Syllabus Studenten Patroontekenen 5

Inleiding
Je zou een goede pasvorm kunnen definiëren als een goede relatie tussen
kledingafmetingen en lichaamsafmetingen. Er moet voldoende bewegingsvrijheid zijn en de
kleding benadrukt bij voorkeur de sterke kanten van de lichaamsbouw.
Maatnemen : ISO norm ISO8559 van 1989
Maattabellen lichaamsmaten :
- Bron :
o Belgische maattabel = Smartfit 2012-2013
o Europese norm = EN13402-3 : 2011
- Afhankelijk van klant :
o Leeftijd
o Stijl
- Verschillend naargelang land
- Verschillend naargelang pasvorm
- Vanity sizing
Paspersonen :
Het is belangrijk dat de paspersonen in een bedrijf dezelfde maten hebben van de
beoogde doelgroep en geen persoonsgebonden afwijkingen hebben.
Paspoppen :
Indien niet met paspersonen gewerkt wordt kan er met paspoppen gewerkt worden.
Alvanon is een merk van paspoppen die op maat kunnen gemaakt worden.
Patronen :
- eigen ontwikkeling :
o reeds bestaande basis
o nieuwe opstelling
- patronen gemaakt door loonconfectioneur :
o matentabel opgeven
o kledingmaten opgeven
o matentabel loonconfectioneur
Prototype :
- goedgekeurd
- Afgekeurd pasfouten oorzaak patroon
Afwerking
Stof
Modellering
Draagcomfort
Paspersoon
Maten
Inhoudsopgave
HOOFDSTUK 1 : PASVORMFOUTEN BIJ PANTALONS EN ROKKEN........................................................... 1
TAILLEOMTREK TE KLEIN Pasvormfout 65 pagina 395 ..................................................................... 1
TAILLEOMTREK TE GROOT Pasvormfout 66 pagina 398 .................................................................. 2
HEUPENOMTREK TE KLEIN Pasvormfout 70 pagina 410 ................................................................... 3
HEUPENOMTREK TE GROOT : Pasvormfout 71 pagina 413 ............................................................... 4
TUSSENBEENLENGTE TE KORT : pasvormfout 54 pagina 360 ............................................................. 5
TUSSENBEENLENGTE TE LANG : pasvormfout 55 pagina 364 ............................................................. 6
ZITHOOGTE TE KLEIN : Pasvormfout 56 pagina 368 ............................................................................ 7
ZITHOOGTE TE GROOT : Pasvormfout 57 pagina 371 ......................................................................... 8
TUSSENBEENBREEDTE TE KLEIN : Pasvormfout 72 pagina 416 ........................................................... 9
TUSSENBEENBREEDTE TE GROOT : Pasvormfout 73 pagina 419 ..................................................... 10
RONDING HEUP HOOG : Pasvormfout 68 pagina 404....................................................................... 11
RONDING HEUP LAAG : Pasvormfout 69 pagina 407 ........................................................................ 12
GEKANTELD BEKKEN : HOLLE RUG – UITSTEKEND ZITVLAK : Pasvormfout 63 pagina 388 ............... 13
GEKANTELD BEKKEN : TEVEEL RUGLENGTE - PLATTER ZITVLAK : Pasvormfout 64 pagina 392 ........ 14
STERK ONTWIKKELD ZITVLAK : Pasvormfout 78 pagina 435 ............................................................. 15
WEINIG ONTWIKKELD ZITVLAK : Pasvormfout 79 pagina 438 .......................................................... 16
BUIKWELVING : Pasvormfout 74 pagina 422 .................................................................................... 17
PLATTE BUIK : Pasvormfout 75 pagina 426 ....................................................................................... 18
STERK ONTWIKKELDE BUIK – EN MAAGWELVING : Pasvormfout 76 pagina 429 ............................. 19
HANGENDE BUIK : Pasvormfout 77 pagina 432 ................................................................................ 20
STERK ONTWIKKELD HEUPBEEN : Pasvormfout 67 pagina 401 ........................................................ 21
VORM ZITNAAD ; STERK ONTWIKKELD SCHAAMBEEN : Pasvormfout 80 pagina 441 ...................... 22
STERK ONTWIKKELDE DIJEN ; ZIJKANT : Pasvormfout 82 pagina 447 ............................................... 23
STERK ONTWIKKELDE DIJEN ; VOORKANT : Pasvormfout 83 pagina 450 ......................................... 24
STERK ONTWIKKELDE DIJEN ; BINNENZIJDE BENEN : Pasvormfout 84 pagina 453 .......................... 25
MINDER ONTWIKKELDE DIJEN : Pasvormfout 85 pagina 456 ........................................................... 26
STERK ONTWIKKELDE KUITEN : Pasvormfout 86 pagina 459 ............................................................ 27
DIKKERE BENEN : pasvormfout 87 pagina 462 .................................................................................. 28
DUNNE BENEN : Pasvormfout 88 pagina 465 ................................................................................... 29
HOOFDSTUK 2 : PASVORMFOUTEN BIJ CORSAGES EN MOUWEN ........................................................ 30
TAILLELIJN TE HOOG ; RUGLENGTE TE KLEIN ; Pasvormfout 1 pagina 170 ....................................... 30
TAILLELIJN TE LAAG ; RUGLENGTE TE GROOT ; Pasvormfout 4 pagina 182 ...................................... 33
RECHTE SCHOUDERS Pasvormfout 7 pagina 194 .......................................................................... 36
STERK DALENDE SCHOUDERS : Pasvormfout 8 pagina 198 .......................................................... 37
