You are on page 1of 11

KAREL DE GROTE HOGESCHOOL

Educatieve bachelor lager onderwijs


Onderwijsgroep Onderwijs
Campus Zuid, Brusselstraat 45 - 2018 Antwerpen
T: 03/613.14.26 M: stage.basisonderwijs@kdg.be W:http://praktijkweb.kdg.be

LESVOORBEREIDING nr: 1

Naam: Laura-Ann Verstraeten Stage: Klasgroep: 1


School: Vrije Basisschool Tielrode. Leerjaar: 3 Aantal 20
Kaaistraat 1, Tielrode. lln.:
Datum: 16/11/2021
Mentor: Anneleen D’Hondt. Uur: 10:30-11:20
Leergebied/ R.-k. godsdienst Leerdomein/ Jozef, Mozes.
Ontwikkelveld(e Openkomen voor geloofstaal, Ontwikkelthem
n): symboliek en rituelen a’s:
Lesonderwerp: Godly Play: Mozes.

Bedenkingen door de mentor


(Mentor: enkel de conclusie v/d feedback noteren, de concrete feedback wordt vermeld in de lesvoorbereiding zelf.)

□ Met deze lesvoorbereiding mag je lesgeven, indien je rekening houdt met de feedback.
□ Deze les mag je niet geven, want je diende de lesvoorbereiding te laat in (minder dan 3 werkdagen voor realisatie)
□ Deze lesvoorbereiding moet je opnieuw maken want…

Beginsituatie (leerlingspecifieke gegevens - voorkennis van de klasgroep - organisatie)


Voorkennis:
De lln. hebben in de eerste cyclus al kennis gemaakt met het liturgisch en pastoraal jaar.
De lln. kennen het Jezusverhaal en daarbij ook Jozef (begin van vertelling) vanuit de eerste cyclus.
De lln. weten hoe ze moeten luisteren naar een verhaal.
 Afgeleid vanuit leerplan Rooms-katholieke godsdienst (1999) en ZILL.
Meer info kan ik niet geven omdat ik mijn stageschool nog maar één keer heb kunnen bezoeken.

Organisatie:
De banken en stoelen zijn opzij geschoven en we zitten in een cirkel op kussentjes. Alles van materiaal ligt al klaar bij
het binnenkomen. Er branden kaarsjes. Er is een hele rustgevende sfeer.

1
Kerndoel
De leerlingen kunnen elkaar verwelkomen en voelen zich zelf ook welkom in de klas.
De leerlingen kunnen in stilte aandachtig luisteren naar het verhaal van Mozes.
De leerlingen kunnen op de juiste manier vragen stellen over het verhaal.
De leerlingen kunnen vragen stellen.
De leerlingen kunnen de belangrijkste aspecten uit het verhaal verwoorden/herhalen.
Andersgelovige leerlingen kunnen het verhaal eventueel linken aan hun eigen profeet.
De leerlingen kunnen de symboliek (getallen, kleuren en plagen) in het verhaal begrijpen en herkennen.
De leerlingen kunnen verwoorden hoe ze zelf zouden reageren (uit eigen ervaringen).

Situering in het leerplan


Leerplan rooms-katholieke godsdienst voor het lager onderwijs in Vlaanderen (1999):
- Kinderen leven zich in de personages van het verhaal.
 Integratie
- De leerlingen kunnen de symbolische betekenis vatten van voorwerpen en situaties die erin voorkomen.
 Accommodatie
- De leerlingen begrijpen de tekst als uitdrukken van geloof, hoop en liefde, door te ontdekken wat er gezegd
wordt over de relatie tussen God en mens en tussen mens en wereld.
 Accommodatie
- De leerlingen vinden in de tekst een oproep tot geloof, hoop en liefde.
 Integratie
- De leerlingen brengen hun indrukken over het verhaal tot expressie: in woord.
 Integratie
- De leerlingen reflecteren op het gods-en Mozesbeeld uit de verhalen.
 Accommodatie, integratie
- De leerlingen reflecteren op de betekenis van het verhaal voor mensen van vroeger en nu. Ze denken na hoe
de aspecten van de Bijbelse boodschap een invloed kan hebben op hun eigen manier van denken, zijn en
doen.
 Integratie
- De leerlingen kunnen aspecten van de boodschap van een verhaal actualiseren en in verband brengen met
verschillende relatievelden in hun eigen bestaan. Voor de tweede cyclus ligt hierbij het accent vooral op het
relatieveld ‘jij- ik – jij’.
 Integratie

Zin in Leren, Zin in Leven leerplankader (2018)

RKgs1: Openkomen voor symboliek in het leven van mensen. Symbolen van de christelijke traditie ontdekken en er zich
mogelijk mee verbinden
- De leerlingen verkennen de symboliek van de christenen binnen het verhaal van Mozes.

