Professional Documents
Culture Documents
NEDERLANDS............................................................5
2
nl
OVERZICHT
4
nl
NAVIGATOR TX SERIE TECHNISCHE HANDLEIDING
REVISIE VAN DE HANDLEIDING
Dit document is revisie 01van de NAVIGATOR TXTs technische
handleiding.
Datum uitgave: 31/08/2016
5
INTRODUCTIE
Geachte Klant,
Wij willen u graag bedanken voor het aanschaffen van een TEXA product voor
uw werkplaats.
Wij garanderen u dat u er optimaal voordeel uit zult halen en dat het een enorme
hulp zal zijn in uw werk.
Lees a.u.b. de instructies in deze handleiding goed door en bewaar deze als
toekomstig naslagwerk.
Het lezen en begrijpen van de volgende handleiding helpt u beschadigingen en
persoonlijk letsel te voorkomen, veroorzaakt door incorrect gebruik van het
product waarnaar het verwijst.
TEXA S.p.A behoudt het recht eventuele wijzigingen uit te voeren die
noodzakelijk worden beschouwd voor verbetering van de handleiding voor
marketing of technische vereisten; het bedrijf mag dit op elk gewenst moment
zonder voorafgaande kennisgeving uitvoeren.
Dit product is uitsluitend bestemd voor gebruik door in auto's gespecialiseerde
monteurs. Het lezen en begrijpen van de informatie in deze handleiding is geen
vervanging voor gespecialiseerde cursussen op dit gebied.
Het enige doel van de handleiding is uitleg van de werking van het verkochte
product. Het is niet bedoeld voor het bieden van enige technische training, en
monteurs voeren ingrepen dus onder hun eigen verantwoordelijkheid uit en zijn
aansprakelijk voor alle beschadigingen of persoonlijk letsel veroorzaakt door
nalatigheid, onvoorzichtigheid of een tekort aan ervaring, ongeacht het feit dat
een TEXA S.p.A. apparaat wordt gebruikt gebaseerd op de informatie in deze
handleiding.
Alle aanvullingen op deze handleiding, bruikbare beschrijvingen van de nieuwe
versies van het programma en de daarbij behorende nieuwe functies kunnen u
toegestuurd worden via onze TEXA technische bulletinservice.
Deze handleiding dient te worden beschouwd als een integraal onderdeel van
het product waarnaar het verwijst. In het geval dat het wordt doorverkocht, moet
de originele koper tevens de handleiding aan de nieuwe eigenaar verstrekken.
Gehele of gedeeltelijke reproductie van deze handleiding in welke vorm dan
ook is zonder schriftelijke toestemming van de fabrikant strikt verboden.
De originele handleiding was in het Italiaans geschreven, elke andere taal is
een vertaling van de originele handleiding.
© auteursrecht en databaserechten 2016. Het materiaal opgenomen in deze
documentatie wordt beschermd door auteursrecht en databaserechten. Alle
rechten voorbehouden volgens de Wet en internationale vovereenkomsten.
6
nl
1 LEGENDA VAN DE GEBRUIKTE SYMBOLEN
Dit hoofdstuk beschrijft de symbolen gebruikt in de handleiding.
Risico op Verstikking
Risico op Ontploffing
Hoogspanningsgevaar
Vergiftigingsgevaar
Lawaairisico
Risico op Verplettering
Algemeen Risico
Belangrijke Informatie
7
2 WOORDENLIJST
Dit hoofdstuk beschrijft de technische termen gebruikt in de handleiding:
• Diagnose/diagnostische aansluiting: vrouwelijke connector gemonteerd op
het voertuig waarmee de voertuigregeleenheid kan worden aangesloten.
• OBD-aansluiting: diagnoseaansluiting specifiek voor het OBD-protocol.
• Diagnose/diagnostische connector: mannelijke connector gemonteerd op het
diagnoseapparaat of als eindgedeelte van een kabel voor aansluiting op het
diagnoseapparaat.
• OBD-connector: diagnoseconnector specifiek voor het OBD-protocol.
• Diagnose/diagnostische kabel: kabel waarmee de diagnosekabel op de
diagnoseaansluiting kan worden aangesloten.
• OBD-kabel: diagnosekabel specifiek voor het OBD-protocol.