VOORWAARTS GERICHT SCHOUDERGEWRICHT : Pasvormfout 9 pagina 202 ............................... 38
ACHTERWAARTS GERICHT SCHOUDERGEWRICHT : Pasvormfout 10 pagina 206.......................... 39
ZWAARDER SCHOUDERGEWRICHT : Pasvormfout 11 pagina 210 ................................................. 40
SMALLER SCHOUDERGEWRICHT : Pasvormfout 12 pagina 213 ..................................................... 41
HOGE NEKBASIS : Pasvormfout 13 pagina 216 .............................................................................. 42
LAGE NEKBASIS : Pasvormfout 14 pagina 220................................................................................ 43
VOORWAARTS GERICHT HOOFD : Pasvormfout 15 pagina 224 .................................................... 44
STERK ONTWIKKELD BORSTBEEN : Pasvormfout 16 pagina 227................................................... 45
INVALLEND BORSTBEEN : Pasvormfout 17 pagina 230 ................................................................. 46
HOGE BUSTEWELVING : Pasvormfout 18 pagina 233 .................................................................... 47
LAGE BUSTEWELVING : Pasvormfout 19 pagina 236 .................................................................... 48
GROTERE RONDING ONDER HALSWERVEL : Pasvormfout 20 pagina 239 ..................................... 49
RONDE RUG : Pasvormfout 21 pagina 242 ................................................................................... 50
RECHTE RUG : Pasvormfout 22 pagina 246 .................................................................................. 51
STERK ONTWIKKELDE SCHOUDERBLADEN : Pasvormfout 23 pagina 249 ..................................... 52
MINDER ONTWIKKELDE SCHOUDERBLADEN : Pasvormfout 24 pagina 252 ................................. 53
ZWARE NEK : Pasvormfout 25 pagina 255................................................................................... 54
SMALLE NEK : Pasvormfout 26 pagina 259 ................................................................................... 55
STERK ONTWIKKELD SLEUTELBEEN : Pasvormfout 27 pagina 263 ................................................. 56
BREDE SCHOUDERS : Pasvormfout 28 pagina 266 ......................................................................... 57
SMALLE SCHOUDERS : Pasvormfout 29 pagina 270 ....................................................................... 58
GROTERE VOOR- EN RUGBREEDTE : Pasvormfout 30 pagina 274 ................................................. 59
SMALLE VOOR- EN RUGBREEDTE : Pasvormfout 31 pagina 277 .................................................... 60
GROTERE BUSTEWELVING : Pasvormfout 32 pagina 280 .............................................................. 61
PROMINENTE BUSTEWELVING : Pasvormfout 33 pagina 284....................................................... 62
KLEINERE BUSTEWELVING : Pasvormfout 34 pagina 288 .............................................................. 63
GROTERE BORSTSPREIDING : Pasvormfout 35 pagina 292 ........................................................... 64
ARMSGATDIAMETER TE KLEIN : Pasvormfout 36 pagina 295 ....................................................... 65
ARMSGATDIAMETER TE GROOT : Pasvormfout 37 pagina 298 ..................................................... 66
WIJDERE RIBBENKAST : Pasvormfout 38 pagina 301 ................................................................... 67
SMALLERE RIBBENKAST : Pasvormfout 39 pagina 304................................................................... 68
UITSTEKENDE ONDERSTE RIBBEN : Pasvormfout 40 pagina 307 ................................................... 69
TAILLEOMTREK TE KLEIN : Pasvormfout 41 pagina 309 .................................................................... 70
TAILLEOMTREK TE GROOT : Pasvormfout 42 pagina 312 ................................................................. 71
MOUWLENGTE TE KORT : Pasvormfout 43 pagina 319 .................................................................... 72
MOUWLENGTE TE LANG : Pasvormfout 44 pagina 322 .................................................................... 73
ZWARE BOVENARM : Pasvormfout 45 pagina 325 ........................................................................... 74
ZWARE ARM : Pasvormfout 46 pagina 329 ................................................................................... 75
SMALLE ARM : Pasvormfout 47 pagina 331 ................................................................................... 76
HOOFDSTUK 1 : PASVORMFOUTEN BIJ PANTALONS EN ROKKEN
TAILLEOMTREK TE KLEIN Pasvormfout 65 pagina 395
Kenmerken :
Het verschil tussen taille en heupen is minder groot dan normaal.
De taille is te strak of de rok of pantalon kan niet gesloten worden.
Er zijn horizontale plooien of rimpels in de taille omdat de rok of pantalon naar boven schuift.
Verbetering op persoon :
Opmeten hoeveel de taille openstaat.
Maat opnieuw opmeten : tailleomtrek en eventueel tussen taille en heupen om ronding te bepalen.
Verbetering in patroon :
Figuur H
Opmerking :
Kijk de verdeling van de centrage na. De nepen kunnen eventueel verkleind worden.
Verplaats de nepen indien nodig.
Faculteit Natuur & Techniek – modetechnologie – Ann Laperre 1

