You are on page 1of 3

Samenvatting HC Antropologie

Wat is antropologie?
 Mensenwetenschap: Studie van mensen als sociale wezens om de soicale werkelijkheid beter
te begrijpen.
 Bestuderen van het samenleven van mensen
 Ontdekken van werelden waar het leven zich anders heeft ontwikkeld
 Manier van ontdekken door
 Zoveel mogelijk in andere culturen te duiken
 De ordening die mensen geven aan hun wereld te ontdekken
 Observeren, voelen, beleven, vragen

Belangrijke begrippen
 Cultuur
 Complex van geheel van kennis, geloof, kunst, moraal en gebruiken.
 Ontstaat tussen mensen en is aangeleerd
 Binnen een populatie van een groep gedeeld, ruimte voor variatie
 Wordt van generatie op generatie doorgegeven
 Alles heeft een eigen functie en betekenis voor de leden
 Overgedragen via dagelijkse communicatie, rituelen, symbolen etc
 Holistisch perspectief
 Antropoloog betrekt alle facetten van t menselijk bestaan
 Gaat uit van onderlinge samenhang (interconnectedness)
 Maakt gebruik van wetenschappelijke disciplines; pedagogiek, geschiedenis,
economie
 Verleden, heden, nu
 Emic
 Binnenstaander perspectief
 Hoe ervaart iemand zelf iets
 Onderzoeken vooropgezette theorie of oordeel
 Waardevrij iets in beeld brengen
 Sterk context specifieke informatie verzamelen
 Voor, door en met een doelgroep. En gevonden info analyseren met zijn elementen
die specifiek voor een bepaalde groep gelden
 Etic
 Buitenstaander perspectief
 Verklaring analyse, oordeel over dat wat je hebt gezien
 M.b.v Theorie, modellen uit verschillende disciplines en kaders
 Theorie of bedrijfsplan
 Items die in alle culturen voorkomen

Een antropoloog is een vertaler tussen emic en etic  etic elementen vanuit emic perspectief duiden
En van emic vertelde verhalen abstraheren naar etic

Verschil en overeenkomsten tussen antropoloog en social werker


1. A. culturele vanzelfsprekendheden zichtbaar maken, en laat zien waar het botst
SW. Effecten van beleidsmatige aannames zichtbaar vanuit perspectief van de leefwereld
2. A. Verbind verschillende culturele werelden met elkaar
SW. Verbindt leef- en systeemwerelden met elkaar
3. A. Treedt op als vertaler tussen culturen
SW. Treedt op als vertaler tussen leef-en systeemwerelden

Methoden om het dagelijks leven te bestuderen


 Etnografisch veldwerk
 Om te begrijpen wat mensen doen, kun je het beste observeren door intensief en
gedurende een langere periode met hen om te gaan
 Oriënteren, taal leren, situatie verkennen, inlezen etc
 Voordeel: Emic perspectief  echt leren kennen en komen tot native poitn
of view
 Belangrijk: goed contact maken. Wie, waarom en wat.
Hoe?
 Actief meedoen in dagelijks leven
 Opzoek naar diepere betekins
 Onderscheid maken tussen frontstage en backstage
 Bewust en doelgericht waarnemen
 Participerend, niet participerend, gestructureerd, ongestructureerd.

Rekening houden met


 Etnocentrisme; andere culturen beoordelen met je eigen normen en waarden. Je stelt je
eigen cultuur centraal en stelt als maatstaf, dus andere culturen worden automatisch gezien
als minderwaardige imitatie van je eigen cultuur
 Racisme; idee dat rassen gerangschikt kunnen worden als superieur en inferieur
 Cultuurrelativisime; culturen kunnen niet met elkaar worden vergeleken. Normen en
waarden zijn niet universeel, kunnen alleen begrepen worden binnen de cultuur waarin ze
zijn ontstaan
 Historisch particularisme; cultuur is product van zijn eigen specifieke geschiedenis en kan dus
alleen begrepen worden binnen de eigen historische context.
Cultuur is uniek heeft eigen geschiedenis, kent eigen specifieke historische omstandigheden
heeft eigen omgevingsfactoren
Er zijn geen absolute of objectieve morele waarden  product van afzonderlijke culturen

Vertaling naar social work:


 Persoon bekijken vanuit het perspectief van de betrokkene zelf
 Kennen van je eigen specifieke ontwikkeling
 Bewust van het feit dat je een culturele bagage hebt
 Je eigen oordeel uitstellen

3 Theoretische stromingen
 Structureel functionalisme
 Antropologisch en sociologisch
 Functie sociale verschijnsel wordt verklaard a.d.h.v. de bijdrage dat het verschijnsel
levert aan het sociale systeem en de veranderingen die dat met zich meebrengt.\
 Samenleving = complex systeem  subsystemen  totaal van de
samenleving
 Sociale ongelijkheid is onvermijdelijk maar niet negatief
 Belang van maatschappij als geheel staat centraal
Sw’er  samenleving in evenwicht houden
 Bedenken van rituelen  zorgen dat mensen zich aanpassen aan het systeem 
disciplineren  socialisering
 Potentiële conflicten tussen machtige groepen en de gevestigde orden reduceren tot
individuele vraagstukken.
 Normatief beroep  morele kant
 Conflictsociologie
 Sociale antropologie
 Conflict wordt veroorzaakt door de strijd om schaarse bronnen
 Conflict door concurrentie
 Maatschappelijke structuren bepalend voor menselijk cultuur en menselijk
handelen  economische verhoudingen
 Menselijk handelen leidt tot conflicten en maatschappelijke ongelijkheid
 Maatschappelijke structuren kunnen beperkend werken
 Mens niet aanpassen aan het systeem, maar systeem aanpassen aan de
mens
SW’er  Sociaal gericht op bestrijden van onrecht
 Zorg dragen emancipatie vrouwen, migranten
 Bestrijden sociale achterstanden kinderen, vrouwen, fabrieksarbeiders
 Emancipatie en empowerment
 Niet alleen gericht op individu, maar op het bestrijden van het systeem
 Politiserend  samenlevingsstructuren bestrijden
 Symbolisch interactionisme
 Antropologie
 Bestuderen van symbolen, religies, rituelen
 Door mensen gebruikt om betekenis te geven aan hun leven
 Maatschappij is geen apart systeem dat eisen stelt aan de mensen
 Mensen die wederzijds handelen en proberen hun leven vorm te geven
 Handelende mensen die daarmee elkaar beïnvloeden
 Conflicten kunnen optreden maar meestal komt men in dialoog met elkaar
tot passende oplossing.
SW’er  positief neoliberaal gedachtegoed
 Individu staat centraal  op een positieve manier het heft in eigen handen nemen
 Liberaal, gaat uit van het individu en de talenten

You might also like