemand praat onvoorbereid voor een grote groep, ook al lijkt dit in talkshows op
televisie wel eens anders. Vóór een programma op antenne gaat, vonden er vaak al een
of meerdere repetities plaats. Gasten in praatprogramma’s krijgen meestal hun vragen
op voorhand, zodat ook zij zich kunnen voorbereiden en niet met hun mond vol tanden
staan.
Als je een presentatie voor de klas houdt, is een goede inhoudelijke voorbereiding een eerste vereiste
voor succes. Zorg voor een goed verhaal dat gedocumenteerd is. Raadpleeg steeds verschillende bron-
nen en weeg die ten opzichte van elkaar af, zoals in les 14 ‘Zoekresultaten beoordelen’ ter sprake komt.
Binnen de communicatieleer geldt het uitgangspunt dat een boodschap geslaagd is als die voldoet aan
vier eisen:
1 duidelijkheid
2 gepastheid
3 aantrekkelijkheid
4 correctheid
1 Een tekst is duidelijk als zowel de spreker als zijn publiek weten waarover deze gaat. Het is dus
belangrijk dat je als spreker uitgaat van de voorkennis van je toehoorders, zodat je niet boven
hun hoofden praat.
Opdracht 1
1 Geef een duidelijke situatie waarin jij als toehoorder het gevoel had dat je niet helemaal mee was met de
spreker.
Persoonlijk antwoord
W ie?
W at?
W aar?
W anneer?
W aarom?
H oe?
2 Een tekst is gepast als hij hoort bij de situatie waarin hij gebruikt wordt. Enkele basisregels zijn
hier steeds van toepassing: beleefd zijn, de ander in zijn/haar waarde laten, de ander de aandacht
geven die hij/zij verdient, duidelijk zijn en niet onnodig een beroep doen op iemands tijd.
Opdracht 2 Bedenk een situatie waarin de volgende zinnen gepast of ongepast zijn.
Kinderen op speelplein
3 Voor een lezer is het aangenaam als een tekst opgedeeld is in alinea’s, als er tussenkopjes gebruikt
worden … Maar een toehoorder kan genieten wanneer zakelijke taal wordt afgewisseld met
een anekdote, een citaat, een referentie naar de actualiteit … Dit maakt de uiteenzetting extra
aantrekkelijk. Uiteraard hangt dit wel samen met de context. Hier en daar een vleugje poëzie
verwerken in een financieel verslag zal weinig appreciatie oogsten. Vermijd ouderwetse woorden
of ambtelijke taal, laat af en toe een pauze om wat je zegt te laten doordringen bij je publiek.
Een goede presentatie omvat meer dan een goede inhoud. Je moet als spreker ook je publiek boeien.
Opdracht 3 Geef een aantal voorbeelden van zaken die volgens jou een presentatie boeiend maken voor een publiek.
- Je geeft het publiek het gevoel dat het betrokken is via uitdagende (retorische) vragen.
- Je laat het publiek iets doen: een vragenlijst invullen, proeven, een oplossing zoeken voor
2.1 Lichaamstaal
Een mooi verhaal is dus een goede start, maar wil je dat je luisteraars geboeid naar je luisteren, dan moet
je je publiek ook boeien. Je hele houding speelt hierbij een belangrijke rol.
Opdracht 4 Naar welke presentatie zou jij het liefst gaan op basis van de onderstaande foto’s? Motiveer je antwoord.
1 2 3
Een publiek wil een enthousiaste spreker aan het woord zien. Een goede spreker is dan ook iemand die
uitstraling heeft en die op een gepaste manier een correct verhaal brengt. Bovendien houdt hij oogcon-
tact met zijn voltallig publiek.
Opdracht 5 Je krijgt vier korte fragmenten te zien waarin een persoon een onderwerp uitlegt. Om de invloed van de
stem uit te sluiten krijg je geen geluid te horen.