TAILLEOMTREK TE GROOT Pasvormfout 66 pagina 398
Kenmerken :
Het verschil tussen taille en heupen is groter dan normaal.
De taille is te los.
De taille komt lager dan de natuurlijke taillelijn en bij een pantalon komt het kruis hierdoor ook lager.
De lengte is hierdoor ook te lang.
Het teveel aan stof in de taille aan de zijnaad wegspelden op niets naar de heupen of tot de plaats
waar het kledingstuk terug aansluit.
Maat opnieuw opmeten : tailleomtrek en eventueel tussen taille en heupen om ronding te bepalen.
Figuur H
Opmerking :
Kijk de verdeling van de centrage na. De nepen kunnen eventueel vergroot worden.
Verplaats de nepen indien nodig.

HEUPENOMTREK TE KLEIN Pasvormfout 70 pagina 410
Kenmerken :
Het verschil tussen taille en heupen is groter dan normaal.
De stof rond de heupen zit te strak.
De heupenlijn komt hoger en vormt plooien boven de heupen. Bij de pantalon komt het kruis te hoog
en de zitnaad trekt naar binnen.
De lengte is hierdoor ook te kort.
Zijnaad losmaken ter hoogte van de heupen op niets naar de taille en naar de zoom toe tot je kan
bepalen hoeveel heupenomtrek moet bijgevoegd worden.
Maat opnieuw opmeten : heupenomtrek en eventueel tussen taille en heupen om ronding te

bepalen.
Figuur H

HEUPENOMTREK TE GROOT : Pasvormfout 71 pagina 413
Kenmerken :
Het verschil tussen taille en heupen is kleiner dan normaal.
De stof rond de heupen is te los. Er is teveel overwijdte.
Het teveel aan stof aan de zijnaad ter hoogte van de heupen wegspelden Vanaf de heupen tot de
zoom evenwijdig en van de heupen op niets naar de taille of tot de plaats waar het kledingstuk terug
aansluit.
Maat opnieuw opmeten : heupenomtrek en eventueel tussen taille en heupen om ronding te

bepalen.
Figuur H

TUSSENBEENLENGTE TE KORT : pasvormfout 54 pagina 360
Kenmerken :
De pantalon is te kort.
De taille komt in de natuurlijke taillelijn en de zithoogte is goed.
De afstand meten van de zoom van de pantalon tot de grond.
Maat opnieuw opmeten : tussenbeenlengte en zijlengte.
Figuur H + fashion patterns

TUSSENBEENLENGTE TE LANG : pasvormfout 55 pagina 364
Kenmerken :
De pantalon is te lang.
De taille komt in de natuurlijke taillelijn en de zithoogte is goed.
Het teveel aan lengte aan de zoom wegspelden.
Maat opnieuw opmeten : tussenbeenlengte en zijlengte.
Figuur H + fashion patterns

ZITHOOGTE TE KLEIN : Pasvormfout 56 pagina 368
Kenmerken :
De taille komt lager dan de natuurlijke taillelijn en is niet horizontaal. De lendenzijpunten van de
pantalon komen hoger dan de middenlendenpunten.
Er vormen zich koorden van de lendenzijpunten naar het kruis.
Het tekort aan zithoogte meten in MV tot de taille.
Maat opnieuw opmeten : tussenbeenlengte, zijlengte en zithoogte.
Figuur H

ZITHOOGTE TE GROOT : Pasvormfout 57 pagina 371
Kenmerken :
De taille komt in de natuurlijke taillelijn en is horizontaal.
Het kruis komt te laag.
Er kunnen koorden gevormd worden onder het zitvlak en de bewegingsvrijheid kan gehinderd
worden bij het heffen van de benen.
Maat opnieuw opmeten : tussenbeenlengte, zijlengte en zithoogte.
Figuur H en I

TUSSENBEENBREEDTE TE KLEIN : Pasvormfout 72 pagina 416
Kenmerken :
Er vormen zich koorden aan het kruis. Dit kan voorkomen in het voorpand en het rugpand of in beide
afzonderlijk.
De zitnaad trekt in.
Bij een groter tekort kan de taillelijn in MV en MR naar beneden getrokken worden.
De hoeveelheid die moet bijgevoegd worden inschatten of het bovenste deel van de tussenbeennaad
losmaken en nameten hoeveel er moet bijgevoegd worden.
Figuur H

TUSSENBEENBREEDTE TE GROOT : Pasvormfout 73 pagina 419
Kenmerken op persoon :
Er is teveel stof tussen de benen.
Het teveel aan stof wegspelden.
Figuur H

RONDING HEUP HOOG : Pasvormfout 68 pagina 404
Kenmerken :
De ronding van de welving zit hoger dan normaal.
Het kledingstuk spant teveel net onder de taille.
Bij een rok zullen horizontale plooien gevormd worden net onder de taille.
Bij de pantalon zullen koorden gevormd worden van de plaats waar een tekort aan stof is naar het
kruis.
De zijnaad onder de taille losmaken tot de plaats waar de pasvorm goed is.
Het tekort opmeten.
Figuur H en G

RONDING HEUP LAAG : Pasvormfout 69 pagina 407
Kenmerken :
De ronding van de welving zit lager dan normaal.
Het kledingstuk zit te los net onder de taille.
Het teveel aan stof aan de zijnaad onder de taille wegspelden tot de plaats waar de pasvorm goed is.
Het teveel aan stof opmeten.
Figuur H

GEKANTELD BEKKEN : HOLLE RUG – UITSTEKEND ZITVLAK : Pasvormfout 63 pagina 388
Kenmerken :
Bij de rok krijg je een horizontale plooi in de rug onder de tailleband.
De rok heeft in het rugpand een uitkerend profiel en in het voorpand een inkerend profiel.
Bij de pantalon is er op het zitvlak te weinig lengte .
De pantalon spant aan de tussenbeenbreedte.
In het voorpand vormen zich koorden aan het kruis.
De taillelijn is in het VP hoger dan in MR.
Bij de rok het teveel aan lengte in het VP wegspelden op niets naar de zijnaad.
Nepen losmaken en een kleinere neep nemen in het VP en een grotere in het RP.
Bij de pantalon, aan MR, meten hoeveel de tailleband onder de taillelijn komt.
Nepen losmaken en een kleinere neep nemen in het VP en een grotere in het RP.
Figuur H en J

GEKANTELD BEKKEN : TEVEEL RUGLENGTE - PLATTER ZITVLAK : Pasvormfout 64 pagina 392
Kenmerken :
Bij de rok krijg je koorden in de rug onder het zitvlak.
De rok heeft in het voorpand een uitkerend profiel en in het rugpand een inkerend profiel.
Bij de pantalon zijn er koorden onder het zitvlak .
Het teveel aan ruglengte wegspelden in MR op niets naar de zijnaad tot je een verticaal profiel krijgt.
Figuur H

STERK ONTWIKKELD ZITVLAK : Pasvormfout 78 pagina 435
Kenmerken :
Het kledingstuk spant teveel rond het zitvlak.
De zijnaad trekt ter hoogte van het zitvlak naar het rugpand.
Er zijn diagonale koorden rond het zitvlak.
De taillelijn wordt in het rugpand naar beneden getrokken.
Het zitvlak heeft meer lengte en breedte nodig en meer tussenbeenbreedte bij de pantalon.
De zijnaad ter hoogte van het zitvlak losmaken en opmeten hoeveel breedte moet bijgevoegd
worden.
Meten hoeveel de taillelijn onder de natuurlijke taillelijn komt.
De nepen in het rugpand moeten dieper worden.
Figuur H