• Weergave-eenheid: apparaat uitgerust met een scherm (PC, PAD enz.) waarin
specifieke software is geïnstalleerd, zodat u kunt communiceren met een
instrument, het instrument kunt configureren, en gegevens die het verzamelt kunt
bewerken en bekijken. Deze definitie omvat ook apparaten die zijn uitgerust met
interne modules voor het verkrijgen en verwerking van gegevens en die geen
"externe" instrumenten vereisen / daar niet op aangesloten kunnen worden.
• Randapparaat: betrekking hebbend op de weergave-eenheid en elk instrument
of apparaat waar de weergave-eenheid op aangesloten kan worden.
• Apparaatconnector: USB-connector gebruikt om op het apparaat aan te sluiten.
• Host-connector: USB-connector gebruikt om op de weergave-eenheid aan te
sluiten.
8
nl
3 ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
3.1 Woordenlijst
• Gebruiker: gekwalificeerde individu, belast met gebruik van het apparaat/
instrument.
• Machine/apparaat/instrument: het aangeschaft product.
• Werkplaats: de plek waar de gebruiker zijn/haar werk uitvoert.
Voorzorgsmaatregelen:
• De werkplaats moet zijn uitgerust met een goede ventilatie- en
luchtafzuigsysteem en in overeenstemming zijn met de richtlijnen van kracht
volgens de huidige nationale wetten.
• Activeer altijd het luchtafzuigsysteem wanneer u in omsloten ruimtes werkt.
9
3.2.3 Risico op Impact en Verplettering
Voorzorgsmaatregelen:
• Zorg er altijd voor dat het voertuig in neutraal staat (of ingesteld op parkeerstand
indien het voertuig is uitgerust met automatische versnellingsbak).
• Activeer altijd de handrem of parkeerrem van het voertuig.
• Blokkeer altijd de wielen van het voertuig met de specifieke mechanische
blokken.
• Zorg ervoor dat het apparaat stabiel op een vlak oppervlak staat en de wielen
vergrendeld zijn met de specifieke remmen.
Voorzorgsmaatregelen:
• Houd handen uit de buurt van bewegende onderdelen.
• Ontkoppel altijd de koelventilator wanneer u aan een nog hete motor werkt. Dit
voorkomt plotselinge activering van de ventilator, wat zelfs met uitgeschakeld
motor kan gebeuren.
• Draag geen stropdas, losse kleding, polssieraden of horloges wanneer u aan een
voertuig werkt.
• Houd aansluitkabels, sondes en dergelijke voorwerpen uit de buurt van de
bewegende motoronderdelen.
Voorzorgsmaatregelen:
• Bescherm uw gezicht, handen en voeten door geschikte bescherming te dragen.
10
• Vermijd contact met hete oppervlaktes, zoals bougies, uitlaatpijpen, radiateurs nl
en aansluitingen binnenin het koelsysteem.
• Zorg ervoor dat er in de buurt van de uitlaatdemper zich geen olievlekken,
poetsdoeken, papier of andere gemakkelijk ontvlambare materialen bevinden.
• Vermijd contact tussen het elektroliet en uw huid, ogen en kleding, daar dit een
bijtend en zwaar giftig mengsel is.
Voorzorgsmaatregelen:
• Laat de motor afkoelen.
• NIET roken rondom het voertuig.
• Het voertuig NIET blootstellen aan open vlammen.
• Controleer of alle elektrische verbindingen goed geïsoleerd zijn en stevig op hun
plek zitten.
• Verzamel eventueel gemorste brandstof.
• Verzamel eventueel gemorste koelvloeistof.
• Zorg ervoor altijd in een omgeving te werken met een goed ventilatie- en
luchtafzuigsysteem.
• Activeer altijd het luchtafzuigsysteem wanneer u in omsloten ruimtes werkt.
• Dek voordat u verder gaat met testen of opladen de openingen van de accu's af
met een natte doek om te voorkomen dat explosief gas ontsnapt.
• Zorg ervoor dat geen vonken worden afgegeven bij het aansluiten van kabels op
de accu.
3.2.7 Lawaairisico
Voorzorgsmaatregelen:
• Bescherm uw oren door geschikte oorbescherming te dragen.
3.2.8 Hoogspanningsgevaar
3.2.9 Vergiftigingsgevaar
Voorzorgsmaatregelen:
• Neem onmiddellijk contact op met uw arts mocht u deze gassen inhaleren.
• Gebruik neopreen of PVC handschoenen wanneer u verbrandingsresten
elimineert.
