You are on page 1of 66

LES 1 Welke lezer ben jij?

1 Speeddaten: leer je klasgenoten beter kennen


2 Een mindmap maken
3 Test je literaire competentie
4 Leesautobiografie

1 Speeddaten: leer je klasgenoten beter kennen

Opdracht 1 Je krijgt een kaartje met een vraag i.v.m. lezen. Je stelt die vraag aan een aantal leerlingen in de klas om
elkaar beter te leren kennen als lezer.

2 Een mindmap maken

Opdracht 2 Maak een mindmap over jezelf als lezer. Je vindt een voorbeeld op de volgende bladzijde. Gebruik die als
basis voor een spreekopdracht waarin je jezelf als lezer aan je klasgenoten voorstelt.
Je begint je mindmap met jezelf sterren te geven:
* Zelfs de boeken die ik voor school moet lezen, lees ik niet uit.
** Ik lees enkel de boeken die ik verplicht voor school moet lezen.
*** Ik lees wel eens een boek uit eigen beweging.
**** Ik verslind boeken, ik ben een echte boekenwurm.

Je speeddate-antwoorden leveren inspiratie.

Opdracht 3 Vul tijdens de spreekoefening de onderstaande tabel aan.


Je noteert de namen van klasgenoten die hetzelfde type lezer zijn als jij en de kenmerken die jullie
gemeenschappelijk hebben.

Leerling Gemeenschappelijk

Persoonlijk antwoord

Les 1 - Welke lezer ben jij? 9


10
VROEGER NU

Roodkapje plaat met 6 sprookjes ‘s morgens / ‘s avonds Fatboy / trein

kind omstandigheden alleen + stil


Jommeke
Tiny Suske en Wiske
Kuifje 1 / week

kopen + lenen
aan/van vrienden

Les 1 - Welke lezer ben jij?


TOP-boeken (LB Ned)
bib
tiener
WEL
examens ik als LEZER thrillers, spionage, volw.+
zolder  familie, kortverhalen adolescentenlit.

volwassenen
met hoek af
wat? + kinderen

NIET triest
leeslijst sf, fantasy open einde
Pieter Aspe
Humo
student
De Morgen
op kot
Jessica Blandy TOP 3
jeugd
volwassenen
1 ‘jij, jij en jij’ (Per Nilsson)
1 ‘De helaasheid der dingen’ (Dimitri Verhulst)
2 ‘De 17 de zomer van Maurice Hamster’
2 ‘De buitenvrouw’ (Joost Zwagerman)
(Laure Van den Broeck)
3 ‘Het huis van de moskee’ (Kader Abdolah)
3 ‘Een jongen’ (Sonya Hartnett)
3 Test je literaire competentie

Opdracht 4
test in. Kruis bij
Om te achterhalen welk soort lezer jij bent, vul je de onderstaande
. Je mag meer
elk rubriekje de zinnen aan die het best bij jouw leesgedrag passen
dan één zin aanduiden.

Ik vind een boek goed …


S
als het niet te veel pagina’s telt.
B
als het spannend is.
T
als het realistisch en geloofwaardig is.
I
als ik er iets kan uit leren (voor mezelf).
A
als ik de samenhang en/of structuur in het boek heb ontdekt.
als ik overdonderd word door de literaire taal. L
(= als ik vind dat de auteur een buitengewoon mooie taal heeft gebruikt)

Deze uitspraak past bij mij:


Ik lees omdat ik moet voor school, maar eigenlijk interesseert lezen me heel S
weinig.
denk
Ik lees niet graag boeken met veel ‘lege plekken’ en/of een open einde. Ik B
niet graag na over wat ik heb gelezen.
T
Tijdens het lezen probeer ik het verhaal zo goed mogelijk te begrijpen.
I
Tijdens het lezen probeer ik me met een personage te identificeren.
van de
Tijdens het lezen probeer ik de gebeur tenissen, handelingen en reacties A
personages zo veel mogelij k te interpre teren.
A
Tijdens het lezen heb ik aandacht voor de verteltechniek.
Ik zie een boek als onderdeel van een cultuur of een literaire stroming L
en probeer het ook binnen dat kader te begrijpen.

Deze zinnen zouden uit MIJN (mondelinge of schriftelijke)


boekverslagen kunnen komen:
S
Het boek was gemakkelijk te lezen en gelukkig snel uit.
B
Ik heb het boek jankend uitgelezen.
B
Ik ging helemaal op in het verhaal.
B
Het viel tegen, want ik lees niet graag historische boeken.
om
Het boek was saai, omdat het hoofdpersonage er een heel boek over deed B
achter de waarheid van die avond te komen.
T
Ik vond het mooi, omdat het over problemen op school gaat.
Ik hou van het boek, want nu weet ik wat de moeder van een verslaafde T
meemaakt.
I
Het boek geeft je een idee van hoe jongens van die leeftijd soms denken.
Ik kan me wel voorstellen dat jonge mensen in de oorlog de verkeerde keuzes I
maakten.
A
Alles in het boek hangt met elkaar samen.
kanten
Door die verschillende verhaallijnen kon je het verhaal van verschillende A
bekijken.
elkaar;
Van Mulisch weet ik dat je op alles moet letten. Het zit zo slim doordacht in L
wat een geweldige schrijver!

Les 1 - Welke lezer ben jij? 11


Wat interesseert jou in een boek?
S
Ik lees niet graag.
Ik lees alleen graag boeken over gebeur tenissen en avonturen. B
De nadruk moet liggen op het verhaal, niet op de hoofdpersonages.
T
Ik lees graag boeken met hoofdpersonages van mijn eigen leeftijd.
De hoofdpersonages hoeven niet noodzakelijk van mijn eigen leeftijd te zijn.
te I
Ik probeer tijdens het lezen de handelingen en reacties van elk personage
begrijpen vanuit zijn eigen leefwereld.
lijnen
Ik vind het leuk als ik in een verhaal ook verschillende (kruisende) verhaal A
en terugkerende elementen vind.
Een
Ik ga in een boek ook op zoek naar diepere betekenislagen en symboliek.
kan symboo l staan voor de onderg ang van de wereld L
tragisch liefdesverhaal
waarin we leven.
dit
Ik probeer een boek ook te begrijpen in zijn ‘tijd’. Waarom heeft de auteur
de invloed van de tijd en/of de L
boek geschreven? In welk opzicht merk je
maatschappij waarin hij/zij leeft/leefde?

Kijk na het invullen welke letter per ru- begrijpt. Je bent vooral geïnteresseerd in
briek bij de ‘laagst aangekruiste’ zin staat. het gevoelsleven van de personages en
Die letter zegt je iets over je literaire probeert hun reacties en handelingen te
competentie. verklaren, zelfs al zou jij hun problemen
helemaal anders aanpakken.
Je scoorde vooral S (schools).
Je hebt geen belangstelling voor lezen en Je scoorde vooral A (analyserend).
voelt weerzin als je een boekenopdracht Je zoekt achter het verhaal verschillende
krijgt. Je kiest voor een boekenopdracht interpretaties en praat daar graag over
meestal het dunste boek in de bib. met andere lezers. Je let op de vertel-
techniek en je vindt het leuk als het
Je scoorde vooral B (belevend). verhaal qua structuur niet gewoon van
Je leest vooral spannende boeken en laat A tot Z loopt. Je vindt het uitdagend de
je meeslepen door de gebeur tenissen. structuur en/of samenhang in het verhaal
Je bent niet het type dat stilstaat en na- te ontdekken.
denkt over wat je hebt gelezen.
Je scoorde vooral L (literair).
Je scoorde vooral T (toetsend). Niet alleen het verhaal en de personages
Jij hebt niet alleen belangstelling voor de interesseren je. Je bent op zoek naar de
inhoud van het verhaal, maar je zoekt in verschillende betekenislagen. Je hebt oog
een boek ook naar herkenning. Je leest voor het ongewone (literaire) taalgebruik
graag verhalen over personages (van van een auteur en je probeert het boek
jouw leeftijd) die zich in herkenbare ook te begrijpen in zijn literair-historische
situaties bevinden. context.

Je scoorde vooral I (identificerend).


Jij kunt je in (bijna) om het even welk soort
verhaal inleven. In elk personage (jong
of oud) probeer je iets te vinden dat je

12 Les 1 - Welke lezer ben jij?


4 Leesautobiografie

4.1 Wat is een leesautobiografie?

In een leesautobiografie beschrijf je in een doorlopende tekst van één bladzijde (uitgeprint!)
(lettertype: , lettergrootte: , regelafstand: ) je
ontwikkeling als lezer vanaf het begin tot nu. Je deelt de tekst op in alinea’s. Je gaat op zoek naar
boeken en verhalen die veel indruk op jou hebben gemaakt. Je hoeft natuurlijk geen opsomming
te geven van alle boeken die je gelezen hebt, maar je pikt er de onvergetelijke (zowel positieve als
negatieve) momenten uit. Je vertelt hoeveel sterren je aan jezelf hebt gegeven in de mindmap en
verklaart waarom. In een apart tekstvak plak je een top drie van je favoriete boeken aller tijden.
Je schrijft de tekst voor de leraar en voor je klasgenoten.

G KUNNEN HELPEN
ENKELE VRAGEN DIE JE OP WE
1 Wat was het eerste boek in je leve
n? Hoe zag het eruit? Wat stond erin?
erbij verteld? Door wie?
De rechten
Werd het je voorgelezen of werd
2 Waren er veel boeken rondom je
toen je kleuter was? van de lezer
Welke (soort) boeken waren dat?
gelezen hebt? Hoe oud was je toen?
3 Wat was het eerste boek dat je zelf 1 Het recht om niet
te lezen
? Wat von d je erva n?
Wat stond erin Als ik zelf liever schr
ijf, waarom
de basissch ool?
4 Hoe ontwikkelde je je als lezer in moet ik dan nog lez
en ?
las je zoal ?
Las je ook buiten de school? Wat Met wie?
de biblioth eek?
5 Ging je als lagereschoolkind naar 2 Het recht om blad
zijden over
Was dat leuk ? te slaan
meest afsto telij ke,
6 Wie is het meest fascinerende, het Veel te spannend om
ieks te of het mee st intri gerende personage dat je ooit te wachten, ik wil he
nog 100 pagina’s
het sympath t nu weten, nu!
?
in een boek ontmoet hebt? Waarom vind je dat?
en? Waa rom
7 Moet een verhaal altijd goed aflop ten einde? Waarom?
3 Het recht om een
boek niet uit
voor keur voor een open of een geslo te lezen
8 Heb je een je hele maa l niet kent ?
een were ld die
9 Mag een verhaal zich afspelen in Geeeeuuw … Is dit
een slaapliedje of
Hou je bv. van spro okje s of van fant asy à la Lord of the Rings? een boek? Weg erm
r gebe urd’ in een verh aal? ee .
Wat is voor jou het belang van ‘waa nda ir ond erwi js
loop van het secu
10 Wat voor fictielezer ben je in de zen?
4 Het recht om te
herlezen
Wel k genr e boek en heb je voor al gele En waarom mag ik Ha
geworden? lers, poli tiero man s, rry Potter niet
, fantasy, thril
(historische romans, sciencefiction ans,
nog eens lezen? Wie
he eft er hier
ans, soci ale rom
liefdesromans, psychologische rom f horr orve rhal en)?
Titanic zeven keer ge
zie n?
griezel- en/o
spionageverhalen, misdaadromans, twaa lfde ?
nderd sind s je
11 Lees je ook strips? Is je smaak vera erwerpen?
5 Het recht om wa
t dan ook te lezen
wel eens non -fict ie? Ove r welk e ond Poëzie (om over te sc
12 Lees je ook hrijven op een
lees je?
13 Welke kranten en/of tijdschriften brief en dan naar m
ijn lief te sturen)
?
14 Op basis waarvan kies je een boek en Playboy (goed vo
or m ijn Engels!)
en aanr aden ?
Door wie laat je je wel eens boek rang schi kt.
s je die vand aag
15 Geef je top drie van boeken zoal ze voor jou
6 Het recht om je zo
als je favoriete
je die boek en gele zen? Wat hebb en personage te gedr
Wanneer heb ag en
eens ?
betekend? Herlees je die boeken nog wel Ik wil vlechtjes als Pip
pi, spieren als
kunt geni eten ?
Hoe komt het dat je er nog van de Rode Ridder en he
t sexappeal van
Sneeuwwitje

Les 1 - Welke lezer ben jij? 13


16 Wat is het laatste boek dat je hele
maal uitgelezen hebt?
Was dat een positieve leeservaring?
n ook te lezen
Hoe lang is dat geleden? 7 Het recht om waar da
l, met chips in
17 Wat ben je nu aan het lezen? Met de billen op de bri
es op het gras.
Welk boek ligt klaar om verslond
en te worden? de zetel, met madeliefj
Wanneer ga je weer eens naar de
bib? inen
Of koop je je volgende boek? 8 Het recht om te grasdu
t gen oeg voor mij.
18 Op welk tijdstip van de dag lees
je het liefst? Eén boek? Dat is nie
vijf teg elijk …
Onder welke omstandigheden lees
je? Ik lees er drie, vier,
Zijn er veel, weinig of geen men
sen in de buurt? te lezen
Mogen de anderen je storen? Staa
t er muziek op? 9 Het recht om hardop
door korte
Staat de tv aan? Waar lees je (in bed,
op de sofa, Meestal voorafgegaan
op toilet, in de tuin, op het stran giechelbui. Waaarop iem and vraagt:
d, op de trein …)? Lee s eens voor.’
19 Zou je verder lezen als het spannen ‘Wat is er zo grappi g?
d is en je moet ergens
naartoe of gaan slapen? Heb je wel eens
een boek in één ruk en
uitgelezen? Welk boek was dat? Waarom
kon je niet stoppen? 10 Het recht om te zwijg
bro ers en andere
20 Praat je wel eens over een boek dat
je gelezen hebt? Vooral voor moeder,
roe pen dat je
Of lees je soms samen met iemand
hetzelfde boek? tactloze wezens die
Met wie? Wat vertel je dan zoal? moet komen ééé-te n!
Verraad je het slot van het
verhaal? Mag een ander jou vertellen
hoe het afloopt? geheim van het lezen
21 Heb je iemand wel eens een boek Bron: In één adem uit: het
cadeau gedaan, of welk boek
zou je iemand cadeau doen? Kreeg je door Daniel Pennac.
zelf al eens een boek als
geschenk? Welk? Wat vond je ervan?
22 Hoe lang geef je een verhaal de kans
om ‘goed’ te worden
(druk je uit in aantal bladzijden,
aantal zinnen of woorden)?
Waarom lees je eerst / nooit eers
t het einde van een boek?
Lees je eerst het achterplat? Hoe
veel moeite wil je doen
om ‘in’ een boek te komen?
23 In welk(e) van de 10 ‘rechten van
de lezer’ kun je je wel vinden?
Waarom? Voor welk(e) boek(en)
heb je die rechten al eens
toegepast? Met welk(e) van de 10
‘rechten van de lezer’
kun je niet akkoord gaan? Waarom
niet?