WEINIG ONTWIKKELD ZITVLAK : Pasvormfout 79 pagina 438
Kenmerken :
Het kledingstuk zit te los rond het zitvlak.
Er zijn koorden onder het zitvlak.
Het zitvlak heeft minder lengte en breedte nodig en minder tussenbeenbreedte bij de pantalon.
Het teveel aan ruglengte wegspelden aan MR op niets naar de zijnaad.
Het teveel aan wijdte in het rugpand naast de zijnaad wegspelden tot de taille en op niets op het
been.
De nepen in het rugpand moeten minder diep worden.
Figuur H

BUIKWELVING : Pasvormfout 74 pagina 422
Kenmerken :
Het kledingstuk spant teveel rond de buik.
De zijnaad trekt ter hoogte van de buik naar het voorpand.
Er zijn diagonale koorden rond de buik.
De taillelijn wordt in het voorpand naar beneden getrokken.
De buik heeft meer lengte en breedte nodig.
De zijnaad ter hoogte van de buik losmaken en opmeten hoeveel breedte moet bijgevoegd worden.
De nepen in het voorpand moeten dieper en eventueel korter worden.
Figuur H

PLATTE BUIK : Pasvormfout 75 pagina 426
Kenmerken :
Het kledingstuk zit te los rond de buik.
Er zijn verticale koorden rond de buik.
De buikwelving heeft minder lengte en breedte nodig.
Het teveel aan voorlengte wegspelden aan MV op niets naar de zijnaad.
Het teveel aan wijdte in het voorpand op MV wegspelden tot de taille en op niets naar de zitnaad.
De nepen in het voorpand moeten minder diep worden.
Figuur H

STERK ONTWIKKELDE BUIK – EN MAAGWELVING : Pasvormfout 76 pagina 429
Kenmerken :
Het kledingstuk spant teveel rond de buik.
De zijnaad trekt ter hoogte van de buik en taille naar het voorpand.
Er zijn diagonale koorden rond de buik.
De taillelijn wordt in het voorpand naar beneden getrokken.
De buik heeft meer lengte en breedte nodig en minder taillering.
De zijnaad ter hoogte van de buik en taille losmaken en opmeten hoeveel breedte moet bijgevoegd
worden.
De nepen in het voorpand moeten kleiner en eventueel korter worden.
Figuur H

HANGENDE BUIK : Pasvormfout 77 pagina 432
Kenmerken :
De taillelijn trekt naar beneden in het voorpand.
Er vormen zich koorden onder de buik en aan het kruis.
Er is lengte en breedte tekort aan de buikwelving en taille. Er is te weinig tussenbeenbreedte.
De sluiting openlaten en meten hoeveel breedte moet bijgevoegd worden.
Meten hoeveel de taille onder de natuurlijke taillelijn komt om te bepalen hoeveel lengte moet
bijgevoegd worden.
Figuur H

STERK ONTWIKKELD HEUPBEEN : Pasvormfout 67 pagina 401
Kenmerken :
Het kledingstuk zit te strak rond het heupbeen.
Er vormen zich diagonale koorden rond het heupbeen.
Er is meer lengte en wijdte nodig voor de welving van het heupbeen.
De zijnaad ter hoogte van het heupbeen losmaken en meten hoeveel breedte moet bijgevoegd
worden.
De tailleband boven het heupbeen losmaken en meten hoeveel lengte moet bijgevoegd worden.
Figuur H

VORM ZITNAAD ; STERK ONTWIKKELD SCHAAMBEEN : Pasvormfout 80 pagina 441
Kenmerken :
Er vormen zich koorden rond het kruis.
De zitnaad trekt in en moet dieper uitgesneden worden (= ronder) maar ook lengte bijkrijgen (= extra
tussenbeenbreedte)
Inschatten hoeveel moet bijgevoegd worden of de kruising van tussenbeennaad en zitnaad losmaken
en tussenbeenbreedte toevoegen.
Figuur G

STERK ONTWIKKELDE DIJEN ; ZIJKANT : Pasvormfout 82 pagina 447
Kenmerken :
Het kledingstuk kruipt omhoog boven de dijen.
Er vormen zich horizontale koorden boven de dijen.
De zijnaad ter hoogte van de dijen losmaken en meten hoeveel breedte moet bijgevoegd worden.
Figuur H

STERK ONTWIKKELDE DIJEN ; VOORKANT : Pasvormfout 83 pagina 450
Kenmerken :
De zijnaad trekt naar het voorpand.
Er vormen zich horizontale koorden vanuit de tussenbeennaad naar de zijnaad en aan het kruis in
het voorpand. De broek of rok kruipt omhoog in het voorpand boven de dijen.
De zijnaad en eventueel de tussenbeennaad losmaken ter hoogte van de dijen en meten hoeveel
breedte moet bijgevoegd worden.
Figuur H

STERK ONTWIKKELDE DIJEN ; BINNENZIJDE BENEN : Pasvormfout 84 pagina 453
Kenmerken :
De dijen zijn sterker ontwikkeld tussen de benen en de broekspijp kruipt omhoog tussen de benen.
De broekspijp kan niet doorvallen.
Er vormen zich koorden tussen de benen onder het kruis.
Het bovenste deel van de tussenbeennaad losmaken en meten hoeveel breedte moet bijgevoegd
worden.
Figuur H

MINDER ONTWIKKELDE DIJEN : Pasvormfout 85 pagina 456
Kenmerken :
Er is teveel weefsel tussen de benen onder het kruis.
Er vormen zich verticale koorden.
Probeer het teveel aan weefsel weg te spelden of schat de waarde in.
Figuur H

STERK ONTWIKKELDE KUITEN : Pasvormfout 86 pagina 459
Kenmerken :
De pantalon stuikt tegen de kuiten. De pijp kan niet soepel doorvallen.
Er vormen zich koorden rond de kuit.
De zijnaad en eventueel tussenbeennaad losmaken ter hoogte van de kuiten en meten hoeveel
wijdte moet bijgevoegd worden.
Figuur H

