Portfolio 2018-19

6VL
GIP-STAGE
TSO
PORTFOLIO
PIPO DE CLOWN
PETRUS EN PAULUS WEST

PERSOONLIJKE GEGEVENS
Naam: Pipo de clown
Adres:
Tel.:
GSM:
E-mail:
Nationaliteit:
Datum van geboorte:
Plaats van geboorte:

PORTFOLIO
2018 - 2019 Pipo De Clown
1. INHOUDSOPGAVE
0. INHOUDSOPGAVE.......................................................................................6
1. PETERSCHAP EN PORTFOLIO........................................................................7
1.1 PETERSCHAP..........................................................................................7
1.2 PORTFOLIO............................................................................................7
1.3 SAMENWERKINGSVORM en ACTIVITEITENKALENDER..................................7
2. EVALUATIEBLAD PETERSCHAP......................................................................9
3. DEEL I CONTACTMOMENTEN......................................................................10
3.1 KENNIS MAKEN MET HET BEDRIJF...........................................................10
3.1.1 Voorbereiding.................................................................................10
3.1.2 Wat moet/kun je zoal vragen in het bedrijf? (mentor T)........................10
3.1.3 Het kennismakingsgesprek zelf (mentor T).........................................10
3.1.4 Wat weet je nu na je bezoek aan het bedrijf?......................................11
3.1.5 Informatie over het bedrijf................................................................11
3.2 SOLLICITATIEOEFENING........................................................................12
4. DEEL II DE GEÏNTEGREERDE PROEF (GIP)...................................................13
4.1 ONDERWERP........................................................................................13
4.2 KORTE OMSCHRIJVING..........................................................................13
4.3 HOE MAAK JE EEN NEERSLAGWERK.........................................................13
4.4 STAPPENPLAN......................................................................................13
4.5 DE GIP-AGENDA...................................................................................13
4.6 DE GIP-AGENDA...................................................................................13
4.7 DE EVALUATIE......................................................................................14
4.7.1 Eerste evaluatie week 14 (Kerstvakantie)...........................................14
4.7.2 Tweede evaluatie week 23................................................................15
4.7.3 Derde evaluatie week 36..................................................................16
5. DEEL III STAGE........................................................................................17
5.1 WAAROM STAGE?.................................................................................17
5.2 ZELFEVALUATIE....................................................................................17
6. APPENDIX................................................................................................18
6.1 WAT MOET/KUN JE ZOAL VRAGEN IN HET BEDRIJF? (MENTOR T)................18
6.2 WAT WEET JE NA JE BEZOEK AAN HET BEDRIJF?......................................19
6.3 INFORMATIE OVER HET BEDRIJF.............................................................20
6.4 SOLLICITATIE.......................................................................................21
6.5 KORTE OMSCHRIJVING GIP....................................................................22
6.6 STAPPENPLAN......................................................................................23
6.7 DE GIP-AGENDA...................................................................................24
6.8 ZELFEVALUATIE FORMULIER..................................................................25
6.9 OMSCHRIJVING WERKATTITUDES (ZELFEVALUATIE).................................26
6.10 DEFINITIE VAN DE SCORES (ZELFEVALUATIE)........................................28
PORTFOLIO
Pipo De Clown 2018 – 2019
2. PETERSCHAP EN PORTFOLIO
2.1 PETERSCHAP
Leren bestaat uit kennis en vaardigheden verwerven. Een krachtig hulpmiddel

daarvoor is ervaring opdoen, leren van anderen. Het bedrijf kan je hierbij met raad
en daad helpen.
In de peterschap formule word je een schooljaar lang gekoppeld aan mentoren: aan
schoolmentoren Techniek en Algemene vakken) maar ook aan een bedrijfsmentor,
je peter B. Die laatste mentor is iemand in het bedrijf die bereid is om jou te helpen
en te ondersteunen. Hij/zij zal je ondersteunen, samen met je leraren, inzake de GIP,
de stage, technisch praktische vragen, sollicitatie-vaardigheden, job- en studiekeuze.
2.2 PORTFOLIO
Je bent nu aan het lezen in je portfolio. Die portfolio is een verzamel map van
uitgewerkte opdrachten, de geïntegreerde proef, stage, sollicitatietraining, evaluatie…
Om je te helpen wordt een raamwerk aangeboden. Het helpt je de verzamel map,

jouw portfolio, op te bouwen.
Het bestaat uit drie hoofddelen :
 deel 1: de contactmomenten
 deel 2: de geïntegreerde proef
 deel 3: de stage
Elke afdeling of opleiding heeft zijn eigen invalshoek, de ene meer theoretisch, de
andere meer praktisch gericht. Een geïntegreerde proef kan als basis een
schoolopdracht of een bedrijfsopdracht hebben.
2.3 SAMENWERKINGSVORM EN ACTIVITEITENKALENDER
In het peterschap project ziet de samenwerkingsvorm met het bedrijf er als volgt uit:
Mentoren
Job schaduw dag
GIP: onderwerp en begeleiding
Stage
Sollicitatietraining
Jury GIP
Contactmomenten
7 PETRUS EN PAULUS WEST