12
nl
3.3 Algemene Gebruik- en Onderhoudwaarschuwingen
Volg nauwgezet de informatie hieronder wanneer u het apparaat gebruikt of
periodiek onderhoud (bijv. zekering vervangen) uitvoert.
• Verwijder of beschadig nooit de labels/tags en waarschuwingen op het apparaat;
maak ze NIET onleesbaar.
• Verwijder of blokkeer nooit de veiligheidsapparatuur waarmee het apparaat is
uitgerust.
• Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen of reserveonderdelen
goedgekeurd door de fabrikant.
• Neem contact op met uw dealer voor niet-periodiek onderhoud.
• Controleer regelmatig de elektrische aansluitingen van het apparaat om te
bepalen of ze in goede staat verkeren en vervang eventueel beschadigde kabels.
• Controleer regelmatig de slijtende onderdelen en vervang indien noodzakelijk.
• Open of demonteer het apparaat niet.
13
4 SPECIFIEKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VOOR
GEBRUIK VAN NAVIGATOR TXTs
De technologie gebruikt voor het ontwerp en de inspectie van de productie van
NAVIGATOR TXTs diagnostische instrumenten, maken deze betrouwbaar,
eenvoudig en veilig in gebruikt.
Personeel belast met het gebruik van de diagnoseapparatuur moet de
algemene veiligheidsvoorschriften volgen en de apparatuur NAVIGATOR TXTs
uitsluitend voor het bestemde doeleinde gebruiken. Dit personeel moet
bovendien het onderhoud uitvoeren zoals beschreven in deze handleiding.
4.1 Woordenlijst
Operator: gekwalificeerd persoon verantwoordelijk voor gebruik van het
diagnostische instrument.
Instrument/apparaat: elk willekeurig NAVIGATOR TXTs apparaat.
4.3 Gebruiksveiligheid
Airbags blazen op met enorme kracht; een stuk gereedschap in de
opblaasruimte van de airbag kan naar de inzittenden van het voertuig
worden geprojecteerd en ernstig letsel veroorzaken.
Voorzorgsmaatregelen:
• Plaats het gereedschap NIET in de ruimte waar de airbag opblaast.
14
nl
Voorzorgsmaatregelen:
• Laat ongekwalificeerd personeel dit apparaat nooit gebruiken, om persoonlijk
letsel of beschadiging van het apparaat of de elektrische systemen van het
voertuig waarop het is aangesloten te voorkomen.
• Volg nauwgezet alle instructies verstrekt door de software.
Voorzorgsmaatregelen:
• Plaats het instrument in een droge omgeving.
• Het instrument niet blootstellen aan of in de nabijheid gebruiken van
warmtebronnen.
• Plaats het instrument zodanig dat het goed geventileerd wordt.
• Gebruik geen bijtende chemicaliën, oplosmiddelen of agressieve
reinigingsmiddelen om het instrument schoon te maken.
Voorzorgsmaatregelen:
• Het instrument niet schudden, stoten of laten vallen.
• Plaats het apparaat nergens waar het in water kan vallen. Voorkom elk contact
met water.
• Buig nooit de kabels en plaats er geen voorwerpen op.
• Het instrument niet modificeren, om schade aan het instrument te voorkomen.
• Het instrument niet openen of demonteren.
• De antenne van het apparaat niet buigen.
• Gebruik het apparaat uitsluitend met de inbegrepen antenne of met een andere
antenne geautoriseerd door de fabrikant van het apparaat.
15
Het instrument is ontworpen om elektrisch veilig gebruikt te kunnen
worden en met specifieke spanningsniveaus.
Het niet naleven van de specificaties betreffende de spanning kan de
doeltreffendheid van het instrument nadelig beïnvloeden.
Voorzorgsmaatregelen:
• Het instrument niet aan water of andere vloeistoffen blootstellen.
• Tenzij anders gespecificeerd, gebruik het apparaat op voertuigen met een 12/24V
DC voeding en de chassis aangesloten op de minpool.
• De voeding van het instrument moet altijd aangesloten zijn op het accusysteem
van het voertuig dat wordt getest.
• Gebruik geen externe accu om het apparaat van stroom te voorzien, tenzijde de
software hier nadrukkelijk om vraagt.
• Bijzondere aandacht besteden aan poolklemmen en kabels van de accu bij het
maken van een verbinding met het voertuig. Dit voorkomt verkeerde contacten
en/of het per ongeluk contact maken met metalen onderdelen van het voertuig
dat wordt getest.