DIKKERE BENEN : pasvormfout 87 pagina 462
Kenmerken :
Er vormen zich horizontale koorden rond de benen. De broekspijp kan niet soepel doorvallen.
De zijnaad en eventueel de tussenbeennaad losmaken en meten hoeveel wijdte moet bijgevoegd

worden.
Figuur H

DUNNE BENEN : Pasvormfout 88 pagina 465
Kenmerken :
De broekspijpen zijn te wijd. De stof hangt los rond de benen.
Het teveel aan stof wegspelden vanaf de zithoogte tot de zoom aan zijnaad en tussenbeennaad.
Figuur H

HOOFDSTUK 2 : PASVORMFOUTEN BIJ CORSAGES EN MOUWEN
TAILLELIJN TE HOOG ; RUGLENGTE TE KLEIN ; Pasvormfout 1 pagina 170
Kenmerken :
De taillelijn komt te hoog en is horizontaal.
De rughoogte en borstdiepte zijn goed.
De afstand meten tussen de taillelijn van het kledingstuk en de natuurlijke taillelijn.
Figuur H en I

Kenmerken :
De rughoogte is goed. De borstdiepte is te klein.
De afstand meten tussen het neepeindpunt en het toppunt van de buste.
Figuur H en I

Kenmerken :
De rughoogte is te klein. Het armsgat is te klein en er vormen zich koorden aan de kop van de mouw
en de oksel. De borstdiepte is te klein.
Maak de schoudernaad en de mouwkop los en meet hoeveel rughoogte moet bijgevoegd worden.
Kijk na of het eindpunt van de neep op het toppunt van de borst komt.
Figuur H en I

TAILLELIJN TE LAAG ; RUGLENGTE TE GROOT ; Pasvormfout 4 pagina 182
Kenmerken :
De taillelijn komt te laag en is horizontaal.
De rughoogte en borstdiepte zijn goed.
Figuur H en I

Kenmerken :
De rughoogte is goed. De borstdiepte is te groot.
De afstand meten tussen het neepeindpunt en het toppunt van de buste.
Figuur H en I

Kenmerken :
De rughoogte is te groot. Het armsgat is te groot en belemmerd de bewegingsvrijheid
De borstdiepte is te groot.
Maak de schoudernaad en de mouwkop los en speld het teveel aan rughoogte weg.
Kijk na of het eindpunt van de neep op het toppunt van de borst komt.
Figuur H en I

RECHTE SCHOUDERS Pasvormfout 7 pagina 194
Kenmerken :
De schouderdaling is kleiner dan normaal. De schouderhoogte is te klein.
Het kledingstuk wordt opzij omhoog getrokken. De taillelijn is niet horizontaal en stijgt aan de
zijnaad.
Er vormen zich koorden van het schouderarmpunt naar de buste, de schouderbladen en de biceps.
Bij stijve stof staat de hals hoger.
De mouwlengte kan te kort zijn.
De schoudernaad en mouwkop losmaken van het schouderarmpunt naar het schouderhalspunt .
Meten hoeveel schouderhoogte moet bijgevoegd worden.
Figuur H

STERK DALENDE SCHOUDERS : Pasvormfout 8 pagina 198
Kenmerken :
De schouderdaling is groter dan normaal. De schouderhoogte is te groot.
Er vormen zich koorden van de hals naar de oksel.
De taillelijn daalt aan de zijnaad.
Het teveel aan schouderdaling wegspelden aan het schouderarmpunt op niets naar het
schouderhalspunt.
Figuur H

VOORWAARTS GERICHT SCHOUDERGEWRICHT : Pasvormfout 9 pagina 202
Kenmerken :
De schoudernaad trekt aan het schouderarmpunt naar het voorpand.
De mouwkop spant teveel rond het schoudergewricht.
Er vormen zich koorden rond de mouwkop.
De mouwkop losmaken in het voorpand aan het schoudergewricht. Aanduiden waar de

schoudernaad moet komen en opmeten hoeveel ruimte het schoudergewricht extra nodig heeft.
Figuur H

ACHTERWAARTS GERICHT SCHOUDERGEWRICHT : Pasvormfout 10 pagina 206
Kenmerken :
De zijnaad trekt naar het rugpand.
De mouwkop spant teveel rond het schoudergewricht in de rug. In het voorpand is er teveel ruimte
Er vormen zich koorden rond de mouwkop.
De plaats aanduiden waar de zijnaad moet komen .
Figuur H

ZWAARDER SCHOUDERGEWRICHT : Pasvormfout 11 pagina 210
Kenmerken :
De mouwkop spant teveel. Het armsgat is te klein.
Er vormen zich horizontale koorden aan de mouwkop.
De mouwkop losmaken en opmeten hoeveel breedte moet bijgevoegd worden.
De zijnaad en schoudernaad een stukje losmaken en opmeten hoeveel moet bijgevoegd worden.
Figuur H

SMALLER SCHOUDERGEWRICHT : Pasvormfout 12 pagina 213
Kenmerken :
Er is teveel ruimte rond het schoudergewricht.
De mouwkop is te breed.
Er vormen zich verticale koorden aan de mouwkop.
Het armsgat is te breed.
Het teveel aan breedte aan de mouwkop, zijnaad en schoudernaad wegspelden en opmeten.
Figuur H

HOGE NEKBASIS : Pasvormfout 13 pagina 216
Kenmerken :
De halsuitsnijding zit te strak en kruipt omhoog.
Er vormen zich koorden van de hals naar de armuitsnijding.
De taillelijn stijgt in MV en MR.
De schoudernaad losmaken aan het schouderhalspunt tot de hals terug plat valt en de waarde die
moet bijgevoegd worden opmeten.
Figuur H

LAGE NEKBASIS : Pasvormfout 14 pagina 220
Kenmerken :
De halsuitsnijding zit te los rond de hals.
De halsuitsnijding staat weg van de hals.
De halsbasis moet kleiner worden.
Het teveel aan stof wegspelden aan schouderhalspunt en opmeten hoeveel er moet weggenomen
worden.
Opmeten hoeveel de hals moet aangevuld worden.
Figuur H