RKgs2: Openkomen voor de betekenis(sen) van en zich laten inspireren door Jezusbeelden, godsbeelden, Bijbel -
geloofsverhalen en andere levensbeschouwelijke verhalen:
- Zich in de personages van het verhaal inleven
- De symbolische betekenis vatten van voorwerpen en situaties die in de verhalen voorkomen
- De tekst verstaan als uitdrukking van geloof, hoop en liefde, door te ontdekken wat er gezegd wordt over de
relatie tussen God en mens en tussen mens en wereld
- In de tekst een oproep tot geloof, hoop en liefde vinden
- Hun indrukken in verband met een verhaal tot expressie brengen: in woord, drama, muzische expressie, enz.
- Reflecteren op het godsbeeld dat spreekt uit de verhalen
- Reflecteren op de betekenis van het verhaal voor mensen van vroeger en nu en denken erover na hoe
aspecten van de Bijbelse boodschap een invloed kunnen hebben op hun eigen manier van denken, zijn en
2
doen
- De relatie kunnen zien tussen de onderwerpen die in de loop van het jaar aan bod komen en aspecten ervan
die in de verhalenreeks ter sprake komen
- Aspecten van de boodschap van een verhaal kunnen actualiseren en in verband brengen met verschillende
relatievelden in hun eigen bestaan, voor de tweede cyclus ligt hierbij het accent vooral op het relatieveld 'jij -
ik - jij'

RKIg3: In Bijbelverhalen, geloofsverhalen, geloofsbeelden en rituelen op het spoor komen wat christenen
beluisteren als Gods woord voor mensen vandaag. Het eigen verhaal hiermee verbinden.
- De kinderen kiezen in een hoekenwerk hoe zij tot verwerking van het Bijbelverhaal willen komen.
- In de vertelling volgens Godly Play beluisteren kinderen de motieven van het optreden van Mozes.
- Door in te zetten op een visuele verbeeldingen van het verhaal kunnen de kinderen zich het verhaal van dede
uittocht eigen maken.

SEiv1: Zich inleven in anderen, andere standpunten en situaties, zonder de eigen identiteit te verliezen.
- De leerlingen verwoorden hoe ze zelf zouden reageren.

Bronnen
(Notering volgens de APA-normen: handboeken, naslagwerken, www, documentatie v/d stageschool of hogeschool, …)

Janssen, K. (2013). Hosanna! Kinderbijbel. Van In. https://tuinvanheden.nu/nl/je-leerjaar/kinderbijbel

Teken van leven - Sara vertelt over Mozes (Godly Play). (2020). Teken van leven - Luthers Den Haag.

https://www.youtube.com/watch?v=cl3IsQSex-o&t=2s

Bijlagen (Geef kort aan welke bijlagen bij deze lesvoorbereiding horen.)
Bekijk bordschema voor materiaal.

3
Bordschema (Zo ziet je bordplan eruit op het einde van de les. Bij gebruik van het digibord: voeg alle ‘slides’ toe, dus niet enkel het bordboek.)

4
FASE 1: Godly play
Concrete lesdoelen: Materiaal:
De leerlingen kunnen elkaar verwelkomen en voelen
- Kussens met daaronder een klein briefje met
zich zelf ook welkom in de klas.
een boodschap.
De leerlingen kunnen in stilte aandachtig luisteren - Kaarsjes.
naar het verhaal van Mozes. - Een houten mandje.
- Kleine houten popjes.
De leerlingen kunnen op de juiste manier vragen
- Matje (onderlegger).
stellen over het verhaal.
- (zwart) zand/ aarde (roet).
- Brandende struik. Hout + tekening
- Water in glas
- Rode kleurstofdruppels (Bloed)
- Dubbelgevouwen blauw papier.
- Manna: Witte balletjes.
- Berg: Hout/ klei. .
- Gouden kalf: Hout goud geschilderd.
- Steen.