PORTFOLIO
Activiteitenkalender
September – oktober
 Bedrijf zoeken? Info over bedrijf?
 Portfolio
 GIP-onderwerp
November
 Mini GIP vak Nederlands = hoe neerslagwerk maken?
December
 Eerste evaluaties GIP week 15.
Januari
 Matching leerling/bedrijf
 Contactmoment leerling/bedrijfsmentor
Februari
 Sollicitatietraining les Nederlands.
 Tweede evaluatie week 23
Maart
 Tewerkstellingsdag op …..
April
 Afwerken neerslagwerk GIP
 Voorstelling GIP in les Nederlands (taal, presentatie).
 Voorstelling GIP in de les vliegtuigtechniek (inhoud).
Mei
 Stage (4 weken): week 29-30-31-32-33 (do 02/05/2019 tot woe
29/05/2019)
Juni
 GIP voorstelling week 37 (ma 24/06/2019)
 Contactmoment(en) onderwijs/bedrijf
 Eindevaluatie stage + GIP week 38
Heb je nog vragen? De TA van de afdeling en de leraars staan klaar om je verder op

weg te helpen.
Succes!
Eddy Debussche Carl Vandycke Carine Geldhof

Technisch Directeur TA GRACO
PORTFOLIO
3. EVALUATIEBLAD PETERSCHAP
Mentor A - Algemene Vakken Claudine Vermeulen

Mentor T – Technische vakken + praktijk Geert Catrysse
Mentor B - Bedrijf
EVALUATIE 1 – Week 14 – einde 1STE semester

Week 14 Mentor T /200
Totaal evaluatie 1 /200
Evaluatie en advies tot remediëring: zie para. 5.6.1
EVALUATIE 2 – Week 23 – einde 1STE periode van het 2DE semester

Voor 1 maart 2018 Leraar Nederlands – Solliciteren /40
(rollenspel, brief, cv, …
Voor 1 maart 2018 Mentor A /20
Verzameling bezoek bedrijf
Voor 1 maart 2018 Mentor A /20
Verzameling info bedrijf
Evaluatie en advies tot remediëring: zie para. 5.6.2
EVALUATIE 3 – Week 36 – einde 2DE periode – 2de semester

Vrijdag 22 juni 2018 Mentor T + jury presentatie GIP /100
Evaluatie: zie para. 5.6.3
GIP-RESULTAAT
2DE semester /600
Jaarresultaat /800
STAGE – EVALUATIE 2DE SEMESTER

Totaal Stage Mentor T/B /400
Eindbeoordeling:

PORTFOLIO
4. DEEL I CONTACTMOMENTEN
4.1 KENNIS MAKEN MET HET BEDRIJF
4.1.1 VOORBEREIDING
Naam van de persoon die jij wenst te

spreken.
Op welke datum moet je er zijn?
Hoe laat word je verwacht, en hoe lang
kan/mag het gesprek duren?
Waar precies moet je zijn?
Tip: draag verzorgde kledij en spreek voornaam
4.1.2 WAT MOET/KUN JE ZOAL VRAGEN IN HET BEDRIJF? (MENTOR T)
Zie appendix 7.1
Geef dit blad vóór 1 maart af aan je T mentor.

Maak je je werk digitaal, steek een afdruk in een plastic folie!
4.1.3 HET KENNISMAKINGSGESPREK ZELF (MENTOR T)
Vul onderstaande gegevens meteen zelf in.
Noteer samen met je mentor de contactgegevens van het bedrijf vooraan in je

portfolio.
CONTACTGEGEVENS BEDRIJF/MENTOR
Naam:
Administratieve zetel:
Adres:
Tel. – GSM:
E-mail:
Mentor:
Tel. – GSM:
E-mail:
PORTFOLIO
4.1.4 WAT WEET JE NU NA JE BEZOEK AAN HET BEDRIJF?
Beschrijf je ervaringen aan de hand van antwoorden op de volgende vragen.
1. Hoe verliep het gesprek? Welke gevoel had je daarbij?
2. Heb je kunnen bespreken wat je verwacht van je mentor? (Ja / neen + uitleg)
3. Welke nodige informatie heb je nu?
4. Wat ben je vergeten te vragen? Hoe kwam dat? Hoe ga je dat verhelpen?
5. Wat deed je extra goed?
6. Wat deed je minder goed?
7. Hoe pak je het de volgende keer aan?
Zie appendix 7.2
Geef dit blad vóór 1 maart af aan je A mentor.

4.1.5 INFORMATIE OVER HET BEDRIJF
Schrijf in appendix alle mogelijke gegevens die je voor, tijdens en na je bezoek over
het bedrijf verzameld hebt. Belangrijk: vermeld je bronnen op de juiste manier (zie
Leerboek Nederlands blz. 234-238).
Bedrijfsgegevens zoals geschiedenis, jaarverslag, omzet, winst, personeel, evolutie,
multinational … - ken je het middenveld ? VOKA, UNIZO, VKW, ACV, ABVV, ACLVB…
Geef dit blad vóór 1 maart af aan je A mentor.