VOORWAARTS GERICHT HOOFD : Pasvormfout 15 pagina 224
Kenmerken :
De halsuitsnijding komt te hoog in het voorpand.
De schoudernaad trekt aan het schouderhalspunt naar het voorpand.
De halsuitsnijding uitdiepen en aanduiden waar de schoudernaad moet komen aan het

schouderhalspunt.
Figuur G

STERK ONTWIKKELD BORSTBEEN : Pasvormfout 16 pagina 227
Kenmerken :
Er vormen zich koorden van de hals naar de armuitsnijding en van de armuitsnijding naar het
borstbeen.
De armuitsnijding van het voorpand wordt naar het borstbeen getrokken.
De schoudernaad aan het schouderhalspunt losmaken en meten hoeveel lengte moet bijgevoegd
worden om het borstbeen te bekleden.
Meten hoeveel voorbreedte moet bijgevoegd worden.
Figuur H

INVALLEND BORSTBEEN : Pasvormfout 17 pagina 230
Kenmerken :
Er vormen zich horizontale koorden tussen de hals en het borstbeen.
Er moet lengte afgenomen worden.
Indien er ook teveel breedte is zie pasvormfout 31.
Het teveel aan lengte wegspelden ter hoogte van het borstbeen. Start aan MV en speld verder op
niets naar de voorbreedte.
Figuur H

HOGE BUSTEWELVING : Pasvormfout 18 pagina 233
Kenmerken :
Het eindpunt van de borstneep komt te laag.
Aan de onderkant van de buste is er teveel ruimte.
De afstand meten van het eindpunt van de neep tot het toppunt van de buste.
Figuur H

LAGE BUSTEWELVING : Pasvormfout 19 pagina 236
Kenmerken :
Het eindpunt van de busteneep zit te hoog.
Het kledingstuk spant over de buste. Er vormen zich koorden rond de buste.
De afstand meten van het eindpunt van de neep tot het toppunt van de buste.
Figuur H

GROTERE RONDING ONDER HALSWERVEL : Pasvormfout 20 pagina 239
Kenmerken :
De halsuitsnijding in de rug spant teveel.
De halsuitsnijding in het voorpand komt te hoog.
Er vormen zich koorden aan de bovenkant van de armuitsnijding in het rugpand.
De taillelijn komt hoger in het rugpand.
De schoudernaad losmaken vanuit het schouderhalspunt naar het schouderarmpunt.
Een neep spelden vanuit de halsuitsnijding van het rugpand naar het toppunt van de welving.
Meten hoeveel lengte er aan het schouderhalspunt moet bijgevoegd worden.
Figuur H

RONDE RUG : Pasvormfout 21 pagina 242
Kenmerken :
De halsuitsnijding van de rug wordt naar beneden getrokken.
De taillelijn komt in de rug hoger.
Er vormen zich koorden van de welving naar de hals en armuitsnijding.
Indien er in het voorpand teveel lengte is zie pasvormfout 17
Indien er ook te weinig breedte is zie pasvormfout 30
Meten hoeveel lengte moet bijgevoegd worden aan de hals en de taillelijn.
Figuur H

RECHTE RUG : Pasvormfout 22 pagina 246
Kenmerken :
Er vormen zich horizontale koorden op de rugwelving.
De taillelijn komt lager in de rug.
Er is teveel lengte in het rugpand. Indien er ook teveel breedte is zie pasvormfout 31
Het teveel aan lengte wegspelden van MR op niets naar de armuitsnijding.
Figuur H

STERK ONTWIKKELDE SCHOUDERBLADEN : Pasvormfout 23 pagina 249
Kenmerken :
Er vormen zich horizontale koorden tussen de schouderbladen en diagonale naar de armuitsnijding.
De mouw wordt naar het rugpand getrokken.
Er wordt best met een schouderbladneep gewerkt.
De armuitsnijding losmaken ter hoogte van de schouderbladen en het tekort aan wijdte opmeten.
Figuur H

MINDER ONTWIKKELDE SCHOUDERBLADEN : Pasvormfout 24 pagina 252
Kenmerken :
Er is teveel ruimte over de schouderbladen.
De armuitsnijding komt op de arm te liggen.
Het teveel aan ruimte over de schouderbladen wegspelden en opmeten.
Figuur H

ZWARE NEK : Pasvormfout 25 pagina 255
Kenmerken :
De halsuitsnijding zit te strak rond de hals en het kledingstuk gaat hoger staan aan de hals.
De armuitsnijding wordt naar de hals getrokken.
De hals uitdiepen of de schoudernaad losmaken aan het schouderhalspunt en de juiste plaats van de
halsuitsnijding aanduiden.
Figuur H

SMALLE NEK : Pasvormfout 26 pagina 259
Kenmerken :
De halsuitsnijding is te groot en komt niet tot de halsbasis.
De halsuitsnijding staat van de hals weg.
Opmeten hoeveel er moet bijgevoegd worden in voor – en rugpand
Figuur H

STERK ONTWIKKELD SLEUTELBEEN : Pasvormfout 27 pagina 263
Kenmerken :
Het kledingstuk spant teveel over het sleutelbeen.
Bij een sluiting in MV zal de bovenkant moeilijk sluiten en je krijgt koorden van het sleutelbeen naar
de hals.
Indien mogelijk inknippen op MV tot het sleutelbeen en opmeten hoeveel ruimte moet bijgevoegd
worden.
Figuur H

BREDE SCHOUDERS : Pasvormfout 28 pagina 266
Kenmerken :
Er vormen zich horizontale koorden in het bovenste deel van het voor – en rugpand.
Er vormen zich koorden in het bovenste deel van de mouw aan de armuitsnijding.
Het schouderarmpunt komt niet op de juiste plaats.
De kop van de mouw losmaken en meten hoeveel breedte moet bijgevoegd worden aan de
schouders.
Figuur H

SMALLE SCHOUDERS : Pasvormfout 29 pagina 270
Kenmerken :
Er vormen zich verticale koorden in het bovenste deel van het voor – en rugpand.
Er vormen zich koorden in het bovenste deel van de mouw aan de armuitsnijding.
Het schouderarmpunt en de armuitsnijding komen op de arm.
De kop van de mouw losmaken en op de juiste plaats vastspelden zodat de overtollige wijdte
verdwenen is. Opmeten hoeveel ruimte moet weggenomen worden.
Figuur H

GROTERE VOOR- EN RUGBREEDTE : Pasvormfout 30 pagina 274
Kenmerken :
Het kledingstuk spant tussen de armuitsnijdingen.
Er vormen zich horizontale koorden over de voor- en rugbreedte.
De armuitsnijding wordt in het kledingstuk getrokken.
Maak de armuitsnijding los ter hoogte van de voor- en rugbreedte en meet op hoeveel breedte moet
toegevoegd worden.
Figuur H
OPMERKING :
Een te brede voor- en rugbreedte kan ook apart voorkomen.

