Professional Documents
Culture Documents
Joel Wagenaar
Algemene gegevens
Bezoekadres: Ampérelaan 2a
9207 AM Drachten
Telefoonnummer: 0512-586694
2
Joel Wagenaar
Voorwoord
Voor u ligt het praktijkgerichte onderzoek “implementatie gezonde kantine”. Dit
onderzoeksrapport is ontwikkeld in het kader van mijn afstuderen aan de studie Sportkunde
aan de Hanzehogeschool te Groningen in opdracht van Caparis. Het afgelopen jaar is er
onderzoek uitgevoerd naar de wijze waarop de gezonde kantine binnen een sociale
werkvoorziening als Caparis geïmplementeerd moet worden. Dit is uitgemond in een
implementatieplan die deels tot uitvoering is gekomen.
Ik wil graag mijn begeleiders vanuit de Hanzehogeschool bedanken voor hun deskundigheid
wat heeft geholpen in de uitvoering en ontwikkeling van het onderzoek en de
implementatie. Daarnaast wil ik stagebegeleider Lowise Hazenberg, medestagiairs en
collega’s van Caparis bedanken voor de samenwerking, hulp en sfeer tijdens deze leerzame
periode.
Joel Wagenaar,
Mei 2019
3
Joel Wagenaar
Samenvatting
Binnen Caparis werken mensen met een afstand tot de reguliere arbeidsmarkt door psychische,
lichamelijke of geestelijke beperkingen. De doelgroep heeft te kampen met meerdere problemen op
verschillende gebiedenwaardoor het voor hen lastig is om een gezonde leefstijl na te streven. Ze
hebben vaker gezondheidsproblemen en een minder lange (gezonde) levensverwachting,
onvoldoende beweging en ongezond eetgedrag zijn hierin een belangrijke factor. Caparis wil het
huidige leefstijlprogramma compleet maken door ook het onderwerp ‘voeding’ mee te nemen.
Caparis wil een implementatieplan voor de gezonde kantine ontwikkelen en de bijbehorende
activiteiten implementeren op een manier die past bij de doelgroep en op lange termijn de
gezondheid van medewerkers bevordert. Om dit te bewerkstelligen is er een hoofdvraag
geformuleerd, namelijk: ‘Op welke wijze kan de gezonde kantine binnen Caparis geïmplementeerd
worden?’. Om deze te beantwoorden heeft er literatuuronderzoek, kwantitatief en kwalitatief
onderzoek plaats gevonden. Een doelgroepenanalyse, behoefte- en determinantenonderzoek
hebben geleid tot de beantwoording van de deelvragen en vormde de basis voor het ontwerp van
het implementatieplan.
Opsomming onderzoeksresultaten:
- Werknemers hebben moeite met tegenslagen, de juiste communicatie is zeer belangrijk.
- De kantine is een obesogene omgeving waarin ongezonde voeding makkelijk verkrijgbaar is.
- Beschikbaarheid gezonde voeding onder de maat.
- Werknemer beschikt over te weinig kennis en ziet geen aanleiding tot actie.
- Werknemer vaak negatief over verandering, negatieve sociale invloed.
- Weinig promotieactiviteiten omtrent gezond gedrag.
- Werknemers hebben moeite met zelfregulatie en missen praktische vaardigheden.
- Veel barrières in plaats, - prijs, - en productkeuze om gezond gedrag uit te voeren.
- Geen stimulatie in fysieke en sociale omgeving (thuis, werk).
Gedurende het gehele project is er een fasering gebruikt van diagnose, ontwerp, implementatie en
evaluatie. Op basis van de onderzoeksresultaten is er een implementatieplan ontworpen die in
praktijk is geïmplementeerd. Het plan heeft een aantal producten opgeleverd, namelijk: een
informatie toolbox om te promoten en het draagvlak te vergroten, veertien implementatie
strategieën en een lessenreeks zelfregulatie in de vorm van workshops. Er is gebruik gemaakt van
verschillende methoden/strategieën waaronder veertien implementatie strategieën binnen de
kantine en motivational interviewing en feedback en bekrachtiging binnen de workshop zelfregulatie.
4
Joel Wagenaar
Inhoudsopgave
1.Vraagdiagnose ......................................................................................................................................7
1.1 Sportstad Heerenveen.......................................................................................................................7
1.2 Caparis ...............................................................................................................................................7
1.3 Caparis In Beweging ..........................................................................................................................8
1.4 Aanleiding ..........................................................................................................................................9
1.5 Praktijkvraagstuk .............................................................................................................................11
1.6 Doestelling .......................................................................................................................................12
1.7 Onderzoeksvragen...........................................................................................................................12
1.8 Gezonde kantine .............................................................................................................................12
1.9 Theoretisch kader ............................................................................................................................12
2. Methodische aanpak .........................................................................................................................14
2.1 Vraagdiagnose .................................................................................................................................14
2.1.1 Stap 1 – Achtergrond en aanleiding ...................................................................................... 14
2.1.2 Stap 2 - Praktijkvraagstuk...................................................................................................... 15
2.1.3 Stap 3 – Raadplegen kennisbronnen .................................................................................... 15
2.2 Ontwerp ..........................................................................................................................................15
2.2.1 Stap 4 – Onderzoekopzet ...................................................................................................... 15
2.2.4 Stap 5 - Kwantitatief onderzoek............................................................................................ 15
2.2.5 Stap 6 - Kwalitatief onderzoek .............................................................................................. 16
2.2.6 Stap 7 - Resultaten ................................................................................................................ 17
2.2.7 Stap 8 – Conceptplan ............................................................................................................ 25
2.3. Implementatie ................................................................................................................................28
2.3.1 Stap 9 - Implementatie.......................................................................................................... 28
2.3.2 Stap 10 - Evaluatie................................................................................................................. 29
3. Conclusie en aanbevelingen ..............................................................................................................30
4. Literatuur ...........................................................................................................................................31
5. Bijlagen ..............................................................................................................................................33
5.1 Enquete doelgroep analyse (deelvraag 1) .......................................................................................33
5.2 Vragenlijst/nulmeting behoefte onderzoek onder werknemers (deelvraag 2) ..............................37
5.3 Uitgeschreven interview 1...............................................................................................................43
5.4 Uitgeschreven interview 2...............................................................................................................47
6.5 Uitgeschreven interview 3...............................................................................................................50
5.6 Uitgeschreven interview 4...............................................................................................................53
5.7 Implementatieplan Caparis .............................................................................................................57
Inleiding .................................................................................................................................................60
Stappenplan implementatieprogramma ‘Op naar een gezonde werkvloer’ ........................................63
5
Joel Wagenaar
Stap 1 - Creëer draagvlak ......................................................................................................................64
Stap 2 - Analyseer de huidige situatie en bereidt voor .........................................................................65
Stap 3 - Realiseer korte termijn resultaten ...........................................................................................66
Stap 4 - Uitvoering jaarplan...................................................................................................................67
Stap 5 - Evalueer ....................................................................................................................................70
Stap 6 - Opnemen in beleid ...................................................................................................................71
Bijlagen ..................................................................................................................................................72
Bijlage 1. Informatie toolbox werkleiders .............................................................................................72
Bijlage 1.1 Factsheet..............................................................................................................................73
Bijlage 1.2 Voorlichtingsbrief werkleider ..............................................................................................74
Bijlage 1.3 Voorlichtingsbrief werknemer .............................................................................................75
Bijlage 1.4 Posters drinkwater...............................................................................................................76
Bijlage 1.5 Tafelbanner ..........................................................................................................................78
Bijlage 1.6 Flyer .....................................................................................................................................78
Bijlage 2. Overzichtelijk schema veertien strategieën ..........................................................................80
Bijlage 3. Workshop Zelfregulatie .........................................................................................................81
Voorwoord ............................................................................................................................................82
Inleiding .................................................................................................................................................84
Workshop zelfregulatie gezonde leefstijl les 1......................................................................................86
Workshop zelfregulatie gezonde leefstijl les 2......................................................................................86
Workshop zelfregulatie gezonde leefstijl les 3......................................................................................87
Bijlage 1 Workshop zelfregulatie gezonde leefstijl les 1 .......................................................................88
Bijlage 1.1 Presentatie les 1 ........................................................................................................... 88
Bijlage 1.2 Mindmaps ..................................................................................................................... 89
Bijlage 1.3 Goalkeeper leerling boek les 1 ..................................................................................... 90
Bijlage 2 Workshop zelfregulatie gezonde leefstijl les 2 .......................................................................91
Bijlage 2.1 Presentatie les 2 ........................................................................................................... 91
Bijlage 2.2 Goalkeeper leerling boek les 2 ..................................................................................... 92
Bijlage 2.3 Werkblad bewustwording suiker ................................................................................. 94
Bijlage 3 Workshop zelfregulatie gezonde leefstijl les 3 .......................................................................98
Bijlage 3.1 Presentatie ................................................................................................................... 98
Bijlage 3.2 Goalkeeper leerling boek les 3 ..................................................................................... 99
Bijlage 3.3 Workshop gezonde pauzemaaltijd ............................................................................. 101
5.8 I-change model ..............................................................................................................................102
5.9 ANGELO-raamwerk........................................................................................................................103
6
Joel Wagenaar
1.Vraagdiagnose
In dit hoofdstuk wordt ten eerste de aanleiding voor het praktijkvraagstuk beschreven. Daarnaast
wordt kennis uit verschillende bronnen over het praktijkvraagstuk van binnen en buiten de
praktijkcontext beschreven. De belangrijkste bestaande kennis over het praktijkvraagstuk zullen
leiden tot een realistische en relevante formulering van het praktijkvraagstuk en vraagstelling.
Sportstad Heerenveen is een multifunctioneel sportcentrum waar sport, zorg en onderwijs onder een
dak zijn gevestigd. Hier komen topsport, breedtesport en (sportmedische) zorg samen. Het
sportcentrum kent een hoogwaardig topsportklimaat met optimale faciliteiten voor zowel de
professional als de amateur. Van cruciaal belang is de deskundigheid en de toewijding van de
medewerkers, waardoor het totale aanbod op een zeer hoog kwaliteitsniveau ligt (Brochure Caparis
In Beweging, 2010).
Sportstad Heerenveen zet zich in samenwerking met andere partijen in voor verschillende
maatschappelijke projecten in de gemeente Heerenveen en omgeving. Een voorbeeld hiervan is
Scoren Voor Gezondheid, met als doel om kinderen door middel van een schoolsportprogramma
bewust te maken van het belang van voldoende beweging en gezonde voeding. Daarnaast richt
Sportstad Heerenveen zich ook op Het Beugelproject. Dit project is een lokaal project voor jongeren
zonder vaste dagbesteding. Het doel hiervan is om terug naar school te gaan of te gaan werken.
Sport als middel met professionele begeleiding Van Verslavingszorg Noord-Nederland, Sportstad, S.C.
Heerenveen en Gemeente Heerenveen. Het project Caparis In Beweging is ook een maatschappelijk
project waar Sportstad Heerenveen zich voor in zet (Brochure Caparis In Beweging, 2010).
1.2 Caparis
Caparis is een sociale werkvoorziening met als hoofdlocaties Drachten, Heerenveen en Leeuwarden.
Als sociale werkvoorziening biedt Caparis werk aan mensen die door lichamelijke, psychische en/of
verstandelijke beperkingen moeite hebben om in reguliere organisaties aan het werk te gaan. Deze
mensen krijgen binnen Caparis de kans om zich optimaal te ontwikkelen en te werken naar eigen
vermogen om zich eventueel zo goed mogelijk te integreren in de arbeidsmarkt (Over Caparis, 2018).
Caparis biedt verschillende werksoorten aan, waardoor cliënten de kans hebben om in hun eigen
tempo en hun eigen niveau te ontdekken waar ze goed in zijn en wat ze leuk vinden. De werksoorten
die worden aangeboden zijn de arbeidsmatige dagbesteding, detachering en begeleid werken,
groenservice, postbezorging en schoonmaakservice (Diensten Caparis, 2018).
7
Joel Wagenaar
De drie speerpunten van Caparis zijn leren, bewegen en werken. De werknemers leren doordat zij
een sollicitatietraining krijgen en omdat ze ondersteund worden bij het zoeken naar een baan.
Bovendien kunnen zij een interne training basisvaardigheden volgen. Ten tweede is bewegen een
speerpunt. In het programma van Caparis In Beweging wordt hier aandacht aan besteed.
In dit programma wordt gewerkt aan de vitaliteit en de weerbaarheid van de werknemers. Hierbij
wordt sport ingezet als doel (gezondheidsbevordering) en als middel (trainen en ontwikkelen van
sociale vaardigheden). De laatste speerpunt is werken. Dit wordt gedaan doordat Caparis interne en
externe werkplekken aanbiedt, waar werknemers worden voorbereid voor het werken op de
reguliere arbeidsmarkt (Over Caparis, 2018).
Het eerste doel van Caparis In Beweging is zorgen voor fittere en gezonde werknemers die met meer
plezier samenwerken. Het tweede doel is dat mensen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt
door een combinatie van werk en bewegen gezonder en zelfverzekerder worden. Daarnaast werken
de medewerkers aan verschillende competenties voor de toekomst. Dit is bijvoorbeeld
samenwerken, collegialiteit en zelfstandigheid. Door aan deze competenties te werken zullen de
medewerkers beter kunnen presteren en kunnen sommige medewerkers op de reguliere
arbeidsmarkt terechtkomen. Door Caparis In Beweging in te zetten wordt er gewerkt aan een
gezonder bedrijf met gezondere werknemers. Dit resulteert in werknemers die gezonder en
weerbaarder zijn en beter toegerust zijn op duurzame inzetbaarheid (Brochure Caparis In Beweging,
2010).
De leeftijd van de deelnemers varieert tussen de 21 en 66 jaar, de man/vrouw verdeling is gelijk. Het
opleidingsniveau van de deelnemers is laag. Veel deelnemers zijn vanaf hun zestiende werkzaam
voor Caparis. De meeste deelnemers binnen Caparis In Beweging hebben geen diploma en zijn na het
basisonderwijs, voortgezet onderwijs en/of speciaal onderwijs aan de slag gegaan bij Caparis. Een
aantal deelnemers beschikken over een mbo-niveau 1 diploma of met uitzondering een afgeronde
Hbo-opleiding. De deelnemers met een afgeronde Hbo-opleiding zijn vaak hoogbegaafd maar sociaal
minder sterk waardoor zij bij Caparis terecht zijn gekomen (Hazenberg, 2018).
8
Joel Wagenaar
1.4 Aanleiding
De sociale werkvoorziening
De Sociale Werkvoorziening is erop gericht om de arbeidsgeschiktheid te behouden, herstellen en te
bevorderen en mensen met een handicap weer aan het werk te krijgen binnen een ‘normaal’ bedrijf
(Vroegindewey, 2009). Op dit moment telt Nederland 90 SW-bedrijven die een passende werkplek
aanbieden aan mensen met een lichamelijke, psychische of verstandelijke handicap (Rijksoverheid,
2017).
Sinds 1 januari 2015 is de Participatiewet van kracht. De participatiewet vervangt de Wet Werk en
bijstand (Wwb), de Wet sociale werkvoorziening (Wsw), en een groot deel van de Wet werk en
arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong) (Participatiewet, 2018). Het doel van deze wet is
om zoveel mogelijk mensen, met en zonder arbeidsbeperking, aan het werk te laten zijn – bij
voorkeur bij een gewone werkgever. De Participatiewet zorgt ervoor dat er één regeling is voor
mensen met een arbeidsbeperking of afstand tot de arbeidsmarkt, in plaats van verschillende
regelingen voor verschillende doelgroepen.
Rijksoverheid meldt dat er door de komst van de nieuwe Participatiewet geen nieuwe mensen
instromen binnen de sociale werkvoorziening, wat uiteraard grote gevolgen met zich meebrengt voor
een SW-bedrijf als Caparis. Wsw’er die op 31 december 2014 in vaste dienst waren hebben hun baan
en salaris behouden. Mensen met een tijdelijk contract houden dezelfde rechten en plichten. Hun
contract loopt af. Caparis had op 31 december 2014 veel medewerkers in vaste dienst en die hier op
dit moment ook nog werkzaam zijn. Dit zorgt ervoor dat de algemene leeftijd binnen Caparis steeds
meer toeneemt, Caparis vergrijst (Dijkstra, 2018).
