You are on page 1of 7

KAREL DE GROTE HOGESCHOOL

Educatieve bachelor lager onderwijs


Onderwijsgroep Onderwijs
Campus Zuid, Brusselstraat 45 - 2018 Antwerpen
M: stage.basisonderwijs@kdg.be
W :http://praktijkweb.kdg.be

LESVOORBEREIDING
Administratieve gegevens
Naam Shana De Bock Stagejaar 2023 Klasgroep KDG LIO-Flex
School Basisschool Op Dreef Leerjaar 2 Aantal lln. 22
Datum 10/03/2023
Mentor Kaat Donckers Uur 13:20
Leergebied/ Muzische vorming Leerdomein/ Muziek
ontwikkelveld(en) ontwikkelthema’s
Lesonderwerp Zenuwen

Bedenkingen door mentor


De mentor noteert hieronder enkel de conclusie van de feedback. De concrete feedback vermeldt de mentor in de lesvoorbereiding zelf.
□ Met deze lesvoorbereiding mag je lesgeven, indien je aan de slag gaat met de feedback op je lesvoorbereiding en in de
lesrealisatie.
□ Deze les diende je te laat in. De mentor geeft geen feedback op deze les. Je mag hierdoor deze les niet of maar gedeeltelijk
geven.
□ Deze les moet je verder uitwerken op het lesvoorbereidingsformulier. Toevoegingen op het bestaand materiaal volstaan
niet.
□ Deze lesvoorbereiding moet je opnieuw maken want…

Beginsituatie
Wat is de inhoudelijke voorkennis van de leerlingen in functie van het lesdoel?
De leerlingen hebben een basiskennis van het Nederlands en zijn bekend met de begrippen over gevoelens.
Welke leerlingspecifieke gegevens zijn relevant voor deze Hoe speel ik hierop in?
les?
Concentratiestoornissen bij Anas, Amina en Emanuella Werkvormen variëren per 2, in groep zodat ze zeker
aandachtig moeten zijn.

Situering in het leerplan


Geef de juiste leerplandoelen (tot op het niveau van de ontwikkelstappen bij ZILL). Gebruik je het leerplan van OVSG of GO!? Dan noteer je
ook de leergebiedoverschrijdende eindtermen.
Voeg bij lessen Muzische vorming de conceptcirkel toe
Muzische vorming:
4.2.1.11 4.4 2.1 De maat (metrum/cadans) van beluisterde muziek ervaren.
4.2.2.7 2.4 Hun lichaamshouding verzorgen bij het zingen.
4.2.2.8 2.4 De begintoon van een lied overnemen.
4.2.2.9 Een lied goed articuleren.
4.2.2.16 2.4 Een gevarieerd repertoire van eenstemmige kinderliederen zingen met aandacht voor een goed stemgebruik,
juiste toon, expressiviteit, ritme, tempo, dynamiek en zangplezier.
4.2.3.3 2.5 Praten over hun eigen of andermans (leerling, zanger (s) …) uitvoering van een lied op basis van één of meerdere
elementen

Sociale vaardigheden:
3 De leerlingen kunnen samenwerken met anderen, zonder onderscheid van sociale achtergrond, geslacht of etnische origine.

WO:
31303: Ik en samenleving: Talenten: aangeven in welke activiteiten ze zelf sterk en minder sterk zijn

Conceptcirkel:
VOCALE OF
INSTRUMENTELE
MUZIEK MAKEN

Klank
Zenuwen

Een lied zingen op het juiste toon en


het goede ritme

Kerndoel
Selecteer 1 tot 3 doelen die je op het einde van de les wenst te bereiken.
Ik kan een kinderliedje zingen met aandacht voor zangplezier, articulatie. Ik kan praten over de uitvoering van een lied.

Leerinhoud
Je noteert zeer gedetailleerd en eenduidig de leerstof die in deze les aan bod komt
Welke leerinhouden bied je tijdens deze les aan je leerlingen aan?
- Het correct zingen van een kinderlied
- Bijleren over zenuwen en hoe we ermee kunnen omgaan
- De maat houden
Welke mogelijke valkuilen kunnen er tijdens deze les zijn voor de leerlingen?
- Taalbarrière voor de AN’ers
- Niet durven zingen in de werkvorm per 2
- Maat niet kunnen houden
Over welke informatie beschik jij als leerkracht om meer over het onderwerp te weten en dus inhoudelijk expert te zijn?
Zenuwen is iets wat we allemaal al weleens gevoeld hebben en dus heel herkenbaar voor mezelf als leerkracht maar ook voor
de kinderen.

Bronnen
Noteer handboeken, handleiding van de methode (+lesnummer), naslagwerken, www, documentatie v/d stageschool of hogeschool, …
GO! leerplan

Bijlagen
Noteer alle bijlagen die je gebruikt: o.a. zelf ingevuld en bewerkt werkboek en/of extra werkblaadje, PPT, zaalplan (les LO)…
PPT van het lied
Lesverloop in verschillende fasen
K/G/I Timing Onderwijs- en leeractiviteiten Organisatie
Je maakt een duidelijk lesscenario waarin je jouw uitleg aan de kinderen uitschrijft in de directe rede. Je noteert alles wat materialen/afspraken/differentiatie
je tijdens de les zal zeggen, vragen, (voor)doen … alsook alles wat de leerlingen zullen zeggen, antwoorden, doen …
vooraf
BOUWSTEEN: KLANK banken uit elkaar zetten zodat een kringvorming
WERKVORM: VOCALE OF INSTRUMENTELE MUZIEK MAKEN mogelijk is.

K 2 min Lesinstap: Organisatie: Kring


Concreet lesdoel: exploreren, welke gevoelens komen er boven bij het begrip zenuwen?

