Professional Documents
Culture Documents
Projekt 1:Startvaardigheden.
1.1 Inleiding.
Aan elektrische installaties zijn gevaren verbonden, vooral de installateur en de
onderhoudstechnicus worden blootgesteld aan die gevaren. Vandaar ook het belang dat de
technicus deze gevaren onderkent en zich daartegen beschermt. In het “Algemeen Reglement
voor de Arbeidsbescherming” of ARAB staan de voorschriften welke men minimum moet
naleven om de werkzaamheden uit te voeren. Het naleven van deze voorschiften wordt
gecontroleerd door de Veiligheidscoördinator.
Aanvullend moet men een werkplaatsreglement hanteren waarin specifiek bijkomende
gevaren en maatregelen vermeld staan. Het is vanzelfsprekend dat men het
werkplaatsreglement zeer goed moet kennen en naleven.
Bovendien moet hij de installatie in een veilige toestand overleveren. Zodat niemand, ook
personen die niet op de hoogte zijn van de elektrische gevaren, gevaar loopt. Daarom moet de
elektrische huisinstallatie in België voldoen aan de “Algemene Reglementering in zake de
Elektrische Installaties” kortweg A.R.E.I. Alvorens de installatie overgeleverd wordt, wordt
deze dan ook gecontroleerd. Dit gebeurt door een onafhankelijk keuringsorganisme.
Ook het materiaal welk gebruikt wordt moet veilig zijn. Dit materiaal herkent men door het
fabrieksmerk of keurmerk welke moet aangebracht zijn op het materiaal. Voor België zijn deze
keurmerken bijvoorbeeld CEBEC en VGS.
Niet alleen moet de installatie in een veilige toestand overgeleverd worden maar dit moet ook
voor een lange tijd een veilige goed functionerende installatie blijven. Dit kan men door
kwalitatief goed werk af te leveren en kwaliteitsmateriaal te gebruiken. Een kwalitatief goede
installatie krijgt men alleen maar als al de facetten van de installatie kwalitatief goed zijn. Het
eigen werk; wordt dit met de nodige zorg en het nodige vakmanschap uitgevoerd. Is het
materiaal wat men gebruikt een bekend merk? Van een betrouwbare firma? Bestaat deze
firma al langer? Welke garanties naast de veiligheidsgarantie krijg je bij het materiaal? Hoe is
de service van de firma? Welke zijn de eigen ervaringen met het materiaal? Dit zijn allemaal
factoren waar men rekening moet mee houden als men het installatiemateriaal kiest.
Daarnaast is het handig de eigen ervaringen, de ervaringen van klanten, van collega’s over de
gebruikte materialen te verzamelen. Hebben we de afgelopen jaren niet dikwijls een bepaalde
schakelaar moet vervangen? Wat was toen het defect? Hoe is de leverancier van het
materiaal omgegaan met deze fout? Dergelijk informatie kan belangrijk zijn in de keuze van
installatiemateriaal.
Men moet ernaar streven een kwalitatief goede installatie af te leveren, zo heeft men achteraf
weinig nazorgen, zo heeft men tevreden klanten, zo heeft men tevreden collega’s, baas of
werknemers. Men levert dan niet alleen een installatie met een veiligheidsgarantie, maar ook
een installatie met een duurzame garantie. Een garantie dat de installatie gedurende vele
jaren goed blijft functioneren en veilig blijft. Dit is trouwens het eerste wat een klant merkt. Of
een installatie al dan niet goed en betrouwbaar functioneert.
1.2 De gevaren.
Elektrische installaties en toestellen brengen hoofdzakelijk volgende gevaren mee voor hun
omgeving.
Personen of dieren die in aanraking komen met onderspanningstaande delen kunnen
zware letsels oplopen of zelfs gedood worden.
In bepaalde omstandigheden kunnen elektrische lichtbogen optreden. Deze elektrische
lichtbogen kunnen brandwonden, brand en ontploffingen veroorzaken.
Bij overbelasting, of bij slechte verbindingen van leidingen kunnen deze verhitten met
dikwijls brand tot gevolg.
Pedagogische wenken.
toon het ARAB aan de lln ; voorzie dit in de werkplaats in een documentatiekast
overloop met de lln het werkplaatsreglement van de eigen afdeling
bezorg elke ll zulk een eigen reglement
toon het AREI , voorzie dit in de werkplaats in een documentatiekast
haal enkele voorbeelden aan van onafhankelijke keuringsmechanismen
toon beknopt het Europees keurmerk CE a.d.h.v. enkele toestellen en/of foto’s van
toestellen
1.3.1 De waarschuwingstekens
De waarschuwingstekens waarschuwen voor een gevaar. Door de aanduiding weet men dat
men extra moet opletten voor dat bepaald gevaar. De aanduiding gebeurt met driehoekige
pictogrammen, deze hebben een gele achtergrond en een zwarte rand. In deze driehoek is
een zwart figuur welke een voorstelling is van het gevaar.