1 Omschrijf voor elk fragment concreet lichaamstaal en oogcontact.
2 Noteer in enkele woorden welke indruk de spreker op jou maakte.
3 Kruis het fragment aan dat het dichtst bij jouw presentatiehouding aanleunt.
Fragment 1 Wiebelt storend, leunt nonchalant Denkt na, is niet echt zelfzeker,
tegen bord, prutst aan bord/ té nonchalant, weet zich soms geen
Fragment 2 Is erg beweeglijk, spreekt met Komt erg enthousiast over, bespeelt
kijkt zijn publiek aan, geeft via indruk door grote bewegingen
i.p.v. publiek, is meer bezig met boodschap of een boodschap waar hij
Opdracht 6 Vaak weten mensen niet zo goed welke houding ze het best aannemen voor een groep. Dit kan leiden tot
grappige, spectaculaire, atletische, maar vooral lachwekkende houdingen.
Persoonlijk antwoord
bv. schommelaar (beweegt heen en weer), de balletdanser (staat op een voet), de spieker
(probeert steeds zijn voorbereiding te raadplegen), de adorerende fan (bekijkt slechts een
persoon in het publiek), het vijgenblad (houdt de handen gevouwen voor de onderbuik),
handen-in-de-mouwen-friemelaar
Zet beide voeten op de grond, een beetje uit elkaar zodat je goed stevig staat. Neem een ont-
spannen houding aan waarin jij je goed voelt. Hou je armen naast je lichaam, je hoofd recht en je
schouders licht naar achteren. Bekijk rustig de hele groep zonder je blik op een vast iemand te rich-
ten. Door een juist oogcontact kun je als spreker het gesprek gaande houden met je publiek en
voelt iedereen zich aangesproken. Je lichaamstaal kan van pas komen!
Voorbeeld: Persoonlijk antwoord
bv. negeren: met handpalm naar beneden duwen, vinger op mond, ogen optrekken
stimuleren: handpalm naar boven en vingers naar je toe halen, hand aan oor
bv. hoofd knikken om volgende te roepen, tong uitsteken uit afkeer, stewardess die
Voorbeeld: Persoonlijk antwoord
bv. duim in de lucht = prima, grote ogen opzetten = verbazing, ogen sluiten en hand
Let wel op! Niet alle ‘gebaren’ hebben dezelfde betekenis in de hele wereld. Iedere cultuur ontwikkelt een
eigen code. Zo is het vouwen van de handen in onze cultuur een uiting van gebed, maar in Thailand een
manier om elkaar te begroeten. Het tonen van je schoenzolen is een zware belediging in Bagdad. Met je
duim omhoog geef je in een gesprek aan dat je iets prima vindt; een duiker geeft zo het teken dat hij naar
boven gaat.
Voorbeeld: Persoonlijk antwoord
Voorbeeld: Persoonlijk antwoord
bv. 'Prima gewerkt!' en daarna beginnen lachen, 'Wat ruikt het hier fris!' en je neus
ophalen
Voorbeeld: Persoonlijk antwoord
Let er wel op dat je niet overdrijft! Een passieve houding zorgt ervoor dat de aandacht verslapt,
maar te veel bewegen leidt de aandacht af en kan lachwekkend overkomen.
2.2 Stemgebruik
Opdracht 7
1 Welke presentatoren, nieuwslezers, leerkrachten of leerlingen hebben
volgens jou een aangenaam stemgeluid?
Persoonlijk antwoord
Persoonlijk antwoord
Persoonlijk antwoord
Persoonlijk antwoord
bv. jongerennieuws vraagt jongere stem dan bv. verslag verkiezingsuitslagen in journaal
Bernadette Timmermans doet onderzoek naar Tot nu toe wordt er in het onderwijs te weinig
stemgebruik en stemproblemen. Zij waarschuwt aandacht besteed aan stemgebruik. ‘Jongeren
ook voor de fysieke schade van slecht stemge- experimenteren en tasten hun grenzen af’, zegt
bruik. ‘We hebben namelijk allemaal een natuur- Bernadette Timmermans. ‘Ook met hun stem.