Werkvorm(en): Groeperingsvorm(en):

Godly play, een eigen variant. Klassikaal.

Instructievorm: Vertelling.

Leerinhoud

De leerlingen voelen zich welkom in de klas. Hierbij leren ze waardevolle/ betekenisvolle zinnen.

De leerlingen kennen het verhaal van Mozes aan de hand van de Godly play.

 Godly play: De belangrijkste aspecten van het verhaal van Mozes.

Timing Onderwijs- en leeractiviteiten


(Je noteert alles wat je tijdens de les zal zeggen, vragen, (voor)doen,…, alsook alles wat de leerlingen zullen doen, antwoorden,
… .)

10 min. Assimilatie: Binnenkomst:


De leerkracht laat de lln. 1 voor 1 binnenkomen en zegt: “Ben je nieuwsgierig naar wat er gaat gebeuren? Vind je het
spannend? Ben je benieuwd? Ben je er klaar voor? Ga maar rustig zitten op je kussen en wacht tot iedereen neerzit.”
De leerkracht zegt dat er onder elk kussen een boodschap ligt. De lln. lezen om de beurt hun boodscahp voor en de
andere herhalen. Soms zijn er dubbele boodschappen. (Belangrijke)
Bijv.:
- Ik ben welkom.
- Ik ben waardevol.
- Ik word aanvaard en gerespecteerd voor wie ik ben.
- Ik vertrouw deze klas.
- Ik kan hier op een veilige manier dingen bevragen.
- Ik ben belangrijk.
5
- De stilte is aangenaam.
- …
 De leerkracht creëert een rustige, veilige sfeer en verwelkomt de lln.

20 min- Accommodatie: De leerkracht vertelt het verhaal: “Het was meer nu al eeuwen geleden dat Jozef zijn familie naar
30. Egypte bracht. De nieuwe farao had zelfs nog nooit van Jozef gehoord. De farao van Egypte liet de Joden, het volk van
God, werken als slaven. Ze moesten zwaar en gevaarlijk werk doen. Stiekem was de farao bang, het volk van God
werd alsmaar groter en groter. Hij was bang dat ze zijn macht gingen afpakken en zijn troon gingen stelen. Daarom
liet hij alle eerstgeboren jongetjes doden.
 Er ligt nu enkel nog een paars matje als onderlegger. Het matje is nog meer dan de helft opgerold.
(Matje wordt meer en meer opengerold => voorwerpen liggen in volgorde)
Een vrouw verborg haar baby in een rieten mandje. Ze liet het mandje dobberen op het water van de Nijl. De baby
werd gevonden door de dochter van de farao die hem adopteerde en Mozes noemde. Mozes betekend letterlijk uit
het water getrokken. Mozes groeide in het paleis van de farao van Egypte op.
 Tonen met rieten mandje.

Mozes was volwassen geworden. Hij liep langs een bouwwerf waar de joodse mannen zwaar werk deden. De
Egyptische opzichter vond dat één van hen niet snel genoeg werkte en hij sloeg hem met een zweep. De Jood trok de
zweep uit zijn handen en toen begonnen ze te vechten. De Egyptenaar was veel sterker dan de verzwakte en
uitgeputte jood. De Egyptenaar sloeg zo hard dat de Jood dood was.
Mozes zag dit en werd woedend. Hij gaf de Egyptenaar zo een harde vuist dat hij ook op zijn beurt stierf.
Mozes was bang dat de farao zou ontdekken wat hij had gedaan. Hij was in gevaar dus hij moest vluchten. Mozes
vluchtte uit Egypte en belandde in het huis van een priester en daar trouwde hij met een van zijn dochters.
 Een houten ring. Het matje wordt nu meer opengerold.

Op een dag stond Mozes dichtbij de berg Horeb en opeens zag hij iets vreemds. Hij zag een doornstruik die in brand
stond. Toen sprak er iemand tegen Mozes. Het was God en Hij vroeg Mozes om zijn volk, de Joden, te bevrijdden uit
de handen van de farao. Na een lang en moeilijk gesprek gaf Mozes toe en ging hij op zijn missie.
 Berg en braamstruik. (Gemaakt van houten beeldje/papier).