PORTFOLIO
4.2 SOLLICITATIEOEFENING
In de klas verken je samen met je leraar Nederlands in januari en februari de

verschillende aspecten van het solliciteren. Eventueel kun je je “sollicitatie-
vaardigheid“ toetsen in het bedrijf/de onderneming.
Je schrijft een sollicitatiebrief en cv; je solliciteert per mail; via een rollenspel oefen je
het sollicitatiegesprek. Je medeleerlingen en je leraar beoordelen je.
Achteraf (na de verbetering …) kun je alle digitale documenten inzake solliciteren in

appendix 7.4 invoegen.
PORTFOLIO
5. DEEL II DE GEÏNTEGREERDE PROEF (GIP)

5.1 ONDERWERP
ONDERWERP
5.2 KORTE OMSCHRIJVING
Maximaal 1 pagina.
Zie appendix 7.5
5.3 HOE MAAK JE EEN NEERSLAGWERK
(leraar Nederlands)
Via een mini GIP in de les Nederlands tijdens de maanden november/december wordt
aangeleerd hoe het neerslagwerk eruit moet zien. Zie leerwerkboek Nederlands
Taalhandeling 2, een GIP/GP maken blz. 47-77
5.4 STAPPENPLAN
Stel een stappenplan op samen met je mentor T.
Zie appendix 7.6
5.5 DE GIP-AGENDA
Vul in appendix 7.7 alle data en uitgevoerde GIP taken in.

PORTFOLIO
5.6 DE EVALUATIE
5.6.1 EERSTE EVALUATIE WEEK 14 (KERSTVAKANTIE)
Evaluator T1: Datum:

Evaluatie en advies tot remediëring:
Score in % :
Datum: Handtekening ouders:

PORTFOLIO
5.6.2 TWEEDE EVALUATIE WEEK 23

Evaluator A1: Datum:

Score in % :

PORTFOLIO
5.6.3 DERDE EVALUATIE WEEK 36

Evaluator A1: Datum:

Score in % :

PORTFOLIO
6. DEEL III STAGE

6.1 WAAROM STAGE?
Je koos voor een beroep dat je later wilt uitoefenen, en daar leer je nu voor. Je kunt
veel leren op school, maar je kunt ook leren op de werkvloer door stage te lopen.
Op je stageplaats stel je vast:
 wat je al kent;
 wat je al kunt doen;
 en hoe jij je gedraagt op de werkvloer.
Je oefent ook heel wat in.
Je kunt er ook veel bijleren over het beroep zelf.
Je maakt kennis met de werkvloer, hoe het er in het echt aan toe gaat als je met
een werkgever (hier je stage gever of je stage mentor) en collega’s samenwerkt. Je
hebt hier echt wel sleutelvaardigheden/competenties voor nodig.
6.2 ZELFEVALUATIE
Voor je op stage vertrekt, evalueer je jezelf. Het zelfevaluatie formulier vind je in

appendix 7.8.
Een omschrijving van de werkattitudes en een definitie van de scores vind je op

respectievelijk appendix 7.9 en appendix 7.10.

PORTFOLIO
6.3 STAGEADMINISTRATIE
6.3.1 WIE DOET WAT ?
De algemene stagecoördinator is dhr. Eddy Debussche, technisch adviseur

coördinator.
De TA van de afdeling Dhr. Carl Vandycke regelt jouw stage, maakt het contract op,
organiseert de administratieve taken.
De stageleraar Dhr. Geert Catrysse komt op stagebezoek, volgt op en evalueert.
De bedrijfsmentor Dhr./Mevr.……………………………. begeleidt je op de stage.
6.3.2 STAGECONTRACT
WAAR MOET JE OP LETTEN?
Je bent leerling-stagiair. Dat wil zeggen dat je als leerling onder het toezicht van je
school blijft staan, én als stagiair ook de regels en gewoonten van het bedrijf in ere
moet houden. Je mag uiteraard uitleg vragen aan je stagementor. Goede afspraken
maken goede vrienden!
ARBEIDSREGLEMENT
Als leerling-stagiair ben je verplicht het arbeidsreglement na te leven, en ook de

voorschriften eigen aan de onderneming en de sector. Als leerling-stagiair ben je
gebonden aan het beroepsgeheim eigen aan de sector waarin de stage wordt
volbracht. Doe geen uitspraken of handelingen die de goede naam of de bedrijvigheid
van de stagegever zouden kunnen schaden. Ook na je stage blijft deze regel gelden.
Zorg dat je altijd op tijd bent, en vertrek niet te vroeg. Maak een begonnen werkje bij
voorkeur af.
ZIEKTE
Elke afwezigheid of laattijdigheid (ziek, lekke band, bus gemist …) moet je zo snel
mogelijk en zeker voor aanvang van de werktijd melden aan de school, je
stagebegeleider en je stagementor.
UITVOEREN VAN DE OPDRACHTEN
Voer de opdrachten en aanwijzingen van je stagementor zo goed als je kan uit, en