14 Les 1 - Welke lezer ben jij?


4.2 Schrijfoefening leesautobiografie

Opdracht 5 In deze eerste schrijfoefening van het schooljaar ga je heel ‘strategisch’ te werk. Je kent de OVUR-strategie
al uit de vorige jaren. Toch is het belangrijk dat je ervaart hoe die strategie jou kan helpen om een goed
schrijfproduct af te leveren.

ORIËNTEREN/VOORBEREIDEN

- De leerkracht heeft enkele afspraken gemaakt met jou. Noteer die hieronder

Ik heb de opdracht ontvangen op

Ik moet de eerste versie van de opdracht indienen op

- De eerste versie van je leesautobiografie laat je nalezen door een klasgenoot voor
/ /

- Lees nog eens aandachtig de opgave op blz. 13. Fluoresceer in het groen de inhoudelijke eisen
die aan de leesautobiografie worden gesteld.

Waarover moet je schrijven?

Je vindt op blz. 13-14 een aantal vragen die je kunnen helpen om de tekst te schrijven.
Welke vragen ga je gebruiken? Maak een keuze.

- Markeer in het geel de vormelijke aspecten van de leesautobiografie.


Hoe moet je schrijven? (Aantal pagina’s, opbouw …)

- Op blz. 18 vind je evaluatiecriteria die de leraar gebruikt om je werk te beoordelen. Bekijk deze criteria
aandachtig. Weet je wat de leraar bedoelt met de verschillende criteria?

tip In Les 3 De vele gezichten van de literatuur hoor je 3 BV’s hun lievelingsboek voorstellen.
Zij vertellen waarom zij dat boek bijzonder vinden. Misschien inspireren hun verhalen jou om je
leesautobiografie nog interessanter te maken?

UITVOEREN

Je schrijft de leesautobiografie.

Je bekijkt de opmerkingen van je klasgenoot en je maakt een tweede versie. Je voegt de eerste versie
en de opmerkingen van je klasgenoot bij de tweede versie die je indient op
/ /

Bekijk nog eens wat je op de vorige bladzijden groen en geel hebt gemarkeerd. Heb je met al die
aspecten rekening gehouden?

Op blz. 18 vind je de evaluatiecriteria die de leraar gebruikt om jouw werk te beoordelen. Bekijk deze
criteria nog eens aandachtig. Hoe ga je het er vanaf brengen?

Les 1 - Welke lezer ben jij? 15


16 Les 1 - Welke lezer ben jij?
EVALUATIE OPDRACHT 5

Zelfevaluatie

Vorm van het werk – hoe ziet de leesautobiografie eruit?


Zet een kruisje in de kolom als je werk aan de eisen voldoet.

1e versie 2de versie

Mijn uitgeprinte tekst is een bladzijde.

Mijn tekst is een doorlopende tekst.

Ik heb mijn top drie in een apart tekstvak


geschreven.

Ik heb rekening gehouden met de


evaluatiecriteria.

Inhoud van het werk – staat in mijn leesautobiografie wat de leerkracht verwacht?

1e versie 2de versie

Ik heb rekening gehouden met de vragen


om de tekst te schrijven.

Ik heb ook een afsluiter geschreven.

Ik heb rekening gehouden met de


evaluatiecriteria.

Naam: Klas: Nr: Leraar: 17


EVALUATIECRITERIA

1 zeer zwak 2 zwak 3 voldoende 4 goed 5 zeer goed Beoordeling

Duidelijkheid

- De informatie is duidelijk gestructureerd.

- De woordkeuze en formulering zijn duidelijk.

Correctheid

- Er zijn geen fouten in de structuur, de tekstsoort beantwoordt aan de opgave.

- De woordkeuze is correct.

- De grammatica is correct.

- De spelling is correct.

Aantrekkelijkheid

- De inhoud is boeiend gepresenteerd.

- Er is rekening gehouden met het doelpubliek (= leerkracht en klasgenoten).

- De lay-out is verzorgd.

- Het taalgebruik is aantrekkelijk.

Gepastheid

- De inhoud is relevant voor het doel en de doelgroep.

- De tekst is geschreven in een gepast register (formeel / informeel / neutraal / subjectief / vaktaal).

- De stijl is aangepast aan de tekstsoort.

18 Naam: Klas: Nr: Leraar:


LES 2 Info verzamelen op het internet

1 Ben jij een internetkenner of modder je maar wat aan?


2 De truken van de foor
3 Synoniemen

1 Ben jij een internetkenner of modder je maar wat aan?

Opdracht 1

Doe nu de enige test die je niet in Flair vindt en

ontdek de waarheid over jezelf!


Zoek de antwoorden op deze vragen op het internet.
1 Bart Moeyaert heeft een eigen website. Hoe heet zijn debuutroman en in welk jaar werd
die gepubliceerd?
‘Duet met valse noten’ werd gepubliceerd in 1983.

2 Wie is de eerste stadsdichter die Antwerpen ooit had?


Tom Lanoye
3 Welke schrijver won de Gouden Uil van de Jonge Lezer, de Zilveren Griffel en de
Boekenleeuw in 2004?
Bart Moeyaert

4 Is deze vrouw Els Beerten, Sonya Hartnett of Do Van Ranst?


Sonya Hartnett (het zijn schrijfsters van adolescentenboeken)

5 Hoeveel geregistreerde criminele feiten waren er in Vlaanderen


in 2009?
468 849

6 Uit welk land is dit vriendelijke omaatje afkomstig?


(Ze heet Elfriede Blauensteiner.)
Ze is een Oostenrijkse seriemoordenares.

7 In 2007 schreef Werner Eeman een boek ‘Jong maar niet onschuldig’.
Bij welke uitgeverij verscheen dat boek?
Borgerhoff & Lamberigts

Les 2 - Info verzamelen op het internet 19


8 Wanneer werd de doodstraf in België afgeschaft?
In 1996, maar ze werd al sinds 1918 omgezet in levenslange dwangarbeid.

9 Hoeveel sterren kreeg de uiterst gewelddadige film van Quentin Tarantino ‘Inglourious
Basterds’ van de HUMO-filmrecensent?
4

10 Gebruik jij soms Gayetty’s Medicated Paper?


Vermoedelijk wel, want het is de oorspronkelijke naam voor wc-papier.


11
Wat is arachibutyrofobie?
Angst voor pindakaas die aan je gehemelte blijft plakken.

12 Een kettingzaag is ideaal om lijken mee in stukken te zagen, maar je kunt ze ook
gebruiken om bomen mee te snoeien. Welk van deze 3 merken heeft geen kettingzagen
in haar assortiment: Dolmar, Güde of Gardinera?
Gardinera
13 Hoeveel varkensworstjes zou jij bestellen in Slagerij Fritz Haarmann in Hannover?
Waarom?
Geen! De slagerij behoorde toe aan een seriemoordenaar.

14 Aanvankelijk was de elektrische stoel een idee van een tandarts. Van wie?
Alfred Southwick

15 Wanneer en door wie werd de beha uitgevonden?


De Amerikaanse Mary Phelps Jacob deed haar uitvinding in 1910.

16 Wat drink je op een picknick in Bitsapark met Aleksandr Pitsjoesjkin?


Wodka

17 En wat was Aleksandr Pitsjoesjkins favoriete gezelschapsspel?


Schaken

18 Zou je willen ruilen met Carole Ann Boone? Waarom wel / niet?
Niet echt; ze was getrouwd met de seriemoordenaar Ted Bundy.

19 Hoewel Sergej Rjachovski ook ‘nijlpaard’ werd genoemd, ga je hem niet onmiddellijk in
de zoo van Antwerpen tegen het lijf lopen. Waarom niet?
Hij is al dood van in 2005 en is geen echt nijlpaard, wel een seriemoordenaar.

20 Sommige mannen zitten vol leuke verrassingen. Welke verrassing had George Joseph
Smith voor vrouwen die een bad namen?
Hij trok hun voeten omhoog uit het water waardoor ze verdronken.

20 Les 2 - Info verzamelen op het internet


VRAAG HET CORRECTIEBLAD EN BEREKEN JE SCORE.
Voor elk volledig juist antwoord mag je jezelf een punt geven. Dit is wat je score betekent.

DE WAARHEID
Je had 0 – 5 juiste antwoorden.
Het is vast de eerste keer dat jij in contact komt met het internet.
Geen nood, je bent niet alleen. Er zijn nog stammen in Midden-Afrika
die niets van het www afweten.

Je had 6 – 12 juiste antwoorden.


Er is nog werk aan. Zeg maar tegen je ouders dat je veel moet oefenen thuis.

Je had 13 – 20 juiste antwoorden.


Goed tot zeer goed. Of je bent een uitstekend surfer, of je weet alles
over seriemoordenaars. Beide mogelijkheden zijn handig in het dagelijkse leven.

Je had meer dan 20 juiste antwoorden.


Neem dringend bijles (of bijlles?) bij een gevaarlijk uitziende wiskundeleerkracht.

Opdracht 2
1 Ga even terug naar vraag 1.

Heb je de site van Bart Moeyaert bezocht? Waarom (niet)? Persoonlijk antwoord

Welke zoekwoorden heb je ingetikt? Persoonlijk antwoord

Hoeveel zoekresultaten leverde dat op? Persoonlijk antwoord

Hoeveel zoekresultaten krijg je als je enkel “Bart Moeyaert” intikt? Persoonlijk antwoord

2 Hoe heb je het antwoord op vraag 3 gevonden? Door in te tikken: “Gouden Uil van de Jonge

Lezer” + “Zilveren Griffel” + Boekenleeuw + 2004

3 Hoe ging je te werk om vraag 4 te beantwoorden? Je tikt elke naam in bij ‘Google afbeeldingen’ en

kijkt welke foto overeenkomt met de opgave.

4 Hoe heb je het antwoord op vraag 10 gevonden? Je tikt “Gayetty’s Medicated Paper” in tussen

aanhalingstekens.

5 Welke zoekwoorden tikte je in bij vraag 13? slagerij +“Fritz Haarmann” + Hannover

Les 2 - Info verzamelen op het internet 21


Je weg vinden in de chaos van sites is niet zo eenvoudig, maar wie de juiste zoekwoorden
intikt, geraakt sneller op zijn bestemming. Kun je de tips aanvullen?

Tip 1 (bij vraag 1 en 9)


De meest betrouwbare info over een persoon vind je natuurlijk op de site die die persoon over
zichzelf maakt, maar je vindt er niet altijd gemakkelijk je weg. In plaats van onmiddellijk naar
de site te surfen waar je de info vermoedelijk zal vinden, geraak je met de juiste combinatie
van zoektermen vaak sneller waar je moet zijn. Als je zeker bent dat iets op een bepaalde
site te vinden is en je kent de exacte URL, dan kun je in het zoekvenster van Google intikken
zoekwoord site:URL bv. seriemoordenaar site:www.demorgen.be

Tip 2 (bij vraag 3, 10 en 13)


Om te vermijden dat je op je zoektocht naar info over de Gouden Uil (een literaire prijs) sites
krijgt over uilen of over goud, zul je de woorden Gouden Uil tussen aanhalingstekens
moeten typen.

Tip 3 (bij vraag 4)


Als je wilt weten hoe iets/iemand eruitziet, gebruik je Google afbeeldingen.

Tip 4 (bij vraag 15)


Als je heel specifieke info zoekt (bv. wanneer of door wie iets werd uitgevonden), loont het om
iets ruimer te zoeken en een overkoepelend woord in te tikken, bv. ‘uitvinding’ i.p.v. ‘door wie
uitgevonden’.

2 De truken van de foor

Op http://www.whelp.nl/goede-zoekwoorden lees je tips voor websitemakers in verband met


zoektermen die de gemiddelde mens intikt. De websitemaker wil dat een Googlegebruiker zijn site
gemakkelijk vindt. Daarom bedenkt hij welke mechanismen ervoor zorgen dat mensen een bepaalde
zoekterm intikken. Haal hieruit tips voor de Googlegebruikers.

Goede zoekwoorden – hoe vind je ze?


Je kunt veel leren van de manier waarop je bezoekers zoeken. Als je denkt vanuit de
zoekopdrachten van je bezoekers zul je meer bezoekers trekken. Google plaatst je pagina
namelijk hoger in de resultaten als de woordvolgorde overeenkomt met de teksten in je
website. Hoe kun je je eigen mindset hieraan aanpassen? Hoe vind je zoekwoorden die je
bezoekers gebruiken? Waar zet je die zoekwoorden vervolgens in je pagina?

Welke zoekwoorden gebruikt een (be)zoeker?


Een voorbeeld. Stel je bent een universiteit en je wilt studenten je pagina’s laten vinden over
een opleiding. Hoe pak je dit aan? In eerste instantie zul je geneigd zijn om te spreken over
‘opleidingen’. Dat is de term die je gebruikt binnen een universiteit. Maar zoekt een student
daarop? Nee. Hij of zij zal zoeken op woorden als ‘studie’, ‘bachelor’, ‘master’ of nog
waarschijnlijker de naam van de opleiding of een paar woorden daaruit.

22 Les 2 - Info verzamelen op het internet


Welke richtlijnen zijn er voor zoekwoorden?

1 Stel vragen – Misschien heb je gemerkt dat ik vaak vragen gebruik als kopjes van mijn teksten.
De reden is dat veel bezoekers vragen letterlijk intypen in zoekmachines.

2 Gebruik de juiste woordvolgorde – Zet het belangrijkste woord voorop, vervolgens het op
één na belangrijkste enzovoort.

3 Bedenk hoe je zelf zou zoeken – Als je een artikel schrijft, bedenk dan welke woorden je zelf
zou intypen bij Google. Bekijk eens de eerste hit die je gevonden hebt. Hoe heeft die pagina die
zoekwoorden gebruikt?

4 Gebruik synoniemen – Gebruik niet steeds hetzelfde woord, maar gebruik ook woorden
met dezelfde betekenis.

5 Analyseer de zoekwoorden van je bezoekers – Bekijk met je statistiekenprogramma via


welke zoekwoorden je bezoekers binnen zijn gekomen. Gebruik die om nieuwe artikelen te
schrijven.

6 Gebruik Google Adwords – Google biedt zelf ook een handig hulpmiddel voor het vinden van
zoekwoorden: the External Keyword Tool. Typ hier een zoekwoord in en je krijgt direct een lijst
met zoekwoorden die daarbij in de buurt liggen. Ook kun je ervoor kiezen om een internetpagina
op te geven en op basis daarvan relevante zoekwoorden te vinden.