SW-doelgroep
Binnen de SW-sector zijn ongeveer 100.000 mensen werkzaam binnen 90 SW-bedrijven. Er is een
concrete aanleiding om het thema voeding op de kaart te zetten. Werknemers binnen de SW-sector
vormen een diverse groep van mensen met een WSW-indicatie. De doelgroep varieert in leeftijd,
geslacht en etniciteit. Er wordt geschat dat 60% van deze groep tot de bevolkingsgroep met een lage
sociaaleconomische status (SES) behoort (Grijns & Rooijen, 2005). SES staat volgens het RIVM voor
de positie van mensen op de maatschappelijke ladder. Uit onderzoek van Expertisecentrum
gezondheidsverschillen Pharos blijkt dat er grote verschillen in gezondheid en sterfte zijn tussen
mensen met een hoge en lage sociaaleconomische status in de maatschappij. Mensen met een lage
SES hebben vaker gezondheidsproblemen dan mensen met een hoge SES. Indicatoren die hierin een
belangrijke rol in spelen zijn het inkomen, opleidingsniveau, fysieke- en sociale omgeving, leefstijl en
gezondheidsgedrag, gezondheidsvaardigheid en het vermogen tot zelfmanagement. Daarnaast heeft
deze doelgroep vaak meerdere problemen op verschillende gebieden waardoor het voor hen lastig is
om een gezonde leefstijl na te streven. Mensen met een lage SES hebben dus vaker
gezondheidsproblemen en een minder lange (gezonde) levensverwachting (Sociaaleconomische
gezondsheidsverschillen, 2014).
Overgewicht
De aandacht voor gezondheid is de afgelopen jaren sterk toegenomen. Dit komt onder andere door
vergrijzing van de bevolking maar bovenal door de leefstijl van de Nederlander. Vooral overgewicht
vormt tegenwoordig een groot risico meldt het RIVM. 50,7% van de volwassen Nederlanders heeft
overgewicht en dit loopt op tot 62% in 2020.
Het meeste overgewicht en obesitas komt voor bij mensen met een lage sociaaleconomische status.
Sinds 1900 is het aantal mensen binnen de SW-sector flink gegroeid. Volgens het Ministerie van VWS
komt overgewicht wel twee tot vijfmaal vaker voor, dit is 41% onder hoogopgeleiden en 61% onder
laagopgeleiden. Er zijn meerdere oorzaken van overgewicht en obesitas, maar de belangrijkste reden
is een calorie-overschot en te weinig beweging. ‘De leefomgeving is veranderd in een ‘obesogene’
9
Joel Wagenaar
omgeving die mensen stimuleert om te eten maar niet om te bewegen’ (Loketgezondleven, 2017).
Het onderhouden van de eigen energiebalans is steeds lastiger in evenwicht te houden, invloeden en
factoren spelen hierin een belangrijke rol (zie figuur 1).
Eetgedrag
Een belangrijk aspect binnen een gezonde leefstijl is voeding. In het algemeen voldoet de voeding
van personen met een lage SES minder aan de voedingsnormen dan die van personen met een hoge
SES (Hulshof, 2003). Ook besteedt deze doelgroep minder geld aan voeding en kopen zij vaker
ongezondere producten met een hogere energiedichtheid, wat uit onderzoek blijkt van (De Mul,
2009), waarin er gewezen wordt op een verband tussen inkomen en voedingspatroon.
Daarnaast wijst Schots onderzoek uit dat gezonde voeding wel degelijk duurder is dan ongezonde
voeding. Een winkelkar met gezonde producten in een achterstandswijk had een hogere waarde dan
in een ‘normale’ wijk, verbazingwekkend was het feit dat bepaalde gezonde producten helemaal niet
verkrijgbaar waren in de achterstandswijk (Davey Smith & Brunner, 1997).
Vijf factoren zijn op basis van buitenlandse studies medebepalend voor het ongezonde eetgedrag van
mensen met een lage SES:
- Factor 1: “gezondheid wordt binnen de doelgroep als minder belangrijker ervaren” (Inglis,
2005).
- Factor 2: “minder kennis over gezonde voeding door verschillen in opleiding, de mate waarin
mensen toegang hebben tot informatie of effectief met informatie om kunnen gaan” (Kunst
& Mackenbach, 1994).
- Factor 3: “minder sociale steun ervaren voor gezond eetgedrag” (Ball, 2006).
- Factor 4: “de voedselkeuze beïnvloedt het mechanisme van de prijs van gezonde voeding”
(Inglis, 2005)
- Factor 5: “een lagere SES gaat samen met meer negatieve emoties en stress (Ranchor, 2007).
10
Joel Wagenaar
Verzuim
Het verzuim binnen de SW-sector is opnieuw licht gestegen. Een SW-medewerkers meldt zich
gemiddeld 1,8 keer per jaar ziek en verzuimt gemiddeld 30,2 dagen door ziekte. Vergeleken met een
jaar eerder is het verzuim 0,7% gestegen wat blijkt uit de benchmark verzuim van Cedris en SBCM
(Factsheet verzuim, 2019). Vergrijzing speelt hierin een grote rol: het verzuim is hoger onder oudere
medewerkers en inmiddels is bijna 40% van de WSW-doelgroep 55 jaar of ouder. Daarnaast is uit
onderzoek door SBCM gebleken dat overgewicht en ongezonde voeding aantoonbaar gevolgen
hebben op verzuim:
- 10 procent van de jaarlijkse sterfte door hart- en vaatziekten, diabetes en kanker komt door
ongezonde voeding.
- Van het productieverlies door verzuim komt 10 procent voor rekening van werknemers met
overgewicht (zij verzuimen twee keer zo vaak als mensen zonder overgewicht).
- Mensen met overgewicht raken 1,5 tot 2 keer zo vaak arbeidsongeschikt (Voeding
belang/achtergronden, 2018).
De verzuimcijfers en het overgewicht wat twee tot vijfmaal vaker voorkomt bij groepen met een
zwakkere sociaaleconomische status baart de werkgevers steeds meer zorgen. Een aantal jaren
geleden voelden veel werkgevers zich daar niet verantwoordelijk voor.
Tegenwoordig richten SW-bedrijven zich steeds vaker op duurzame inzetbaarheid waarin gezonde
voeding een belangrijker item gaat worden binnen Caparis. Caparis heeft het leefstijlprogramma
Caparis in Beweging, om medewerkers fit een duurzaam aan het werk te houden. Dit is nog een
uniek concept in Nederland.
1.5 Praktijkvraagstuk
Een sociale werkvoorziening als Caparis is meer dan alleen een werkgever. Daarom heeft Caparis al
jaren het programma Caparis In Beweging in samenwerking met Sportstad Heerenveen.
Medewerkers worden via dit programma gestimuleerd aan de slag te gaan met zijn of haar eigen
gezonde leefstijl in wat voor vorm dan ook.
Directeur Caparis – Alex Bonnema; “Langer leven is mooi, gezond langer leven is nog veel mooier.
Gezonder leven kost soms wat moeite. Daarom vind ik het belangrijk dat we daar als Caparis
aandacht aan besteden. Het gezond en vitaal houden van onze medewerkers is een gezamenlijke
verantwoordelijkheid”.
Caparis wil, zonder invloed vanuit het vitaliteitsprogramma van de Friesland, de gezonde kantine
doorvoeren op alle locaties omdat uit intern onderzoek is gebleken dat de huidige kantines binnen
Caparis als ongezond worden verklaard volgens de richtlijnen van het voedingscentrum. Het
management wil de kantine binnen Caparis Leeuwarden dit jaar aanpakken omdat deze kantine de
hoogste urgentie heeft. De kantine is verouderd en meer een cafetaria dan een moderne
bedrijfskantine. Daarnaast is er zoals eerdergenoemd een concrete aanleiding om gezonde voeding
in de SW-sector aan de orde te stellen (Bonnema, 2018). Caparis wil in 2019 komen tot een
implementatieplan en de implementatie van de gezonde kantine binnen Caparis (Lijzenga, 2018).
11
Joel Wagenaar
1.6 Doestelling
Caparis wil in 2019 komen tot een implementatieplan en de implementatie van de gezonde kantine
binnen Caparis. Het is van belang dat er een plan ontwikkeld wordt die aansluit op de behoeften van
de doelgroep om deze vervolgens te implementeren. Het uiteindelijke doel op lange termijn is om
gedragsverandering te creëren binnen de doelgroep, de gezonde kantine gaat hier een rol in spelen
(Lijzenga, 2018).
1.7 Onderzoeksvragen
De projectvraag om het doel te behalen luidt als volgt:
“Op welke wijze kan de gezonde kantine binnen Caparis geïmplementeerd worden?”
Tabel 1: Deelvragen
12
Joel Wagenaar
Figuur 2: Model Planmatige Gezondheidsvoorlichting en Gedragsverandering
I-change model
In de analyse van determinanten van gedrag wordt er gebruik gemaakt van het I-Change model. Bij
het verklaren en in kaart brengen van de motivatie- en gedragsveranderingen worden verschillende
factoren onder de loep genomen. De onder de loep genomen factoren zijn onderverdeeld in
persoonlijke factoren, informatie gerelateerde factoren, bewustzijn, motivatie, intentie,
vaardigheden en barrières (bijlage 6.8).
ANGELO Model
Ongezond eetgedrag heeft zoals eerder aangegeven meerdere oorzaken. Deze worden namelijk
veroorzaakt door complexe interacties tussen verschillende factoren, zoals erfelijke factoren,
omgevingsfactoren en individuele leefstijlfactoren (Snieder, 2008).
Om een beter beeld te krijgen van het eetgedrag en de invloed die de fysieke omgeving heeft op de
werknemers binnen Caparis is het Analysis Grid for Environments Linked to Obesity model (ANGELO-
model) een geschikte theorie om dit na te gaan. Het model wordt ingezet voor het categoriseren van
verschillende omgevingsinvloeden op voeding en gedrag binnen de doelgroep (bijlage 6.9).
13
Joel Wagenaar
2. Methodische aanpak
In dit hoofdstuk worden strategieën, methoden en technieken beschreven die passend zijn bij het
vraagstuk en de beoogde innovatie hiervan. De ondernomen stappen worden beschreven om
inzichtelijk te maken hoe het onderzoek uitgevoerd wordt.
Gedurende het gehele project wordt er een fasering gebruikt van diagnose, ontwerp, implementatie
en evaluatie (Andriessen, 2012). Op basis van de onderzoeksvragen wordt er een onderzoekontwerp
gecreëerd om te komen tot een innovatief beroepsproduct die in de praktijk geïmplementeerd kan
worden.
In figuur 3 is te zien welke vier fases er doorlopen moeten worden om de methodische aanpak tot
uitvoering te laten komen. In elke fase wordt beschreven welke stappen er genomen worden om te
komen tot een overzichtelijk proces.
2.1 Vraagdiagnose
Om een op te leveren product te kunnen vormgeven is een goed onderbouwd onderzoek van groot
belang. De focus ligt hierin op de diagnose fase. De achtergrond, probleemstelling,
literatuuronderzoek, doelstelling en onderzoeksvraag worden in de diagnose besproken, deze is
reeds besproken in hoofdstuk 1. Hieronder volgt nog wel een uitgeschreven stappenplan binnen de
fasering.
14
Joel Wagenaar
2.1.2 Stap 2 - Praktijkvraagstuk
De probleemstelling is voorafgaande het onderzoek nadrukkelijk besproken en is gebaseerd op
analyse en ervaringen binnen Caparis. Het werd duidelijk dat er een concrete aanleiding is om het
thema voeding binnen de organisatie op de kaart te zetten. De kantine binnen Caparis Leeuwarden
voldoet niet aan de richtlijnen en is meer een cafetaria dan bedrijfskantine. Het doel is dan ook om
een implementatieplan voor de gezonde kantine vorm te geven aan de hand van de behoeften van
de ze werknemers en deze ook te implementeren.
2.2 Ontwerp
Op basis van de vraagdiagnose wordt er een ontwerponderzoek uitgevoerd om te komen tot een
prototype die in de loop van het jaar geïmplementeerd kan worden binnen Caparis. Tijdens de
ontwerpfase wordt duidelijk op welke wijze het onderzoek wordt uitgevoerd. De onderzoekopzet,
methoden, kwantitatief en kwalitatief onderzoek en resultaten worden besproken in deze fase.
15
Joel Wagenaar
Onderzoekspopulatie
Om een beter beeld krijgen van de werknemers binnen Caparis is er een enquête afgenomen onder
de ambtelijk medewerkers binnen Caparis. Het gaat hier om medewerkers die een kantoorbaan
vervullen. De enquête is door 51 werknemers (n=51) volledig ingevuld. De vragen die gesteld zijn
gingen over de medewerkers van Caparis binnen de SW-sector. Onderwerpen die tijdens de enquête
aanbod kwamen: geslacht, leeftijd, aspecten van communicatie, gewenste manier van
communiceren, voorkomende diagnoses/indicaties en de eigenschappen van een goede begeleider
(zie bijlage 8.1).
Meetinstrument
Om een beter beeld van de doelgroep te krijgen is er door Caparis een vragenlijst ontworpen (bijlage
8.1) waarin verschillende onderwerpen aanbod komen, deze onderwerpen zijn hierboven reeds
besproken. De uitkomsten hebben betrekking op de medewerkers binnen Caparis
Procedures
De onderzoekspopulatie bestaat uit ambtelijk medewerkers binnen Caparis. Voor de doelgroep
analyse zijn respondenten via de mail benaderd. Voor het beantwoorden van de digitale enquête
hadden zij 3 weken de tijd.
De onderzoekspopulatie voor de behoefteanalyse bestond uit medewerkers binnen Caparis. Zij zijn
persoonlijk benaderd op de werkvloer of tijdens sportmomenten, zij hadden de mogelijkheid om
onder begeleiding de enquête in te vullen.
Data-analyse
Om de kwantitatieve data te analyseren is er gebruik gemaakt van het programma Survio. Dit
programma biedt de mogelijkheid om uitkomsten overzichtelijk te analyseren te presenteren (Survio,
2018).
16
Joel Wagenaar
vormen de rode draad van het interview. De gebruikte literatuur is reeds besproken in het
theoretisch kader.
Onderzoekspopulatie
De interviews zijn afgenomen bij werkleiders binnen Caparis. Aan de interviews hebben 4
werkleiders (n=4) deelgenomen. De werkleiders zien de medewerkers dagelijks en kennen de
medewerker goed. De werkleider begeleidt de medewerker en helpt hem of haar om te gaan met
zijn of haar beperking(en). De interviews hadden een gemiddelde duur van 45 minuten.
Data verzameling
Om de gesprekken zo vloeiend mogelijk te laten verlopen is er tijdens de interviews gebruik gemaakt
van een recorder. Tijdens de interviews kon de interviewer zich volledig op de respondent richten.
Op deze manier is er geprobeerd belangrijke onderwerpen niet voorbij te laten gaan door randzaken.
De interviewer had alle tijd op door te vragen en er echt een gesprek van te maken, wat de
betrouwbaarheid en validiteit te goed komt (Baarda & hulst, 2017).
Data-analyse
De interviews zijn van tevoren gedeeltelijk opgesteld. Tijdens het interview kon de interviewer dieper
in gaan op bepaalde onderwerpen door verdiepingsvragen te stellen. Na afloop van het interview zijn
de audiofragmenten getranscribeerd om vervolgens de onderwerpen te kunnen coderen en
analyseren. De audio fragmenten zijn alleen door de interviewer beluisterd.
25
20
15
10
17
Joel Wagenaar
Communicatie
Communicatie is een belangrijk aspect wanneer je leidinggeeft of veel in contact komt met deze
doelgroep binnen een SW-bedrijf. Ook voor het onderzoek kan dit dus van groot belang zijn. De
respondenten geven aan dat duidelijkheid het meest belangrijk is in de communicatie met de
doelgroep. Daarnaast wordt structuur, stabiele omgeving, eenvoud, positieve benadering, herhaling
en goed luisteren ook in meerdere mate belangrijk gevonden. Ook geven zij aan dat de manier van
communiceren via mondelinge communicatie, papier, een persoonlijk gesprek, 1 op 1 of via zijn of
haar werkleiding het meest geschikt is.