verwittig hem meteen als je klaar bent. Als je stagementor geen concrete opdrachten
voor je heeft, dan blijf je actief. Je kunt opruimen, je werkplek schoonmaken, in je
portfolio praktijkoefeningen werken … Sta zeker niet te lanterfanten.
PORTFOLIO
VEILIGHEID
Luister aandachtig naar de uitleg bij het gebruik van producten, gereedschap of
toestellen. Lees de gebruiksaanwijzing, of vraag bijkomende uitleg als iets je niet zo
duidelijk is. Verwittig onmiddellijk je stagebegeleider of de school als je op één of
andere manier schade veroorzaakt zou hebben. Je stagebegeleider zal de zaak helpen
oplossen. Je bent niet verantwoordelijk voor sleet of schade door normaal gebruik. Als
je met opzet iets stuk maakt, dan zal je daar wel zelf moeten voor opdraaien.
GEZONDHEID EN MILIEU
Werk overal en altijd veilig en gezond. Informeer je over de gebruikelijke arbeidskledij

en de eventuele maatregelen voor je persoonlijke lichamelijke bescherming (art. ….).
Draag ook zorg voor het milieu. Toon je bezorgdheid door te vragen naar de regels,
en pas ze ook toe.
Onthoud goed: je bent er om te leren! Je stapt beter naar je stagementor om iets

(opnieuw) te vragen, dan dat hij bij jou moet komen om een fout te herstellen, voor
zover dat nog kan.
PROBLEMEN OPLOSSEN
En tenslotte: voor elk probleem dat niet ter plekke kan worden opgelost, neem je
steeds contact op met je stagebegeleider of de school.

PORTFOLIO
6.3.3 CONTACTGEGEVENS
LEERLING-STAGIAR
Naam en voornaam:
Adres:
Tel. / GSM:
E-mail:
Studiegebied – opleiding: Vliegtuigtechnieken
Klas: 6VL
SCHOOL
Naam: Petrus en Paulus West

Adres: Stuiverstraat 108 te 8400 Oostende
Tel. / GSM: 059 55 64 74
E-mail: west@petrusenpaulus.be
Studiegebied – opleiding: Vliegtuigtechnieken
Klas: 6VL
Stagebegeleider: Geert Catrysse
GSM: +32 478 28 65 12
E-mail: Geert.catrysse@petrusenpaulus.be
BEDRIJF
Naam:
Adres Administratieve zetel:
Tel. / GSM:
E-mail:
Adres Stageplaats1:
Tel./GSM:
E-mail:
1
Indien verschillend van de administratieve zetel.
PORTFOLIO
6.3.4 STAGECONTRACT
Je krijgt van de TA Petrus en Paulus West een contract in drievoud: één exemplaar
voor het bedrijf, één exemplaar voor jou en één exemplaar voor de school.
Dit stagecontract is een rechtsgeldig arbeidscontract!
6.3.5 ANDERE DOCUMENTEN
(Deze bijlagen voeg je achteraan de portfolio bij)
RISICOANALYSE
Een voorbeeld van een risicoanalyse kun je krijgen bij de TA.
ARBEIDSGENEESKUNDIG ONDERZOEK
Niet alle stageplaatsen vereisen een geneeskundig onderzoek. De TA kijkt samen met
de preventieadviseur na.
STAGEACTIVITEITENLIJST
In dit document (zie appendix 7.12) hou je kort bij wat je iedere dag doet.
WERKPOSTFICHE.
Krijg je van het bedrijf.
STAGEBRIEF AAN DE OUDERS
De TA stuurt een brief met de stageregelingen naar je thuis.
STAGEAANVRAAG BIJ HET BEDRIJF
De leerling/stageleerkracht zal waar er nog geen voorafgaande peterschap-

overeenkomst was een bedrijf zoeken.
BEDANKING STAGE
Na afloop van de stage stuurt de school een bedanking brief naar het bedrijf.

PORTFOLIO
6.4 EVALUATIE
Evalueren is een belangrijk onderdeel van het leren. Het doet je nadenken over je
handelen, verbeterpunten, attitudes…
Je wordt geëvalueerd, belangrijk echter is dat je ook jezelf, je werkomstandigheden,

je omgeving leert evalueren.
6.4.1 ZELFEVALUATIE
ALGEMEEN
Beschrijf je ervaringen aan de hand van antwoorden op de volgende vragen.
1. Is er een goede sfeer op de stageplaats?

2. Is de begeleiding vanuit de school goed ?
3. Hoe ervaar je de begeleiding door je stagementoren?
4. Wat vind je van de opdrachten?
Zie appendix 7.13
Geef dit blad vóór 1 mei af aan je T mentor.