SMALLE VOOR- EN RUGBREEDTE : Pasvormfout 31 pagina 277
Kenmerken :
Het kledingstuk heeft teveel ruimte ter hoogte van de voor- en rugbreedte.
Er vormen zich verticale koorden langs de armuitsnijding.
De armuitsnijding valt over de arm en kan de bewegingsvrijheid hinderen.
Het teveel aan breedte wegspelden naast de armuitsnijding op niets naar het schouderarmpunt en
naar het onderarmpunt.
Figuur H
OPMERKING :
Een te smalle voor- en rugbreedte kan ook apart voorkomen.

GROTERE BUSTEWELVING : Pasvormfout 32 pagina 280
Kenmerken :
Het kledingstuk spant teveel over de buste.
Tussen de borsten vormen er zich horizontale koorden en aan de zijkant diagonale koorden.
De zijnaad wordt naar voor getrokken.
Het bovenste deel van de zijnaad losmaken en opmeten hoeveel breedte moet toegevoegd worden.
Figuur H

PROMINENTE BUSTEWELVING : Pasvormfout 33 pagina 284
Kenmerken :
Het kledingstuk spant teveel over de buste.
Tussen de borsten vormen er zich horizontale koorden en aan de zijkant diagonale koorden.
De zijnaad wordt naar voor getrokken.
De taillelijn stijgt in MV.
Er is lengte en breedte tekort.
Het bovenste deel van de zijnaad losmaken en opmeten hoeveel breedte moet toegevoegd worden.
Aan MV meet je het verschil op tussen de taillelijn van het kledingstuk en de natuurlijke taillelijn .
Figuur H

KLEINERE BUSTEWELVING : Pasvormfout 34 pagina 288
Kenmerken :
Het kledingstuk is te wijd over de buste.
Er vormen zich verticale koorden over of langs de buste. Indien er ook lengte teveel is vormt er zich
ook een horizontale plooi onder de buste.
Het teveel aan breedte wegspelden aan de zijkant van de buste.
Eventueel ook het teveel aan lengte wegspelden boven de buste van MV evenwijdig tussen de
borsten en verder op niets naar de zijnaad.
Figuur H
OPMERKING :
Indien ook teveel voorlengte afnemen aan hals en schouder op niets naar schouderarmpunt.

GROTERE BORSTSPREIDING : Pasvormfout 35 pagina 292
Kenmerken :
Het eindpunt van de neep zit niet op de juiste plaats, teveel naar MV.
De zijkant van de borst heeft te weinig ruimte.
Er kunnen zich horizontale koorden vormen tussen de borsten.
Aanduiden waar het eindpunt moet komen en opmeten.
Figuur H

ARMSGATDIAMETER TE KLEIN : Pasvormfout 36 pagina 295
Kenmerken :
Het armsgat zit te strak rond de arm.
Er vormen zich koorden onder het armsgat.
De mouw is te smal.
De mouw losmaken en de zijnaad aan de bovenkant losmaken.
Opmeten hoeveel de zijnaad openstaat.
Figuur H

ARMSGATDIAMETER TE GROOT : Pasvormfout 37 pagina 298
Kenmerken :
Het armsgat zit te los rond de arm.
Er vormen zich verticale plooien onder het armsgat.
De mouw is te breed.
Het teveel aan breedte aan de bovenkant van de zijnaad wegspelden .
Opmeten hoeveel er aan de zijnaad moet weggenomen worden.
Figuur H

WIJDERE RIBBENKAST : Pasvormfout 38 pagina 301
Kenmerken :
Het kledingstuk zit te strak rond de buste en ribbenkast.
Er vormen zich horizontale plooien.
De mouwbreedte is goed.
De zijnaad en het onderste deel van de armuitsnijding losmaken en opmeten hoeveel breedte moet
bijgevoegd worden.
Figuur H

SMALLERE RIBBENKAST : Pasvormfout 39 pagina 304
Kenmerken :
Het kledingstuk zit te los rond de buste en ribbenkast.
Er vormen zich verticale plooien.
De mouwbreedte is goed.
Het teveel aan breedte aan de zijnaad wegspelden en opmeten hoeveel breedte moet weggenomen
worden.
Figuur H

UITSTEKENDE ONDERSTE RIBBEN : Pasvormfout 40 pagina 307
Kenmerken :
Het kledingstuk spant teveel rond het onderste deel van de ribbenkast.
Er vormen zich horizontale koorden tussen de ribben.
De zijnaad ter hoogte van de onderste rib losmaken en opmeten hoeveel breedte moet bijgevoegd
worden.
Figuur H

TAILLEOMTREK TE KLEIN : Pasvormfout 41 pagina 309
Kenmerken :
Er vormen zich horizontale koorden aan de taille.
Het lijkt alsof er te weinig lengte is en de taillelijn kruipt omhoog.
De zijnaad losmaken ter hoogte van de taille en opmeten hoeveel breedte moet bijgevoegd worden.
Figuur H

TAILLEOMTREK TE GROOT : Pasvormfout 42 pagina 312
Kenmerken :
Het kledingstuk is te groot rond de taille.
Het teveel aan wijdte wegspelden aan de zijnaad.
Figuur H