Indicaties
Binnen een SW-bedrijf werk je samen met een bijzondere doelgroep die allemaal een afstand
hebben tot de normale arbeidsmarkt. Voor leidinggevenden en mensen die in contact komen met de
werknemers is het handig te weten welke diagnoses en indicaties voorkomen bij de werknemers. De
antwoorden op deze vraag worden in onderstaande tabel weer gegeven. In de tabel is zien dat de
respondenten te maken hebben met 22 voorkomende diagnoses/indicaties onder de doelgroep.
Diagnoses/indicaties die het minst voorkomen zijn dementie, osteoporose en Syndroom van Down.
100%
90%
Percentage (%)
80%
70%
60%
50%
40%
30%
20%
10%
0%
Tegenslagen
Binnen deze complexe doelgroep waarin veel verschillende typen mensen met verschillende
diagnoses/indicaties werkzaam zijn kan het voordelen opleveren als je als werknemer weet hoe je
goed kan begeleiden tijdens tegenslagen. Voorbeelden van tegenslagen binnen de doelgroep kunnen
zijn: sportmoment gaat niet door, snacks zijn op, werknemer krijgt een andere werkplek of een
afspraak die niet door gaat. Zo zijn er nog veel voorbeelden op te noemen. De respondenten geven
aan dat het niet veel uitmaakt via wie het contact komt, persoonlijk of werkleider. De manier waarop
kan wel gevolgen hebben in de reactie van de werknemer. De onderstaande tabel geeft aan dat de
volgende punten als belangrijk worden beschouwd: tijd nemen voor de communicatie, op tijd
communiceren, de reden vertellen, een alternatief aanbieden, eerlijk en open zijn en duidelijkheid.
18
Joel Wagenaar
op papier open
begrip tonen 3% 6%
optijd 5% direct
communicere 3%
n eerlij
10% k
8%
tijd nemen
voor de
communicatie
10% duidelijk
18%
luisterend oor
3%
alternatief
reden
aanbieden
vertellen
heldere 11%
15%
afspraken tegenslag
maken voorkomen
3% 5%
Figuur 6: Aspecten begeleiding bij tegenslagen
Wat is gezond?
Tijdens de enquête zijn zes vragen gesteld waarin de deelnemers een keuze konden maken welk
product gezond is. Door middel van afbeeldingen en tekst is de vraag makkelijker te interpreteren,
deze zijn staan in bijlage 8.2. De volgende vragen “wat is gezond?” zijn gesteld:
In de figuur hieronder weergegeven is te zien dat de meerderheid de juiste producten als gezond
heeft beschouwd. Toch waren er ook deelnemers die een bolletje gehaktbal mayonaise gezonder
achten dan een salade, een deelnemer die een gehaktbal mayonaise gezonder beschouwd dan een
frisse salade en 30% van de deelnemers Optimel yoghurtdrank gezonder inschat dan water met
ingedompeld fruit.
19
Joel Wagenaar
Gezond Ongezond
100,00%
80,00%
60,00%
40,00%
20,00%
0,00%
Vraag 1 Vraag 2 Vraag 3 Vraag 4 Vraag 5 Vraag 6
70% van de deelnemers zegt gezond eten ‘belangrijk’ te vinden, 20% vindt gezond eten ‘soms
belangrijk’ en 10% geeft aan ‘ja, maar ik weet niet hoe’. Daarnaast vindt 65% van de deelnemers dat
hij/zij gezond eet.
Groente en fruit
Uit de vragenlijst is naar voren gekomen dat minimaal 60% van de deelnemers elke dag groente en
fruit eten. 20% van de deelnemers zegt ‘soms’ elke dag groente en fruit te eten. Ook geven meerdere
deelnemers aan niet elke dag of nooit groente en fruit tot zich te nemen. Uit observaties en
gesprekken is naar voren gekomen dat er in de kantine bijna geen groente of fruit verkocht of
genuttigd worden. Daarentegen wordt er op de jaarlijkse Caparis sportdag gratis fruit aangeboden en
blijft er niks over.
Kantine
In de kantine eet meer dan de helft van de deelnemers zijn/haar eigen eten of koopt een kop soep.
Een kleine 10% koopt wel eens een broodje gezond en er zijn geen deelnemers die wel eens een
broodje gezond eten vanuit de kantine. Iets minder dan de helft van de deelnemers, 45%, zegt ook
een ongezonde snack te eten in de kantine, namelijk: kroketten, frikandellen, gehaktstaaf,
saucijzenbroodje, kaasbroodje, tosti met saus een gehaktbal, broodje rookworst of anders. Meer dan
de helft van de deelnemers vindt dat je te weinig gezond kan eten vanuit de kantine, 20% geeft aan
dat er teveel ongezond eten verkrijgbaar is. Ook geven deelnemers aan dat er te weinig gezonde
producten verkrijgbaar zijn, slecht 35% zegt gezond te kunnen eten op het werk. Bij de vraag of ze
hulp willen bij gezonder eten blijft de uitkomst gelijkwaardig, meer dan 60% geeft wel aan dat
Caparis meer aandacht moet besteden aan gezond voeding in het bedrijf.
20
Joel Wagenaar
Programma’s/activiteiten
Figuur 7 geeft aan welke programma’s of activiteiten de deelnemers voor openstaan. Meer dan 60%
geeft aan interesse te hebben in gratis fruit binnen het bedrijf. Meer dan 50% ziet graag de gezonde
producten goedkoper worden dan de ongezonde producten, meer dan 50% wil een
groter/aantrekkelijker aanbod gezonde voeding binnen de kantine van Caparis en bijna 50% wil graag
informatie over gezonde voeding ontvangen.
Iets minder dan 25% ziet de snoep- en frisdrankautomaten graag verdwijnen binnen het bedrijf en
25% zou graag begeleiding willen bij afvallen. Meer dan 40% van de deelnemers wil graag dat
ongezonde snacks niet meer zo makkelijk verkrijgbaar zijn en alleen nog maar op bestelling te
verkrijgen is.
Eetgedrag
Bevindingen: Uit alle interviews is gebleken dat het eet- en drinkgedrag bij werknemers over het
algemeen heel ongezond is. De werknemers eten wisselend en missen variatie. Er is een bepaalde
groep die structureel eten van thuis meeneemt, en een groot gedeelte die een of meerdere
ongezonde snacks nuttigen vanuit de kantine. Het zijn vaak dezelfde mensen die dagelijks een
ongezond snack halen. Er is een duidelijk verschil te zien tussen het eetpatroon van een ambtelijk
medewerker (kantoor) en die van andere medewerkers. Tussen de middag wordt er veel ongezonde
frisdrank verkocht. Veel medewerkers volgen een dieetprogramma maar het lukt hen niet van de
ongezonde snacks en sapjes af te blijven.
21
Joel Wagenaar
Opvallende uitspraken:
- “Er zijn meerdere mensen die gewoon twee gehaktballen met saus wegwerken in de pauze.
Het lijkt wel of er geen rem op zit”.
- “Als er ’s ochtends om acht uur de eerste kroketten in de oven staan voor de mensen die bij
de koffie al een kroket willen hebben dan moet je je afvragen of dat een goede zaak is.
Daarnaast worden er bij de koffie al heel veel tosti’s gegeten”.
- “Iemand met autisme waarbij je eetgedrag wil veranderen moet je in mijn optiek verkeerde
prikkels wegnemen. Wanneer zij een gehaktbal zien en denken: oh dat vind ik lekker, dan
nemen ze dat. Ze kunnen niet de beslissing maken dat het onverantwoord is, het is meer een
gewoonte”.
Opvallende uitspraken:
- “Er zijn medewerkers die weten dat ze te zwaar zijn en graag willen afvallen. Deze
medewerkers sporten ook via Caparis, maar als ze daarna in de pauze wel een ongezonde
snack eten dan heet het natuurlijk weinig zin”.
- “Ik denk dat de meerderheid niet dit vermogen heeft. Er zijn bijvoorbeeld heel veel
medewerkers die bij een diëtist lopen, en er zijn maar weinig medewerkers die uit de voeten
kunnen met het verhaal van een diëtist, dus ben je in mijn ogen weer terug bij af. Voorbeeld:
er was een medewerkers die bij mij kwam en aangaf dat hij tijdens een spannende film
absoluut niet meer aan roken dacht, en daarbij gaf hij aan nu alleen nog maar tijdens de
reclames te roken. Je weet hoeveel en hoelang reclames voorbijkomen, ze hebben het besef
niet, niet de juiste kennis en het vaak het vermogen ook niet”.
- “De ongezonde producten zijn hier goedkoper dan de gezonde producten. Het hoeft ook niet
om te draaien, ik denk niet dat het veel uitmaakt. De mensen hebben niet zoveel besef van
geld, ja totdat ze niet zoveel meer hebben. Die snack blijven ze toch wel kopen, dat geldt ook
voor bijvoorbeeld roken. Het is bijna niet te betalen maar toch roken er zoveel mensen. In
mijn ogen moeten de ongezonde snacks er gewoon uit”.
22
Joel Wagenaar
- “Groepsdruk is er altijd binnen deze doelgroep. Maar dat is er zowel positief als negatief. Of
je neemt iemand mee in je gezonde keuze of ze durven bijvoorbeeld geen ‘nee’ te zeggen bij
een traktatie. Vanuit huis denk ik dat dit wel meer speelt”.
- “En ze zitten in hetzelfde kringetje met familie en kennis die ook uit dit milieu komen dus veel
betere voorbeelden krijgen ze ook niet”.
- “Sommigen werknemers die zijn met afvallen bezig en hebben daar ook hulp bij, maar vaak is
de verleiding toch te groot en snacken ze wel. Wanneer je ze er dan op aanspreekt dan krijg ik
vaak excuses te horen. De drang is volgens mij dan te groot”.
Opvallende uitspraken:
- “Ik denk dat Caparis veer meer kan doen aan promotie etc. Veel meer in de richting van het
interactieve, iets wat aansluit op de doelgroep. Door bijvoorbeeld een tv waar verschillenden
onderwerpen op getoond worden. Het weer, nieuw, gezonde voeding, aanbiedingen, etc.”
- “Ik denk dat er veel meer gedaan kan worden aan aankleding, promotie, voorlichting en
communicatie, zowel binnen als buiten de kantine. Flyers, posters, buttons, noem maar op”.
Intentie
Bevindingen: Binnen Caparis zitten veel medewerkers die vallen onder verschillende risicogroepen.
Omtrent voeding is het belangrijk dat er zoveel mogelijk mensen aangesproken worden maar wel
binnen de juiste risicogroep en fase waarin zij zich bevinden.
Opvallende uitspraken:
Vaardigheden
Bevindingen: over het algemeen hebben de medewerkers niet de capaciteiten om gezond eetgedrag
uit te voeren. Binnen Caparis zit een hele grote groep medewerkers die niet de overweging kunnen
maken of de voeding die ze nemen verantwoord is. Er wordt meestal besloten omdat ze iets lekker
vinden, een gewoonte of makkelijk verkrijgbaar is.
Opvallende uitspraken:
- “Er zitten mensen tussen die thuis alleen maar tosti’s eten. Zij hebben dit nooit geleerd,
kiezen de makkelijke weg omdat ze iets lekker vinden, er is geen controle in hun sociale
omgeving, noem maar op. De meeste medewerkers die in de kantine iets kopen nemen
impulsieve beslissingen en hebben niet het vermogen bewust voor iets gezonds te kiezen”.
- “Een van de oorzaken van het ongezonde gedrag is denk ik wel de opvoeding. Gemakzucht.
Ze weten niet beter dan dit en ook niet de vaardigheden om het anders te doen”.
23
Joel Wagenaar
- “Er zijn medewerkers die bij een diëtiste lopen en te horen krijgen wat ze moeten veranderen.
Maar ze hebben dan niet het vermogen om dingen te herkennen en op basis daarvan
aanpassingen te gaan doen”.
Barrières
Bevindingen: volgens de respondenten zijn er te veel barrières binnen de kantine van Caparis. Er ligt
te veel ongezonde voeding en het is bovendien heel erg makkelijk te verkrijgen. Daarnaast worden
de gezonde producten als te duur beschouwd.
Opvallende uitspraken:
- Het liefst verkoop ik geen ongezonde snacks, maar dan krijg ik wel trammelant met Beyk,
want daar zit wel de omzet in”.
- De kantine in Drachten moet vanuit Beyk wel winst maken, dit zie je overigens ook terug in de
prijzen ten opzichte van andere vestigingen binnen Caparis”.
- “De ongezonde producten zijn over het algemeen goedkoper, dit speelt voor deze doelgroep
ook heel erg mee”.
Omgevingsdeterminanten
Bevindingen: de fysieke omgeving binnen Caparis biedt onvoldoende mogelijkheden om gezond
gedrag te vertonen en in ieder geval nog te veel mogelijkheden om ongezond gedrag te vertonen. De
kantine staat hier centraal in. Te groot ongezond aanbod wat gemakkelijk verkrijgbaar is. Een
voorbeeld hiervan is dat ongezonde voeding beschikbaar is en klaar om te consumeren, vaak even
duur of zelfs goedkoper is dan gezonde voeding. Daarnaast komen de medewerkers vaak uit een
sociale omgeving met een lage sociale economische status waarin zij niet gestimuleerd worden. In
het onderstaande schema wordt aan de hand van het ANGELO-model beschreven welke
constateringen er gedaan zijn.
Niveau Type
Micro, meso een Fysiek Economisch Politiek Sociaal-cultureel
macro
Lage SES Sociale Laag inkomen Beleid Cultuur en opvoeding
werkvoorziening Sociale steun
Werk Beschikbaarheid Ongezonde voeding Beleid Gemakzucht
gezonde voeding goedkoper Lage betrokkenheid
Ongezonde voeding werkleiders
makkelijk te verkrijgen
24
Joel Wagenaar
Overige onderwerpen
Stapsgewijs
Bevindingen: uit alle interviews is gebleken dat een implementatie van de gezonde kantine
stapsgewijs ingevoerd moet worden. Dit om de mate van verandering op korte termijn zo min
mogelijk belastend te laten ervaren. Uiteindelijk zien de respondenten het liefst alle ongezonde
voeding uit de kantine en binnen Caparis verdwijnen. Ze vragen zich af of Caparis ongezonde voeding
moet willen faciliteren binnen deze doelgroep.
Beleid
Bevindingen: uit alle interviews is gebleken dat er een duidelijk voedings-beleid moet komen binnen
Caparis. Een beleid die vanuit die top tot aan de onderste laag wordt uitgedragen.
Opvallende uitspraken:
- “Structuur en duidelijkheid zijn binnen deze doelgroep sowieso heel belangrijk. Het geeft de
mensen rust en kunnen zich dan ook voorbereiden op bepaalde zaken. Daarnaast vind ik dat
Caparis de verantwoordelijkheid neemt en beslissingen moet gaan nemen in het kantine
aanbod en structureel gezondere voeding aan gaat bieden”.
Gemakzucht
Bevindingen: de meeste mensen kiezen voor de makkelijke weg. De mensen weten niet beter en
hebben niet de capaciteiten om anders te doen.
Opvallende uitspraken:
- “We hebben een hele luxe kantine waarin van alles verkrijgbaar is, de mensen hoeven in
principe ook geen eten van thuis mee te nemen. Op deze manier creëer je in mijn ogen ook
gemakzucht. De mensen zijn er op deze manier ook minder mee bezig en minder bewust van
denk ik, lekker makkelijk. De meeste medewerkers komen van bed, trekken hun kleren aan en
gaan naar het werk”.