• Ongebruikte terminals moeten worden afgedekt en beschermd door passende
rubber plugs.
16
nl
5 MILIEU-INFORMATIE
Lees voor meer informatie over het afdanken van dit product a.u.b.
het inbegrepen pamflet.
17
6 WERKING VAN DE RADIOAPPARATUUR VAN HET
INSTRUMENT
Draadloze verbinding met Bluetooth, Wi-Fi en HSUPA technologie
De draadloze verbinding via Bluetooth, Wifi en HSUPA is een technologie die
een standaard, betrouwbare methode biedt voor het uitwisselen van informatie
tussen verschillende apparatuur d.m.v. radiogolven. Naast TEXA instrumenten,
gebruiken veel andere producten deze technologie, waaronder mobiele
telefoons, draagbare apparatuur, computers, printers, camera's, Pocket PC's,
enz.
De Bluetooth, WiFi en HSUPA interfaces zoeken naar compatibele
elektronische apparatuur op basis van de radiosignalen die deze genereren en
brengen vervolgens een verbinding ermee tot stand. De TEXA instrumenten
selecteren en stellen uitsluitend apparatuur voor die compatibel zijn met TEXA.
Dit sluit niet de aanwezigheid uit van eventuele andere bronnen van
communicatie of verstoring.
DE EFFICIËNTIE EN KWALITEIT VAN BLUETOOTH, WiFi EN HSUPA
COMMUNICATIE KAN AANGETAST WORDEN DOOR DE AANWEZIGHEID
VAN RADIOVERSTORING. HET COMMUNICATIEPROTOCOL IS
ONTWORPEN OM MET DEZE STORINGSTYPES OM TE GAAN;
COMMUNICATIE KAN IN DEZE GEVALLEN ECHTER MOEIZAAM
VERLOPEN EN KAN TOT VERSCHILLENDE VERBINDINGSPOGINGEN
LEIDEN.
INDIEN DE DRAADLOZE VERBINDING VAN KRITIEK BELANG IS EN EEN
NORMALE COMMUNICATIE AANTASTEN, DAN DIENT U DE BRON OP TE
SPOREN VAN DE MAGNETISCHE STORING EN DE INTENSITEIT ERVAN
TE VERLAGEN.
Positioneer het instrument om ervoor te zorgen dat de radioapparatuur
waarmee het is uitgerust, correct werkt. Bedek het instrument niet met
beschermend materiaal of in het algemeen, met metaalachtig materialen.
18
nl
GEREGLEMENTEERDE INFORMATIE
Vereenvoudigde EU-verklaring van overeenstemming
19
7 NAVIGATOR TXTs
De NAVIGATOR TXTs instrumenten zijn multimerk en multi-omgeving
diagnose-interfaces die met een breed bereik aan voertuigen kunnen
communiceren.
Dankzij de Bluetooth technologie waarmee deze apparaten zijn uitgerust, kunt
u vrij rondom het voertuig werken of comfortabel in het voertuig zitten.
U kunt met deze Bluetooth technologie verbinding maken met alle weergave-
eenheden van de AXONE Serie, PEGASO Serie en met een willekeurige PC,
zonder behoefte aan kabels.
De NAVIGATOR TXTs apparaten kunnen verbinding maken en communiceren
met de elektronische regelsystemen van de voertuigen, waarbij snelheid en
prestatie gegarandeerd zijn.
De NAVIGATOR TXTs kan een zelfdiagnose uitvoeren op een zeer groot bereik
aan voertuigen, merken en regeleenheden.
NAVIGATOR TXTs kan ook worden gebruikt voor reparatie van
landbouwkundige machines zoals tractors, maaidorsers, versnipperaars en
tevsn veld- en wijngaardtractors.
20
nl
U kunt met NAVIGATOR U kunt met NAVIGATOR TXTs de volgende
TXTs een zelfdiagnose procedures uitvoeren:
uitvoeren op:
• de zelfdiagnose voor het lezen en wissen van
• voertuigen storingen, de weergave van de technische
• motorfietsen parameters en regeleenheidstatussen;
• bussen • de activering, afstelling en configuratie van de
• bedrijfsvoertuigen apparatuur geïnstalleerd in het voertuig;
• industriële voertuigen • de terugstelling van waarschuwingslampjes
• landbouwmachines olieverversing, onderhoud en airbagsysteem;
• outboardmotors • de configuratie van de regeleenheden,
sleutels en afstandsbedieningen;
• inboardmotors
• de herprogrammering van de regeleenheden.