Hij vertrok met zijn vrouw en zijn kind naar Egypte. Het was een lange en vermoeiende tocht.
Mozes was nog steeds bang toen hij aankwam in Egypte, maar met de hulp van God was hij dapper genoeg om de
leiders van het joodse volk bij elkaar te roepen.
Mozes ging naar de farao en probeerde hem te overtuigen, maar zonder resultaat. De farao lachte hem gewoon uit
en de joden kregen net meer werk. De joden werden boos en verloren steeds meer en meer hun geloof in God.

Mozes was verdrietig en God sprak tot hem. Hij zei: “Ga naar de Nijl en slaag met je staf op het water.”
Toen Mozes dit deed veranderde het water in bloed, het stonk verschrikkelijk en alle vissen gingen dood. Maar de
farao gaf nog steeds niet toe.
 Terwijl de leerkracht dit vertelt druppelt hij/zij rode vloeistof in het water.

Toen kwam de tweede plaag: Mozes hief zijn staf en Egypte stroomde vol met kikkers. De farao smeekte Mozes om
de kikkers te bevrijden. Hij beloofde dat hij het joodse volk zou laten gaan. Maar zodra de kikkers verdwenen kreeg
de farao spijt van zijn belofte en liet hij het volk niet gaan.
 Kikker van papier. (Hout met daarop een afbeelding van een kikker geplakt)

Toen was Mozes het echt beu, hij sloeg met zijn staf op de grond en het stof veranderde in muggen. Daarna zat
Egypte ook vol met steekvliegen. Iedereen werd gek van de jeuk, behalve de Joden, zij hadden geen muggen of
steekvliegen in huis. De farao beloofde weer dat hij het volk van God zou laten gaan. Mozes waarschuwde hem hij
zei: “Als je liegt worden alle dieren van Egypte ziek.” Zo gebeurde het ook, de farao trok weer zijn belofte in en alle
dieren in Egypte werden ziek. Mozes gooide een handvol roet in de lucht en alle Egyptenaren kregen pijnlijke zweren
op hun lichaam die openbarsten.
 De leerkracht gooit een beetje roet (/zwart zand in de lucht).

De farao gaf nog altijd niet toe, zelfs niet na de harde hagel dat alles kapot ging en zelfs niet na de sprinkhanenplaag.
Toen zei God tegen Mozes: “Hef uw hand naar de hemel, dan laat ik het donker worden over Egypte.” Hij deed dit en
er viel een zware duisternis van drie dagen over Egypte. Niemand kon iets zien, behalve in het huis van de Joden
brandde nog licht. De farao bedreigde Mozes met de dood.
 Leerkracht blaast een kaarsje uit.

6
God zei tegen Mozes: “Nog één plaag zal ik naar de farao en Egypte sturen, dan zullen ze jullie wel laten gaan.
Vannacht zullen alle eerstgeborenen sterven. Zeg tegen mijn volk dat ze lamsvlees moeten eten en brood dat nog
niet de tijd heeft gehad om te rijzen. Met het bloed van de lam moeten ze hun voordeur insmeren. Dat zal een teken
zijn dat daar joden wonen en dat bij hen geen eerstgeborenen moeten sterven.”
 Hout met afbeelding van lam.
 Leg de plagen dichtbij elkaar maar in volgorde.

Er was veel pijn en rouw in Egypte dus de farao lied eindelijk het volk gaan en Mozes vertrok met hen naar de
woestijn. De farao kreeg spijt en achtervolgde de joden en Mozes.
 Leerkracht rolt tapijt meer open.

Het volk van God werd bang ze zeiden dat ze beter in Egypte bleven. Toen zei Mozes dat God hen niet in de steek zal
laten. Op bevel van God strekte hij zijn hand over de Rietzee en het water stond links en rechts van hen als een muur
omhoog. Zo konden de joden naar de overkant stappen. Toen het volk aan de overkant was ging het water terug naar
beneden en verdronken de Egyptische soldaten.
Het is gelukt ze waren ontsnapt aan de farao, de machtigste man van Egypte.
 2 blauwe stoffen/ papier openleggen met houten popjes erin.