Uit de resultaten blijkt dat een groot deel van de werknemers niet het vermogen en de capaciteiten
hebben om gezond (eet) gedrag uit te voeren. Het is dus noodzakelijk om daar met de doelgroep
mee aan de slag te gaan. Er is gekozen om voor de gehele doelgroep activiteiten te koppelen aan
persoonlijke intenties. Zo krijgen intrinsiek gemotiveerde werknemers de kans om door middel van
een workshopreeks ‘zelfregulatie’ zichzelf te ontwikkelen. Voor minder gemotiveerde werknemers
zal de aanpak meer terug te vinden zijn binnen de kantine, die stapsgewijs veranderd wordt tot een
‘gezonde kantine’ waarin op lange termijn veertien strategieën worden toegepast. Daarnaast is er
voor alle werkleiders een informatie toolbox ontworpen die het draagvlak binnen Caparis zal moeten
verhogen en de verandervisie zal communiceren naar werknemers. Op deze manier worden de
verschillende groepen, van innovators tot laggards, binnen Caparis in het adoptieproces van de
gezonde kantine meegenomen (Adoptiemodel Rogers, 2018).
25
Joel Wagenaar
Hieronder is allereerst een opsomming van de onderzoeksresultaten te lezen en daaropvolgend de
gemaakte keuze in veranderbare determinanten. Daarnaast zijn de methodieken, instrumenten en
implementatieactiviteiten weergegeven.
Opsomming onderzoeksresultaten:
- Werknemers hebben moeite met tegenslagen, de juiste communicatie is zeer belangrijk.
- De kantine is een obesogene omgeving waarin ongezonde voeding makkelijk verkrijgbaar is.
- Beschikbaarheid gezonde voeding onder de maat.
- Werknemer beschikt over te weinig kennis en ziet geen aanleiding tot actie.
- Werknemer vaak negatief over verandering, negatieve sociale invloed.
- Weinig promotieactiviteiten omtrent gezond gedrag.
- Werknemers hebben moeite met zelfregulatie en missen praktische vaardigheden.
- Veel barrières in plaats, - prijs, - en productkeuze om gezond gedrag uit te voeren.
- Geen stimulatie in fysieke en sociale omgeving (thuis, werk).
Informatie toolbox
Dit is een toolbox voor medewerkers met een leidinggevende functie binnen Caparis. In deze toolbox
bevinden zich voorwerpen die bijdragen aan het vergroten van het draagvlak omtrent gezonde
voeding. Daarnaast bevinden er in deze toolbox voorwerpen die bij kunnen dragen aan
bewustwording en toename van gezonde voeding binnen Caparis.
26
Joel Wagenaar
Veertien strategieën
In de uitvoering van het jaarplan in het implementatieplan worden veertien strategieën ingezet om
impact te creëren binnen de kantine van Caparis. In het onderzoek ‘Het gezonde bedrijfsrestaurant’,
uitgevoerd door Veneca (Vereniging Nederlandse Cateringorganisaties en Vrije Universiteit
Amsterdam, zijn deze strategieën uitvoerig getest en positief bevonden. De strategieën zijn in lijn
met de Richtlijnen Gezondere Kantines van het Voedingscentrum geformuleerd (Voedingscentrum,
2017) en worden in figuur 10 overzichtelijk beschreven. Concrete acties per strategie zijn beschreven
in het implementatieplan.
Zelfregulatie: de mate waarin iemand zijn eigen gedachte, gevoelens en gedrag kan beïnvloeden om
ze een doel, dat in de toekomst ligt, te bereiken.
Voor de workshop zelfregulatie wordt er gebruik gemaakt van de interventie Goalkeeper. Goalkeeper
is een methode voor het stimuleren van zelfregulatie en leefstijl waarin de doelgroep meerdere
weken achter elkaar werkt aan vaardigheden van zelfregulatie. Zelfregulatie is van groot belang bij
het ontwikkelen en behouden van een gezonde leefstijl op de lange termijn. Het opstellen van een
doel is niet domein gebonden en toepasbaar in wat voor situatie dan ook. Tijdens de interventie
staat het werken aan vaardigheden centraal, hierbij wordt gebruik gemaakt van de Cyclus van
zelfregulatie die de vaardigheden in figuur 11 beschrijft (Toering & Jonker, 2011).
27
Joel Wagenaar
Figuur 11: Cyclus van zelfregulatie
Kotter
Om de veranderingen binnen Caparis succesvol te implementeren wordt er gebruik gemaakt van de
acht veranderstappen van Kotter en het stappenplan vanuit het voedingscentrum. Er is gekozen voor
een mix van beide omdat deze veel overeenkomsten hebben en elkaar versterken. Er is gekeken naar
de behoeften en op basis hiervan is er een stappenplan opgesteld die past binnen Caparis. Het
stappenplan biedt structuur en zorgt voor het bereiken van doelen.
Stappenplan:
1. Creëer draagvlak
2. Analyseer de huidige situatie en begin klein
3. Realiseer korte termijn resultaten
4. Uitvoering jaarplan
5. Evalueren
6. Opnemen in beleid
2.3. Implementatie
Het eerder beschreven concept plan is gedeeltelijk geïmplementeerd. In 2.3.1 volgt een verslag.
Daarnaast is de implementatie geëvalueerd en beschreven in 2.2.9.
28
Joel Wagenaar
2.3.2 Stap 10 - Evaluatie
Aan de hand van gespreksvoering, observaties en monitoring is de uitvoering van
implementatieactiviteiten geëvalueerd.
De eerste stappen richting de implementatie van de gezonde kantine zijn gemaakt. Vooral door
middel van de informatie toolbox is er een grote stap gezet in het creëren van draagvlak,
communiceren van verandervisie binnen de organisatie en het urgentiebesef verhogen. De eerste
vier strategieën die geïmplementeerd zijn hebben deels een positieve invloed gehad. De activiteiten
zullen nog beter voorbereidt moeten worden om de implementatie voor werknemers zo makkelijk
mogelijk te maken. Een voorbeeld hiervan is: het begeleiden van kantinemedewerkers in het
klaarmaken van gesneden fruit waardoor het fruit niet te klein gesneden wordt.
Vier strategieën
De kantine binnen Caparis is gestart met de verkoop van gesneden fruit. Dit is drie weken lang getest
en wekelijks de beschikbaarheid toegenomen, per week werd er steeds meer verkocht. Daarnaast is
de kantine gestart met het beschikbaar stellen van gratis fruitwater. Dit is positief ontvangen binnen
de organisatie en de afname was dan ook positief. De overige strategieën zijn op dit moment moeilijk
haalbaar in verband met de inrichting van de huidige kantine en de toekomstige inrichting van de
nieuwe keuken.
Informatie toolbox
De informatie toolboxen zijn verspreid over werkleiders op verschillende afdelingen. Op langere
termijn moet duidelijk worden welke impact de toolbox heeft gerealiseerd onder werkleiders en
werknemers, de eerste reacties zijn positief.
Workshop
De eerste reeks lessen van de workshop zelfregulatie hebben plaatsgevonden en hadden direct
impact op deelnemende werknemers. Er is op korte termijn voornamelijk bewustwording gecreëerd
en zijn de deelnemers aan de slag gegaan met het plannen, reflecteren, monitoren en evalueren van
een persoonlijk gezondheidsdoel. Op lange termijn moet duidelijk worden of er ontwikkeling van
vaardigheden heeft plaatsgevonden.
29
Joel Wagenaar
3. Conclusie en aanbevelingen
Om tot (gedrag) (s) verandering en de implementatie van de gezonde kantine te komen binnen
Caparis, middels het gebruik van het ontworpen implementatieplan zijn er een aantal adviezen
geformuleerd die extra aandacht verdienen tijdens de implementatie op korte en lange termijn.
Daarnaast wordt de effectiviteit en impact besproken.
Advies 1: werkprocessen
Werkprocessen zijn binnen Caparis heel belangrijk omdat de doelgroep moeite heeft met
verandering. Door de implementatie van de gezonde kantine gaan er aantal punten veranderen voor
kantinemedewerkers. Uit observaties en ervaringen kan geconcludeerd worden dat de voorbereiding
van een implementatieactiviteit essentieel is voor kantinemedewerkers. Begeleiding en wellicht
training van personeel voor optimale uitvoerbaarheid op lang termijn binnen de implementatie zijn
van groot belang.
Advies 2: gezondheidsbeleid
Caparis wordt geadviseerd om de gezonde kantine op te nemen in het voedingsbeleid van de
organisatie. Waarin missie, visie en doelstellingen geformuleerd worden en inzichtelijk worden
gemaakt voor de hele organisatie. Evaluatie van implementatieactiviteiten is van groot belang om
verandering te bewerkstelligen. Daarnaast is het van belang om concrete afspraken te maken
omtrent voedingsbeleid en wat wel of niet genuttigd mag worden binnen het bedrijf. Denk hierbij
aan de viskraam of cafetaria.
Advies 3: voorbeeldfunctie
Werkleiders hebben binnen de organisatie een voorbeeldfunctie en vormen een belangrijke schakel
in een proces van verandering. Het is daarom van groot belang dat er bewustwording wordt
gecreëerd onder werkleiders t.a.v. uitstraling gezond gedrag.
Advies 4: workshops
De workshops hebben een positieve invloed gehad op werknemers. Er is onder andere gewerkt aan
het creëren van bewustwordingen en het (door) ontwikkelen van vaardigheden omtrent gezond
gedrag. Op korte termijn heeft dit aantoonbaar resultaat opgeleverd. Om ook op lange termijn
verandering te kunnen bewerkstelligen is het van belang dat de workshop uitgevoerd blijven worden.
30
Joel Wagenaar
4. Literatuur
(2010). Brochure Caparis In Beweging. Drachten, Friesland.
(2017). Opgehaald van Loketgezondleven: https://www.loketgezondleven.nl/gezonde-
gemeente/overgewicht/cijfers-en-feiten-overgewicht
Adoptiemodel Rogers. (2018). Opgehaald van Strategischmarketingplan.com:
https://www.strategischmarketingplan.com/marketingmodellen/adoptiemodel-van-rogers/
Andriessen. (2012). Handboek praktijkgericht onderzoek.
Baarda, & hulst, v. d. (2017). Basisboek interviewen.
Baart, P. (2007). 'De 7 stappen naar gezondheidsmanagement'. In T. Raaijmakers, Gezond
management.
Ball, K. (2006). 'Socio-economic inequalities in womens fruit and vegatable intakes. Public Health
Nutrition, 623-630.
Bonnema, A. (2018, september 19). Op naar een vitaal Caparis. Drachten.
Brug, J. v. (2012). Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering: een planmatige aanpak. Assen:
Van Gorcum.
Davey Smith, G., & Brunner, E. (1997). 'Socio-economic differentials in health: The role of nutrition'.
Proceedings of the Nutrition Society.
De Mul, A. (2009). Prijs als factor in voedingskeuze. Een onderzoek naar de rol van prijs in
voedingskeuze en de mogelijkheden van prijsmaatregelen om gezonder voedingsgedrag te
stimuleren.
De Vries, H. (2004). Integrated - Change model.
Diensten Caparis. (2018, September 12). Opgehaald van http://www.caparis.nl/diensten.html
Dijkstra, K. (2018, Oktober).
(2011). Eet je gezond.
Factsheet verzuim. (2019). Opgehaald van SBCM: https://www.sbcm.nl/actueel/2019/benchmark-
2018-verzuim-sw-blijft-stijgen
Goalkeeper! (2018). Opgehaald van Hanzehogeschool: assets/kc-
cares/sportwetenschap/Documents/Public/Goalkeerp%20docentenhandleiding%201207201
8.pdf
Goalkeeper! (2018). Opgehaald van Hanzehogeschool: assets/kc-
cares/sportwetenschap/Documents/Public/Goalkeerp%20docentenhandleiding%201207201
8.pdf
Grijns, C., & Rooijen, P. (2005). Fris en fit in de Sociale Werkvoorziening.
Hazenberg, L. (2018, September).
Hulshof, K. (2003). "Socio-economic status, dietary intake and 10y trends: the Dutch National Food
Consumption. Eetgewoonten van laagopgeleiden.
Inglis, V. (2005). 'Why do women of low socio-economic status have poor dietary behaviours than
women of higher socioeconomic status? Appetite 45, 334-343.
Kunst, A., & Mackenbach, J. (1994). Measuring Socio-economic Inqualities in Health. World Health
Organization.
Lijzenga, A. (2018, September).
Over Caparis. (2018, September 12). Opgehaald van http://www.caparis.nl/over-caparis.html
Participatiewet. (2018). Opgehaald van Rijksoverheid:
https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/participatiewet/gevolgen-participatiewet
Ranchor, A. (2007). Zijn er verschillen naar sociaaleconomische status? TVT, Nationaal Kompas
Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM.
Rijksoverheid. (2017). WSW Statistiek.
Rijksoverheid. (2018). Opgehaald van Rijksoverheid:
https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/overgewicht/overgewicht-terugdringen
Saunders, M. (2008). Methoden en technieken. Pearson Benelux B.V.
31
Joel Wagenaar
Snieder, H. (2008, april 15). Over Genen,Geluk en Gezondheid. Opgehaald van www.rug.nl:
https://www.rug.nl/research/epidemiology/oratieharold.pdf
Sociaaleconomische gezondsheidsverschillen. (2014, septmeber). Opgehaald van Pharos:
http://www.pharos.nl/documents/doc/factsheet_sociaal_economische_gezondheidsverschil
len.pdf
Survio. (2018). Opgehaald van www.survio.com/nl
Swinburn. (1999). Analysis Grid for Enviroments Linked to Obesity. (ANGELO).
Toering, & Jonker. (2011).
Velema, M. L., Vyth, D. i., & Steenhuis, P. d. (2018). Hoe verleidt u tot gezonde keuzes in het
bedrijfsrestaurant? Gorinchem.
Voeding belang/achtergronden. (2018). Opgehaald van SBCM:
https://bravo.sbcm.nl/voeding/belangachtergronden/
Voedingscentrum. (2017, April). Factsheet Richtlijnen Gezondere kantines. Opgehaald van
https://issuu.com/voedingscentrum/docs/factsheet_richtlijnen_gezondere_kan/2?ff&e=122
2161/30844041
Vroegindewey, M. (2009). De Sociale werkvoorziening in Nederland. Opgehaald van Historien:
http://www.historien.nl/de-sociale-werkvoorziening-in-nederland/
Wynne, R. G. (1996). 'A manual fo promoting health activity at work. Dublin: Work Research Centre.
32
Joel Wagenaar
0
1
2
3
4
5
6
0
5
10
15
20
25
Caparis in Beweging
Vraag 3
Vraag 2
Vraag 1
HRM
Grafische
Joel Wagenaar
5. Bijlagen
Beschermd Werken
Groen
Bedrijfsbureau
Foodpack
Montage
Caparis centraal
Schoonmaak
Kwekerij
Man
OFB
STREAM
5.1 Enquete doelgroep analyse (deelvraag 1)
Centraal…
Vrouw
Financiele administratie
X
Multipack
Wat is u functie?
Wat is u geslacht?
Tabak
Technische dienst
Gesloten food
Wetterskip fryslan
Op welke afdeling bent u werkzaam?
Groepsdeta Post nl
Magazijn foodpack
Elektro
Concern
Business post
Open Food A
Doppenbaan/frozenfood
33
Vraag 4
Wat is u leeftijd?
Vraag 5
Vraag 6
Communicatie
34
Joel Wagenaar
Vraag 7
70%
60%
50%
40%
30%
20%
10%
0%
Vraag 8
60,0
50,0
40,0
30,0
20,0
10,0
0,0
35
Joel Wagenaar
Vraag 9
Persoonlijk Werkleider
Vraag 10
DEEL 2
op papier open
begrip tonen
3% 6% direct
5%
optijd 3%
communiceren eerlijk
10% 8%
luisterend oor
3%
reden vertellen
15% alternatief
heldere afspraken tegenslag aanbieden
maken voorkomen 11%
3% 5%
36
Joel Wagenaar
5.2 Vragenlijst/nulmeting behoefte onderzoek onder werknemers (deelvraag 2)
37
Joel Wagenaar
38
Joel Wagenaar
39
Joel Wagenaar
40
Joel Wagenaar
41
Joel Wagenaar
42
Joel Wagenaar
5.3 Uitgeschreven interview 1
1. Wat vind je over het algemeen van het eetgedrag van medewerkers binnen Caparis?
Het eetgedrag binnen Caparis is heel wisselend. Er zijn medewerkers die elke dag hun eigen
broodtrommel meenemen, maar er zijn ook medewerkers die elke dag vanuit de kantine eten en niet
de moeite nemen om thuis al hun eten voor te bereiden.