• waterscooters
21
8 BESCHRIJVING
Dit hoofdstuk beschrijft de algemene eigenschappen van de diagnostische
NAVIGATOR TXTs interfaces.
1. Status-LED:
• Groene LED: geeft aan of het apparaat van stroom wordt voorzien en toont
de communicatiestatus met de regeleenheid
• Rode LED: geeft de USB-communicatiestatus aan
• Blauwe LED: geeft de Bluetooth communicatiestatus aan.
2. PV: een connector die eventueel nodig is wanneer de te herprogrammeren
regeleenheid aanvullend vermogen vereist.
3. USB-poort: de USB-connector gebruikt voor aansluiting van de weergave-
eenheid.
4. Diagnoseconnector
5. Bluetooth Antenne
6. PWR: een 4-polige connector waarmee u het apparaat op de voertuigaccu kunt
aansluiten wanneer de software hierom vraagt
22
nl
9 Gebruikerinstructies
De apparaten van de NAVIGATOR TXTs Serie mogen uitsluitend worden
gebruikt door gekwalificeerd personeel.
TEXA S.p.A. biedt haar klanten professionele trainingcursussen aan.
De technici worden tijdens deze opleidingen stap voor stap gevolgd door
gespecialiseerd personeel. Hun doel is deze technici zo veel mogelijk bekend
te maken met de instrumenten en hun software. Op deze manier leren de
technici hoe ze TEXA S.p.A.-producten het best kunnen gebruiken.
Bezoek de website www.texa.it voor nadere informatie over opleidingen van
TEXA S.p.A.
9.1 Apparaatvoeding
Het apparaat is niet voorzien van een interne batterij, u dient er dus voor te
zorgen deze correct van stroom te voorzien.
Het instrument kan op drie manieren van stroom worden voorzien:
• via een diagnoseaansluiting
• direct door de accu
• via de sigarettenaanstekerkabel
De groene LED blijft constant zolang het apparaat correct van stroom wordt
voorzien.
Gebruik geen externe accu's om het apparaat aan te drijven die niet
elektrisch verbonden zijn met het voertuig waar u aan werkt.
23
9.1.1 Voeding via de Diagnoseaansluiting
Het instrument kan van stroom worden voorzien via de diagnoseaansluiting van
het te testen voertuig:
1. NAVIGATOR
2. Diagnosekabel*
24
9.1.2 Directe Voeding vanaf de Accu nl
U kunt het apparaat op twee manieren direct door de accu van het te testen
voertuig van stroom voorzien:
• via een specifieke kabel, die op het apparaat kan worden aangesloten middels
een jack die in de PWR-ingang wordt gestoken
• via een voedingskabel met klemmen aangesloten op specifieke
diagnosekabels
Als de accu zich aan de achterkant van het voertuig bevindt, is het
raadzaam het instrument rechtstreeks aan te sluiten op de
voedingaansluiting komende van een beschikbare accu dichtbij de ruimte
waarin u werkt.
25
ACCUKABEL
Het apparaat kan van stroom worden voorzien d.m.v. een specifieke kabel die
op het apparaat kan worden aangesloten middels een jack die in de PWR-
ingang wordt gestoken.
1. NAVIGATOR
2. Accukabel
26
nl
VOEDINGSKABEL
Het apparaat kan van stroom worden voorzien d.m.v. een voedingskabel met
klemmen aangesloten op specifieke diagnosekabels.
1. NAVIGATOR
2. Diagnosekabel met voedingsshunt*
3. Voedingskabel
27
9.1.3 Voeding via de Sigarettenaanstekerkabel
Het apparaat kan ook van stroom worden voorzien door de accu van het te
testen voertuig dankzij een specifieke kabel die op het apparaat kan worden
aangesloten via een jack.
De aansluiting via de sigarettenaansteker (indien beschikbaar) is alleen
mogelijk m.b.v. een daarvoor bestemde kabel.
1. NAVIGATOR
2. Sigarettenaanstekerkabel
28
nl
9.2 Communicatiemodi met de weergave-eenheid
Het instrument heeft geen gebruikersinterface en de verworven gegevens
worden verzonden naar een specifieke weergave-eenheid.