7 Denk ook aan Engelse varianten – Niet iedereen zoekt in het Nederlands. Een trefwoord
als ‘keyword’ zal bijvoorbeeld ook gebruikt worden in plaats van het woord ‘zoekwoord’.

Opdracht 3 Welke tips haal je uit de bovenstaande tekst voor het intikken van zoekwoorden in een zoekmachine?
Noteer er drie.

- Typ de hoofdwoorden uit je zoekvraag in.

- Typ je vraag ook eens letterlijk in.

- Herhaal je zoekopdracht met synoniemen.

- Vertaal je zoekterm naar het Engels. (Vooral bij Google afbeeldingen levert dat veel meer
resultaten op. Als je gewoon info wilt zoeken, zijn de sites die je als zoekresultaat krijgt in
het Engels, en de vertaalfunctie voor websites levert meestal zeer slechte resultaten op.)

3 Synoniemen

Soms levert de combinatie van een aantal zoektermen niet het gewenste resultaat op en moet je op zoek
gaan naar synoniemen. Dan tik je ‘statistiek’ of ‘cijfer’ in plaats van ‘aantal’.

Les 2 - Info verzamelen op het internet 23


Opdracht 4 Orden de synoniemen hieronder in de juiste kolom. Soms kan een woord in twee kolommen
voorkomen.

ontstaansgeschiedenis / reden / karakteristiek / resultaat / opkomst / bereidingswijze / teken / evolutie /


motief / effect / verloop / aspect / handleiding / indicatie / implicatie / aanleiding / methode /
ontwikkeling / grondslag / historiek / start / invloed / grond / oorsprong / consequentie / stappenplan /
beweegreden / systeem / bron / karaktertrek / aanpak / uitkomst / kenteken / groei / aanvang /
eigenschap / procedure / begin / techniek / reactie

Kenmerk Ontstaan Geschiedenis Oorzaak Werkwijze Gevolg

eigenschap ontstaans- evolutie aanleiding methode effect


aspect geschiedenis historiek grond procedure invloed
karakteristiek opkomst groei reden handleiding consequentie
teken oorsprong ontwikkeling motief systeem resultaat
karaktertrek aanvang beweegreden bereidings- uitkomst
kenteken begin begin wijze reactie
indicatie grondslag oorsprong techniek implicatie
start bron verloop
aanpak
stappenplan

Opdracht 5 Welke zoektermen tik je in als je het antwoord op de volgende vragen wilt vinden?

1 Wat is typisch voor dalmatiërs?


Kenmerken dalmatiërs
2 Hoe maak ik konijn met pruimen klaar?
Bereidingswijze “konijn met pruimen”
3 Wat gebeurt er als een kerncentrale ontploft?
Gevolgen ontploffing kerncentrale / gevolgen “ontploffing van een kerncentrale”
4 Hoe herken je giftige paddenstoelen?
Kenmerken / teken “giftige paddenstoelen”
5 Hoe is men er eigenlijk toe gekomen om te beginnen snowboarden?
Ontstaan snowboarden
6 Hoe komt het dat sommige kinderen het syndroom van Down hebben?
Oorzaken “syndroom van Down”
7 Wanneer kun je het museum SMAK bezoeken in Gent?
Openingsuren SMAK Gent
8 Wat gebeurt er als het klimaat verder opwarmt?
Gevolgen opwarming klimaat
9 Hoe kun je ongedierte bestrijden?
Werkwijze ongedierte bestrijden
10 Hoe krijg je een lintworm?
Oorzaken lintworm

24 Les 2 - Info verzamelen op het internet


LES 3 De vele gezichten van de literatuur

1 Verbind …
2 Bekende Vlamingen bij Friedl’

1 Verbind …

Je vindt op de volgende pagina’s een reeks tekstfragmenten. Op blz. 31-32 vind je een lijst met auteurs,
titels van boeken, enkele afbeeldingen en een korte beschrijving van de boeken.

“Om een beschaving te


vernietigen,
moet je geen boeken ve
rbranden.
Overtuig gewoon de men
sen om
er geen meer te lezen.”
Jorge Luis Borges, Argen
tijns auteur
(°1899 - †1986)

Opdracht 1 Verbind de verschillende tekstfragmenten op blz. 26-30 met de titels en de korte beschrijvingen van de
boeken op blz. 31-32. Een aantal van die boeken komt in de loop van de volgende schooljaren aan bod
tijdens de lessen Nederlands.

Fragmenten 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12

Boek I A G J C K D H B E L F

Les 3 - De vele gezichten van de literatuur 25


Fragment 1
Florentino Ariza kreeg nooit meer een kans om Fermina Daza alleen te zien, noch
om alleen met haar te spreken tijdens de talloze ontmoetingen in hun zo lange leven,
tot eenenvijftig jaar en negen maanden en vier dagen later, toen hij haar opnieuw
eeuwige trouw en liefde voor altijd zwoer, op de eerste avond dat zij weduwe was.

Fragment 2
Iemand moest Josef K. belasterd hebben, want zonder dat hij iets kwaads had
gedaan werd hij op een morgen gearresteerd. De keukenmeid van mevrouw Gru-
bach, zijn kamerverhuurster, die hem elke ochtend tegen achten het ontbijt bracht,
kwam deze keer niet. Dat was nog nooit gebeurd. K. wachtte nog een poosje, zag
van zijn kussen uit de oude vrouw die tegenover hem woonde en die hem met
een voor haar heel ongewone nieuwsgierigheid gadesloeg, maar dan, met een
gevoel van bevreemding en honger tegelijk, belde hij. Onmiddellijk werd er ge-
klopt en een man, die hij hier in huis nog nooit had gezien, kwam binnen. Hij
was slank en toch stevig gebouwd, hij droeg een nauw aansluitend zwart pak,
dat als een reiskostuum voorzien was van verscheidene plooien, zakken, gespen,
knopen en een ceintuur en dientengevolge, zonder dat het je duidelijk werd waar-
toe het dienen moest, bijzonder praktisch leek. ‘Wie bent u?’, vroeg K. en zat met-
een half rechtop in bed. Maar de man negeerde zijn vraag alsof je zijn verschijning
moest accepteren, en zei op zijn beurt slechts: ‘U hebt gebeld?’ ‘Anna moet me het
ontbijt brengen’, zei K. en probeerde, eerst in stilte, door oplettendheid en naden-
ken uit te maken wie de man eigenlijk was. Die echter stelde zich niet al te lang
bloot aan zijn blikken, maar keerde zich naar de deur, die hij een eindje opendeed
om tegen iemand, die kennelijk vlak achter de deur stond, te zeggen: ‘Hij wil dat
Anna hem zijn ontbijt brengt.’ Er volgde een kort gelach in de aangrenzende kamer,
uit de klank viel niet op te maken of er meer dan één persoon aan meedeed.

Fragment 3
Je truitjes en je witte en rode
sjaals en je kousen en je slipjes
(met liefde gemaakt, zei de reclame)
en je brassières (er steekt poëzie in
die dingen, vooral als jij ze draagt) –
ze slingeren rond in dit gedicht
als op je kamer.

Kom er maar in, lezer, maak het je


gemakkelijk, struikel niet over de
zinsbouw en over de uitgeschopte schoenen,
gaat u zitten.

(Intussen zoenen wij even in deze


zin tussen haakjes, zo ziet de lezer
ons niet.) Hoe vindt u het,
dit is een raam om naar de werkelijkheid
te kijken, alles wat u daar ziet
bestaat. Is het niet helemaal
als in een gedicht?

26 Les 3 - De vele gezichten van de literatuur


Fragment 4
Toen wist ik dat het werkte, dus ik concentreerde me nog harder en haalde de herinneringen
op die ik speciaal voor dit moment had bewaard, ik liet ze mijn gedachten overnemen, en
die van hem hopelijk ook.
Sommige herinneringen waren niet zo duidelijk – wazige mensenherinneringen, gezien met zwak-
ke ogen en gehoord met slechte oren: de eerste keer dat ik zijn gezicht had gezien … Hoe het voelde
toen hij me in het weiland had vastgehouden … Het geluid van zijn stem in de duisternis van mijn
haperende bewustzijn toen hij me uit de handen van James had gered … Zijn gezicht toen
hij onder de bloemenboog op me stond te wachten om met me te trouwen … Alle dierbare
momenten van het eiland … Zijn koude handen die door mijn huid onze baby aanraakten …
En de scherpe herinneringen, die ik me nog perfect voor de geest kon halen: zijn gezicht
toen ik mijn ogen opendeed in mijn nieuw leven, in het eindeloze morgenrood van onster-
felijkheid … Die eerste kus … Die eerste nacht …
Ik werd uit mijn concentratie gebracht door zijn lippen, die plotseling vol passie op de
mijne drukten.

Fragment 5
Hannelore Martens zette de kraag van haar jas op en veegde met een haas-
tig gebaar een snoer regendruppels van haar kin. Onrust knaagde aan haar
ziel. Of was het wroeging omdat ze bezweken was voor de lokstem van Va-
lentijn Heydens en nu op weg was naar hem? De schichtige manier waarop
ze langs de gevels liep, sprak voor het laatste en droeg bijgevolg al een kiem
van zonde in zich. Ze stak de Predikherenbrug over. Met kleppende schoe-
nen. Een gure windvlaag geselde het wateroppervlak onder haar en stuwde
golfjes voort die eenmaal uitgedeind met een naargeestig geluid tegen de
kaaimuur klotsten. Het silhouet van de stad vervaagde. Donkere lucht en
neergutsende regen vormden een grijs en ondoorzichtig gordijn alsof ook
de elementen haar op andere gedachten wilden brengen.

Fragment 6
’t Heeft zich, als zovelen die het water ontwijdden en verlieten, verdeeld in houders van
kloten en dragers van spleten. Maar ’t is, met uitzondering van een voor de rest niet ter zake
doende bonobo, het enige schepsel en zal ook het enige schepsel blijven waarbij de reu de
teef langs de voorkant neemt en volpompt met een nageslacht; zo kan de reu de haat en de
angst zien op het ruwe smoelwerk van de teef, de aversie, de walging.
’t Paart in de stank van elkanders tanden, de ene met de andere en de ander na de één. Want
veel is er niet te doen. Bessen vreten en wroeten in de aarde op zoek naar zeggewortels
om op te sabbelen. ’t Likt plassen droog, kraakt noten, en laat af en toe z’n muil vol mieren
lopen: heerlijke termieten die ’t op een tak wist te verzamelen, sappig en rijk aan vitamines.
Dat doet ’t.
Dat en jodelen naar de maan, uit zottigheid. O, hoe heerlijk uit het water te zijn gekropen,
waar men onachtzaam kuit schoot, slijmen in het rond spoot of wat cellen deelde om de
leegten dezer wereld op te vullen.
En hoe heerlijk om dit alles te overpeinzen voor ’t slaap vat in de bomen, in vrede met zich-
zelf en het gevogelte.
Maar het wordt warm. Te warm. De vruchten verdrogen en de bomen worden arm. Onder
het zenit zet de hitte zich vast op z’n pels. Z’n rug lijkt wel te verschroeien.
En om zich klein te maken voor de zon richt ’t zich op. De snoodaard. Ziezo. Er zijn nu al-
leen nog z’n kop en z’n schouders die ’t offert aan de zon, maar de rest van z’n lijf hoeft niet
meer te blakeren. Kijk, zonder handen! ’t Stapt op z’n achterpoten! ’t Kan vruchten plukken
en in z’n neus peuteren zonder daarvoor z’n stap te moeten onderbreken. Hoe koddig.
Honderd en twintig centimeter groot is ’t daarmee, genoeg om over de grassen der savannen
te kijken.

Les 3 - De vele gezichten van de literatuur 27


Fragment 7
Het heeft een beetje geregend over de konijnenberg en over het niemands-bos
maar nu begint de zon al te schijnen, en alles wordt veel schoner dan het is: en
ge leest de eerste bladzijde van uw romantaplan die in 7 woorden de beschrijving
van de omgeving is: de beslijkte Kapellekensbaan kronkelde naar het gehucht Ter-Muren
langs de eindeloos lange muur van de dekenfabriek Labor en langs het kreupelveld van
de konijnenberg, dat de laatste verwaarloosde grond was van het kasteel der Derenan-
courts. Het was daar eenzaam. Dwaallichtjes die de zielen van doodgeboren kinderen zijn,
zwermden er in de donkerte over de heesters. Kledden met zijn bokkenpoten overviel er de
late fabrieksmeisjes die langs de donkere weg door de modder ploeterden, en een onder hen,
de schoonste die men in een mensenleven ooit had weten openblommen, was daar verkracht
geweest. Zonde was het, zo schoon te zijn en zo deerlijk verminkt te moeten worden door
de hoornen van Kledden. En een nachtwaker die meende sporen ontdekt te hebben, leidend
naar het kasteel, werd uit zijn ambt ontheven want hoogstwaarschijnlijk was hij weer zat
geweest. En daarbij, als beklemmendste bewijs, diezelfde week brak de gevreesde pokziekte
uit; het volk van Ter-Muren sloeg zich in de avond een groot en zwijgend kruis. En ge
hoest eens, en steekt uw papier in de farde waar ge het verhaal over de kleine On-
dine verzamelen zult, terwijl mossieu Colson van tminnesterie zwijgt en afwacht als
hij ziet dat de kantieke schoolmeester het hoofd schudt: ge spreekt mij van de konij-
nenberg die ik van hier kan zien, en van het niemandsbos dat ik door het open raam kan
rieken, maar van het lelijke rijkemensenhuis op de konijnenberg maakt ge een kasteel waar
een voor mij onbekende meneer Derenancourt zou wonen. Dat versta ik niet: waarom
zegt ge de dingen niet gelijk ze zijn, waarom …

Fragment 8
Drieënhalve maand geleden had ik mijn eerste jiujitsules. Om voor de hand liggende redenen
was ik razend nieuwsgierig naar wat zelfverdediging inhield, en het leek mama een goed idee
dat ik naast mijn tamboerijnspel ook wat andere lichaamsbeweging kreeg, zo kwam het dus
dat ik drieënhalve maand geleden mijn eerste jiujitsules had. We waren met veertien leerlingen
en we hadden allemaal een cool wit pak aan. We oefenden hoe je moest buigen, en daarna
moesten we allemaal in kleermakerszit op de grond gaan zitten, en toen haalde sensei Mark mij
naar voren. ‘Trap me in mijn kruis’, beval hij. Dat gaf me een ongemakkelijk gevoel. ‘Excusez-
moi?’, zei ik. Hij ging wijdbeens staan en zei: ‘Ik wil dat je me zo hard als je kunt in mijn kruis
trapt.’ Hij zette zijn handen in zijn zij, haalde diep adem en deed zijn ogen dicht, en op dat
moment wist ik dat hij het meende. ‘No way’, zei ik tegen hem, en ik dacht bij mezelf: Krijg
nou de … Hij zei: ‘Vooruit, knul. Trap me keihard in mijn kruis.’ ‘Keihard in uw kruis trappen?’
Hij stond zich met dichte ogen enorm te verkneukelen en zei: ‘Het zou je niet eens lukken om
me keihard in mijn kruis te trappen. Daar gaat het hier nou juist om. Dit is een demonstratie
van hoe het goedgetrainde lichaam meegaat met een directe aanval. Kom op, trap me in mijn
kruis.’ Ik zei: ‘Ik ben een pacifist’, en aangezien de meeste mensen niet weten wat dat is, draaide
ik me om en legde aan de anderen uit: ‘Ik vind niet dat je iemand in zijn kruis mag trappen.
Nooit.’ Sensei Mark zei: ‘Mag ik je iets vragen?’, waarop ik me weer omdraaide en zei: ‘Dat hebt
u dus net gedaan.’ Hij vroeg: ‘Is het jouw grote droom om ooit jiujitsumeester te worden?’ ‘Nee’,
antwoordde ik, hoewel het inmiddels ook niet meer mijn droom is om de juwelierszaak van
mijn ouders over te nemen. Hij zei: ‘Wil je weten hoe een jiujitsuleerling een jiujitsumeester
wordt?’ ‘Ik wil alles weten’, antwoordde ik, hoewel dat inmiddels ook niet meer zo is. Hij zei:
‘Een jiujitsuleerling wordt een jiujitsu-meester als hij zijn meester in zijn kruis weet te trappen.’
Ik antwoordde: ‘Reuzeboeiend.’ Drieënhalve maand geleden had ik mijn laatste jiujitsules.