Veertig jaar lang trokken de joden door de woestijn. Ze maakten goede en slechte dingen mee maar God bleef altijd
bij hen. Het volk kreeg honger en dorst. Mozes veranderde het bittere vieze water in drinkbaar water en God liet
kwartels en manna neervielen op het land. Manna waren witte korrels die smaakte naar honingkoek.
 Manna: witte wolballetjes/ propjes papier.

God wou zich verbinden met de joden. Mozes sprak tot de joden en zei: “Maak jullie klaar voor het sluiten van het
heilig verbond met God.” Toen de Joden zich hadden gewassen stonden ze met spanning te wachten op God.
Toen zei Mozes:
“Ik heb jullie weggeleid uit Egypte, waar jullie slaven waren. Ik sluit met jullie een verbond van trouw.
Jullie moeten geen andere goden hebben. Ik alleen ben jullie God.
Jullie moeten geef afbeeldingen maken van mij want ik, jullie God, woon in jullie hart.
Jullie moeten mijn naam niet gebruiken bij dingen waar ik niets mee te maken wil hebben. Mijn naam mag je alleen
gebruiken voor een goed en heilig doel.
Jullie moeten niet werken op de zevende dag, de zevende dag is voor vreugde, liefde en gebed.
Jullie moeten eerbied en respect hebben voor jullie ouders want zij hebben jullie het leven geschonken.
Jullie moeten niemand doden, laat elkaar zo goed mogelijk leven.
Jullie moeten zorg dragen voor je eigen huwelijk en dat van een ander. Maak het niet zomaar kapot.
Jullie mogen niet stelen, iedereen houd van wat hij heeft.
Jullie mogen niet liegen, blijf trouw aan de waarheid.
Jullie mogen niet jaloers zijn, wees blij met je eigen leven.”
God zei tegen Mozes. “Je moet een ark maken, een gouden kist waar je ons verbond voor altijd in bewaard.”
 Leerkracht laat steen zien gemaakt van papier/leem.

Intussen werd het volk ongeduldig en verloren ze het geloof in God. Ze wouden een God die ze konden zien. Toen
maakte ze een groot kalf, ze brachten offers en vierden feest.
Mozes werd zo kwaad dat hij de stenen platen met de 10 geboden op kapot gooide. Hij vroeg vergiffenis aan God en
zei tegen de Joden dat ze zich moeten houden aan de geboden.
 Leerkracht breekt/ scheurt steen.

En zo gebeurde het ook, Mozes kreeg twee nieuwe stenenplaten met dezelfde woorden erop om het verbond te
bewaren.
 Leerkracht legt nieuwe steen.

Het volk trok verder door de woestijn en ze hadden honger. Ze waren het beu om manna te eten en ze wouden vlees.
7
Mozes vroeg God om hulp. God zei: “Verzamel de verstandigste mannen uit het volk en zij zullen je helpen om het
volk te leiden. Dan zal ik ervoor zorgen dat de mensen vlees te eten krijgen.”
Mozes deed dit en de joden kregen zoveel vlees dat ze er genoeg van kregen. De leiders van het volk gingen 40 dagen
lang verkennen en zo vonden ze het Beloofde land. Dit is een land van melk en honing. De joden droomde van dit
land. Daarna liet God Mozes op een berg klimmen van waar hij het hele Beloofde Land kon zien. Mozes keek zijn
ogen uit. Hij zag dat het een mooi en vruchtbaar land was, waar zijn volk het goed zou hebben.
Toen hij weer beneden was, verdeelde hij het land onder de families van het joodse volk.
Niet lang daarna stierf Mozes. De joden kregen nog vele profeten, maar nooit meer een zo groot als Mozes.
Want God sprak met hem als met een vriend.
 Beloofde land: Tros druiven gemaakt van hout.
 Het tapijt is volledig uitgerold.

8
FASE 2: Kringgesprek
Concrete lesdoelen: Materiaal:
De leerlingen kunnen vragen stellen.
Tapijt met materiaal van Godly play.
De leerlingen kunnen de belangrijkste aspecten uit
Bordjes akkoord niet akkoord. (rode duim/groene
het verhaal verwoorden/herhalen.
duim)
Andersgelovige leerlingen kunnen het verhaal
eventueel linken aan hun eigen profeet.