SLEUTELVAARDIGHEDEN
Na je stage evalueer je jezelf. Het zelfevaluatie formulier vind je in appendix 7.14. Dit
heb je al eens gedaan.
Een omschrijving van de werkattitudes en een definitie van de scores vind je op

6.4.2 EVALUATIE DOOR DE STAGEBEGELEIDER (T) EN DE MENTOR (B)
Deze evaluatie dient te worden ingevuld door de stagebegeleider in samenspraak met

de mentor. Het formulier vind je terug in appendix
6.4.3 LEERPUNTEN (LAATSTE ZELFEVALUATIE)
Na uw stage en gesprek met stagementor en –begeleider doe je nog een laatste

zelfevaluatie aan de hand van de vragen in appendix 7.16.
Na het invullen van deze laatste zelfevaluatie print je uw portfolio uit en bezorg je die
aan uw stagebegeleider.
PORTFOLIO
6.5 NOG ENKELE TAKEN
Nog enkele taken om je stage af te ronden.
Activiteiten Datum
Ik overloop mijn opdrachten van mijn portfolio en werk ze

af.
Enkele tips:
 ik heb alles ingevuld;
 alle documentatie heb ik toegevoegd;
 de lay-out heb ik uitgewerkt;
 de documenten heb ik ter ondertekening voorgelegd;
Ik zorg dat mijn evaluatiedocumenten ingevuld zijn.
Ik heb samen met mijn stagementor en stagebegeleider

een eindevaluatiegesprek op …
Ik dien mijn ingevulde portfolio, met de ondertekende

documenten op het afgesproken moment in bij de leraar.

PORTFOLIO
7. APPENDIX
7.1 WAT MOET/KUN JE ZOAL VRAGEN IN HET BEDRIJF? (MENTOR T)
PORTFOLIO
7.2 WAT WEET JE NA JE BEZOEK AAN HET BEDRIJF?

PORTFOLIO
7.3 INFORMATIE OVER HET BEDRIJF

PORTFOLIO
7.4 SOLLICITATIE

PORTFOLIO
7.5 KORTE OMSCHRIJVING GIP

PORTFOLIO
7.6 STAPPENPLAN
UIT TE VOEREN TAAK WEEK

1
2
3

PORTFOLIO
7.7 DE GIP-AGENDA
WEEK UITGEVOERDE TAAK MENTOR

1 ☐
2 ☐
3
4
5
6 ☐
PORTFOLIO
7.8 ZELFEVALUATIE FORMULIER
Deze vul je in voor je op stage vertrekt. Zet een kruisje bij je oprechte keuze-
antwoord. Een omschrijving van de werkattitudes en een definitie van de scores vind
je op respectievelijk appendix 7.9 en appendix 7.10.
Zelfstandigheid en initiatief 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Vakkennis 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Samenwerkingsgeest 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Loyaliteit en integriteit 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Voorkomen 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Rendement 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Stressbestendigheid 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Verantwoordelijkheidsbesef 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Schriftelijk uitdrukkingsvermogen 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Mondeling uitdrukkingsvermogen 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Flexibiliteit 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Leadership 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Zin voor verbetering 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Organisatiezin 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Zorg voor het materieel 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Overdracht van kennis/vaardigheden 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Overzicht en visie 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Zin voor discipline 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Kwaliteit 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Kwantiteit 1 2 3 4 5 6 7 8 9

PORTFOLIO
7.9 OMSCHRIJVING WERKATTITUDES (ZELFEVALUATIE)
 Zelfstandigheid en initiatief: de mate waarin je in staat bent uw opdracht

zonder bijzondere aanwijzing of toezicht uit te oefenen, en blijk geeft van
initiatief.
 Vakkennis: de mate waarin je blijk geeft te beschikken over kennis van feiten,
gegevens en procedures, nodig voor de uitvoering van je opdracht.
 Samenwerkingsgeest: de mate waarin je blijk geeft met zowel

medeleerlingen als de leraar gezamenlijk aan dezelfde taken te kan werken.
 Loyaliteit en integriteit: de mate waarin je in alle omstandigheden blijk geeft

van billijkheid, eerlijkheid, trouw aan je opdracht.
 Voorkomen: de mate waarin je je kledij en houding verzorgt.
 Rendement: de mate waarin je inzet en ijver aan de dag legt bij het vervullen
van je opdracht.
 Stressbestendigheid: de mate waarin je jezelf beheerst en je evenwichtig

gedraagt wanneer je met moeilijkheden geconfronteerd wordt.
 Verantwoordelijkheidsbesef: de mate waarin je blijk geeft je steeds bewust

te zijn van de gevolgen van uw handelingen.
 Schriftelijk uitdrukkingsvermogen: de mate waarin je je schriftelijk kan

uitdrukken.
 Mondeling uitdrukkingsvermogen: de mate waarin je je mondeling kan

uitdrukken.
 Flexibiliteit: de mate waarin je in staat bent in te spelen op wisselende

omstandigheden en open staat voor suggesties en nieuwe ideeën.
 Leadership: de mate waarin je in staat bent uw medeleerlingen te motiveren