28 Les 3 - De vele gezichten van de literatuur


Fragment 9


c’est le MOMENT qui

NU autorennen - vliedende - vlucht


groeiend door de
priemen S
T
pijlen A
D
gloeiend

wrakken auto’s rijten donkere lappen van de nacht


wrakke wriemelen

onregelmatige SAKKADEN vertrapte mensen

verdrekte soldaten verrekte beesten

Fragment 10
Een langverwacht feest
Toen meneer Bilbo Balings van Balingshoek bekendmaakte dat hij binnenkort met een bij-
zonder luisterrijk feest zijn elftigeneerste verjaardag zou vieren, werd dit in Hobbitstee het
gesprek van de dag. Bilbo was heel rijk en een hoogst eigenaardig iemand, en was zestig jaar
lang het wonder van de Gouw geweest, vanaf het moment van zijn merkwaardige verdwijning
en onverwachte terugkeer. De schatten die hij van zijn reis had teruggebracht waren nu een
plaatselijke legende geworden, en men geloofde algemeen, wat de oude lieden ook mochten
beweren, dat de Heuvel van Balingshoek vol gangen zat die waren volgepropt met schatten. En
alsof dat hem al niet beroemd genoeg maakte, gaf ook zijn onverminderde vitaliteit aanleiding
tot verbazing. De tijd schreed voort, maar scheen weinig invloed op meneer Balings te hebben.
Toen hij negentig jaar was, zag hij er bijna net zo uit als toen hij vijftig was. Toen hij negenen-
negentig was, begon men hem goed geconserveerd te noemen, maar onveranderd zou juister
zijn geweest. Er waren lieden die het hoofd schudden en vonden dat dit een beetje te veel
van het goede was: het scheen niet eerlijk dat iemand (blijkbaar) niet alleen de eeuwige jeugd
bezat, maar ook (naar verluidt) een onuitputtelijke rijkdom. ‘Dat zal zich wreken’, zei men. ‘Het
is onnatuurlijk en daar komen moeilijkheden van.’

Fragment 11
Ik ben huisarts. Van ’s ochtends halfnegen tot één uur ’s middags houd ik spreekuur. Ik neem
de tijd. Voor elke patiënt neem ik twintig minuten. Die twintig minuten zijn mijn uithangbord.
‘Waar trekt een huisarts vandaag de dag nog twintig minuten voor je uit?’, zeggen de mensen
– en vertellen het aan elkaar door. Hij neemt niet te veel patiënten aan, zeggen ze. Hij wil voor
ieder afzonderlijk de tijd nemen. Ik heb een wachtlijst. Wanneer een patiënt sterft of verhuist,
heb ik er met één telefoontje vijf nieuwe voor in de plaats.

Patiënten verwarren tijd met aandacht. Ze denken dat ik ze meer aandacht geef dan andere
huisartsen. Maar ik geef ze alleen maar meer tijd. Wat ik moet weten heb ik na één minuut
gezien. De overige negentien minuten vul ik met aandacht. Met de illusie van aandacht, kan ik
beter zeggen. Ik stel gewone vragen. Hoe is het met de zoon/dochter? Slaapt u inmiddels weer
goed? Eet u niet te veel/te weinig? Ik plaats de stethoscoop op hun borst, en daarna op hun
rug. Even diep ademhalen, zeg ik. Rustig uitademen. Ik luister niet echt. Ik probeer althans niet
echt te luisteren. Vanbinnen klinken alle menselijke lichamen hetzelfde. In de eerste plaats is
daar natuurlijk de hartslag. Het hart weet van niets. Het hart pompt.

Les 3 - De vele gezichten van de literatuur 29


Fragment 12

30 Les 3 - De vele gezichten van de literatuur


Frans Kafka
A Het proces , 1914
Het proces is Kafka’s onvoltooide roman over een
bankbediende die door twee heren wordt opge-
pakt en in staat van beschuldiging gesteld, zon-
der echter ooit te weten waarom.

Het woord ‘kafkaiaans’ is afgeleid van de schrijver.


Wie ooit uren heeft moeten doorbrengen in de
wachtkamers van de rechtbank of het stadhuis,
van het ene loket naar het andere is gestuurd, aan
de telefoon een heel menu voorgeschoteld krijgt
zonder vooruitgang te boeken, die kan zich een
personage uit een roman van Kafka voelen.

Paul van Ostaijen


B Bezette stad, 1922
l van
Vernieuwende dichtbundel waarin Pau
zich tbaar
Ostaijen de gruwel van de oorlog
probeert te maken in de taal.

C Pieter Aspe,
Blauw bloed, 2000
Pieter Aspe is de best verkopende misd
aadauteur in Vlaanderen. Ieder nieu
boek, en Aspe publiceert soms twee w
boeken per jaar, kan steeds schittere
verkoopcijfers voorleggen. Omdat de nde
boeken zo populair zijn besloot VTM
een televisiereeks van te maken. Aspe er
loopt al vele jaren met veel succes op
commerciële zender. De hoofdperson de
ages in zijn misdaadromans zijn de nuk
kige commissaris Van In en zijn aantrek -
kelijke vrouw, onderzoeksrechter Han
nelore Martens. Het decor van Aspes -
boeken is meestal het idyllische Brug
het Venetië van het Noorden. ge,

Louis Paul Boon,


D De kapellekensbaan, 1953
Met deze antiroman wilde Boon de roman in Vlaanderen uit zijn voegen
laten barsten. De lezer volgt mee het ontstaan van het verhaal en leest hoe
.
de personages commentaar geven op het verloop van de gebeurtenissen
Louis Paul Boon over zijn roman: ‘Misschien wil men het de volgend e tien
jaar weer anders, en moet datgene eruit wat erin staat, en datgene erin wat
ik er graag zélf aan toevoegde. Kom, er zal altijd wel iemand zijn die het een
meesterwerk vindt, hoe dan ook, zoals er altijd iemand zal zijn die het toch
maar niets vindt. Een zee, een plas, een chaos, een bak specie die van een
E J.R.R. Tolkien,
In de ban van de ring, 1957
stellage naar beneden kwakt. ‘

Dit boek is een van de populairste boe


ken
van de twintigste eeuw. Het vertelt
een zoektocht die zich afspeelt in
over
een F André Franquin,
Guust Flater – Flaters schade, 1968
door Tolkien gecreëerde wereld. De
trilo-
gie vormt de grondslag voor de mod
erne Guust Flater is een stripreeks die zich afspeelt
fantastische literatuur en is verkozen
tot op de redactie van het stripblad Robbedoes.
beste boek van de twintigste eeuw.
Peter Guust is de held zonder werk, hij is lui, onhan-
Jacksons verfilmingen van het boek
won- dig, gulzig en eigenwijs. De tekenstijl van Fran-
nen samen 17 Oscars.
quin heeft vele tekenaars beïnvloed.

Les 3 - De vele gezichten van de literatuur 31


G Herman de Coninck,
De lenige liefde, 1969
De lenige liefde is een van de belangri
jkste nieuw-rea-
listische dichtbundels. Herman de Con
inck werd met
deze bundel meteen de ‘meester van
de metonymie’.

Metonymie (ook wel: metonymia) is een bepaalde stijlfiguur waarbij je niet


© Klaas Koppe

rechtstreeks zegt wat je bedoelt, maar een woord gebruikt dat daarmee te ma-
ken heeft. Zo kun je spreken van koppen tellen, terwijl je bedoelt: ‘mensen tellen’.
In plaats van het ‘geheel’ (mens) noem je een onderdeel (kop). Bron: www.onzetaal.nl

Jonathan Safran Foer, Extreem luid


H en ongelooflijk dichtbij, 2005
maar de schrijver
Een boek naar aanleiding van 9/11,
aal over ons allen.
tilt het op tot een meeslepend verh
rige Oskar Schell,
We lezen het verhaal van de negenja
gevoelige en ex-
uitvinder en filosoof. Ongelooflijk
ar af terwijl we
treem geestige passages wisselen elka
iste vader.
mee op zoek gaan naar Oskars verm

I Gabriel García Márquez,


Liefde in tijden van cholera, 1985
Gabriel García Márquez ontving in 198
2 de Nobelprijs voor literatuur. Liefd
tijden van cholera is één van de mooiste e in
liefdesgeschiedenissen uit de wereldl
teratuur. Toen Florentino Ariza de dert i-
ienjarige Fermina zag, werd hij getroffe
door de vonk van de eeuwige liefde. n
Na meer dan een halve eeuw, waarin
mina getrouwd is met een ander en Fer-
Florentino zelf 622 affaires beleeft, ster
Fermina’s man en kan Florentino haa ft
r opnieuw zijn eeuwige trouw beloven
.

J Stephenie Meyer, Morgenrood, 2010

Heel populaire reeks van romans die fantasy en roman-


tiek combineren. De hoofdfiguur, Bella Swan, wordt
verliefd op de vampier Edward Cullen. De reeks van
Stephenie Meyer is een enorm verkoopsucces. Alle
boeken werden verfilmd.

Dimitri Verhulst, Godverdomse


K dagen op een godverdomse bol, 200
8

Verhulst werd
Deze roman van de Vlaming Dimitri
bij het tijds chrift Humo.
gelanceerd als geschenk
hied enis van de mens-
De roman vertelt de gesc
ina’s . De men s – ‘t – heeft
heid in tweehonderd pag
afge brac ht … Het boek
het er niet zo goed van
ratu urpr ijs en wer d door
won in 2009 de Libris Lite
astis che taalg ebru ik.
de jury geloofd voor het fant
Herman Koch,
L Zomerhuis met zwembad, 2011
Herman Koch is een bekend Nederlands televisiemaker en schrijver. Van zijn
boek Het diner werden alleen in Nederland meer dan 400 000 exemplaren ver-
kocht. Het boek werd ook vertaald in zeventien talen. In Zomerhuis met zwem-
bad volgen we huisarts Marc Schlosser en zijn gezin. De huisarts heeft een medi-
sche fout begaan waardoor een van zijn patiënten is overleden. Maar is het wel
een medische fout? De hoofdpersoon vertelt het verhaal met niets of niemand
ontziende eerlijkheid …

32 Les 3 - De vele gezichten van de literatuur


Opdracht 2 Van welke boeken heb je al gehoord? Welke boeken heb je al gelezen? Welke boeken wil je (niet) lezen?

Boek Al van Nog nooit Gelezen Nog niet


gehoord van gehoord gelezen
(boek, verfilming) - maar het
spreekt me wel
aan (+)
- en het spreekt
me niet aan (-)

Franz Kafka, Het proces Persoonlijk antwoord

Paul Van Ostaijen,


Bezette Stad

Pieter Aspe, Blauw bloed

Louis Paul Boon,


De Kapellekensbaan

J.R. R. Tolkien, In de ban


van de ring

André Franquin,
Guust Flater

Herman de Coninck,
De lenige liefde

Jonathan Safran Foer,


Extreem luid en ongeloof-
lijk dichtbij

Gabriel García Márquez,


Liefde in tijden van
cholera

Stephenie Meyer,
Morgenrood

Dimitri Verhulst,
Godverdomse dagen op
een godverdomse bol

Herman Koch,
Zomerhuis met zwembad

Opdracht 3 Vergelijk jouw tabel met die van enkele klasgenoten. Wat stel je vast?

Les 3 - De vele gezichten van de literatuur 33


2 Bekende Vlamingen bij Friedl’

Opdracht 4 In het Radio 1-programma Iets met boeken nodigt Friedl’ Lesage elke week
een bekende Vlaming uit die zijn of haar lievelingsboeken komt voorstellen.
Een paar boeken uit opdracht 1 behoorden tot de favorieten van de gasten
uit het programma.

1 Ken je de presentator?

Friedl’ Lesage werkt al heel lang voor Radio 1


(specialiteit literatuur en cultuur).

2 Wat weet je over Radio 1?

Persoonlijk antwoord

Radio 1 is een zender die focust op actualiteit (nieuws en sport) en cultuur in de ruime

betekenis van het woord.

3 Wat vind je van het concept van een dergelijk programma?

Persoonlijk antwoord

4 Welke boeken uit opdracht 1 hebben volgens jou een grote indruk gemaakt op de volgende bekende
Vlamingen?

Tom Lenaerts
Extreem luid en ongelooflijk dichtbij
(o.a. presentator van De Pappenheimers)

Bent Van Looy


Guust Flater
(frontman van Das Pop)

Dimitri Verhulst (bekend Vlaams auteur van o.a. De Kapellekensbaan


De helaasheid der dingen)

Je moet een aantal inhoudsvragen beantwoorden. Bekijk de vragen en probeer al enkele mogelijke
antwoorden te bedenken.

34 Les 3 - De vele gezichten van de literatuur


Opdracht 5 Tom Lenaerts (1/2/2009) – Extreem luid en ongelooflijk dichtbij
1 Welke argumenten geeft Tom Lenaerts om het boek te verdedigen?