lijke toonhoogte. Die past bij je geslacht, leeftijd Sommigen misbruiken hun stem: ze roepen en
en grootte. Spreek je niet altijd op deze natuur- brullen, krijsen of gillen … Ze voelen zelf wel
lijke toonhoogte, dan kun je stemproblemen krij- dat dit stemgedrag niet goed is, maar het blijkt nu
gen. Je stem wordt hees, schor en valt soms he- eenmaal bij hun leeftijd te horen. Jammer genoeg
lemaal weg. Ook te luid of te zacht praten is niet kan niet elk strottenhoofd dergelijk stemmisbruik
goed voor de stem. Goed en juist stemgebruik is aan. Er ontstaan stemproblemen.’
essentieel. Naar schatting een derde van de wer-
kende bevolking in de westerse wereld heeft zijn Naar: Jansma, K., Een op drie banen
stem nodig om zijn beroep te kunnen uitoefenen.’ vereist een goede stem, Taalschrift
Sommige sprekersfouten zeggen meer over jou dan je van jezelf wilt blootgeven. Je
verlegenheid moet je onderdrukken, want dit is lastig voor jou en vervelend voor je publiek.
Een goede tip: oefen je presentatie voor de spiegel. Ga na hoe je daar staat en hoe vaak je oogcontact
hebt met je spiegelbeeld. Bovendien kun je door je presentatie luidop te oefenen ook sneller achterhalen
waar je vastzit of welke woorden je moeilijk kunt onthouden of uitspreken.
Zorg bij je presentatie ook voor een duidelijke articulatie . Durf je mond letterlijk opentrek-
ken, zodat je klanken de kans krijgen om mooi gevormd te worden. Maar te geaffecteerd
spreken is hinderlijk. Je komt schoolmeesterachtig over als je té veel nadruk legt op hoe zuiver je
spreekt. Anderzijds zorg je ervoor dat je geen dialect spreekt. Een uitspraak waarin
je invloeden uit je ________________________
dialect hoort, wordt nog min of meer getolereerd, een
dialect woordenschat daarentegen niet.
Met een té moeilijke woordenschat is niemand gebaat en dit zal zeker ergernis opwekken bij je luisteraar.
Ga van zijn voorkennis uit en stem je woordkeuze daarop af. Probeer je informatie dus niet
moeilijker te formuleren dan je normaal zou doen. Wie iets niet in eenvoudige woorden kan uitleggen,
heeft het vaak zelf niet begrepen…
Laat emotionaliteit achterwege. Je kwaad maken of luidkeels beginnen lachen kan ervoor
zorgen dat je publiek zich tegen jou keert.
Hou de tijd in het oog. Toehoorders worden erg onrustig als de vooropgestelde
tijd niet gerespecteerd wordt.
En tot slot de grootste ergernis van een toehoorder: langdradigheid , zowel in inhoud als in
presentatietechniek. Varieer in stemhoogte én in stemvolume om woorden kracht bij te zetten, anders
wordt het geheel snel erg monotoon en dus saai!
Maak van je presentatie een boeiend en interessant geheel!
Opdracht 11 Je gaat op basis van de PowerPointpresentatie van je leerkracht het onderstaande schema invullen.
Nadien gebruik je deze tips als je zelf een PowerPointvoorstelling maakt.
a Beperk je tekst.
d De presentatie is een schematisch hulpmiddel, niet elk woord dat je zegt moet erop staan.
a Sta niet voor het scherm. Zo zie jij het publiek niet en zij zien de info niet.
Naam observator:
Nummer:
Klas:
Naam spreker:
Onderwerp:
Datum:
In de lichtblauwe cellen schrijf je bij telkens wat je opvallend goed of minder vond. Probeer de spreker
ook tips mee te geven voor een volgende presentatie.
Nadien geef je een cijfer als globale beoordeling per onderdeel.
Boodschap
Duidelijk
Gepast
Aantrekkelijk
Correct
Lichaamstaal
Houding
Oogcontact
Uitstraling
Stemgebruik
Articulatie
Intonatie
Tempo
Volume
1
2
end
el
intriger
tie
debuut
ie
niem
n
og
s e
syno
s
Je hebt woorden nodig om te kunnen redeneren,
tril
e
argumenteren, begrijpen. Zonder woorden kun je
niet denken. Nieuwe woorden leren houdt nooit op.