opdat zij zich zouden inzetten voor het uitvoeren van de opdrachten in een
geest van vertrouwen, respect en samenwerking.
 Zin voor verbetering: de mate waarin je bekwaam bent een oplossing uit te
werken die een verbetering op lange termijn inhoudt van de methodes en
systemen.
 Organisatie zin: de mate waarin je je opdracht en die van je medeleerlingen

verdeelt en voorbereidt zodat de uw toevertrouwde opdracht op een efficiënte
wijze wordt uitgevoerd.
 Zorg voor het materieel: de mate waarin je in staat bent de toevertrouwde

materiële middelen doelmatig te gebruiken en ze in goede staat te houden.
PORTFOLIO
 Overdracht van kennis en vaardigheden: de mate waarin je in staat bent

uw kennis en vaardigheden over te dragen op anderen.
 Overzicht en visie: de mate waarin je individuele en groepsacties kan situeren

in een bredere context, en hierbij zorgt voor duidelijkheid, eenvoud en
onderlinge samenhang.
 Zin voor discipline: de mate waarin je, ondanks uw persoonlijke ideeën en

opvattingen, in staat bent de opdrachten uit te voeren en de reglementen na te
leven. Hierbij houd je rekening met de geest van de opdracht en de te bereiken
doelstellingen.
 Kwaliteit: de mate waarin je omgaat met accuratesse, netheid, tijdigheid,

volledigheid, doordachtheid en creativiteit.
 Kwantiteit: de mate waarin je binnen de vereiste tijd de opdracht aflevert.

PORTFOLIO
7.10 DEFINITIE VAN DE SCORES (ZELFEVALUATIE)
je hebt vele zwakke punten en werkt daardoor zeer onder

1 Onvoldoende
de voor uw niveau nodige vereisten.
2
je voldoet aan de meeste voor uw niveau nodige vereisten
3 Voldoende
zonder zware tekortkomingen te vertonen
4
je voldoet aan de vereisten voor uw niveau.
5 Goed
6
je vertoont kwaliteiten die zich situeren boven deze vereist
7 Zeer goed
voor uw niveau.
8
je hebt dusdanige kwaliteiten vertoond dat je uw
9 Uitstekend
opdrachten op voorbeeldige wijze uitvoert.
PORTFOLIO
7.11 AANWEZIGHEIDSFICHE
DATUM BEGINTIJD EINDTIJD HANDTEKENING

STAGEMENTOR
12 maart 2018
13 maart 2018
14 maart 2018
15 maart 2018
16 maart 2018
19 maart 2018
20 maart 2018
21 maart 2018
22 maart 2018
23 maart 2018
26 maart 2018
27 maart 2018
28 maart 2018
29 maart 2018
30 maart 2018

PORTFOLIO
7.12 STAGEACTIVITEITEN
In dit document hou je kort bij wat je iedere dag doet.
DATUM ACTIVITEIT
WEEK 1
12 maart 2018 Voormiddag:
Namiddag:
Namiddag:
Namiddag:
Namiddag:
Namiddag:
PORTFOLIO
WEEK 2
Namiddag:
Namiddag:
Namiddag
Namiddag:
Namiddag:
WEEK 3
PORTFOLIO
Namiddag:
Namiddag:
Namiddag:
Namiddag:
PORTFOLIO
7.13 ZELFEVALUATIE ALGEMEEN

PORTFOLIO
7.14 ZELFEVALUATIE FORMULIER
Deze vul je in na je stage. Zet een kruisje bij je oprechte keuze-antwoord. Een
omschrijving van de werkattitudes en een definitie van de scores vind je op
Vakkennis 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Voorkomen 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Rendement 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Leadership 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Kwaliteit 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Kwantiteit 1 2 3 4 5 6 7 8 9
PORTFOLIO
 Zijn uw scores verbeterd/verslechterd ten opzichte van uw zelfevaluatie voor de

stage? Hoe komt dit?

PORTFOLIO
7.15 EVALUATIE DOOR DE STAGEBEGELEIDER (T) EN DE MENTOR (B)
(in te vullen door de stagebegeleider in samenspraak met de mentor).
ALGEMEEN
Naam van de leerling-stagiair: Pipo De Clown
Studiegebied/opleiding: Vliegtuigtechnieken
Klas: 6VL
Naam van de stagebegeleider: Geert Catrysse
Naam van de stageplaats:
Naam van de stagementor:
Datum:
Beantwoord volgende vragen:
 Hoe integreert de leerling-stagiair zich in het werkveld? En nadien terug op

school? Leg uit.
 Hoe ervaart u de begeleiding vanuit het bedrijf (stagementor)? Leg uit.
 Welke suggesties heeft u in verband met de begeleiding t.a.v. de stagementor

op het bedrijf?
PORTFOLIO
 Wat vindt u van de taken/activiteiten/opdrachten? Leg uit. Welke taken/

activiteiten/opdrachten kunnen in de toekomst zeker mee opgenomen worden?
 Heeft de leerling-stagiair geregeld aan zijn opdrachten kunnen werken?
☐ Ja. Wanneer?
☐ Neen. Waarom niet?
 Welke taken/activiteiten/opdrachten zijn reeds goed geweest? Leg uit.
 Welke taken/activiteiten/opdrachten zijn minder goed verlopen? Leg uit.
 Wat moet de leerling-stagiair nog bijwerken? Leg uit.