- Het boek is aangrijpend (emoties).

- Het boek behandelt een interessante problematiek, nl. 9/11.

- Tom Lenaerts heeft veel bewondering voor de jonge schrijver.

- Het boek is bijzonder goed geschreven.

2 Hoe beschrijft hij zijn leeservaring?

- Het boek had iets magisch.

- Hij verdween helemaal in het boek.

Dimitri Verhulst (15/3/2009) – De Kapellekensbaan

Dimitri Verhulst herinnert zich niet enkel het boek, maar ook de omstandigheden waarin hij het boek
heeft gelezen. Wat was er zo bijzonder aan?

- Hij lag in het ziekenhuis na een klimongeval.

- Bij hem op de kamer lag een Hells Angel.

- Verhulst overtuigt hem om Boon te lezen door voor te lezen uit De Kapellekensbaan.

Bent Van Looy (31/1/2010) – Guust Flater

1 Wat bewondert Bent Van Looy aan de auteur?

- Tekenstijl = virtuoos

- Heel fysieke tekenstijl (‘Je ruikt het bijna’) <-> bv. Kuifje

2 Wat is het effect van de lectuur op het leven van Bent Van Looy?

Bent Van Looy tekent zelf een stripverhaal.

Les 3 - De vele gezichten van de literatuur 35


LES 4 Poëzie: het mooiste beeld

1 Visuele poëzie
2 Vergelijking
3 Metafoor

[…]
Waarom niet meteen
als er dan toch iets in een ander
beeld moet uitgedrukt worden
het mooiste beeld genomen

Karel Schippers in: De waarheid


als De koe, 1963

Dichters zijn in hun poëzie levenslang op zoek naar dat mooiste beeld. In deze les ervaren jullie wat dichters
al gevonden hebben, wat je zelf kunt creëren en (her)ontdekken jullie de soorten beelden.

1 Visuele poëzie

//////////////
//////////////
//////////////
//////////////
//////////////
/ / plaatselijke bui
Erwin Krol

Zie je ‘t?

Dit noemt men een typografisch gedicht. Omdat je het gedicht moet ZIEN is het visuele poëzie.

36 Les 4 - Poëzie: het mooiste beeld


Opdracht 1 Lees alle opdrachten en voer één opdracht uit.

A Maak een typografisch gedicht met één woord, waarvan het beeld de
betekenis weergeeft. Werk op een blanco blad dat je hier invoegt.

Bekijk de voorbeelden van de


Antwerpse kunstenaar Paul De Vree.

Revolutie (1968)

Wervelwind


B Maak een typografisch gedicht met klank-
nabootsingen die emoties weergeven.
Werk op een blanco blad dat je hier invoegt.

Voorbeelden van klanknabootsing:

vroem, tiktak ...

Filippo Marinetti,
Les mots en liberté

C Maak een gedicht op een voorwerp. Het voorwerp moet een beeld zijn van het gedicht. Fotografeer of teken
je voorwerp-gedicht op een blad dat je hier invoegt.

heel vroeg
in het jaar
worden
piepkleine woorden
geboren Carla Huisman,
Piepkleine woorden

Les 4 - Poëzie: het mooiste beeld 37


2 Vergelijking

2.1 Vergelijkingen aanvullen

Beschrijf nu beelden met woorden.

Opdracht 2 Laat de dichter in jou los en vul de vergelijking aan.

Je legt een hand op haar voorhoofd (zo)als Persoonlijk antwoord

Ontroerend onhandig (zo)als

De nevels waaien weg (zo)als

Heb je de reclame voor een verfmerk gehoord? Het gaat ongeveer zo: ‘Ik zoek een kleur die het meest
lijkt op: o nee, de pudding is aangebrand.’ De verfkleur wordt vergeleken met de kleur van aangebrande
pudding. Om een gevoel of een observatie heel juist te beschrijven gaat een dichter
op zoek naar de meest treffende vergelijking.

2.2 Vergelijkingen vergelijken

Opdracht 3 Vergelijk met het werk van de dichters. Vul aan.

Je legt een hand op haar voorhoofd

Zo dun als sneeuw gaat liggen


Herman de Coninck

Ontroerend onhandig

Zoals vuilnisauto’s die hard rijden


Remco Campert

De nevels waaien weg

Zoals verdriet uit een geheugen


Herman de Coninck

De vergelijkingen van deze dichters hebben de volgende kenmerken: de dichters gebruiken een
bijzonder beeld (inhoud) en formuleren hun vergelijking op een bijzondere manier (vorm).

2.3 Vergelijking: definitie

Opdracht 4 Een vergelijking is een vorm van beeldspraak waarbij je twee elementen vernoemt en ze verbindt door ‘als’,
(vul aan met nog andere woorden in een vergelijking)

zo(als) , lijken (op) , doet denken aan , gelijk

38 Les 4 - Poëzie: het mooiste beeld


3 Metafoor

3.1 Van vergelijking naar metafoor

Opdracht 5 Vertrek opnieuw van een vergelijking.

De wolken lijken op (Wees creatief.) Persoonlijk antwoord

Voor de dichter lijken de wolken op …

schuimig geklopte slagroom op een blauw doek.

Zo ontstonden deze versregels.


(Je leraar dicteert.)

wolken luchtig

opgeschuimd tot feestelijke

toefjes op blauwgespannen

doek

Lidewij M. Goedendorp

3.2 Metafoor: definitie

Merk je dat de vergelijking is weggewerkt en dat de wolken zélf nu opgeschuimd zijn?

Een vergelijking zonder de tussenstap met ‘als’ of ‘lijken op’ is een metafoor.

Opdracht 6 Maak nu van jouw vergelijking ook poëzie die een metafoor bevat.

Wolken Persoonlijk antwoord

Les 4 - Poëzie: het mooiste beeld 39


LES 5 De kunst van het presenteren

1 Een goede boodschap is de eerste stap naar succes


2 Presenteer jezelf in je presentatie
3 Hoe maak ik een goede PowerPointvoorstelling?

Nederlanders zijn even bang van een terroristische aanslag als van het spreken voor
een groep. De Presentatie Groep deed een onderzoek bij 4 000 mensen en kwam tot
dit verrassende resultaat. In verhouding zouden ongeveer 750 000 Nederlanders spre-
ken in het openbaar het engste vinden wat er bestaat. En als die mondige Nederlan-
ders al stilvallen bij de gedachte een publiek aan te spreken, welke resultaten zou een
gelijkaardig onderzoek in België dan opleveren?
Aan de basis van een goede presentatie ligt een degelijke inhoudelijke voorbereiding.
Niemand praat onvoorbereid voor een grote groep, ook al lijkt dit in talkshows op
televisie wel eens anders. Vóór een programma op antenne gaat, vonden er vaak al een
of meerdere repetities plaats. Gasten in praatprogramma’s krijgen meestal hun vragen
op voorhand, zodat ook zij zich kunnen voorbereiden en niet met hun mond vol tanden
staan.

1 Een goede boodschap is de eerste stap naar succes

Als je een presentatie voor de klas houdt, is een goede inhoudelijke voorbereiding een eerste vereiste
voor succes. Zorg voor een goed verhaal dat gedocumenteerd is. Raadpleeg steeds verschillende bron-
nen en weeg die ten opzichte van elkaar af, zoals in les 14 ‘Zoekresultaten beoordelen’ ter sprake komt.

Binnen de communicatieleer geldt het uitgangspunt dat een boodschap geslaagd is als die voldoet aan
vier eisen:
1 duidelijkheid
2 gepastheid
3 aantrekkelijkheid
4 correctheid

1 Een tekst is duidelijk als zowel de spreker als zijn publiek weten waarover deze gaat. Het is dus
belangrijk dat je als spreker uitgaat van de voorkennis van je toehoorders, zodat je niet boven
hun hoofden praat.

Opdracht 1
1 Geef een duidelijke situatie waarin jij als toehoorder het gevoel had dat je niet helemaal mee was met de
spreker.
Persoonlijk antwoord

bv. niet helemaal mee zijn tijdens een les

2 Kun je ook aangeven wat het concrete probleem was?


Persoonlijk antwoord

bv. omdat je de terminologie van de leerkracht niet begrijpt

40 Les 5 - De kunst van het presenteren


3 Duidelijke teksten geven een antwoord op basisvragen als:

W ie?

W at?

W aar?

W anneer?

W aarom?

H oe?

2 Een tekst is gepast als hij hoort bij de situatie waarin hij gebruikt wordt. Enkele basisregels zijn
hier steeds van toepassing: beleefd zijn, de ander in zijn/haar waarde laten, de ander de aandacht
geven die hij/zij verdient, duidelijk zijn en niet onnodig een beroep doen op iemands tijd.

Opdracht 2 Bedenk een situatie waarin de volgende zinnen gepast of ongepast zijn.

Gepaste situatie Ongepaste situatie

Lang zal hij leven! Verjaardag Begrafenis

Geboorte Bij iemand die doodziek is

Kroning van een koning

Dat serpent mag voor mijn Letterlijke betekenis Figuurlijke betekenis


part buitengezet worden!
In de zoo Ten opzichte van vrouwen

Je kunt de boom in! Letterlijke betekenis Figuurlijke betekenis

Boomsnoeier Ten opzichte van mensen

Kinderen op speelplein

3 Voor een lezer is het aangenaam als een tekst opgedeeld is in alinea’s, als er tussenkopjes gebruikt
worden … Maar een toehoorder kan genieten wanneer zakelijke taal wordt afgewisseld met
een anekdote, een citaat, een referentie naar de actualiteit … Dit maakt de uiteenzetting extra
aantrekkelijk. Uiteraard hangt dit wel samen met de context. Hier en daar een vleugje poëzie
verwerken in een financieel verslag zal weinig appreciatie oogsten. Vermijd ouderwetse woorden
of ambtelijke taal, laat af en toe een pauze om wat je zegt te laten doordringen bij je publiek.

Les 5 - De kunst van het presenteren 41


4 Tot slot moet wat je zegt ook correct zijn. De bronnen waarop je je als spreker baseert zijn dus
erg belangrijk. Zorg ervoor dat je alle woorden die je gebruikt ook effectief begrijpt. Het doet
afbreuk aan je voorstelling als je zelf niet zo goed weet waarover je praat. Een juist gebruik van de
verleden tijd of het voltooid deelwoord, een grammaticaal kloppende zin, een juiste uitspraak van
een woord … kun je allemaal op voorhand nakijken en inoefenen. De woorden die je steeds weer
vergeet of die té moeilijk zijn - maar wel essentieel in je verhaal - kun je via een visueel hulpmiddel
zoals een PowerPoint aan je publiek tonen.

2 Presenteer jezelf in je presentatie

Een goede presentatie omvat meer dan een goede inhoud. Je moet als spreker ook je publiek boeien.

Opdracht 3 Geef een aantal voorbeelden van zaken die volgens jou een presentatie boeiend maken voor een publiek.

- Je neemt een levendige houding aan.

- Je geeft het publiek het gevoel dat het betrokken is via uitdagende (retorische) vragen.

- Je illustreert wat je zegt met een PowerPoint, afbeeldingen, anekdotes ...

- Je laat het publiek iets doen: een vragenlijst invullen, proeven, een oplossing zoeken voor

een gesteld probleem ... Kortom: interactie.

2.1 Lichaamstaal

Een mooi verhaal is dus een goede start, maar wil je dat je luisteraars geboeid naar je luisteren, dan moet
je je publiek ook boeien. Je hele houding speelt hierbij een belangrijke rol.

Opdracht 4 Naar welke presentatie zou jij het liefst gaan op basis van de onderstaande foto’s? Motiveer je antwoord.

1 2 3

42 Les 5 - De kunst van het presenteren


Ja Nee Motivering

Spreker 1 Deze vrouw komt heel dominant over,


wat afkeer kan opwekken. Ze straalt ook
daadkracht uit, wat positief kan zijn als
zij wil aanzetten tot actie.

Spreker 2 Deze vrouw staat erg verkrampt achter


het spreekgestoelte en straalt weinig
enthousiasme uit.

Spreker 3 Deze vrouw heeft een open houding en


straalt rust uit. Ze gebruikt haar handen
om haar woorden te ondersteunen.

Een publiek wil een enthousiaste spreker aan het woord zien. Een goede spreker is dan ook iemand die
uitstraling heeft en die op een gepaste manier een correct verhaal brengt. Bovendien houdt hij oogcon-
tact met zijn voltallig publiek.

Opdracht 5 Je krijgt vier korte fragmenten te zien waarin een persoon een onderwerp uitlegt. Om de invloed van de
stem uit te sluiten krijg je geen geluid te horen.
1 Omschrijf voor elk fragment concreet lichaamstaal en oogcontact.
2 Noteer in enkele woorden welke indruk de spreker op jou maakte.
3 Kruis het fragment aan dat het dichtst bij jouw presentatiehouding aanleunt.

Lichaamstaal en oogcontact Indruk

Fragment 1 Wiebelt storend, leunt nonchalant Denkt na, is niet echt zelfzeker,

tegen bord, prutst aan bord/ té nonchalant, weet zich soms geen

computer, is levendig, evolueert houding te geven

van stramme naar open houding,

kijkt over publiek heen

Fragment 2 Is erg beweeglijk, spreekt met Komt erg enthousiast over, bespeelt

de armen, beeldt alles uit, zijn publiek, maakt een drukke

kijkt zijn publiek aan, geeft via indruk door grote bewegingen

gelaatsuitdrukking emoties weer

Les 5 - De kunst van het presenteren 43


Fragment 3 Gesloten houding, verstopt zich Komt rustig maar onzeker over,

achter computer, praat tegen scherm brengt duidelijk een moeilijke

i.p.v. publiek, is meer bezig met boodschap of een boodschap waar hij

computer dan met publiek zelf niet achter staat

Fragment 4 Erg lusteloze houding, beweegt Is erg zenuwachtig, komt erg

nauwelijks, kijkt naar zijn borst i.p.v. onzelfzeker over

naar publiek, maakt af en toe wel

oogcontact met publiek

Opdracht 6 Vaak weten mensen niet zo goed welke houding ze het best aannemen voor een groep. Dit kan leiden tot
grappige, spectaculaire, atletische, maar vooral lachwekkende houdingen.