Enkele veel voorkomende waarschuwingspictogrammen.
Het algemene symbool voor het aanduiden van een gevaar dat door geen
ander teken werd voorzien. Deze worden meestal vergezeld van een
extra pictogram of tekst.
Op plaatsen waar men met kranen werkt, waar er gevaar bestaat voor
vallende lasten moet men dit aangeven met dit pictogram.
1.3.2 De verbodstekens
Deze pictogrammen verbieden een bepaalde actie. Het niet naleven van dit verbod kan
ernstige gevolgen hebben voor de persoon zelf of voor zijn omgeving. Het pictogram is altijd
rond, rood omlijnd en met een schuine rode streep over een zwart symbool. Het symbool duidt
op de actie die verboden is.
Enkele voorbeelden van verbodstekens.
Dit teken verbiedt het roken. Dit kan om verschillende redenen zijn: om
andere personen te beschermen, om de omgeving te beschermen
(brandgevaar), om een productieproces te beschermen.
Met dit symbool verbiedt men de toegang, meestal tot een installatie, van
onbevoegden.
1.3.3 De gebodstekens
Het is verplicht een oogbescherming te dragen. Dit pictogram kan bij een
toestel hangen, dan is het gebruik van de oogbescherming verplicht bij
het gebruik van het toestel. Het pictogram kan echter ook bij
toegangswegen van ruimten (fabriekshal) aangebracht worden, de
oogbescherming dient dan gedragen te worden in dat lokaal.
Men moet verplicht een helm dragen. Dit pictogram gelt meestal voor een
ruimte, een terrein. Het pictogram is dan aangebracht aan de
toegangswegen.
Veiligheidshandschoenen verplicht.
1.3.4 De reddingstekens
Belangrijk is ook dat men op een vreemde plaats weet waar men naartoe kan indien er gevaar
is. Ook hier bestaan er verschillende pictogrammen; pictogrammen die uitgangen en
vluchtwegen aanduiden en pictogrammen die reddingsmiddelen, brandbestrijdingsmiddelen
aanduiden. De reddingspictogrammen zijn vierkantige groene borden met een wit teken erop.
De brandbestrijdingspictogrammen zijn ook vierkantig maar hebben dan een rode
achtergrond, de symbolen van deze pictogrammen zijn eveneens wit.
Enkele voorbeelden.
Door de richting van deze pictogrammen te volgen komt men terecht bij
een nooduitgang.
Bepaalde producten zijn zo gevaarlijk dat op de verpakking het gevaar van dit product wordt
aangeduid met een pictogram. Dit pictogram is rechthoekig van vorm heeft een oranje
achtergrond en het symbool is zwart.
Enkele voorbeelden van dergelijke aanduidingen.
Pedagogische wenken.
zorg voor enkele waarschuwingsborden in het vaklokaal
zorg voor enkele verbodsborden in het vaklokaal
zorg voor enkele gebodsborden in het vaklokaal
zorg voor enkele reddingstekens in het vaklokaal
laat de lln zelf afleiden waarvoor sommige pictogrammen staan
laat de lln zelf enkele voorbeelden opsommen op welke plaatsen en wanneer deze
verschillende borden moeten of kunnen gebruikt worden
spiegel de lln een reële werksituatie voor en bevorder hen tot veiligheidscoördinator. Laat
hen nu zelf nagaan welke soorten waarschuwingsborden en andere zij zouden plaatsen
om te komen tot een veilige werkomgeving
Tenzij het niet anders kan dient steeds de spanning van de installatie waaraan men gaat
werken te worden uitgeschakeld.
Baken indien nodig de werkzone af: als elektricien moet men dikwijls in het gebinte van
bijvoorbeeld een bedrijfshal werken om daar elektrische kabels te leggen. Als men dit doet
moet men zich beveiligen tegen het vallen, maar men moet ook voorkomen dat personen die
onder de werkzaamheden passeren verwond kunnen worden door vallend gereedschap. Dit
kan door de werkzone af te bakenen en de doorgang zonder veiligheidshelm te verbieden of
totaal te verbieden.
Elektrische installatie kasten waar men aan werkt moet men ook uitschakelen met de daarvoor
voorziene hoofdschakelaar, deze schakelaars zijn verplicht voorzien van een systeem om het
terug inschakelen te verhinderen.
Alvorens in te schakelen:
Controleer of de spanning terug mag worden ingeschakeld.
Zitten al de afscherming terug op hun plaats?
Werken er nog andere personen aan deze installatie?
Ligt nergens geen gereedschap meer rond te slingeren?
…
Verwijder de aangebrachte aardverbindingen en kortsluitverbinding.
Schakel de spanning.