PORTFOLIO
SLEUTELVAARDIGHEDEN
Deze vult de stagementor in na de stage. Zet een kruisje bij de oprechte keuze-
antwoord. Een omschrijving van de werkattitudes en een definitie van de scores vind
je op de volgende pagina’s.
Vakkennis 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Voorkomen 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Rendement 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Leadership 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Kwaliteit 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Kwantiteit 1 2 3 4 5 6 7 8 9
PORTFOLIO
WERKATTITUDES
 Zelfstandigheid en initiatief: de mate waarin de leerling/stagiair in staat is

zijn opdracht zonder bijzondere aanwijzing of toezicht uit te oefenen, en blijk
geeft van initiatief.
 Vakkennis: de mate waarin de leerling/stagiair blijk geeft te beschikken over

kennis van feiten, gegevens en procedures, nodig voor de uitvoering van de
opdracht.
 Samenwerkingsgeest: de mate waarin de leerling/stagiair blijk geeft met

zowel collega’s als de stagementor gezamenlijk aan dezelfde taken kan werken.
 Loyaliteit en integriteit: de mate waarin de leerling/stagiair in alle

omstandigheden blijk geeft van billijkheid, eerlijkheid, trouw aan zijn opdracht.
 Voorkomen: de mate waarin de leerling/stagiair zijn kledij en houding

verzorgt.
 Rendement: de mate waarin de leerling/stagiair inzet en ijver aan de dag legt

bij het vervullen van zijn opdracht.
 Stressbestendigheid: de mate waarin de leerling/stagiair zichzelf beheerst en

zich evenwichtig gedraagt wanneer hij met moeilijkheden geconfronteerd
wordt.
 Verantwoordelijkheidsbesef: de mate waarin de leerling/stagiair blijk geeft

zich steeds bewust te zijn van de gevolgen van zijn handelingen.
 Schriftelijk uitdrukkingsvermogen: de mate waarin de leerling/stagiair zich

schriftelijk kan uitdrukken.
 Mondeling uitdrukkingsvermogen: de mate waarin de leerling/stagiair zich

mondeling kan uitdrukken.
 Flexibiliteit: de mate waarin de leerling/stagiair in staat is in te spelen op

wisselende omstandigheden en open staat voor suggesties en nieuwe ideeën.
 Leadership: de mate waarin de leerling/stagiair in staat is zijn

medeleerlingen/stagiairs te motiveren opdat zij zich zouden inzetten voor het
uitvoeren van de opdrachten in een geest van vertrouwen, respect en
samenwerking.
 Zin voor verbetering: de mate waarin de leerling/stagiair bekwaam is een

oplossing uit te werken die een verbetering op lange termijn inhoudt van de
methodes en systemen.
 Organisatie zin: de mate waarin de leerling/stagiair zijn opdracht en die van

zijn medeleerlingen verdeelt en voorbereidt zodat de hem toevertrouwde
opdracht op een efficiënte wijze wordt uitgevoerd.

PORTFOLIO
 Zorg voor het materieel: de mate waarin de leerling/stagiair in staat geweest

is de toevertrouwde materiële middelen doelmatig te gebruiken en ze in goede
staat te houden.
 Overdracht van kennis en vaardigheden: de mate waarin de

leerling/stagiair in staat is de kennis en vaardigheden over te dragen op
anderen.
 Overzicht en visie: de mate waarin de leerling/stagiair individuele en

groepsacties kan situeren in een bredere context, en hierbij zorgt voor
duidelijkheid, eenvoud en onderlinge samenhang.
 Zin voor discipline: de mate waarin de leerling/stagiair, ondanks zijn

persoonlijke ideeën en opvattingen, in staat is de opdrachten uit te voeren en
de reglementen na te leven. Hierbij houdt hij rekening met de geest van de
opdracht en de te bereiken doelstellingen.
 Kwaliteit: de mate waarin de leerling/stagiair omgaat met accuratesse,

netheid, tijdigheid, volledigheid, doordachtheid en creativiteit.
 Kwantiteit: de mate waarin de leerling/stagiair binnen de vereiste tijd de

opdracht aflevert.
DEFINITIES VAN DE SCORES
De leerling/stagiair heeft vele zwakke punten en werkt