1 Hoe zou je de onderstaande houdingen noemen?

wegwijzer ijsbeerder handenverstopper Obelixhouding

eenarmige man afstandsschepper handenwrijver plafondstaarder X-man

44 Les 5 - De kunst van het presenteren


2 Welke andere types ken jij nog?

Persoonlijk antwoord

bv. schommelaar (beweegt heen en weer), de balletdanser (staat op een voet), de spieker

(probeert steeds zijn voorbereiding te raadplegen), de adorerende fan (bekijkt slechts een

persoon in het publiek), het vijgenblad (houdt de handen gevouwen voor de onderbuik),

handen-in-de-mouwen-friemelaar

Zet beide voeten op de grond, een beetje uit elkaar zodat je goed stevig staat. Neem een ont-
spannen houding aan waarin jij je goed voelt. Hou je armen naast je lichaam, je hoofd recht en je
schouders licht naar achteren. Bekijk rustig de hele groep zonder je blik op een vast iemand te rich-
ten. Door een juist oogcontact kun je als spreker het gesprek gaande houden met je publiek en
voelt iedereen zich aangesproken. Je lichaamstaal kan van pas komen!

p om verbale communicatie te negeren of te stimuleren


Voorbeeld: Persoonlijk antwoord

bv. negeren: met handpalm naar beneden duwen, vinger op mond, ogen optrekken

stimuleren: handpalm naar boven en vingers naar je toe halen, hand aan oor

p om verbale communicatie te vervangen

V oorbeeld: Persoonlijk antwoord

bv. hoofd knikken om volgende te roepen, tong uitsteken uit afkeer, stewardess die

veiligheidsvoorschriften toont, je verstaanbaar maken in een vreemde taal

p om gevoel en standpunt ten opzichte van bepaalde uitspraken te tonen


Voorbeeld: Persoonlijk antwoord

bv. duim in de lucht = prima, grote ogen opzetten = verbazing, ogen sluiten en hand

tegen hoofd of wegwerpgebaar = ergernis

Let wel op! Niet alle ‘gebaren’ hebben dezelfde betekenis in de hele wereld. Iedere cultuur ontwikkelt een
eigen code. Zo is het vouwen van de handen in onze cultuur een uiting van gebed, maar in Thailand een
manier om elkaar te begroeten. Het tonen van je schoenzolen is een zware belediging in Bagdad. Met je
duim omhoog geef je in een gesprek aan dat je iets prima vindt; een duiker geeft zo het teken dat hij naar
boven gaat.

p om wat je zegt te ondersteunen of te herhalen


Voorbeeld: Persoonlijk antwoord

bv. prima zeggen en duim opsteken, open hand kantelen = ongeveer

Les 5 - De kunst van het presenteren 45


p om de verbale communicatie tegen te spreken


Voorbeeld: Persoonlijk antwoord

bv. 'Prima gewerkt!' en daarna beginnen lachen, 'Wat ruikt het hier fris!' en je neus

ophalen

In sommige gevallen ga je bewust je verbale boodschap non-verbaal tegenspreken. Dit gebeurt


vooral bij ironische opmerkingen. Iemand kan duidelijk ‘neen’ zeggen, maar met zijn gelaatsuitdruk-
king ‘ja’ beklemtonen. De ontvanger moet dan beslissen op welke informatie hij reageert. Indien hij
de betekenis niet kan achterhalen, stelt hij best vragen om de boodschapper te confronteren met
zijn tegenstrijdige houding.

p om structuur te brengen in het verhaal


Voorbeeld: Persoonlijk antwoord

bv. op je vingers tellen bij een opsomming

Let er wel op dat je niet overdrijft! Een passieve houding zorgt ervoor dat de aandacht verslapt,
maar te veel bewegen leidt de aandacht af en kan lachwekkend overkomen.

2.2 Stemgebruik
Opdracht 7
1 Welke presentatoren, nieuwslezers, leerkrachten of leerlingen hebben
volgens jou een aangenaam stemgeluid?

Persoonlijk antwoord

2 Waarom kies je hen?

Persoonlijk antwoord

3 Wat vind je eigen aan een mooi stemgeluid?

Persoonlijk antwoord

bv. klinkt warm, helder, fris ...

4 Hangt een mooi stemgeluid ook samen met bepaalde contexten?

Persoonlijk antwoord

bv. jongerennieuws vraagt jongere stem dan bv. verslag verkiezingsuitslagen in journaal

46 Les 5 - De kunst van het presenteren


Opdracht 8 Waarop wijzen volgens jou de volgende aspecten?

onzekerheid – stress – te zelfverzekerd

o een hoge stem = onzekerheid, stress

o snel praten = onzekerheid

o te luid praten = te zelfzeker

o te stil praten = onzekerheid

o doorpraten en zo te veel informatie ineens geven = onzekerheid

Opdracht 9 Lees het fragment en beantwoord de vragen.

Bernadette Timmermans doet onderzoek naar Tot nu toe wordt er in het onderwijs te weinig
stemgebruik en stemproblemen. Zij waarschuwt aandacht besteed aan stemgebruik. ‘Jongeren
ook voor de fysieke schade van slecht stemge- experimenteren en tasten hun grenzen af’, zegt
bruik. ‘We hebben namelijk allemaal een natuur- Bernadette Timmermans. ‘Ook met hun stem.
lijke toonhoogte. Die past bij je geslacht, leeftijd Sommigen misbruiken hun stem: ze roepen en
en grootte. Spreek je niet altijd op deze natuur- brullen, krijsen of gillen … Ze voelen zelf wel
lijke toonhoogte, dan kun je stemproblemen krij- dat dit stemgedrag niet goed is, maar het blijkt nu
gen. Je stem wordt hees, schor en valt soms he- eenmaal bij hun leeftijd te horen. Jammer genoeg
lemaal weg. Ook te luid of te zacht praten is niet kan niet elk strottenhoofd dergelijk stemmisbruik
goed voor de stem. Goed en juist stemgebruik is aan. Er ontstaan stemproblemen.’
essentieel. Naar schatting een derde van de wer-
kende bevolking in de westerse wereld heeft zijn Naar: Jansma, K., Een op drie banen
stem nodig om zijn beroep te kunnen uitoefenen.’ vereist een goede stem, Taalschrift

1 Welke stemproblemen worden in dit stukje vermeld?

Heesheid, schorheid, wegvallen van de stem

2 Welke oorzaken worden hiervoor aangehaald?

Je gebruikt je natuurlijke toonhoogte niet en je spreekt te luid of te zacht, je krijst of gilt.

Les 5 - De kunst van het presenteren 47


2.3 Ergernissen vermijden bij de luisteraar

Opdracht 10 Lees de onderstaande tekst en vul het juiste woord in.

articulatie – dialect (3) – emotionaliteit – geaffecteerd – geordend – langdradigheid - monotoon –


onnauwkeurig – onvolledig – opnamecapaciteit – tempo – tijd (2) - verlegenheid – voorkennis

Sommige sprekersfouten zeggen meer over jou dan je van jezelf wilt blootgeven. Je
verlegenheid moet je onderdrukken, want dit is lastig voor jou en vervelend voor je publiek.
Een goede tip: oefen je presentatie voor de spiegel. Ga na hoe je daar staat en hoe vaak je oogcontact
hebt met je spiegelbeeld. Bovendien kun je door je presentatie luidop te oefenen ook sneller achterhalen
waar je vastzit of welke woorden je moeilijk kunt onthouden of uitspreken.

Zorg bij je presentatie ook voor een duidelijke articulatie . Durf je mond letterlijk opentrek-
ken, zodat je klanken de kans krijgen om mooi gevormd te worden. Maar te geaffecteerd
spreken is hinderlijk. Je komt schoolmeesterachtig over als je té veel nadruk legt op hoe zuiver je
spreekt. Anderzijds zorg je ervoor dat je geen dialect spreekt. Een uitspraak waarin
je invloeden uit je ________________________
dialect hoort, wordt nog min of meer getolereerd, een
dialect woordenschat daarentegen niet.
Met een té moeilijke woordenschat is niemand gebaat en dit zal zeker ergernis opwekken bij je luisteraar.
Ga van zijn voorkennis uit en stem je woordkeuze daarop af. Probeer je informatie dus niet
moeilijker te formuleren dan je normaal zou doen. Wie iets niet in eenvoudige woorden kan uitleggen,
heeft het vaak zelf niet begrepen…

Laat emotionaliteit achterwege. Je kwaad maken of luidkeels beginnen lachen kan ervoor
zorgen dat je publiek zich tegen jou keert.

Je gedachten moeten op een geordende wijze aan je publiek gepresenteerd worden. Zo


toon je dat je weet waarover je praat. Door onvolledige of onnauwkeurige gedachten
kan er discussie ontstaan over details. Hierdoor gaat kostbare spreektijd verloren.
Hou ook rekening met de opnamecapaciteit van je toehoorder. Laat belangrijke informatie bezinken,
illustreer moeilijke theorie met voorbeelden, toon een filmpje ter illustratie … Aan één stuk doorpraten
houdt niemand vol, dus varieer in je tempo .

Hou de tijd in het oog. Toehoorders worden erg onrustig als de vooropgestelde
tijd niet gerespecteerd wordt.

En tot slot de grootste ergernis van een toehoorder: langdradigheid , zowel in inhoud als in
presentatietechniek. Varieer in stemhoogte én in stemvolume om woorden kracht bij te zetten, anders
wordt het geheel snel erg monotoon en dus saai!
Maak van je presentatie een boeiend en interessant geheel!

48 Les 5 - De kunst van het presenteren


3 Hoe maak ik een goede PowerPointvoorstelling?

Opdracht 11 Je gaat op basis van de PowerPointpresentatie van je leerkracht het onderstaande schema invullen.
Nadien gebruik je deze tips als je zelf een PowerPointvoorstelling maakt.

1 Hoe een tekst presenteren?

a Beperk je tekst.

b Kies een leesbare lettergrootte.

c Zorg voor een duidelijk contrast in kleuren.

d Kies sobere kleuren.

e Beperk het aantal effecten.

2 Wat is een goed ontwerp?

a Een eenvoudig ontwerp kun je beter begrijpen en onthouden.

b Zorg voor een goede fotokwaliteit en een aangepaste grootte.

c Illustreer complexe theorie met een diagram.

d Maak gebruik van visuele hulpmiddelen.

e Gebruik niet te veel media in een dia.

3 Hoe je info overbrengen?

a PowerPoint + quizelementen: de informatie blijft onthouden

b Zorg voor interactie met je publiek.

c Zorg voor teasers: uitdagende vragen, vragen naar interesses ...

d De presentatie is een schematisch hulpmiddel, niet elk woord dat je zegt moet erop staan.

e Iedere spelfout doet afbreuk aan je presentatie.

f Zorg voor een duidelijke afronding.

4 Waar let je op bij een presentatie?

a Sta niet voor het scherm. Zo zie jij het publiek niet en zij zien de info niet.

b Sta niet met je rug naar het publiek.

c Houd oogcontact met je publiek.

d De presentatie is de leidraad, die pas met extra info boeiend wordt.

Les 5 - De kunst van het presenteren 49


50 Les 5 - De kunst van het presenteren
EVALUATIE SPREEKOEFENING

Naam observator:
Nummer:
Klas:

Naam spreker:
Onderwerp:
Datum:

In de lichtblauwe cellen schrijf je bij telkens wat je opvallend goed of minder vond. Probeer de spreker
ook tips mee te geven voor een volgende presentatie.
Nadien geef je een cijfer als globale beoordeling per onderdeel.

Boodschap

Duidelijk

Gepast

Aantrekkelijk

Correct

Lichaamstaal

Houding

Oogcontact

Uitstraling

Stemgebruik

Articulatie

Intonatie

Tempo

Volume

De positiefste elementen waren:

1
2

Bij de volgende spreekopdracht moet je zeker rekening houden met:

Naam: Klas: Nr: Leraar: 51


52 Les 5 - De kunst van het presenteren
Woordenbad 1

end
el

intriger
tie

debuut

ie
niem
n

og
s e

syno
s
Je hebt woorden nodig om te kunnen redeneren,

tril
e
argumenteren, begrijpen. Zonder woorden kun je
niet denken. Nieuwe woorden leren houdt nooit op.
Als middelbare scholier leer je gemiddeld 3 000 woorden
per jaar bij. In deze les herhaal je de woorden die je pad
kruisten tijdens de voorbije lessen Nederlands. Je verrijkt
je woordenschat vertrekkend vanuit de woorden die je
al hebt geleerd.

Vul het woordraadsel in op basis van onderstaande beschrijvingen.


De woordenschat uit de vorige lessen staat centraal!

Woordenbad 1 53
Horizontaal Verticaal 1
I
6 introduceren 1 verklaren
11 woord met dezelfde betekenis 2 verband of omgeving waarin iets gebeurt N
12 aangehaalde tekst of passage uit een werk 3 vereenzelvigen, als identiek beschouwen
13 drie boeken die samen één geheel vormen 4 eerste publicatie van een auteur T
15 gevoel 5 onmisbaar
18 gemaakt / onnatuurlijk spreken 7 eigen levensverhaal E
= … spreken 8 iets uitproberen
19 saai R
9 volgens een bepaald plan
20 boeiend 10 iemand die altijd met zijn neus in een
P
22 vaardigheid, kennis en attitude boek zit
24 elkaar op een heel snelle manier leren 14 vergelijking zonder ‘als’ R
kennen 16 verzonnen 2 3
26 plan, ontwerp 17 opmaak van een tekst E C I
27 poëet die over de eigen stad dicht 21 van grote betekenis
28 eentonig 23 nieuwsgierig makend T O D
25 geen aandacht besteden aan
E N E
4
D R T N
5 6 7
E E L A N C E R E N T
8
S E B U N X I

S X U T T F
9 10 11
E P U S B S Y N O N I E M I
12
N E C I T A A T O B C
13
T R R E T R I L O G I E E
14
I I M A K O R
15 16 17 18
E M E M O T I E F L G E A F F E C T E E R D

E E T E N I A R N
19
L A N G D R A D I G W C Y A
20
T F I U T O F A S C I N E R E N D
21
E O S R R I U I
22
R O C O M P E T E N T I E
23
E R H L I
24
N S P E E D D A T E N

V T
25
A N R
26
C O N C E P T I

T G G

E E
27
S T A D S D I C H T E R R

E E
28
M O N O T O O N

54 Woordenbad 1
Taaltelefoon 1

Vluchtweg

Tijdens mijn laatste reis naar het Verre Oosten werd ik van de illusie beroofd dat

alles steeds vlekkeloos verloopt op luchthavens. Wat was er gebeurd ?

Terwijl ik in Brussels Airport – vroeger heette de luchthaven gewoon


Zaventem – wachtte op mijn vlucht, haastte ik me nog snel

naar de krantenwinkel . Ik nam mijn favoriete krant uit de rekken en liep naar de kassa, waar een
uitvergrote foto hing die vermoedelijk een kersvers fotomodel promootte .

De bediende, die er nogal afgetobd uitzag, keek me met een priemende blik

aan en beet me toe: ‘ Denkt u maar eens goed na vooraleer u die krant koopt!’
Verbaasd keek ik hem aan. Wat was er net gebeurd ? Had ik hem misschien

niet genoeg betaald ? ‘Die krant versluiert de werkelijkheid’, fluisterde hij

nu geheimzinning.