Als middelbare scholier leer je gemiddeld 3 000 woorden
per jaar bij. In deze les herhaal je de woorden die je pad
kruisten tijdens de voorbije lessen Nederlands. Je verrijkt
je woordenschat vertrekkend vanuit de woorden die je
al hebt geleerd.
Woordenbad 1 53
Horizontaal Verticaal 1
I
6 introduceren 1 verklaren
11 woord met dezelfde betekenis 2 verband of omgeving waarin iets gebeurt N
12 aangehaalde tekst of passage uit een werk 3 vereenzelvigen, als identiek beschouwen
13 drie boeken die samen één geheel vormen 4 eerste publicatie van een auteur T
15 gevoel 5 onmisbaar
18 gemaakt / onnatuurlijk spreken 7 eigen levensverhaal E
= … spreken 8 iets uitproberen
19 saai R
9 volgens een bepaald plan
20 boeiend 10 iemand die altijd met zijn neus in een
P
22 vaardigheid, kennis en attitude boek zit
24 elkaar op een heel snelle manier leren 14 vergelijking zonder ‘als’ R
kennen 16 verzonnen 2 3
26 plan, ontwerp 17 opmaak van een tekst E C I
27 poëet die over de eigen stad dicht 21 van grote betekenis
28 eentonig 23 nieuwsgierig makend T O D
25 geen aandacht besteden aan
E N E
4
D R T N
5 6 7
E E L A N C E R E N T
8
S E B U N X I
S X U T T F
9 10 11
E P U S B S Y N O N I E M I
12
N E C I T A A T O B C
13
T R R E T R I L O G I E E
14
I I M A K O R
15 16 17 18
E M E M O T I E F L G E A F F E C T E E R D
E E T E N I A R N
19
L A N G D R A D I G W C Y A
20
T F I U T O F A S C I N E R E N D
21
E O S R R I U I
22
R O C O M P E T E N T I E
23
E R H L I
24
N S P E E D D A T E N
V T
25
A N R
26
C O N C E P T I
T G G
E E
27
S T A D S D I C H T E R R
E E
28
M O N O T O O N
54 Woordenbad 1
Taaltelefoon 1
Vluchtweg
Tijdens mijn laatste reis naar het Verre Oosten werd ik van de illusie beroofd dat
naar de krantenwinkel . Ik nam mijn favoriete krant uit de rekken en liep naar de kassa, waar een
uitvergrote foto hing die vermoedelijk een kersvers fotomodel promootte .
De bediende, die er nogal afgetobd uitzag, keek me met een priemende blik
aan en beet me toe: ‘ Denkt u maar eens goed na vooraleer u die krant koopt!’
Verbaasd keek ik hem aan. Wat was er net gebeurd ? Had ik hem misschien
nu geheimzinning.
‘Ik heb gisteren nog de hoofdredacteur ge-e-maild , maar volgens mij heeft die mijn mail
simpelweg gedeletet .’ Ik stond met mijn mond vol tanden en mijn hart
bonsde in mijn keel. Gelukkig werd ik gered door de uitstekend getimede
Brussels Airport Eigennamen (van een bedrijf ) schrijf je met een hoofdletter.
Taaltelefoon 1 55
gedeletet - Engelse voltooide deelwoorden krijgen -t als de laatst uitgespro-
ken klank van de oorspronkelijke Engelse stam in ‘fokschaapshit x’
voorkomt. Vergelijk: ‘geracet’, want de laatste klank van ‘race’ is /s/.
- De gekke schrijfwijze is dus logisch: ge + stam (van het oorspron-
kelijke Engelse werkwoord) +t.
heette Onvoltooid verleden tijd krijgt –te bij de stam als de laatste letter van
wachtte de infinitief min -en tot ‘fokschaapshit x’ behoort.
Onvoltooid verleden tijd is stam + te, zoals ‘maak’ + te
haastte
juichte
haastte
bonsde Onvoltooid verleden tijd vereist –de bij de stam van het werkwoord
als de laatste letter van de infinitief min -en niet in ‘fokschaapshit x’
komt. Stam + de, zoals hoor+de
krantenwinkel Tussenklank -en in een samenstelling als het eerste deel van de sa-
menstelling een zelfstandig naamwoord is dat alleen een meervoud
heeft op -(e)n. Vergelijk: woordenschat.