Hoe liggen deze verhoudingen onder de medewerkers? 50/50?
Ongeveer 25% haalt hun eten in de kantine en 75% neemt zijn/haar eigen eten mee.
Denk je dat op dit vlak ook verschillen zitten in de verschillende vestigingen?
Daar heb ik helaas geen zicht op.
Zit er ook verschil in producten wat van thuis mee komt of uit de kantine?
Vanuit thuis nemen de meeste mensen denk ik wel hun eigen brood mee en dus geen gehaktbal of
ongezonde snack, dit is in de kantine natuurlijk wel verkrijgbaar. Ik zie vooral dat dezelfde mensen
altijd een ongezonde snack nemen en kiezen voor de makkelijke weg en een groep die altijd trouw
hun eigen broodtrommel mee neemt.
Neemt die 75% bewust hun eigen broodtrommel mee?
Ik weet niet of dat bewust gebeurd, maar ik sluit niet uit dat daar ook wel eens een ongezonde snack
in zit.
Op de meeste vestigingen staan ook snoep/frisdrank automaten, wordt daar ook gebruik van
gemaakt?
Ja dat klopt, die staan hier ook. Daar wordt echt veel gebruik van gemaakt.
Wat vind je daarvan?
Dat vind ik lastig, aan de ene kant vind ik het een eigen keuze van de medewerkers. Maar aan de
andere kant vraag ik mij af of je daar als bedrijf zijnde wel in moet faciliteren. En als je het niet doet
nemen ze het waarschijnlijk wel mee van thuis.
3. Hoe denk je dat de medewerkers aankijken tegen gezonde voeding en een gezonde
kantine? Ik denk tweeledig. Er is een groep die er nu misschien al mee bezig is en dit wel interessant
zullen vinden. En de mensen die dagelijks een gehaktbal, bami blok of een kroket halen, ik denk dat
zij er heel lacherig over zullen doen. Deze groep ziet het nut er niet van in. Denk je dat het voor deze
groep moeilijk zal zijn wanneer de gezonde kantine er is?
Ik denk dat de knop simpel weg gewoon ‘om’ moet. Een aantal jaren geleden was er veel gedoe
omtrent de gezonde schoolkantine en nu hoor je er niemand meer over.
43
Joel Wagenaar
In het verleden heeft Caparis ook al eens geprobeerd de ongezonde snacks te schrappen, dit
zorgde voor een opstand van mensen die iedere dag een snack bestelden. Caparis heeft dit toen na
twee dagen weer teruggedraaid. Denk je dat dit ook in de huidige tijd kan ontstaan?
In mijn ogen moeten er mensen achter de balie/kassa staan die gezonde producten gaan promoten.
Ik heb 10 jaren een eigen horecazaak gehad, in die periode kwam toen het ‘gezond’ frituren helemaal
op kwam. Allemaal heel leuk en aardig maar de geur en smaak waren totaal anders voorheen, dit
hebben wij echt goed moeten promoten, puur marketing. Dit is dus denk ik ook belangrijk voor onze
kantinemedewerkers achter de kassa. Wanneer zij negatief zullen spreken over gezonde snacks dan
wordt dit natuurlijk ook minder verkocht. Net als wanneer zij de ongezonde snacks positief zullen
promoten, en dit gebeurt zeker weten. Ik denk ook dat je in stappen naar de gezonde kantine zal
moeten zodat de mensen eraan kunnen wennen en het geleidelijk ‘normaal’ zal gaan worden.
Denk je dat de kantinemedewerkers ook de capaciteiten hebben om te gaan promoten? Daar ben
ik zeker van overtuigd. Wat daarin wel belangrijk zal zijn is een goede aansturing van hun werkleider
en dat ze als groep hetzelfde doel voor ogen hebben. Daarnaast vind ik dat wij als werkleiders daar
extra aandacht aan moeten besteden.
Van Ale Lijzenga heb ik begrepen dat een aantal van de werkleiders wel positief tegen de gezonde
kantine aankijken maar heel veel ook niet.
Nee het is daarom ook zeker belangrijk dit vanuit de werkleiders te gaan uitstralen naar de
medewerkers, want anders krijg je de rest natuurlijk nooit mee in dit verhaal. En Caparis had
natuurlijk nooit moeten toegeven wanneer die opstand er was vanuit de medewerkers, op deze
manier win je natuurlijk nooit de slag. Bij elk bedrijf die iets veranderd in de bedrijfsvoering krijg je in
het begin gezeur en tegenstand. Ik vind ook dat je als kantine veel meer moet investeren. Om de
zoveel tijd gezonde producten klaarmaken en de mensen kleine porties laten proeven hoe lekker een
gezond product kan zijn. Misschien dat ze bepaalde producten gaan herkennen en dat product gaan
kopen. Gezonde producten eerst voor €0,50 aanbieden in plaats van €1,50 en de medewerkers op
wat voor manier dan ook probeert te stimuleren.
4. Hebben de medewerkers last van sociale druk omtrent gezonde voeding binnen de sociale
kring op het werk? En ervaren zij sociale druk vanuit thuis?
Voor zover ik weet is dat niet iets wat speelt binnen deze doelgroep binnen Caparis. Ik kan mij wel
voorstellen dat dit toch invloed op kan hebben, maar daar heb ik geen zicht op.
Hebben de medewerkers de capaciteit om een inschatting van eigen mogelijkheden omtrent
gezonde voeding te maken en het uitvoeren van gezond eetgedrag?
Ik denk dat ze het op termijn op het werk wel zouden kunnen omdat ze straks misschien wel geen
keuze hebben met die nieuwe gezonde kantine. Maar ik denk niet dat ze de capaciteiten hebben om
dit ook thuis door te voeren.
Dit maakt het natuurlijk wel lastig, want waar trek je als werkgever de lijn omtrent gezonde
voeding en de hulp die je daarin wil gaan aanbieden, ook kijkende naar de maaltijden die ze thuis
eten.
Ja dat is zeker lastig. Caparis Heerenveen heeft ook avonddiensten. Medewerkers kunnen op
bestelling tussen de middag een warme maaltijd eten. Dit is vaak gezonder dan de maaltijd die ze
thuis eten, maar dan nog kun je het als bedrijf niet allemaal in eigen hand houden.
5. Hebben de medewerkers voldoende kennis omtrent gezonde voeding?
Nee, sommigen denk ik wel. Maar het merendeel heeft onvoldoende kennis omtrent (gezonde)
voeding. (Kennis)
6. Hebben de medewerkers het vermogen om eigen leefstijl, beperkingen en ziekten te
herkennen en op basis daarvan aanpassingen te verrichten?
Nee, ook lang niet iedereen. Simpel voorbeeld; als wij tijdens een functioneringsgesprek met een
medewerker zijn of haar beperkingen en ziekten bespreken dan weten acht van de 10 personen niet
welke beperkingen zij hebben. Ook op het vlak van voeding is dat gewoon heel lastig voor deze
doelgroep. Sommigen weten wel dat ze te zwaar zijn bijvoorbeeld maar hebben niet het vermogen
om voor zichzelf daarin dingen te gaan ondernemen. Er zijn wel medewerkers die te zwaar zijn en
44
Joel Wagenaar
daarom ook sporten omdat ze willen afvallen, maar als ze daarna wel een ongezonde snack eten
tijdens de pauze dan heeft het natuurlijk weinig zin.
7. Zien de medewerkers het risico als er niks veranderd?
Nee, dat denk ik niet.
Ik ben zelf heel zwaar geweest en heb zelf 60 kg moeten afvallen, dus ik weet ook hoe moeilijk het
allemaal is.
Ik ben zelf ook veel bij Caparis in Leeuwarden en ik weet dat veel medewerkers bij een diëtiste
lopen en dan vraag ik mij soms wel af wat daar nou uiteindelijk de resultaten van zijn en of ze het
vermogen hebben om dingen te herkennen en op basis daarvan aanpassingen te gaan doen.
Nou ik denk dus niet dat ze dat vermogen hebben. We hebben hier te maken met een hele lastige
doelgroep. De mensen werken hier voor het minimumloon, hebben een huisje en staan vaak onder
bewind. Het financiële aspect speelt natuurlijk ook een rol voor de medewerkers. Als je als bedrijf
gezonde voeding wilt introduceren dan zul je dat ook gaan moeten belonen ten opzichte van het
nemen van een ongezonde snack. De ongezonde producten duurder en de gezonde producten
goedkoper waardoor die drempel voor de medewerkers ook weer een stapje kleiner is geworden.
Denk je dat het aanbieden van gratis fruit invloed kan hebben? Want ik heb begrepen dat dit
tijdens de sportdag het geval was en er niks over bleef aan het einde van de dag.
Puur omdat het gratis is, en dan zijn onze medewerkers (deze doelgroep) ontzettend hebberig. Het
kan dus best zijn dat een aantal mensen helemaal niks van het fruit heeft gezien en sommigen de tas
vol met fruit hebben mee naar huis. Dan zou je bijvoorbeeld met een bonnenstelsel moeten werken
of dat werkleiders het fruit uitdelen.
8. Wat vind je van het huidige aanbod in de kantine?
Ik vind dat er te weinig keuze is in gezonde producten. Er zal per product gekeken moeten worden of
er een gezonder alternatief verkrijgbaar is. Daarnaast vind ik dat er te veel snacks verkrijgbaar zijn. Ik
zal niet zeggen dat al die snacks eruit moeten maar dit kun je wel in het aantal dagen verminderen.
Er zijn medewerkers die elke dag een ongezonde snack bestellen en dan ook nog eens dubbelop. Dus
bijvoorbeeld een kroket en een gehaktbal met saus, er ligt echt van alles.
Is dit allemaal “op bestelling” te verkrijgen zoals in Leeuwarden?
Nee, alles ligt al klaar.
Zo komt het voor mij wel een beetje over als een commerciële kantine waar simpel gezegd geld
verdiend moet worden. Want ze weten dat de ongezonde snacks in grote getallen verkocht
worden en faciliteren dit ook. Aan de ene kant positief omdat er geld binnen komt, maar heb je
dan wel het juiste doel voor ogen?
Je bent een bedrijf en in mijn ogen moet Caparis zijn inkomsten op andere gebieden genereren.
Wanneer je een horecazaak of snackbar hebt dan is dat je broodwinning maar dat is hier niet het
geval.
Ik heb tijdens een gesprek wel eens opgevangen dat de kantine ook geld moest verdienen. Je dat
zou best kunnen maar vanuit de directie van Caparis zal de gezonde kantine breed gedragen moeten
worden en daar zal geld in geïnvesteerd moeten worden, om op lange termijn daar de resultaten van
te gaan zien.
9. Krijgt het personeel de kans om mee te denken over het aanbod in de kantine?
Daar heb ik geen kijk op.
10. Worden gezonde producten zichtbaarder opgesteld en aangeprezen?
Ja, volgens mij liggen deze producten op ooghoogte en makkelijk te pakken.
11. Denk je dat acties, combodeals en spaarkaarten werken binnen deze doelgroep?
Dat werkt sowieso, dat weet ik ook uit ervaring. Ik denk dat gadgets of cadeaus ook werken omdat
mensen doelbewust gaan sparen en daar ook gevoelig voor zijn.
12. Vind je dat de kantine de medewerkers uitnodigt om gezond te eten? Denk aan promotie
etc.
Ik vind dat Caparis daar veel meer in kan doen. Veel meer richting het interactieve. Bijvoorbeeld een
tv waar verschillende dingen op getoond worden. Het weer, het nieuws, presentatie gezonde
45
Joel Wagenaar
voeding, nieuwtjes binnen Caparis, aanbiedingen en overige gezonde dingen enzovoorts. Dus op het
gebied van marketing en promotie kan Caparis daar veel meer uithalen.
13. Hoe ziet de ideale gezonde kantine er in jouw ogen uit?
Variatie, mee gaan met de tijd qua producten, en promotie.
14. Wat kan er binnen de huidige kantine nog beter?
De klantvriendelijkheid vind ik nog wel eens ver te zoeken. Ik vind dat dit beter kan en ook zou
moeten. Als iemand aan de balie komt dan is dat een collega maar ook een klant. En soms kan die
omgang vanuit kantinemedewerkers naar andere nog wel beter. Kantinemedewerkers zijn zeer
selectief. Een voorbeeld; de ene klant mag wel iets op rekening zetten en een ander niet, dat kan in
mijn ogen niet. Je kan niet met twee maten meten.
Dus binnen de kantinemedewerkers (groep) kan er ook nog verbetering plaatsvinden en de
aansturing vanuit de werkleider?
Ja, dat is zeker waar.
15. Wat is er in jouw ogen belangrijk bij de invoering van een gezonde kantine?
Ik denk dat de implementatie stapsgewijs moet gebeuren, de juiste communicatie, goed presenteren
en breeduit gedragen moet worden. Vanuit de directie tot aan de medewerkers binnen Caparis, die
hele organisatie zal hierin mee moeten.
Ik heb daar ook al verhalen over gehoord. Dat er tegen de medewerkers verkondigd wordt dat het
verstandiger is om gezond te eten maar dat de werkleiders, die een voorbeeldfunctie hebben, wel
dagelijks een ongezonde snack bestellen.
Nee, dat klopt. Dat moet voor iedereen duidelijk zijn. Wij hebben hier wel de regel dat je eten vanuit
buiten niet binnen mag opeten. Dus geen eten van een visboer of snackwagen mee naar binnen en
buiten opeten.
16. Is een gezonde kantine voldoende om het eetgedrag te veranderen? En moeten er
daarnaast nog activiteiten plaatsvinden? Heb je daar ideeën over?
Een gezonde kantine is in mijn ogen zeker niet voldoende. Misschoen moet er alleen gefaciliteerd
worden voor mensen die het echt nodig hebben. Aan de ene kant sta ik positief tegenover
workshops etc. aan de andere kant gaat het vaak ten koste van werktijd, er gaan vaak mensen mee
die het niet nodig hebben of misbruik maken en blij zijn dat ze even van de afdeling af kunnen. Ik
vind dat Caparis veel meer mag verwachten van mensen die mee doen aan workshops, sporturen
etc. en ze daar ook op moet aanspreken wanneer ze dagelijks snacken, want dan heeft het allemaal
niet zoveel zin. Ik vind dat Caparis veel meer mag eisen. Je faciliteert en investeert in activiteiten
omtrent gezondheidsverbetering, dan mag je ook wat terugverwachten. Misschien moet je wel op
basis van ziekteverzuim mensen gaan indelen en binnen die groep activiteiten aan gaan bieden.
46
Joel Wagenaar
5.4 Uitgeschreven interview 2
1. Wat vind je over het algemeen van het eetgedrag van medewerkers binnen Caparis?
Over het algemeen zie ik dat de mensen ongezond eten en drinken. Er zijn wel medewerkers die
bezig zijn met een dieetprogramma maar eten ze wel heel ongezond. Tussen de middag vaak
kaasbroodjes, blikjes cola en chocoladerepen.
Ik heb begrepen dat er snoep- en frisdrankautomaten zijn, wat vind je daarvan?
Dat is natuurlijk niet goed. Als Caparis de gezonde kant op wil dan moeten die apparaten eruit of dan
moeten er gezonde producten in komen.
Zijn er meer werkleiders die er ook zo over denken?
Ja, er zijn best wel veel werkleiders die vinden dat het verkrijgbare assortiment te ongezond is.
Is er een groot verschil tussen mensen die gezond en ongezond eten?
Ja er is een groep die altijd eten van thuis meenemen, maar er is ook een groep die elke dag een of
meerdere snacks koopt in de kantine. En vooral de hoeveel daar verbaas ik mij over. Als ik zin heb in
chocolade dan eet ik een klein stukje, maar sommigen eten een hele reep op. Hetzelfde met een
gehaktbal. Er zijn meerdere mensen die gewoon twee gehaktballen met saus wegwerken in de
pauze. Het lijkt wel of er bij sommigen geen rem op zit.