MOUWLENGTE TE KORT : Pasvormfout 43 pagina 319
Kenmerken :
De mouw is te kort. De oorzaak kan een langere bovenarm, een langere onderarm of beide zijn.
Opmeten hoeveel lengte moet bijgevoegd worden en waar deze moet bijgevoegd worden.
Figuur H

MOUWLENGTE TE LANG : Pasvormfout 44 pagina 322
Kenmerken :
De mouw is te lang. De oorzaak kan een kortere bovenarm, een kortere onderarm of beide zijn.
Opmeten hoeveel lengte moet afgenomen worden en waar deze moet afgenomen worden.
Figuur H

ZWARE BOVENARM : Pasvormfout 45 pagina 325
Kenmerken :
De mouw spant teveel aan de kop van de mouw en de bovenarm.
Er vormen zich horizontale koorden en de mouw kruipt omhoog.
De bewegingsvrijheid is beperkt.
Het onderste deel van de armuitsnijding en het bovenste deel van de onderarmnaad van de mouw
losmaken en opmeten hoeveel breedte moet bijgevoegd worden.
Figuur H

ZWARE ARM : Pasvormfout 46 pagina 329
Kenmerken :
De mouw spant teveel aan de kop van de mouw, de bovenarm en de onderarm.
Er vormen zich horizontale koorden en de mouw kruipt omhoog.
De bewegingsvrijheid is beperkt.
Het onderste deel van de armuitsnijding en de onderarmnaad van de mouw losmaken en opmeten
hoeveel breedte moet bijgevoegd worden.
Figuur H

SMALLE ARM : Pasvormfout 47 pagina 331
Kenmerken :
De mouw is te wijd aan de kop van de mouw, de bovenarm en de onderarm.
Er vormen zich verticale koorden.
Het teveel aan wijdte aan de onderarmnaad van de mouw wegspelden en opmeten hoeveel breedte
moet afgenomen worden.
Figuur H


Syllabus Studenten Patroontekenen 5

Uploaded by

Document Information

Original Title

Copyright

Available Formats

Share this document

Share or Embed Document

Sharing Options

Did you find this document useful?

Is this content inappropriate?

Copyright:

Available Formats

Syllabus Studenten Patroontekenen 5

Uploaded by

Copyright:

Available Formats

Inleiding

Maatnemen : ISO norm ISO8559 van 1989

Het verschil tussen taille en heupen is minder groot dan normaal.

De taille is te strak of de rok of pantalon kan niet gesloten worden.

Opmeten hoeveel de taille openstaat.

Verplaats de nepen indien nodig.

Faculteit Natuur & Techniek – modetechnologie – Ann Laperre 1

Het verschil tussen taille en heupen is groter dan normaal.

De lengte is hierdoor ook te lang.

Verplaats de nepen indien nodig.

Faculteit Natuur & Techniek – modetechnologie – Ann Laperre 2

Het verschil tussen taille en heupen is groter dan normaal.

De stof rond de heupen zit te strak.

De lengte is hierdoor ook te kort.

Maat opnieuw opmeten : heupenomtrek en eventueel tussen taille en heupen om ronding te

Faculteit Natuur & Techniek – modetechnologie – Ann Laperre 3

Het verschil tussen taille en heupen is kleiner dan normaal.

De stof rond de heupen is te los. Er is teveel overwijdte.

Maat opnieuw opmeten : heupenomtrek en eventueel tussen taille en heupen om ronding te

Faculteit Natuur & Techniek – modetechnologie – Ann Laperre 4

De taille komt in de natuurlijke taillelijn en de zithoogte is goed.

De afstand meten van de zoom van de pantalon tot de grond.

Maat opnieuw opmeten : tussenbeenlengte en zijlengte.

Figuur H + fashion patterns

Faculteit Natuur & Techniek – modetechnologie – Ann Laperre 5

De taille komt in de natuurlijke taillelijn en de zithoogte is goed.

Het teveel aan lengte aan de zoom wegspelden.

Maat opnieuw opmeten : tussenbeenlengte en zijlengte.

Figuur H + fashion patterns

Faculteit Natuur & Techniek – modetechnologie – Ann Laperre 6

Er vormen zich koorden van de lendenzijpunten naar het kruis.

Het tekort aan zithoogte meten in MV tot de taille.

Maat opnieuw opmeten : tussenbeenlengte, zijlengte en zithoogte.

Faculteit Natuur & Techniek – modetechnologie – Ann Laperre 7

De taille komt in de natuurlijke taillelijn en is horizontaal.

Het kruis komt te laag.

Maat opnieuw opmeten : tussenbeenlengte, zijlengte en zithoogte.

Faculteit Natuur & Techniek – modetechnologie – Ann Laperre 8

De zitnaad trekt in.

Faculteit Natuur & Techniek – modetechnologie – Ann Laperre 9

Er is teveel stof tussen de benen.

Het teveel aan stof wegspelden.

Faculteit Natuur & Techniek – modetechnologie – Ann Laperre 10

De ronding van de welving zit hoger dan normaal.

Het kledingstuk spant teveel net onder de taille.

Het tekort opmeten.

Faculteit Natuur & Techniek – modetechnologie – Ann Laperre 11

De ronding van de welving zit lager dan normaal.

Het kledingstuk zit te los net onder de taille.

Het teveel aan stof opmeten.

Faculteit Natuur & Techniek – modetechnologie – Ann Laperre 12

Bij de rok krijg je een horizontale plooi in de rug onder de tailleband.

Bij de pantalon is er op het zitvlak te weinig lengte .

De pantalon spant aan de tussenbeenbreedte.

In het voorpand vormen zich koorden aan het kruis.

De taillelijn is in het VP hoger dan in MR.

Faculteit Natuur & Techniek – modetechnologie – Ann Laperre 13

Bij de rok krijg je koorden in de rug onder het zitvlak.

Bij de pantalon zijn er koorden onder het zitvlak .

Faculteit Natuur & Techniek – modetechnologie – Ann Laperre 14

Het kledingstuk spant teveel rond het zitvlak.

Er zijn diagonale koorden rond het zitvlak.

De taillelijn wordt in het rugpand naar beneden getrokken.