56 Taaltelefoon 1
Tussenspel 1
Instructietaal
Naam:
VT KT I D H TG Geboeid? Persoonlijke opmerkingen, bedenkingen, vragen …
Werkbrief
Opdracht 1 Spiektips X X 1 2 3 4 5
Opdracht 2 Werkwoorden X X 1 2 3 4 5
Opdracht 3 Instructietaal X X 1 2 3 4 5
Opdracht 5 Luisteropdracht X X H1 1 2 3 4 5
Klas:
Opdracht 6 Sms-tips X X X 1 2 3 4 5
Opdracht 7 Paranormaal? X X 1 2 3 4 5
Opdracht 8 Reistips X X X H2 1 2 3 4 5
Nr:
Opdracht 9 Blind date X X X 1 2 3 4 5
Opdracht 10 Wegbeschrijving X X X 1 2 3 4 5
Opdracht 11 Gezelschapsspel X X X H3 1 2 3 4 5
Opdracht 12 Origami X X 1 2 3 4 5
Leraar:
VT = verplichte taak
KT = keuzetaak
I = individueel
D = in duo’s
H = in hoeken werken
TG = taak gedaan
Geboeid? = In welke mate was ik geboeid door de opdracht?
Opdracht 1 Spiektips in de juiste volgorde Verplicht
Werkwijze
Hieronder vind je enkele handige spiektips, maar de volgorde is door elkaar geraakt. Schik de zinnen
bij elke tip weer in de juiste volgorde . Markeer telkens de woorden waaruit je de juiste volgorde van de
stappen kunt afleiden.
1 Verwissel twee of drie keer van plaats en wiebel telkens ongemakkelijk op je stoel.
2 Ren ten slotte gillend weg.
3 Kom zenuwachtig binnen en kijk snel rond.
4 Grijp plots naar je hoofd, sta dan onverwacht op, ren naar de leraar en zeg:
‘Ze komen me halen. Ik moet weg.’
5 Ga vervolgens tijdens het examen na een tijdje heel zenuwachtig bewegen en doe alsof je erge
pijn hebt.
6 Neem je examen en ga zitten.
T
of
IP 3
Werkwijze
Waarover zou een tekst met als titel Studeer geen uren, vertrouw op je buren! kunnen gaan?
Hoe schrijf je de bevelvorm van het werkwoord ‘werken’? Werk wat sneller!
Hoe schrijf je de tweede persoon enkelvoud? Jij werkt te traag.
Wat gebeurt er met het werkwoord bij inversie (PV + ond.)? Werk je fulltime?
Hoe schrijf je de derde persoon enkelvoud? Hij werkt niet tijdens het weekend.
Vul in de tekst hieronder de werkwoorden in de bevelvorm of in de 2de of 3de persoon van de OTT in.
Als je met je arm of een ander lichaamsdeel in het gips/verband (zitten) zit
en heel veel vrienden en kennissen hebben op je gips/verband geschreven, (schrijven)
schrijf dan gewoon je spiekbriefje(s) op je gips/verband. Het is heel
handig en normaal (lezen) leest je arts het toch niet. Je leraar (houden)
houdt zich er al helemaal niet mee bezig, omdat hij (vermoeden)
vermoedt dat er alleen namen en onzinnige spreuken op staan.
(Spreken) Spreek thuis de belangrijkste formules enz. voor je proefwerk in en zet het
bestand op je mp3-speler. Je (herhalen) herhaalt alles wel een paar keer, want het
(vallen) valt op als je plots (terugspoelen) terugspoelt . Doe dan één
oortje door je linkermouw en (houden) houd het oortje gedurende het
proefwerk in je handpalm.
De beste manier is nog steeds je zakdoek volschrijven en gewoon veel je neus snuiten … Je zorgt
ervoor dat je twee zakdoeken bij je (houden) houdt , een die beschreven is en
een niet, en (zorgen) zorg ervoor dat ze op elkaar gelijken. Dus als er geen
leraar achter je (staan) staat , (snuiten) snuit je je neus zogezegd
in de beschreven zakdoek, en je (lezen) leest alles af terwijl je (zoeken)
zoekt naar een plekje dat nog niet bevuild is met snot … en dan, als de leraar
achter je staat, snuit je je neus in de andere zakdoek, om er de nadruk op te leggen dat je heel
verkouden bent!