3. Hoe denk je dat de medewerkers aankijken tegen gezonde voeding en een gezonde kantine?
Ik denk dat de mensen zich eerst echt bewust moeten worden van wat er fout gaat er wat ervoor
nodig is om te verbeteren. Dit zien ze vaak niet dus ik denk dat er wel veel weerstand komt wanneer
alle snacks verwijderen. Dit zal dus wel echt geleidelijk moeten gebeuren.
4. Hebben de medewerkers last van sociale druk omtrent gezonde voeding binnen de sociale kring
op het werk? En ervaren zij sociale druk vanuit thuis?
Nee ik denk dat het binnen mijn afdeling wel meevalt. Maar in Leeuwarden heerst wel weer een hele
andere cultuur waarin dit denk ik wel plaats vind. Maar ook binnen de groen afdeling zal dat denk ik
wel voorkomen. Vanuit huis denk ik dat dit wel meer speelt.
47
Joel Wagenaar
6. Hebben de medewerkers voldoende kennis omtrent gezonde voeding?
Ja tot op een bepaalde hoogte weten een aantal wel wat gezond is, maar een aantal ook helemaal
niet. Dit is ook een van de redenen waarom ze ongezond eten.
8. Zien de medewerkers het risico als er niks veranderd wanneer ze bijvoorbeeld last hebben van
overgewicht, pijntjes of andere ziekten.
Dit verschilt per persoon. De meerderheid zien denk ik de risico’s wel maar hebben niet de
capaciteiten om echt wat te veranderen.
11. Krijgt het personeel de kans om mee te denken over het aanbod in de kantine?
Volgens mij gebeurt dit niet. Ik weet ook niet of daar animo voor is.
Het is hier vergeleken met een restaurant of een Bakkerij Bart niet duur. Maar wat ik wel meer is dat
de mensen de gezonde broodjes vaak wel te duur vinden. Voorheen waren er wel medewerkers die
gezonde broodjes namen omdat de prijzen toen wat lager waren, maar daarna gingen de prijzen
weer omhoog er werd er nauwelijks nog wat verkocht.
14. Denk je dat acties, combodeals en spaarkaarten werken binnen deze doelgroep?
Ik denk zeker dat dit iets is wat kan werken binnen deze doelgroep. Dat is eerder ook al eens gedaan
en werkt zeker stimulerend.
15. Vind je dat de kantine de medewerkers uitnodigt om gezond te eten? Denk aan promotie etc.
Ik vind dat daar nog wel meer aandacht voor mag komen. Zeker als het gaat om het aanprijzen van
gezonde voeding.
48
Joel Wagenaar
1. Zou je de volgende zin af kunnen maken: Ik vind een gezonde kantine belangrijk omdat.
Ik vind het belangrijk omdat de doelgroep bewust gemaakt moet worden en daarnaast gestimuleerd
moet worden om gezonder te gaan eten.
2. Hoe ziet de ideale gezonde kantine er in jouw ogen uit?
Geen of 1 keer in de week ongezonde snacks. Veel meer fruit aanbieden. Daarnaast moeten de
frisdrankautomaten verwijderd worden en ingewisseld worden voor gezonde producten.
4. Wat is er in jouw ogen belangrijk bij de invoering van een gezonde kantine?
Voorlichting, doelgroep bewust maken van risico’s en stapsgewijs de gezonde kantine
implementeren.
Verandering heeft tijd nodig binnen deze doelgroep, daar moet Caparis zich goed bewust van zijn. In
mijn ogen zijn tijd en begeleiding heel belangrijk.
49
Joel Wagenaar
6.5 Uitgeschreven interview 3
Naam: Trientje
Functie: Cateringbeheerster
Afdeling: Bedrijfskantine Caparis
1. Wat vind je over het algemeen van het eetgedrag van medewerkers binnen Caparis?
Over het algemeen toch wel heel ongezond. Er worden heel veel ongezonde snacks gegeten.
Lang niet iedereen eet hier in de kantine. Veel mensen nemen hun eigen broodtrommel
mee, we zien toch wel vaak dezelfde mensen bij de kassa staan die een ongezonde snack
bestellen. En we kunnen heel duidelijk zien dat de mensen van kantoor een heel ander
(gezonder) eetpatroon hebben dan de andere medewerkers.
Wordt er veel gebruik gemaakt van de snoep/frisdrankautomaten?
Deze hebben wij niet meer in het pand staan. Wel hebben wij koffieautomaten waar veel
gebruik van wordt gemaakt.
4. Hebben de medewerkers last van sociale druk omtrent gezonde voeding binnen de sociale
kring op het werk? En ervaren zij sociale druk vanuit thuis?
Ik denk sommigen daar wel last van hebben, maar de meeste medewerkers doen wat ze zelf willen.
Of dat thuis ook zo is durf ik niet te zeggen.
5. Hebben de medewerkers de capaciteit om een inschatting van eigen mogelijkheden
omtrent gezonde voeding te maken en het uitvoeren van gezond eetgedrag?
Ik denk dat er een aantal zijn die wel zouden willen, maat dat de mensen er ook niet voor te porren
is. En ik denk dat de meeste mensen daar ook niet de capaciteiten voor hebben.
50
Joel Wagenaar
6. Hebben de medewerkers voldoende kennis omtrent gezonde voeding?
Nee, ik denk dat de meesten niet de kennis hebben maar er vaak ook niet voor open staan. Ze vinden
het wel prima zo.
7. Hebben de medewerkers het vermogen om eigen leefstijl, beperkingen en ziekten te
herkennen en op basis daarvan aanpassingen te verrichten?
Dat is heel moeilijk, ik denk dat de meeste mensen er ook onverschillig over zijn. Dat ze geen
behoefte hebben aan verandering. Veel van de medewerkers zien het snacken ook als het enige wat
ze nog hebben, vaste routine.
8. Zien de medewerkers het risico als er niks veranderd wanneer ze bijvoorbeeld last hebben
van overgewicht, pijntjes of andere ziekten.
Ik denk dat ze ernst er wel van inzien, maar dat ze niet de drive hebben om te veranderen. Dus
eigenlijk moeten ze in dat opzicht veel meer bij de hand genomen worden.
Jazeker, maar niet alleen hier, ook thuis. Dit vind ik niet een taak van Caparis maar we kunnen de
mensen wel handvaten geven.
10. Krijgt het personeel de kans om mee te denken over het aanbod in de kantine?
Nee niet heel veel. Beyk heeft een bepaald assortiment wat ze aanbieden.
11. Wat vind je van de prijs van gezonde producten in de kantine?
Die zouden in verhouding goedkoper moeten zijn dan de snacks, dus daar zit zeker verbetering in.
13. Denk je dat acties, combodeals en spaarkaarten werken binnen deze doelgroep?
Aan de ene kant zijn ze gek om aanbieden en willen ze graag dingen winnen. Dus het zou misschien
wel kunnen werken binnen deze doelgroep, het is toch weer een extra stimulans. Maar ik ben er wel
een beetje sceptisch over.
14. Vind je dat de kantine de medewerkers uitnodigt om gezond te eten? Denk aan promotie
etc.
Nee niet specifiek. We hebben wel een aantal posters hangen, maar dat is het dan ook wel. Dus daar
zit nog wel verbetering in.
51
Joel Wagenaar
15. Zou je de volgende zin af kunnen maken: Ik vind een gezonde kantine belangrijk omdat.
De leefstijl van deze medewerkers zal een omslag moeten hebben. Ze hebben allemaal wel wat, de
meeste medewerkers hebben bijvoorbeeld suikerziekte. Een gezonde kantine is vanuit Caparis en
Beyk is daarin een eerste belangrijke stap. Maar het moet ook vanuit boven gedragen worden. Ik zie
veel werkleiders bijvoorbeeld ook regelmatig snacken, ik vind dat zij toch een voorbeeldfunctie
hebben tegenover de medewerkers.
16. Hoe ziet de ideale gezonde kantine er in jouw ogen uit?
Dat zou een kantine zonder ongezonde snacks zijn. Veel fruit, groenten en verse producten.
18. Wat is er in jouw ogen belangrijk bij de invoering van een gezonde kantine?
Ik zou goede voorlichting doen. Van dit is het plan en de mensen erop voorbereiden. Voorlichting
over gezonde voeding en de risico’s melden die ongezonde voeding met zich meebrengen. Maar dan
is het nog de vraag of ze ervoor open staan.
In mijn ogen is begeleiding heel belangrijk want alleen kunnen ze het niet. Het zit niet in hun
vermogen om dit alleen aan te pakken.
52
Joel Wagenaar
5.6 Uitgeschreven interview 4
1. Wat vind je over het algemeen van het eetgedrag van medewerkers binnen Caparis?
Is er een groot verschil tussen mensen die gezond en ongezond eten?
Mijn eerste beeld is ongezond. En waar blijkt dit dan uit? Als er ‘s ochtends om acht uur de
eerste kroketten in de oven staan voor mensen die bij de koffie al een kroket willen hebben
dan moet je jezelf afvragen of dat een goede zaak is. Daarnaast worden er bij de koffie al
heel veel tosti’s gegeten. We hebben een pan met gehaktballen, rookworst en soep en dat
vind ik gewoon niet goed. De soep is veel te zout en het aanbod is veel te eenzijdig. Dit is wat
aangeboden wordt, en wat mensen aanbieden dat nemen ze ook. Binnen Caparis zit een
hele grote categorie die niet de overweging kunnen nemen of de voeding die ze nemen
verantwoordelijk is. Zij kiezen vaak eerder omdat ze iets lekker vinden.
Dit heeft te maken met de ontwikkeling van het brein. Je hebt het Neocortex waar wij als
mensen en zoogdieren over beschikken. En deze laag bepaalt of iets verantwoord of
onverantwoord is. Het limbische systeem draagt bij aan je emoties, motivatie, het genot en
aan je emotionele geheugen. Dit systeem bepaalt of je iets lekker vindt of juist niet, waarin
deze doelgroep zoet vaak lekker vindt en zuur en bitter niet hoeft. Het reptielenbrein zegt
vaak; ik ben het (niet) zo gewend en dus doe ik iets wel of niet. En door de beperkingen die
deze doelgroep heeft kunnen zie hier vaak niet de juiste keuzes in maken. Iemand met
autisme waarbij je eetgedrag wil veranderen moet je in mijn optiek verkeerde prikkels
wegnemen. Wanneer zij een gehaktbal zien en denken; oh dat vind ik lekker, dan nemen ze
dat en kunnen ze niet de beslissing maken dat het onverantwoord is, het is meer een
gewoonte. Daar deze prikkels weg te nemen en alleen nog de schijf van vijf aan te bieden
kan er een hoop veranderd worden, heel makkelijk gezegd.
Dus in jouw ogen moeten alle ongezonde snacks eruit en moet Caparis een nieuwe
‘gezonde’ weg inslaan?
Ja, in mijn ogen moet Caparis dwingend gaan sturen. Caparis moet daarmee aangeven: dit is
gezond voor jullie dus dit is de keuze die wij jullie gaan geven. En niet de keuze bij de
mensen laten om voor een gehaktbal te gaan of een gezonde snack.
Een werkleider in Heerenveen gaf aan dat snackjes die de werknemers dagelijks nemen
eigenlijk het enige is wat ze hebben waar ze naar uitkijken. Doet Caparis er dan goed aan
om dit bij hun weg te nemen?
De mensen zijn vindingrijk genoeg om in hun vrije tijd de weg naar de snackbar te vinden. Of
dat ze in de winkel zijn en producten kopen die ze lekker vinden, dus dit gebeurd in mijn
ogen sowieso wel. We moeten ons afvragen of mensen wel gezond kunnen koken. Ik
adviseer ze vaak om tafeltje-dek-je te nemen zodat ze toch nog een gezonde maaltijd binnen
krijgen. Er zijn heel veel medewerkers die last hebben van obstipatie, puur door het slechte
voedingspatroon. Er zitten mensen tussen die thuis alleen maar tosti’s eten. Zij hebben dit
nooit geleerd, kiezen de makkelijke weg omdat ze iets lekker vinden, er is geen controle in
hun sociale omgeving, noem maar op. De meeste medewerkers die in de kantine iets kopen
nemen impulsieve beslissingen en hebben niet het vermogen bewust voor iets gezonds te
kiezen.
53
Joel Wagenaar
Ik heb van Ale begrepen dat de ongezonde snacks allemaal op bestelling zijn, maar ik zag
dat de gehaktballen en rookworsten elke dag verkrijgbaar zijn.
Ja, dit natuurlijk een slechte zaak. De mensen weten dat ze moeten bestellen voor een snack
uit de oven en die mogelijkheid nemen ze vaak met beide handen aan. En als ze niet hebben
besteld dan is er altijd nog een vette gehaktbal of rookworst. Het is lekker makkelijk omdat
de mogelijkheden er zijn. Maar dat komt ook ergens vandaan. Dat kan bijvoorbeeld te
maken hebben met het feit dat mensen niet ontbijten, geen brood smeren en vaak niet in
huis hebben, geen beschikking over een goede koelkast etc. Veel mensen die elke dag
snacks eten hebben niet het organisatorische vermogen om te bedenken dat ze brood, beleg
en andere producten in huis moeten hebben omdat ze de hele week moeten werken.
Dus eigenlijk is het probleem veel groter maar heeft Caparis dit niet in de hand.
Nee, dat is zeker waar. Maar wat Caparis wel in de hand heeft is de eigen kantine. Veel
medewerkers denk: oh Caparis zorgt wel voor mij, bij Caparis is een kantine. Ik hoef alleen
maar mijn portemonnee mee te nemen en klaar. Allemaal gewoonten die in mijn ogen
doorbroken moeten worden.
Wat zijn de verhoudingen omtrent gezond en ongezonde voeding in de kantine?
De verhouding is denk ik 80% ongezond en 20% gezond. De snacks, zoute soep, tosti’s,
rookworst en gehaktballen worden daarin het meeste verkocht. Daarnaast hebben we nog
een snoep/frisdrankautomaat dus die tel ik ook mee.
Ik ben vorige week in de middagpauze gaan observeren, en toen ben ik echt geschrokken
van de hoeveelheid blikjes frisdrank er verkocht werden.
Ja het is echt verschrikkelijk en ze hebben het niet eens nodig. Pure suikerverslaving, elke
dag hetzelfde riedeltje.
Wat denk je wat de gevolgen zullen zijn wanneer Caparis de gezonde kantine helemaal
invoert?
Ik denk dat de mensen in eerste instantie wel zullen mopperen maar uiteindelijk gaan ze er
wel in mee. We zien het hier met alle veranderingen. Het is eerst altijd weerstand maar later
trekt dat wel bij.
2. Hoe denk je dat de medewerkers aankijken tegen gezonde voeding en een gezonde
kantine?
Ik denk dat er heel veel medewerkers positief tegenaan kijken maar ook zeker een aantal niet.
3. Hebben de medewerkers last van sociale druk omtrent gezonde voeding binnen de sociale
kring op het werk? En ervaren zij sociale druk vanuit thuis?
Groepsdruk is er altijd binnen deze doelgroep. Maar dat is er zowel positief als negatief. Of je neemt
iemand mee in je gezonde keuze of ze durven bijvoorbeeld geen ‘nee’ te zeggen bij een traktatie.
54
Joel Wagenaar
Er zullen wel een aantal zijn, maar de meeste niet. Er zitten hier heel veel mensen met overgewicht
en überhaupt heel veel vormen van verslaving.
6. Zien de medewerkers het risico als er niks veranderd wanneer ze bijvoorbeeld last hebben
van overgewicht, pijntjes of andere ziekten.
Nee ze zien vaak het risico niet. Niet eerder dan wanneer ze er echt pijn van krijgen.
Ik was toevallig in de kantine tijdens de pauze en toen zag ik jouw werknemer (E) zitten. Zij is druk
bezig met afvallen maar ik zag haar wel een broodje rookworst eten terwijl haar hele
broodtrommel vol zat met brood van thuis. Zij gaf aan dat ze zin had in een snackje.