1 Onvoldoende
daardoor zeer onder de voor zijn niveau nodige vereisten.
2
De leerling/stagiair voldoet aan de meeste voor uw niveau
3 Voldoende
nodige vereisten zonder zware tekortkomingen te vertonen
4
De leerling/stagiair voldoet aan de vereisten voor zijn
5 Goed
niveau.
6
De leerling/stagiair vertoont kwaliteiten die zich situeren
7 Zeer goed
boven deze vereist voor zijn niveau.
8
De leerling/stagiair heeft dusdanige kwaliteiten vertoond
9 Uitstekend dat zijn opdrachten op voorbeeldige wijze uitgevoerd
werden.
PORTFOLIO
7.16 LAATSTE ZELFEVALUATIE
1. Zijn er grote verschillen tussen uw zelfevaluatie na de stage en de evaluatie van de

stagementor?
2. Zo ja, ga je ermee akkoord?
3. Kunt u dit verklaren?
4. Welke leerpunten neem je mee naar een volgende stage of naar een mogelijke
tewerkstelling?

PORTFOLIO
5. Kijk al je evaluaties na. Zowel die van jezelf als die van je mentor. Maak gebruik
van onderstaande lijst om een overzicht te maken van je positieve en te
verbeteren punten.
Positieve punten Te verbeteren punten

Ik werk alles tot in de puntjes af. Ook saaie werkjes moet ik afwerken
6. Welk(e) besluit(en) trek je hieruit?

Portfolio 2018-19

Uploaded by

Document Information

Original Title

Copyright

Available Formats

Share this document

Share or Embed Document

Sharing Options

Did you find this document useful?

Is this content inappropriate?

Copyright:

Available Formats

Portfolio 2018-19

Uploaded by

Copyright:

Available Formats

6VL

PETRUS EN PAULUS WEST

Datum van geboorte:

Plaats van geboorte:

Leren bestaat uit kennis en vaardigheden verwerven. Een krachtig hulpmiddel

Om je te helpen wordt een raamwerk aangeboden. Het helpt je de verzamel map,

Het bestaat uit drie hoofddelen :

2.3 SAMENWERKINGSVORM EN ACTIVITEITENKALENDER

7 PETRUS EN PAULUS WEST

Heb je nog vragen? De TA van de afdeling en de leraars staan klaar om je verder op

Eddy Debussche Carl Vandycke Carine Geldhof

Mentor A - Algemene Vakken Claudine Vermeulen

EVALUATIE 1 – Week 14 – einde 1STE semester

EVALUATIE 2 – Week 23 – einde 1STE periode van het 2DE semester

EVALUATIE 3 – Week 36 – einde 2DE periode – 2de semester

STAGE – EVALUATIE 2DE SEMESTER

9 PETRUS EN PAULUS WEST

Naam van de persoon die jij wenst te

Tip: draag verzorgde kledij en spreek voornaam

4.1.2 WAT MOET/KUN JE ZOAL VRAGEN IN HET BEDRIJF? (MENTOR T)

Zie appendix 7.1

Geef dit blad vóór 1 maart af aan je T mentor.

4.1.3 HET KENNISMAKINGSGESPREK ZELF (MENTOR T)

Vul onderstaande gegevens meteen zelf in.

Noteer samen met je mentor de contactgegevens van het bedrijf vooraan in je

4.1.4 WAT WEET JE NU NA JE BEZOEK AAN HET BEDRIJF?

Beschrijf je ervaringen aan de hand van antwoorden op de volgende vragen.

1. Hoe verliep het gesprek? Welke gevoel had je daarbij?

3. Welke nodige informatie heb je nu?

5. Wat deed je extra goed?

6. Wat deed je minder goed?

7. Hoe pak je het de volgende keer aan?

Zie appendix 7.2

Geef dit blad vóór 1 maart af aan je A mentor.

4.1.5 INFORMATIE OVER HET BEDRIJF

Geef dit blad vóór 1 maart af aan je A mentor.

11 PETRUS EN PAULUS WEST

In de klas verken je samen met je leraar Nederlands in januari en februari de

Achteraf (na de verbetering …) kun je alle digitale documenten inzake solliciteren in

5. DEEL II DE GEÏNTEGREERDE PROEF (GIP)

5.2 KORTE OMSCHRIJVING

Zie appendix 7.5

5.3 HOE MAAK JE EEN NEERSLAGWERK

Stel een stappenplan op samen met je mentor T.

Zie appendix 7.6

Vul in appendix 7.7 alle data en uitgevoerde GIP taken in.

13 PETRUS EN PAULUS WEST

5.6.1 EERSTE EVALUATIE WEEK 14 (KERSTVAKANTIE)

Evaluator T1: Datum:

Datum: Handtekening ouders:

5.6.2 TWEEDE EVALUATIE WEEK 23

Evaluator T1: Datum:

Evaluator A1: Datum:

Datum: Handtekening ouders:

15 PETRUS EN PAULUS WEST

5.6.3 DERDE EVALUATIE WEEK 36

Evaluator T1: Datum:

Evaluator A1: Datum:

Datum: Handtekening ouders:

6. DEEL III STAGE

Op je stageplaats stel je vast:

Je oefent ook heel wat in.

Je kunt er ook veel bijleren over het beroep zelf.