(Horen) Hoor je leraar helemaal uit over wat je kunt verwachten (wel subtiel,
en de hele klas moet meewerken). Als hij niet (antwoorden) antwoordt ,
(zoeken) zoek hem dan op in zijn/haar stamcafé en voilà. (Trakteren)
Trakteer hem enkele biertjes en je (hebben) hebt alle
benodigde info.
Naar: www.breedbandplein.nl
Wat vind je van de spiektips? Welke lijkt jou het meest haalbaar? Waarom?
Persoonlijk antwoord
T
of
IP 3
Werkwijze
definieer / situeer / benoem / licht toe / gebruik in een zin / pas toe / vergelijk / bewijs / illustreer /
situeer / interpreteer
gebruik in een zin Zet het woord in een goedgebouwde zin, waardoor je laat zien dat je
het woord begrijpt.
Licht toe Leg uit, geef er meer uitleg over, zeg hoe het in elkaar zit.
situeer Zeg op welke plaats en/of in welke tijd iets of iemand thuishoort.
Wanneer en/of waar is iets gebeurd of heeft iemand geleefd?
vergelijk Zeg van twee (of meer zaken) waarin ze gelijk zijn en verschillen. Leg
uit wat het ene wel of niet heeft ten opzichte van het andere. Als de
leerkracht wil dat je ook een eigen besluit trekt, dan zal er gevraagd
worden: wat besluit je hieruit?
De leerkracht zal ook zeggen op welk vlak je die conclusie moet trek-
ken bv. … het gebit van een konijn met dat van een kat. Wat besluit je
hieruit over het voedsel van deze dieren?
1 Definieer vierkant.
a Een tweedimensionale vorm met vier gelijke zijden en vier rechte hoeken tussen die zijden.
Het is de meest regelmatige vorm van de vierhoek.
b Een vierkant heeft vier even lange zijden en daardoor zijn de vier hoeken gelijk. Daar komt dus
de naam ‘vierkant’ vandaan.
2 ‘Kinderen imiteren het gedrag van anderen. Dat kan negatieve gevolgen
hebben.’ Illustreer deze uitspraak aan de hand van een voorbeeld.
a Als mama de vloer dweilt, wil het kind ‘helpen’. Mama moet dan ook een emmertje water vul-
len en het kind laten meehelpen.
b Als ouders een bepaald soort voedsel niet lusten, dan is de kans groot dat het kind het ook
niet zal lusten.
c Als kinderen gewelddadig gedrag zien op tv, gaan ze dit gemakkelijk naspelen. Zo komt het
dat ze hun vriendjes pijn doen op dezelfde manier als ze op tv zagen.
c Kikkers springen meer dan padden, hebben een gladdere huid en een spitse kop.
5 Gebruik het woord ‘dominant’ in een zin waaruit blijkt dat je het woord
begrijpt.
a Dominant: als je de baas wilt spelen over iemand anders en altijd je zin doordrijft.
c Mijn vriendin kan heel dominant zijn. Als we het niet eens raken over de film die we willen
zien in de bioscoop, reageert ze zo boos dat ze uiteindelijk haar zin krijgt.
b Mensen die roken krijgen via de rook teer binnen, en dat zet zich vast op de longblaasjes.
Daardoor krijgen ze ‘zwarte’ longen.
450
400
350
300
250
200
150
100
50
0
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
b Tussen 1993 en 2004 is het ledenaantal van de leesclub in Ieper gestegen van 60 naar 475.
c Tussen 1993 en 2004 is het ledenaantal van de leesclub in Ieper elk jaar gestegen. Er is dus een
groeiende interesse voor de leesclub.
T
of
IP 3
Werkwijze
Schrijf hieronder een tekst van minimaal 10 regels en lever die in bij je leerkracht. (Reken er vooral niet op
dat nu jij deze opdracht hebt ingeleverd, je leraar ook daadwerkelijk je kamer zal komen opruimen.)