De leerlingen kunnen de symboliek in het verhaal


begrijpen.

Werkvorm(en): Groeperingsvorm(en):

Interactievorm Klassikaal.

Leerinhoud

Achtergrondinformatie voor de leerkracht

Het verhaal van Mozes. Potentiële vragen.

Leerinhoud voor de leerlingen

Het verhaal van Mozes en hun eigen inbreng/ mening.

Timing Onderwijs- en leeractiviteiten


(Je noteert alles wat je tijdens de les zal zeggen, vragen, (voor)doen,…, alsook alles wat de leerlingen zullen
doen, antwoorden, … .)

10 min. Integratie: Leerkracht bespreekt samen met de lln. het verhaal van Mozes:
Leerkracht geeft symbolische betekenis aan het verhaal.
Vraaggesprek/ voorbeeldvragen:
- Ik vraag me af welk deel jij het leukste/spannendste/ belangrijkste vond? En waarom?
- Ik vraag me af hoe jij zou reageren als God zoiets vraagt van jou? Het is wel eng om ineens je huis achter te
laten om tegen de wens van de farao te gaan.
- Ik vraag me af of jij nog steeds zou vertrouwen in God na al deze tegenslagen?
- Ik vraag me af welke plaag jij het ergste vind? En hoe zou jij dan reageren?
 10 plagen, 10 geboden leg getal 10 uit: Het is de som van drie en zeven, beide bijzondere getallen in de
Bijbel. Het getal tien staat voor veelheid, compleetheid en perfectie.
- Ik vraag me af hoe jij je voelt als er iemand iets beloofd en die belofte niet nakomt?
Wanneer is dit al eens gebeurd? Wat ging er door je heen? Werd je boos?
- Ik vraag me af of jij ooit eens een belofte hebt gebroken? En waarom? Wat voelde je toen?
- Ik vraag me af waarom God Mozes de moed insprak?
- Ik vraag me af welke boodschap God wilt geven?
- Hoe zou jij je voelen moest jij gezien worden als de vriend van God?
- Wat zou jij tegen Mozes willen zeggen?
 Je wordt gestraft als je je belofte niet nakomt.
- Ik vraag me af of jij 40 jaar lang in de woestijn kan rondlopen?
 Wijzen naar symboliek: Lange periode.

9
 Ik vraag me af of iemand van jullie toch in Egypte zou blijven? En waarom?
- Ik vraag me af of jij het moeilijk zou hebben met het eten in de woestijn?
Zou jij elke dag manna kunnen eten?
- Ik vraag me af wat jullie vinden van de tien geboden?
Herken jij deze regels van ergens? Vind je regels belangrijk? Wanneer? Waarom?
- Ik vraag me af hoe het zou zij om in die periode in Egypte te leven?
- Ik vraag me af of dit in het echt zou kunnen?
- Ik vraag me af of jij ooit het gevoel hebt gehad of God iets wou zeggen tegen jou?
- Ik vraag me af wat een profeet is? => Linken naar andersgelovigen.


 De lln. mogen bij elke vraagstellen een bordje omhoog steken met akkoord en niet akkoord.
Dan moeten ze verklaren waarom.
 Gebruik de ILC’s: Betrek andersgelovigen met de vooropgestelde vragen.

Veel tijd: Ik betwijfel dat er nog tijd zal zijn voor een uitgebreid hoekenwerk maar moest er toch tijd zijn:
- Hoek 1: Probeert het verhaal na te spelen met het materiaal.
- Hoek 2: Mag 10 nieuwe geboden verzinnen voor in de klas.
- Hoek 3: Mag iets tekenen uit het verhaal.
- Hoek 4: Mag de 10 plagen bespreken en proberen tekenen in volgorde

 Hoekenwerk kan je eventueel in de volgende les doen.
 Op voorhand klaarzetten.

Weinig tijd: Lied samen zingen


https://www.youtube.com/watch?v=D4kgIJKJ_A4
5 min.
Op het einde neem je afscheid van de lln. door een knuffel te geven. Je zegt dan ook iets goed over het
kind. (zegenen)

10
11

You might also like