29
9.2.1 Verbinding via Bluetooth (Aanbevolen)
Wij raden voor een correcte configuratie aan het apparaat van
stroom te voorzien (controleer of de groene LED brandt) VOORDAT u de
softwareconfiguratieprocedure start.
Raadpleeg de software's gebruikershandleiding voor nadere informatie
over de configuratieprocedure.
30
9.2.2 Verbinding via USB (Optioneel) nl
1. NAVIGATOR
2. USB-kabel
31
9.3 Blink-Code
Het apparaat gebruikt LED's om zijn status aan te geven, beide wanneer
aangesloten op het voertuig en op de weergave-eenheid.
LED STATUS
Uit Instrument niet onder stroom.
Aan Instrument onder stroom.
GROEN
Instrument in communicatie met de
Knipperlicht
voertuigregeleenheid.
Uit Geen communicatie via USB.
Aan --
ROOD
Instrument communiceert met het weergaveapparaat
Knipperlicht
via USB.
Uit Geen Bluetooth communicatie.
Aan --
BLAUW
Instrument communiceert met het weergaveapparaat
Knipperlicht
via Bluetooth.
32
nl
9.4 Aansluiting op de Regeleenheid
Om de zelfdiagnosetests uit te voeren, moet u het apparaat op de
diagnoseaansluiting van het voertuig aansluiten en de aansluiting tussen het
apparaat en de regeleenheid via de software activeren.
33
De positie van de diagnoseaansluiting op de voertuigen varieert per merk en
model; daarom verstrekt de software de informatie vereist om het te kunnen
vinden.
34
nl
9.5 Pass-Thru
U kunt dankzij de NAVIGATOR TXTs en een simpele Internettoegang alle
reparaties uitvoeren die de originele herprogrammering van de
voertuigregeleenheden vereisen nadat ze eenmaal zijn vervangen.
Zoals bepaald door Pass-Thru protocol SAE J2534, moeten
voertuigfabrikanten onafhankelijke reparatieplaatsen de mogelijkheid bieden
de voertuigregeleenheden te kunnen herprogrammeren.
35
De activeringsdatum, de daadwerkelijke beschikbaarheid, het type,
de kosten en de procedures met betrekking tot het gebruik van de Pass-
Thru-dienst(en) worden duidelijk bepaald door de betreffende fabrikant;
kosten, prestaties en procedures kunnen daarom variëren ongeacht van
wat door TEXA S.p.A is vastgesteld.
36
nl
9.6 Zelfdiagnose
De gegevens verworven door het instrument worden via de software
weergegeven op het weergaveapparaat.
De software verstrekt functies die u voor o.a. het volgende kunt gebruiken:
• technische parameters controleren
• storingen waargenomen door de regeleenheid weergeven en wissen
• de logische statussen in de regeleenheid controleren (bijv.: motor draait/draait
niet, dimlichten aan/uit)
• informatie m.b.t. de regeleenheid weergeven
• de werking van de apparatuur geregeld door de regeleenheid controleren
(actuators)
• permanente afstellingen op bepaalde apparatuur uitvoeren
De software biedt bovendien handige technische overzichten en begeleide
procedures om u te helpen bepaalde procedures uit te voeren (bijv.:
uitschakelen van waarschuwingslampjes).
Alle configuratieprocedures van het weergaveapparaat worden via de software
uitgevoerd.
Zie voor meer informatie over de installatie en het gebruik van de software
a.u.b. de Instelling- en Gebruikshandleiding.
37
10 PROBLEEMOPLOSSINGEN
Neem voor technische problemen contact op met uw dealer/distribiteur.
Hieronder treft u een lijst met eenvoudige instructies die de klant kan uitvoeren
zonder de technische hulpdienst in te schakelen.
WAARSCHIJNLIJKE MOGELIJKE
PROBLEEM
OORZAAK OPLOSSING
De diagnostische kabel is niet Sluit de diagnostische
correct aangesloten. kabel correct aan.
De gebrukte adapter is niet Gebruik een geschikte
Het instrument geschikt. adapter.
communiceert niet
met de regeleenheid. De diagnostische kabel is Gebruik een andere
beschadigd. diagnostische kabel.
Schakel het voertuig
Het voertuig is uitgeschakeld.
in.
De Bluetooth randapparatuur/ Schakel de Bluetooth
het weergaveapparaat is randapparatuur/het
uitgeschakeld. weergaveapparaat in.