Persoonlijk antwoord
T
of
IP 3
/ Individueel 10 minuten
‘Jongens en Wetenschap’ was een radioprogramma op Radio 1 waarin luisteraars mochten bellen
om een antwoord te geven op allerlei wetenschappelijke vragen zoals ‘Word je dronken als je in een
bad met bier ligt?’ of ‘Kan een vis verdrinken?’ Op het einde van het programma was er dan altijd een
deskundige aan de lijn die het ‘enige juiste’ antwoord op de vraag onthulde.
Welke van deze drie vragen interesseert jou het meeste? Waarom?
Wat is de beste slaaphouding?
Hoe win je een telefoonspelletje?
Wat kun je doen tegen zeeziekte?
Werkwijze
Kies één van de vragen. Ga naar diddit en beluister het antwoord van de deskundige.
T
of
IP 3
Pc met internetaansluiting
Individueel 15 minuten
Correctiesleutel
Werkwijze
Sms-taal verschilt nogal van het Standaardnederlands dat we normaal in schriftelijke communicatie
gebruiken. Je oma heeft voor haar 73ste verjaardag een gsm gekregen. Jij maakt een tipkaart waarop je
aan je oma tien concrete tips geeft om efficiënt te sms’en. Haal deze tips uit de tekst die je vindt op de
materiaaltafel. Noteer de tips hieronder. Lever je blad daarna in bij je leraar.
2 Gebruik letterwoorden.
T
of
IP 3
Werkwijze
Persoonlijk antwoord
T
of
IP 3
Werkwijze
Je wint een reisbon met een wedstrijd van
Studio Brussel en je mag kiezen of je naar
Japan (Azië) of Kenia (Afrika) trekt. Bezoek
de website van de reisorganisatie en haal
er vijf concrete reistips uit voor één van
de bestemmingen. Formuleer die in de
gebiedende wijs (bevelvorm) en geef
indien nodig wat meer uitleg. Lever
daarna je blad in bij je leraar.
Persoonlijk antwoord
T
of
IP 3
Ik had met Els afgesproken in een smaak- Ikzelf heb nochtans geen moeite om mijn
vol restaurant. Ik had haar ook gevraagd: positieve kanten op te sommen. Mijn
‘Hoe herkennen we elkaar?’ ‘Ik lijk op grapje –‘ik heb een blanco strafblad en er
Uma Thurman’, had ze gezegd. Ik zoek zijn geen erfelijke ziekten in de familie’ -
een halfuur naar iemand die aan die be- wordt door Els gecounterd met een kurk-
schrijving beantwoordt, en word dan zelf droog: ‘Dat was bij je voorganger ook zo.
aangesproken door een vrouw die lijkt op En toch was het een klootzak.’ Even later
de moeder van het buurmeisje van Uma voegt ze daar zuchtend aan toe dat ze er
Thurman. Het is Els. Haar kledij kan met gewoon de pest aan heeft dat iedereen
wat goede wil ‘tijdloos’ genoemd worden, op een eerste date zo zijn beste beentje
maar haar gezicht dateert zonder twijfel voorzet, en dat ‘pas later blijkt dat het een
uit de jaren zestig. De door haar opgege- kunstbeen is’.
ven ’30 lentes’ zijn herfsten. Als ze nog later uitgebreid over haar ver-
Het uiterlijk is niet alles, maar de waar- leden uitweidt, lijkt het me dat Els vooral
heid heeft haar rechten, en in werkelijk- op mijn zoekertje heeft gereageerd omdat
heid heeft Els een gezicht dat het op de een psychiater geld kost en haar niet mee
radio goed zou doen. Nu, dat is niet het uit eten neemt. Eigenlijk heb ik de hele
enige dat tegenzit. In haar brief zei Els dat tijd het gevoel dat Els vanavond nog uit
ze ‘een rijk emotioneel leven’ heeft. Ze is mijn mond wil horen dat ik van haar houd
inderdaad neurotisch. Ik rook niet. Els wel. en zo snel mogelijk met haar een kind wil.