Controleer op correcte aanwezigheid van de spanning
Pedagogische wenken.
toon met welke middelen en op welke wijze men een werkzone kan afbakenen
som hiervoor alle nodige stappen één voor één op
indien mogelijk demonstreer deze 5 basisregels a.d.h.v. een praktisch, zelf samengesteld
voorbeeld.
doe elke stap voor en geef uitleg wat de bedoeling ervan is
wijs hen op de gevaren van gevaarlijk, vlug en volgens routine te werken
Wanneer men dan toch aan een onderspanningstaande installatie moet werken moet men de
gepaste persoonlijke en collectieve beschermmiddelen gebruiken.
Zo moet men aan de spanning aangepaste handschoenen dragen.
Een helm en een masker dragen.
Draag voldoende beschermende kledij, geen korte broek of opgerolde mauwen
Aangepast isolerend gereedschap gebruiken.
Eventueel een isolerend tapijt of een bankje gebruiken
Pedagogische wenken.
toon de persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen zoals beschreven op blz11
dus een helm, masker,aangepaste handschoenen,beschermende kledij
isolerend gereedschap
isolerend tapijt of een bankje
gebruik eventueel een video over dit onderwerp ( indien dit bestaat natuurlijk!! )
toon hoe de veiligheidsregels moeten geïntegreerd worden en kunnen bij een elektrische
installatie
Daarom worden in vele bedrijven gereedschapsborden gebruikt waarin elke gereedschap zijn
plaats heeft en dit ook aangeduid is. Zo kan men in één oogopslag zien of het gereedschap
opgeruimd is of niet.
Ook in je persoonlijke werkkoffer heeft elk gereedschap zijn plaatst zodat je onmiddellijk kan
zien of er iets ontbreekt.
Een bijkomend voordeel is, dat men niet telkens opnieuw moet puzzelen om het gereedschap
in de gereedschapskoffer te krijgen.
Niet alleen het gereedschap moet men opruimen. Maar ook het rest materiaal, het afval moet
men opruimen want rondslingerend afval, restmateriaal kan een ongeval veroorzaken.
Als men het afval dan opruimt moet men het goed sorteren. Eerst en vooral moet men het
restmateriaal welke men zelf nog kan hergebruiken bewaren en sorteren. Immers hiermee
spaart men zelf geld uit en het komt het milieu ten goede. Een draad of kabel die juist te kort is
op één plaats kan waarschijnlijk nog dienen op een andere plaatst.
Wanneer de restjes echt niet meer gebruikt kunnen worden, dan worden ze gesorteerd per
materiaal. Koper bijvoorbeeld is een perfect te recycleren materiaal, deze grondstof is ook
vrijduur. Het is zelfs zo dat, als men het koper goed verzamelt, zonder veel verontreiniging
door ander materiaal, men niet moet betalen om het te laten ophalen. In sommige gevallen
wordt men zelfs vergoed.
Ook PVC is heel goed te recycleren. PVC of Poly Vinyl Chloride is een thermoplast en één van
de hoofdeigenschappen van een thermoplast is dat men dit materiaal na verwarming opnieuw
kan gebruiken. Of anders gezegd men kan het smelten en opnieuw gebruiken.
Papier is al langer bekend als te recycleren materiaal. Dus ook het papier en het karton gaan
we verzamelen en apart laten ophalen.
Preventief kunnen we ook veel doen. Zorgen dat er niet te veel afval is, en wel overwogen
onze draden en leidingen gebruiken. Het materiaal wat we gebruiken kan zelfs van
gerecycleerd materiaal zijn. Dit herkennen we aan het recycle-logo op het materiaal.
Recycle-Logo
Pedagogische wenken.
toon enkele praktische voorbeelden van sommige bedrijven hoe men daar
aandacht besteed aan orde en netheid
laat instructielijsten, checklists zien
laat de lln zelf op zoek gaan in de eigen school van mogelijke acties tot orde en
netheid
wijs de lln ook op het belang van netheid bij hun eigen werkmateriaal en
werkkoffer
maak de lln attent op een verzorgde werkplaats en het belang van opruimen op
het einde van de werkdag
stel een beurtrol op voor het onderhoud en opruimen van de werkplaats, geef de
lln hiervoor de nodige verantwoordelijkheid.
geef aandacht aan milieu, recyclage en spaarzaamheid
leer de lln dat sorteren meer dan nodig is en kijk erop toe dat dit consequent
gebeurt.
richt een ‘ mini-containerparkje ‘ in jouw werkplaats in, waar alles per dag kan
verzameld en gesorteerd wordt. Op het einde van de les kan het verzamelde
materiaal dan naar de grote recyclageplaats gebracht worden.
bespreek een ‘ echte ‘ werksituatie en ga chronologisch na welke
werkzaamheden doorlopen worden gedurende het gehele werk. Hierna overloop
je deze opsomming en geeft aandacht aan die dingen die eigenlijk veiliger
zouden moeten worden aangepakt.
verbeter de foutieve handelingen en werkomstandigheden
routine en gemakzucht zijn “ slechte “ elementen in het veilig-werken op de
werkvloer