You are on page 1of 4

Robbert Mahieu, Yassine Posman en Natan Van Acker Fysica Practicum 1

Verslag Practicum 1
Doel/Onderzoeksvraag:
Wat is het verband tussen de spanning en de stroomsterkte bij verschillende geleiders en
wat kunnen we er uit afleiden?
Dankzij de data die we hierbij verzamelen, kunnen we het gedrag van spanning en
stroomsterkte definiëren en voorspellen tijdens berekeningen (schattingen).

Hypothese:
We verwachten dat bij een hogere weerstand de stroomsterkte kleiner is. Wanneer de
bronspanning toeneemt, neemt de stroomsterkte ook toe.

Praktijk:
Materiaal:
- Ampèremeter
- Voltmeter
- Lampje
- 2 weerstanden
- Spanningsbron
- Notitiepapier + schrijfgerief
Opstelling:

Aangezien de spanning in een parallelschakeling gelijk is, schakelen we de voltmeter (zwarte


bolletje) in parallel op de geleiders, en aangezien de stroomsterkte varieert in een
Robbert Mahieu, Yassine Posman en Natan Van Acker Fysica Practicum 1

parallelschakeling (afhankelijk van de weerstand), schakelen we de ampèremeter (rode


bolletje) in serie. Het vierkant met het kruis stelt 1 van de geleiders voor (weerstand 1,
weerstand 2 en het lampje).
Werkwijze:
Om te beginnen, maken we het circuit. Als deze stroomlijn in orde is, sluiten we de
spanningsbron aan en doen we hem aan. Eens hij aan staat, beginnen we met de metingen
op de 15 verschillende bronspanningen. We schrijven het per bronspanning
systematisch op. Als we klaar zijn met 15 metingen, doen we de eerste weerstand er uit en
sluiten we een nieuwe (verschillende) weerstand aan. Dit doen we ook voor de laatste
weerstand, het lampje. Wanneer we klaar zijn met de metingen, bergen we onze apparatuur
zorgvuldig op, en voeren we
de meetresultaten in op de computer (excel).

Meetresultaten:

Grafieken:
Robbert Mahieu, Yassine Posman en Natan Van Acker Fysica Practicum 1

U(I) - grafiek
1600
1400
1200
stroomsterkte (µA)

1000
800
600
400
200
0
2 4 6 8 10 12 14 16
Bronspanning in Volt

Lichtblauw: weerstand 1
Geel: weerstand 2
Donkerblauw: Lampje

U(U)
16
14
Lokale spanning in Volt

12
10
8
6
4
2
0
2 4 6 8 10 12 14 16
Bronspanning in Volt

Oranje: weerstand 1
Lichtblauw: weerstand 2
Donkeroranje: Lampje
OPMERKING:
De weerstand van het lampje stijgt steeds naarmate de bronspanning toeneemt.

Conclusie:
Robbert Mahieu, Yassine Posman en Natan Van Acker Fysica Practicum 1

Onze hypothese was correct: bij een hogere weerstand is de stroomsterkte kleiner, en wanneer
de bronspanning toeneemt, neemt de stroomsterkte ook toe. Wel hebben we opgemerkt dat de
weerstand van het lampje veranderlijk was. Er is een recht evenredig verband tussen U en I.

Reflectie:
Het blijkt dat onze 2e gekozen weerstand identiek was aan de 1e. De kleine metingsfouten
werden veroorzaakt door het verouderde werkmateriaal.

Controle a.d.h.v. de bronnen:


Deze bron bevestigt onze formules en bevindingen:
https://wetenschap.infonu.nl/natuurkunde/91207-stroom-spanning-en-weerstand.html
 Vervolgexperiment: Welk verband bestaat er tussen het vermogen en/of de spanning,
en/of stroomsterkte, en/of de weerstand?

You might also like