‘Rook jij niet?’, informeert ze geschokt, Het tikken van haar biologische klok kun
alsof ik net ontmaskerd ben als de slech- je tot in Melbourne horen. De signalen die
tere broer van Marc Dutroux. ze uitzendt zijn zo subtiel dat ze zelfs de
Heel riskant is dat je bij contactadverten- aandacht van passerende vliegtuigen zou
ties de neiging hebt ze rustig en in het trekken. ‘Getrouwde mannen leven lan-
algemeen Nederlands te lezen: in een ger’, lonkt ze. Klopt. Maar het is ook statis-
zoekertje hoor je de schelle stem of het tisch bewezen dat mannen weglopen van
regionale accent van de opsteller niet. Als opdringerige vrouwen. Ze kijkt me plots zo
een man schrijft: ‘Ik zoek een stabiele re- verlangend aan dat ik denk dat ze me wil
latie waarin liefde en wederzijds respect opeten. Het zou kunnen, blijkt even later:
belangrijk zijn’, dan klinkt dat een vrouw ze is al drie weken op dieet. Ik snap niet
als muziek in de oren. Maar wellicht zegt waarom: ze oogt zo mager dat ik haar er-
hij het zó: ‘A-bà-jôak, ek wil e wuf da me van verdenk dat ze haar vitale organen in
geren zie!’ Bij Els valt me niet zozeer haar haar handtas meedraagt.
dialect op, dan wel haar stem, waar blin- Na drie drankjes en een kort diner heb ik
dengeleidehonden en regisseurs van hor- het gevoel dat ik net twee ronden met
rorfilms ongetwijfeld hun voordeel kun- Mike Tyson heb gebokst. En verloren. We
nen mee doen. gaan naar buiten, het hondenweer tege-
Ook typisch aan contactadvertenties is moet. ‘Ik haat slecht weer’, zegt ze. Ze
dat er enkel prettige dingen in vermeld kijkt me verwijtend aan, alsof het afschaf-
worden. Er staat bijvoorbeeld nooit in te fen van slecht weer het minste is wat ik
lezen: ‘Ik ben onbeleefd tegen kelners.’ voor haar kan doen. Tja.
Of: ‘Ik lieg over het aantal kinderen dat ik
heb.’ In haar brief had Els géén kinderen. Naar: Serge Simonart, in Humo
Aan de telefoon had ze er al één, en nu
blijkt dat het er twee zijn.
Je beste vriend(in) heeft een blind date. Je wilt hem/haar wat moed geven met een aangepast kaartje,
waarop je vijf ‘gouden tips’ formuleert. Schrijf de tips hieronder in de bevelvorm. Geef bij elke tip ook wat
uitleg (over het nut of het waarom ervan). Je kunt tips geven over kledij, verleidingstrucs en wat je op zo’n
eerste date beter niet doet.
Lever je blad in bij je leraar.
T I PS VO OR E E N BL I ND DAT E
Persoonlijk antwoord
T
of
IP 3
Werkwijze
Je hebt volgende zaterdag een blind date. Tot nu toe hebben jullie enkel gecommuniceerd via mail. De
date vindt plaats in Antwerpen. Jij hebt het café gekozen waar jullie starten. Je vraagt de naam en het
exacte adres van het café aan je leraar.
Nu het uur van de waarheid nadert, stuur je je date een wegbeschrijving van het station van Ieper tot aan
de plaats van afspraak. Vervang de naam van het café door “café x”. Geef dit blad samen met het stadsplan
van Antwerpen (op de materiaaltafel) daarna aan iemand die zich op dit moment zit te vervelen of bijna
is ingedut. Deze persoon moet nu aan de hand van jouw beschrijving de plaats aanduiden waar je hebt
afgesproken.
Persoonlijk antwoord
T
of
IP 3
Werkwijze
T
of
IP 3
Werkwijze
Origami is het Japanse woord voor papiervouwkunst. Eén iemand van jullie duo haalt een instructieblad.
Je toont dit blad niet aan je partner. Je leest het blad aandachtig (en in stilte). Beschrijf hoe je partner het
figuurtje moet vouwen. Je mag het niet tonen of meehelpen; je geeft alleen mondelinge instructies 'aan
de telefoon'.
T
of
IP 3