Precies. Het wordt aangeboden, ‘ik heb er zin in’ en ze heeft niet het vermogen om de bewuste
keuze te maken.
8. Krijgt het personeel de kans om mee te denken over het aanbod in de kantine?
Dat is volgens mij geen issue. De meeste medewerkers vinden het wel prima, er wordt eerder
geklaagd over de kroketten die weer op zijn bijvoorbeeld.
9. Wat vind je van de prijs van producten in de kantine?
De prijzen vind ik niet eens zo gek. Het is in mijn ogen niet te duur. De ongezonde producten zijn wel
goedkoper dan de gezonde producten.
Zou het eigenlijk niet andersom moeten zijn?
Ik denk dat het niet veel uitmaakt. De mensen hebben niet zoveel besef van geld, ja totdat ze niet
zoveel meer hebben. Die snacks blijven ze toch wel kopen, dat geldt ook voor bijvoorbeeld het roken.
Het is bijna niet te betalen maar toch roken er zoveel mensen. In mijn ogen moeten de ongezonde
snacks er gewoon uit.
11. Denk je dat acties, combodeals en spaarkaarten werken binnen deze doelgroep?
En denk dat er zeker mensen voor open staan, en denk dat je zoiets een keer moet testen.
12. Zou je de volgende zin af kunnen maken: Ik vind een gezonde kantine belangrijk omdat.
In mijn ogen is dit belangrijk omdat onze medewerkers het moeilijk vinden de juiste keuzes te
maken. Dus daarom moeten wij ze juist nog meer helpen de juiste beslissingen te maken. Als
werkgever nog meer de verantwoordelijkheid nemen ervoor te zorgen dat dit goed gaat. En in mijn
ogen dus ook een volledig gezonde kantine.
Dat zien we bijvoorbeeld ook bij de mensen thuis waar zij vaak ook begeleiding krijgen en
gestimuleerd en gecontroleerd worden. Dat moet in mijn ogen hier ook. Als wij ze hier de vrije loop
geven terwijl ze thuis begeleiding krijgen dan doen we toch wat verkeert.
Als je daar helemaal blanco in zou staan en over na zou denken, hoe zou het thema voeding binnen
Caparis dan ingevuld worden?
55
Joel Wagenaar
Dan zou ik de mensen hier willen laten ontbijten en tussen de middag een gezonde maaltijd
voorschotelen. Heel veel mensen eten tot aan de eerste pauze niks en dan krijgen toch wel honger
en glippen ze er tussenuit om een kaasbroodje te halen.
13. Hoe ziet de ideale gezonde kantine er in jouw ogen uit?
Geen ongezonde snacks, gratis fruit of voor een lage prijs. Verse groenten etc. Maak het bijvoorbeeld
hapklaar in kleine bakjes, laat de mensen proeven. Neem zoveel mogelijk drempels weg waardoor ze
kiezen voor een gezond product. Kijken naar de schijf van vijf en biedt alleen deze producten aan.
14. Wat is er in jouw ogen belangrijk bij de invoering van een gezonde kantine?
Wat hebben de medewerkers nodig en waar moet rekening mee gehouden worden?
Ik denk dat het belangrijk is om stapsgewijs veranderingen aan te gaan brengen in het aanbod.
16. Waar hebben de medewerkers in jouw ogen het meest behoefte aan?
Structuur en duidelijkheid zijn binnen deze doelgroep sowieso heel belangrijk. Het geeft de mensen
rust en kunnen zich dan ook voorbereiden op bepaalde zaken. Daarnaast vind ik dat Caparis de
verantwoordelijkheid neemt en beslissingen moet gaan nemen in het kantine aanbod en structureel
gezondere voeding aan gaat bieden.
56
Joel Wagenaar
5.7 Implementatieplan Caparis
2019
57
Joel Wagenaar
Implementatieprogramma ‘Op naar een gezonde werkvloer’ voor SW-bedrijf Caparis
Voor u ligt het implementatieprogramma voor sociale werkvoorziening Caparis. Naar aanleiding van
het praktijkonderzoek waarin het onderzoek antwoordt heeft gekregen op de volgende hoofdvraag:
‘Op welke wijze kan een gezonde kantine geïmplementeerd worden binnen Caparis?’ is dit
programma opgesteld. Aan de hand van onderzoeksresultaten en literatuuronderzoek is het
programma vormgegeven.
58
Joel Wagenaar
Inhoudsopgave
Inleiding .................................................................................................................................................60
Stappenplan implementatieprogramma ‘Op naar een gezonde werkvloer’ ........................................60
Stap 1 - Creëer draagvlak ......................................................................................................................64
Stap 2 - Analyseer de huidige situatie en bereidt voor .........................................................................65
Stap 3 - Realiseer korte termijn resultaten ...........................................................................................66
Stap 4 - Uitvoering jaarplan...................................................................................................................67
Stap 5 - Evalueer ....................................................................................................................................70
Stap 6 - Opnemen in beleid ...................................................................................................................71
Bijlagen ..................................................................................................................................................72
Bijlage 1. Informatie toolbox werkleiders .............................................................................................72
Bijlage 1.1 Factsheet..............................................................................................................................73
Bijlage 1.2 Voorlichtingsbrief werkleider ..............................................................................................74
Bijlage 1.3 Voorlichtingsbrief werknemer .............................................................................................75
Bijlage 1.4 Posters drinkwater...............................................................................................................76
Bijlage 1.5 Tafelbanner ..........................................................................................................................78
Bijlage 1.6 Flyer .....................................................................................................................................78
Bijlage 2. Overzichtelijk schema veertien strategieën ..........................................................................80
Bijlage 3. Workshop Zelfregulatie .........................................................................................................81
Voorwoord ............................................................................................................................................82
Inhoudsopgave ......................................................................................................................................83
Inleiding .................................................................................................................................................84
Workshop zelfregulatie gezonde leefstijl les 1......................................................................................86
Workshop zelfregulatie gezonde leefstijl les 2......................................................................................86
Workshop zelfregulatie gezonde leefstijl les 3......................................................................................87
Bijlage 1. Workshop zelfregulatie gezonde leefstijl les 1 ......................................................................88
Bijlage 1.1 Presentatie les 1 ...................................................................................................................88
Bijlage 1.2 Mindmaps .............................................................................................................................89
Bijlage 1.3 Goalkeeper leerling boek les 1 .............................................................................................90
Bijlage 2. Workshop zelfregulatie gezonde leefstijl les 2 ......................................................................91
Bijlage 2.1 Presentatie les 2 ...................................................................................................................91
Bijlage 2.2 Goalkeeper leerling boek les 2 .............................................................................................92
Bijlage 2.3 Werkblad bewustwording suiker ..........................................................................................94
Bijlage 3. Workshop zelfregulatie gezonde leefstijl les 3 ......................................................................98
Bijlage 3.1 Presentatie ............................................................................................................................98
Bijlage 3.2 Goalkeeper leerling boek les 3 .............................................................................................99
Bijlage 3.3 Workshop gezonde pauzemaaltijd .....................................................................................101
59
Joel Wagenaar
Inleiding
Uit praktijkonderzoek binnen Caparis en de literatuur is gebleken dat medewerkers over te weinig
vaardigheden beschikken om gezond (eet) gedrag uit te voeren. Het is dus noodzakelijk om daar met
de doelgroep mee aan de slag te gaan. Er is gekozen om voor de gehele doelgroep activiteiten te
koppelen aan persoonlijke intenties. Zo krijgen intrinsiek gemotiveerde werknemers de kans om door
middel van een workshopreeks ‘zelfregulatie’ zichzelf te ontwikkelen. Voor minder gemotiveerde
werknemers zal de aanpak meer terug te vinden zijn binnen de kantine, die stapsgewijs veranderd
wordt tot een ‘gezonde kantine’ waarin op lange termijn veertien strategieën worden toegepast.
Daarnaast is er voor alle werkleiders een informatie toolbox ontworpen die het draagvlak binnen
Caparis zal moeten verhogen en de verandervisie zal communiceren naar werknemers. Op deze
manier worden de verschillende groepen, van innovators tot laggards, binnen Caparis in het
adoptieproces van de gezonde kantine meegenomen (Adoptiemodel Rogers, 2018).
Opsomming onderzoeksresultaten:
- Werknemers hebben moeite met tegenslagen, de juiste communicatie is zeer belangrijk.
- De kantine is een obesogene omgeving waarin ongezonde voeding makkelijk verkrijgbaar is.
- Beschikbaarheid gezonde voeding onder de maat.
- Werknemer beschikt over te weinig kennis en ziet geen aanleiding tot actie.
- Werknemer vaak negatief over verandering, negatieve sociale invloed.
- Weinig promotieactiviteiten omtrent gezond gedrag.
- Werknemers hebben moeite met zelfregulatie en missen praktische vaardigheden.
- Veel barrières in plaats, - prijs, - en productkeuze om gezond gedrag uit te voeren.
- Geen stimulatie in fysieke en sociale omgeving (thuis, werk).
60
Joel Wagenaar
Hieronder worden strategieën/methoden en activiteiten/producten beschreven die de basis vormen
voor het implementatieplan. Daarnaast wordt de wijze van implementeren toegelicht.
Informatie toolbox
Dit is een toolbox voor medewerkers met een leidinggevende functie binnen Caparis. In deze toolbox
bevinden zich voorwerpen die bijdragen aan het vergroten van het draagvlak omtrent gezonde
voeding. Daarnaast bevinden er in deze toolbox voorwerpen die bij kunnen dragen aan
bewustwording en toename van gezonde voeding binnen Caparis.
Veertien strategieën
In de uitvoering van het jaarplan in het implementatieplan worden veertien strategieën ingezet om
impact te creëren binnen de kantine van Caparis. In het onderzoek ‘Het gezonde bedrijfsrestaurant’,
uitgevoerd door Veneca (Vereniging Nederlandse Cateringorganisaties en Vrije Universiteit
Amsterdam, zijn deze strategieën uitvoerig getest en positief bevonden. De strategieën zijn in lijn
met de Richtlijnen Gezondere Kantines van het voedingscentrum geformuleerd (Voedingscentrum,
2017) en worden in figuur 4 overzichtelijk beschreven. Concrete acties per strategie zijn beschreven
in het implementatieplan.
61
Joel Wagenaar
Goalkeeper (workshop zelfregulatie)
Zelfregulatie: de mate waarin iemand zijn eigen gedachte, gevoelens en gedrag kan beïnvloeden om
ze een doel, dat in de toekomst ligt, te bereiken.
Voor de workshop zelfregulatie wordt er gebruik gemaakt van de interventie Goalkeeper. Goalkeeper
is een methode voor het stimuleren van zelfregulatie en leefstijl waarin de doelgroep meerdere
weken achter elkaar werkt aan vaardigheden van zelfregulatie. Zelfregulatie is van groot belang bij
het ontwikkelen en behouden van een gezonde leefstijl op de lange termijn. Het opstellen van een
doel is niet domein gebonden en toepasbaar in wat voor situatie dan ook. Tijdens de interventie
staat het werken aan vaardigheden centraal, hierbij wordt gebruik gemaakt van de Cyclus van
zelfregulatie die de vaardigheden in figuur 5 beschrijft (Toering & Jonker, 2011).
62
Joel Wagenaar
Stappenplan implementatieprogramma ‘Op naar een gezonde werkvloer’
Een stappenplan is onmisbaar bij de uitvoering van het implementatieprogramma. Het stappenplan
biedt structuur en zorgt voor het bereiken van je doelen.
Stappenplan:
1. Creëer draagvlak
2. Analyseer de huidige situatie en begin klein
3. Realiseer korte termijn resultaten
4. Uitvoering jaarplan
5. Evalueren
6. Opnemen in beleid
Werkgroep
Voor de uitvoering van het implementatieprogramma is het belangrijk om een werkgroep samen te
stellen. De werkgroep leden zijn vertegenwoordigers vanuit verschillende takken uit de organisatie,
zoals Arbodienst, personeelszaken, communicatie, catering/facilitair en een werkleider. Het is van
belang dat de werkgroep bekend is met de organisatie, de doelgroep goed kent en weet wat de
mogelijkheden zijn.
63
Joel Wagenaar
Stap 1 - Creëer draagvlak
Draagvlak creëren binnen Caparis is van groot belang om het implementatieprogramma te doen
slagen. Om medewerkers mee te nemen in de plannen van de organisatie vertolken werkleiders een
prominente rol. Werkleiders hebben binnen Caparis een belangrijke rol, zij fungeren namelijk als
begeleider, voorbeeld en vaak ook als vertrouwenspersoon. Het is daarom van cruciaal belang dat
werkleiders het belang van een gezonde kantine begrijpen en ook zullen uitdragen naar werknemers.
Voor de werkleiders is er een informatie toolbox samengesteld die hulp kan bieden tijdens de
implementatie. De toolbox is bedoeld om het urgentiebesef onder werkleiders te vergroten en biedt
hulp bij vragen vanuit werknemers. Daarnaast biedt de toolbox verschillende vormen van
informatieoverdracht en promotiemiddelen die de werkleider kan verspreiden op de afdeling.
Concrete actiepunten staan in het informatieblad.
Informatie toolbox:
• Informatieblad
• Factsheet
• Voorlichtingsbrief werkleider
• Voorlichtingsbrief werknemer
• Posters
• Flyers
• Tabelbanners
64
Joel Wagenaar
Stap 2 - Analyseer de huidige situatie en bereidt voor
Om de huidige kantine te kunnen verbeteren is het van belang om de situatie van de huidige kantine
te kennen. Hoe gezond is het aanbod? Hoe gezond is de uitstraling van de kantine en automaten en
waar liggen de verbeterpunten?
De facilitairmanager en kantineleider kunnen samen kijken naar de huidige situatie en per onderdeel
kijken of er verbeterpunten zijn. Het doel is om de implementatie klein te beginnen en steeds verder
uit te breiden, dit wordt in stap 3 en 4 verder beschreven.
Voorbereiding:
65
Joel Wagenaar
Stap 3 - Realiseer korte termijn resultaten
Korte termijn resultaten zorgen voor een positieve sfeer en geven vertrouwen voor het vervolg van
de implementatie. Door klein te beginnen wennen medewerkers langzamerhand aan de
veranderingen binnen de kantine en kunnen kantinemedewerkers worden voorbereidt op de
veranderingen binnen hun werkzaamheden. Binnen het veertien strategieën jaarplan bevinden zich
strategieën die op korte termijn haalbaar zijn.
Aan de slag!
66
Joel Wagenaar
Stap 4 - Uitvoering jaarplan
Resultaten uit het praktijkonderzoek wijzen nadrukkelijk op ‘stapsgewijs implementeren’ en de
medewerkers de kans te geven om te wennen aan de veranderingen. De veertien strategieën
vormen het grote plaatje in de uitvoering van het jaarplan. Daarnaast zijn er meerdere
aandachtspunten vanuit het praktijkonderzoek die specifiek gelden voor Caparis en mee genomen
worden in de uitvoering van de implementatie.
• Beschikbaarheid
Zorg ervoor dat gezonde producten altijd beschikbaar zijn en vul dit aan. Klanten geven aan dat de
gezonde producten niet beschikbaar zijn of ‘op bestelling’ verkrijgbaar zijn. Het doel is om de
beschikbaarheid van gezonde producten voldoende hoog zodat klanten ook een keuze moeten
maken niet per definitie ‘gedwongen’ worden om voor een ongezond product te kiezen.
• Bestelling
Ongezonde producten minder beschikbaar of op bestelling verkrijgbaar. Zorg daarnaast voor een
‘snack van de dag’. Dit zorgt voor duidelijkheid binnen de kantine en voor zowel de klant en
kantinemedewerker. Daarnaast hebben kantinemedewerkers meer tijd voor de bereiding van
gezonde producten.
• Promotie
Promoot regelmatig gezonde producten en ga bij de mensen langs. Zorg daarnaast voor de
mogelijkheid om te proeven in de kantine of ga bij de mensen langs aan tafel.
• Prijs
Mensen zijn gevoelig voor een lage prijs of aanbiedingen. Dit geldt ook voor producten in een
kantine. Gelet op de persoonlijke- en financiële situatie van de doelgroep kunnen gezonde producten
als ‘te duur’ worden beschouwd. Probeer samen te kijken of de ongezonde producten duurder
gemaakt kunnen worden en gezonde producten goedkoper.