Verplaats de
Bluetooth
randapparatuur/het
weergaveapparaat
Het instrument kan binnen bereik van het
niet communiceren De Bluetooth randapparatuur/ instrument.
met het het weergaveapparaat is buiten
weergaveapparaat/ bereik van het instrument. Verplaats het
de Bluetooth instrument binnen
randapparatuur. bereik van de
Bluetooth
randapparatuur/het
weergaveapparaat.
De configuratie
Het apparaat is niet correct uitvoeren via de
geconfigureerd. speciale functie in de
software.
38
nl
WAARSCHIJNLIJKE MOGELIJKE
PROBLEEM
OORZAAK OPLOSSING
Het instrument is naast Plaats het instrument
afschermend materiaal buiten bereik van
geplaatst. blokkerende materialen.
Blijf uit de buurt van
Het instrument kan niet mogelijke
communiceren met het interferentiebronnen.
weergaveapparaat/ de
Bluetooth Aanwezigheid van andere Schakel eventueel de
randapparatuur. draadloze communicatie apparatuur uit waardoor
verstoort het signaal. de interferentie wordt
veroorzaakt.
Wacht en herhaal de
communicatiepoging.
39
11 ONDERHOUD
Dit product vereist geen speciaal onderhoud.
Om een optimale levensduur van het instrument te verzekeren, het product
schoon houden en de instructies in deze handleiding opvolgen.
40
nl
12 TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN
Model: NAVIGATOR TXTs
Fabrikant: TEXA S.p.A.
CORTEX M3 STM32F103ZG 72 MHz, FLASH
Processor:
1024 KBytes, SRAM 96 KBytes
SRAM geheugen: 8 MBits georganiseerd als 512 KBytes x 16 bits
NAND-flashgeheugen: 2 GBit op een 8-bit bus
Voertuigaccu: 12VDC en 24VDC systeembeheer
Externe voeding: 8 ÷ 32 V
USB-communicatie: virtuele RS232 via USB 2.0 Apparaat
Draadloze verbinding: Bluetooth klasse1 (30 m)
Elektronische schakelaar: 2-wegs, 13 onafhankelijke posities
Diagnoseconnector: DSUB-26HD standaard ISO 22900-1
Connector voor
herprogrammering PV zoals bepaald door het SAE J2534 protocol
regeleenheden:
• Knippercodes
• K, L (met stroombeveiliging 100 mA),
ISO9141-2, ISO14230;
• CAN ISO11898-2 High-Speed
• Tweede ISO11898-2 CAN-Kanaal
Ondersteunde protocollen: • CAN ISO 11898-3 LOW-Speed
• CAN SAE J2411 Enkele Draad
• SAE J1850 PWM
• SAE J1850 VPW
• SAE J2534-1
• SAE J1708
Voedingsconnector: 4-polige vermogenmini-din
Visuele waarschuwingen: 1 groene LED, 1 rode LED, 1 blauwe LED
12 V verbruik: Typisch 0,25 A
24V verbruik*: Typisch 0,18 A
Bedrijfstemperatuur: 0 ÷ 50 °C
Opslagtemperatuur: - 20 ÷ 60 °C
Bedrijfsvochtigheid: 10% ÷ 80% zonder condensatie
Afmetingen: 160x170x55 mm
Gewicht: 1 kg
41
• Richtlijn: 1999/5/EC
• Veiligheid: EN 60950
• Elektromagnetische compatibiliteit: EN
Regelgevingen:
55022, EN 55024, EN 301 489-1
• Radiosystemen: EN 301 489-17, EN 300
328-2
42
nl
PINOUT CONNETTORE DSUB-26HD ISO 22900-1
43
13 JURIDISCHE INFORMATIE
TEXA S.p.A.
Via 1 Maggio, 9 - 31050 Monastier di Treviso - ITALIË
Cod. Fisc. - Nr. van Bedrijfregistratie van Treviso - Onderdeel. IVA:
02413550266
Eenpersoons besloten vennootschap en onder beheer en coördinatie van
Opera Holding S.r.l.
Aandeelkapitaal van 1.000.000 € i.v. - R.E.A. N. 208102
Legale Vertegenwoordiger Bruno Vianello
Telefoon +39 0422.791.311
Fax +39 0422.791.300
www.texa.com
Wij verwijzen u voor juridische informatie naar het Internationale
Garantieboekje meegeleverd met het product in uw bezit.
44