‘Ik heb gisteren nog de hoofdredacteur ge-e-maild , maar volgens mij heeft die mijn mail

simpelweg gedeletet .’ Ik stond met mijn mond vol tanden en mijn hart
bonsde in mijn keel. Gelukkig werd ik gered door de uitstekend getimede

boodschap van de omroeper: mijn vliegtuig was instapklaar. Ik juichte inwendig en


haastte me weg, zonder krant weliswaar!

Schrijf de in te vullen woorden ook bij de passende spellingregel in de onderstaande tabel.


Zaventem Aardrijkskundige namen schrijf je met een hoofdletter.

vlekkeloos Afleidingen krijgen normaal geen –en als tussenklank. Afleidingen


volgen de regels voor tussenklanken in samenstellingen niet.

Brussels Airport Eigennamen (van een bedrijf ) schrijf je met een hoofdletter.

getimede - Engelse voltooide deelwoorden krijgen -d als de laatst uitgespro-


ken klank van de oorspronkelijke Engelse stam niet in ‘fokschaapshit
x’ voorkomt. Vergelijk: ‘geüpgraded’, want de laatste klank van
‘upgrade’ is /d/.
- De gekke schrijfwijze is dus logisch: ge + stam (van het oorspron-
kelijke Engelse werkwoord) +d.
- Voltooide deelwoorden die bijvoeglijk worden gebruikt (bv. een
‘vergoede’ uitgave), verbuig je als gewone bijvoeglijke naam-
woorden. Vergelijk met ‘goed’. Dat woord heeft als verbogen vorm
‘goede’. Dus is het ook ‘vergoed’ p ‘vergoede’.

Taaltelefoon 1 55
gedeletet - Engelse voltooide deelwoorden krijgen -t als de laatst uitgespro-
ken klank van de oorspronkelijke Engelse stam in ‘fokschaapshit x’
voorkomt. Vergelijk: ‘geracet’, want de laatste klank van ‘race’ is /s/.
- De gekke schrijfwijze is dus logisch: ge + stam (van het oorspron-
kelijke Engelse werkwoord) +t.

promootte Engelse werkwoorden met een lange /oo/ in de laatst uitgesproken


lettergreep ga je vernederlandsen en vervoeg je zoals bv. hopen.

denkt Onvoltooid tegenwoordige tijd, derde persoon enkelvoud: stam + t.


versluiert Vergelijk: maak + t.

heette Onvoltooid verleden tijd krijgt –te bij de stam als de laatste letter van
wachtte de infinitief min -en tot ‘fokschaapshit x’ behoort.
Onvoltooid verleden tijd is stam + te, zoals ‘maak’ + te
haastte
juichte
haastte

bonsde Onvoltooid verleden tijd vereist –de bij de stam van het werkwoord
als de laatste letter van de infinitief min -en niet in ‘fokschaapshit x’
komt. Stam + de, zoals hoor+de

krantenwinkel Tussenklank -en in een samenstelling als het eerste deel van de sa-
menstelling een zelfstandig naamwoord is dat alleen een meervoud
heeft op -(e)n. Vergelijk: woordenschat.

uitvergrote Voltooide deelwoorden die bijvoeglijk worden gebruikt (bv. een


verbrede weg), verbuig je als gewone bijvoeglijke naamwoorden.
Vergelijk met ‘bloot’. Dat woord heeft als verbogen vorm ‘blote’. Dus is
het ook ‘ontbloot’ p ‘ontblote’.

ge-e-maild - Voltooide deelwoorden krijgen -d als de laatste letter van de infini-


tief min -en niet in ‘fokschaapshit x’ voorkomt.
- Samenstellingen met als eerste lid een letter, kriigen een koppelte-
ken. Vergelijk: U-boot, b-klank, x-as.
- Voorvoegsels worden altijd met een koppelteken verbonden met
een losse letter. Vergelijk: ge-i-bankierd, ge-u-weet-wel.

beroofd Voltooide deelwoorden krijgen een -d als de laatste letter van de


afgetobd infinitief min -en niet tot ‘fokschaapshit x’ behoort.
Vergelijk met de onvoltooid verleden tijd ‘geloofde’.
verbaasd
gebeurd
betaald

Verre Oosten Windstreken die verwijzen naar geografische, economische of poli-


tieke gebieden schrijf je met een hoofdletter.

56 Taaltelefoon 1
Tussenspel 1

Instructietaal

Naam: Klas: Nr: Leraar: 57


58
Naam:

Naam:
VT KT I D H TG Geboeid? Persoonlijke opmerkingen, bedenkingen, vragen …
Werkbrief

Opdracht 1 Spiektips X X 1 2 3 4 5

Opdracht 2 Werkwoorden X X 1 2 3 4 5

Opdracht 3 Instructietaal X X 1 2 3 4 5

Opdracht 4 Teenage Mess X X 1 2 3 4 5

Opdracht 5 Luisteropdracht X X H1 1 2 3 4 5

Klas:
Opdracht 6 Sms-tips X X X 1 2 3 4 5

Opdracht 7 Paranormaal? X X 1 2 3 4 5

Opdracht 8 Reistips X X X H2 1 2 3 4 5

Nr:
Opdracht 9 Blind date X X X 1 2 3 4 5

Opdracht 10 Wegbeschrijving X X X 1 2 3 4 5

Opdracht 11 Gezelschapsspel X X X H3 1 2 3 4 5

Opdracht 12 Origami X X 1 2 3 4 5

Leraar:
VT = verplichte taak
KT = keuzetaak
I = individueel
D = in duo’s
H = in hoeken werken
TG = taak gedaan
Geboeid? = In welke mate was ik geboeid door de opdracht?
Opdracht 1 Spiektips in de juiste volgorde Verplicht

Werkwijze

Hieronder vind je enkele handige spiektips, maar de volgorde is door elkaar geraakt. Schik de zinnen
bij elke tip weer in de juiste volgorde . Markeer telkens de woorden waaruit je de juiste volgorde van de
stappen kunt afleiden.

TIP 1 De juiste volgorde is …


4 1 5 3 2

1 Sta na vijf minuten op.


2 Loop dan weer buiten.
3 Roep ondertussen: 'Vrolijk kerstfeest iedereen!'
4 Loop het lokaal binnen, neem een exemplaar van het examen en ga zitten.
5 Verscheur nu je examen in kleine snippers en gooi ze in de lucht.

TIP 2 De juiste volgorde is …


3 6 1 5 4 2

1 Verwissel twee of drie keer van plaats en wiebel telkens ongemakkelijk op je stoel.
2 Ren ten slotte gillend weg.
3 Kom zenuwachtig binnen en kijk snel rond.
4 Grijp plots naar je hoofd, sta dan onverwacht op, ren naar de leraar en zeg:
‘Ze komen me halen. Ik moet weg.’
5 Ga vervolgens tijdens het examen na een tijdje heel zenuwachtig bewegen en doe alsof je erge
pijn hebt.
6 Neem je examen en ga zitten.

TIP 3 De juiste volgorde is … 1 7 5 2 6 4 3 8

1 Ik ben Emma, ik spiek altijd bij Engels.


2 Druk het een stuk of zes keer af.
3 Tijdens de toets kun je overal kijken.
4 Zeg aan het begin van de les altijd dat je het onwijs goed geleerd heb … (dan wordt er minder op
je gelet).
5 Dat wordt dus een heel klein briefje.
6 Verstop ze overal, zoals: in je hoge laarzen, onder je rokje, onder je horloge, onder je stoel,
op de rug van diegene die voor je zit, op het plafond …
7 Maak een spiekbriefje in het kleinste lettertype.
8 Als de leraar/lerares er een vindt, dan heb je er toch nog duizend andere.

T
of
IP 3

Correctiesleutel Individueel 3 minuten

Naam: Klas: Nr: Leraar: 59


Opdracht 2 Werkwoorden Verplicht

Werkwijze

Waarover zou een tekst met als titel Studeer geen uren, vertrouw op je buren! kunnen gaan?

Hoe schrijf je de bevelvorm van het werkwoord ‘werken’? Werk wat sneller!
Hoe schrijf je de tweede persoon enkelvoud? Jij werkt te traag.
Wat gebeurt er met het werkwoord bij inversie (PV + ond.)? Werk je fulltime?
Hoe schrijf je de derde persoon enkelvoud? Hij werkt niet tijdens het weekend.

Vul in de tekst hieronder de werkwoorden in de bevelvorm of in de 2de of 3de persoon van de OTT in.

Studeer geen uren, vertrouw op je buren!


Vele leerlingen hebben een beugel met zo’n plaatje dat tegen je gehemelte zit. Daarop (graveren)
graveer je je antwoorden en als je ze nodig hebt haal je lekker in de les je beugel
uit je mond. Iedereen (vinden) vindt dat een onsmakelijk gezicht dus niemand
(merken) merkt dat jij al je antwoorden (overpennen) overpent !

Als je met je arm of een ander lichaamsdeel in het gips/verband (zitten) zit
en heel veel vrienden en kennissen hebben op je gips/verband geschreven, (schrijven)
schrijf dan gewoon je spiekbriefje(s) op je gips/verband. Het is heel
handig en normaal (lezen) leest je arts het toch niet. Je leraar (houden)
houdt zich er al helemaal niet mee bezig, omdat hij (vermoeden)
vermoedt dat er alleen namen en onzinnige spreuken op staan.

(Spreken) Spreek thuis de belangrijkste formules enz. voor je proefwerk in en zet het
bestand op je mp3-speler. Je (herhalen) herhaalt alles wel een paar keer, want het
(vallen) valt op als je plots (terugspoelen) terugspoelt . Doe dan één
oortje door je linkermouw en (houden) houd het oortje gedurende het
proefwerk in je handpalm.

De beste manier is nog steeds je zakdoek volschrijven en gewoon veel je neus snuiten … Je zorgt
ervoor dat je twee zakdoeken bij je (houden) houdt , een die beschreven is en
een niet, en (zorgen) zorg ervoor dat ze op elkaar gelijken. Dus als er geen
leraar achter je (staan) staat , (snuiten) snuit je je neus zogezegd
in de beschreven zakdoek, en je (lezen) leest alles af terwijl je (zoeken)
zoekt naar een plekje dat nog niet bevuild is met snot … en dan, als de leraar
achter je staat, snuit je je neus in de andere zakdoek, om er de nadruk op te leggen dat je heel
verkouden bent!

60 Naam: Klas: Nr: Leraar:


Een hele goede spiekmethode is de pleister. Je (plakken) plakt een pleister op je
hand (zo’n heel zielige met nijlpaarden of zo, om je zieligheid t.o.v de leraar te benadrukken)
en je (kladden) kladt de binnenkant vol. Tijdens de toets (beginnen) begint
je wonde toevallig heel erg te steken en je (bekijken) bekijkt ‘de schade’.

(Horen) Hoor je leraar helemaal uit over wat je kunt verwachten (wel subtiel,
en de hele klas moet meewerken). Als hij niet (antwoorden) antwoordt ,
(zoeken) zoek hem dan op in zijn/haar stamcafé en voilà. (Trakteren)
Trakteer hem enkele biertjes en je (hebben) hebt alle
benodigde info.

(Dragen) Draag een zonnebril op school tijdens het proefwerk. (Plakken)


Plak een spiekbriefje aan de binnenkant. Als je leraar je (bevelen)
beveelt je bril af te zetten, (vertellen) vertel dan dat je (lijden)
lijdt aan een zonnesteek.

Naar: www.breedbandplein.nl

Wat vind je van de spiektips? Welke lijkt jou het meest haalbaar? Waarom?
Persoonlijk antwoord

T
of
IP 3

Correctiesleutel Individueel 5 minuten

Naam: Klas: Nr: Leraar: 61


Opdracht 3 Instructietaal op school Verplicht

Werkwijze

Schrijf de instructiewoorden uit toetsen en taken bij de juiste omschrijving hieronder.

definieer / situeer / benoem / licht toe / gebruik in een zin / pas toe / vergelijk / bewijs / illustreer /
situeer / interpreteer

benoem Geef de naam (bv. … de onderdelen van het eikenblad.)

bewijs Zeg waarom het zo is of waarom je denkt dat het zo is.

definieer Geef de definitie van …

gebruik in een zin Zet het woord in een goedgebouwde zin, waardoor je laat zien dat je
het woord begrijpt.

Licht toe Leg uit, geef er meer uitleg over, zeg hoe het in elkaar zit.

illustreer Leg dit uit met een voorbeeld.

pas toe Geef een voorbeeld waarbij je de regel / de definitie / de omschrijving


… gebruikt? Doe wat de regel of de definitie zegt door een voorbeeld
uit te schrijven.

situeer Zeg op welke plaats en/of in welke tijd iets of iemand thuishoort.
Wanneer en/of waar is iets gebeurd of heeft iemand geleefd?

vergelijk Zeg van twee (of meer zaken) waarin ze gelijk zijn en verschillen. Leg
uit wat het ene wel of niet heeft ten opzichte van het andere. Als de
leerkracht wil dat je ook een eigen besluit trekt, dan zal er gevraagd
worden: wat besluit je hieruit?
De leerkracht zal ook zeggen op welk vlak je die conclusie moet trek-
ken bv. … het gebit van een konijn met dat van een kat. Wat besluit je
hieruit over het voedsel van deze dieren?

interpreteer Bekijk de gegevens en trek er zelf enkele besluiten uit of formuleer


conclusies. Leg uit hoe jij het ziet of denkt dat het in elkaar zit.

62 Naam: Klas: Nr: Leraar:


Even testen …
Hieronder vind je zeven vragen met telkens drie mogelijke antwoorden. Wat is volgens jou het beste
antwoord? Welk antwoord komt het beste overeen met wat de leraar wil weten?

1 Definieer vierkant.
a Een tweedimensionale vorm met vier gelijke zijden en vier rechte hoeken tussen die zijden.
Het is de meest regelmatige vorm van de vierhoek.

b Een vierkant heeft vier even lange zijden en daardoor zijn de vier hoeken gelijk. Daar komt dus
de naam ‘vierkant’ vandaan.

c Een schaakbord is vierkant en telt 8 x 8 velden.

2 ‘Kinderen imiteren het gedrag van anderen. Dat kan negatieve gevolgen
hebben.’ Illustreer deze uitspraak aan de hand van een voorbeeld.
a Als mama de vloer dweilt, wil het kind ‘helpen’. Mama moet dan ook een emmertje water vul-
len en het kind laten meehelpen.

b Als ouders een bepaald soort voedsel niet lusten, dan is de kans groot dat het kind het ook
niet zal lusten.

c Als kinderen gewelddadig gedrag zien op tv, gaan ze dit gemakkelijk naspelen. Zo komt het
dat ze hun vriendjes pijn doen op dezelfde manier als ze op tv zagen.