• Vaardigheden
Uit het praktijkonderzoek blijkt dat de doelgroep moeite heeft met de uitvoering van gezond (eet)
gedrag. De medewerkers hebben vaak niet de vaardigheden er ervaren veel problemen met
zelfregulatie door persoonlijke- en omgevingsdeterminanten.
De workshop ‘Zelfregulatie’ is een middel om intrinsiek gemotiveerde medewerkers te begeleiden bij
hun doelen en om samen te werken aan vaardigheden.
• Workshop Zelfregulatie
Intrinsiek gemotiveerde medewerkers binnen Caparis krijgen de mogelijkheid om middels een
lessenreeks verspreid over meerdere weken te werken aan zijn of haar vaardigheden binnen een
leefstijl gerelateerd doel. Door middel van motivational interviewing, monitoring, reflectie, feedback
en bekrachtiging wordt er ingezet op verbetering van zelfregulatie, gekoppeld aan praktische
opdrachten in de les en voor thuis.
* De workshop ‘zelfregulatie’ kan het hele jaar gedraaid worden. Het draaiboek bevindt zich in de
bijlage.
67
Joel Wagenaar
Aan de slag voor een gezonde bedrijfskantine!
Stappen jaarplan
Product
1. Bied ‘betere keuze’ producten aan
Bied van elk productgroep tenminste één ‘betere keuze’ (Schijf van Vijf of dagkeuze) aan. Voor
samengestelde maaltijden, zoals de gezondere 'betere keuze' belegde broodjes en salades is dit een
receptuur die aan de Richtlijnen voedselkeuze voldoet.
2. Kleinere porties
Ga na of er een (warm) gerecht is waarvan u een kleinere portie aan het assortiment kunt toevoegen
(bijvoorbeeld een halve portie voor de halve prijs of een kleiner belegd broodje). Zorg elke dag voor
een gerecht met een kleinere portie.
4. Gratis water
Breng de watertappunten in kaart of bedenk waar u watercoolers of een tap kunt maken. Plaats
deze watertappunten na de kassa op de looproute.
68
Joel Wagenaar
Plaats
7. ‘Betere keuzes’ aan het begin van de route
Plaats ‘betere keuzes’ aan het begin van de looproute en op prominente plekken. Dit zijn de
volgende producten: salades, groente en fruit, brood, broodbeleg en gezondere ‘betere keuze’
belegde broodjes.
Prijs
10. Gezonde combi-deals
Er is een goedkope combi-deals die bestaat uit melk/koffie/thee/groentesap + ‘betere keuze’
broodje + evt. fruit. De prijs is vergelijkbaar met de gemiddelde prijs van een belegd broodje in het
betreffend restaurant. Bereken de prijzen voor belegde broodjes en de combi-deal bij het geven van
een korting (de prijs was in het onderzoek 25% lager dan regulier). De combi-deal heeft een relatief
lage prijs en kan qua omvang een totale lunch zijn. Het moet niet verleiden tot extra aankoop naast
de reguliere lunch.
Promotie
12. Promoot enkel ‘betere keuze’ producten
Promoot alleen de voedingsmiddelen die de 'betere keuze' zijn. Overleg dit ook met uw leverancier.
Haal foto’s en reclame van voedingsmiddelen buiten de ‘betere keuze’ weg.
69
Joel Wagenaar
Stap 5 - Evalueer
Om binnen een bedrijf als werkgroep de doelstellingen en ambities te bereiken is het noodzakelijk
om de genomen stappen en activiteiten gezamenlijk te evalueren. Evalueren is het verzamelen,
interpreteren en presenteren van informatie met als doel de waarde van het resultaat of proces te
bepalen. De evaluatie betreft zowel losse activiteiten en strategieën als de gehele uitvoering. De
belangrijkste evaluatievormen zijn de proces- en effectevaluatie.
Procesevaluatie
Binnen de procesevaluatie wordt er gekeken naar de manier waarop verschillende voorbereidingen,
stappen en activiteiten zijn uitgevoerd. Het is heel nuttig om barrières/faal- en succesfactoren te
achterhalen. Een procesevaluatie kan op korte termijn informatie geven over de manier van
implementeren. Vervolgens kan er actie ondernomen worden op de verkregen feedback. Door
middel van een enquête, interviews of bijvoorbeeld monitoring kan de werkgroep deze
procesgegevens achterhalen.
Positieve resultaten maken duidelijk dat je als werkgroep op de goede weg bent, dit geeft nieuwe
energie om door te gaan. Wanneer de resultaten minder positief zijn dan kun je als werkgroep aan
de slag met verbeterpunten en de betreffende stap of activiteit aanpassen.
Effectevaluatie
In de effectevaluatie wordt gekeken naar het effect van het proces. Via een enquête en gesprekken
kan er worden geavaleerd en bevraagd worden of de huidige kantine voldoet aan de verwachtingen.
Daarnaast kunnen verkoopcijfers op korte termijn gemonitord worden en op basis van deze
gegevens kan het effect gemeten worden. Op de lange termijn kan er ook gekeken worden naar
verkoopcijfers. Ook kunnen medische gegevens informatie geven over het effect binnen Caparis.
Door een begin en eindmeting tijdens de Caparis testdagen kan er gemeten worden of er halfjaarlijks
verbeteringen te zien zijn binnen de doelgroep. Op de lange termijn kunnen gegevens omtrent
verzuim binnen Caparis ook veel informatie geven.
70
Joel Wagenaar
Stap 6 - Opnemen in beleid
Het doel is om gedragsverandering te laten plaatsvinden binnen de doelgroep. De gezonde kantine
binnen Caparis moet een gewoonte zijn geworden. Het hele stappenplan binnen de implementatie is
een cyclisch proces en keert jaarlijks terug om te evalueren en bij te sturen waar nodig. Tot een
verandering komen is lastig, maar het behouden is vaak nog lastiger. Het is daarom van belang dat de
gezonde kantine blijvend ingebed worden in het gezondheidsbeleid van Caparis.
Bij het opstellen van beleid is de missie en visie van Caparis omtrent gezondheid zeer belangrijk.
Daarnaast moet de doelstelling voor de kantine geformuleerd worden.
71
Joel Wagenaar
Bijlagen
Bijlage 1. Informatie toolbox werkleiders
Informatie toolbox
Dit is een toolbox voor medewerkers met een leidinggevende functie binnen Caparis. In deze
toolbox bevinden zich voorwerpen die bijdragen aan het vergroten van het draagvlak omtrent
gezonde voeding. Daarnaast bevinden er in deze toolbox voorwerpen die bij kunnen dragen aan
bewustwording en toename van gezonde voeding binnen Caparis.
Voorwerpen
Voorlichtingsbrief werkleider, voorlichtingsbrief werknemer, factsheet, posters, flyer,
tafelbanner.
Wat is de bedoeling?
Hieronder wordt beschreven welke handelingen er moeten plaatsvinden per voorwerp.
Factsheet
De factsheet is voor werkleiders. In de factsheet wordt informatie gegeven over de urgentie van
een gezondere kantine binnen een sociale werkvoorziening als Caparis.
Voorlichtingsbrief werkleiders
De voorlichtingsbrief is voor werkleiders binnen Caparis. In de brief staat welke veranderingen
plaats vinden binnen de kantine. Ook geeft de brief antwoordt op mogelijke vragen vanuit de
werknemers.
Voorlichtingsbrief werknemers
De voorlichtingsbrief is voor medewerkers binnen Caparis. Werkleiders mogen deze brief
verspreiden onder de medewerkers.
Posters
De poster mogen worden opgehangen op plekken die veel medewerkers passeren. De deuren
van de afdeling zijn hier een geschikte plek voor. Daarnaast ook het prikbord in de gang.
Flyers
De flyers mogen worden uitgedeeld onder de medewerkers. De flyer is bestemd voor
medewerkers die graag meer informatie willen over gezonde voeding en waarom dit belangrijk
is.
Afdelingen
− Ambtelijk
− Dagbesteding
− Facilitair
− Groen
− Multipack 1, 2, 3..
− Post
− Prikkelarm
− Schakel
− Magazijn
− Technische dienst
72
Joel Wagenaar
Bijlage 1.1 Factsheet
73
Joel Wagenaar
Bijlage 1.2 Voorlichtingsbrief werkleider
Beste werkleider,
Wat?
• Gezonde kantine waarin het gezonde aanbod de makkelijke keuze is.
• Stapsgewijs minderen ongezonde producten
• Gezonde kantine uitstraling
• Promotie gezonde voeding
• Keuzevrijheid blijven behouden
Waarom?
Het gezond en vitaal houden van onze medewerkers is een gezamenlijke
verantwoordelijkheid. Daarnaast profiteren werknemers zelf ook van een
gezond aanbod.
Caparis
Directeur Caparis – Alex Bonnema: “Langer leven is mooi, gezond langer leven is nog mooier.
Ik vind het belangrijk dat we daar als Caparis aandacht aan besteden. Het gezond en vitaal houden
van onze medewerkers is een gezamenlijke verantwoordelijkheid”.
74
Joel Wagenaar
Bijlage 1.3 Voorlichtingsbrief werknemer
Caparis
75
Joel Wagenaar
Bijlage 1.4 Posters drinkwater
76
Joel Wagenaar
77
Joel Wagenaar
Bijlage 1.5 Tafelbanner
78
Joel Wagenaar
79
Joel Wagenaar
Bijlage 2. Overzichtelijk schema veertien strategieën
80
Joel Wagenaar
Bijlage 3. Workshop Zelfregulatie
2019
Workshop zelfregulatie
Joel Wagenaar
Caparis
1-1-2019
81
Joel Wagenaar
Voorwoord
Voor u ligt het draaiboek voor de workshop ‘zelfregulatie’ binnen sociale werkvoorziening Caparis.
Deze is opgesteld naar aanleiding van een determinantenonderzoek binnen de organisatie en is dus
specifiek gericht op de doelgroep. Uit de resultaten blijkt dat werknemers moeite hebben de
uitvoerbaarheid van gezond (eet) gedrag op het werk en thuis. Door middel van de workshops
kunnen gemotiveerde werknemers werken aan hun vaardigheden omtrent leefstijl en zichzelf hierin
ontwikkelen. De lessenreeks is praktisch ingesteld en specifiek toepasbaar op de doelgroep.
Veel succes!
82
Joel Wagenaar
Inhoudsopgave
Inleiding .................................................................................................................................................84
Workshop zelfregulatie gezonde leefstijl les 1............................ 86Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
Workshop zelfregulatie gezonde leefstijl les 2................................ Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
Workshop zelfregulatie gezonde leefstijl les 3................................ Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
Bijlagen ............................................................................................ Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
Bijlage 1. Workshop zelfregulatie gezonde leefstijl les 1 ................ Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
Bijlage 1.1 Presentatie les 1 ............................................................ Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
Bijlage 1.2 Mindmaps ...................................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
Bijlage 1.3 Goalkeeper leerling boek les 1 ...................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
Bijlage 2. Workshop zelfregulatie gezonde leefstijl les 2 ................ Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
Bijlage 2.1 Presentatie les 2 ............................................................ Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
Bijlage 2.2 Goalkeeper leerling boek les 2 .................................. 92Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
Bijlage 2.3 Werkblad bewustwording suiker ................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
Bijlage 3. Workshop zelfregulatie gezonde leefstijl les 3 ................ Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
Bijlage 3.1 Presentatie ..................................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
Bijlage 3.2 Goalkeeper leerling boek les 3 ...................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
Bijlage 3.3 Workshop gezonde pauzemaaltijd ................................ Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
83
Joel Wagenaar
Inleiding
Zelfregulatie: de mate waarin iemand zijn eigen gedachte, gevoelens en gedrag kan beïnvloeden om
ze een doel, dat in de toekomst ligt, te bereiken.
Voor de workshop zelfregulatie wordt er gebruik gemaakt van de interventie Goalkeeper. Goalkeeper
is een methode voor het stimuleren van zelfregulatie en leefstijl waarin de doelgroep meerdere
weken achter elkaar werkt aan vaardigheden van zelfregulatie. Zelfregulatie is van groot belang bij
het ontwikkelen en behouden van een gezonde leefstijl op de lange termijn. Het opstellen van een
doel is niet domein gebonden en toepasbaar in wat voor situatie dan ook. Tijdens de lessenreeks
staat het werken aan vaardigheden centraal, hierbij wordt gebruik gemaakt van de Cyclus van
zelfregulatie die de vaardigheden in figuur 1 beschrijft (Toering & Jonker, 2011).
84
Joel Wagenaar
Docent
De rol van de docent/begeleiding is zeer belangrijk in de ondersteuning tijdens lessen. Het is
belangrijk om per onderstaande vaardigheden concrete vragen te stellen, te stimuleren, feedback te
geven, complimenteren en betrokkenheid te tonen om ontwikkeling van vaardigheden mogelijk te
maken. In de onderstaande tabel wordt het docent- en leerlinggedrag besproken per fase.
(Goalkeeper!, 2018)
85
Joel Wagenaar
Workshop zelfregulatie gezonde leefstijl les 1
Inleiding:
- Waarom deze workshop?
- Wat gaan we tijdens de lessenreeks doen?
Kern:
- Waarom een gezonde leefstijl?
- Presentatie BRAVO-factoren
Aan de slag:
- Invullen mindmaps: waar denk je aan bij bewegen/ niet stilzitten, leefstijl, geluk en
gezondheid?
- Doel en plannen maken
Benodigdheden:
- Presentatie
- Mindmaps
- Goalkeeper leerling boek
* Benodigdheden zijn te vinden in bijlage 1
Kern:
- Interview elkaar!
- Monitoren en evalueren doel
- Bijstellen doel + plan
Aan de slag:
- Info omtrent suiker
- Doel en plannen maken
- Bewust worden van suiker
Benodigdheden:
- Presentatie
- Goalkeeper leerling boek
- Suikerklontjes
- Werkblad bewustwording van suiker
* Benodigdheden zijn te vinden in bijlage 2
86
Joel Wagenaar
Workshop zelfregulatie gezonde leefstijl les 3
Inleiding:
- Terugblik vorige les: BRAVO-factoren, bewustwording van suiker en de gevolgen van te
veel suiker
- Weten we nog wat er in les 2 besproken is?
- Hoe gaat het met het opgestelde doel?
- Wat gaat goed/fout?
Kern:
- Interview elkaar!
- Bespreken doel en plan
- Monitoring van het doel
- Evalueren
Aan de slag:
- Workshop gezonde pauze maaltijd
Benodigdheden:
- Presentatie
- Goalkeeper leerling boek
- Werkblad gezonde wraps
- Wraps
- Kipfilet
- Komkommer
- Sla
- Paprika
- Tzatziki
- Humus
* Benodigdheden zijn te vinden in bijlage 3
87
Joel Wagenaar
Bijlage 1 Workshop zelfregulatie gezonde leefstijl les 1
Bijlage 1.1 Presentatie les 1
88
Joel Wagenaar
Bijlage 1.2 Mindmaps
89
Joel Wagenaar
Bijlage 1.3 Goalkeeper leerling boek les 1
90
Joel Wagenaar
Bijlage 2 Workshop zelfregulatie gezonde leefstijl les 2
Bijlage 2.1 Presentatie les 2
91
Joel Wagenaar
Bijlage 2.2 Goalkeeper leerling boek les 2
92
Joel Wagenaar
93
Joel Wagenaar
Bijlage 2.3 Werkblad bewustwording suiker
94
Joel Wagenaar
95
Joel Wagenaar
96
Joel Wagenaar
97
Joel Wagenaar
Bijlage 3 Workshop zelfregulatie gezonde leefstijl les 3
Bijlage 3.1 Presentatie
98
Joel Wagenaar
Bijlage 3.2 Goalkeeper leerling boek les 3
99
Joel Wagenaar
100
Joel Wagenaar
Bijlage 3.3 Workshop gezonde pauzemaaltijd
101
Joel Wagenaar
5.8 I-change model
102
Joel Wagenaar
5.9 ANGELO-raamwerk
103
Joel Wagenaar