Ik heb weleens zenuwen als ik iets voor een grote groep moet voordoen? Jullie ook? Steek je hand eens in de
lucht, wie van jullie heeft al eens zenuwen gehad?
En hoe voelde dat? Waar voelde je dat? (mogelijke antwoorden: in de buik, aan mijn hart…)
Wat doen jullie om die zenuwen weg te laten gaan? (mogelijke antwoorden: ademen, tellen tot 10, zingen…)
Ik zing dan een leuk lied, het zenuwenlied. Zullen we dat eens proberen?

K 5 min Fase opwarming: Organisatie: Kring


Concreet lesdoel: het opwarmen van de stem
Als ik zenuwachtig ben, dan gaan mijn benen heen en weer. Leerkracht maakt ‘sjoef’geluid en beweegt benen
heen en weer. Doen jullie mee?
Welk geluid maken mijn benen? Leerlingen doen geluid na en bewegen de benen
Mijn hart gaat dan ook heel snel. Leerkracht maakt ‘boeboem’ geluid en beweegt haar hand op en neer op
haar borst. Welk geluid maakt mijn hart? Leerlingen doen geluid na en bewegen hun hand op en neer. Sneller
en sneller
En soms, heel soms komt er een klein kreetje uit mijn mond. Leerkracht maakt ‘Ieeeeeee’ geluid
Mijn benen doen dus. Sjoefsjoef, mijn hart boemboemboem en mijn mond ieeee.
Jullie ( een aantal lln) zijn mijn benen. Jullie zijn mijn hart en jullie zijn mijn mond.

K 8 min Fase verkenning Organisatie: Kring


Concreet lesdoel: bewust luisteren, kennismaking met het lied Functie: exploreren
Ik zing eerst het liedje, je luistert goed. Leerkracht zingt het lied.
Luisteropdracht 1: Wat doen ze hier als ze zenuwachtig zijn?
Luisteropdracht 2: Ik heb hier prentjes, luister nog eens heel goed, we gaan ze nadien in volgorde zetten.
Wie kan ze eens in volgorde hangen op het bord?
Luisteropdracht 3: Ik ga het nog eens zingen en als ik zing ‘ze trommelen op de tafel’ gaan jullie op de tafel
trommelen.
Leerkracht zingt opnieuw.
Luisteropdracht 4: Super, als ik nu zing ‘trommel op de tafel’, dan trommelen jullie en als ik zing ‘ik kriebel aan
mijn neus’ gaan jullie aan jullie neus kriebelen.
Luisteropdracht 5: Goed, ik zing het nog een laatste keer. Jullie gaan weer trommelen en kriebelen als ik zing
‘ik trommel’ en ‘ik kriebel’, maar nu doen we er eentje bij: jullie gaan ook ‘schuifelen’ als ik zing ‘ik schuifel op
mijn stoel’.

K 5 min Fase verwerking: concreet doel: Aanleren van het lied Organisatie: Kring
Afspraken: we roepen niet, we zingen vandaag. Als
Leerkracht zegt de derde zin. Leerkracht zingt de zin en kinderen zingen na. Ik ga het liedje weer zingen en je dat niet kan, dan ga je even aan de kant staan.
dan zingen jullie de derde zin mee. Dus jullie zingen ‘Ik kan niet blijven zitten en schuifel op mijn stoel. De
leerkracht zingt nu liedje en leerlingen zingen 2de zin mee. Functie: technisch oefenen

Dat ging al goed. Leerkracht zingt 1ste zin. Leerlingen zingen na. De eerste zin en de derde zingen jullie al mee,
de rest is voor mij.

Ik zing de eerste drie zinnen voor en dan zingen we ze samen.


Leerkracht zingt eerste 3 zinnen voor.

Oké, nog 1 zin en dan kunnen jullie al heel het refrein.


De laatste zin van het refrein is ‘de zenuwen, de zenuwen, oh wat een rot gevoel’. Die plakken we nog achter
onze drie zinnen. Ik zing het even voor, daarna doen we het samen.

OK, daarnet hadden we een paar bewegingen, wie kent ze nog? Wat deden we als we zenuwachtig waren?
We gaan die bewegingen nu weer doen als we erover zingen. Jullie gaan nu bij ‘trommel op de tafel’ jullie
vingers laten trommelen in de lucht en kriebelen aan je neus als we zingen ‘ik kriebel aan mijn neus’. De
leerkracht doet de bewegingen voor.

Oma ligt te slapen, is voor mij. Jullie zingen de volgende zin mee: ‘en bello ligt te slapen in zijn eigen hoek,
maar…
En dan begint het refrein weer. Dat kennen jullie. Organisatie: Door elkaar in de klas

Eindopdracht:
Iedereen is weleens zenuwachtig dus we zullen dat eens tegen elkaar zeggen. Organisatie: 2 rijen tegenover elkaar
Ga in 2 rijtjes staan zodat je over iemand staat. Functie: vormgeven
Eerst zingen de kindjes aan mijn kant het lied en luistert deze kant. Daarna zingen de andere kindjes op mijn
teken het lied en luisteren de anderen.
We zingen het lied en doen er al de bewegingen bij.

K 2-3 min Afronding: bespreking Organisatie: Kring


Concreet lesdoel: reflecteren op de opdracht Functie: reflecteren, verwoorden

We gaan weer in onze kring staan.


Wat vond je makkelijk in deze les?
Wat was nog wat moeilijk?
Bordschema/visuele ondersteuning
Welke visuele ondersteuning voorzie je bij de inhouden?
Zo ziet je bordplan eruit op het einde van de les. Bij gebruik van het digibord: voeg alle ‘slides’ toe, dus niet enkel het bordboek.

You might also like