3 Vergelijk kikkers en padden. Bespreek drie vergelijkingspunten.


a Kikkers springen, padden hebben een wrattige huid en kikkers hebben een spitsere kop.

b Kikkers springen, padden kruipen meer.


Kikkers hebben een gladde huid, padden hebben een wrattige huid.
Kikkers hebben een spitsere kop, padden een stompe.

c Kikkers springen meer dan padden, hebben een gladdere huid en een spitse kop.

4 Situeer Albert Einstein.


a Albert Einstein leefde van 1879 tot 1955 in Duitsland en de Verenigde Staten.

b Albert Einstein werd vooral bekend van zijn relativiteitstheorie E = mc².

c Albert Einstein is een Duitse natuurkundige.

5 Gebruik het woord ‘dominant’ in een zin waaruit blijkt dat je het woord
begrijpt.
a Dominant: als je de baas wilt spelen over iemand anders en altijd je zin doordrijft.

b Mijn zus is heel dominant.

c Mijn vriendin kan heel dominant zijn. Als we het niet eens raken over de film die we willen
zien in de bioscoop, reageert ze zo boos dat ze uiteindelijk haar zin krijgt.

Naam: Klas: Nr: Leraar: 63


6 Bewijs dat roken een negatieve invloed heeft op de gezondheid.
a Roken is ongezond.

b Mensen die roken krijgen via de rook teer binnen, en dat zet zich vast op de longblaasjes.
Daardoor krijgen ze ‘zwarte’ longen.

c Mensen die veel roken, krijgen bruine vingers. Vies!

7 Interpreteer de grafiek hieronder.

Aantal leden van de Ieperse leesclub


500

450

400

350

300

250

200

150

100

50

0
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012

a Het aantal stijgt. Er zijn er elk jaar meer.

b Tussen 1993 en 2004 is het ledenaantal van de leesclub in Ieper gestegen van 60 naar 475.

c Tussen 1993 en 2004 is het ledenaantal van de leesclub in Ieper elk jaar gestegen. Er is dus een
groeiende interesse voor de leesclub.

T
of
IP 3

Correctiesleutel Individueel 5 minuten

64 Naam: Klas: Nr: Leraar:


Opdracht 4 Instructies voor Teenage Mess Verplicht

Werkwijze

Je leraar Nederlands is ontslagen en heeft een


firmaatje opgericht dat kamers van jongeren
komt opruimen, uiteraard tegen een flinke
vergoeding. De firma heet heel toepasselijk
‘Teenage Mess’.
Je moeder zeurt je al een tijdje de oren van
het hoofd dat je dringend je kamer moet
opruimen. Jij hebt helemaal geen zin in
opruimen. Daar heb je trouwens de tijd
niet voor want je nieuwe leraar Nederlands
geeft (gratis) busladingen vol huiswerk.
Je besluit het opruimfirmaatje van je oud-
leraar op te bellen. Aangezien de firma
komt als jij op school zit, maak je een lijstje
met instructies over wat je oud-leraar wel
of niet mag doen, wat waar moet, wat er gepoetst moet worden …
Zorg ervoor dat je instructies in de gebiedende wijs geschreven zijn.
Bepaal ook in welke volgorde het opruimen moet gebeuren.

Schrijf hieronder een tekst van minimaal 10 regels en lever die in bij je leerkracht. (Reken er vooral niet op
dat nu jij deze opdracht hebt ingeleverd, je leraar ook daadwerkelijk je kamer zal komen opruimen.)

Persoonlijk antwoord

T
of
IP 3

/ Individueel 10 minuten

Naam: Klas: Nr: Leraar: 65


Opdracht 5 Luisteropdracht Keuze

‘Jongens en Wetenschap’ was een radioprogramma op Radio 1 waarin luisteraars mochten bellen
om een antwoord te geven op allerlei wetenschappelijke vragen zoals ‘Word je dronken als je in een
bad met bier ligt?’ of ‘Kan een vis verdrinken?’ Op het einde van het programma was er dan altijd een
deskundige aan de lijn die het ‘enige juiste’ antwoord op de vraag onthulde.

Welke van deze drie vragen interesseert jou het meeste? Waarom?
Wat is de beste slaaphouding?
Hoe win je een telefoonspelletje?
Wat kun je doen tegen zeeziekte?

Werkwijze

Kies één van de vragen. Ga naar diddit en beluister het antwoord van de deskundige.

Noteer de tips die je meekrijgt voor je klasgenoten zo veel mogelijk in de bevelvorm.

Iedereen heeft een voorkeurhouding (houding die je

automatisch aanneemt zonder erbij na te denken).

Slaap in zijlig. Trek het onderste been wat op en houd het

bovenste been gestrekt.

Slaap niet in buiklig. Dat is ongezond omdat de spieren en

de wervelkolom belast worden, terwijl die in onze slaap juist

zouden moeten ontspannen. Het hoofd ligt gedraaid, zodat

de nek ook wordt belast. Voor ademhaling en bloedsomloop

is deze houding niet zo gezond.

T
of
IP 3
Pc met internetaansluiting
Individueel 15 minuten
Correctiesleutel

66 Naam: Klas: Nr: Leraar:


Opdracht 6 Sms-tips Keuze

Werkwijze

Sms-taal verschilt nogal van het Standaardnederlands dat we normaal in schriftelijke communicatie
gebruiken. Je oma heeft voor haar 73ste verjaardag een gsm gekregen. Jij maakt een tipkaart waarop je
aan je oma tien concrete tips geeft om efficiënt te sms’en. Haal deze tips uit de tekst die je vindt op de
materiaaltafel. Noteer de tips hieronder. Lever je blad daarna in bij je leraar.

1 Laat alle overbodige woorden weg.

2 Gebruik letterwoorden.

3 Gebruik shordjes (verkorte woordjes).

4 Kort woorden in door het laatste gedeelte weg te laten.

5 Vervang lettercombinaties door een enkele letter.

6 Gebruik het drieletterwoordenschrift.

7 Voeg woorden samen.

8 Gebruik cijfers in plaats van letters.

9 Gebruik speciale tekens.

10 Bedenk zelf nieuwe woorden.

T
of
IP 3

Leestekst ‘sms-taal’ Individueel of in duo 15 minuten

Naam: Klas: Nr: Leraar: 67


Opdracht 7 Paranormaal? Keuze

Lees je soms je horoscoop in een tijdschrift?


Waarom (niet)?

Werkwijze

Lees de weekhoroscoop van het sterrenbeeld van je


buur en schrijf hem/haar een mailtje met minimaal vijf
tips om de week succesvol door te komen en even-
tueel dreigend onheil te vermijden.
Je kunt ook een tipkaart maken aan de hand van een
jaarhoroscoop. Informatie over jaarhoroscopen vind je
als je ‘jaarhoroscoop’ intikt bij Google.

Persoonlijk antwoord

T
of
IP 3

Pc met internetaansluiting Individueel 8 minuten

68 Naam: Klas: Nr: Leraar:


Opdracht 8 Reistips Keuze

Werkwijze
Je wint een reisbon met een wedstrijd van
Studio Brussel en je mag kiezen of je naar
Japan (Azië) of Kenia (Afrika) trekt. Bezoek
de website van de reisorganisatie en haal
er vijf concrete reistips uit voor één van
de bestemmingen. Formuleer die in de
gebiedende wijs (bevelvorm) en geef
indien nodig wat meer uitleg. Lever
daarna je blad in bij je leraar.

TIPS VOOR EEN REIS NAAR …

Persoonlijk antwoord

T
of
IP 3

Pc met internetaansluiting Individueel 10 minuten

Naam: Klas: Nr: Leraar: 69


Opdracht 9 Een blind date Keuze

Ik had met Els afgesproken in een smaak- Ikzelf heb nochtans geen moeite om mijn
vol restaurant. Ik had haar ook gevraagd: positieve kanten op te sommen. Mijn
‘Hoe herkennen we elkaar?’ ‘Ik lijk op grapje –‘ik heb een blanco strafblad en er
Uma Thurman’, had ze gezegd. Ik zoek zijn geen erfelijke ziekten in de familie’ -
een halfuur naar iemand die aan die be- wordt door Els gecounterd met een kurk-
schrijving beantwoordt, en word dan zelf droog: ‘Dat was bij je voorganger ook zo.
aangesproken door een vrouw die lijkt op En toch was het een klootzak.’ Even later
de moeder van het buurmeisje van Uma voegt ze daar zuchtend aan toe dat ze er
Thurman. Het is Els. Haar kledij kan met gewoon de pest aan heeft dat iedereen
wat goede wil ‘tijdloos’ genoemd worden, op een eerste date zo zijn beste beentje
maar haar gezicht dateert zonder twijfel voorzet, en dat ‘pas later blijkt dat het een
uit de jaren zestig. De door haar opgege- kunstbeen is’.
ven ’30 lentes’ zijn herfsten. Als ze nog later uitgebreid over haar ver-
Het uiterlijk is niet alles, maar de waar- leden uitweidt, lijkt het me dat Els vooral
heid heeft haar rechten, en in werkelijk- op mijn zoekertje heeft gereageerd omdat
heid heeft Els een gezicht dat het op de een psychiater geld kost en haar niet mee
radio goed zou doen. Nu, dat is niet het uit eten neemt. Eigenlijk heb ik de hele
enige dat tegenzit. In haar brief zei Els dat tijd het gevoel dat Els vanavond nog uit
ze ‘een rijk emotioneel leven’ heeft. Ze is mijn mond wil horen dat ik van haar houd
inderdaad neurotisch. Ik rook niet. Els wel. en zo snel mogelijk met haar een kind wil.
‘Rook jij niet?’, informeert ze geschokt, Het tikken van haar biologische klok kun
alsof ik net ontmaskerd ben als de slech- je tot in Melbourne horen. De signalen die
tere broer van Marc Dutroux. ze uitzendt zijn zo subtiel dat ze zelfs de
Heel riskant is dat je bij contactadverten- aandacht van passerende vliegtuigen zou
ties de neiging hebt ze rustig en in het trekken. ‘Getrouwde mannen leven lan-
algemeen Nederlands te lezen: in een ger’, lonkt ze. Klopt. Maar het is ook statis-
zoekertje hoor je de schelle stem of het tisch bewezen dat mannen weglopen van
regionale accent van de opsteller niet. Als opdringerige vrouwen. Ze kijkt me plots zo
een man schrijft: ‘Ik zoek een stabiele re- verlangend aan dat ik denk dat ze me wil
latie waarin liefde en wederzijds respect opeten. Het zou kunnen, blijkt even later:
belangrijk zijn’, dan klinkt dat een vrouw ze is al drie weken op dieet. Ik snap niet
als muziek in de oren. Maar wellicht zegt waarom: ze oogt zo mager dat ik haar er-
hij het zó: ‘A-bà-jôak, ek wil e wuf da me van verdenk dat ze haar vitale organen in
geren zie!’ Bij Els valt me niet zozeer haar haar handtas meedraagt.
dialect op, dan wel haar stem, waar blin- Na drie drankjes en een kort diner heb ik
dengeleidehonden en regisseurs van hor- het gevoel dat ik net twee ronden met
rorfilms ongetwijfeld hun voordeel kun- Mike Tyson heb gebokst. En verloren. We
nen mee doen. gaan naar buiten, het hondenweer tege-
Ook typisch aan contactadvertenties is moet. ‘Ik haat slecht weer’, zegt ze. Ze
dat er enkel prettige dingen in vermeld kijkt me verwijtend aan, alsof het afschaf-
worden. Er staat bijvoorbeeld nooit in te fen van slecht weer het minste is wat ik
lezen: ‘Ik ben onbeleefd tegen kelners.’ voor haar kan doen. Tja.
Of: ‘Ik lieg over het aantal kinderen dat ik
heb.’ In haar brief had Els géén kinderen. Naar: Serge Simonart, in Humo
Aan de telefoon had ze er al één, en nu
blijkt dat het er twee zijn.

70 Naam: Klas: Nr: Leraar:


Werkwijze

Je beste vriend(in) heeft een blind date. Je wilt hem/haar wat moed geven met een aangepast kaartje,
waarop je vijf ‘gouden tips’ formuleert. Schrijf de tips hieronder in de bevelvorm. Geef bij elke tip ook wat
uitleg (over het nut of het waarom ervan). Je kunt tips geven over kledij, verleidingstrucs en wat je op zo’n
eerste date beter niet doet.
Lever je blad in bij je leraar.

T I PS VO OR E E N BL I ND DAT E

Persoonlijk antwoord

T
of
IP 3

/ Individueel of in duo 15 minuten

Naam: Klas: Nr: Leraar: 71


Opdracht 10 Wegbeschrijving Keuze

Werkwijze

Je hebt volgende zaterdag een blind date. Tot nu toe hebben jullie enkel gecommuniceerd via mail. De
date vindt plaats in Antwerpen. Jij hebt het café gekozen waar jullie starten. Je vraagt de naam en het
exacte adres van het café aan je leraar.

Nu het uur van de waarheid nadert, stuur je je date een wegbeschrijving van het station van Ieper tot aan
de plaats van afspraak. Vervang de naam van het café door “café x”. Geef dit blad samen met het stadsplan
van Antwerpen (op de materiaaltafel) daarna aan iemand die zich op dit moment zit te vervelen of bijna
is ingedut. Deze persoon moet nu aan de hand van jouw beschrijving de plaats aanduiden waar je hebt
afgesproken.

Persoonlijk antwoord

T
of
IP 3

Stadsplan van Antwerpen Individueel (en daarna in duo) 10 minuten

72 Naam: Klas: Nr: Leraar:


Opdracht 11 Gezelschapsspel Keuze

Werkwijze

Bekijk het gezelschapsspel op de materiaaltafel en speel een rondje.


Nodig iemand van de klas uit om het spel te spelen en leg uit hoe het gespeeld wordt.

T
of
IP 3

Gezelschapsspel Individueel of in duo 10 minuten

Naam: Klas: Nr: Leraar: 73


Opdracht 12 Origami Keuze

Werkwijze

Origami is het Japanse woord voor papiervouwkunst. Eén iemand van jullie duo haalt een instructieblad.
Je toont dit blad niet aan je partner. Je leest het blad aandachtig (en in stilte). Beschrijf hoe je partner het
figuurtje moet vouwen. Je mag het niet tonen of meehelpen; je geeft alleen mondelinge instructies 'aan
de telefoon'.

T
of
IP 3

Werkblad origami In duo 3 minuten

74 Naam: Klas: Nr: Leraar:

You might also like